Klassiek Jazz & Pop Muziektheater- Popacademie & MediaMusic

Master of Music Studiegids 2015-2016

Klassiek – Jazz & Pop – MuziektheaterPopacademie & MediaMusic

ArtEZ Conservatorium Master of Music

INHOUDSOPGAVE 1.

Inleiding

3

2.

Toelatingsprocedure

5

3.

Studiebegeleiding

6

4.

Toetsplanning

7

5.

Diplomering en certificering

8

6.

Studieprogramma’s Master of Music

9

6.1

Collectief Programma

9

6.1.1

Samenwerken: multidisciplinariteit

9

6.1.2

Actuele ontwikkelingen: ondernemerschap/communicatie

9

6.1.3

Research

10

6.1.4

Profilering: Total concepting

10

6.2

Individueel programma

11

6.2.1

Persoonlijk studieplan

11

6.2.2

Besteding individueel budget

11

6.2.3

Individuele producties

11

6.2.4

Studeren in het buitenland

12

6.3

Afdelingsspecifiek programma

13

6.3.1

Klassieke muziek

13

6.3.2

Jazz & Pop

13

6.3.3

Popacademie en Mediamusic

13

6.3.4

Muziektheater

13

7.

Toekenning studiepunten

13

8.

Overzicht functionarissen Master of Music

14

9.

Adressen

15

2 Studiegids 2015-2016


1. Inleiding Algemeen ArtEZ hogeschool voor de kunsten behoort tot de meest vooraanstaande instellingen voor kunstonderwijs. Deze positie is gebaseerd op:    

de kwaliteit en breedte van het onderwijs de maatschappelijke betekenis van de activiteiten het innovatieve en ondernemende karakter van het onderwijsprogramma de omvang van de hogeschool

ArtEZ staat voor kunstonderwijs dat naar (inter)nationale maatstaven van erkend hoge kwaliteit is. Hierdoor kunnen afgestudeerden op een hoog niveau te functioneren in de beroepspraktijk en een wezenlijke bijdrage leveren aan een voortdurende vernieuwing van de kunsten en aan kwaliteit van de samenleving. ArtEZ Master of Music – (per)forming identity De ArtEZ Master of Music sluit aan op de bacheloropleiding muziek en biedt studenten een optimaal ingerichte vervolgstudie aan. De Master of Music daagt studenten uit om het beeld dat ze hebben van zichzelf in de beroepspraktijk te toetsen, onderzoeken en aan te scherpen door een studie waarin de eigen artistieke ontwikkeling in relatie wordt gebracht met interdisciplinariteit, maatschappelijke oriëntatie (educatie, ondernemerschap en kennis van de muzikale infrastructuur) en onderzoek. Bij de vorming van de artistieke identiteit kunnen studenten kiezen voor verdieping in hetzelfde genre of verbreding via verbindingen met andere genres en disciplines (zoals dans en theater). Kortom, het gaat om (per)forming identity. Het ArtEZ Conservatorium ziet de afgestudeerde master studenten als de muzikale pioniers van de toekomst. Tijdens de Master of Music-opleiding gaat het naast de artistieke groei om de volgende elementen: - Profileren o de student ontwikkelt zijn eigen identiteit en persoonlijkheid als musicus tot het niveau van een leidende musicus/creatief ondernemer die vernieuwingen in de muziek en/of de muzikale praktijk vormgeeft - Actuele ontwikkelingen: o de student wordt geconfronteerd met actuele ontwikkelingen, maar zal zelf ook vormgeven aan vernieuwingen van muziek of het werkveld; - Samenwerken o de student werkt samen met mensen binnen of buiten het eigen domein: in de kunsten met meerdere disciplines binnen ArtEZ en in de maatschappij met publiek, andere kunstenaars, bedrijven; nationaal en internationaal neemt hij daarin een leidende of vernieuwende positie; - Onderzoekend o de student ontwikkelt tijdens zijn masterstudie tot een onderzoekende professional, waardoor hij zijn vak beter kan uitoefenen in zijn muziekpraktijk en kan integreren in zijn mensen wereldbeeld. Bovenstaande wordt in het programma vormgegeven door een gezamenlijk programma, een afdelingsspecifiek programma en een profileringdeel. De Master Muziek is een Engelstalige opleiding. Dat houdt in dat (in elk geval) alle studieonderdelen in de collectieve programma’s in het Engels gegeven worden. Kijk op deze link voor de minimum 3 Studiegids 2015-2016


