Klein Seminarie Hoogstraten Open Oproep OO2611 B - 03-02-2014
I
E
nhoud
1. inleiding: inhoud 1. inleiding: reflectie masterplan 2. 2. 2. 2.
visie: visie: visie: visie:
deelproject deelproject deelproject deelproject
A B C en akoestiek D
4. ontwerp: deelproject C (partim) ontwerp: ontwerp: ontwerp: ontwerp:
deelproject deelproject deelproject deelproject
D: D: D: D:
valuatie masterplan
Het Masterplan Voorbouw en Eeuwfeestkapel Klein Seminarie Hoogstraten is een zeer volledig document. De gedreven studie gaat gedetailleerd in op de bouwgeschiedenis en de architectuuranalyse. Heldere visies over duurzaamheid en over omgaan met erfgoed werden uitgeschreven. De wisselwerking tussen, of de consequenties van beiden, werden echter omzichtig en aftastend beschreven. De auteurs stellen daarbij zelf dat het “van uitermate belang is dat een masterplan technieken wordt ontwikkeld“ (deel I p.107) en dat bij de uitwerking ervan de “haalbaarheid qua implementatie in een beschermd monument moet onderzocht worden”.
3. visie: deelproject E en technieken 3. visie: deelproject F
5. 6. 7. 8.
inleiding
aNNo wijst ook op een andere lacune in hun studie. Door de aard van de opdracht beperkte de analyse zich tot de beschermde gebouwen (deel I p.7). De ontwikkeling van de gehele campus wordt wel in zijn algemeenheid besproken maar wordt al te gemakkelijk in functie van de visie op de beschermde voorbouw gesteld. “Een standvastig historisch beschermd ‘kerngebouw’ aan de straat met een achterliggend ‘flexibel modifieerbaar’ binnengebied…” Maar is dit wel zo? Het voorgebouw is ontworpen als internaatgebouw, niet als schoolgebouw en de latere gebouwen op de campus lijken zonder duidelijk masterplan bijgebouwd. Dit resulteert o.a. in een significant circulatieprobleem. aNNo suggereert terecht een versterking van de aswerking tussen de twee poorten en stelt terzijde dat het “masterplan voorbouw als trigger voor het herdenken van het Lensgebouw en de doorsteek naar de koer” moet dienen.
concept visualisatie inplantingsplan grondplannen
9. ontwerp: deelproject F (en C) 10. studie: nota duurzaamheid 10. studie: plan van aanpak 11. studie: kostenraming 11. studie: subsidiëring 12. studie: kostenbeheersing en fasering 12. studie: ereloonopgave
Het is jammer dat het hoofdstuk ‘1.4 Overzicht Subsidiëring’ ontbreekt. Het opsplitsen in de verschillende loten A t/m F is hier immers een rechtstreeks gevolg van. En de verdere planning die gevraagd wordt zal daar ook zeer nauw mee verbonden zijn. We begrijpen echter dat de gegevens van subsidiëring in een constante evolutie zijn. Daarnaast formuleert de projectdefinitie een aantal duidelijke doelstellingen en een programma van eisen. Maar het is een feit dat zulk een programma nooit echt definitief is, omwille van o.a. onderwijshervormingen die zich aankondigen. Samen met de spreiding in de tijd van het ganse project, nopen deze fluctuerende elementen tot een veelzijdig multidisciplinair team en een procesmatige aanpak. We hebben met ons ontwerpteam de uitgangspunten van het masterplan van aNNo gevolgd. Concreet betekent dit dat de afbakening tussen de verschillende deelprojecten nauwelijks in vraag wordt gesteld, maar wel soms in een ruimer perspectief geplaatst. We hebben een concreet voorstel gedaan voor de implicatie van adequate technische installaties en wegen die af t.o.v. de erfgoedwaarden. We proberen hiermee de mogelijkheden naar de toekomst zo open mogelijk te houden; zodoende zal de voorbouw en kapel nog lang inzetbaar kunnen zijn voor huidige en toekomstige noden, zonder dat hun eigenheid geschaad wordt. We geloven immers sterk in culturele duurzaamheid. We denken echter dat dit alles alleen maar kan binnen een sterk multidisciplinair team en in goed procesmatig overleg met alle betrokken actoren (opdrachtgever, subsidiërende overheid, erfgoed, brandweer, toegankelijkheid enz…). In een wedstrijdfase ontbreekt uiteraard dit overleg.
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
1
V I S I E
A
visie restauratie van de primaire ruimtes van de voorbouw brandveiligheid / toegankelijkheid / sanitair herkenbaarheid ruimtelijke entiteiten
Het masterplan is zeer fijn uitgewerkt en weet met minimale aantasting van de monumentale delen het gebouw te laten voldoen aan hedendaagse normen. Onze visie trekt het masterplan - wat deelproject A betreft dan ook niet in twijfel, maar wil voortbouwen op het geleverde werk
0: huidige toestand
1: voorzetramen met enkelvoudige beglazing
Een belangrijk aandachtspunt vormt de algemene studie technieken en meer specifiek, de integratie van een gloednieuw ventilatiesysteem in de bestaande kamers en gangen. Voor de overzichtelijkheid behandelen we alles wat met energie te maken heeft in deelproject E. De drievuldigheid van trappen in de primaire kleuren is een belangrijk herkenningspunt binnen de voorbouw en voor ons de voornaamste ingreep van deelproject A. We wensen hier extra aandacht aan te besteden. Meer daglichttoetreding en een versterking van de kleur (‘een frisse look’) verhogen de leefbaarheid van de school. In het dakenplan van de monumentenwacht is op te maken dat de blauwe en gele trap (alsook het halfronde deel van de rode trap) platte daken in roofing hebben. Grote koepels of lichtstraten zijn hier perfect mogelijk en bieden een grote meerwaarde, maar dit in overleg met OE. De betegelde borstweringen zijn zeer laag en hierdoor onveilig. We stellen hier voorlopig een bijkomende handgreep in gepoederlakt staal voor (in primair geel, blauw, en rood). Later kleuronderzoek dient dit nog te bevestigen of ontkrachten.
3: NIEUW HOUTEN BUITENSCHRIJNWERK
2: dubbele beglazing in bestaande houten profielen
In deze visietekst worden de verschillende scenario’s van aanpak voor de ramen in de voorbouw geëvalueerd. Deze studie is indicatief en onder voorbehoud van verdere bouwfysische en restauratieve opties. En dit in nauw overleg met de opdrachtgever en de subsidiërende instanties. 0: HUIDIGE TOESTAND In de huidige toestand is er houten schrijnwerk met een enkelvoudige beglazing aanwezig. De ramen openen met een guillotine systeem, waardoor zowel het bovenste raam naar beneden en het onderste raam naar boven kan geschoven worden. Hiermee wordt een Uw-waarde van +/- 5.0W/m²K bekomen. In deze situatie zal de oppervlaktetemperatuur aan de binnenzijde van de enkelvoudige beglazing +/- 5°C bedragen, wat voor condens kan zorgen. Ook de oppervlaktetemperatuur aan de binnenzijde van het schrijnwerk zal lager liggen. De oppervlaktetemperaturen van de dagkanten zijn echter voldoende hoog. waardoor de kans op schimmelvorming eerder klein zal zijn.
Bij dit onderzoek wordt het raam volledig vervangen door nieuw schrijnwerk. De Uw waarde daalt tot 1.5 W/m2K. Een volledige luchtdichtheid van het houten raam in de dagopening en tussen de vaste en opengaande deel kan gegarandeerd worden door de nodige slabben en voegbanden. Thermisch en akoestisch kan het nodige comfort in de lokalen bekomen worden. Richtprijs tussen 680 €/m² (voor draaikipramen) en 980 €/m² (voor guillotineramen): CONCLUSIE:
3: nieuw houten buitenschrijnwerk met dubbele beglazing
restauratie gevel voorbouw akoestiek / energie beeldbepalend anker
De vele guillotineramen in de voorbouw vormen een precaire ontwerpknoop. Enerzijds is er een duidelijke historische waarde met haar uniek concept (beide vleugels kunnen zowel omhoog als omlaag) en grote glasvlakken. Anderzijds zijn de meeste ramen niet meer praktisch in gebruik (ramen openen niet meer goed, moeilijk te kuisen en te verluchten) en vormen ze een ware nachtmerrie op het gebied van akoestiek en energie.
