Kennismakingsbrochure

EVANGELISCHE CHRISTENGEMEENTE BERCHEM

Kennismakingsbrochure

Maak kennis met een kerk in beweging

In deze brochure vind je wat we geloven als christenen en hoe we dit handen en voeten geven.

EVANGELISCHE CHRISTENGEMEENTE BERCHEM St. Lambertusstraat 38 2600 Berchem

Aangesloten bij: ECV, EAV, FS

INHOUDSOPGAVE 1. Wie zijn wij? …………………………………………………………………….……………. 4 2. Geloofsbelijdenis ………………………...…………………………………………………. 5 3. Theologische accenten …………………………...……………………………………….. 6 1. Avondmaal ……………………………...…………………………………...………………………. 6 2. Waterdoop ……………………………...……………………………………………………………. 7 3. De geestesgaven …………………………………………..……………….………………………. 7 4. De doop in de Geest ………...……………………………………………………………………… 7 5. De plaats van de vrouw …………………………………………………………………………….. 7 6. Heilszekerheid …...………………………………………………………………………………….. 7 7. Het bestuur van de gemeente …...………………………………………………………………… 8 8. Dienende en leidinggevende taken ……………………………………………………………….. 8 9. Begrafenis ……………….…………………………………………………………………………… 8

4. Lidmaatschap & tucht …………..………………………………………………………….. 10 5. Leiding …..……………………………………………………………………………………. 11 1. Oudsten ..…………………………………………………………………………………………….. 11 2. Diakenen ...…………………………………………………………………………………………… 11

6. Gemeenteleven ...……………………………………………………………………………. 12 7. Werkgroepen ………………………………………………………………………………… 13 1. Gebouw ………………………………………………………………………………………………. 13 2. Evangelisatie ………………………………………………………………………………………… 13 3. Hulpbetoon ………………………………………………………………………………………...… 13 4. Muziek ………………………………………………………………………………………………... 13 5. Jeugd …………………………………………………………………………………………………. 13 6. Zondagsschool ………………………………………………………………………………………. 13 7. Onderwijs …………………………………………………………………………………………….. 13 8. Pastoraat ……………………………………………………………………………………………..

13

9. Ouderen ………………..…………………………………………………………………………….. 13

8. Bijbels Christelijke Vereniging vzw ……………………………………………………… 14


versie augustus 2009

2

9. Bestuursraad ………………………………………………………………………………... 14 10. Relaties met andere gemeenten ………………………………………………………..

14

11. De Parel ……………………………………………………………………………………… 15 12. Praktische Informatie ……………………………………………………………………... 16 1. Avondmaal …………………………………………………………………………………………..

16

2. Zondagsschool ……………………………………………………………………………………… 16 3. Bidstonden ………………………………………………………………………………………….. 16 4. Bijbelstudies & huiskringen ………...……………………………………………………………… 16 5. Jeugdwerking ……………………………………………………………………………………….. 16 6. Ouderenwerking …...……………………………………………………………………………….. 16 7. Evenementen ……………………………………………………………………………………….. 16 8. Boekentafel ………………………………………………………………………………………….

16

9. Informatieblad ……………………………………………………………………………………….. 16 10. Doopdiensten ………………………………………………………………………………………. 16

13. Huishoudelijk reglement …………………..……………………………………………... 17

14. Informatie voor de vrijwilliger……………………………..…………………………...



18

3

1. WIE ZIJN WIJ ?

De Evangelische Christengemeente Berchem is een kring van mensen die geloven in Jezus Christus als hun enige Verlosser en Heer, die elkaar willen helpen overeenkomstig dit geloof te leven en die dit geloof aan mensen dichtbij en veraf willen verkondigen.

We streven ernaar om:  te geloven in Jezus Christus als enige Verlosser en Heer door de genade van God door de Heilige Geest.  te leven overeenkomstig dit geloof door  elkaar hiertoe aan te sporen vanuit de Schrift  elkaars geestelijke gaven te helpen ontwikkelen  solidair te zijn in liefdevolle gemeenschap door middel van gemeentelijke activiteiten.  dit geloof te verkondigen aan mensen dichtbij en veraf door  een goed voorbeeld te zijn in woord en daad  mensen tot bekering op te roepen  zendelingen te ondersteunen met gaven en gebed door middel van  persoonlijk initiatief  initiatieven als gemeente  samenwerking met andere gemeenten en groepen.



