Kardinal & König Goldsieber, 2000 SCHACHT Michael 3 - 5 spelers vanaf 12 jaar ± 90 minuten
Spelidee Europa was het machtscentrum in de twaalfde eeuw. Invloedrijke ordes bestreden elkaar voor de hegemonie van de macht. Door het handig uitspelen van kaarten stichten de spelers kloosters en zenden zij raadsheren uit naar de vorstenhuizen. De spelers verdienen punten door op de gepaste locaties kloosters te stichten en door voordelige allianties aan te gaan met raadsheren van verschillende landen. Aan het einde van het spel wint de speler met de meeste punten.
Spelmateriaal ¯ 55 speelkaarten: - 13x Franken / Aragon - 12x Bayern / Burgund - 11x Lothringen / Italien - 10x England / Schwaben - 9x Frankreich
¯ 40 raadscolleges (telkens 8 in 5 kleuren)
¯ 5 telstenen (1 per kleur)
¯ 1 zwarte markeersteen
¯ 1 speelbord
¯ 100 kloosters ¯ 1 handleiding (telkens 20 stenen in 5 kleuren)
Spelvoorbereiding Ö Het speelbord wordt in het midden van de tafel gelegd. Ö Elke speler kiest een kleur en ontvangt alle kloosters, raadscolleges en de telsteen van deze kleur. De telstenen worden op elkaar op het nulveld van de scoretabel geplaatst die rondom het speelbord loopt. Ö De spelers kiezen een startspeler. De startspeler ontvangt de zwarte markeersteen. Hij legt deze steen vóór zich op de tafel. Tot de eindafrekening blijft die steen bij hem liggen. Ö Als er minder dan 5 spelers deelnemen, worden vóór het spel een aantal kaarten uit het spel genomen. ¾ In een spel met 4 spelers wordt er 1 kaart van elke kleur uit het spel genomen.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 2 / 11 -
¾
In een spel met 3 spelers worden er 2 kaarten van elke kleur uit het spel genomen.
Ö De overblijvende kaarten worden verdekt grondig geschud. Elke speler ontvangt verdekt 3 kaarten en neemt die in de hand. Ö De overige kaarten worden als verdekte voorraadstapel naast het speelbord gelegd. De beide bovenste kaarten van de stapel worden blootgelegd en links en rechts van de voorraadstapel gelegd. Ö De startspeler begint. De andere spelers volgen om de beurt, met de wijzers van de klok mee.
Het speelbord Het speelbord toont een deel van de middeleeuwse kaart van Europa waarop 9 landen zijn aangeduid.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 3 / 11 -
Telkens 2 van de acht landen hebben dezelfde achtergrondkleur (Bayern en Burgund, Aragon en Franken, England en Schwaben, Lothringen en Italien). Ook op de speelkaarten komen die landen telkens samen voor. Alleen Frankreich heeft een eigen kleur, en staat ook alleen op de speelkaarten. In elk land zijn er zogenaamde kloostervelden, waarop gebouwen staan afgebeeld.
Op deze velden worden later de kloosters ingezet. De kloostervelden zijn door wegen verbonden. In de slotwaardering spelen die een rol. Op de wapenschilden van elk land worden de raadscolleges ingezet.
De getallen van 1 tot 15 staan voor de mogelijke allianties tussen de raadscolleges van twee landen. Aan het einde van het spel worden ze in de aangegeven volgorde gewaardeerd.
De overzeese verbindingen (1, 2, 3, 5, 6 en 15) stellen eveneens allianties voor. Dit zijn dus geen zeeroutes of handelswegen, maar zij zijn enkel een hulp bij de slotwaardering.
Rondom het speelbord loopt de scoretabel. Als een speler meer dan 99 punten behaalt, telt hij met zijn telsteen gewoon over de nul heen verder.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 4 / 11 -
Spelverloop De speler die aan de beurt is, speelt één, twee of drie handkaarten uit en zet speelstenen in het overeenkomstige land in. Daarna vult hij zijn handkaarten weer aan tot 3 stuks en is de volgende speler, met de wijzers van de klok mee, aan de beurt. De speler die geen kaart wil uitspelen, moet in de plaats daarvan één kaart omruilen. Als de voorraadstapel is opgebruikt, komt het tot een tussentijdse waardering waarbij enkel de kloosters op het bord punten opleveren. Als de voorraadstapel een tweede maal is opgebruikt, volgt de slotwaardering waarbij behalve de kloosters ook de raadscolleges en de kloosterketens punten opleveren.
De acties De acties tijdens een speelbeurt: Ö kaarten uitspelen; Ö speelstenen inzetten; Ö kaarten aanvullen; Ö één kaart ruilen.