Bij dit onderzoek wordt enkel de beglazing vervangen door thermisch onderbroken dubbele beglazing. De Uw waarde daalt tot 1.6W/ m2K (op voorwaarde van luchtdichte aansluiting in schrijnwerk). Indien na onderzoek blijkt dat de beglazing vervangen en het mechanisme aangepast kan worden, blijft de luchtdichtheid en dus ook de akoestische lekken mogelijks een probleem. Verder onderzoek is nodig om de mogelijkheid tot aanbrengen van de luchtdichte strips na te gaan. Richtprijs ongeveer 650 €/m².
3b: scenario 3 met voorzetwand
Uit een meer doorgedreven onderzoek van de ramen en in nauw overleg met de betrokken instantie zal gezocht worden naar een voorkeurscenario dat rekening houdt met de erfgoed waarde en het beoogde comfort. Aangezien het gebouw dateert uit de jonge bouwkunst en het een abstractere architectuur heeft zou er kunnen geopteerd worden dat de aanpassing van de profilering minder beeldbepalend is binnen de architectuur. Indien er bijgevolg gekozen wordt voor scenario 3 kan het comfort binnen het energetisch concept nog opgetrokken worden met een isolerende voorzetwand aan de binnenzijde van de buitengevel. Door het opteren voor binnenisolatie verhogen we het thermisch comfort in de lokalen. Bijkomend onderzoek van de gevel is noodzakelijk.
C
V I S I E
V I S I E
B
2: NIEUWE DUBBELE BEGLAZING IN BESTAANDE PROFIELEN
De staat van de ramen is verschillend afhankelijk van de positie in de gevel en de blootstelling ervan aan wind en regen. In het algemeen is de luchtdichtheid van de ramen niet afdoende en voldoet deze samen met de enkelvoudige beglazing thermisch en akoestisch logischerwijze niet aan de huidige normering. 1: VOORZETRAMEN Bij dit onderzoek worden bijkomend voorzetramen aan de binnenzijde geplaatst. Deze voorzetramen hebben geen thermisch onderbroken profielen en bevatten enkelvoudige beglazing. Wanneer een bijkomend voorzetraam aan de binnenzijde geplaatst wordt, daalt de Uw-waarde tot 3.0 – 3.5 W/m²K (afhankelijk van de luchtdichtheid van het oorspronkelijke houten schrijnwerk). Bovenstaande tekening toont aan dat de spouw geventileerd wordt met buitenlucht (aangezien het bestaande raam niet luchtdicht is), waardoor er geen schimmelvorming door condensatie optreedt in de spouw. Richtprijs ongeveer 860 €/m².
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
integratie klassen en ruimte leerkrachten toegankelijkheid / akoestiek infrastructuur
Aangezien de deelprojecten C,D, en F nog uitgebreid aan bod komen op de volgende bladzijden als uitgewerkt ontwerp, zullen we hier slechts beknopt onze visie schetsen op het masterplan en projectdefinitie. Voor deelproject C heeft het masterplan een logische analyse gemaakt van het gevraagde programma, waar wij ons grotendeels in kunnen vinden. Het gaat hier dan ook vooral om een goede detaillering (interieur, schakeling en onderlinge positionering van lokalen, flexibiliteit en polyvalentie, kleuren, daglicht en kunstlicht) en zo nauwkeurig mogelijke implementatie van het programma in de bestaande structuur met behoud van belangrijke monumentale delen. Een bijkomend, kritiek aspect hier is de studie akoestiek, die rekening dient te houden met de gloednieuwe akoestische norm voor schoolgebouwen. Deze laatste norm legt zeer strenge eisen op voor o.a. geluidstransmissie tussen klaslokalen, geluidstransmissie tussen lokaal en gang, nagalmtijd in het lokaal zelf, absorberende oppervlakte in de gangen, enz. We zullen hier dieper op ingaan bij het deel ontwerp.
2
E
V I S I E
V I S I E
D
renovatie zuidelijke vleugel en ‘schoolpoort’ brandveiligheid / toegankelijkheid / akoestiek welkom / infrastructuur
Deelproject D is voor ons veruit het belangrijkste ontwerp. Enerzijds omdat hier ook echt een sterk concept dient gevonden te worden en anderzijds omdat dit het meeste impact zal hebben naar de buitenwereld toe. De historische hoofdingang (aan de rode trap), was enkel bedoeld voor internaat, en schiet helaas daarom tekort als volwaardige schoolingang. We hopen echter deze terug een functie te geven met de aanleg van een nieuwe buitenhelling (voor integrale toegankelijkheid) om vlot de kapel te bereiken vanuit de straat. De analyse van het masterplan, met een renovatie van de zuidelijke vleugel als hoofdinkom voor de school, lijkt ons dan ook juist. Dit geeft immers veel meer mogelijkheden tot een goede zichtbaarheid, circulatie, en overgang tussen het publieke domein (de straat) en het private domein (de school).
visie restauratie daken voorbouw energie beeldbepalend anker
Een visie omtrent de restauratie van de daken van de voorbouw formuleren kan moeilijk gebeuren zonder voorafgaande grondige studie. Vloerisolatie versus dakisolatie, de definitieve bestemming van de zolderruimtes (afhankelijk van detaillering van de technische installaties), en een onderzoek van de constructie door een stabiliteitsingenieur zijn de voornaamste hangende zaken die moeten uitgeklaard worden alvorens een standpunt in te nemen. Over een globale visie omtrent energie en binnenklimaat voor de voorbouw kunnen we echter wel in detail treden. Een verbeterde isolatie en luchtdichtheid door aanpassing van het buitenschrijnwerk noopt immers tot een vernieuwde hygiënische ventilatie, die - omwille van het bewaren van het geveluitzicht door vermijden van ventilatieroosters - idealiter een gebalanceerd systeem (mechanische aanvoer en afvoer met warmterecuperatie) is. Dit is tevens het meest energiezuinige systeem en - omwille van de gloednieuwe akoestische norm voor schoolgebouwen - quasi een noodzaak.
We zijn er echter van overtuigd dat de aanzet van het masterplan veel te beperkt is, en eerder een geïsoleerd element zal creëren (‘de schoolpoort’) waardoor het “welkomgevoel” te beperkt is in de tijd. In een heraanleg van de buitenverharding en de bestaande fietsenstalling, schuilt immers een opportuniteit om de gefragmenteerde schoolcampus te binden tot een modern, uniform geheel. Enkel het gebied rond het ecoland in beschouw nemen, is een gemiste kans om de bestaande speelplaatsen en verborgen ‘circulatietunnels’ enigszins een volwaardige identiteit te geven als typisch architectonische elementen van de schoolomgeving (cfr. “de school als ontwerpopgave”).