4

2. GELOOFSBELIJDENIS Wij geloven en verkondigen: 1. Dat de Bijbel het onfeilbare woord van God is. Dit Woord van God omvat de volledige openbaring van Gods wil voor het behoud van de mens en is het goddelijk gezag voor alle vragen van geloof en leven in Christus. 2. Dat er één soeverein en almachtig God is, die hemel en aarde geschapen heeft en van eeuwigheid bestaat in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. 3. Dat Gods Zoon, Jezus Christus, waarachtig God en waarachtig mens is, verwekt door de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Hij is, naar de Schriften, gestorven aan het kruis voor onze zonden, begraven en op de derde dag lichamelijk uit de doden opgestaan als overwinnaar over zonde en dood. Hij is opgevaren ten hemel, gezeten aan de rechterhand van God, waar Hij nu onze hogepriester en voorspraak is. 4. Dat Jezus Christus op deze aarde zal terugkeren om in kracht en heerlijkheid te regeren. 5. Dat het werk van de Heilige Geest is: Jezus te verheerlijken en de wereld te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Zij die tot geloof in Christus komen, worden door de Heilige Geest wedergeboren. Zij worden op datzelfde moment verzegeld met en gedoopt in de Heilige Geest en toegevoegd aan het lichaam van Christus, de gemeente. De Heilige Geest is het die het verstand verlicht, in de gelovige woont en hem leidt, heiligt, onderwijst en kracht geeft, waardoor deze in staat wordt gesteld een heilig leven te leiden en God te dienen. 6. Dat de mens oorspronkelijk geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. Dat hij in zonde is gevallen door Gods verbod te overtreden, waardoor de gehele mensheid en ieder mens persoonlijk schuld aan de zonde en de dood gekregen heeft. God roept ieder persoonlijk tot bekering, tot geloof in en aanvaarding van Jezus Christus, het Lam van God. Het vergoten bloed van Jezus Christus is namelijk de enige basis waarop God zondaren vergeeft. Door persoonlijke aanvaarding van Jezus Christus als Heiland en Heer wordt men wedergeboren. 7. Dat de doden lichamelijk zullen opstaan, tot eeuwig heil voor de verlosten en tot eeuwig oordeel voor de ongelovigen. 8. Dat Satan, de veroorzaker van de zondeval, bestaat en zich nog steeds verzet tegen het koninkrijk van God. Hij is tot een eeuwige straf veroordeeld. Wat de gelovige betreft, is de macht van Satan gebroken en is zijn invloed beperkt. 9. Dat de doop, het avondmaal, de verkondiging en het onderhouden van zijn Woord, inzettingen zijn die Jezus Christus ons gegeven heeft.



5

3. THEOLOGISCHE ACCENTEN Naast de fundamentele geloofsbelijdenis zijn er ook secundaire geloofspunten, waarover onder bijbelgetrouwe christenen verschil van mening kan bestaan. We noemen ze secundair, hoewel niet onbelangrijk. Ze zijn van ondergeschikt belang wat betreft het harmonieus functioneren van de gemeente. Onze gemeente heeft de volgende overtuiging, zonder hiermee het laatste woord te willen hebben, inzake: 1. Avondmaal Belang van het avondmaal Het avondmaal neemt een centrale plaats in in het leven van de kerk. Het is de heer Jezus zelf die het avondmaal heeft ingesteld als herinnering aan zijn offer, teken van het nieuwe verbond, belijdenis van het geloof, vooruitwijzing naar zijn terugkomst en kroon op de christelijke gemeenschap. Het avondmaal is geen ritueel waar speciale krachten aan verbonden zijn. Evenmin is deelnemen aan het avondmaal een magische handeling. Wanneer we het brood breken om ervan te eten, wanneer we de beker doorgeven om ervan te drinken, blijft het brood brood en de wijn wijn. Toch wordt het avondmaal terecht een heilig avondmaal genoemd en is deelnemen eraan geen geringe kwestie. Paulus schrijft bijvoorbeeld: “Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus?” Het Nieuwe Testament laat ons vrij hoe frequent we het avondmaal willen vieren. In onze gemeente doen we dit vanouds wekelijks. Alleen bij uitzondering slaan we het avondmaal over. Drie voorwaarden voor deelname aan het avondmaal In de christelijke kerk is het altijd gebruikelijk geweest om het avondmaal enkel open te stellen voor gelovigen. Men moet christen zijn om deel te mogen nemen aan het avondmaal. Het avondmaal is immers, zoals


we hierboven stelden, het beleven van de gemeenschap met Christus en met elkaar. Op de vraag of ook ongedoopte gemeenteleden tot het avondmaal mogen worden toegelaten, gaat de Schrift niet expliciet in. Dat ligt vooral aan het feit dat in het Nieuwe Testament bekering en doop zeer nauw met elkaar verbonden zijn. Iemand die wederomgeboren is, laat zich dopen, meestal nog dezelfde dag. Daarmee willen we niet gezegd hebben dat iemand die niet is gedoopt, niet gered is. Of dat we neerkijken op een ongedoopte gelovige. Dan zouden we het evangelie onrecht aandoen. Maar de normale weg die we aantreffen in het Nieuwe Testament, en die we niet willen ontkennen, is: tot geloof in Jezus komen leidt tot de waterdoop en beide zijn het begin van discipelschap. Vanuit dit principe vieren wij het avondmaal met gedoopte gelovigen. Daarom vragen we dat iemand die niet begrijpt waarover het in feite gaat, zich van deelname onthoudt. Meedoen omdat de anderen het nu eenmaal ook doen, is geen goede motivatie. Gasten worden op hun getuigenis dat zij geloven dat Jezus Christus voor hun zonden is gestorven en gedoopt zijn, uitgenodigd om deel te nemen aan het avondmaal. Voor iedere deelnemer is het bovendien – en dat brengt ons bij het derde criterium – belangrijk hoe je dit doet, nl. op een waardige wijze. Wie gelovig is en gedoopt en toch in zonde volhardt, mag niet aan het avondmaal deelnemen. Daarom roept de Schrift


