Kaderbrief
2016 mei 2015
mei 2014
BL15-07123
Kaderbrief 2016 Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................2 Trends ................................................................................................................................ 2 Eigen kracht ........................................................................................................................ 2 Voorkomen is beter dan genezen ........................................................................................... 3 Duurzaamheid...................................................................................................................... 3 Flexibele dienstverlening, informatisering ............................................................................... 3 Maatschappelijke participatie, Jeugdzorg en WMO ..............................................................4 Arbeid en Economie ...............................................................................................................6 Cultuur ...................................................................................................................................7 Accommodaties .....................................................................................................................8 Duurzaamheid en Milieu ........................................................................................................9 Mobiliteit .............................................................................................................................10 Ruimte en Bouwen ..............................................................................................................11 Centrumontwikkeling ..........................................................................................................12 Intergemeentelijke samenwerking .....................................................................................13 Dienstverlening ...................................................................................................................14 Financiën .............................................................................................................................17 Bijlage Financiële foto Kaderbrief 2016 ..............................................................................18
1
Inleiding
Voor u ligt de kaderbrief 2016-2019, waarin de hoofdlijnen van het beleidsakkoord 'Verbinden met daadkracht' nader uitgewerkt zijn. Deze kaderbrief is richtinggevend voor de begroting die in november in de raad wordt besproken. Het beleidsakkoord is in een gezond financieel meerjarenperspectief vertaald. In de opzet van deze kaderbrief hebben we dezelfde indeling gehanteerd als in het beleidsakkoord. We besteden in deze inleiding bovendien aandacht aan de trends die in de samenleving spelen om van daaruit de koppeling te leggen naar deze kaderbrief. Trends In het rapport 'Trends en ontwikkelingen voor de gemeenten van de toekomst' (Min. van Binnenlandse Zaken, 28 mei 2014), zijn de belangrijkste trends beschreven waar gemeenten de komende jaren mee te maken hebben.
Deze trends hebben de volgende betekenis voor de rol van de gemeente Best:
Wij bieden ruimte voor de eigen kracht en het talent van inwoners, ondernemers en partners. Op vele fronten investeren we in voorkomen in plaats van genezen. Duurzaamheid vraagt van ons om een nieuwe manier van denken en innovatie. Met onze partners opereren wij in vele netwerken. De samenleving is pluriformer en complexer geworden. Dit vereist flexibiliteit in handelen en facilitering. We gebruiken de ontwikkelingen van verdergaande informatisering om onze dienstverlening eenvoudiger te maken.
2
Eigen kracht Best beschikt over een sterke sociale infrastructuur. De kracht en het talent zit veelal in de samenleving. Wij willen de ruimte bieden aan inwoners, ondernemers en partners om zelf met initiatieven en oplossingen te komen. In deze kaderbrief zijn financiële middelen opgenomen waarmee deze initiatieven gestimuleerd worden. We willen met deze impulsen maatschappelijke beweging op gang krijgen. Voorkomen is beter dan genezen Deze stelling geldt voor meer terreinen dan alleen de zorg. Hierbij wordt ook gedacht aan veiligheid, wonen, de arbeidsmarkt en het milieu. Er wordt steeds meer aandacht gegeven aan het benoemen en voorkomen van problemen ‘bij de bron’ in plaats van aan bestrijding achteraf. Duurzaamheid Duurzaamheid is een trend waarin wij samen met de Bestse samenleving nieuwe keuzes willen maken. Hierbij gaat het erom dat we bij alles wat we doen, rekening houden met het effect op 'morgen'. Onder duurzaamheid valt meer dan alleen milieu, het is van toepassing op alle beleidsterreinen. Flexibele dienstverlening, informatisering Om de dienstverlening aan te laten sluiten bij bovengenoemde trends en aan het beleidsakkoord, ontwikkelt de organisatie zich steeds verder tot een netwerkende organisatie die een faciliterende rol speelt in de Bestse gemeenschap. We werken aan omgevingsbewustzijn en de ontwikkeling van eigen kracht om te kunnen bijdragen aan een duurzame Bestse toekomst. Daarom investeren we de komende jaren verder in de kwaliteit van het personeel, een efficiënt gebruik van flexibele huisvesting en goede ondersteunende informatisering en automatisering.