VENTILATIE De huidige toestand is niet aangepast aan de moderne normen van comfort en energiezuinigheid. Zoals elders in dit document besproken, wordt de gevel geïsoleerd en worden de ramen met enkel glas vervangen. De luchtdichtheid en isolatiegraad wordt hierdoor gevoelig verbeterd. Deze maatregelen kunnen enkel toegepast worden als er ook geventileerd wordt. Enerzijds om bouwschade te voorkomen, maar anderzijds om de luchtkwaliteit op peil te houden. We opteren hier voor vraaggestuurde balansventilatie met warmterecuperatie en dit om twee redenen:
1. Verschillende studies hebben aangetoond dat ventilatie in scholen te wensen overlaat. De hoeveelheid CO2 stijgt pijlsnel en ongecontroleerd. Vraaggestuurde ventilatie met CO2 detectie is in staat de CO2concentratie onder een vooraf bepaalde drempel te houden met een minimum aan energie. Het debiet wordt immers afgestemd op de bezetting. 2. Balansventilatie met warmterecuperatie zorgt ervoor dat de warmte uit de (grote hoeveelheden) afgevoerde lucht gerecupereerd wordt. De verwarmingsfactuur wordt op deze manier aanzienlijk beperkt. Om uitdroging van de lucht te voorkomen, wordt gekozen voor warmterecuperatie met een warmtewiel. Dit kan eveneens een deel van het in de lucht aanwezige vocht recupereren. Het toepassen van een gebalanceerd ventilatiesysteem in een monument is niet vanzelfsprekend. Er werden door het team locaties gekozen voor schachten waar die het minst visuele impact hebben. Ook de tracés van de kanalen werden in overleg bepaald. We hebben getracht de diameters en de hoeveelheid van de kanalen tot een minimum te beperken. Er werd ook rekening gehouden met functionele flexibiliteit. De kanalen zijn zo geplaatst dat toekomstige aanpassingen relatief eenvoudig doorgevoerd kunnen worden. De luchtgroepen worden op zolder opgesteld. Op deze manier zijn ze niet zichtbaar en kunnen ze de schachten voeden met de kleinst mogelijke hoeveelheid kanalen. VERWARMING Voor verwarming gaan we uit van het bestaande systeem. De aanwezige radiatoren worden gerecupereerd indien mogelijk. Het leidingnetwerk zal op verschillende plaatsen aangepast moeten worden. We gaan er vanuit dat de voorbouw gevoed blijft door de centrale stookplaats. De isolatie van de hoofdleidingen moet in detail bekeken worden. Ook het functioneren van de centrale stookplaats moet bekeken worden binnen het geheel van de aanpassingen. Tijdens ons bezoek hebben we vastgesteld dat de huidige ketels niet in staat zijn voldoende te moduleren. Indien delen van het gebouw geïsoleerd worden, zal dit enkel toenemen. ELEKTRICITEIT
luchtgroep ZUID
EXTRACTIE PULSIE
luchtgroep MIDDEN
aan- en afvoer lucht
luchtgroep NOORD
aan- en afvoer lucht
Op veel plaatsen zal de elektriciteit en databekabeling vervangen moeten worden. Deels omdat de infrastructuur verouderd is en deels omdat de bekabeling visueel beter geplaatst kan worden. Voor de verlichtingsarmaturen worden de nodige berekeningen gemaakt om te bepalen waar er nieuwe armaturen moeten komen.
V I S I E
F
appartement gesloten balanssysteem
gesloten systeem
centrale extractie / pulsie met aftakkingen
extractie en pulsie met aftakkingen
kanalen door keuken
centrale extractie verjongende pulsietakken
pulsie met aftakkingen
4 verticale pulsiekanalen verjongende horizontale pulsietakken
centrale extractie verjongende pulsietakken met aftakkingen
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
restauratie buitenschil eeuwfeestkapel herkenbaarheid ruimtelijke entiteiten beeldbepalend anker
Een aanpak van de eeuwfeestkapel valt onder te verdelen in drie deelaspecten: huid (een restauratie van de buitenschil), binnenklimaat (een vernieuwd verwarmings- en ventilatiesysteem), en functie (mogelijke interne wijzigingen die een ander gebruik toelaten). Het masterplan doet voor geen enkel van deze aspecten een concreet voorstel, maar een globaal plan van aanpak stelt ze wel als noodzakelijk. Gezien de hoge verwarmingskosten, en een anders verwaarlozen van historisch erfgoed, lijkt dit ons ook een correcte conclusie. Voor onze visie op de drie deelaspecten verwijzen we naar het deel ontwerp, verder in de bundel.
3
ONTWERP
C
ontwerp integratie klassen en ruimte leerkrachten toegankelijkheid / akoestiek infrastructuur
Bij de indeling van zuidelijke (en middelste) vleugel in klaslokalen wordt gestreefd naar de volgende kwaliteiten: - Voldoende daglicht in de gangen om geen afgesloten gevoel te creëren - Zoveel mogelijk thuisklassen (24 lln) met een beperkt aantal grote klassen (tot 30 lln). Een goede spreiding van de grote klassen (één per vleugel en per verdieping) en een goede plaatsing (de breedste klaslokalen (traveeën) moeten ook de grootste zijn). - Aangename, strategisch geplaatste werkgroepen die door hun geschakelde ligging met andere klaslokalen meerdere functies kunnen vervullen (polyvalente ruimtes). - Minimum twee grote vensters per klaslokaal / voldoende spreiding van daglicht - Minimum één venster per open/gesloten werkhoek
akoestische plafonds vezelcement in felle kleur ventilatiekanaal en verlichting weggewerkt
verwarming met oude of nieuwe radiatoren
LEGENDE GRONDPLANNEN 1. thuisklas (24 lln) 2. grote klas (=< 30 lln) 3. kleine klas (=< 16 lln) 4. werkhoek 5. kleine klas of vergaderruimte 6. sanitair mindervaliden 7. sanitair heren 8. sanitair dames 9. bergruimte 10. compartimenteringssas 11. liftsas 12. refter
schaal 1:400
wanden (bepleisterd metselwerk) en gelaagd glas met voldoende geluidsreductie
De binnenwanden naar de gangen moeten strikt gezien qua geluidstransmissie aan minder strenge akoestische eisen voldoen als de wanden tussen de klassen. We kunnen hier dan ook werken met binnenschrijnwerk dat een veel transparanter en helderder gevoel zal tewerkstelligen, zowel in de klassen zelf als in de gangen. Om de concentratie van de leerlingen niet te verstoren, wordt de beglazing pas vanaf 140cm hoogte aangebracht. In de klassen parallel aan de Vrijheid, worden de borden in het noorden geplaatst zodat er geen ongewenste verblinding door de zon kan optreden (zon achter de leerlingen). In de middelste vleugel worden vier thuisklassen (24 lln), één grote klas (tot 30 lln), en een kleinere ruimte die zowel een mini-klas als een werkhoek kan worden. We kiezen ervoor om de sanitaire voorzieningen in klaslokaal V.02 te voorzien, naar analogie met de historische doucheruimtes op dezelfde plek. Hierdoor wordt ook de historische waarde van klaslokaal V.01 niet aangetast, wat anders een mogelijke locatie voor sanitair zou kunnen geweest zijn. Hier is plaats voor een kleine vergaderruimte, projectruimte voor leerlingen, of een tweede miniklas. Een tweede projectruimte of berging kan daarnaast worden ondergebracht, samen met de schacht voor luchtafvoer.De verticale schachten voor luchtaanvoer worden subtiel in de hoeken van de vleugel weggewerkt.
NIV +1
Voor de noordvleugel wordt hetzelfde ontwerp toegepast voor de 1e, 2e, en 3e verdieping. Op elke bouwlaag worden 5 thuisklassen (24 lln) en één grote klas (tot 30 lln) voorzien. Een centrale donkere ruimte herbergt een grote ventilatieschacht voor luchtextractie en doet dienst als berging voor educatief materiaal, proefopstellingen, meubilair, etc. De gang wordt bewust doorgetrokken tot aan de gevel om ook daglicht in de gangen te krijgen. In de buitenhoek van het gebouw zijn minder ramen aanwezig. We kiezen er daarom voor om hier geen klassen, maar werkhoeken te concentreren. De als de het
2e en 3e verdieping van de middenvleugel zal dienst doen refterruimte met enkele minimale ingrepen: ventilatiekokers in hoeken van de ruimte en binnenafwerking. De cluster met sanitair en kleine klas is identiek aan de 1e verdieping.
Voor het ontwerp van de lerarenaccomodatie verwijzen we naar deelproject F in de bundel, daar deze in verbinding staat met de kapel.