6

ons op onszelf te beproeven. De Heer eist van ons dus geen volmaakte zondeloosheid – dit is bij leven niet haalbaar –, maar wel berouw en bereidheid om telkens opnieuw tot het kruis van Christus te komen en zijn vergiffenis te ontvangen. In die gezindheid worden we aangespoord om met een dankbaar hart deel te nemen aan het heilig avondmaal. 2. Waterdoop De waterdoop is een symbolische handeling waarmee een gelovige in het openbaar de afwassing van zonde, de begrafenis en opstanding met Christus en de inlijving in de gemeente uitbeeldt. Daarom wordt de waterdoop toegepast op een volwassene of een jongere die geestelijk rijp genoeg is om de reikwijdte van deze beslissing te begrijpen. 3. De geestesgaven

Profetieën zijn door de Geest van God geïnspireerde woorden. Omdat de uitoefening van deze gave onvolkomen is en het ook voor de spreker niet altijd duidelijk is of hij „door de Geest‟ spreekt, moeten profetieën altijd getoetst worden door medegelovigen. Profetie staat nooit boven de Schrift. 4. Doop in de Geest De doop in de Geest vindt plaats bij de wedergeboorte. Hier ontvangt de gelovige de Heilige Geest en wordt ingelijfd in het lichaam van Christus. 5. De plaats van de vrouw

De Heilige Geest bedeelt de zgn. gaven van de Geest zoals Hij wil. Hij voorziet iedere gelovige van één of meer gaven. De gaven dienen altijd tot opbouw van het lichaam van Christus. Binnen de gemeente moet ruimte zijn om elke gave tot zijn volle recht te laten komen. De mogelijkheid tot uitoefening van de zgn. „charismatische‟ gaven (tongentaal, profetie, gebedsgenezing) moet altijd volgens bijbelse richtlijnen verlopen. Deze gaven zijn niet geestelijker of belangrijker dan andere gaven (zoals dienstbaarheid, gastvrijheid, muziek…). Spreken in tongen is nooit een noodzakelijk teken van geloof. De bijbelse criteria voor de uitoefening van tongentaal zijn: 1. Het is een bestaande taal die ook voor de spreker onverstaanbaar is. 2. Het is voor anderen opbouwend en tot de eer van God. 3. De spreker beheerst zichzelf (d. w.z. er is geen sprake van onbeheerste extase). 4. Het verricht een functie t.a.v. Israël (als teken dat God alle volken tot zich uitnodigt). 5. Er is een uitleg (vertolking) bij.


Genezing is geen geestelijke bediening op zich. De volledige verlossing van ziekte en dood komt pas na de opstanding van de gelovigen. Dit sluit evenwel niet uit dat God wel degelijk mensen kan genezen als antwoord op gebed.

Vrouwen behoren, evenals mannen, hun geestesgaven uit te oefenen tot opbouw van de gemeente. Taken die aanleiding geven tot het uitoefenen van bestuurlijk en onderwijzend gezag over mannen worden enkel aan mannen toevertrouwd. Hieronder vallen de taak van oudste, de prediking en het geven van bijbelstudie. Vrouwen kunnen aangesteld worden als diacones. Zij kunnen tijdens het avondmaal een getuigenis of een Schriftwoord doorgeven, voor zover dit niet in een gezag uitoefenende houding gebeurt. Er wordt niet gevraagd aan vrouwen om tijdens het avondmaal een hoofdbedekking te dragen. 6. Heilszekerheid Wie wedergeboren is, mag zeker weten eeuwig behouden te zijn. God gebruikt allerlei middelen (o.m. vermaning en tucht) om de heiligen te doen volharden op de eeuwige weg.


7

7. Het bestuur van de gemeente

9. Begrafenis

De leiding van de plaatselijke gemeente is in handen van een groep oudsten, nooit één alleen. Zij nemen beslissingen, waarvoor zij rekening houden met het advies van de gemeente.

Een overlijden is altijd erg ingrijpend. De oudsten willen op zo‟n moment alle aandacht geven aan de rouwende familie. Samen met hen zullen we van de uitvaartdienst een waardig en bemoedigend afscheid maken.

