Keurmerk Geld- en waardetransport Versie 3 (juni 2014)
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Versiebeheer Versie 3 (2014) Versie 2 (2010) Versie 1 (2007) Tekstwijziging 2 juli 2015 Norm 4.1.6 (Sociaal beleid) is uitgebreid met een bepaling over het wervingsbeleid en het personeelsbeleid: keurmerkhouders moeten maatregelen nemen om criminele inmenging te voorkomen. Er geldt een overgangstermijn van 1 jaar. Iedere keurmerkhouder dient derhalve uiterlijk 2 juli 2016 aan deze bepaling te voldoen.
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3 (juni 2014) Redactie: De Nederlandse Veiligheidsbranche Gorinchem, De Nederlandse Veiligheidsbranche Uitgave: De Nederlandse Veiligheidsbranche ©De Nederlandse Veiligheidsbranche, Gorinchem Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van De Nederlandse Veiligheidsbranche. 2
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding ......................................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 2 Toepassingsgebied ........................................................................................................................................ 5 Hoofdstuk 3 Definities en begrippenkader ........................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 4 Inhoudelijke eisen en Implementatiedocument ........................................................................................... 7 4.1 Organisatie .......................................................................................................................................................... 7 4.2 Kwaliteitsbeheer .................................................................................................................................................. 9 4.3 Integriteitbeleid ................................................................................................................................................. 10 4.4 Middelenbeheer ................................................................................................................................................ 12 4.5 Dienstverlening .................................................................................................................................................. 15 Bijlage 1: Checklist ............................................................................................................................................................ 17 Bijlage 2: Informatie m.b.t. de audit ................................................................................................................................. 18 Bijlage 3: Overzicht beschermingsmaatregelen voertuigen ............................................................................................. 19
3
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Hoofdstuk 1 Inleiding Ontwikkeling keurmerken particuliere beveiligingsbranche In 2004 heeft De Nederlandse Veiligheidsbranche (onder haar toenmalige naam de Vereniging Particuliere Beveiligingsorganisaties, VPB), mede in het kader van zelfregulering, het initiatief genomen om te komen tot een keurmerk voor beveiligingsorganisaties. Dit keurmerk was een volgende stap van verdere professionalisering van de branche en bevordering van het kwaliteitsniveau. In de loop der jaren zijn er meerdere keurmerken ontwikkeld voor nagenoeg alle categorieën beveiligingswerkzaamheden: Het Keurmerk Beveiliging voor beveiligingsorganisaties die vallen onder de vergunningplicht van artikel 3a van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr), de zogenaamde ND-vergunning, Het Keurmerk Geld- en waardetransport voor de beveiligingsorganisaties vallen onder de vergunningplicht van artikel 3c van de Wpbr, de zogenaamde PGW-vergunning, Het Keurmerk Flexbedrijven voor uitzend- en/of detacheringbedrijven die zich hebben gespecialiseerd in het leveren van vakbekwaam en betrouwbaar beveiligingspersoneel. Deze flexbedrijven beschikken anders dan de reguliere uitzendorganisaties over een ND-vergunning, Het Keurmerk Particuliere Onderzoeksbureaus voor particuliere recherchebureaus die recherchewerkzaamheden verrichten en over een vergunning beschikken als bedoeld in artikel 2 lid 1 Wpbr, de zogenaamde POBvergunning, Het Keurmerk Evenementenbeveiliging voor beveiligingsorganisaties - dus beveiligingsorganisaties die beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 3a Wpbr - die als hoofdaannemer evenementen beveiligen. Het Keurmerk Horecabeveiliging voor beveiligingsorganisaties - dus beveiligingsbedrijven die beschikken over een (ND- en HND)vergunning als bedoeld in artikel 3a Wpbr - die in opdracht derden horecagelegenheden beveiligen. Keurmerk Geld- en waardetransport Het Keurmerk Beveiliging bestaat sinds 2007 en is in 2010 voor de eerste maal herzien. Overgangsregeling Keurmerk Geld- en waardetransport versie 3 Bestaande keurmerkhouders die vanwege het verloop van het certificaat opnieuw moeten worden beoordeeld, dienen te voldoen aan de eisen van het Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3. Bedrijven die het keurmerk voor het eerst willen behalen, dienen na 1 juli 2014 te voldoen aan de eisen van het Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3. Verkrijgbaarheid keurmerken en overige documenten De keurmerken en overige documenten zijn kosteloos verkrijgbaar voor iedere geïnteresseerde. De keurmerken zijn digitaal beschikbaar via de website www.keurmerken.veiligheidsbranche.nl. Overige informatie Het ‘Interpretatiedocument Keurmerken Beveiligingsbranche’ geeft uitleg daar waar onduidelijkheden zijn ten aanzien van de toepassing van de keurmerken in de praktijk. Keurmerkhouders en certificatie instellingen zijn gebonden aan de bepalingen van dit document. In het document ‘Keurmerken Beveiligingsbranche behalen en behouden’ staat beschreven wat een bedrijf moet doen om het keurmerk te behalen, te behouden en de voorwaarden die van toepassing zijn. Actuele informatie over de kosten die gemoeid zijn met de keurmerken staat in het document ‘Tarievenblad Keurmerken Veiligheidsbranche’. Informatie voor de certificatie instellingen staat in het document ‘Criteria voor certificatie instellingen en auditoren’.
4
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Hoofdstuk 2 Toepassingsgebied In de particuliere beveiligingsbranche kent de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) een categorie beveiligingsorganisaties die wordt betiteld als particulier geld- en waardetransportbedrijf. Het toepassingsgebied van het Keurmerk Geld- en waardetransport zijn de werkzaamheden die beschreven kunnen worden als het ten behoeve en in opdracht van derden vervoeren en beheren van geld en goederen van grote waarde met een beperkt volume. Dit keurmerk ziet derhalve op werkzaamheden van het bedrijf voor zover vallend onder de PGW-vergunning.