NIV +2/+3
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
4
O NTWERP
D
ontwerp renovatie zuidelijke vleugel en ‘schoolpoort’ brandveiligheid / toegankelijkheid / akoestiek welkom / infrastructuur
Zoals eerder aangehaald wordt deelproject D bewust verder uitgewerkt tot een soort masterplan. De bestaande schoolcampus lijdt aan fragmentatie en een gebrek aan typische architectonische elementen die een fundamenteel onderdeel vormen van haar communicatie met de omgeving, haar “schooltaal”. Dit zijn in de eerste plaats de schoolpoort(en) en de schoolmuur of ‘speelplaatsmuur’. Vele andere knelpunten duiken ook op als we de site kritisch bekijken:
Deze assen (A en B) worden vormgegeven als een wederkerend patroon, een modulair systeem, van overkappingen in houtskelet, met een 2+5 x 2+5 grid. Deze overkappingen hebben meerdere functies, naargelang de plaats waar ze worden toegepast. Meestal vormen ze een overdekte fietsenstalling, met brede (3m) circulatiestrook. Deze circulatiestroken worden over de volledige lengte doorgetrokken zodat monumentale zichtassen ontstaan die een sterk ruimtegevoel opwekken. Daarnaast doen de overkappingen ook dienst als overdekte speelruimte, raamwerk voor panelen/affichage, doorsteekcirculatie, en last but not least als duidelijke maar transparante afbakening van de buitenruimtes. Door de hoogte beperkt te houden, blijft het uitzicht over de school bewaard en de regen zoveel mogelijk weg onder de luifels. Er bestaat een optie om as A (deels) als publieke verbinding open te stellen voor de naburige bewoners, zodat de school nog meer haar voorbeeldrol kan opnemen in de (micro)maatschappij. as B
fietsenstallingen en secundaire schoolpoort: rommelige inplanting beperkte capaciteit beperkte identiteit en prominentie
sportvelden en speelplaats lager: geen duidelijke scheiding gebrek aan overdekte speelplaats
speelplaats secundair: geen vierde ‘schoolmuur’ ruimte niet gedefinieerd gebrek aan overdekte speelplaats
garageboxen: sluipend autoverkeer beperking van zichtbaarheid esthetisch onaangenaam parkeerplaatsen binnen school: ongezond en onveilig verspilling kostbare oppervlakte inperking leefbaarheid
“fietstrechter” secundaire schoolpoort
doorgang naar speelplaats: belangrijke circulatie maar niet uitgesproken
ecoland: boszone beperkt
2
as D
primaire schoolpoort: geen herkenningsbaken slechte inplanting fietsenstallingen beperkte capaciteit fietsen
1
“fietstrechter” primaire schoolpoort
We menen echter dat we bijna al deze knelpunten met één integrale ingreep kunnen ontzenuwen. Door twee sterke parallelle assen te introduceren die de voorbouw of de Vrijheid verbinden met de achterliggende dreef ontstaan vier duidelijk gedefinieerde buitenruimtes die nu onderhuids aanwezig zijn, maar niet voldoende op de voorgrond treden. Elk van deze buitenruimtes heeft haar eigen identiteit: 1. het groene ecoland, dat aan de westkant verder wordt uitgebreid, en een aangenaam en opvallend park vormt, zichtbaar vanop de straat. 2. de speelplaats lager en kleuteronderwijs 3. de sportvelden (nu te verweven met zone 2 en 4) 4. de speelplaats secundair onderwijs We menen dat het tekort aan parkeerplaatsen vlot kan worden opgevangen op nabijgelegen perceel 244k (eigendom OCMW), waar een grote gemeenschappelijke parking kan worden aangelegd.
Loodrecht op deze assen, worden twee secundaire assen geïntroduceerd, uitgevoerd in eenzelfde soort constructie, maar dubbel zo hoog. Enerzijds als toegangsbaken - dé schoolpoort - en hoofdinkom (as C), anderzijds als scheiding tussen buitenruimte 3 en 4 (as D). Deze laatste vormt tevens een gemeenschappelijke overdekte speelruimte die een droge verbinding vormt tussen het OSTgebouw en het internaat. De luifels bieden bij as C en D de mogelijkheid tot een vlotte doorgang van de brandweer.
3
4
as C
as A
De luifel transformeert aan de straat tot inkomportiek. De huidige toegang wordt opgewaardeerd. De plek krijgt meer betekenis, het wordt een duidelijk geaccentueerde overgang tussen het publieke domein en het schoolterrein. De luifel herdefinieert het voorplein en verstevigt tevens haar positie in het stedelijk weefsel. De overdekte ruimte biedt beschutting en geborgendheid maar heeft ook een functie als eyecatcher en nieuw gezicht van de school. Onder de luifel is er plaats voor ontmoetingen, en vertakken zich de verbindingen met de volledige site.
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
5
ontwerp
ONTWERP
D schaal 1:400
De constructie wordt voorzien in hout en is opgevat als een modulair grid, zowel in plan als snede. Het frame biedt mogelijkheid tot flexibele invulling met open en gesloten vlakken. Op die manier kunnen bepaalde vlakken ook als uithangbord of reclamepaneel opgevat worden. De keuze voor hout valt terug te leiden naar een hang naar warmte, te midden van de eerder steense en harde omgeving. De warme, ecologische uitstraling van hout verwijst naar het groene karakter van het achterliggende binnengebied. De hint naar de pergola is subtiel. Achter de eerste kolommenrij wordt over de volledige breedte van de luifel een stalen hekwerk geplaatst, hierin worden de nodige toegangsdeuren en –poorten voorzien. Het hekwerk biedt de nodige transparantie zodat de visuele link met de straat gewaarborgd blijft.
Door een organisch raster van overkappingen te wikkelen rond de bestaande gebouwen, georganiseerd in twee sterke parallelle assen, en af te breken wat overbodig wordt, kunnen meerdere ontwerpproblemen tegelijktertijd opgelost worden. Deze assen verbreden of verhogen zich waar nodig, en maken contact met de naaste omgeving, als onmiskenbare schoolpoort. Het dakmateriaal is afwisselend: er wordt zowel gewerkt met transparante als ondoorschijnende delen. De transparante vlakken bestaan uit gekleurde polycarbonaatplaten, die een interessant kleurenspektakel zullen teweegbrengen in de fietsenstallingen. Door de beperkte hoogte zullen zij ook vanuit vele lokalen in de school zichtbaar zijn en een fris kleuraccent brengen in de campus. De niet transparante vlakken bestaan uit prefab staalplaten. Alle vlakken liggen in ipv op het skeletrooster van de constructie zodat dit minimalistisch herleid wordt tot een zuivere structuur. Sommige vlakken zijn volledig open, waar nieuwe bomen voor morgen zullen worden aangeplant.
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
6
ONTWERP
D
ontwerp INPLANTINGSPLAN
SCHAAL 1:750
overdekte speelruimte afscheiding speelplaatsen binding OSTgebouw met de school
nieuwe binnentuin
doorgang
4 SECUNDAIR
overdekte speelruimte
uitbreiding ecoland
2 KLEUTER EN LAGER
promenade / brandweg
1 ECOLAND
doorgang/mogelijke afbraak
primaire schoolpoort
fietsenstalling
hoofdinkom
fietsenstalling
ontmoetingsplein “fietstrechter”
overdekte speelruimte
herkenningsluifel circulatieknooppunt
brandweg
doorgang
secundaire schoolpoort
3 SPORT
fietsenstalling fietsenstalling
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
7
ONTWERP
D
GELIJKVLOERS De nieuwe houten luifel vormt de toegangspoort tot de voorbouw en leidt bezoekers naar de inkom tussen Jordaan en zuidvleugel. De vroegere patio van de conciërge wordt inkomsas dat verzonken in de gevel wordt geplaatst zodat de naastliggende volumes worden geaccentueerd. Dit gedeelte krijgt een nieuw dak met verschillende lichtkoepels, alsmede bijkomend sanitair. Gezien de beperkte frequentie van bezoekers, wordt de onthaalbalie gekoppeld aan een ruim kantoor/secretariaat dat in combinatie kan staan met de vergaderzaal, het vroegere salon van de conciërge. Deze laatste ruimte wordt zoveel mogelijk in haar historisch uitzicht bewaard. 1e VERDIEPING De bestaande toestand toont enkele vaste, onveranderlijke elementen verspreid over het grondplan. Dit zijn de trappen, de lift, de kapel, en een brede historische wandelgang. Reductie van deze statische ruimtes leidt al snel tot drie grote zones waarbinnen de invulling van het programma kan plaatsvinden, aangeduid op volgend schema met de letters A,B, en C.