taaleisen waaraan iedere student moet voldoen: http://www.artez.nl/english/Applying-/Languagerequirements/ . Het behalen van het diploma geeft het recht de internationaal erkende titel Master of Music (MMus) te voeren. Programma Master of Music De Master of Music van ArtEZ kent vier richtingen: 1. Klassieke muziek 2. Jazz & Pop 3. Popacademie | MediaMusic 4. Muziektheater De student kan zich in de masteropleiding als excellent musicus verdiepen en/of verbreden in de beroepsrol die hij kiest. Voorbeelden van beroepsrollen zijn: - musicus, producer, composer, entrepreneur etc. Om hieraan vorm te geven krijgt de student veel ruimte om zijn eigen programma samen te stellen. Gezamenlijk uitgangspunt De Master of Music kent een gezamenlijk uitgangspunt tijdens de tweejarige opleiding. Dit gezamenlijke uitgangspunt bestaat uit vijf onderdelen, te weten: - Samenwerken: multidisciplinariteit - Actuele ontwikkelingen: maatschappelijke oriëntatie, ondernemerschap, leiderschap, communicatie etc. - Onderzoek - Profilering: individueel studieplan (total concepting) - Afdelingsspecifiek programma Alle richtingen geven op hun eigen manier en passend bij het uitstroomprofiel van de richting vorm aan deze onderdelen, maar werken, mogelijk verschillend, mogelijk op eenzelfde manier, toe naar dezelfde competenties.

Programma Master of Music

EC

Samenwerken: Multidisciplinair

9

Actuele ontwikkelingen: Ondernemerschap/Communicatie

6

Research (incl. Onderzoekskring)

12

Profilering: Total concepting (Studieplan / intervisie / Supervisie)

3

Individueel profileringdeel (incl. individuele producties)

70

Afdelingsspecifiek programma

20 totaal

120



2. Toelatingsprocedure Na aanmelding via Studielink krijg je de Studiegids en het format voor het maken van een portfolio (bestaande uit een persoonlijk studieplan en eventueel een uitgewerkte onderzoeks-casus) toegestuurd. Aanmelden voor 2015-2016 kan tot uiterlijk 15 mei 2015. Persoonlijk studieplan Na bestudering van de studiegids kun je beginnen met het schrijven van je persoonlijke studieplan in het format. Je schrijft je plan in principe voor 1 jaar. Aan het eind van je eerste jaar beschrijf je de inhoud van het tweede studiejaar, maar het is raadzaam om alvast na te denken over hoe je je de komende 2 jaren verder zou willen ontwikkelen. (Mochten er vragen bij je opkomen die je zelf niet kunt beantwoorden, dan kun je altijd contact opnemen met de contactpersoon van de onderwijsorganisatie van je locatie. Zij verwijst je zo nodig door naar een afdelingscoördinator.) Onderzoekvaardigheden Kandidaat-studenten moeten aantonen dat zij over onderzoekvaardigheden beschikken op basis waarvan zij in de studie een onderzoek op masterniveau kunnen uitvoeren. Aantonen van deze vaardigheden kan op twee manieren: De student kan een bachelor-diploma overleggen waarbinnen het vak onderzoekvaardigheden met minimaal een voldoende is afgerond; De student ontvangt een opdracht die voor het toelatingsmoment dient te zijn uitgewerkt en onderdeel zal zijn van het motivatiegesprek. Praktische procedure Als je het portfolio af hebt mail je het uiterlijk 26 mei 2015 naar de contactpersoon van het onderwijsbureau op de locatie van je keuze: Arnhem: Enschede: Zwolle:

Karin Addink Tusa Tuin Cynthia van Ommen

[email protected] [email protected] [email protected]

De contactpersoon stuurt het portfolio naar de leden van de beoordelingscommissie, de onderwijscoördinator en het hoofd Master of Music. Vervolgens plant zij een motivatiegesprek in met een mentor en een onderzoeksbegeleider en ook je praktische toelatingsauditie. Het door jou ingediende portfolio vormt de basis voor het motivatiegesprek. Er zal nader worden ingegaan op je plannen en je onderzoekvaardigheden en je krijgt de gelegenheid zelf vragen te stellen. Zo nodig wordt het studieplan nog wat aangescherpt. Een kort verslag van dit gesprek wordt ingeleverd bij het onderwijsbureau en in het dossier van de student opgenomen. Het gesprek vindt plaats vóórdat je de praktische toelatingsauditie doet. (Een goedgekeurd studieplan is voorwaarde voor het plaatsvinden van de praktische toelatingsauditie.)