5
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Hoofdstuk 3 Definities en begrippenkader In deze keurmerkregeling worden een aantal begrippen gehanteerd zoals hieronder gedefinieerd: Aanval Een aanval kan worden omschreven als een actie waarbij criminelen de intentie hebben om waarden te verkrijgen met gebruikmaking van, ongeacht welke, bekende of verwachte aanvalsmiddelen of technieken. Bedrijf Een geld- en waardetransportbedrijf. Beveiligingsorganisatie Een organisatie die bedrijfsmatig beveiligingswerkzaamheden voor derden verricht overeenkomstig de vereisten van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Dienstverlening Voor dit keurmerk wordt onder dienstverlening ´geld- en waardetransport´ begrepen. Geld- en waardetransport Het vervoeren en beheren van geld en grote waarden met een beperkt volume. Geld- waardetransportbedrijf Een onderneming die in de uitoefening van beroep of bedrijf ten behoeve van derden geld en grote waarden met een beperkt volume vervoert, op- en overslaat. Informatiebeveiliging Het geheel van maatregelen voor een vertrouwelijke en integere opslag en beschikbaarheid van informatie, ongeacht de vorm (hard copy of digitaal). Instructie Algemene instructie De instructie voor het personeel conform artikel 9, negende lid Wpbr, die moet worden goedgekeurd door de verantwoordelijke Minister. Werkinstructie De instructie voor het beveiligingspersoneel met specificaties voor de uit te voeren beveiligingswerkzaamheden. Integriteit Op consistente wijze handhaven en invulling geven aan de ongeschondenheid, onkreukbaarheid, openheid, rechtschapenheid en eerlijkheid van de beveiligingsorganisatie en haar personeel. Klacht Formele uiting van ontevredenheid over het niet, onjuist of onvoldoende nakomen van de overeenkomst tussen beveiligingsorganisatie en opdrachtgever, zoals beschreven in de Wpbr. Opleiding Onder begeleiding en volgens vooraf vastgestelde exameneisen (laten) opleiden van personeel tot een voldoende en gewenst niveau van vakbekwaamheid. Personeel Het vast of tijdelijk personeel dat voor een beveiligingsorganisatie werkzaam is. Vergunning Vergunning afgegeven door de verantwoordelijke Minister die vereist is voor beveiligingsorganisaties om beveiligingswerkzaamheden te verrichten of aan te bieden. Voertuigen De voertuigen die ten behoeve van derden ingezet worden voor het geld- en waardetransport. 6
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Hoofdstuk 4 Inhoudelijke eisen en Implementatiedocument 4.1 Organisatie Van een keurmerkhouder wordt verwacht dat deze op een professionele wijze zijn bedrijfsvoering heeft georganiseerd, hetgeen moet leiden tot een betrouwbare, solide, continue, kwalitatief hoogwaardige en deskundige dienstverlening. In dat kader stelt het keurmerk een aantal minimum eisen waarmee een keurmerkhouder niet alleen laat zien dat hij aan alle wettelijke vereisten voldoet, maar ook zijn verantwoordelijkheden kent en neemt richting personeel, en opdrachtgevers en maatschappij. Veiligheid en begeleiding van personeel nemen een bijzondere plaats in. 4.1.1 Wettelijke vereisten (mustvraag) Het bedrijf beschikt over de vereiste vergunningen en voldoet aan de overige vereisten die de Wpbr stelt.
4.1.2 Kamer van Koophandel (mustvraag) Het bedrijf staat als beveiligingsorganisatie ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. 4.1.3 Verplichte afdrachten (mustvraag) Het bedrijf kan aantonen dat voldaan wordt aan de afdrachtverplichtingen jegens de belastingdienst, inningorganisaties van sociale verzekeringen en inningorganisaties van paritaire fondsen en pensioenfondsen in de particuliere beveiligingsbranche, ingevolge avv- en verplichtstellingprocedures.
4.1.4 Verzekeringen (mustvraag) Het bedrijf is in het bezit van een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, een ongevallenverzekering en een verzekering voor de waarden die aan het bedrijf zijn toevertrouwd tijdens transport en/of opslag. 4.1.5 Ervaring in dienstverlening (mustvraag) Het bedrijf of de organisatieleiding beschikt over aantoonbare ervaring in beveiligingswerkzaamheden.
4.1.6 Sociaal beleid (mustvraag) Het bedrijf voert een verantwoord sociaal beleid. Dit beleid voorziet tenminste in: a) De naleving van de CAO Particuliere beveiliging tenzij
Verplichte verificatiepunten: Vergunning Minister van Justitie (art. 2 & 3 Wpbr); Toestemming en procedure voor toestemming Minister van justitie m.b.t. leiding van de organisatie (art. 7, eerste lid, Wpbr); Procedure voor toestemming korpschef regionaal politiekorps m.b.t. personeel (art. 7, tweede lid, Wpbr); De wettelijke eisen m.b.t. het uniform (art. 9, eerste lid, Wpbr) en legitimatiebewijs (art. 9, achtste lid, Wpbr) zullen aan de hand van verderop vermelde eisen worden behandeld.
Verplichte verificatiepunten: Inschrijvingsbewijs KvK met juiste doelomschrijving.
Mogelijke verificatiepunten: Administratieve verklaring (bijv. betalingsbewijzen, facturen); Aansluitingsnummers betrokken organisaties (belastingdienst, fondsen, evt. UWV); Verklaring fiscus; Verklaring fondsen (Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging en Bedrijfstakpensioenfonds Particuliere Beveiliging of – indien van dispensatie sprake is – andere fondsen); Bewijs van betaling afdrachten.
Verplichte verificatiepunten: Geldige polissen; Bewijs van premiebetaling.
Mogelijke verificatiepunten: Inschrijving KvK met juiste doelomschrijving; Opdrachtbevestigingen; Facturatie; CV organisatieleiding.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): Indien CAO Particuliere Beveiliging: meest recente rapportage van het cao-controleorgaan 7
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
een gedispenseerde CAO van toepassing is; b) Het wervingsbeleid bevat maatregelen die tot doel hebben personeel te weren dat betrokken is bij (zware) criminaliteit en/of in criminele kringen verkeert; c) Het personeelsbeleid bevat voorschriften die personeel ertoe verplichten bij het bedrijf te melden dat: i. zij verkeren of zijn komen te verkeren in criminele kringen; ii. zij misdrijven hebben begaan in de onder i. bedoelde criminele kringen; iii. zij in aanraking zijn gekomen met de autoriteiten vanwege misdrijven begaan in de onder i. bedoelde criminele kringen. Het personeelsbeleid bevat op dit punt ook sanctiebepalingen; d) Een actief opleidings- en trainingsbeleid; e) Het opstellen van een sociaal jaarverslag indien wettelijk noodzakelijk; f) Het hebben van een Ondernemingsraad of PVT, indien wettelijk noodzakelijk. 4.1.7 Agressie en geweld (mustvraag) Het bedrijf heeft een beleid voor de wijze waarop in relatie tot het personeel wordt omgegaan met agressie en geweld (passief en actief) en een beleid voor traumabegeleiding.
4.1.8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (puntenvraag) Het bedrijf heeft een beleid op gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en effectueert dat. Milieumaatregelen nemen een belangrijke plaats in. Het beleid heeft als doel beïnvloeding van gedrag en verbetering of vervanging van middelen. Het beleid moet tot gevolg hebben dat het bedrijf bij iedere beslissing maatschappelijke aspecten meeweegt. a) Gedragsbeïnvloedende maatregelen kunnen zijn maatregelen om verontreiniging en uitstoot tegen te gaan, een aanname- en personeelsbeleid met antidiscriminatoire maatregelen, diversiteitbevorderende maatregelen en vergroting van de arbeidsparticipatie onder doelgroepen, maatregelen om zuiniger om te gaan met energie en papiergebruik terug te dringen (10 punten). b) Bij maatregelen gericht op middelen wordt gedacht aan een doelgericht inkoopbeleid van middelen als auto’s, uniformen, lampen, batterijen, enz. (10 punten). 4.1.9 Financiële soliditeit (mustvraag) Het bedrijf is financieel solide.
4.1.10 Business continuity (mustvraag) Het bedrijf heeft een beleid dat als doel heeft de dienstverlening die als gevolg van een calamiteit niet of niet volledig gecontinueerd kan worden, zo spoedig mogelijk te herstellen.
Sub a) Indien gedispenseerde CAO arbeidsovereenkomsten en/ of arbeidsvoorwaardelijke (bedrijfs-)reglementen, salarisstroken, uitdraai dienstroosters, administraties (personeelsadministratie en/of loonadministratie) Sub d): Opleidings-/ trainings-/ cursusbeleid; Sub e): Sociaal jaarverslag; Sub f): Ondernemingsraad of andere vorm van personeelsvertegenwoordiging.