Zone B leent zicht het best tot een mogelijke opdeling in kleinere kantoren/volumes. We kiezen er daarom voor hier de lokalen voor persoonlijke begeleiding onder te brengen, gezien dit het enige programmapunt is met meerdere kleine lokalen. In de lokalen 1.20 en 1.21 worden boekenkasten als scheidingswanden aangebracht, zodat twee zones in eenzelfde lokaal ontstaan. In combinatie met een vijfde, afsluitbare zone (lokaal 1.19) garandeert dit een maximale flexibiliteit qua persoonlijke begeleiding (drie lokalen, waarvan twee elk met nog eens twee duidelijk gescheiden zones). De historische integriteit van de lokalen 1.20 en 1.21 blijft bovendien bewaard. De (grote) vergaderruimte bevindt zich symbolisch idealiter op de kop van de ganse voorbouw, boven het onthaal. De zorgcoördinatoren bevinden zich idealiter ook zo dicht mogelijk bij de lokalen voor persoonlijke begeleiding (centralisatie van zorg). Dit leidt vanzelfsprekend tot de volgende programma-indeling: vergaderlokaal + graadcoördinatoren in zone A, Zorgcentrum (met GON en CLB) in zone C. Het lokaal naastde trap in zone B wordt kitchenette. Zo bevindt deze zich niet te ver van de vergaderruimte en heeft ze toch een centraal strategische ligging. Lokaal 1.23 (#14) met schouwmantel vormt een logische spreekruimte/ ontvangstruimte/archief voor de graadcoördinatoren. Ze vormt een natuurlijke uitbreiding zodat de totale oppervlakte voor de coördinatoren niet te krap wordt. De binnenwand van dit lokaal, samen met die van de vergaderruimte wordt uitgevoerd in glas (deels mat, deels transparant). Zo ontstaat er een open, sterk verlicht uiteinde van de lange gang als wachtruimte en knooppunt tussen vergaderlokaal, graadcoördinatoren, kapel, en trap naar onthaal.
ontwerp Zone C wordt één groot landschapskantoor voor de zorgcoördinatoren. Er wordt ook een gang voorzien naar het internaat (met verplaatsing bestaande deur) zodat de circulaire interactie tussen schoolgebouwen in de toekomst niet in het gedrang komt. Het landschapskantoor kan vrij worden ingedeeld, met mogelijke uitbreiding tot acht werkplekken. De wand naar de gang is beglaasd vanaf 140cm hoogte (tevens de hoogte van de centrale boekenkasten) voor een optimale verhouding privacy / daglichttoetreding.
NIV +2
Uit het programma valt op te maken dat de nadruk op persoonlijke begeleiding alleen maar zal toenemen in de toekomst. Vijf ruime plekken voor persoonlijke begeleiding lijkt ons dan ook een minimum. We kiezen ervoor de circulatiezone naast de lift zo minimaal mogelijk te houden (gang van 120cm (minimum voor toegankelijkheid) moet volstaan) om een reserveruimte aan te bieden als mogelijk zesde lokaal voor persoonlijke begeleiding of cleandesk werkplek. Dit voorkomt een anders verloren circulatieruimte. 2e VERDIEPING De tweede verdieping huisvest een nieuw appartement voor de conciërge, alsmede een tweede appartement, dat eventueel kan gebruikt worden voor de tweede conciërge zodat hopelijk een deel van het Lensgebouw terug kan opengewerkt worden en de schoolsite een opener karakter krijgt. Zoniet biedt dit een volwaardige huisvesting voor een priester-leraar of eventueel verhuurbare eigendom van de school wat financieel interessant kan zijn.
NIV +1
LEGENDE GRONDPLANNEN 1:400 1. inkomsas 2. inkomhal met lichtkoepels 3. onthaal 4. kantoor onthaalmedewerkers 5. vergaderruimte 6. sanitair mindervaliden 7. sanitair heren 8. sanitair dames 9. gecompartimenteerde (groene) trap 10. zelfsluitend deurgeheel als liftsas 11. wandelgang met werkplekken 12. vergaderzaal (15p) 13. graadcoördinatoren 14. spreekruimte graadcoördinatoren 15. kitchenette 16. persoonlijke begeleiding (2 zones) 17. lokaal persoonlijke begeleiding 18. reservelokaal (pers. begeleiding, berging, cleandesk,...) 19. landschapskantoor zorgcoördinatoren 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
NIV +0
nachthal conciërge leefruimte conciërge eetkamer conciërge keuken conciërge grote slaapkamer conciërge kleine slaapkamer conciërge badkamer conciërge berging / technische ruimte
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
8
ONTWERP
F
ontwerp restauratie buitenschil eeuwfeestkapel herkenbaarheid ruimtelijke entiteiten beeldbepalend anker
De mogelijke functie van de kapel dient nog verder in detail bestudeerd te worden. Regelgevingen en het maatschappelijk draagvlak omtrent de secularisering van kerkgebouwen kunnen echter nog sterk veranderen in de toekomst. We wensen dan ook - in het kader van duurzaamheid - de kerk klaar te maken voor een zeer flexibel gebruik in de verre toekomst. In de eerste plaats zal de kerk haar huidige (sacrale) functie blijven vervullen, maar een mogelijke aanvullende functie als overdekte speelplaats kan een interessante denkpiste vormen. Aangezien het dak het grootste warmteverlies oppervlak is stellen we voor bovenop het gewelf cellulose isolatie te voorzien. Dit is een isolatie op basis van papiervezels, zeer duurzaam en ecologisch. In dat kader en ook om bouwtechnische redenen kiezen we er voor om niet te isoleren tussen de kepers. Respectievelijk omdat de dakconstructie in zicht blijft, inspecteerbaar voor onderhoud, en omdat het plaatsen van isolatie onlosmakend gekoppeld is aan het plaatsen van een onderdakfolie bovenop de bestaande bebording. Bijgevolg moeten ook de leien verwijderd worden. Isolatie voorzien bovenop de bestaande bebording is ook een optie, maar enerzijds wijzigt hierdoor het dak profiel en anderzijds heeft dit een hoog kostenplaatje. Wij geven geen voorkeur aan deze optie aangezien het dak nog in degelijke staat is en gezien de functie en het beoogde comfort. Aan de buitenzijde van de glasramen (ramen in lood) staan vandaag reeds voorzetramen. Deze zijn in goede staat. Op de opengaande profielen van de glasramen zijn plaatselijk roestvlekken zichtbaar. Een bouwfysische studie zal uitwijzen of deze roestvorming te wijten is aan condensatie in de spouw of dateert van de tijd dat de ramen aan weer- en wind onderhevig waren. Het houten schrijnwerk wordt plaatselijk gerestaureerd. De paramentstenen en de natuursteen zijn door de jaren bevuild. Daarom wordt voorgesteld deze te reinigen op een manier dat de steen niet aangetast wordt. Het metselwerk en voegwerk zijn in het algemeen in goede staat. Waar nodig kunnen deze plaatselijk hersteld worden. De dekstenen zijn in de huidige toestand preventief vastgemaakt met zichtbare metalen bandijzers. Wij voorzien een degelijke onzichtbare bevestiging en plaatselijk herstel.
Een belangrijk uitgangspunt van het ontwerp van de eeuwfeestkapel vormt haar relatie met de lerarenaccomodatie. Daarom hebben wij gekozen het plan hiervan bij de bespreking van de kapel toe te voegen (ipv bij deelproject C). Dit wil uiteraard niet zeggen dat naar fasering en subsidiëring toe de lerarenaccomodatie samen met de kapel hoeft te gebeuren. Een nieuwe grote keuken (met bestaande buitendeur voor leveringen en afval) kan zowel dienst doen voor de leekrachten als voor de sacristie (recepties, catering, cafetaria,...), als voor de eeuwfeestkapel zelf. Een groot circulatieknooppunt verbindt al deze ruimtes met elkaar zonder dat hun autonomie in het gedrang komt. Voor de lerarenaccomodatie wordt beslist in grote lijnen de aanzet van aNNo te volgen; de locatie en grootte is goed, de extra toegangen via de binnentuin en zijweg zijn een sterke surplus. Het hoogteverschil met de voorbouw is echter te groot om met een helling te overbruggen. Er wordt daarom een ruime travee voorzien als bordes om met een platformlift rolstoelgebruikers toe te laten. Dit bordes doet tevens dienst voor leerlingen en leerkrachten om snel de postvakjes en/of lockers te gebruiken. Alle pianokamers worden behouden wegens hun zeldzaam en uniek karakter. De bruikbaarheid kan men als beperkt beschouwd worden, doch worden er veel PC-werkplekken gevraagd voor de leerkrachten die moeilijk met de (eet)tafels kunnen gedeeld worden. De tussenverdieping wordt opengemaakt en nog verder uitgebreid als gespreks- en vergaderruimte.