3. Studiebegeleiding Mentor Iedere student krijgt een mentor toegewezen. Deze mentor speelt gedurende de 2-jarige studie een belangrijke rol. De mentor is voor de student de eerste aanspreekfiguur binnen de opleiding en zij hebben daarom regelmatig contact met elkaar. De mentor is ook degene die een beoordeling geeft voor de door de student (in het kader van het studieonderdeel Individuele Producties) uit te voeren activiteiten en beoordeelt voorstellen voor auditie, voorstelling, integraal assessment of afstudeerproject. Coachingsgespekken Minimaal tweemaal per jaar spreekt de mentor met de student. In deze gesprekken komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde:  het studieplan en eventuele bijstellingen voor het tweede jaar;  het rooster, de verplichte vakken en de keuzevakken;  de studievoortgang, welke onderdelen nog behaald moeten worden, hoe een niet voldoende afgesloten onderdeel herkanst wordt, mogelijke vervangende opdrachten;  het individueel te besteden budget;  mogelijke studieproblemen;  waardering van de studie. De mentor maakt van deze gesprekken een kort verslag met daarin de belangrijkste conclusies en afspraken. De verslagen van de gesprekken worden toegestuurd aan de student en aan het Onderwijsbureau en opgeslagen op de Elektronische Leeromgeving (ELO) van de Master of Music ofwel in het Digitaal Student Portfolio van de studenten Popacademie en Media Music.



4. Toetsplanning De periodes waarin toetsen worden afgenomen, worden vastgesteld in de jaarplanning. Toetsen worden in principe door medewerkers van het Onderwijsbureau van de locatie waar de student is ingeschreven georganiseerd, maar het komt ook voor dat overgangspresentaties op een andere dan de eigen locatie plaatsvinden. Eindpresentaties vinden altijd plaats op de locatie waar de student ingeschreven staat, tenzij in overleg met de student een andere locatie overeen is gekomen. De student bespreekt met zijn mentor het voorstel voor zijn auditie, voorstelling, integraal assessment of afstudeerproject, en vult zijn voorstel in op een daartoe van de ELO te downloaden formulier. Het ingevulde formulier dient uiterlijk 4 weken voor de geplande presentatiedatum ondertekend ingeleverd te zijn bij het onderwijsbureau. Het hoofd of de coördinator van de opleiding stelt de beoordelingscommissie samen onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Bij toelatings- en bij eindpresentaties wordt een extern deskundige uitgenodigd in de beoordelingscommissie. Deze persoon wordt op voordracht van het hoofd of de coördinator benaderd door de toetsplanner. Een student kan een voorstel doen voor een te benaderen extern deskundige. Dit voorstel bespreekt hij met het hoofd of de coördinator die hier goedkeuring voor dient te geven. De beoordelingscommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf personen, inclusief de extern deskundige. De student is zelf verantwoordelijk voor de benodigde apparatuur. Hij/zij kan hiervoor de hulp inroepen van de inspiciënt. Overgangspresentatie en eindpresentatie  De openbare overgangspresentatie vindt bij voorkeur in mei of juni van het eerste studiejaar plaats. De lengte van het programma bedraagt minimaal 30 tot maximaal 45 minuten inclusief changementen en exclusief het overleg van de examinatoren.  De openbare eindpresentatie vindt bij voorkeur in mei of juni van het tweede studiejaar plaats. De lengte van de presentatie bedraagt voor studenten Jazz&Pop minimaal 50 tot maximaal 60 minuten en voor studenten Klassieke Muziek minimaal 60 tot maximaal 75 minuten inclusief changementen en exclusief het overleg van de examinatoren. Studenten Popacademie/Mediamusic en Muziektheater bespreken de lengte van hun eindpresentatie met hun mentor.  Na overleg met en goedkeuring door de mentor en de examencommissie kan een student een portfolio als (deel van de) auditie laten tellen.  Een student wordt alleen tot de eindpresentatie toegelaten als alle overige studieonderdelen zijn geabsolveerd.



