vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 416253 / KG ZA 12-340 Vonnis in kort geding van 9 mei 2012 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van Dongen Chartering BV, h.o.d.n. Soonius Transport, gevestigd te Poeldijk, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr. G.J. Helmig te Middelharnis, tegen 1. H.C.P. SOONIUS, wonende te De Lier, 2. C.E. SOONIUS, wonende te De Lier, 3. C.T. SOONIUS, wonende te De Lier, gedaagden in conventie, eisers in reconventie, advocaat mr. O.M. Bos-Steenbergen te Gouda. 4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SOONIUS LOGISTICS BV, gevestigd te Waddinxveen, gedaagde, advocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer te Rotterdam. Partijen zullen hierna Van Dongen en Soonius c.s. genoemd worden. Gedaagden sub 1, 2 en 3 gezamenlijk zullen worden aangeduid als Familie Soonius, gedaagden sub 1, 2 en 3 afzonderlijk worden aangeduid als respectievelijk Rick Soonius, Kees Soonius en Saskia Soonius, gedaagde sub 4 als Soonius Logistics BV.
1.
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 5 april 2012 met de producties 1 tot en met 10; - de conclusie van eis in reconventie van Familie Soonius met producties 1 tot en met 12; - de akten aanvullende producties 11 tot en met 14, 15 tot en met 19 en 20 en 21 van Van Dongen;
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
2
- de op voorhand toegezonden producties 6 tot en met 18 van Soonius Logistics BV; - de mondelinge behandeling: - de pleitnota van Van Dongen; - de pleitnota van Familie Soonius. 1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.
De feiten
2.1. Met tussenkomst van onder meer de vennootschappen Soonius Transport BV en Soonius Expeditie BV exploiteerden vader Kees Soonius en zijn zoon Rick Soonius sedert 1991 onder meer een transportbedrijf dat zich met name bezig hield met het transport van groente en fruit naar Scandinavië en dan in het bijzonder Denemarken en Zweden. Beiden waren bestuurder van Soonius Transport B.V. en Soonius Expeditie B.V. De dochter Saskia Soonius werkte ook binnen deze onderneming. 2.2. Bij vonnissen van 18 juni 2010 zijn zeven Soonius-vennootschappen in staat van faillissement verklaard. Na het uitspreken van de faillissementen zijn er overnameovereenkomsten door Van Dongen met de curator gesloten. Van Dongen nam met tussenkomst van de curator kantoor- en bedrijfsinventaris en rollend materieel over, en ook de goodwill, waaronder begrepen het klantenbestand, klantgegevens, de intellectuele eigendom bestaande uit de handelsnamen (waaronder Soonius), de beeldmerken/logo’s en domeinnamen. 2.3. Conform artikel 3 van de overnameovereenkomst betaalde Van Dongen voor deze goodwill een bedrag van € 92.500 aan de curator. De totale koopsom voor de activa bedroeg ruim 1,5 miljoen euro. 2.4. Van Dongen is een transportonderneming die voor 80% was georiënteerd op het vervoeren van bloemen en planten en voor 20% van groente en fruit naar onder meer Spanje, Frankrijk, Midden-Europa, Engeland en Ierland. Van Dongen was als transportbedrijf geïnteresseerd in het transport naar Scandinavië van groente- en fruitproducten en heeft om die reden de activatransactie gesloten. 2.5. In de activaovereenkomst is overeengekomen dat Van Dongen minimaal 40 werknemers van de Soonius-vennootschappen een arbeidsovereenkomst diende aan te bieden. Van Dongen nam vervolgens 58 werknemers in dienst. Ook de heren Soonius en Saskia Soonius sloten een arbeidsovereenkomst. 2.6. Na datum faillissement heeft de Familie Soonius Van Dongen geïntroduceerd bij haar relaties in Scandinavië. Van Dongen richt zich thans met haar transportbedrijf Soonius Transport op die markt en bedient de vroegere relaties van de gefailleerde Sooniusvennootschappen. 2.7. Op 22 februari 2012 gaf Rick Soonius aan de arbeidsovereenkomst met Van Dongen te willen beëindigen tegen 1 maart 2012. Rick Soonius tekende op 22 februari 2012 een verklaring dat hij per 1 maart 2012 uit dienst trad. Vrijwel direct na het ondertekenen van de verklaring op 22 februari 2012 hebben nog 21 werknemers van Van Dongen de arbeidsovereenkomsten opgezegd tegen 1 april 2012. De opzeggingsbrieven zijn gestuurd in fe-