Minstens één keer per jaar vindt een gemeentevergadering plaats waar allerlei beleidsbeslissingen en -punten aan de orde komen en waar de gemeente om advies wordt gevraagd. 8. Dienende en leidinggevende taken We willen graag een kerk zijn waarin iedereen kansen krijgt om zich dienstbaar op te stellen. De mogelijkheden daartoe zijn legio, gaande van het mee helpen kuisen van het gebouw tot het klaarzetten van de zaal voor een kerstfeest, van het mee helpen knutselwerkjes maken voor de zondagsschool tot afruimen en afwassen. Zelfs wie al enige tijd als bezoeker naar de gemeente komt, mag zich spontaan dienstbaar opstellen. We juichen het zelfs toe wanneer zo iemand mee de afwas doet, versiering maakt of een cake bakt. Elk van deze taken is waardevol, belangrijk en tot eer van God. Elk gemeentelid dient dan ook te zoeken naar taken die passen bij zijn of haar mogelijkheden en talenten, uiteraard niet op eigen houtje, maar in overleg. Sommige bedieningen vergen een grotere verantwoordelijkheid en een dosis leiderschap. Te denken valt o.m. aan taken als oudste, werkgroep-, zang-, dienst- en jeugdleider. Ook het geven van onderwijs in bvb. huiskringen en zondagsschool hoort hierbij. Deze verantwoordelijke taken zijn ook waardevol, belangrijk en tot eer van God, maar spelen zich meer af op de voorgrond. De drempel om ze op te nemen, is dus hoger. Het gemeentelid dat op deze terreinen met zijn of haar talent anderen wil dienen, moet daarom gedoopt zijn en een leven leiden dat in overeenstemming is met de toegekende verantwoordelijkheid.


Als de vraag zich stelt naar de wijze van lijkbezorging, hebben wij als evangelische kerk een uitgesproken voorkeur voor teraardebestelling. We laten ons hierin inspireren door Gods Woord. Je mag dan al geen rechtstreeks gebod of verbod rond lijkbezorging in de Bijbel tegenkomen, je vindt wel tal van voorbeelden en principes die een gelovige vandaag er toe moet aanzetten om resoluut voor een klassieke teraardebestelling te kiezen. Deze vorm van begraven geeft immers volop uitdrukking aan ons geloof in een opstanding. Paulus noemt ons dode lichaam een korrel die gezaaid wordt (1 Kor. 15:3537). Zelfs de Israëliet wist al dat beenderen konden herleven (Ez. 37:3-5). Daarom koos men zowel in het OT (bv. Sara in Gen. 23:2-6) als in het NT (bv. Jezus in Joh. 19:40; Ananias & Saffira in Hand. 5:10) consequent voor een begrafenis. Alleen als een uitzondering op de regel kom je in de Bijbel lijkverbranding tegen en dan ook steeds in een negatieve context (bv. kindoffers in Jer. 19:5). Voor zware misdadigers was lijkverbranding een beduchte straf (bv. Achan in Joz. 7:25). Maar in andere omstandigheden keurde God lijkverbranding sterk af (bv. koning van Edom in Am. 2:1). Gods Woord heeft het dus duidelijk over teraardebestelling. Wenst een gemeentelid zich niettemin te laten cremeren, dan zal hierover met de oudsten een open en eerlijk gesprek moeten gevoerd worden. Indien crematie de uitdrukkelijke wens van het gemeentelid blijft, kan een evangelische rouwdienst in onze gemeente alleen wanneer het


8

cremeren zelf pas nà de uitvaartdienst plaatsvindt Zo distantiëren we ons als gemeente van een gebruik waarvan we geloven dat God dit niet wenst. De inbreng van de gemeente blijft in dat geval ook beperkt tot de viering. Het uitstrooien van de as of de plaatsing van de urne is dan een familiale aangelegenheid en een laatste afscheidswoord of een gebed zal door hen zelf verzorgd moeten worden.

Onze keuze voor een teraardebestelling is vooral een positief getuigenis. Crematie mag dan al een maatschappelijk aanvaard alternatief zijn. Wij willen ons als christenen tot aan het graf laten leiden door Gods Woord. En door ons te laten begraven verkondigen we ons geloof dat de dood niet het einde is.

Niet elk gemeentelid denkt over deze theologische accenten hetzelfde. Voor de goede orde moeten volgende afspraken worden nagekomen:  De oudsten stellen de leerstellige koers van de gemeente vast. Zij moeten er individueel achter staan dat deze dingen zo in de gemeente worden geleerd.

deze theologische accenten te respecteren, ook bij verschil van mening. Met de oudsten kan hierover altijd privé van gedachten worden gewisseld. Indien nuttig en nodig, kan een bepaald theologisch punt op de agenda van een gemeentevergadering worden gezet.

 Van de leraars (sprekers) wordt gevraagd deze accenten te respecteren, geen andere inzichten te onderwijzen en in hun onderwijs hierover geen discussies te openen.  Van alle gemeenteleden wordt gevraagd

Van gemeenteleden die op sommige van bovengenoemde secundaire punten anders denken, wordt verwacht dat zij: 



hun standpunten over deze zaken niet als 'geestelijker' beschouwen (en daarmee anderen als 'minder geestelijk' brandmerken); niet de stelling gaan verkondigen dat hun geestesgave of inzicht onmisbaar is voor een volwaardig christelijk leven;


 

geen campagne voeren om de gemeente voor hun standpunten te winnen; bereid zijn hun inzichten te laten toetsen en zich corrigeerbaar op te stellen.