5. Diplomering en certificering Als een student voldaan heeft aan al zijn curriculumverplichtingen inzake de masteropleiding muziek, ontvangt hij het masterdiploma met de bijbehorende cijferlijst tijdens de jaarlijkse diploma-uitreiking op de locatie waar hij ingeschreven staat. Aan de student kan een certificaat uitgereikt worden als hij niet de gehele masteropleiding muziek afrondt. Hiertoe richt de student een schriftelijk verzoek aan de examencommissie. Op het certificaat worden alleen afgeronde studieonderdelen met bijbehorende studiepunten vermeld. De onderwijsorganisatie van de locatie waar de student ingeschreven staat, maakt het certificaat gereed en stuurt dit naar de student.



6. Studieprogramma’s Master of Music 6.1 Collectief programma Het collectieve programma wordt aangeboden binnen drie leerlijnen en de studiegroep. De student is gehouden aan het actief deelnemen aan lessen, projecten, colleges etc. die opgenomen zijn in de jaarplanning. 6.1.1 Samenwerken: multidisciplinariteit Als gevolg van een steeds veranderende vraag vanuit het dynamisch werkveld en een voortdurend veranderende beroepspraktijk, is het vanzelfsprekend om samen te werken met andere disciplines. Binnen de Master of Music leren studenten denken en werken vanuit meerdere disciplines en leren zij samenwerken met collega ’s uit andere muziek- en kunstdisciplines. Binnen de leerlijn multidisciplinariteit werken studenten samen aan één of meerdere projecten, kunnen studenten werken aan een multidisciplinaire onderzoeksvraag en ontvangen studenten tools om samen te kunnen werken met collega’s uit andere kunstdisciplines. 6.1.2 Actuele ontwikkelingen: ondernemerschap/communicatie ArtEZ leidt musici op die werken en werk kunnen houden in een voortdurend veranderende context. Naast een onderzoekende houding is ook een ondernemende houding van groot belang. In dit onderdeel van het gezamenlijk onderwijsprogramma worden onder andere de volgende zaken belicht: • • • • • • • • • • • • •

Profilering Ondernemend Communicatie Praktisch afzetgebied (maatschappelijke oriëntatie) Business Netwerk & samenwerking Leiderschap Innovatie en onderzoek Product – Concept Deadlines Stappen & intuïtie Doelstellingen Meten en actie



6.1.3 Research In de masteropleiding ontwikkelt de student zich tot een onderzoekende professional. In het individuele en collectieve studieplan zijn de onderzoeksactiviteiten er daarom integraal op gericht om goed onderzoek te leren doen, met als doel innovatie van de beroepspraktijk. Er is in de opleiding aandacht voor domeinspecifieke en domeinoverstijgende onderzoekcompetenties. De masterstudent leert - onder persoonlijke begeleiding van een onderzoekcoach - zelfgekozen onderzoek te ontwerpen en uit te voeren op het terrein van de muziek en haar praktijk, tradities en disciplines, met muziek verbonden kunsten en/of muziekgerelateerde toepassingen. Hij/zij verdiept zich in de domeinspecifieke kennis met betrekking tot zijn onderwerp en verwerft relevante onderzoekvaardigheden. Dit resulteert aan het eind van het eerste jaar in een onderzoekontwerp. Na goedkeuring daarvan voert hij/zij het ontworpen praktijkonderzoek uit en doet daarvan schriftelijk verslag. Is dit van voldoende niveau, dan volgt een openbare mondelinge verdediging. Het jaarrooster vermeldt daarvoor drie perioden per jaar. Eerstejaars masterstudenten moeten minimaal vijf van deze ‘onderzoekpresentaties’ bijwonen. Bij aanvang van het eerste semester vindt een startdag plaats, waarin eerstejaars masterstudenten kennismaken met het fenomeen onderzoek via presentaties van alumni en docenten over onderzoek en/of hun visie daarop. Tijdens deze dag wordt ook een inleiding gegeven over het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Dit krijgt een vervolg via 4 interactieve colleges in het eerste semester, waarin je onderzoek in de muziek leert verbinden met onderzoek op masterniveau. Voor startdag en colleges bestaat vanzelfsprekend een aanwezigheidsverplichting. In Researchkringen bespreken eerste- en tweedejaarsstudenten o.l.v. een onderzoekbegeleider hun vorderingen en ervaringen en aanpalende thematiek met betrekking tot hun onderzoek. Ook hier geldt een aanwezigheidsplicht. Is een student te vaak afwezig, dan zal hij/zij ter compensatie extra onderzoekpresentaties moeten bijwonen. Op de Elektronische Leeromgeving (ELO) van de Master of Music http://leeromgeving.artez.nl/muziek/master_muziek/onderzoek_research/default.aspx staan onderzoekverslagen van de afgelopen jaren. Een handleiding voor het doen van onderzoek en een format voor een onderzoekverslag zijn daar ook te vinden. 6.1.4 Profilering: Total concepting De student werkt vanuit zijn studieplan aan het vormgeven van zijn persoonlijke studieplan met zijn mentor. De mentor speelt tijdens het gehele proces een belangrijke rol en deze begeleidt het proces intensief.