3
Maatschappelijke participatie, Jeugdzorg en WMO Samen met u! De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de voorbereiding van de decentralisaties. Op 1 januari heeft de overdracht feitelijk plaatsgevonden. De inbedding van deze nieuwe verantwoordelijkheden in het samenwerkingsverband met partners en inwoners vraagt nog een aantal jaren extra inspanning van onze gemeente. Na de transitie volgt de transformatie. Het ultieme doel is om de decentralisatie door te zetten en de rol van de inwoners en partners verder te versterken. En dat geldt niet alleen voor het sociale domein, dit geldt voor alle domeinen. De komende jaren werken wij daarom toe naar een steeds meer faciliterende rol van de gemeente. Dit vraagt om gezamenlijke ontwikkeling van beleid, waardoor de betrokkenheid van onze partners in een eerdere fase toeneemt. Wij doen dit met inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen, verenigingen en andere groeperingen en politieke partijen. Met elkaar en met een goede balans ten aanzien van elkaars verantwoordelijkheden. Dit doen we samen met u als raad én samen met u als Bestse gemeenschap! Doorontwikkeling sociaal domein Vanaf 2015 zijn er verschillende wetswijzigingen in het sociaal domein ingevoerd. We denken hierbij aan de Jeugdwet , de Wmo 2015 en de Participatiewet . Door deze wetswijzigingen is de gemeente verantwoordelijk voor verschillende nieuwe taken en doelgroepen. Het uitgangspunt is dat dit budgettair neutraal (binnen de door het Rijk toegekende middelen) gebeurt. Met de formele invoering van deze wetten is de verandering, de transitie, in het sociaal domein in gang gezet. Maar deze is nog niet afgerond. Doorontwikkeling is mogelijk en nodig. Om nog meer samenhang in de ondersteuning aan te brengen, de omvang en kosten van professionele ondersteuning te beperken en meer in te kunnen zetten op preventie. Door deze doorontwikkeling, de transformatie, wordt het sociaal domein daadwerkelijk toekomstbestendig. De komende jaren staan daarom in het teken van: Meer gebruik maken van de eigen kracht van inwoners. Het anders met elkaar omgaan van inwoners, vrijwilligers, cliënten, professionals, aanbieders en de gemeente. Een ander aanbod van ondersteuning en begeleiding. Transformatie Met de transformatie beogen wij op termijn, ook financieel, een verschuiving. Van zwaardere vormen van ondersteuning naar lichtere vormen van formele en informele ondersteuning en algemene voorzieningen. Een knelpunt hierbij is dat er de eerste jaren geen financiële ruimte is om een impuls te geven aan deze vernieuwing. De gemeente heeft financiële middelen ontvangen voor de uitvoering van nieuwe taken. Deze middelen zijn echter nodig om de al eerder geïndiceerde professionele hulp te continueren. Er ontstaat een knelpunt bij handhaving van het uitgangspunt: de nieuwe taken in het sociaal domein moeten 'budgetneutraal' uitgevoerd worden. De gemeente kan dan initiatieven die bijdragen aan de gewenste transformatie binnen het sociaal domein niet ondersteunen. Bij de implementatie van deze initiatieven gaan nu eenmaal de kosten voor de baten uit. Om initiatieven die leiden tot de gewenste transformatie te kunnen ondersteunen, zijn er voor één jaar middelen nodig vanuit de reserve sociaal domein. Dit jaar gebruiken we ook voor een eventuele eerste verschuiving binnen het beschikbare budget op grond van een transformatie-agenda.
4
Buurtbudget Dezelfde argumentatie die geldt voor de financiering van de transformatie-initiatieven (zie hierboven), geldt ook voor de voorgestelde tijdelijke ophoging van het buurtbudget. In de afgelopen jaren constateren we een groeiende vraag vanuit de samenleving naar buurtbudgetten. We willen dit graag mogelijk blijven maken, maar wel tegen de achtergrond van de totale transformatie en bewonersparticipatie. Hiervoor is tijdelijk extra budget nodig. Jongerenwerk Voor de jaren 2014-2015 is door de raad een extra subsidie toegekend aan de Stichting Welzijn Best Oirschot ten behoeve van de uitvoering van het jongerenwerk. Na afloop van deze periode (medio 2016) evalueren we de inzet van deze extra middelen. Om geen terugval te krijgen in de gehele dienstverlening van SWBO zijn in 2016 nog aanvullende financiële middelen nodig. Voorschoolse voorzieningen en onderwijs Opvang en onderwijs voor kinderen van 0-13 wordt nog verder met elkaar geïntegreerd. Daarvoor werken onderwijsorganisaties, voorschoolse voorzieningen en de gemeente in 2016 afspraken verder uit om te komen tot integrale kindcentra in Best. Dit gebeurt op basis van een convenant. Per 1 januari 2016 zijn alle gesubsidieerde peuterspeelzalen in Best overgenomen door kinderopvangorganisaties. Om de kwaliteit goed te blijven toetsen, is een kleine verhoging van het budget voor de GGD nodig. De GGD inspecteert in opdracht van de gemeente alle kinderopvangorganisaties. Zowel onderwijsorganisaties als de gemeente blijven zich inzetten voor een passende, thuisnabije onderwijsplek voor alle kinderen. We blijven voorwaarden scheppen om kinderen met een ondersteuningsbehoefte zo veel als mogelijk in regulier onderwijs te faciliteren. Natuurlijk begeleid door de juiste expertise. De rijksmiddelen ten behoeve van vóór- en vroegschoolse educatie in voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs lopen tot eind 2015. Hoe hoog deze budgetten vanaf 2016 zijn, is tot op heden niet bekend. Leerplicht Er is al geruime tijd onvoldoende capaciteit beschikbaar om de taken voor leerplicht uit te voeren. De capaciteit in Best is lager dan de landelijke norm. Maar de ambities zijn hoger. Uitbreiding van formatie is nodig. Om voldoende aandacht te kunnen geven aan thuiszitters (jongeren onder de 18 zonder startkwalificatie) en aan preventieve taken.