9

4. LIDMAATSCHAP & TUCHT Behoort tot de plaatselijke gemeente: ieder die Jezus Christus als zijn/haar persoonlijke Verlosser aanvaard heeft en na een gesprek met de oudsten, instemt met de geloofsbelijdenis, en tevens verklaard heeft zich bij de gemeente te willen voegen. Er bestaat geen 'officieel' lidmaatschap. Iemand is lid als hij/zij zich als lid gedraagt en als dusdanig ook door de andere gemeenteleden wordt herkend. Nieuwe leden worden op zondagmorgen officieel aangekondigd.

Nieuwe leden moeten een jaar wachten vooraleer een verantwoordelijke of leidinggevende taak in de gemeente uit te oefenen. Praktische hulp aan één of ander project of inzet in een werkgroep is in die tijd wel toegestaan.

Elk lid mag kosteloos een beroep doen op de geestelijke en diaconale zorg die in de gemeente beschikbaar is.

Iemand houdt op lid van de gemeente te zijn door:  een duidelijke keuze van het lid zelf.  het in de praktijk wegvallen van een organische betrokkenheid bij de gemeente (voor langere tijd zonder reden wegblijven uit de samenkomsten, engagement in een andere gemeente...) .  zich niet meer akkoord kunnen verklaren met de geloofsbelijdenis.  het niet respecteren van de theologische accenten of gebrek aan loyaliteit tgov. de leiding (bv. door het creëren van twist, zaaien van verdeeldheid).  een leven dat volhardt in zonde.

Alhoewel de praktische en geestelijke leiding van de plaatselijke gemeente in het bijzonder bij de verantwoordelijken (oudsten en diakenen) ligt, blijft ieder lid persoonlijk mede verantwoordelijk voor het geestelijk en materieel functioneren van de gemeente. Mogelijkheden daartoe zijn o.m. het trouw bijwonen van de samenkomsten, actieve inzet in een werkgroep van de gemeente of andere praktische taken, de vrijwillige bijdragen aan de collecte op zondagochtend. De gemeente verwacht van haar leden dat ze zich inzetten voor het welzijn van de gemeente.


Het besluit van iemand om niet langer een lid van onze gemeente te zijn, wordt tevens aan de gemeente meegedeeld.


10

5. LEIDING De gemeente. staat onder de verantwoordelijkheid van een groep oudsten en diakenen. Zij dienen blijk te geven van geestelijke rijpheid en van gaven en talenten, die door de Heilige Geest gegeven zijn, en die zij liefdevol en belangeloos ten dienste stellen van allen. 1. Oudsten  Wordt iemand door de bestaande oudsten als mogelijk mede-oudste bevonden, dan wordt hij na gebed, toetsing en instemming aan de gemeente voor deze functie voorgesteld.  De gemeente kan gedurende een te bepalen tijd met fijngevoeligheid bezwaren indienen bij de oudsten.  Eenmaal de vastgestelde tijd voorbij, zonder gegronde erkende bezwaren, wordt de broeder als zodanig in zijn functie bevestigd. De oudsten zijn gemeenteleden die als persoon niet boven of los van de gemeente staan. Zij dragen wel functionele verantwoordelijkheden en oefenen gezag uit. Zij behoren de gemeente te leiden, zoals een man zijn vrouw d.w.z. dienend. De oudsten voeden de gemeente op tot mondigheid d.w.z. geestelijke rijpheid. Zij voeren een doorzichtig beleid en staan open voor correctie. Voor zover dit praktisch mogelijk is, zullen ze advies van de gemeenteleden inwinnen en hen betrekken bij de uitwerking van het beleid. Hiertoe is een adviesraad in het leven geroepen. Deze raad bestaat uit de verantwoordelijken van de werkgroepen in de gemeente (zie verder), samen met de oudsten.

Daar de oudsten als herders verantwoordelijk zijn voor de orde in de gemeente, zullen zij iedereen die deze met voeten treedt in liefde vermanen opdat hij/zij na belijdenis zijn/haar relatie met de Heer herstellen kan. Blijft deze vermaning zonder gevolg, dan kan dit aanleiding geven tot het nemen van ernstige maatregelen, zoals de stopzetting van een eventuele bediening of in het uiterste geval de uitsluiting van het totale gemeenteleven. Dit alles met als doel de orde in de gemeente te bewaren, een voorbeeld voor allen te stellen en de overtreder terug in de gemeenschap te kunnen verwelkomen. Bij het nemen van tuchtmaatregelen wordt de gemeente mee ingeschakeld. 2. Diakenen Voor de functie van diaken kunnen zowel broeders als zusters in aanmerking komen. Dezelfde procedure als bij oudsten wordt toegepast. De geestelijke instelling die van oudsten wordt verwacht, is ook geldig voor diakenen. De taak van een diaken is een gedelegeerde taak, evenals zijn of haar verantwoordelijkheid. De opdracht van een diaken is uitvoerend. Zijn of haar werkterrein kan alle gemeente-activiteiten omvatten.