Mogelijke verificatiepunten: Beleid, actieplannen en dagelijkse operatie. RI & E en plan van aanpak.
Mogelijke verificatiepunten: Beleid, actieplannen, voortgangsrapportages en dagelijkse operatie, actuele CO2 footprint van het bedrijf.
Verplichte verificatiepunten: Positief advies in rapport van het door de beheersorganisatie aangewezen informatiebureau.
Mogelijke verificatiepunten: Beleid, actieplannen, e.d.
9
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
4.1.11 Communicatiestructuur (mustvraag) Het bedrijf stelt een communicatiestructuur vast die waarborgt dat in het kader van de continue verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening zowel intern als met de opdrachtgever in voldoende mate overleg plaats vindt. De communicatiestructuur voorziet in elk geval in: a) Communicatie met het personeel; b) Communicatie met de opdrachtgever; c) Communicatie tussen hoofdkantoor en bedrijfsvestigingen in het land (indien aanwezig).
Mogelijke verificatiepunten: Communicatieproces (bijv. procedure, notulen, presentielijsten, opdrachtgeverdossiers, personeelsdossiers, relatiebeheersysteem), verslagen personeelsvertegenwoordigingsorgaan.
4.2 Kwaliteitsbeheer Van een keurmerkhouder wordt verwacht dat deze zich op een actieve en continue wijze werk maakt van het verbeteren van de kwaliteit van zijn dienstverlening. Om dit te bereiken beschrijft het keurmerk een aantal minimum elementen waaraan het kwaliteitsbeleid van een keurmerkhouder dient te voldoen. 4.2.1 Algemeen (mustvraag) Het bedrijf stelt een kwaliteitsbeleid vast dat in elk geval invulling geeft aan de kernwaarden integriteit en continue verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Daarnaast bevat dit kwaliteitsbeleid waarborgen voor de overige eisen zoals in dit keurmerk vermeld. Het kwaliteitsbeleid is een integraal onderdeel van het beleid van het bedrijf. 4.2.2 Klachtenmanagement (mustvraag) Het bedrijf heeft een doeltreffend en doelmatig proces van klachtenmanagement geïmplementeerd waardoor: a) Het voor de opdrachtgevers en betrokkenen duidelijk is hoe en bij wie hij een klacht kan indienen; b) Het bedrijf in staat is om klachten af te handelen op consistente, systematische en ontvankelijke wijze, voor de klager en de eigen organisatie; c) Het bedrijf in staat is om trends in klachten te identificeren en de oorzaak van de klachten weg te nemen. 4.2.3 Klantevaluatie (mustvraag) Het bedrijf heeft een systeem dat structureel en gestructureerd de klanttevredenheid van zijn opdrachtgevers evalueert. In het systeem is plaats voor een onderscheid tussen grote en kleine opdrachtgevergroepen. Het bedrijf houdt met opdrachtgevers uit de groep grote opdrachtgever minimaal 2 maal per kalenderjaar een evaluatie, tenzij de opdrachtgever anders wenst. Het bedrijf evalueert regelmatig en op afdoende wijze de klanttevredenheid van de groep kleine opdrachtgevers. De evaluatie heeft minimaal betrekking op de volgende aspecten: a) De dienstverlening (inhoudelijk en kwalitatief); b) De personele invulling (inhoudelijk en kwalitatief); c) De communicatie(structuur) met de opdrachtgever;
Verplichte verificatiepunten: Schriftelijk kwaliteitsbeleid (betreft minimaal een verklaring van de directie over de wijze waarop het bedrijf omgaat met kwaliteit en de wijze waarop dat onderdeel vormt van de uitvoering van de dienstverlening) of certificaat ISO 9001.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): Overeenkomst, algemene voorwaarden, procedures; Sub b): Procedure; Sub c): Procedure.
Mogelijke verificatiepunten: Opdrachtgeverdossiers en/of relatiebeheerssysteem; Steekproef aan de hand van schriftelijke terugkoppeling aan opdrachtgever (minimaal 3); Opdrachtgeverdossiers en/of relatiebeheerssysteem.
9
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
d) De naleving van het integriteitbeleid en eventueel specifieke integriteitwaarborgen; e) De klanttevredenheid; f) De financiële aangelegenheden. Indien de opdrachtgever uit de groep grote opdrachtgevers met de evaluatie opmerkingen maakt, geeft het bedrijf een terugkoppeling. Deze terugkoppeling bevat tevens een aanduiding van de onderwerpen die voor een verbetertraject in aanmerking komen en de uiteindelijke resultaten daarvan. Het bedrijf verantwoordt het systeem en de gemaakte keuzes.
4.2.4 Verbeterproces (mustvraag) Het bedrijf werkt aan continue verbetering van de dienstverlening. Daartoe heeft de organisatie een verbeterproces ingericht dat minimaal bestaat uit de volgende elementen: a) Meten; b) Analyseren; c) Verbeteren.
Mogelijke verificatiepunten: Procedures (voor een extra toelichting, zie bijlage 1); Documenten (zoals kwaliteitsbeoordelingen, actielijsten, plannen van aanpak, beschrijving van verbeterproject).
4.3 Integriteitbeleid Betrouwbaarheid als opdrachtnemer en integere dienstverlening zijn uiterst belangrijke waarden in de particuliere beveiliging. Om dit te kunnen waarmaken wordt van een keurmerkhouder geacht dat deze een samenhangend geheel van integriteitbevorderende maatregelen neemt. In het integriteitbeleid geeft het bedrijf uitdrukking aan de bedoelingen en uitgangspunten m.b.t. het gewenste integriteitniveau en de realisatie daarvan. 4.3.1 Algemeen (mustvraag) Het bedrijf heeft een integriteitbeleid vastgesteld.
4.3.2 Analyse en verbeteren (mustvraag) Het bedrijf stelt op reguliere basis haar integriteitrisico’s vast.
4.3.3 Uitvoering van de dienstverlening (mustvraag) De dienstverlening van geld- en waardetransportbedrijf wordt uitgevoerd met inachtneming van het integriteitbeleid. 4.3.4 Bescherming vertrouwelijke middelen (mustvraag) Het bedrijf zorgt ervoor dat de middelen van de opdrachtgever in voldoende mate worden beschermd. Hiertoe stelt het bedrijf schriftelijke regels op die minimaal het volgende bepalen: a) Een regeling die waarborgen stelt aan de beveiliging, de toegankelijkheid en de opslag van deze vertrouwelijke gegevens in gebouwen, opslagruimten en opslagmiddelen, digitale
Verplichte verificatiepunten: Schriftelijk integriteitbeleid (betreft minimaal een verklaring van de directie over de wijze waarop het bedrijf omgaat met integriteit en de wijze waarop dat onderdeel vormt van de uitvoering van de dienstverlening).
Mogelijke verificatiepunten: Proces van analyse; Evaluatie van de analyse; Directiebeoordeling; Correctieve maatregelen of actieplan.
Mogelijke verificatiepunten: Integriteitbeleid aantoonbaar geïmplementeerd in bedrijfsprocessen, documenten, enz.