Kaarten uitspelen De speler die aan de beurt is, speelt tot maximum 3 van zijn handkaarten uit om speelstenen (kloosters of raadscolleges) op het bord te kunnen zetten. Een speelkaart geeft aan in welk land een speelsteen kan worden ingezet. Als er op de kaart 2 landen zijn aangeduid, kan de speler één van de beide landen kiezen. De uitgespeelde kaarten worden als open aflegstapel naast het speelbord gelegd.
Speelstenen inzetten Bij het inzetten van speelstenen moeten de volgende voorwaarden worden gerespecteerd: • In principe mag een speler tijdens zijn speelbeurt maar in één land speelstenen inzetten, ook al toont de kaart de keuze tussen twee landen. • In een land waarin nog geen enkele speelsteen staat, mag een speler tijdens zijn speelbeurt slechts één klooster plaatsen. Als er in een land al minstens één klooster (om het even van welke kleur) staat, mag een speler daar maximaal twee speelstenen plaatsen. • Per kaart mag maar één speelsteen worden ingezet. • Twee kaarten van dezelfde kleur kunnen als ‘Joker’ worden gespeeld. Een speelsteen kan dan in een willekeurig ander land worden geplaatst. Als geheugensteuntje kunnen de spelers de '3-2-1-regel' gebruiken. Een speler kan met hoogstens 3 kaarten maximaal 2 speelstenen in 1 land inzetten. De voorraad speelstenen is beperkt. Als een speler van een bepaalde soort geen speelstenen meer heeft, kan hij deze soort ook niet meer inzetten. Als een speler geen speelstenen meer heeft, blijft voor deze speler alleen nog de mogelijkheid om een kaart te ruilen. Voorbeeld Herman heeft één kaart ‘Frankreich’ en twee kaarten ‘Franken/Aragon’ in de hand. Hij kiest voor het land ‘Franken’ en speelt één kaart ‘Franken/Aragon’ uit. In dit land staat nog geen speelsteen. Hij mag in dit land dus maar één steen inzetten. Hij moet daarna zijn beurt beëindigen omdat hij maar in één land speelstenen mag inzetten. © BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 5 / 11 -
Marc speelt één kaart ‘Franken/Aragon’ en twee kaarten ‘Bayern/Burgund’. Hij kiest eveneens voor ‘Franken’ en hij mag daar twee speelstenen inzetten omdat de speelsteen van Herman er al staat. De eerste steen zet hij met de kaart ‘Franken/Aragon’. De twee kaarten ‘Bayern/Burgund’ gebruikt hij als joker om zijn tweede steen in te zetten. Anne heeft drie kaarten ‘Frankreich’ in de hand. In Frankreich staan er al speelstenen. Omdat zij in één beurt maximaal twee stenen mag plaatsen, kan zij ook maar twee kaarten uitspelen. Met deze kaarten kan zij ofwel twee stenen in Frankreich zetten, ofwel de kaarten als joker gebruiken en in een ander land dan Frankreich één speelsteen plaatsen.
Er bestaan ook regels die vastleggen welke soort van speelstenen men mag inzetten. • Een speelsteen ‘klooster’ wordt altijd op een kloosterveld van het betreffende land gezet. Op elk kloosterveld van een land kan maar één klooster staan. Als in een land alle kloostervelden zijn bezet, kunnen in dit land geen kloosters meer bijkomen. • Een speelsteen ‘raadscollege’ wordt altijd op het wapenschild van het gekozen land ingezet. Op een wapenschild kunnen meerdere raadscolleges staan. In principe geldt: de meerderheid aan kloosters in een bepaald land geeft het aantal raadscolleges aan die er in dat land kunnen staan. Een speler kan ook raadscolleges inzetten in een land waarin hij zelf geen kloosters heeft. In een land zonder kloosters kunnen natuurlijk nog geen raadscolleges worden ingezet. Als er bijvoorbeeld in Frankreich 3 rode, 2 gele en 2 blauwe kloosters staan, dan kunnen daar hoogstens 3 raadscolleges staan. Voorbeeld Herman zou in ‘Frankreich’ graag raadscolleges inzetten. Hij speelt de kaart 'Frankreich' en 2 kaarten 'England/Schwaben' als joker. Marc heeft in Frankreich de meerderheid aan kloosters. Omdat hij op dit moment 4 kloosters bezit in Frankreich mogen er hoogstens 4 raadscolleges in Frankreich staan. Er bevinden zich al 2 raadscolleges, dus zet Herman er 2 bij. In Italien hebben zowel Marc als Carl 2 kloosters. Daarmee hebben beiden er de meerderheid. Omdat er in Italien nog geen raadscolleges staan, kunnen er daar 2 worden ingezet. Een speler met de juiste kaarten kan dus in Italien ofwel 2 raadscolleges ofwel 2 kloosters ofwel 1 klooster en 1 raadscollege inzetten.