5
Arbeid en Economie Arbeidsmarktsituatie Voor het kunnen uitvoeren van de taken op het gebied van uitkeringsverstrekking én ondersteuning en begeleiding naar werk zijn extra middelen nodig. In 2016 is namelijk nog sprake van hoge werkloosheid. Dit zorgt voor een hogere instroom van uitkeringsgerechtigden. Daardoor zullen meer inwoners een beroep doen op inkomensondersteuning (die is geregeld in de Participatiewet). De gemeente wil deze uitkeringsgerechtigden zoveel als mogelijk laten uitstromen naar regulier werk en/of vormen van participatie. Daarom is het noodzakelijk om op zowel lokaal als regionaal niveau de juiste ondersteuning en begeleiding te organiseren. Dit voor de verschillende doelgroepen. De wijze waarop dit gebeurt is neergelegd in de beleidsnota Best@work. Hierbij is ook het samenspel tussen de gemeente, het Regionaal Werkbedrijf en de Gemeenschappelijke Regeling (GR) WSD van belang. Door de invoering van de Participatiewet is het ook noodzakelijk om de rol van de GR WSD te herzien. In de transitieperiode 2015 en 2016 wordt dit op een zorgvuldige manier vormgegeven. Medio 2016 is er duidelijkheid over de rol van de GR WSD na 2016. Economisch beleid Als Brainportgemeente blijft de gemeente Best haar rol pakken bij het realiseren van de economische strategie van de Regio Eindhoven. De nadruk ligt op het versterken van het vestigingsklimaat voor (inter)nationale technologiebedrijven en hun kenniswerkers in het bijzonder. Binnen Brainport zijn bedrijfsleven en kennisinstellingen eigenaar (en vaak ook co-financier) van alle activiteiten en projecten. Samen zijn zij leidend bij het bepalen van de strategische focus, de realisatie en de financiering ervan. De rol van de overheid in deze samenwerking is die van 'enabler': bij elkaar brengen van partijen, bevorderen van de samenwerking en het bieden van continuïteit. Het is dan ook logisch dat overheden, waaronder de gemeente Best, de verantwoordelijkheid blijven nemen voor de basisfinanciering van Brainport Development. De gemeente Best blijft ook de uitrol van het project Brainport School op het Heerbeeck College faciliteren. De duurzaamheidsaspecten People, Planet, Profit zijn alle drie van groot belang voor het beleidsveld economie. De gemeente gaat daarom steeds vaker het gesprek aan met (Bestse) ondernemers over thema’s als circulaire economie, energiebesparing en ‘social return’. Als uitvloeisel van het Best@work plan zoeken we ook nadrukkelijk de verbinding met lokale werkgevers. Voor het vestigingsklimaat is nog van belang dat de reconstructie van bedrijventerrein Heide en de Philips Healthcare Campus in 2016 wordt afgerond. In 2016 vindt daarnaast de implementatie plaats van het (regionale) beleid met betrekking tot detailhandel en bedrijventerreinen. Gebiedsontwikkeling Westflank regio Eindhoven In 2016 vindt de planologische besluitvorming plaats over de Brainport Industries Campus (BIC). Een en ander wordt nadrukkelijk verbonden aan een aantal beleidswensen. Op het gebied van mobiliteit (waaronder de ontsluiting van het gebied per openbaar vervoer) en bedrijfshuisvesting (regionale bedrijventerreinenplanning, voorkomen leegstand). De overlegtafels hiervoor zijn het Bestuurlijk Overleg Stedelijk Gebied en het zgn. 'Westflankoverleg' (met Veldhoven, Eindhoven en Oirschot). Samenwerking in de vrijetijdssector In samenhang met de afbouw van subsidie aan het Centrummanagement, geven wij in 2015 een impuls aan de samenwerking in de vrijetijdssector. De eerste resultaten zijn veelbelovend en ondernemers en organisaties zijn enthousiast. Het uiteindelijke doel is dat ondernemers en organisaties het project zelfstandig gaan oppakken. Daarom is het nodig dit project goed in de Bestse samenleving te verankeren. Voor de komende twee jaar is hiervoor een relatief beperkt budget nodig. 6
Cultuur Kunst en cultuur Cultuur is belangrijk. Het bepaalt in hoge mate de identiteit, het sociale netwerk en de aantrekkelijkheid van ons dorp. De gemeente zet in op de versterking van de culturele structuur. De verbinding tussen cultuur en onderwijs wordt verder ontwikkeld. Daarom schrijft de gemeente in 2015 samen met de culturele partners een nieuwe Cultuurnota. Deze treedt in werking per 1 januari 2016. Voor uitvoering van in de Cultuurnota opgenomen actiepunten, met name gericht op uitbreiding van de inzet op cultuureducatie, is structureel budget nodig. Adviescommissie Beeldende Kunst Daarnaast is de Adviescommissie Beeldende Kunst opnieuw actief. In samenspraak met deze commissie en inwoners worden de komende jaren nieuwe kunstwerken geplaatst. Nieuwe kunstwerken worden betaald uit de Culturele Reserve. Deze reserve wordt niet meer gevoed vanuit de percentageregeling. Deze regeling hield in dat bij alle nieuwe werken vanuit de gemeente 1% gereserveerd werd ter aanvulling van de Culturele Reserve. In de huidige economische tijd is het krijgen van een sluitende begroting van werken zonder toepassing van deze percentageregeling al een uitdaging. Er is dus geen structurele voeding meer van deze reserve. Dit kan worden opgevangen door het komende jaar een bedrag aan de culturele reserve toe te voegen. Na het opstellen van de nieuwe Cultuurnota bepalen we hoeveel er daarna jaarlijks wordt toegevoegd.