Mogelijke verificatiepunten: Procedures.
10
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
opslagmiddelen en voertuigen van het bedrijf; b) De regeling bevat bepalingen over de bewaartermijn van de vertrouwelijke gegevens; c) De afgifte van een geheimhoudingsverklaring door het bedrijf aan opdrachtgever; d) Een regeling voor de uitgifte van geheimhoudingsverklaringen van het beveiligingspersoneel. 4.3.5 Informatiebeveiliging (5 punten) Het bedrijf zorgt ervoor dat de vertrouwelijke informatie in voldoende mate worden beschermd. Hiertoe stelt het bedrijf schriftelijke regels op die minimaal het volgende bepalen: a) Een regeling die waarborgen stelt aan de beveiliging, de toegankelijkheid en de opslag van deze informatie; b) De regeling bevat bepalingen over de bewaartermijn van deze informatie; c) De afgifte van een geheimhoudingsverklaring door het bedrijf aan opdrachtgever; d) Een regeling voor de uitgifte van geheimhoudingsverklaringen van het personeel. 4.3.6 Bescherming persoonsgegevens (mustvraag) Het bedrijf zorgt ervoor dat persoonsgegevens in voldoende mate worden beschermd. Hiertoe stelt het bedrijf schriftelijke regels die minimaal bepalen: a) Welke gegevens het betreft; b) De doeleinden waarvoor deze gegevens mogen worden gebruikt; c) Wie geautoriseerd wordt voor welke gegevens; d) De bewaartermijn van deze gegevens; e) De wijze van vernietiging van deze gegevens. 4.3.7 Personeel (mustvraag) Het bedrijf stelt met betrekking tot hun personeel schriftelijke regels vast inzake: a) Het aannamebeleid voor giften, geschenken en gunsten; b) Het hebben en verrichten van nevenwerkzaamheden; c) De omgang en gebruik van eigendommen en middelen van de opdrachtgever, waaronder in elk geval beschreven wordt het gebruik van telefoon, internet en e-mail; d) Ongewenste omgangsvormen. 4.3.8 Oneigenlijk gebruik uniform en legitimatiebewijs (mustvraag) Het bedrijf heeft een regeling die waarborgen stelt ter voorkoming van oneigenlijk gebruik door het beveiligingspersoneel van uniform en legitimatiebewijs tijdens en na beëindiging van het dienstverband. 4.3.9 Sancties (mustvraag) Het integriteitbeleid bevat een sanctiebeleid.
Mogelijke verificatiepunten: Procedures.
Mogelijke verificatiepunten: Bevestiging incl. meldingsnummer van CBP inzake WBP-aanmelding verwerking persoonsgegevens; Procedures.
Mogelijke verificatiepunten: Algemene instructie; Procedures; Personeeldossiers.
Mogelijke verificatiepunten: Algemene instructie; Specifiek reglement; Arbeidsovereenkomst.
Mogelijke verificatiepunten: Procedure; Dossiers. 11
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
4.4 Middelenbeheer Een betrouwbare, solide, continue, kwalitatief hoogwaardige en deskundige dienstverlening wordt niet alleen bereikt d.m.v. een professionele bedrijfsvoering en een adequaat kwaliteit- en integriteitbeleid. Van een keurmerkhouder wordt tevens verwacht dat deze op een verantwoorde wijze omgaat met zijn middelen. Het belangrijkste ‘middel’ van een beveiligingsorganisatie is zijn personeel; beveiliging is mensenwerk! Het personeel dient deskundig, betrouwbaar, voldoende opgeleid en afdoende beschermd te zijn. Ten aanzien van de bescherming van de eigendommen van de opdrachtgever en een aantal middelen zoals gebouwen, voertuigen, gelddegradatiesystemen en communicatiemiddelen wordt in dit keurmerk een minimum kwaliteitsniveau geformuleerd. 4.4.1 Vakbekwaamheid en screening personeel (mustvraag) a) Het bedrijf hanteert een werkwijze die ervoor zorgt dat voor de dienstverlening voldoende opgeleid, deskundig en betrouwbaar personeel wordt ingezet. De werkwijze regelt minimaal dat: i. Ten aanzien van het ingezette personeel aan alle wettelijke vereisten wordt voldaan; ii. Personeel over het vereiste opleidingsniveau beschikt, met inachtneming van Sub iii en iv van dit artikel; iii. Personeel dat niet beschikt over het diploma Beveiliger 2 aantoonbaar de praktijkopleiding voor dit diploma volgt; iv. Personeel als bedoeld onder iii. binnen de daarvoor geldende termijn over het diploma Beveiliger 2 beschikt; v. Personeel aantoonbaar over het vereiste legitimatiebewijs (conform art. 9, achtste lid, Wpbr) beschikt; vi. Personeel tijdig in kennis wordt gesteld van de geldende werkinstructies. b) Het bedrijf hanteert een werkwijze op basis waarvan periodiek wordt beoordeeld of het vaste personeel moet worden her- of bijgeschoold. c) Het bedrijf hanteert een werkwijze die waarborgt dat personeel niet eerder wordt ingezet dan nadat is vastgesteld dat aan het vereiste opleidingsniveau wordt voldaan. 4.4.2 Beveiliging op locatie (mustvraag) a) Met betrekking tot de locatie die door het voertuig wordt aangedaan, zorgt het bedrijf in overleg met de opdrachtgever voor een veilige overdrachtssituatie waarbij aandacht is voor de bescherming van risico’s van het eigen personeel, dat van de opdrachtgever en het aanwezige publiek. b) In het Overzicht beschermingsmaatregelen voertuigen (bijlage 3)staan eisen vermeld ten aanzien van de communicatiemiddelen van geldloper die zich in het kader van de dienstverlening buiten het voertuig begeeft, het systeem waarmee het geld buiten het voertuig wordt vervoerd en het systeem dat het geld onbruikbaar moet maken.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a i t/m v): Procedure en steekproef uit personeelsdossier; Sub a vi): Vast agendapunt bij werkoverleg, bewijs uit notulen, presentielijst; Sub b): Beoordeling van medewerkers; Sub c): Op enigerlei wijze aantoonbaar (bijv. procedure, inwerkformulier, enz.).