6.2 Individueel programma 6.2.1 Persoonlijk studieplan Jaarlijks wordt aan de hand van het door de student te schrijven studieplan een studieprogramma overeengekomen, waarin het te volgen onderwijsaanbod wordt vastgelegd. Vóór 1 juli moeten de urenverdeling en urenbesteding binnen het hoofdvak bekend zijn bij de onderwijsbureaus van de locaties van het ArtEZ Conservatorium in Arnhem, Enschede en Zwolle. In overleg met de mentor en/of coördinator en na goedkeuring door het hoofd Master Muziek kunnen nog tot uiterlijk 1 oktober van het lopende studiejaar wijzigingen worden aangebracht die te maken hebben met urenaantallen bij interne docenten. Na 1 oktober worden geen wijzigingen meer geaccepteerd.

6.2.2 Besteding individueel budget (voor specificaties per opleiding: zie de vak-beschrijvingen van de opleidingen op de ELO) De student volgt lessen bij interne docenten (ArtEZ-docenten) en zelf te kiezen externe docenten. In het individuele studieplan geeft de student aan hoe het budget voor de individuele hoofdvaklessen besteed gaat worden. Dit studieplan bespreekt de eerstejaars student in het motivatiegesprek voorafgaand aan de toelatingsauditie. Tweedejaars studenten bespreken het studieplan voor jaar 2 met de eigen mentor in het mentorgesprek van mei/juni van het eerste jaar. Het individuele te besteden budget per student bedraagt € 3.480,--. (Meer informatie over het individuele budget staat vermeld in bijlage 1).

6.2.3 Individuele producties  Jaarlijks verzorgt de student eigen producties, werkt actief mee in producties van anderen of in vanuit de opleiding geïnitieerde producties. Dit studieonderdeel is bij uitstek geschikt voor de student om zich te kunnen profileren.  De invulling van het studieonderdeel producties wordt overgelaten aan de student en moet worden goedgekeurd door de mentor.  De minimale eisen die aan de producties worden gesteld zijn: o individuele inbreng in het programma; o de productie moet in overeenstemming zijn met de in het studieplan aangegeven profileringswensen van de student;  De productie moet qua tijdsinvestering overeenkomen met de daarvoor toe te kennen studiepunten.  Bij voorkeur is één productie multidisciplinair.  Bij voorkeur wordt van elke productie een beeld-/geluidsregistratie gemaakt.  Een productie bestaat uit verschillende fasen:  voorbereiding;  presentaties, zoals concerten, studio-opname of voorstelling;  evaluatie, reflectie en verslag.



6.2.4 Studeren in het Buitenland De Master Muziek biedt studenten de mogelijkheid om een buitenlands verblijf van enkele maanden onderdeel te laten deel uitmaken van hun studie. Studeren in het buitenland kan voor veel studenten bijzonder waardevol zijn. ArtEZ maakt deel uit van het Europese Erasmus+ uitwisselingsprogramma en heeft daarbinnen goede contacten met conservatoria in andere Europese landen. Ook bestaat de mogelijkheid om binnen het Erasmus+ programma stage te lopen binnen Europa. Meer informatie over het volgen van een studie of het doen van een stage in het buitenland is te lezen op intranet: http://intranet.artez.nl/studenten/international/Paginas/International.aspx Een buitenlands verblijf waarvoor studiepunten kunnen worden gegeven dient in goed overleg met de mentor en het Hoofd van de Master of Music georganiseerd te worden. De student moet in dat geval aantonen dat de activiteiten en de lessen waaraan hij tijdens het buitenlandse verblijf deelneemt qua inhoud en studiebelasting het ArtEZ studieprogramma zullen vervangen. Hij dient hiertoe een door de mentor ondersteunde aanvraag in bij de Examencommissie, die het voorstel moet goedkeuren voordat de student daadwerkelijk vertrekt. In alle gevallen geldt het beleidsbesluit dat op 6 oktober 2014 door de Examencommissie genomen is. Dit document met de naam 141006 Beleidsbesluit Procedure Exchange is te vinden op: http://leeromgeving.artez.nl/examencommissies/Beleid%20van%20examencommissies/141006%20 Beleidsbesluit%20procedure%20aanvraag%20exchange.pdf Studenten die op eigen initiatief en via eigen netwerk een studie- of stageplaats in het buitenland vinden, worden zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld hun plannen te realiseren. Echter aan alle stage- en studiemomenten dient een contract ten grondslag te liggen. In alle gevallen dienen studie- en stagewensen tijdig (voor de deadline) via het registratieformulier op intranet aan het International Office te worden doorgegeven.