7
Accommodaties In het najaar van 2015 formuleren we de bestuursopdracht voor het sterrendossier Accommodaties. Voor die tijd zal er meer duidelijkheid zijn over de Culturele Hotspot. Een belangrijke ontwikkeling is de huisvesting van de gemeentelijke organisatie. Hierover leest u meer onder het onderdeel Dienstverlening. De planontwikkeling van multifunctionele accommodaties (MFA) Dijkstraten is opnieuw gestart. Op basis van recente kennis en milieuregelgeving worden de plannen opnieuw doorgerekend. We verwachten dat de eerder geraamde budgetten te laag zijn. Daarom wordt waarschijnlijk een aangepast voorstel aan de raad voorgelegd.
8
Duurzaamheid en Milieu Duurzaamheid In 2016 geven we verder uitvoering aan de ambitie uit het beleidsplan energie- en materiaaltransitie: een energie-neutraal en afvalloos Best in 2030. Deelname van inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners, waaronder de coöperatie Best Duurzaam, is hierbij onmisbaar. Als gemeentelijke organisatie hebben we immers maar een beperkt aandeel in het totale energieverbruik en afvalproductie. Het uitvoeringsprogramma duurzaamheid wordt ook in 2016 samen met de initiatiefnemers uit de Beste samenleving opgepakt en wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. De uitvoering spitst zich toe op twee elementen: enerzijds realisatie van de gemeentelijke duurzaamheidsplannen. Anderzijds ondersteunen van de duurzaamheidsinitiatieven van bewoners, ondernemers en maatschappelijke partners. Zo gaat de gemeente na of bijvoorbeeld leningen of fondsen kunnen worden ingezet om duurzaamheidsmaatregelen te stimuleren. Duurzaamheid is ook Fair trade, oftewel eerlijke handel. Wij stimuleren het denken en handelen van de gemeente en de Bestse samenleving hierin. Het streven is in de nabije toekomst een Fair trade gemeente te worden. Geluid In Zuidoost-Best is sinds enkele jaren een meetnet geplaatst om het cumulatieve geluid van de verschillende vervoersmodaliteiten (weg-, rail-, industrie- en vliegverkeer) op vier meetpunten te bepalen. De oorspronkelijke meetperiode van drie jaar is inmiddels verlopen. Gelet op de verwachte toename van alle soorten vervoer wil de gemeente de geluidbelasting blijven monitoren. Daarom willen wij de metingen en rapportages tot en met 2020 voortzetten. Hiervoor zijn middelen nodig. Daarnaast hebben de bewonersoverleggen van Kantonier en Batadorp verzocht om onderzoek naar geluid reducerende maatregelen vanwege wegverkeer. Er is intensief contact met regiogemeenten inzake geluidsproblematiek (zoals vliegveld, ombouw A58, geluidssanering). Het doel hiervan is enerzijds om inzicht te krijgen in de beleving. Anderzijds om in gesprek te gaan met de veroorzakers.