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
3
bruari 2012 vlak na de beëindiging met Rick Soonius. Het gaat niet alleen om chauffeurs en de Familie Soonius als managers, maar ook om planners en de logistiek verantwoordelijke. 2.8. In artikel 8 van de drie arbeidsovereenkomsten met de Rick, Kees en Saskia Soonius zijn relatiebedingen overeengekomen, luidend als volgt: "Het is de werknemer verboden om gedurende een periode van 12 maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze zakelijke contacten aan te gaan of te onderhouden met relaties van de werkgever. Relaties van de werkgever zijn alle natuurlijke en rechtspersonen waarmee de werkgever gedurende een periode van 12 maanden voorafgaande aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zakelijke contacten heeft onderhouden, daaronder begrepen (rechts)personen waarmee de werkgever in onderhandeling is (geweest) om diensten en/of producten aan te leveren. In geval de werknemer in strijd handelt met het onder I genoemde verbod, verbeurt de werknemer ten behoeve van de werkgever een direct - zonder verdere sommatie of ingebrekestelling - opeisbare boete van € 10.000,- per overtreding, alsmede € 1.000,-- per dag dat hij in overtreding is, onverminderd het recht van de werkgever om volledige schadevergoeding van de werknemer te vorderen.” 2.9. Op 22 maart 2012 zijn namens Van Dongen brieven verzonden naar Rick, Kees en Saskia Soonius waarbij zij erop zijn gewezen dat het op grond van het relatiebeding niet is toegestaan om direct dan wel indirect zakelijke contacten te onderhouden met de relaties van Van Dongen, geen werknemers van Van Dongen te ronselen, dat zij zich zullen onthouden van onrechtmatige concurrentie en dat zij het gebruik van de handelsnaam Soonius Logistics, dan wel een andere handelsnaam waarin Soonius voorkomt, met onmiddellijke ingang dienen te staken en gestaakt te houden. 2.10. In die periode was Rick Soonius aandeelhouder en bestuurder van Soonius Logistics BV. Op 27 maart 2012 heeft Rick Soonius zijn aandelen in deze vennootschap overgedragen aan TIM Beheer BV. Soonius Logistics BV, TIM Beheer BV en MERA Trans BV worden indirect bestuurd door de heren De Jongh en Hartog. 2.11. In een brief in de Engelse taal met het briefhoofd van MERA Trans BV wordt, samengevat, bericht dat: - Rick Soonius heeft besloten om Van Dongen te verlaten; - nadat hij zijn besluit had genomen, diverse collega's hem gingen vergezellen; - om juridische problemen te voorkomen Rick had besloten om operationeel te worden in zijn bedrijf Soonius Logistics B.V. met ongeveer 20 á 25 vrachtauto's; - Rick zijn kennis en ervaring zal gebruiken om deze 20 á 25 vrachtauto’s te runnen op het moment dat die worden gebruikt door Mera Trans; - Mera Trans het bedrijf zal zijn die contact met de klanten zal opnemen en dat Rick Soonius en zijn bedrijf de transportcharter zullen zijn voor de Scandinavische markt; - Paul Helderman en Jan Plaizier de contactpersonen zijn voor de planning, Charles Wubben de administratie zal gaan verzorgen en de heer Bhattoe verantwoordelijk zal worden voor de logistiek bij Mera Trans (Dit zijn allen oud-werknemers van de gefailleerde Soonius-vennootschappen); - Saskia en Cees Soonius ook in de nieuwe organisatie zullen gaan werken en vanwege juridische redenen de relaties niet op een directe wijze zullen benaderen;
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
4
- alle chauffeurs afkomstig zijn van de Soonius organisatie en precies op de hoogte zijn van de cliënten, de adressen en de specifieke details; - Paul Helderman, de planner die op dat moment nog in dienst was bij Van Dongen, wordt onder de brief vermeld, alsmede de nieuwe telefoonnummers van de nieuwe organisatie, die pas per 1 april 2012 zal starten. 2.12. Van Dongen is houdster van het op 23 maart 2012 gedeponeerde woordmerk SOONIUS. Dit woordmerk is op 28 maart 2012 ingeschreven (spoedinschrijving) in het register van het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) voor waren en diensten in de klassen 35, 36 en 39 omvattende onder meer vervoer en transport.
3.
Het geschil
3.1. 1.
2.