Mogelijke verificatiepunten: Schriftelijk beleid, procedures, opdrachtgeverdossier;
12
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
4.4.3 Eisen aan voertuigen (mustvraag) a) Het bedrijf waarborgt dat de voertuigen die in gezet worden voor geld- en waardetransport voldoen aan de eisen van de Wpbr aanverwante regelgeving en de eisen die staan vermeld in het Overzicht beschermingsmaatregelen voertuigen (bijlage 3). Er zijn diverse categorieën voertuigen en voor elke categorie gelden specifieke eisen. b) Daarnaast draagt het bedrijf zorg voor: i. Voldoen aan de eisen vanuit de Wegenverkeerswet; ii. Periodiek onderhoud; iii. Onmiddellijke reparatie bij enige vorm van uitval of storing; iv. Rapportage aan NIWO t.b.v. de statistiek wegverkeer. 4.4.4 Eisen aan bedrijfsgebouwen (mustvraag) a) De gebouwen van het bedrijf voldoen aan de volgende veiligheidseisen: Een goed functionerend CCTV systeem; Een beveiligde CCTV opslag; Een systeem voor toegangscontrole; Een goed functionerend terreindetectiesysteem; Een alarmsysteem en een back-up alarmsysteem; Overvalmelders op diverse plaatsen; Noodaggregaat en UPS; Gecontroleerde uitgifte en inname van sleutels. b) De gebouwen van het bedrijf waar de op- en overslag van waarden plaatsvindt is beveiligd. De beveiliging voldoet minimaal aan de volgende eisen: Er is elektronische detectie van indringers voorzien op het vroegst mogelijke moment van betreding van het terrein of gebouw waarin de waarde zich bevindt. Er zijn maatregelen genomen tegen rammen met behulp van zware voertuigen van de ruimte waarin zich de waarde bevindt. De ruimte waarin de waarden wordt opgeslagen is door minimaal twee barrières afgescheiden van de buitenzijde van het pand. Deze barrières zullen beveiliging moeten bieden tegen een aanval met explosieven. Het bedrijf heeft hiertoe eisen gesteld aan de explosieweerstand. De ruimten waarin op- en overslag van waarden plaatsvindt zijn voorzien van vertragingsmiddelen die het wegnemen van waarden bemoeilijken. Geen enkele deur in de buitenmuur van het pand mag direct toegang geven tot een ruimte waarin zich waarde, niet zijnde munten, bevindt. Dit geldt ook als deze deur uitkomt op het beveiligde terrein van het bedrijf. Rondom het pand en in het pand zijn camera’s aangebracht waarmee het bedrijf voldoende toezicht op bewegingen kan houden. De camera’s zijn aangesloten op een opnamesysteem. De opnames worden minimaal
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): o Inrichtings- en uitvoeringseisen; o Testcertificaten van het gebruikte staal, glas hang en sluitwerk, door een onafhankelijk, gecertificeerd instituut; o Fabricageprotocol en kwaliteitsrapportages; o Steekproef op vervoersadministratie Sub b): o Onderhoudsadministratie; o Documenten (NIWO rapportage, APK keuringsrapporten).
Mogelijke verificatiepunten: Functionele voorwaarden t.a.v.: Het bouwkundige ontwerp in relatie tot de aanvalsscenario’s; Testrapporten van de gebruikte beveiligingsmiddelen; Inrichting van buitenterrein; Toegangscontrole en registratie; Inrichting van het Laad / losgebied; Inrichting van ruimte voor op- en overslag Inrichting van de kluis / kluisvoorruimte; Eisen aan alarminstallatie; Plaatsing van een noodstroom-aggregaat met UPS; Sleutelplan en sleutelmanagement; Voorzieningen aan de toegang tot serverruimten; Beveiligde CCTV opslag en opslagduur; Periodieke securityaudit door een onafhankelijk instituut; Uitvoering geven aan “Standaard Operating Procedures”; Een getest Crisis management plan.
13
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
een maand bewaard en zijn van dusdanige kwaliteit dat de beelden bruikbaar zijn. Het betreden van de ruimte waarin de waarden zich bevinden kan alleen op legale wijze door middel van een éénpersoonstoegangssysteem in combinatie met interlock van deuren. Directe toegang is alleen mogelijk voor daartoe geautoriseerde personen.
4.4.5 Transport geld over straat (mustvraag) Indien het bedrijf voor looptransporten van bankbiljetten gebruik maakt van systemen die tot doel hebben het geld onbruikbaar te maken, geldt het volgende: a) Het personeel is geïnstrueerd voor het gebruik van het systeem. b) Het bedrijf heeft een werkwijze die ervoor zorgt dat er een regelmatige controle is op toepassing en blijvende bruikbaarheid van het systeem. c) In het Overzicht beschermingsmaatregelen voertuigen (bijlage 3)staan eisen vermeld ten aanzien van het systeem.. 4.4.6 Communicatiemiddelen (mustvraag) a) De communicatiemiddelen waar het bedrijf gebruik van maakt voldoen aan de wettelijke vereisten. b) Het bedrijf stelt gebruikersvoorschriften vast voor de communicatiemiddelen die voor de dienstverlening worden gebruikt. c) Het bedrijf heeft een werkwijze die ervoor zorgt dat communicatiemiddelen die voor de dienstverlening worden gebruikt, aan de geldende eisen voor gebruik blijven voldoen. 4.4.7 Veiligheidsmiddelen (mustvraag) Indien en voor zover bij de uitvoering van de dienstverlening gebruik wordt gemaakt van veiligheidsmiddelen stelt het bedrijf schriftelijke regels vast voor: a) De uitgifte van de veiligheidsmiddelen; b) Het gebruik van de veiligheidsmiddelen; c) De controle van de veiligheidsmiddelen op van toepassing zijnde eisen en bruikbaarheid. 4.4.8 Uniformen (5 punten) Het bedrijf stelt met inachtneming van de wettelijke regels, voorschriften vast voor de uitgifte en het gebruik van uniformen en andersoortige bedrijfskleding die voor de uitvoering van de dienstverlening worden gebruikt.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): Voorschriften en instructie; Sub b): Werkwijze in procedure opgenomen.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): Testrapport (van een onafhankelijk instituut) dat verklaart dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Sub b): Werkwijze in procedure opgenomen; Sub c): Protocollen, interne instructie bij optreden van storingen, uitwijkplan.
Mogelijke verificatiepunten: Procedure; Service Level Agreement (SLA).
Mogelijke verificatiepunten: Goedkeuring Ministerie conform art. 9, eerste lid, Wpbr; Algemene instructie; Procedure (bijv. kledingreglement, arbeidsovereenkomst, (bedrijfs)arbeidsvoorwaardenreglement).
14
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
4.5 Dienstverlening Een professionele, deskundige en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening begint niet pas bij aanvang van de dienstverlening. De dienstverlening van een keurmerkhouder vangt aan in de precontractuele fase en loopt tot en met de beëindiging van het contract. Van een keurmerkhouder wordt verwacht dat deze duidelijkheid en helderheid hoog in het vaandel draagt ten aanzien van de inhoud van de dienstverlening en de voorwaarden waartegen de dienstverlening wordt verricht, en dat blijk wordt gegeven van zijn deskundigheid. Voorts wordt als belangrijke waarde beschouwd dat een keurmerkhouder de dienstverlening levert die is afgesproken en dat na beëindiging van de dienstverlening relevante zaken op een correcte wijze worden afgewikkeld. 4.5.1 Offerte (mustvraag) a) Het bedrijf stelt een schriftelijke offerte op. b) De offerte bevat in elk geval een beschrijving van de volgende aspecten: i. De inhoud van de dienstverlening; ii. De looptijd van de offerte; iii. Het beleid van verlenging en beëindiging van de dienstverlening; iv. De tarieven, inclusief een beschrijving van de dienstverlening die onder deze tarifering wordt begrepen; v. Overige kosten zoals extra colo en extra verzekeringen; vi. De wijze van facturering; vii. De methodiek van indexering; viii. De regeling inzake extra transporten; ix. De aansprakelijkheidsverdeling; x. Termijnen van ophalen; xi. Termijnen van afstorten; xii. Afspraken inzake communicatie en evaluatie; xiii. Afspraken met betrekking tot behandeling van klachten en borging van verbeteracties. xiv. Een verwijzing naar de Algemene (leverings)voorwaarden; xv. Een verwijzing naar het integriteitbeleid van het bedrijf. c) In spoedeisende gevallen stelt het bedrijf geen offerte op maar kan worden volstaan met een ondertekende opdrachtbevestiging. 4.5.2 Opdrachtbevestiging (mustvraag) a) Het bedrijf stelt een schriftelijke opdrachtbevestiging op en laat deze ter akkoord door de opdrachtgever ondertekenen. b) De opdrachtbevestiging bevat in elk geval een verwijzing naar de offerte en een beschrijving van minimaal de volgende aspecten: i. De wijze van facturering; ii. De communicatiestructuur met de opdrachtgever; iii. De klachtenregeling. iv. Afspraken inzake arbeidsomstandigheden en veiligheid; v. Alle klantspecifieke afspraken.