Kaarten aanvullen Pas nadat een speler zijn beurt heeft beëindigd, vult hij zijn handkaarten weer tot 3 stuks aan. De speler heeft de keuze tussen de beide open kaarten (links en rechts van de voorraadstapel) en de verdekte bovenste kaart(en) van de voorraadstapel. Zodra de speler zijn handkaarten heeft aangevuld tot drie stuks, wordt het aantal open kaarten (links en rechts van de voorraadstapel) opnieuw op twee stuks gebracht.
Eén kaart ruilen De speler die aan de beurt is en geen kaart wil uitspelen om speelstenen in te zetten, moet een kaart ruilen. De speler legt één handkaart op de aflegstapel (naast het speelbord) en neemt één van de beide open kaarten of de bovenste kaart van de voorraadstapel. Daarmee eindigt zijn beurt en is de volgende speler, met de wijzers van de klok mee, aan de beurt.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 6 / 11 -
Tussentijdse waardering Als de voorraadstapel een eerste keer is opgebruikt, dus onmiddellijk nadat de laatste kaart van de stapel wordt genomen, wordt het spel onderbroken voor een kloosterwaardering. Bij deze kloosterwaardering wordt in elk van de 9 landen de meerderheid aan kloosters beloond. De raadscolleges zijn pas in de slotwaardering van belang. Tip Wij raden aan om eerst de landen aan de rand van het bord, met de wijzers van de klok mee, af te rekenen (England, Franken, Bayern, Italien en Aragon). Daarna gebeurt hetzelfde met de 4 binnenste landen (Frankreich, Lothringen, Schwaben en Burgund). De spelers zetten hun telstenen telkens het bereikte puntenaantal naar voor op de scoretabel.
De kloosterwaardering De speler met de meeste kloosters in een land ontvangt voor elk klooster dat er zich bevindt, ongeacht van welke kleur, één punt. De speler met de tweede meeste kloosters in een land ontvangt één punt voor elk klooster dat de speler met het meeste kloosters er heeft. De speler met de derde meeste kloosters in een land ontvangt één punt voor elk klooster dat de speler met de tweede meeste kloosters er heeft. De speler met de vierde meeste kloosters in een land ontvangt één punt voor elk klooster dat de speler met de derde meeste kloosters er heeft. De speler met de vijfde meeste kloosters in een land ontvangt één punt voor elk klooster dat de speler met de vierde meeste kloosters er heeft. Een speler die in een land geen kloosters heeft, kan er ook geen punten behalen. Bij een gelijke stand krijgen alle spelers in die situatie dezelfde plaats toebedeeld en ontvangen evenveel punten. De volgende spelers nemen de onmiddellijk daaropvolgende plaatsen in.
Voorbeeld In Franken heeft Herman (groen) 4 kloosters, Marc (rood) heeft er 2 en Carl (blauw) 1. Herman heeft dus de meeste kloosters en ontvangt 7 punten (4 + 2 + 1). Marc komt op de tweede plaats en ontvangt 1 punt voor elk klooster van Herman, dus 4 punten. Met zijn ene klooster wordt Carl de derde en ontvangt 1 punt voor elk klooster dat Marc er heeft. Carl ontvangt dus 2 punten.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 7 / 11 -
Voorbeeld In Lothringen hebben Marc (rood) en Anne (paars) elk 2 kloosters. Carl (blauw) heeft er 1. Marc en Anne delen de eerste plaats in Lothringen en krijgen elk 5 punten (2 + 2 + 1). In dit geval bezit Carl er het tweede meeste en zijn puntenaantal is gelijk aan het aantal kloosters van een speler die als eerste eindigde. Carl ontvangt dus 2 punten.
Nadat, in de tussentijdse waardering, alle landen zijn gewaardeerd, begint het tweede deel van het spel, totdat de voorraadstapel voor een tweede keer is opgebruikt. De aflegstapel wordt zeer grondig geschud en wordt als nieuwe voorraadstapel naast het speelbord klaargelegd. Als er naast de voorraadstapel nog één of de beide open kaarten liggen, blijven die er liggen. Ze worden niet in de stapel gemengd. Als de speler, die de tussentijdse waardering uitlokte, nog te weinig handkaarten heeft, vult hij nu zijn handkaarten tot 3 stuks aan. Daarna wordt er eventueel voor gezorgd dat het aantal openliggende kaarten opnieuw op 2 stuks wordt gebracht. De linkerbuurman van de speler, die de tussentijdse waardering uitlokte, zet het spel voort.