NIV +0,5
De kans op lekkages is bij de sterk verouderde vloerverwarming zeer groot (100% op termijn) en het systeem werkt veel te traag. Om de kapel bovendien multifunctioneel inzetbaar te maken, is een aanpassing van de vloerverwarming noodzakelijk. We stellen voor om de vloerverwarming te herplaatsen mét nieuwe isolatie en de tegelvloer daarna te herstellen. Deze vloerverwarming zal zorgen voor een basisverwarming. Een nieuw te plaatsen luchtgroep zorgt zowel voor de nodige verse lucht als voor een bijverwarming waardoor er snel gereageerd kan worden. De pulsiekanalen verlopen boven de gewelven van waaruit de lucht via discrete roosters over de ruimte wordt verdeeld. De extractiekanalen verlopen in de kelder. Via vloerroosters trekken ze de warme lucht van boven naar beneden. Dit is omgekeerd t.o.v. een normaal ventilatieconcept, vanwege de zeer grote hoogte van het gewelf.
LEGENDE GRONDPLANNEN 1:400 1. lerarenaccomodatie met zit- en eetplekken 2. bordes met postvakjes en lockers toegankelijk langs beide zijden 3. open kasten voor boekentassen 4. platformlift voor rolstoelgebruikers 5. pianokamers: PC-werkplek, wachtruimte voor leerlingen, studieruimte 6. sanitair mindervaliden 7. sanitair heren
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
NIV 0 8. sanitair dames 9. circulatieknooppunt (trap-keuken-kapel-keuken-leraarskamer-sacristie) 10. keuken 11. sacristie 12. bergruimte 13. eeuwfeestkapel 14. liftsas 15. bergruimte 16. mezzanine met vergaderruimtes
9
N
ota duurzaamheid
De essentie van duurzaamheid bestaat in de eerste plaats uit de finale levensduur van het bouwwerk. In die zin is de voorbouw van het Klein Seminarie de facto een duurzaam gebouw, maar dit mag geen vrijgeleide zijn om de school niet de 21e eeuw in te leiden. Renovatie van een gebouw is immers dikwijls duurzamer dan het bouwen van een nieuw gebouw. Daarnaast meestal ook energiezuiniger, daar de nodige energie voor de constructie en de materiaalrealisatie bij een nieuwbouw niet te onderschatten is. Dit wil echter niet zeggen dat het team louter met de term “renovatie” haar werk als voltooid beschouwt. We zijn er ons van bewust dat, hoe goed we alles overdenken, er een moment komt dat de noden van de school veranderd zullen zijn en dat het gebouw zoals wij het nu inrichten niet meer voldoet. We grijpen deze kans dus aan om het gebouw klaar te maken voor de toekomst. We streven naar een maximale flexibiliteit in het gebouw en de technieken zodat toekomstige aanpassingen relatief eenvoudig uit te voeren zijn. We maken het gebouw nu dus klaar voor de rest van zijn (lange) levensduur. Een eerste maatregel daarbij is het maximaal verbeteren van de isolatie en luchtdichtheid. De tweede stap is het flexibel indelen van het gebouw en het daarop afstemmen van de technieken. Verder worden alle maatregelen binnen de verschillende expertises afgetoetst aan brede duurzaamheid. Welke invloed heeft bijvoorbeeld de aanpassing van de inkom op de mobiliteit binnen de gemeente? Zorgt dit voor andere manieren van vervoer? Of welke invloed heeft de gekozen verharding op de afvloeiing van hemelwater. Of nog: welk afwerkingsmateriaal gebruiken we in de klassen om de emissies in de klassen en de milieukost in het algemeen te beperken? Sommige aspecten, zoals akoestiek, zullen complexe studies vereisen maar in de praktijk hoogstwaarschijnlijk eerder eenvoudige (dit wil niet zeggen beperkte) ingrepen vereisen. Andere zaken, zoals de circulatie in en rond de schoolsite, de toegangen van de school, de laagdrempeligheid van alle schoolgebouwen (niet enkel de voorbouw) vereisen minder reken- en meer denk- en overlegwerk, maar vormen een kritiek onderdeel van een duurzame en leefbare school. We menen dat we dit aspect sterk hebben benadrukt door hierin uit te weiden bij deelproject D, maar dit vormt slechts de aanzet (ook bij deelproject A is dit maar kort aangeraakt) tot een doeltreffend voorontwerp.
studie
P
lan van aanpak
PROJECTORGANISATIE
PROJECTBEHEER
Algemeen
Databeheer
Het ontwerpteam vormt een multidisciplinair team werkend binnen een duidelijke structuur. Via een procesmatige aanpak, ondersteund door de brede kennis binnen het team, vertaalt een ‘projectdefinitie’ zich in de realisatie van een waardevolle en kwalitatieve aanpak van het Klein Seminarie conform de verwachtingen van de opdrachtgever. De ProjectProcedures (PP), opgesteld bij aanvang van het project, structureren en organiseren gedurende het ganse proces het ontwerp, de teamcommunicatie, de planning en het budget.
Voor hard-copy en digitale projectinformatie wordt beroep gedaan op een eenduidig systeem qua documentenreferentie en lay-out evenals qua organisatiestructuur, bijgevolg is de werkmethodiek en communicatie eenduidig. De documenten zijn vlot uitwisselbaar en eenvoudig te traceren in het proces.
Ontwerpteam Het ontwerpteam is opgebouwd uit de architect, een uitvoerend architect, en studiebureaus (technieken, stabiliteit,…). De architect (het Architectenbureau) wordt vertegenwoordigd door de projectarchitect. Voor specifieke expertise doen de teamleden beroep op door het ontwerpteam aangetrokken specialisten. Het ontwerpteam wordt gedurende de ontwerpfase gestuurd door de projectarchitect. De projectarchitect coördineert de ontwerpstudie en de studiebureaus. Binnen het ontwerpteam berust de programmatische en esthetische verantwoordelijkheid gedurende het ganse proces bij de architect. De uitvoerend architect en de studiebureaus staan in voor de conformiteit met regelgeving, technische voorlichtingen en normen. Het accent verschuift tijdens het proces van de architect in ontwerpfase naar de uitvoerende architect in uitvoering. De uitvoerend architect is gedurende het ganse traject betrokken en is verantwoordelijk voor bouwtechnische kwaliteit, technische coördinatie, budgetbeheersing en vanaf fase definitief ontwerp voor opvolging proces- en uitvoeringsplanning. De projectarchitect fungeert als het aanspreekpunt (Single Point of Contact) voor de opdrachtgever. Gerichte projectinformatie wordt uitgewisseld tussen de verantwoordelijken van de opdrachtgever en de studiebureaus en specialisten op door de projectarchitect en opdrachtgever aangestuurde werkvergaderingen.
Wegens beperkte inhoud, wordt in deze bundel maar weinig gesproken over materiaalgebruik. In de eerste plaats moet dit voldoen aan de relevante performantie-eisen. De strenge akoestische en thermische normen en wetten laten zelden veel mogelijkheden toe. Daarnaast wordt er gekeken naar ecologisch materiaalgebruik (volgens het VIBE), de duurzaamheid (levensverwachting), en nodig onderhoud.
Proces Het proces wordt opgedeeld volgens een heldere en strikte fasering. Binnen één fase worden tussentijdse specifieke ijk- en goedkeuringsmomenten vastgelegd. De fasetermijnen, ijkpunten en goedkeuringsperiodes, evenals de timing en inhoud van overleg met externe partijen, wordt gedetailleerd vastgelegd bij aanvang van het proces. De geambieerde procesplanning wordt opgevolgd en bijgewerkt door de projectarchitect en vervolgens door de uitvoerend architect. Controle Documenten, nota’s en berekeningen van de werkgroepen, evenals tussentijdse ijkingmomenten, worden gevalideerd door de opdrachtgever en gerapporteerd aan de projectarchitect. Elke fase wordt afgesloten met een rapport opgesteld met grafisch materiaal, oppervlaktetabellen, volumeen budgetopvolging, conceptnota en fasespecifieke documenten (uitgewerkt programma, bestekken, duurzaamheidrapporten, ...). Het rapport wordt onderbouwd door de geïntegreerde studies speciale technieken, akoestiek, etc. Binnen een aangehouden format wordt de raming faseafhankelijk uitgewerkt van volume- en oppervlakteraming tot elementenraming en gedetailleerde raming. Het rapport documenteert en beargumenteert opgetreden afwijkingen t.o.v. de vooropgestelde ambities beschreven in de projectprocedures. Waar mogelijk worden uitgewerkte varianten opgenomen. Na afronding van elke fase wordt een formeel goedkeuringsmoment ingepland waarin de opdrachtgever op basis van het faserapport de ontwerpevolutie kan beoordelen. Aan het einde van elke fase wordt het rapport formeel goedgekeurd. Het goedgekeurde faserapport vormt, samen met de projectprocedures, de basis voor de volgende fase.