Mogelijke verificatiepunten: Sub a): Steekproefsgewijs o.b.v. offertes; Sub b): Steekproefsgewijs uit opdrachtgeverdossiers o.b.v. uitgebrachte offertes; Sub c): Steekproefsgewijs uit opdrachtgeverdossiers o.b.v. uitgebrachte offertes.
Mogelijke verificatiepunten: Steekproefsgewijs uit opdrachtgeverdossiers o.b.v. uitgebrachte opdrachtbevestigingen.
16
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
4.5.3 Aanvang dienstverlening (mustvraag) Met betrekking tot het inrichten en leveren van de dienstverlening in de opstartfase, stelt het bedrijf een plan van aanpak op. Dit plan van aanpak wordt met de opdrachtgever gecommuniceerd en voorziet in alle overeengekomen operationele afspraken. In spoedeisende situaties met een calamiteitenkarakter volstaat een plan van aanpak op basis van een checklist. 4.5.4 Werkinstructies (mustvraag) Voor de beveiligingswerkzaamheden maakt het bedrijf gebruik van werkinstructies. De werkinstructie bevat instructies voor het personeel met specificaties voor de uit te voeren taken. 4.5.5 Incidenten (15 punten) Het bedrijf heeft een werkwijze die ervoor zorgt dat relevante incidenten die gebeuren tijdens de beveiligingswerkzaamheden, worden geregistreerd en na een analyse daarvan worden besproken met de opdrachtgever en indien nodig met de lokale autoriteiten. 4.5.6 Beëindiging van de dienstverlening (mustvraag) Bij beëindiging van de dienstverlening dragen het bedrijf en de opdrachtgever over en weer de informatie en eigendommen over, overeenkomstig de gemaakte afspraken.
Mogelijke verificatiepunten: Plan van aanpak waarin minimaal is vastgelegd welke afspraken zijn vastgelegd en hoe deze inhoud krijgen.
Mogelijke verificatiepunten: Werkinstructies.
Mogelijke verificatiepunten: Procedures; Opdrachtgeverdossiers en/of relatiebeheersysteem, vast agendapunt in overleg met opdrachtgevers.
Mogelijke verificatiepunten: Procedure; Overeenkomst; Evt. ontvangstdocument
16
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Bijlage 1 Checklist Op basis van de checklist kan een bedrijf bepalen of aan alle vereisten wordt voldaan die het keurmerk stelt. Inhoudelijke eisen 4.1 Organisatie 4.1.1 Wettelijke vereisten 4.1.2 Kamer van Koophandel 4.1.3 Verplichte afdrachten 4.1.4 Verzekeringen 4.1.5 Ervaring in dienstverlening 4.1.6 Sociaal beleid 4.1.7 Agressie en geweld 4.1.8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 4.1.9 Financiële soliditeit 4.1.10 Business continuity 4.1.11 Communicatiestructuur 4.2 Kwaliteitsbeheer 4.2.1 Algemeen 4.2.2 Klachtenmanagement 4.2.3 Klantevaluatie 4.2.4 Verbeterproces 4.3 Integriteitbeleid 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Analyse en verbeteren 4.3.3 Uitvoering dienstverlening 4.3.4 Bescherming vertrouwelijke middelen 4.3.5 Informatiebeveiliging 4.3.6 Bescherming persoonsgegevens 4.3.7 Personeel 4.3.8 Oneigenlijk gebruik uniform en legitimatiebewijs 4.3.9 Sancties 4.4 Middelenbeheer 4.4.1 Vakbekwaamheid en screening personeel 4.4.2 Beveiliging op locatie 4.4.3 Eisen aan voertuigen 4.4.4 Eisen aan bedrijfsgebouwen 4.4.5 Eisen aan systeem voor transport waarden over straat 4.4.6 Communicatiemiddelen 4.4.7 Veiligheidsmiddelen 4.4.8 Uniformen 4.5 Dienstverlening 4.5.1 Offerte 4.5.2 Opdrachtbevestiging 4.5.3 Aanvang dienstverlening 4.5.4 Werkinstructies 4.5.5 Incidenten 4.5.6 Beëindiging dienstverlening
Mustvraag
Ja/nee
Puntenvraag
Aantal
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja 20 punten Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja 5 punten Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja 15 punten Ja Score: Vereist:
35 x ja
Behaalde score: Minimaal vereist:
30
17
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Bijlage 2 Informatie m.b.t. de audit Inleiding Deze bijlage bevat informatie die betrekking heeft op de audit. Het document ‘Keurmerken Beveiligingsbranche behalen en behouden’ bevat alle relevante informatie over het behalen en behouden een van de keurmerken van de Keurmerken Beveiligingsbranche. Must- en puntenvragen Om voor dit keurmerk in aanmerking te komen, dient minimaal te worden voldaan aan de volgende eisen: 100% score op de mustvragen; 70% score op de puntenvragen (= minimaal 30 punten van de 40 beschikbare punten) Voor de telling van de puntenvragen geldt de volgende systematiek: bij het voldoen aan de norm wordt de maximale score behaald; bij niet voldoen aan de norm worden er geen punten gescoord. Daarnaast zijn er twee voorwaardelijke mustvragen. Indien het onderwerp van de eis op het bedrijf van toepassing is, is ook deze eis verplicht. Auditduur De duur van de audit dient te worden vastgesteld op basis van onderstaande tabellen. Daarnaast geldt het volgende: De tijdsbesteding heeft betrekking op onderzoek en verslaglegging en is exclusief reistijd. De initiële audit en herbeoordelingsaudit is altijd een documentenonderzoek op (hoofd)kantoor. De vervolgaudits worden deels op kantoor, deels op objectlocatie(s) gehouden. Daarbij geldt het regime dat minimaal 0,5 dag wordt besteed aan documentenonderzoek op (hoofd)kantoor gemeten over beide vervolgaudits. De kortere auditduur vanwege het ISO-certificaat geldt alleen wanneer de certificatie instelling de audit op zowel dit keurmerk als de ISO-audit verricht. Wanneer tegelijk met de audit op dit keurmerk, audits op andere keurmerken van de Keurmerken Veiligheidsbranche plaatsvinden, geldt voor ieder ander keurmerk een auditduur van 0,5 dag. Initiële audit en herbeoordeling Niet- ISO9001-2008 gecertificeerd bedrijf < 50 fte 1 dag < 1.000 fte 1,5 dag > 1.000 fte 2 dagen
ISO9001-2008 gecertificeerd bedrijf < 50 fte 1 dag < 1.000 fte 1 dag > 1.000 fte 1,5 dagen
Jaarlijkse vervolgaudit Niet- ISO9001-2008 gecertificeerd bedrijf < 50 fte 0,5 dag < 1.000 fte 1 dag > 1.000 fte 1,5 dagen
ISO 9001-2008 gecertificeerd bedrijf < 50 fte 0,5 dag < 1.000 fte 0,5 dag > 1.000 fte 1 dag
18
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Bijlage 3 Overzicht beschermingsmaatregelen voertuigen Soorten waardetransport De navolgende vormen van waardetransport worden onderscheiden: Type A
Transport van hoge waarden, waarbij tijdens een rit meerdere malen wordt gestopt voor het verrichten laad- en loshandelingen en personeel het voertuig verlaat in publieke, onbeveiligde ruimten.