9
Mobiliteit Een goede bereikbaarheid is essentieel voor een regio die een belangrijke rol vervult voor de (inter)nationale economie. In 2016 gaat het hierbij over de voorbereidingen voor een capaciteitsvergroting van de A58. Daarnaast over de ontsluiting van de noordwestflank. Challenge ontsluiting De ontsluiting van de noordwestflank is voorzien van de zogenaamde 'Challenge'-ontsluiting: een ontsluitingsstructuur die aantakt op de bestaande hoofdwegenstructuur. Hieronder de aansluiting 'Best' op de A58. Deze nieuwe onderliggende wegenstructuur zorgt onder andere voor een alternatieve ontsluiting van Eindhoven Airport en het toekomstige BIC-terrein. Daarnaast vormt deze structuur een alternatief voor de Groene Corridor. Verkeersveiligheid Op initiatief van het Rijk is de afgelopen jaren ingezet op een afname van het aantal verkeersslachtoffers met name onder fietsers. In 2015 is een Lokale aanpak veilig fietsen Best opgesteld. Kleine maatregelen hieruit zijn vanaf 2015 uitgevoerd. Op verzoek van de gemeenteraad is ook 'fietsparkeren' hierbij betrokken. Op diverse locaties in Best zijn extra fietsparkeerplaatsen gewenst. Dit vereist extra middelen in 2016. Fietsparkeren station Ter beveiliging van de fietsenstalling bij het station wordt voorgesteld om een tourniquet aan te brengen. Toeristische bewegwijzering In 2014 is het beleid voor toeristisch-recreatieve bewegwijzering vastgesteld. De gemeente gaat in 2015 alle toeristisch-recreatieve gemeentelijke objecten en interessante bezienswaardigheden bewegwijzeren. Voor het onderhoud van de nieuwe bebording is in 2016 een beperkt structureel budget nodig.
10
Ruimte en Bouwen Invoering Omgevingswet De Omgevingswet is in voorbereiding. Naar verwachting treedt deze wet in 2018 in werking. Ambtelijk wordt in 2015 en 2016 al gestart met de implementatie van deze wet in de organisatie. De wet introduceert een aantal nieuwe instrumenten. Voor de gemeente zijn de belangrijkste: de omgevingsvisie (integrale structuurvisie); de omgevingsplannen (bestemmingsplannen met een bredere reikwijdte). Wat dit precies voor de gemeente gaat betekenen is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat dit extra kosten met zich brengt. Deze komen voort uit het omvormen van de bestemmingsplannen in (een) omgevingsplan(nen) en het opstellen van een omgevingsvisie. Hiervoor is een bedrag voor realisatiekosten nodig. Het is aan de raad of het sterrendossier Structuurvisie Best algemeen wordt vervangen door de omgevingsvisie. Openbare ruimte In 2016 actualiseren wij het Wegbeheerplan en het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Deze plannen stelt de raad vervolgens iedere vier jaar vast, op grond van de financiële verordening. In de nieuwe Energiewet worden mogelijkheden opgenomen om bovengrondse hoogspanningsleidingen te verkabelen (ondergronds te brengen). In 2016 wordt onderzocht wat de mogelijkheden en gevolgen hiervan zijn voor de gemeente Best.
11
Centrumontwikkeling Voor een bruisend Best zijn bezoekers nodig. Een echt bruisend centrum wordt het als mensen hier langer willen verblijven en recreëren. Een mooi ingericht centrum draagt hieraan bij. In de raadsvergadering van 10 november 2014 is over precariobelasting een motie ingediend. Toen is toegezegd dat in de kaderbrief 2016 wordt aangegeven hoe het instrument van (verlaging van) precariobelasting kan worden ingezet. Met als doel ondernemers in algemene zin en de buitenhoreca met terrassen in het bijzonder, te faciliteren. Precariobelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen van de gemeente. De afgelopen jaren is al veel geïnvesteerd in het centrum (openbare ruimte, samenwerking met ondernemers, gratis wifi voor bezoekers van het centrum). Daarnaast investeren we extra in samenwerking op het gebied van de vrijetijdssector. Voorlopig zetten wij niet in op verlaging van de precariobelasting, maar op het continueren van de relatie met het Centrummanagement en de dialoog met de ondernemers. Dit om te bekijken wat we in gezamenlijkheid nog meer kunnen betekenen voor de levendigheid van het centrum.
12
Intergemeentelijke samenwerking In het beleidsakkoord is de volgende visie hierover opgenomen: ‘Samen met omliggende gemeenten willen we zorgen voor een sterke regio… Samen bereiken we meer.’ In maart 2014 is de visienota ‘Regionale samenwerken op z’n Best’ vastgesteld. Conform deze nota, zijn op verschillende terreinen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden opgezet. In 2016 wordt deze koers voortgezet en verder uitgebouwd. Vooralsnog zijn hier geen nieuwe investeringen voor nodig. We werken samen met gemeenten, maatschappelijke partners en bedrijfsleven op lokaal en (sub)regionaal niveau. Nadrukkelijk op de agenda staan: Transitie van het SRE naar de Metropoolregio Eindhoven (MRE) en Brainport. Transities in het sociaal domein. Intensivering van de samenwerking binnen het stedelijk gebied Eindhoven en de samenwerking met Veldhoven. De gemeenteraad heeft aangegeven de visie op de gemeentelijke samenwerking te willen herzien, waarbij de inbreng van inwoners wordt ingewonnen. Dit traject wordt medio 2015 uitgezet.