Einde van het spel Zodra de voorraadstapel voor de tweede keer is opgebruikt, eindigt het spel. De lopende ronde wordt nog wel volledig uitgespeeld. Het spel eindigt dus met de speelbeurt van de speler die rechts zit van de startspeler met de zwarte markeersteen. Het spel is ook ten einde als er geen speelstenen meer kunnen worden ingezet.
De slotwaardering In de slotwaardering worden naast de kloosters ook de raadscolleges en de kloosterketens gewaardeerd.
De kloosterwaardering De kloosterwaardering gebeurt zoals in de tussentijdse waardering.
De waardering van de raadscolleges Hierbij worden niet de raadscolleges in de afzonderlijke landen gewaardeerd, maar wel de allianties tussen de raadscolleges van twee geallieerde landen. Op het speelbord zijn 15 mogelijke allianties aangegeven. Zij zijn genummerd van 1 tot en met 15. De allianties worden ook in deze volgorde afgerekend.
Om een beter overzicht te verkrijgen, wordt de zwarte markeersteen telkens op de af te rekenen alliantie tussen twee landen geplaatst. Na de afrekening van een alliantie wordt de markeersteen naar het volgende alliantiegetal geschoven.
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 8 / 11 -
Een alliantie brengt alleen punten op als een speler in de beide betrokken landen de meerderheid aan raadscolleges bezit. Als meerdere spelers in een land het meeste raadscolleges bezitten, hebben ze allen de meerderheid. Een speler die in een land de meerderheid aan raadscolleges bezit, kan natuurlijk in meerdere allianties punten winnen op voorwaarde dat hij in de geallieerde landen ook de meerderheid aan raadscolleges bezit. Als een speler de meerderheid aan raadscolleges bezit in de beide geallieerde landen, ontvangt hij voor elk raadscollege in beide landen één punt (de kleur van die raadscolleges speelt daarbij geen rol). Als meerdere spelers aan die voorwaarde voldoen, dan krijgen ze elk het volle aantal punten. De andere spelers behalen met hun raadscolleges geen punten.
Voorbeeld De zwarte markeersteen wordt op de '14' gezet, wat staat voor de alliantie 'Italien - Burgund'. In Italien staan 4 raadscolleges: 2 blauwe, 1 rode en 1 gele. In Burgund staan 2 raadscolleges, 1 blauwe en 1 rode. Daarmee heeft Carl (blauw) zowel in Italien als in Burgund de meerderheid en ontvangt 6 punten (4 + 2). De andere spelers verdienen hier niets. Dan wordt de markeersteen op de '15' gezet voor de afrekening van de alliantie 'Italien - Bayern'. In Bayern staan 3 raadscolleges: 2 rode en 1 gele. Omdat in Italien Carl (blauw) de meerderheid heeft en in Bayern Marc (rood), zijn hier geen punten te behalen. © BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 9 / 11 -
De waardering van de kloosterketens Als laatste volgt de waardering van de kloosterketens. Voor deze waardering moet een speler een ononderbroken rij van minstens 4 kloosters langs een verbindingsweg hebben. Vertakkingen worden niet meegeteld. De keten mag wel landsgrenzen passeren. Voor elk klooster van een keten ontvangt een speler één punt. Daarbij wordt elk klooster maar één keer geteld. Voorbeeld In de afbeelding op pagina 9 heeft Anne (paars) in Burgund en Italien 5 kloosters op een ononderbroken rij. Het klooster in Bayern is eigenlijk een vertakking van deze keten en telt niet mee. Zo ontvangt Anne 5 punten voor deze kloosterketen.
De winnaar De speler die na de slotwaardering het meeste punten heeft behaald, wint het spel. Als er een gelijke stand is dan wint van die spelers diegene die nog het meeste speelstenen in voorraad heeft.
De auteur Michael SCHACHT is geboren in 1964 in Wiesbaden. Hij werkt momenteel als directeur in een reclamebureau. In 1993 startte hij met de ontwikkeling van gezelschapsspellen. Hij nam deel aan een wedstrijd voor spellenauteurs. Dat resulteerde in een eerste publicatie in 1996. Met 'Kontor' slaagde hij er in om de grote sprong voorwaarts te maken en op de nominatielijst van 'Spiel des Jahres' terecht te komen. Grafiek: Franz Vohwinkel
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 10 / 11 -
© BELLEKENS Herman
KARDINAL & KÖNIG
- 11 / 11 -