3.
4. 5. 3.2.
Van Dongen vordert, uitvoerbaar bij voorraad: Familie Soonius te gebieden om met onmiddellijke ingang na betekening van het in deze te wijzen vonnis het met Van Dongen overeengekomen relatiebeding volledig na te leven en derhalve zich tot 1 maart 2013 (gedaagde sub 1) respectievelijk 1 april 2013 (gedaagden sub 2 en 3) te onthouden van het zonder toestemming van eiseres op enigerlei wijze, direct dan wel indirect, zakelijke contacten aan te gaan en/of te onderhouden met relaties van eiseres, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom, te betalen aan eiseres, ter hoogte van € 10.000 per overtreding, alsmede van € 1.000 voor elke dag dat de overtreding voortduurt; Soonius c.s. te bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis ieder gebruik, althans in de Benelux, van het Benelux-merk SOONIUS, geregistreerd onder nummer 0916929 of van een daarmee overeenstemmend teken, te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom te betalen aan eiseres van € 10.000, althans een door de Voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor iedere overtreding, of, naar keuze van eiseres, van € 1.000 voor iedere dag of deel daarvan dat gedaagden met de gehele of gedeeltelijke nakoming van dit bevel in gebreke blijven; Soonius c.s. te bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis ieder gebruik van de handelsnaam Soonius Logistics BV en van iedere handelsnaam die identiek is aan of overeenstemt met de handelsnaam Soonius Transport van Van Dongen, te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom te betalen aan eiseres van € 10.000, althans een door de Voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor iedere overtreding, of, naar keuze van eiseres, van € 1.000 voor iedere dag of deel daarvan dat gedaagden met de gehele of gedeeltelijke nakoming van dit bevel in gebreke blijven; Soonius c.s. hoofdelijk te veroordelen in de volledige proceskosten van dit geding, overeenkomstig artikel 1019h Rv; een termijn ex artikel 1019i Rv te bepalen. Familie Soonius vordert in reconventie
Primair: het relatiebeding ex artikel 8 van de arbeidsovereenkomst te schorsen;
Subsidiair: a. het relatiebeding ex artikel 8 van de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk te schorsen;
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
5
b. Van Dongen te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan Rick Soonius ad € 7.020 bruto per maand, aan Saskia Soonius ad € 3.780 bruto per maand en Kees Soonius ad € 2.268 bruto per maand, voor elke maand, een gedeelte daarvan voor een hele gerekend, dat Van Dongen Rick Soonius, Saskia Soonius en/of Kees Soonius aan het relatiebeding houdt;
Meer subsidiair: Van Dongen te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan Soonius c.s. een lijst te verstrekken van de relaties die onder het tussen partijen overeengekomen relatiebeding vallen en die Soonius c.s. derhalve gedurende de werking van het relatiebeding niet mogen benaderen, een en ander onder laste van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag of deel daarvan dat Van Dongen in gebreke blijft met de afgifte van de hiervoor bedoelde lijst met relaties, met een maximum van € 300.000, tenzij Van Dongen aan Soonius c.s. bevestigt dat zij Soonius c.s. ontslaat uit de verplichtingen voortvloeiend uit het relatiebeding.
Zowel primair als subsidiair: Van Dongen te veroordelen in de kosten van de procedure. 3.3. Op de stellingen en weren van partijen in conventie en, voor zover van toepassing, in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.
De beoordeling
In conventie en in reconventie 4.1. Van Dongen verwijt Soonius c.s., kort gezegd, dat zij in strijd met contractuele verplichtingen althans onrechtmatig, gebruik hebben gemaakt van het recht van Van Dongen met betrekking tot het relatiebestand, de handelsnaam en het merkrecht. Van Dongen stelt dat genoemde rechten door haar rechtmatig zijn verkregen door overname na het faillissement van de Soonius vennootschappen. Aan haar vorderingen legt zij ten grondslag de (arbeids)overeenkomsten, onrechtmatige daad, het handelsnaamrecht en het merkenrecht. De voorzieningenrechter bespreekt hierna de door van Dongen ingeroepen rechten afzonderlijk. Daaraan vooraf gaat de beoordeling van de door Soonius Logistics BV betwiste ontvankelijkheid van de door Van Dongen ingestelde vorderingen. ontvankelijkheid 4.2. Soonius Logistics BV stelt zich op het standpunt dat Van Dongen het te verkopen actief uit de boedel van de gefailleerde Soonius-vennootschappen nimmer geleverd heeft gekregen van de curator. Hierom is Van Dongen niet ontvankelijk in haar vorderingen die zij baseert op de vermeende overname van de activa. 4.3. Volgens Soonius Logistics BV is de levering die Van Dongen en de curator voor ogen stond gebaseerd op een juridische fictie. Er is geen sprake van een daadwerkelijke levering. Zij verwijst naar navolgende artikelen uit de overnameovereenkomst: Artikel 5 De levering van het te verkopen actief zal, onverschillig of alle voor een rechtsgeldige overdracht vereiste handelingen met werking tegenover derden op de Effectieve datum zullen zijn verricht, tussen partijen geacht worden te zijn geschied per die Effectieve datum. Onverminderd het vorenstaande geldt ten aanzien van de levering van het te verkopen actief het volgende (zie de artikelen 6 en 8).