Type B
Transport van hoge waarden, waarbij laad- en loshandelingen uitsluitend plaatsvinden in beveiligde ruimten. Personeel kan de ruimte waarin zich de waarde bevindt alleen betreden tijdens de laad- en loshandelingen.
Type C
Transport van grote hoeveelheden muntgeld.
Type D
Transport van muntgeld en beperkte waarden ten behoeve van de servicing van parkeer- en kaartautomaten.
Type E1
Transport van beperkte waarden, waarbij tijdens een rit meerdere malen wordt gestopt voor het verrichten laad- en loshandelingen en personeel het voertuig verlaat in publieke, onbeveiligde ruimten. Uitgevoerd met ongepantserd voertuig.
Type E2
Transport van beperkte waarden, waarbij tijdens een rit meerdere malen wordt gestopt voor het verrichten laad- en loshandelingen en personeel het voertuig verlaat in publieke, onbeveiligde ruimten. Uitgevoerd met gepantserd voertuig.
Ballistische standaarden De ballistische standaarden die van toepassing zijn en waaraan gerefereerd wordt in navolgende tabel zijn ontleend aan de volgende normen: alle materialen behalve glas : EN1522:1998 Ramen, deuren, luiken en zonneschermen - Kogelwerendheid - Eisen en classificatie. beproevingsmethodes: EN1523:1998 Ramen, deuren, luiken en zonneschermen - Kogelwerendheid Beproevingsmethode. Voor glas: EN1063:2000 Glas voor gebouwen - Beveiligingsbeglazing - Beproeven en classificatie van de kogelwerendheid Daar waar in het algemeen een ballistische klasse met FB begint, dient voor glas in plaats van FB BR te worden gelezen. FB4+ (resp BR4+) wordt niet in de bovengenoemde normen genoemd maar is een in de industrie gebruikelijke aanduiding voor de ballistische klasse die overeenkomt met de AK47. De munitie staat genoemd in de tabel A.1 in annex A van de EN1522 bij kaliber 7,62x39 (regel 6 in de tabel). Voluit dient daarvoor de volgende munitiespecificatie te worden aangehouden: AK 47 Kalashnikov, volledige stalen mantel, spitse punt, stalen kern met lood, M43 – afmeting patroon 7,62 x 39 mm –gewicht projectiel 7,97 x10-3kg (123 grains) – snelheid 700 m/s.
19
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3
Art.
Type A
Type B
Type C
Type D
Type E1
Type E2
1
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste twee personen. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van waardetransport. Het volledige voertuig is beveiligd met materiaal dat voldoet aan de volgende ballistische standaarden: Voorkant, zijkanten en achterkant: FB4+ Dak, bodem: FB4 Tussenwanden: FB3 De transparante delen voldoen aan een gelijkwaardige ballistische norm. Van alle gebruikte materialen kan de waardetransporteur geldige certificaten overleggen.
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste twee personen. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van waardetransport. De volledige cabine van het voertuig is beveiligd met materiaal dat voldoet aan de volgende ballistische standaarden: Voorkant, zijkanten en achterkant: FB4+ Dak, bodem: FB4 Tussenwanden: FB3 De transparante delen voldoen aan een gelijkwaardige ballistische norm. Het laadcompartiment van het voertuig is beveiligd tegen opensnijden met behulp van professionele apparatuur zoals slijptollen. Van alle gebruikte materialen kan de waardetransporteur geldige certificaten overleggen. In het voertuig is voor iedere inzittende een universeel gasmasker aanwezig.
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste twee personen. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van muntgeldvervoer De volledige cabine van het voertuig is beveiligd met materiaal dat voldoet aan de volgende ballistische standaarden: Voorkant, zijkanten en achterkant: FB4+ Dak, bodem: FB4 Tussenwanden: FB3 De transparante delen voldoen aan een gelijkwaardige ballistische norm. Van alle gebruikte materialen kan de waardetransporteur geldige certificaten overleggen.
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste twee personen. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van automatenservicing. De ramen en deuren van het voertuig zijn beveiligd tegen inbraak. De achterdeuren kunnen uitsluitend worden geopend op de vestiging van de waardetransporteur.
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste één persoon. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van waardetransport. N.v.t.
Elk transport wordt uitgevoerd door tenminste één persoon. Zendingen worden uitsluitend vervoerd wanneer deze verzekerd zijn door de vervoerder, de verzender of de ontvanger, waarbij ook het verhaalsrecht van de assuradeuren op de vervoerder gedekt is. De voertuigen zijn voorzien van een duidelijk leesbare tekst – minimale letterhoogte 10cm – aan alle zijden van het voertuig waarmee kenbaar wordt gemaakt dat sprake is van waardetransport. Het volledige voertuig is beveiligd met materiaal dat voldoet aan de volgende ballistische standaarden: Voorkant, zijkanten en achterkant: FB4+ Dak, bodem: FB4 Tussenwanden: FB3 De transparante delen voldoen aan een gelijkwaardige ballistische norm. Van alle gebruikte materialen kan de waardetransporteur geldige certificaten overleggen.
In het voertuig is voor iedere inzittende een universeel gasmasker aanwezig.
N.v.t.
N.v.t.
In het voertuig is voor iedere inzittende een universeel gasmasker aanwezig.
2
3
4
5
In het voertuig is voor iedere inzittende een universeel gasmasker aanwezig.
20
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3 Art.
Type A
Type B
Type C
Type D
Type E1
Type E2
6a
De deur waarmee de geldloper het voertuig verlaat, dan wel betreedt, mag geen toegang verlenen tot het compartiment waarin zich een achterblijvend personeelslid bevindt. De deuren en luiken zijn tijdens een vervoer uitsluitend vanuit het voertuig te bedienen. De zijruiten mogen, tenzij voor gebruik als vluchtopening, niet door de bemanning worden geopend. De voertuigen zijn tenminste in twee compartimenten onderverdeeld, waarvan alle toegangsdeuren zijn voorzien van een interlock systeem. Zendingen zijn beschermd door plaatsing in afzonderlijke opbergeenheden. Deze opbergeenheden bieden bij gebruikmaking van handgebruikte breek- en snijwerktuigen een totale braakwerendheid van 15 minuten. Het ontgrendelingssysteem van de opbergeenheden is zodanig uitgevoerd dat de totale lading niet vrijwillig of gedwongen binnen een totaaltijd van 15 minuten vrijgegeven kan worden.