Van de gemeenteleden wordt gevraagd het gezag van de oudsten te respecteren en met hen mee te werken, zodat de gemeente waarlijk als één lichaam kan functioneren.



11

6. GEMEENTELEVEN Met het dienend voorbeeld van de Heer Jezus voor ogen zal iedere broeder of zuster, naar eigen gaven en vermogen, ten dienste staan van de Heer en de gemeente.

Het gemeenteleven omvat: 1. Gebed God aanbidden en voorbede doen, zowel voor broeders en zusters als voor alle andere mensen. 2. Doop De doop is eigenlijk een openbare geloofsbelijdenis. Wanneer iemand bevestigt de Heer Jezus als persoonlijke Heer en Heiland te hebben aanvaard, zal, op grond van de Bijbel, de doop door onderdompeling toegediend worden. 3. Avondmaal Dit is de maaltijd waarvoor Jezus zijn discipelen opdracht gegeven heeft die te houden als herinnering aan zijn lijden en dood, tot Hij wederkomt. Daarom nemen alleen gedoopte gelovigen aan het avondmaal deel, die in een rechte verhouding staan zowel ten opzichte van de Heer als van de naaste.

4. Gemeenschap Er zijn verschillende mogelijkheden om met elkaar omgang te hebben op basis van Gods Woord: bijbelstudies, liefdemaal, gemeentevergadering, jeugdactiviteiten, diverse werkgroepen... Kinderen horen er in onze gemeente helemaal bij. Ouders kunnen aan de oudsten vragen om tijdens een „opdraagdienst‟ voor hun baby te bidden.


5. Onderwijs Het is de bedoeling om in de gemeente het Woord van God tot zijn volle recht te doen komen. Daartoe zijn er verscheidene mogelijkheden zoals: evangeliserende startbijbelstudies, zondagsschool voor kinderen, jeugd- en huisgroepen, gemeentestudies en prediking.

6. Pastoraat Elk lid van de gemeente maakt deel uit van het ene lichaam van Jezus Christus. Het lief en leed van de gemeente is daarom een gezamenlijke beleving. Elk gemeentelid is moreel verplicht zorg te dragen voor de andere leden (door vriendelijkheid, aandacht, medewerking...). Wie ernstig ziek is, kan de oudsten om ziekzalving (gesprek, zalving met olie en gebed) vragen. 7. Hulpbetoon De gemeente stelt zich tot taak, in de mate van het mogelijke, aan de materiële noden van de behoeftige gemeenteleden dienend tegemoet te komen. 8. Evangelisatie De liefde Gods voor de gehele wereld en de zendingsopdracht van zijn Zoon tot aan de uiteinden der aarde, dringen er ons toe om de blijde boodschap van de verlossing van zondaren door Jezus Christus te verkondigen, in woord en daad.


12

7. WERKGROEPEN Om het op de vorige bladzijde geschetste gemeenteleven te bevorderen, bestaan er diverse werkgroepen. Het zijn er 8 in totaal: 1. Gebouw 2. Evangelisatie 3. Hulpbetoon 4. Muziek 5. Jeugd

6. Zondagsschool 7. Onderwijs 8. Pastoraat

9. Ouderen

Doelstellingen van elke werkgroep: 1. Gebouw  Afwerking en onderhoud van het gebouw. (Verantwoordelijke voor de kuisploeg: Tino Brocken) 2. Evangelisatie  Activeren en inschakelen van de gemeenteleden in de uitoefening van de zendingsopdracht.  De inwoners van Berchem bereiken met het evangelie.  Doorgeven van 'startstudies' aan geïnteresseerden.  Bijstaan van de gemeenteleden in hun persoonlijk evangelisatiewerk. 3. Hulpbetoon  Praktisch, dienend werk, zowel in het gebouw als bij gemeenteleden thuis. 4. Muziek  Kwalitatieve begeleiding van de lofprijzing.  Aanleren van nieuwe (of vergeten oude) liederen.

5. Jeugd  Aanvullende opvoeding in de groei naar geestelijke volwassenheid.  Contacten leggen met andere jeugd(groepen).  Zinvolle ontspanning. 6. Zondagsschool  Aanvullende, aan de leeftijd aangepaste godsdienstige opvoeding, specifiek met het oog op bekering.  Ontspanning. 7. Onderwijs  Toerusting van sprekers en leraars.  Vorming van nieuwe sprekers en leraars.  Onderwijs aan de gemeente. 8. Pastoraat  Bezoeken van (nieuwe) gemeenteleden.  Begeleiding van verloofden.  Opvang en nazorg (bv. na evangelisatie-acties).  Crisis-pastoraat. 9. Ouderen  Maandelijkse ouderendag met maaltijd.  Het bezoeken van ouderen



13

8. BIJBELS CHRISTELIJKE VERENIGING VZW De materiële zaken van de gemeente (gebouwen, goederen en financiën) worden beheerd door de Bijbels Christelijke Vereniging vzw. Het bestuur en de Algemene Vergadering van deze vzw zijn volledig samengesteld uit gemeenteleden.