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
6
Artikel 6 Levering van het te verkopen actief geschiedt na ondertekening van deze overeenkomst met terugwerkende kracht per Effectieve datum, vrij van beslagen en pandrechten, met dien verstande dat de levering van het te verkopen actief als in deze overeenkomst voorzien, geschiedt onder de opschortende voorwaarde van betaling zoals vastgelegd in de artikelen 3 en 4. De ING Bank heeft ingestemd met de verkoop en heeft schriftelijk verklaard dat onder voorbehoud van betaling van de koopsom door koper, alle pandrechten en overige zekerheidsrechten die zij mocht hebben op de activa zijn opgeheven. Een kopie van deze verklaring is aangehecht als bijlage 2. 4.4. Volgens Soonius Logistics BV behelst de overnameovereenkomst dan ook enkel de titel tot levering. Nu er (bijvoorbeeld) niet is overeengekomen dat de levering van het te verkopen actief geschiedt door ondertekening van de overeenkomst is er geen juridische levering. Van Dongen heeft voorts geen lastgeving of volmacht in het geding gebracht om namens de curator deze vordering in te kunnen stellen. Soonius Logistics BV verbindt hieraan de conclusie dat Van Dongen niet ontvankelijk dient te worden verklaard. 4.5. De voorzieningenrechter volgt de conclusie van Soonius Logistics BV niet. Uit artikel 6 blijkt dat partijen (de curator en Van Dongen) hebben beoogd te leveren onder de opschortende voorwaarde van betaling. Uit artikel 5 volgt dat die levering (na betaling) zal terugwerken tot de Effectieve Datum. Soonius Logistics BV stelt niet dat betaling niet heeft plaatsgevonden. 4.6. Nu ook Familie Soonius zich heeft gedragen alsof de onderneming inclusief activa en de aan de onderneming verbonden rechten is overgedragen aan Van Dongen, is er in het kader van dit kort geding dan ook van uit te gaan dat er sprake is van een geldige levering. Dit brengt mee dat Van Dongen actief gelegitimeerd is om de aan de onderneming verbonden rechten in te roepen. Het ontvankelijkheidsbezwaar van Soonius Logistics BV wordt mitsdien verworpen. relatiebestanden 4.7. Volgens Van Dongen omvat het onrechtmatige/verboden benaderen van relaties enerzijds het ronselen van chauffeurs werkzaam bij Van Dongen en anderzijds het actief benaderen van cliënten (ladingaanbieders en ladingontvangers). 4.8. Familie Soonius betwist dat zij chauffeurs hebben geronseld. Zij stellen geen enkele invloed te hebben uitgeoefend op deze chauffeurs om bij Van Dongen weg te gaan. Ter onderbouwing heeft zij zeven verklaringen van ex-werknemers overgelegd. Daaruit zou blijken dat de chauffeurs uit onvrede met het beleid van Van Dongen en uit vrije wil zouden zijn overgestapt en zelfs genoegen zouden hebben genomen met inschaling in een lagere loonschaal. Volgens Familie Soonius hebben diverse chauffeurs die in het verleden bij Van Dongfen werkzaam waren ervoor gekozen om bij Soonius Logistics BV in dienst te treden. 4.9. Familie Soonius laat echter onverklaard dat de betreffende chauffeurs allemaal hun ontslag hebben aangeboden in de laatste dagen van februari 2012, direct nadat Rick Soonius zijn ontslag had aangeboden en gekregen op 22 februari 2012. Alle chauffeurs geven aan per 1 april 2012 elders in dienst te treden.