6.3 Afdelingsspecifiek programma (voor specificaties per opleiding: zie de vakbeschrijvingen van de opleidingen op de ELO en www.artez.nl) 6.3.1 Klassieke Muziek De afdeling Klassieke muziek bevindt zich in Zwolle en is een actuele opleiding met als doel te kunnen functioneren binnen de huidige veelzijdige beroepspraktijk. Naast de ambachtelijke en artistieke ontwikkeling is er veel aandacht voor projectmatig werken, ensemblespel, multidisciplinariteit, ondernemerschap en toegepast onderzoek. Regelmatig is er samenwerking met externe partners in projecten, festivals, ensembles en koren. 6.3.2 Jazz & Pop De grenzen tussen muziekstijlen zijn vandaag de dag dun en dynamisch. Onderlinge kruisbestuivingen inspireren musici steeds weer tot nieuwe muziekstijlen en kunstvormen. Die dynamiek komt terug bij ArtEZ Jazz & Pop. Je ontwikkelt zowel je muzikale persoonlijkheid als ambachtelijke vaardigheden op je instrument. Je doet praktijkervaring en bouwt een netwerk op tijdens projecten, festivals en concerten. 6.3.3 Popacademie en Mediamusic De masteropleidingen Popacademie en MediaMusic maken beide deel uit van het ArtEZ Conservatorium locatie Enschede. MediaMusic is de opleiding voor composers, musicproducers en electronic artists. Beide opleidingen leiden op tot specialist binnen de media- & entertainment industrie en creatief zakelijke dienstverlening. De twee master opleidingen werken nauw samen. 6.3.4 Muziektheater De Master Muziektheater van ArtEZ richt zich op studenten met een interdisciplinaire interesse. De opleiding is gevestigd in Arnhem in een gebouw waarin meerdere disciplines vertegenwoordigd zijn. De Master Muziektheater binnen ArtEZ richt zich op studenten die op masterniveau geïnteresseerd zijn in cross overs, samenwerking en nieuwe eigentijdse werkvormen.

7. Toekenning studiepunten De masteropleiding muziek beslaat twee studiejaren van elk 60 EC, in totaal 120 EC1. Studiepunten worden verleend voor:  Hoofdvak (Klassieke Muziek, Jazz&Pop, Muziektheater) of assessment projecten en producties (Popacademie&MediaMusic): o Minimaal een 5,5 voor de overgangsauditie. o Minimaal een 5,5 voor de eindauditie. Een specificatie voor toekenning van studiepunten per opleiding is vermeld in bijlage 2.

1

ECTS staat voor European Credit Transfer System. Het hoger onderwijs in heel Europa werkt op grond van de verklaring van Bologna uit 1999 met deze eenheid om aan te geven hoeveel de geschatte tijdsinvestering voor een bepaald onderdeel is. Eén ECTS staat voor 28 uur. 13 Studiegids 2015-2016


8. Overzicht functionarissen Masteropleiding Muziek Hoofd Master Ati Gottschal ([email protected]) Verantwoordelijk directielid Wim Fiselier ([email protected]) Opleidingshoofden en coördinatoren Arnhem Michiel Braam ([email protected]) Maarten Verhoef ([email protected])

hoofd Jazz & Pop hoofd Muziektheater

Enschede

John Hondorp ([email protected]) Peter Leutscher ([email protected]) Davy de Wit ([email protected])

coörd. Jazz & Pop hoofd MediaMusic hoofd Popacademie

Zwolle

Ati Gottschal ([email protected]) Tilmar Junius ([email protected])

hoofd Klassieke Muziek coörd. Jazz & Pop

Clemens Horn ([email protected]) Maarten Verhoef ([email protected])