13
Dienstverlening In het beleidsakkoord wordt in de inleiding de bestuurlijke visie voor de gemeentelijke dienstverlening beschreven. In de inleiding van deze kaderbrief refereren we hieraan. Ook beschrijven we landelijke trends en de betekenis hiervan voor de Bestse gemeenschap en de rol hierin van de gemeente Best. De vraag: 'wat voor een organisatie willen we zijn?' is daarbij van belang. Daarom heeft de gemeentelijke organisatie de volgende missie als leidraad geformuleerd: Wij zijn een netwerkende organisatie met een faciliterende rol in de Bestse gemeenschap. Wij zijn omgevingsbewust, en ontwikkelen eigenkracht om bij te dragen aan haar duurzame toekomst. De afgelopen jaren is de formatie bijna twintig procent gekrompen. En de taken zijn toegenomen. Met minder mensen meer doen is het devies. Juist daarom is de verschuiving naar eigenkracht in de samenleving zo belangrijk. Dit vraagt echter wel een andere manier van werken waarbij kernwaarden passen zoals: 'respect, eigenkracht, samendoen, eenvoud en realisme'. De gemeentelijke organisatie heeft deze waarden omarmd en de dialoog over de betekenis opgestart. Bij alles wat we doen stellen we ons de vragen: 'gedraag ik mij respectvol, is er eigenkracht die deze taak kan uitvoeren, met wie kan ik dit doen, kan het eenvoudiger en is het realistisch?' Hierbij is ook de verbinding gelegd met de hoofdpunten van het beleidsakkoord. Vanuit deze waarden is gekozen voor de intensivering van de volgende aspecten van de dienstverlening. Dienstverlening wordt ont-moeten. Deze visie vraagt om dienstverlening én huisvesting die tijd- en plaatsonafhankelijk zijn. Om dat goed te faciliteren creëren we een centrale ontmoetingsplaats met meer en flexibelere ruimte voor partners en minder ruimte voor de gemeentelijke organisatie. Het is ook een ruimte om te ont-moeten: inwoners, gemeente en partners kunnen op een natuurlijke, ongedwongen manier met elkaar in contact komen. Bovendien ontstaat er zo één ingang voor alle inwoners- en ondernemersvragen. Dit betekent voor de dienstverlening:
Flexibiliteit dienstverlening vraagt om diversiteit in inrichting en werkruimtes. Verdergaande digitalisering ondersteunt eigen kracht van inwoner. Vooral de niet-zelfredzame inwoner vraagt om ontmoeten. ‘Bij elkaar’ levert betere integrale dienstverlening dan apart. Eenvoud in regels en maatwerk in advies.
Dienstverlening en huisvesting In de begroting 2014 hebben we aangekondigd dat er een eerste fase verbouwing zou plaatsvinden om de Bestse Manier van Werken gefaseerd in te voeren. Tijdens het onderzoek is echter geadviseerd om een implementatie voor het gehele gebouw in één keer te doen. De doelstelling om op basis van de missie de dienstverlening te verbeteren stond daarbij voorop. Uit het onderzoek is gebleken dat de ambtelijke organisatie, met de huidige omvang, voor het grootste deel op de eerste en tweede verdieping zou kunnen werken. Dit houdt in dat de begane grond grotendeels kan vrijvallen. Vervolgens is gekeken welke mogelijkheden er zijn om de ruimte die daarmee vrijvalt op een andere wijze in te vullen. De meest realistische optie bleek de combinatie met Bestwijzer te zijn. De financiële gevolgen voor de komende decennia (2016-2032) zijn, in de aanloop naar de kaderbrief, in een exploitatieberekening in kaart gebracht. Het is daarbij van belang te weten wat het verschil is tussen het in stand houden van de huidige situatie, met dienstverlening vanuit twee locaties enerzijds. En 14
anderszijds de concentratie van de dienstverlening op een locatie, in het gemeentehuis. Hiervoor is onderzoek gedaan naar de exploitatielasten (huisvesting) van beide gebouwen. In deze berekeningen is daarom een vergelijking gemaakt van de financiële gevolgen van de volgende twee varianten:
Variant 0. De beide gebouwen worden in goede bouw- en arbotechnische staat gehouden en gebracht. Hierbij wordt het gebouw van Bestwijzer in de huidige staat gehouden. Er worden geen bouwkundige aanpassingen gedaan. Voor het gemeentehuis vergt het een forse investering om aan de wettelijk verplichte arbotechnische eisen te kunnen voldoen. Deze zijn voornamelijk gerelateerd aan technische installaties en meubilair. De dienstverlening van Bestwijzer en de gemeente blijven in deze variant gescheiden. Stijging jaarlasten gemiddeld € 215.000 per jaar ten opzichte van de huidige situatie.