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
7
4.10. Dit gezamenlijk optreden maakt een vorm van afgesproken en aangestuurde actie aannemelijk. Relevant is dan dat de chauffeurs een nieuw dienstverband beoogden bij Soonius Logistics BV. Soonius Logistics BV stond in die periode onder directie van Rick Soonius. Dit maakt Rick Soonius van twee zijden de centrale figuur. De aanvaarding van zijn ontslag was het moment waarop de chauffeurs hun ontslag afstemden. Zij wisten zich verzekerd van een nieuwe dienstbetrekking bij Soonius Logistics BV of bij Mera Trans BV in samenwerking met Soonius Logistics BV. Vertrouwd was het voor de chauffeurs zeker omdat zij wisten bij Soonius Logistics BV in de persoon van de directeur Rick Soonius dezelfde leidinggevende te treffen als zij voorheen kenden bij Van Dongen. 4.11. De genoemde omstandigheden tezamen maken naar voorlopig oordeel voldoende aannemelijk dat in elk geval Rick Soonius aan de chauffeurs het signaal heeft gegeven dat hen bij Soonius Logistics BV/Mera Trans BV een betere toekomst wachtte. Bij dit uitspannen van werknemers hebben Cees en Saskia Soonius mogelijk ook een rol gespeeld, maar dat is vooralsnog niet voldoende vast komen te staan. Het kort geding biedt niet de ruimte om Van Dongen op dit punt toe te laten nader bewijs aan te dragen. 4.12. Dat relaties in Zweden en Denemarken actief zijn benaderd blijkt uit de Engelstalige brief waarvan de inhoud is samengevat onder 2.11 van dit vonnis. Dat brieven met die inhoud aan de buitenlandse relaties is voorgehouden, is door Soonius c.s. niet deugdelijk betwist. 4.13. Het gegeven dat de Familie Soonius, al dan niet samen met anderen, in de betreffende brief worden genoemd, zonder ontkenning of protest van de zijde van Familie Soonius, is een aanwijzing dat zij hier wel de hand in hadden. Daar komt bij dat zij ook de personen waren die de weg wisten naar de betreffende relaties, zoals zij ook na het faillissement Van Dongen hebben geïntroduceerd bij de klanten in Scandinavië. Dat Saskia Soonius de relaties niet feitelijk heeft bezocht doet hier niet aan af. Relevant is dat Soonius c.s. erkent dat Saskia telefonisch van de relaties afscheid heeft genomen en dat Kees Soonius vanwege zijn hardhorendheid dat in persoon zou doen. Tegen de achtergrond van de brief voor relaties omtrent de toekomstplannen van Soonius Logistics BV/Mera Trans BV – met ook expliciet de mededeling dat Rick Soonius voor een nieuwe weg heeft gekozen en in samenwerking met MERA Trans BV en Soonius logistics BV met werknemers bekend uit de Soonius organisatie de bekende relaties zal gaan bedienen – is onaannemelijk dat zij bij dat “afscheid nemen” niet op hun persoonlijke toekomstplannen zouden zijn ingegaan. 4.14. Naar voorlopig oordeel is er in dit kort geding dan ook van uit te gaan dat de drie leden van Familie Soonius, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, in persoonlijke contacten en/of schriftelijk, relaties (werknemers en cliënten) als bedoeld in het relatiebeding hebben benaderd. Zij hebben hieraan uitvoering gegeven in de maand maart van 2012. Dit laatste brengt mee dat alleen ten aanzien van Rick Soonius is uit te gaan van overtreding van het relatiebeding. Dit beding geldt immers voor de periode van één jaar na beëindiging van het dienstverband. Kees en Saskia waren tot 1 april 2012 nog in dienst. Dit brengt echter niet mee dat de gedragingen van Kees en Saskia Soonius rechtmatig zijn. Ook zonder specifiek relatie beding voor de periode na de arbeidsovereenkomst zijn de gedragingen van beiden gedurende de loop van de overeenkomst in strijd met verplichtingen van een goed werknemer uit die overeenkomst. Bovendien is het uitspannen van relaties van de werkgever in het algemeen onrechtmatig.