De deur waarmee de geldloper het voertuig verlaat, dan wel betreedt, mag geen toegang verlenen tot het compartiment waarin zich een achterblijvend personeelslid bevindt. De deuren en luiken zijn tijdens een vervoer uitsluitend vanuit het voertuig te bedienen. De zijruiten mogen, tenzij voor gebruik als vluchtopening, niet door de bemanning worden geopend. De laadruimte is volledig afgesloten van de cabine
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Het voertuig is dusdanig geconstrueerd dat slechts één geautoriseerde persoon het voertuig kan betreden.
De deuren en luiken zijn tijdens een vervoer uitsluitend vanuit het voertuig te bedienen. De zijruiten mogen, tenzij voor gebruik als vluchtopening, niet door de bemanning worden geopend. De laadruimte is volledig afgesloten van de cabine
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Het muntgeld wordt vervoerd in afgesloten containers
Het geld wordt vervoerd in geldwisselcontainers. In het voertuig worden deze containers opgeborgen op een van de volgende wijzen: In een van de compartimenten van een in het voertuig aanwezige braakwerende kluis In een afstortkluis waarbij de containers via een automatisch systeem worden geleegd in een compartiment In een rek en via een braakwerend systeem in dit rek vergrendeld. Elk compartiment mag ten hoogste één container met biljetten bevatten
De voertuigen zijn uitgerust met een systeem dat in geval van calamiteiten het geld onbruikbaar maakt. Hierbij dienst 90% van de aanwezige biljetten zodanig te worden beschadigd dat deze niet meer voor het betalingsverkeer geschikt zijn.
De zijruiten mogen, tenzij voor gebruik als vluchtopening, niet door de bemanning worden geopend. De voertuigen zijn tenminste in twee compartimenten onderverdeeld, waarvan alle toegangsdeuren zijn voorzien van een interlock systeem. Zendingen zijn beschermd door plaatsing in afzonderlijke opbergeenheden. Deze opbergeenheden bieden bij gebruikmaking van handgebruikte breek- en snijwerktuigen een totale braakwerendheid van 15 minuten Het ontgrendelingssysteem van de opbergeenheden is zodanig uitgevoerd dat de totale lading niet vrijwillig of gedwongen binnen een totaaltijd van 15 minuten vrijgegeven kan worden.
6b
6c
6d
7
21
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3 Art.
Type A
Type B
Type C
Type D
Type E1
Type E2
8a
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. Het voertuig is tenminste met één vluchtluik uitgerust.
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. Het voertuig is tenminste met één vluchtluik uitgerust.
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. Het voertuig is tenminste met één vluchtluik uitgerust.
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. N.v.t.
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. N.v.t.
De voertuigen zijn uitgerust met een communicatiesysteem waarmee communicatie mogelijk vanuit het gehele werkgebied met een centraal punt. In geval van een calamiteit kan binnen enkele seconden een verbinding tot stand worden gebracht. De voor zend- en ontvangstapparatuur benodigde antenne is in voldoende mate beschermd tegen geweld en sabotage. De geldloper beschikt buiten het voertuig over een communicatiemiddel waarmee hij in directe verbinding met het voertuig en/of het centrale punt staat. De voertuigen zijn uitgerust met een systeem waarmee vanuit een centraal punt voortdurend de positie van het voertuig kan worden vastgesteld. In ieder compartiment is een voorziening aangebracht waarmee een alarm kan worden veroorzaakt. Dit alarm leidt minimaal tot een signalering op het centrale punt. Er wordt zo veel mogelijk een willekeurig wisselende bemanning op verschillende, variërende routes ingezet. Het voertuig is tenminste met één vluchtluik uitgerust.
8b
8c
8d
9
10
22
Keurmerk Geld- en waardetransport, versie 3 Art.
Type A
Type B
Type C
Type D
Type E1
Type E2
11
N.v.t.
N.v.t.
Muntgeld en biljetten worden vervoerd in geldwisselcontainers
12a
Tijdens transport van geld over straat wordt een systeem gebruikt dat in het geval van calamiteiten het geld onbruikbaar maakt. Hierbij dient 90% van de aanwezige biljetten zodanig te worden beschadigd dat deze niet meer voor het betalingsverkeer geschikt zijn. Activatie van dit systeem geschiedt onafhankelijk van de bemanning van het voertuig. N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
12b
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Tijdens transport van geld over straat wordt een systeem gebruikt dat in het geval van calamiteiten het geld onbruikbaar maakt. Hierbij dient 90% van de aanwezige biljetten zodanig te worden beschadigd dat deze niet meer voor het betalingsverkeer geschikt zijn. Activatie van dit systeem geschiedt onafhankelijk van de bemanning van het voertuig. Het voertuig is voorzien van een systeem dat doorrijden onmogelijk maakt in geval van diefstal. N.v.t.
13a
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Het maximale bedrag dat in het voertuig aanwezig is bedraagt € 550.000.
Het maximale bedrag dat in het voertuig aanwezig is bedraagt € 550.000.
13b
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
De maximale inhoud van een geldbox bedraagt € 50.000.
De maximale inhoud van een geldbox bedraagt € 50.000.
14
Teneinde bij de overdracht te kunnen constateren of er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zijn de zendingen voor de verschillende verzenders en ontvangers zodanig geïdentificeerd, dat onregelmatigheden op het moment van de overdracht geconstateerd kunnen worden De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
Teneinde bij de overdracht te kunnen constateren of er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zijn de zendingen voor de verschillende verzenders en ontvangers zodanig geïdentificeerd, dat onregelmatigheden op het moment van de overdracht geconstateerd kunnen worden De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
Teneinde bij de overdracht te kunnen constateren of er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zijn de zendingen voor de verschillende verzenders en ontvangers zodanig geïdentificeerd, dat onregelmatigheden op het moment van de overdracht geconstateerd kunnen worden De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
Het voertuig is voorzien van een systeem dat doorrijden onmogelijk maakt in geval van diefstal. Het voertuig is voorzien van een alarmsysteem dat een optisch en akoestisch signaal afgeeft. Het maximale bedrag dat in het voertuig aanwezig is bedraagt € 75.000, waarvan maximaal € 37.500 aan biljetten. De maximale inhoud van een met biljetten gevulde container bedraagt € 3.000. N.v.t.
Tijdens transport van geld over straat wordt een systeem gebruikt dat in het geval van calamiteiten het geld onbruikbaar maakt. Hierbij dient 90% van de aanwezige biljetten zodanig te worden beschadigd dat deze niet meer voor het betalingsverkeer geschikt zijn. Activatie van dit systeem geschiedt onafhankelijk van de bemanning van het voertuig. Het voertuig is voorzien van een systeem dat doorrijden onmogelijk maakt in geval van diefstal. N.v.t.
Teneinde bij de overdracht te kunnen constateren of er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zijn de zendingen voor de verschillende verzenders en ontvangers zodanig geïdentificeerd, dat onregelmatigheden op het moment van de overdracht geconstateerd kunnen worden De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
Teneinde bij de overdracht te kunnen constateren of er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zijn de zendingen voor de verschillende verzenders en ontvangers zodanig geïdentificeerd, dat onregelmatigheden op het moment van de overdracht geconstateerd kunnen worden De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
15a
De waardetransporteur zorgt, in overleg met klanten, voor een veilige overdrachtssituatie.
23