Variant 1. Hierbij wordt concentratie van dienstverlening gefaciliteerd. Bestwijzer en de gemeente huisvesten samen in het gemeentehuis. Het gemeentehuis wordt daarvoor verbouwd en qua inrichting op het niveau van Bestwijzer gebracht en voldoet aan de arbotechnische eisen. De ontwikkeling nemen we samen met de partners ter hand. Het pand van Bestwijzer wordt te koop aangeboden. Bij deze variant wordt de Bestse Manier van Werken volledig mogelijk gemaakt, waarbij duurzaamheid en flexibiliteit van dienstverlening kernwoorden zijn. Stijging jaarlasten gemiddeld € 100.000 per jaar ten opzichte van de huidige situatie. Concluderend blijkt uit deze berekeningen dat in beide gevallen de jaarlasten zullen stijgen. Deze stijging van de gemiddelde jaarlasten zijn bij variant 1 € 115.000 lager dan bij variant 0. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat de exploitatie van Bestwijzer vanaf 2017 komt te vervallen. Eventuele voordelen, die als gevolg van de gezamenlijke huisvesting op bedrijfsvoeringsvlak te behalen zijn, zijn in deze berekeningen niet meegenomen. We verwachten dat de verhoging van de exploitatielasten minimaal gecompenseerd zullen worden door voordelen op efficiëntie van de bedrijfsvoering. Daarom is variant 1 opgenomen in het investeringsprogramma van deze kaderbrief. In het tot op heden doorlopen proces is gesproken met de regiegroep van Bestwijzer. Deze heeft aangegeven samen te willen werken om dit mogelijk te maken. In de volgende ontwikkelfase worden nadrukkelijk alle partners meegenomen. Personele ontwikkeling Wij spelen in op doorgaande ontwikkelingen in de samenleving die een andere rol van de gemeente en haar medewerkers vragen. Dit doen wij door sterker in te zetten op het strategisch opleiden van personeel, door in- en externe mobiliteit te stimuleren en door wisseling van taken. Daarom zijn extra middelen nodig voor strategisch opleiden en voor het stimuleren van mobiliteit. De krimpopdracht in het personeelsbestand is vrijwel gerealiseerd (nog 1,4 fte in 2015). Uitbreiding van taken vangen we zoveel mogelijk op binnen de formatie. Maar dat lukt ons niet meteen vanaf 2016. Daarom is een overbrugging in financiële zin noodzakelijk in de jaren 2016/2017. Nieuwe taken die voor een groot deel gerelateerd zijn aan het sociaal domein, hebben we voor een jaar (incidenteel) gefaciliteerd met een omvang van circa 6 fte. Vanaf 2017 willen we deze taken door eigen formatie laten uitvoeren. Hiervoor is echter meer mobiliteit nodig. Daarom is in 2016 en 2017 een investering in twee tranches gepland.
15
Informatisering De gemeente Best wil zich sterk maken voor het uitgangspunt van de Basisgemeente, waar alle gemeenten in Nederland met gelijke processen werken via een uniform applicatielandschap. Deze ontwikkelingen vereisen beleid en ontwikkeling op landelijk en lokaal niveau en nemen een aantal jaren in beslag. De gemeente Best is vanuit dat perspectief volop in ontwikkeling, zeker ook digitaal. De investeringen in informatisering zijn nodig om te komen tot een efficiënte en kwalitatief betere bedrijfsvoering en effectieve (digitale) dienstverlening. Daarvoor wordt in 2016, rekening houdend met de nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van dienstverlening, nieuw informatiebeleid opgesteld. Automatisering Automatisering wordt steeds meer een noodzakelijke randvoorwaarde bij het werk van de gemeente. Door de jaren heen zijn de complexiteit, hoeveelheid, veranderingssnelheid en de beveiligingseisen toegenomen. Dit wordt in de toekomst alleen maar meer. Het is onwenselijk, gelet op de omvang van de gemeentelijke organisatie van Best, om daar interne invulling aan te blijven geven. De gemeente Best is van plan om de automatisering uit te besteden. Zo vermindert de kwetsbaarheid, terwijl de verzekering van (actuele) specialistische kennis en informatiebeveiliging is gewaarborgd. In 2016 is gepland om de computerruimte en de uitwijkfaciliteiten te vernieuwen. In plaats daarvan wordt in 2015 gestart met het project 'Outsourcing ICT-huishouding'. In plaats van zelf te investeren wordt gekozen voor externe dienstverlening. Dit betekent een verschuiving van kapitaallasten naar exploitatielasten. Deze wijzigingen worden in 2016 als begrotingswijziging meegenomen.
16
Financiën Financieel meerjarenperspectief De financiële doorkijk naar de begrotingsperiode 2016– 2019 (tabel bijlage) start met het meerjaren begrotingssaldo uit de 1e tussentijdse rapportage 2015. Zoals elk jaar is in het begrotingssaldo rekening gehouden met nieuw beleid: onontkoombaar en prioriteiten. Er zijn geen wensen meegenomen in het begrotingssaldo, maar deze zijn wel onder de streep zichtbaar gemaakt. Hierin kunnen desgewenst nog keuzes gemaakt worden. Na de verwerking van het nieuwe beleid volgt het definitieve begrotingssaldo 2016 tot en met 2019. De conclusie van de financiële doorkijk is dat de boekjaren 2016 tot en met 2019 positieve begrotingssaldi aangeven.