Jazz & Pop Muziektheater

Enschede

John Hondorp ([email protected]) Peter Leutscher ([email protected]) Davy de Wit ([email protected])

Jazz & Pop MediaMusic Popacademie

Zwolle

Stefan Blonk ([email protected]) Harry van Berne (h.vanberne @artez.nl) Dick Bolt ([email protected]) Hans Voogt ([email protected]) Tilmar Junius ([email protected])

Klassieke Muziek Klassieke Muziek Klassieke Muziek Jazz & Pop Jazz & Pop

Mentoren/tutoren Arnhem

Onderzoeksbegeleiders Steven Faber ([email protected]) Laurens van der Heijden ([email protected] Jos Herfs ([email protected]) Falk Hübner ([email protected]) Marjolijn van Roon ([email protected]) Esther Schopman ([email protected]) Annemiek Vink ([email protected])



9. Adressen ArtEZ Conservatorium Arnhem Utrechtsestraat 85 6811 LW Arnhem postadres: Postbus 49 6800 AA Arnhem t (026) 35 35 715 f (026) 35 35 637 [email protected] www.artez.nl/conservatorium

ArtEZ Conservatorium Enschede Van Essengaarde 10 7511 PN Enschede t (053) 48 28 100 f (053) 43 01 689 [email protected] www.artez.nl/conservatorium

ArtEZ Conservatorium Zwolle Aan de Stadsmuur 88 8011 VD Zwolle t (038) 42 70 500 f (038) 42 70 545 [email protected] www.artez.nl/conservatorium



Bijlage 1: individuele budgetten

Het individuele budget per student bedraagt € 3.480,--. - Intern budget: er wordt minimaal € 2.160,-- besteed aan individuele hoofdvaklessen en hoofdvak gerelateerde lessen binnen het ArtEZ Conservatorium. De uren mogen bij verschillende docenten worden besteed. Het minimum aantal uren per docent is 9 uren.  Individuele hoofdvaklessen kosten € 60,-- per les van 60 minuten.  Correpetitie kost € 80,-- per les van 60 minuten.  Wanneer de student meer dan 36 uren van het interne budget besteedt binnen het ArtEZ Conservatorium, is het mogelijk om een lessenaantal van minder dan 9 uren aan te vragen bij interne docenten. - Extern budget (vrij te besteden budget, kan ook aan extra interne uren besteed worden).  Na aftrek van alle interne lessen blijft er een extern besteedbaar budget over van maximaal € 1.320,--. De student kan dit geld besteden door lessen te volgen bij externe docenten na goedkeuring door de mentor. De student legt contact met de gewenste docent en maakt zelf afspraken over aantal, duur en prijs van de lessen. Indien het totale budget overschreden wordt, is de student verantwoordelijk voor het betalen van de meerkosten.  Het hangt dus van het tarief van externe docenten af hoeveel uren les er daadwerkelijk mogelijk zijn.  De student vraagt de externe docent een kort verslag te schrijven van de gegeven lessen.  De gegeven lessen kunnen op drie manieren gedeclareerd worden:  via een door de externe docent volledig in te vullen declaratieformulier;  via een door de docent te schrijven factuur die moet voldoen aan de vormvereisten (een nummer van de Kamer van Koophandel en/of BTW-nummer op de factuur). Voor wat betreft de BTW dient de factuur te voldoen aan de meest recente BTW regelgeving. Alleen bij Inschrijving in het zogenaamde CRKBO-register kan gebruik worden gemaakt van de onderwijsvrijstelling (BTW niet van toepassing). Bij meer dan 5 lessen moet bovendien een VAR-WUO verklaring en kopie paspoort ingeleverd worden;  via een door de student in te vullen declaratieformulier in het geval de student de docent direct zelf heeft betaald. Dit declaratieformulier dient vergezeld te gaan van de originele factuur van de externe docent die aan de hierboven omschreven eisen moet voldoen; In alle gevallen zorgt het onderwijsbureau voor de financiële afhandeling na goedkeuring door de mentor.  Declaratieformulieren zijn via de ELO te downloaden.  Het externe budget mag niet voor reis- en verblijfskosten worden gebruikt. Deze kosten zijn voor eigen rekening van de student.  De mentor kan goedkeuring geven voor een vergoeding voor het bijwonen van speciale concerten/cursussen/workshops/studio-opnamen binnen het externe budget. De mentor meldt de goedkeuring aan het onderwijsbureau.