We menen dat alle voorgestelde schetsontwerpen reversibel van aard zijn, en daarom de facto ook flexibel en in waardige samenspraak met het monumentale erfgoed. Deze ontwerpen dienen steeds in de eerste plaats tot het bewaren en mogelijk maken van de oorspronkelijke functie, wat de kern is van culturele duurzaamheid. Een gerestaureerd gebouw zonder functie is letterlijk en figuurlijk een lege doos.
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014
10
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014 DMT ism Bureau Bouwtechniek nv
1/1
Constructie:
Totaal
noot: ideze raming is exclusief los meubilair, ecl BTW en erelonen
Constructie:
Constructie:
Constructie:
280 220
Constructie:
Constructie:
300
DEELPROJECT F
830,00 m2
1476,50 m2 Technische installaties Vloerverwarming en ventilatie incl isolatie
Gevels gevelreiniging, lokale hesrtellingen aan gevelstenen en buitenschrijnwerk
m2 st m2 st
1019,20 m2
2000,00 1100,00 1225,00 17,00
DEELPROJECT F: restauratie eeuwfeestkapel Plafond gewelven - isolatie cellullose
DEELPROJECT D: buitenaanleg
Buitenaanleg Verharding fietsenrekken Groen Groen - bomen in luifel
Afbraak
Buitenaanleg 1,00 GP
3476,40 m2
Technische installaties Elektriciteit DEELPROJECT D: nieuwe luifel
888,00 m2 2588,40 m2 3476,40 m2
1648,30 m2 1648,30 m2 1648,30 m2
Nieuwe luifel Luifel structuur - hoog structuur - laag afwerking - beplating gekleurd / transparant
DEELPROJECT D: bestaand gebouw
Technische installaties Elektriciteit HVAC Sanitair
m2 m2 m2 m2 m2
m2 m2 m2 m2 st m m2
10,00 m2
387,84 165,05 22,37 331,00 742,04
Vloeren/plafonds Vloer/plafond lokalen - bestaande vloerafwerking Vloer/plafond gang Vloer/plafond sanitair Vloer/plafond appartementen Bouwkundige ingrepen tbv technische installaties Daken dakkoepels boven onthaal
241,48 631,76 404,38 170,32 5,00 102,39 25,74
Wanden binnenwanden lokaal - lokaal binnenafwerking bestaande wand binnenafwerking buitengevel - voorzetwand binnenwanden sanitair sanitaire cabines vaste kastenwand glaswand
Afbraak
Bestaand gebouw
DEELPROJECT D: renovatie zuidelijke vleugel + nieuwe poort
m2 m2 m2 st
1,00 GP
5148,00 5148,00 5148,00 1,00
Technische installaties Elektriciteit HVAC Sanitair platformlift
m2 m2 m2 m2 m2
m2 m2 m2 st m2 m2 m2 st m m
Constructie EH-prijs
101 20 141 141 10
142 268 142 805 209 31 183 1.000 403 1.610
30.000
Bouwkunde EH-prijs
170
845.094 Bouwkunde: 15,70%
Bouwkunde:
90
35
Bouwkunde:
100 85 50 1.000
10.000
818.088 Bouwkunde: 56,66%
248.640 569.448
Bouwkunde:
1.342
101 20 141 262 10
142 31 183 209 805 1.610 268
20.000
27.006 Bouwkunde: 1,13%
27.006
Subtot
2.980.959 55,36%
168.557 53,71%
132.885
35.672
381.750 100,00%
200.000 93.500 61.250 17.000
10.000
590.988 40,93%
590.988
512.106 59,19%
13.420
39.036 3.322 3.152 86.619 7.420
34.351 19.500 73.804 35.657 4.026 164.889 6.909
20.000
1.327.558 55,78%
228.664 10.691 33.887 12.685 20.145
60.409 211.676 33.116 45.091 81.400 26.416 111.697 8.000 9.340 404.339
30.000
Subtot
Installaties:
Installaties:
175,00
Installaties:
Installaties:
10,00
Installaties:
54,70 122,33 37,18
Installaties:
46,00 124,00 25,80 17300,00
Installaties EH-prijs
1.558.358 28,94%
145.250 46,29%
145.250
34.764 2,41%
34.764
353.066 40,81%
90.154 201.630 61.281
1.025.278 43,08%
236.808 638.352 132.818 17.300
Subtot
Totaal:
Totaal:
175
90
35
Totaal:
100 85 50 1.000
10.000
Totaal:
10
280 220 170
Totaal:
55 122 37
1.342
101 20 141 262 10
142 31 183 209 805 1.610 268
20.000
Totaal:
46 124 26 17.300
101 20 141 441 10
142 268 142 805 209 31 183 1.000 403 1.610
30.000
Totaal EH-prijs
5.384.411 EUR
31/01/2014
313.807 EUR 830 m2 378 EUR/m2
145.250
132.885
35.672
381.750 EUR 3.225 m2 118 EUR/m2
200.000 93.500 61.250 17.000
10.000
1.443.840 EUR 3.476 m2 415 EUR/m2
34.764
248.640 569.448 590.988
865.171 EUR 1.648 m2 525 EUR/m2
90.154 201.630 61.281
13.420
39.036 3.322 3.152 86.619 7.420
34.351 19.500 73.804 35.657 4.026 164.889 6.909
20.000
2.379.843 EUR 5.148 m2 462 EUR/m2
236.808 638.352 132.818 17.300
228.664 10.691 33.887 39.691 20.145
60.409 211.676 33.116 45.091 81.400 26.416 111.697 8.000 9.340 404.339
30.000
Subtot
aming
DEELPROJECT C
2271,87 531,12 240,49 90,02 2014,50
424,66 788,66 232,80 56,00 388,82 855,84 612,00 8,00 23,20 251,08
1,00 GP
Vloeren/plafonds Vloer/plafond lokalen - bestaande vloerafwerking Vloer/plafond gang Vloer/plafond sanitair Vloer/plafond duplex Bouwkundige ingrepen tbv technische installaties
Wanden binnenwanden klas - gang: gesloten binnenwanden klas - gang: bovenlicht binnenwanden lokaal - lokaal sanitaire cabines binnenwanden sanitair binnenafwerking bestaande wand binnenafwerking buitengevel - voorzetwand binnendeuren - dubbele deur RF vouwwand vaste kastenwand
Afbraak
DEELPROJECT C: integratie klassen en ruimte leerkrachten
#
DMT - Klein Seminarie Hoogstraten Wedstrijdraming
R studie
11
K
Beheer projectkost
CONTROLE
Fase Voorstudie
Fase VO
Analyse bouwbudget
Elementenraming wedstrijd
Vastleggen kostprijsbepalende indicatoren(vloeroppervlaktes, bruto/netto ratio e.d.) bij uitwerking van de projectprocedures. Opmaak gedetailleerde analyse van het beschikbare bouwbudget en de vastgelegde indicatoren.
opgebouwd a.d.h.v. oppervlakte- en volumematen. Lineaire elementen worden als percentage van de totale bouwkost bijgeteld
Fase DO
Fase UO
Elementenraming
Elementenraming
Gedetailleerde raming
Opgebouwd a.d.h.v. oppervlakte- en volumematen. Lineaire elementen worden als percentage van de totale bouwkost bijgeteld.
Opgebouwd a.d.h.v. oppervlakte- en volumematen. Lineaire elementen worden als percentage van de totale bouwkost bijgeteld.
Uitvoeringsontwerp met ramingsprijzen voor de verschillende lastenboekartikels.