Elk gemeentelid kan op aanvraag een kasverslag van inkomsten en uitgaven van de gemeentefinanciën ontvangen. Groepen of verenigingen waarmee we ons kunnen vereenzelvigen mogen, na overleg met de oudsten, van de faciliteiten van ons gebouw gebruik maken.

9. BESTUURSRAAD In 2008 werd onze gemeente door de Vlaamse Regering erkend als protestantsevangelische kerk. Daardoor kunnen we een beroep doen op een door de overheid gesalarieerde “bedienaar van de eredienst”. Voor onze gemeente is dit Koen Schelstraete. Als gevolg van de erkenning is er een bestuursraad opgericht. Deze bestaat uit 5 gemeenteleden en de bedienaar van de eredienst. Om de drie jaar wordt deze groep gedeeltelijk, via verkiezingen vernieuwd.

Omdat de vzw en de bestuursraad een aantal gelijke bevoegdheden hebben, zijn er onderlinge afspraken gemaakt. Het onderhouden van de contacten met het stads- en het provinciebestuur van Antwerpen, de Vlaamse overheid en de Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst (ARPEE) is voorbehouden voor de bestuursraad.

10. RELATIES MET ANDERE GEMEENTEN Onze gemeente is organisatorisch volledig autonoom. Zij maakt deel uit van de Evangelische Christengemeenten Vlaanderen (E.CV.) en is aangesloten bij de Evangelische Alliantie Vlaanderen (E.A.V.). Bij onbestuurbaarheid van de gemeente of erge conflicten onder oudsten, wordt een beroep gedaan op de leiding van de E.C.V. We erkennen alle plaatselijke gemeenten die zich kunnen vereenzelvigen met onze geloofsbelijdenis. We bezitten geen monopoliepositie in Berchem inzake evangelische aanwezigheid.


We juichen het ontstaan van nieuwe gemeenten, in een goede relatie met de bestaande gemeenten, toe. We kunnen samenwerken met elke gemeente of groepering, ongeacht de strekking ervan. Samenwerking is mogelijk:  wanneer de gemeente of organisatie zich bij onze geloofsbelijdenis kan aansluiten.  als er goede afspraken zijn omtrent de houding m.b.t. de theologische accenten.  als de andere gemeente of groep niet op het fundament van onze gemeente gaat bouwen (bv. ledenwerving in de buurt van ons gebouw).


14

11. DE PAREL Nauw betrokken bij de werking van onze gemeente is De Parel, die is gevestigd in de St. Lambertusstraat 40, in een gebouw dat eigendom is van de in punt 8 genoemde vzw.


De verantwoordelijke is Tiny van Dommelen, een Nederlandse zendelinge. Onze gemeente steunt De Parel materieel. De Parel organiseert: verkoop van tweedehandse kledij, taalles, pastoraat en zorg voor kansarmen.


15

12. PRAKTISCHE INFORMATIE 1. Avondmaal De gemeente houdt elke zondagmorgen om 10 uur een eredienst met lofprijzing en gebed, avondmaalsviering en prediking van Gods Woord, in haar gebouw St. Lambertusstraat 38 te Berchem. 2. Zondagsschool Tijdens de samenkomst worden de kinderen tot 13 jaar in hun verschillende leeftijdsgroepen onderwezen in Gods Woord. Voor de allerkleinsten is er telkens opvang voorzien. 3. Bidstonde Er is één centrale gemeenschappelijke bidstonde per maand: elke tweede woensdag van de maand om 20u. Op ongeregelde tijdstippen worden ook dagen van vasten en gebed georganiseerd. 4. Bijbelstudies Behalve in de huisgroepen, is er een maandelijks centrale bijbelstudie voor de gehele gemeente: elke laatste woensdag van de maand om 20u. 5. Jeugdwerking Wat de jeugdactiviteiten betreft onderscheiden we: de jeugdgroepen van de gemeente, weekends, kampen, enz...


6. Ouderenwerking Ook de ouderen krijgen aandacht. Zo worden er voor hen maandelijks een ouderenmiddag voorzien. Enkele keren per jaar vindt er een „avondmaal aan huis‟ plaats voor de hoogbejaarden die moeilijk te been zijn. 7. Evenementen Er zijn diverse grotere evenementen, zoals een kerstfeest, een gemeenteweekend of uitstap, praise- en spelletjesavonden, enz. Sommige hiervan vinden plaats i.s.m. andere gemeenten. 8. Boekentafel Christelijke lectuur, wenskaarten, enz. kunnen via de gemeente aangekocht en besteld worden. 9. Informatieblad Maandelijks verschijnt er een "krantje" met een overzicht van allerlei activiteiten van zowel binnen als buiten de eigen gemeente. 10. Doopdiensten Indien wenselijk, wordt een doopdienst in de gemeente gehouden (eventueel i.s.m. andere gemeenten).