Bijlage 2: bepalingen studiepuntentoekenning per opleiding Master of Music: Klassieke Muziek en Jazz&Pop  Individuele producties: o Het gereedkomen van de productie in de voorgenomen en met de mentor besproken vorm. o Een positief oordeel van de mentor. o Een door de mentor goedgekeurd reflectieverslag inclusief documentatiemateriaal.  Collectief programma voor Klassieke Muziek: o Tenminste 80% aanwezigheid bij alle bijeenkomsten die in dit kader plaatsvinden. o Maken van opdrachten die door de docenten als voldoende beoordeeld moeten worden. o Jaarlijks uitvoeren van een productie in groepsverband i.h.k.v. het ArtSEEDZ festival in semester 2, met daaraan voorafgaand een openbare try-out. In september vinden startactiviteiten plaats, worden de werkgroepen samengesteld en is de eerste kennismaking met de aan het traject verbonden coaches. Van het productieproces en het eindproduct wordt een portfolio gemaakt dat wordt geplaatst op de ELO. Richtlijnen voor deze producties en het samen te stellen portfolio worden op de ELO gegeven. Het traject is afgesloten als zowel de presentatie als het beoordelingsgesprek met een voldoende worden beoordeeld.  Collectief programma voor Jazz & Pop en New Dutch Swing: o Tenminste 80% aanwezigheid bij de lessen. o Actieve deelname aan de totstandkoming van het programma tijdens de startactiviteiten en het vervolg daarop. o Een door de docent goedgekeurde evaluatie over het gevolgde collectief programma.  Studiekring Jazz&Pop:  tenminste 80% aanwezigheid per studiejaar.  actieve deelname, blijkend uit het door de mentor goedgekeurde reflectieverslag.  Onderzoek: o Jaar 1:  aanwezigheid bij de colleges (afwezigheid bij één of meer bijeenkomsten leidt tot het moeten bijwonen van één of meer extra onderzoekspresentaties).  80% aanwezigheid bij bijeenkomsten van Onderzoekskringen. Bij onvoldoende deelname moet een vervangende opdracht worden uitgevoerd.  bijwonen van tenminste vijf onderzoekspresentaties van tweedejaars studenten.  positieve beoordeling van het onderzoeksvoorstel. o Jaar 2:  80% aanwezigheid bij bijeenkomsten van onderzoekskringen. Bij onvoldoende deelname moet een vervangende opdracht worden uitgevoerd.  na een positief oordeel van de tentaminatoren over het onderzoek en de presentatie daarvan.



Popacademie en Mediamusic Studiepunten worden verleend voor:  Individueel programma: o Studieplan: goedkeuring door tutor op basis van volledigheid qua inhoud en samenhang; o DSP (Digitaal Studenten Portfolio): goedkeuring door de tutor op basis van volledigheid; o Projecten | Producties: integrale beoordeling met commissie (inclusief reflectieverslag en urenverantwoording), zie verder onderwijsbeschrijving; o Afstudeerproject: integrale beoordeling met commissie, zie verder onderwijs-beschrijving; o Individuele hoofdvaklessen/hoofdvak gerelateerde lessen: goedkeuring door de tutor op basis van de bevestiging van de aanwezigheid door de docent en een reflectieverslag (inclusief overzicht data en inhoud van de lessen).  Collectief studieprogramma: o Projectcoaching: op basis van 80% aanwezigheid; o Research: zie onderwijsbeschrijving; o Management: zie onderwijsbeschrijving; o Projectweken: op basis van 80% aanwezigheid, reflectieverslag en urenverantwoording. Muziektheater: Studiepunten worden verleend voor:  Individueel programma: o Minimaal een 5,5 voor het Portfolio (incl. studieplan); o Het gereedkomen van de projecten, producten, stage in de voorgenomen vorm en beoordeling met minimaal een 5,5; o Tenminste 80% aanwezigheid bij de lessen en een voldoende beoordeling van de betrokken docent voor de gevolgde les c.q. module; o Een voldoende resultaat bij presentatie 1 en eindvoorstelling.  Collectief studieprogramma: o Tenminste 80% aanwezigheid bij de lectures; o Onderzoek inclusief document met een beoordeling van minimaal een 5,5.


Klassiek Jazz & Pop Muziektheater- Popacademie & MediaMusic

Recommend Documents