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
8
4.15. Nu er dus van uit is te gaan dat Familie Soonius verplichtingen zoals omschreven in het relatiebeding, niet is nagekomen, is er aanleiding voor toewijzing van het onder 1 gevorderde, op de wijze als in het dictum verwoord, Inbreuk handelsnaam en woordmerk 4.16. Van Dongen legt hieraan ten grondslag dat Soonius Logistics BV haar statutaire naam is gaan gebruiken als handelsnaam doordat zij onder die naam een onderneming is gaan voeren. Zij doet dat onder meer door exploitatie van vrachtwagens of trailers waarop deze naam als handelsnaam wordt gevoerd, op een wijze als hieronder in beeld gebracht.
4.17. Van Dongen merkt het gebruik van het teken Soonius Logistics op de wagens ook aan als inbreuk makend gebruik van het woordmerk SOONIUS, omdat teken en merk overeenstemmen en gebruikt worden voor dezelfde diensten waardoor ook verwarring ontstaat. 4.18. Van Dongen wijst voorts op het gebruik van de handelsnaam Soonius Logistics in de brief voor relaties in Scandinavië. Dit handelsnaamgebruik merkt zij evenzo aan als inbreuk makend gebruik van het woordmerk SOONIUS. 4.19. Soonius Logistics BV heeft aangevoerd dat zij is opgericht op 20 oktober 2009 en is ingeschreven in het handelsregister op 21 oktober 2009. Zij stelt dat zij de handelsnaam sinds 2009 daadwerkelijk voerde voor de door haar gedreven onderneming. Ter onderbouwing heeft zij overgelegd visitekaartjes van Rick Soonius met daarop het teken Soonius Logistics, een factuur voor een reclamebord en een zogenoemde eurovergunning NIWO. De bedrijfsactiviteiten zouden zich richten op logistiek management en niet enkel op transport. 4.20. Volgens Soonius Logistics BV werd deze vennootschap opgericht door Rick Soonius met het doel een bedrijf te starten buiten het moederbedrijf Soonius Transport B.V. van zijn vader, om op eigen benen te kunnen staan De vennootschap werd ook gezien als een reserve vennootschap met het oog op het naderende faillissement van de andere Soonius vennootschappen. 4.21. Naar voorlopig oordeel tonen de overgelegde bescheiden niet aan dat Soonius Logistics BV voor het faillissement van de Soonius-vennootschappen op 18 juni 2010 daadwerkelijke een onderneming voerde. Soonius Logistics BV heeft niets overgelegd waaruit blijkt dat zij voor die datum werkelijke opdrachten heeft uitgevoerd op het vlak van logistiek management of dat door Soonius Logistics BV enig vervoer is verzorgd onder de Eurovergunning. 4.22. Voorshands oordeelt de voorzieningenrechter dan ook dat Soonius Logistics BV tot de faillissementsdatum niet meer was dan een reserve vennootschap met het oog op het door
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
9
Rick Soonius naar eigen zeggen voorziene faillissement. Van gebruik van een handelsnaam voor een onderneming – noodzakelijk om een handelsnaam te doen ontstaan – is in die periode geen sprake geweest. Na de overname, kort na het faillissement, heeft Van Dongen de handelsnaam Soonius Transport verkregen door overdracht van de aan die handelsnaam verbonden onderneming. Dat Rick Soonius of Soonius Logistics BV door “voorgebruik” een recht op de handelsnaam Soonius Logistics heeft verkregen is niet aannemelijk geworden. 4.23. Van de handelsnaam Soonius Logistics is Logistics het deel wat beschrijft waar de te voeren onderneming zich op toelegt. Het onderscheidende deel is derhalve het woord Soonius. Op vergelijkbare wijze geldt voor de handelsnaam Soonius Transport van Van Dongen dat het woord Transport beschrijvend is en Soonius het onderscheidende deel. De door Soonius Logistics gevoerde handelsnaam wijkt derhalve in slechts geringe mate af van de handelsnaam die door Van Dongen al langer en rechtmatig wordt gevoerd. De thans gevoerde ondernemingen zijn van gelijke aard en geografisch richten zij zich op dezelfde gebieden, waardoor voor het publiek verwarring te duchten is. Ingevolge artikel 5 handelsnaamwet is Soonius Logistics BV dit gebruik van een Soonius handelsnaam niet toe te staan. 4.24. Dit brengt mee dat het onder 3 gevorderde verbod zal worden toegewezen. Omdat Familie Soonius niet kan worden aangemerkt als degene die de onderneming onder de handelsnaam Soonius Logistics hebben gevoerd zal het verbod alleen worden toegewezen ten aanzien van Soonius Logistics BV. Omdat het verbod impliceert onder meer dat alle vermeldingen van het teken Soonius Logistics van alle vervoermiddelen zullen moeten worden verwijderd zal Soonius Logistics BV een korte periode worden vergund dit verbod na te komen. 