16

13. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Naast de 'statuten' van de gemeente (die de geloofsgrondslag, de identiteit en de werking van onze gemeente schetsen), zijn er ook een aantal eenvoudige 'huisregels'. Dit zijn afspraken in verband met orde en veiligheid tijdens de samenkomsten en het gebruik van het gebouw. Dit huishoudelijk reglement hangt tevens uit in de grote zaal van het gebouw. 1. VEILIGHEID  

In het gebouw wordt niet gerookt. In gangen en op trappen wordt altijd een vrije doorgang behouden.

 

2. ORDE 



Een aan de gemeente externe persoon of vereniging kan pas van het gebouw gebruik maken na voorafgaande toestemming hiervoor door de oudsten. De contactpersoon hiervoor is Marc Van Den Bogaerde (03/4400801 of [email protected]. Elke persoon of groep die van het gebouw gebruik heeft gemaakt, laat het gebruikte lokaal of materiaal achter in de oorspronkelijke staat en zorgt zelf voor eventuele schoonmaak of afwas. De gebruiker draagt zorg voor de gebruikte lokalen en het daarin aanwezige meubilair en materiaal. De gebruiker is aansprakelijk bij beschadigingen door eigen fout. Wanneer meubilair of materi-






aal wordt beschadigd, moet onmiddellijk contact worden opgenomen met Tiny Van Dommelen, St. Lambertusstraat 40. De ramen en deuren sluiten en de verwarming dichtdraaien bij vertrek. De kleerhangers worden na elke activiteit vrij achtergelaten. Kleding of voorwerpen die toch blijven hangen, zullen wordenverwijderd. Het gebouw is niet bestemd voor activiteiten met een privaat karakter noch voor activiteiten die niet stroken met het beleid en de visie van de kerk. In het kader van gemeentesamenkomsten mogen geen commerciële activiteiten worden ontplooid. Steunacties of collectes t.v.v een goed doel kunnen alleen wanneer het initiatief hiertoe uitgaat van de gemeente of een werkgroep of wanneer hiervoor uitdrukkelijk toestemming is verleend.


17

14. INFORMATIE VOOR DE VRIJWILLIGER Onze kerk draait nagenoeg volledig op de vrijwillige inzet van haar leden. We willen onze vrijwiligers dan ook ten volle waarderen en in hun rechten beschermen. Dit betekent dat we onze vrijwilligers informeren over het doel van onze kerk, dat we een verzekering voor hen afsluiten en dat we gemaakte en bewezen kosten willen vergoeden. De wet op het vrijwilligerswerk (die van kracht is sinds 1 februari 2006) legt aan elke vereniging in ons land een algemene informatieplicht op m.b.t. de doelstellingen van de vereniging, de verzekering van de vrijwilliger, eventuele vergoedingen. Hieronder vindt u deze informatie.

1. SOCIALE DOELSTELLING EN JURIDISCH STATUUT De Evangelische Christengemeente Berchem werkt binnen het kader van de vzw Bijbels Christelijke Vereniging die de volgende doelstellingen heeft: 





Voorzien in de materiële behoeften bij alles wat betrekking heeft op de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Het opvangen van mensen in sociale, maatschappelijke en geestelijke nood en dit naar de geest van de bijbel, ervan uitgaande dat bij de mens het materiële en het geestelijke niet kunnen gescheiden worden. Daarom zullen, naast materiële hulp, bijbelse morele maatstaven aan volwassenen worden meegegeven en aan kinderen een bijbelse christelijke opvoeding. Het beheren van het patrimonium en de financiële en materiële middelen ten dienste van de feitelijke vereniging „Evangelische Christengemeente Berchem‟.

2. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VRIJWILLIGER

3. VERZEKERDE RISICO’S De volgende risico‟s worden door deze polissen gedekt:  de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid. Concreet houdt dit in dat de vereniging verzekerd is voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de schade die de vrijwilliger aan de organisatie en aan derden berokkent bij het verrichten van vrijwilligerswerk, behalve in geval van bedrog, zware fout of een eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout van de vrijwilliger.  voor de bestuurders: de financiële gevolgen die een bestuurder oploopt door een schade-eis die tegen hem ingesteld wordt tengevolge van fouten in het beheer. 4. VERGOEDINGEN TEN GUNSTE VAN DE VRIJWILLIGER De organisatie betaalt alleen de onkosten van de vrijwilliger terug, uitsluitend op basis van effectief gemaakte onkosten, waarvan het bewijs door de vrijwilliger aan de organisatie wordt bezorgd. Bestuursmandaten zijn onbezoldigd.

De vzw heeft een verzekeringscontract afgesloten voor vrijwilligerswerk bij Ethias (polisnummer 45.110.870) en voor bestuurders bij Feys, Renard, Bossuyt & co (polisnummer Euromex – 02000678).



18

Kennismakingsbrochure

Recommend Documents