Vergelijkend rapport van de voorontwerpraming en de analyse uit de voorstudie
Vergelijkend rapport van de analyse en de wedstrijdraming
Raming aftoetsen aan het opgegeven bouwbudget
BEWAKING
mgeving ‘Programma van Eisen’ rekeninghoudend nschattingen van studiebureaus en specialisten ntwerpen conform het ‘Programma van Eisen’ werpen door studiebureaus en specialisten sten : • Expert duurzaamheid • Expert bibliotheekorganisatie ng annen voorontwerp
Fase Wedstrijd RAMING
definities aken rond het budget en communicatieschema st: • Expert bibliotheekorganisatie roject uwprogramma chnische eisen
tudiekosten
2. Berekening erelonen volgens normen en barema's Fasering proces
theid en procesbereidheid
mmen van het ontwerpteam en het team van de
S
Kopie van 140131-PO_DMT_Hoogstraten_KleinSeminarie-EreloonMailTris-TK.xlsx
ostenbeheersing / fasering / subsidiëring
studie
Vergelijkend rapport van de raming definitief ontwerp en de voorontwerpraming
Fase UV Overzichtstabel Vorderingsstaten en Min- en meerwerken
Controle gevorderde werken en vermoedelijke hoeveelheden met effectieve uitgevoerde werken. Controle geldigheid gevraagde meerwerken. Controle van de berekening van de aanvaardbare meerwerken.
Vergelijkend rapport van de raming uitvoeringsontwerp en de raming definitief ontwerp
Budgetbewaking:
Budgetbewaking:
Budgetbewaking:
Budgetbewaking:
Budgetbewaking:
Detecteren en bijstellen verschillen beschikbare budgetten en vast te leggen indicatoren.
Aftoetsen van de werkingsbudgetten met de gekozen ontwerpopties en waar nodig bijstellen van het ontwerp.
Vergelijken van de ramingsprijzen met de beschikbare werkingsbudgetten. Bijhouden van eventuele verschuivingen van budgetten.
Vergelijken van de gedetailleerde ramingsprijzen met de verhouding en de omvang van de elementen bepaald in de vorige fase. Bijzondere aandacht voor de lijnvormige elementen en de specifieke artikelen t.o.v. de procentuele voorziening uit voorgaande fases.
Proactief detecteren en begroten van mogelijke meerwerken en overschrijding van vermoedelijke hoeveelheden. Voorstellen van compenserende besparingsmaatregelen.
DEELPROJECT C: integratie klassen en ruimte leerkrachten DEELPROJECT D: bestaand gebouw Architectuur volgens deontologische norm nr2 van de orde van architecten, bijwerking juni 2002, categorie 4, verhoogd met 10% voor opmaak meetstaat: Stabiliteit volgens KVIV Barema S, Structuren, klasse 2, gereduceerd tot 75% Installaties volgens KVIV Barema E, Technische uitrustingen van bouwwerken, klasse 3, gereduceerd tot 75%
10,33% 6,75% 8,68%
DEELPROJECT D: nieuwe luifel Architectuur volgens deontologische norm nr2 van de orde van architecten, bijwerking juni 2002, categorie 3, verhoogd met 10% voor opmaak meetstaat: Stabiliteit volgens KVIV Barema S, Structuren, klasse 3, gereduceerd tot 75% Installaties volgens KVIV Barema E, Technische uitrustingen van bouwwerken, klasse 2, gereduceerd tot 75%
7,37% 9,00% 7,71%
DEELPROJECT D: buitenaanleg Infrastructuur volgens KVIV Barema I, Technische uitrustingen van bouwwerken, klasse 2, gereduceerd tot 75%
7,85%
DEELPROJECT F: restauratie eeuwfeestkapel Architectuur volgens deontologische norm nr2 van de orde van architecten, bijwerking juni 2002, categorie 5, verhoogd met 10% voor opmaak meetstaat: Stabiliteit volgens KVIV Barema S, Structuren, klasse 2, gereduceerd tot 75% Installaties volgens KVIV Barema E, Technische uitrustingen van bouwwerken, klasse 3, gereduceerd tot 75%
12,20% 6,75% 8,68%
DEELPROJECT C: integratie klassen en ruimte leerkrachten
DEELPROJECT D: bestaand gebouw
DEELPROJECT D: nieuwe luifel
DEELPROJECT D: buitenaanleg DEELPROJECT F: restauratie eeuwfeestkapel
TIJDSTIP
Stelselmatig bij de uitwerking van de voorstudie.
Stelselmatig bij de uitwerking van het voorontwerp. Halverwege de fase wordt een eerste voorlopige raming gemaakt als tussentijdse controle.
Stelselmatig bij de uitwerking van het definitief ontwerp. Halverwege de fase wordt een eerste voorlopige raming gemaakt als tussentijds controle.
Stelselmatig bij de uitwerking van de uitvoeringsdetails en -studies.
Formeel overlegmoment maandelijks tijdens de uitvoering der werken
Subtotaal per onderdeel
%
% op 100%
Architectuur Stabiliteit Installaties
Deel Bouwbudget 2.379.843 EUR 27.006 EUR 1.025.278 EUR
10,33% 6,75% 8,68%
4,57% 0,03% 1,65%
245.863 EUR 1.823 EUR 88.994 EUR
Architectuur Stabiliteit Installaties
865.171 EUR - EUR 353.066 EUR
10,33% 6,75% 8,68%
1,66% 0,00% 0,57%
89.381 EUR - EUR 30.646 EUR
Architectuur Stabiliteit Installaties
1.443.840 EUR 818.088 EUR 34.764 EUR
7,37% 9,00% 7,71%
1,98% 1,37% 0,05%
106.346 EUR 73.648 EUR 2.681 EUR
Infrastructuur
381.750 EUR
7,85%
0,56%
29.982 EUR
Architectuur Stabiliteit Installaties
313.807 EUR - EUR 145.250 EUR
12,20% 6,75% 8,68%
0,71% 0,00% 0,23%
38.274 EUR - EUR 12.608 EUR
9,59% 8,93% 8,66% 7,85%
8,91% 1,40% 2,51% 0,56%
479.865 EUR 75.471 EUR 134.929 EUR 29.982 EUR
13,38%
720.247 EUR
Architectuur 5.002.661 EUR Stabiliteit 845.094 EUR Installaties 1.558.358 EUR Infrastructuur 381.750 EUR Studie binneninrichting begrepen in deel architectuur 5.384.411 EUR
Totaal
Ereloon
10.000 EUR 3.000 EUR - EUR - EUR 10.000 EUR 23.000 EUR
Akoestiek De organisatie van de procedure voor het aanstellen van de veiligheidscoördinator De specifieke studies en onderzoeken in het kader van monumentenzorg begrepen in deel architectuur Optimalisaties van de subsidies begrepen in deel architectuur Verlichtingsstudie Totaal
planning subsidiëring VS voorstudie
feb
ma
apr
mei
juni
2014 juli
aug
sept
okt
nov
dec
jan
feb
ma
apr
mei
2015 juni juli
aug
sept
okt
nov
dec
jan
feb
ma
apr
2016 mei juni
juli
aug
sept
okt
SO opmaak SO VO opmaak VO opmaak AB dossier (1m) vergunningsprocedure BA (3m) DO opmaak definief ontwerp en AB dossier SUBSIDIE overlegvergadering OE (*) indiening pre-adviesdossier indiening subsidiedossier (**) ontvankelijkheidsverklaring (6m) Gunningsdossier prijsvraag + nazicht offertes naar Agion ter goedkeuring (***) UO gunning NOOT: Deze planning houdt rekening met de termijnen opgegeven in het modelcontract met bijzondere aandacht voor het realiseren van de studie binnen het subsidiesysteem De startdatum van de voorstudie is louter indicatief en dient nog vastgelegd te worden. Indien de mogelijkheid bestaat dat de prijsvraag gelijklopend kan gebeuren met de procedure voor de ontvankelijkheidsverklaring, kan de einddatum nog gewijzigd worden. (*) Op de overlegvergadering worden de ontweropties voorgelegd aan OE obv bouwhistorische studie, inventaris en waardebepaling (**) Do dossier indienen en wachten op goedkeuring van OE/Agion (***) schriftelijk akkoord nodig van OE en Agion alvorens over te gaan tot gunning van de aannemer
OO2611 B /// Klein Seminarie Hoogstraten /// 03-02-2014 Bureau Bouwtechniek
1/1
31/01/2014
12