4.25. Het woordmerk SOONIUS is ingeschreven op 28 maart 2012. Van Dongen kan vanaf die datum haar merkrecht inroepen. Dat tot 1 juni 2012 oppositie tegen het merk kan worden ingesteld doet daar niet aan af. 4.26. Het teken Soonius Logistics wordt door Soonius Logistics BV ter onderscheiding gebruikt op de trailers. Daarnaast is het teken gebruikt in de brief voor relaties in Scandinavië ter aanduiding van de nieuwe vervoersonderneming. Het onderscheidende deel van dit teken is gelijk aan het merk. Naar voorlopig oordeel is er dan ook sprake van gebruik van een overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke diensten. De verwarring is gegeven nu de nieuwe vervoersonderneming wordt gepresenteerd als een voortzetting van het gefailleerde Soonius. Dit gebruik maakt inbreuk op het merk SOONIUS van Van Dongen. 4.27. Het verbod tot verdere merkinbreuk zal worden toegewezen ten aanzien van zowel Soonius Logistics BV als Familie Soonius. Soonius Logistics gebruikt nog steeds het merk via de vermelding op de trailers. Familie Soonius heeft inbreuk makend gebruik gemaakt van het merk door actieve betrokkenheid bij de brief voor relaties in Scandinavië. 4.28. Familie Soonius heeft bij wijze van verweer gesteld gebruik van het teken Soonius gerechtvaardigd te achten, onder meer omdat er veel meer bedrijven zijn met het woordelement Soonius in de handelsnaam, zoals Soonius Management of Soonius Vrijetijdskleding. De voorzieningenrechter passeert dit verweer, De door Familie Soonius gegeven voorbeelden betreffen geen gebruik als merk en veelal ook geen gebruik als handelsnaam. Familie
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
10
Soonius veronachtzaamt bovendien dat de genoemde voorbeelden zien op ander diensten of waren dan door Van Dongen aangeboden en waarvoor het merk SOONIUS is ingeschreven. 4.29. Het verbod zal worden toegewezen op de wijze als hieronder verwoord. Soonius Logistics BV zal een korte termijn worden vergund om inbreuk makende tekens van al haar uitingen te verwijderen. Relatiebeding 4.30. In reconventie vordert Familie Soonius primair de algehele schorsing van het relatiebeding dat met Familie Soonius is aangegaan, subsidiair de gedeeltelijke schorsing met bepaling van een schadevergoeding en meer subsidiair de afgifte van een lijst van relaties. Familie Soonius legt aan haar primaire en meer subsidiaire vordering ten grondslag artikel 7:653 BW alsmede artikel 19 lid 3 Grondwet. 4.31. Artikel 19 lid 3 Grondwet bepaalt dat het recht op vrije keuze van arbeid wordt erkend behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. Een zodanige wettelijke beperking is opgenomen in artikel 7:653 BW. Op grond van die bepaling kan het recht op arbeid contractueel worden ingeperkt met een concurrentiebeding. 4.32. Wat daar ook van zij, het onderhavige relatiebeding is geen concurrentiebeding in de zin van artikel 7:653 BW dat de leden van Familie Soonius beperkt in hun mogelijkheden elders werkzaam te zijn. Het relatiebeding, vastgelegd in artikel 8 van de arbeidsovereenkomsten, bepaalt dat geen zakelijke contacten mogen worden aangegaan met relaties van de werkgever. Relaties in die zin zijn niet andere ondernemingen op gebied van transport of logistiek. Het staat Familie Soonius dan ook vrij een nieuwe werkgever te zoeken op dit terrein, hetgeen zij ook hebben gedaan en waaraan Van Dongen niets in de weg heeft gelegd. 4.33. Waar het onderhavige relatiebeding op ziet is een schriftelijke vastlegging van de gewone verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst, ingevolge artikel 7: 611 BW en de voortzetting daarvan voor de periode van één jaar na de beëindiging van de overeenkomst en versterkt met een boetebeding. 4.34. Het beding verbiedt aldus niet meer of minder dan het uitspannen van relaties. Mede tegen de achtergrond dat het uitspannen van relaties in het algemeen onrechtmatig is heeft Familie Soonius onvoldoende onderbouwd waarom dit beding, dat ook een bevestiging is van gebruikelijke verplichtingen uit arbeidsovereenkomst, onredelijk bezwarend is. Het primair en meer subsidiair gevorderde zal daarom worden afgewezen. 4.35. Wat haar belang is bij opgave van een lijst van relaties heeft Familie Soonius niet inzichtelijk gemaakt. Gelet op de gedragingen waarvan voorshands is uit te gaan, heeft zij goed begrepen dat het hier gaat “om alle natuurlijke en rechtspersonen waarmee de werkgever gedurende een periode van 12 maanden voorafgaande aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zakelijke contacten heeft onderhouden, daaronder begrepen (rechts)personen waarmee de werkgever in onderhandeling is (geweest) om diensten en/of producten aan te leveren”. Daaronder zijn in elk geval te rekenen werknemers van Van Dongen, ladingaanbieders en ladingontvangers.