Begrotingssaldo incl.nieuw beleid excl.wensen 2016
2017
2018
2019
€ 450.000 € 407.732 € 400.000 € 350.000 € 300.000 € 250.000 € 200.000
€ 170.636
€ 160.068 € 150.000 € 100.000 € 50.000
€ 2.629 €‐
Tegenvallende inkomsten Molenveste De parkeergarage Molenveste is een aandachtspunt. De verhuur van parkeerplaatsen blijft ver achter bij de verwachtingen. Dit verandert niet in de toekomst. Daarom stellen wij voor de vanaf 2017 opgelegde extra inkomsten uit de garage terug te draaien. Invoering vennootschapsbelasting Met ingang van 1 januari 2016 gaat de gemeente, inclusief haar verbonden partijen, voor een deel van haar activiteiten onder de vennootschapsbelasting vallen. De invoering van deze belasting heeft grote gevolgen. Gelet op de omvang van de te verrichten werkzaamheden is er voor gekozen om dit projectmatig aan te pakken. Regelmatig overleggen wij op ambtelijk niveau met de gemeente Veldhoven. Vanaf boekjaar 2016 moet de gemeente rekening houden met extra structurele kosten in de vorm van te betalen belastingen.
17
Bijlage Financiële foto Kaderbrief 2016 Financiële foto 2016 - 2019 - kaderbrief 2016
( "-" = nadelig) Ontwikkeling begrotingssaldo
2016
2017
2018
2019 (aanname)
Saldo na vaststelling 1e tussentijdse rapportage 2015
544.181
A1. Nieuw beleid en herijking bestaand beleid* 1. Onontkoombaar nieuw beleid 2. Nieuw beleid met prioriteit ** 3. Herijking bestaand beleid (ten opzichte van begroting 2015) 4. Herijking vervangingsinvesteringen (ten opzichte van begroting 2015)
676.258
330.873
130.873
-124.525 -1.030.400 3.159 26.432
-56.671 -1.525.798 -33.233 33.584
-64.500 174.833 78.924 26.839
-64.500 -327.930 78.924 26.839
102.975 549.550
0 1.189.000
0 -533.834
0 0
B. Ingeboekte bezuiniging: - Stichting Zuidzorg bezuiniging op uniform deel
56.696
60.592
61.501
62.423
C. Verwachte mutaties: - Mutaties begrotingssaldo naar aanleiding van meicirculaire 2015 - Voorlopige bijstelling algemene uitkering agv 2e fase groot onderhoud gemeentefonds - Consequenties toerekening vanuit grondexploitatie / investeringswerken
p.m. 32.000 p.m.
p.m. 64.000 p.m.
p.m. 96.000 p.m.
p.m. 96.000 p.m.
160.068
407.732
170.636
2.629
-22.250
-10.250
-8.500
-8.500
- Saldo nieuw beleid en herijking bestaand beleid exclusief bijdragen uit reserves - Bijdragen uit reserves
-1.125.334 652.525
-1.582.118 1.189.000
216.096 -533.834
-286.667 0
Saldo mutatie lasten nieuw beleid en herijking van het bestaande beleid
-472.809
-393.118
-317.738
-286.667
** Financiële lasten Bestse Manier van Werken, excl. mutaties in reserves:
142.548
-909.603
376.003
-176.784
A2. Bijdragen uit reserves nieuw beleid en herijking bestaand beleid* 1. Bijdragen uit reserves voor onontkoombaar nieuw beleid 2. Bijdragen uit reserves voor nieuw beleid met prioriteit
Raming begrotingssaldo
Wensen nieuw beleid (niet verwerkt in deze financiele foto):
*Recapitulatie nieuw beleid en herijking van het bestaande beleid (A1 +A2)
Raming verloop vrije algemene reserve en risicoreserve sociaal domein na vaststelling kaderbrief 2016: 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 Stand vrije algemene reserve bij jaarrekening 2014*
7.529.680
6.671.872
Mutaties kaderbrief 2016
6.563.310
6.694.576
-427.525
-1.189.000
6.828.467 533.834
Stand vrije algemene reserve na kaderbrief 2016
7.529.680
6.671.872
6.135.785
5.069.500
5.704.724
Stand risicoreserve sociale domein bij jaarrekening 2014*
1.773.058
1.826.250
1.881.037
1.937.468
1.995.592
-225.000
0
0
1.656.037
1.705.718
1.756.890
Mutaties kaderbrief 2016 Stand risicoreserve sociaal domein na kaderbrief 2016
1.773.058
* Onder voorbehoud vaststelling jaarrekening 2014.
18
1.826.250