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
11
4.36. Familie Soonius heeft des te minder belang bij deze vordering nu Van Dongen na eerste kennisname van deze wens zich bereid heeft verklaard een lijst van relaties te verstrekken. De meer subsidiaire vordering in reconventie zal dan ook worden afgewezen. proceskosten 4.37. In conventie en in reconventie is Van Dongen aan te merken als de in het gelijk gestelde partij. Soonius c.s. zal in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Deze kosten zijn voor zover zij zien op het merkenrecht en handelsnaamrecht te bepalen aan de hand van de maatstaf van artikel 1019h Rv. 4.38. Van Dongen heeft voor de gehele procedure kosten opgegeven en gespecificeerd ten bedrage van € 12.432,62. Desgevraagd heeft zij verklaard de helft daarvan toe te rekenen aan de IE grondslagen. De rechtbank zal Soonius c.s. daarom in conventie veroordelen tot betaling van de helft daarvan, zijnde € 6.216, te vermeerderen met de helft van het liquidatietarief voor het niet IE gedeelte, zijnde € 408, in totaal derhalve € 6.624. 4.39. In reconventie zal Familie Soonius worden veroordeeld in de proceskosten volgens het halve liquidatietarief zijnde € 408. 4.40. Een termijn ex artikel 1019i Rv zal worden bepaald ten aanzien van de veroordelingen op IE grondslag. 4.41.
De dwangsommen zullen worden gemaximeerd.
5.
De beslissing
De voorzieningenrechter: in conventie: 1.
gebiedt Familie Soonius om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis het met Van Dongen overeengekomen relatiebeding volledig na te leven;
2.
beveelt Soonius c.s. met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis – wat betreft Soonius Logistics BV binnen drie dagen na betekening van dit vonnis – ieder gebruik, in de Benelux, van het Benelux-merk SOONIUS, geregistreerd onder nummer 0916929, of van een daarmee overeenstemmend teken, te staken en gestaakt te houden;
3.
beveelt Soonius Logistics BV binnen drie dagen na betekening van dit vonnis ieder gebruik van de handelsnaam Soonius Logistics en van iedere handelsnaam die identiek is aan of overeenstemt met de handelsnaam Soonius Transport van Van Dongen, te staken en gestaakt te houden;
4.
veroordeelt Soonius c.s., ieder afzonderlijk, voor iedere niet nakoming van de onder 1, 2 en/of 3 gegeven bevelen, tot betaling van een dwangsom aan Van Dongen van € 10.000, voor iedere overtreding, of, naar keuze van Van Dongen, van € 1.000 voor iedere dag of deel daarvan dat Soonius c.s. met de gehele of gedeeltelijke na-
416253 / KG ZA 12-340 9 mei 2012
12
koming van deze bevelen in gebreke blijven en bepaalt het maximum van de te verbeuren dwangsommen op € 50.000 voor ieder lid van de Familie Soonius en op € 500.000 voor Soonius Logistics BV; 5.
veroordeelt Soonius c.s. hoofdelijk in de proceskosten, tot heden begroot op € 6.624;
6.
verklaart de veroordelingen sub 1 tot en met 5 uitvoerbaar bij voorraad;
7.
bepaalt ten aanzien van de veroordelingen sub 2 en 3 de termijn bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na dagtekening van dit vonnis;
8.
wijst af wat meer of anders gevorderd is;
in reconventie: 9.
wijst de vorderingen af;
10. veroordeelt Familie Soonius in de kosten van de procedure tot heden begroot op € 408; 11. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. Chr.A.J.F.M. Hensen en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2012, in het bijzijn van de griffier.