VR 2013 1503 DOC.0220/4
i <
JoKER voor het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
L
1 Titel Ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin De hoofdstukken Meldpunten Geweld, Misbruik en Kindermishandeling (hoofdstuk 2), Bijzondere Jeugdbijstand (Hoofdstuk 4) en Pleegzorg (hoofdstuk 14) bevatten bepalingen die het belang van personen jonger dan 25 jaar rechtstreeks raken Voor deze hoofdstukken wordt een JoKer opgemaakt
2 A a n l e i d i n g en doel 2.1
Aanieidmg
Meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling Personen die betrokken zijn bij een situatie van misbruik, geweld of kindermishandeling of die daarvan een vermoeden hebben, hebben nood aan een meldpunt waar ze met al hun vragen terecht kunnen. Het eindrapport van de federale Bijzondere Kamercommissie over seksueel misbruik van 31 maart 2011 Stelt in dit verband in één van haar aanbevelingen dat "de noodzaak van één centraal meldpunt" onbetwist is Met dit ontwerp van decreet wordt een decretale basis gemaakt voor de Meldpunten Geweld, Misbruik en Kindermishandeling die bereikbaar zijn voor het melden van alle mogelijke situaties van geweld en misbruik van zowel minderjarige als meerderjarige slachtoffers.
Bijzondere Jeugdbijstand Met het ontwerp van decreet worden 3 onvolkomenheden in de uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand rechtgezet, met name. de toegang tot dossiers bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand; de problematiek van de instemming van de betrokken partijen vooraleer hulpverlening in de vrijwillige jeugdbijstand start; het plaatsen van geldsommen op een spaar- of depositoboekje voor geplaatste minderjarigen.
p^eg^o^ Het decreet van 29 joni 2012 houdende de orgao^ahe vao ^ e e g z o r g b ^ ^ voer ple^ggasten, ook ai verwerven pleeggasteo een toen waarmee ze rede^kerwij^ de kosten van de pteegzorg zooden kunnen betaien Voigens de huidige tekst kan deVlaamse Regering aiieenmaarbijdragen vragen vanooders van pleegkinderen ^
tt
Met dit ontwerp van deoreet w^ de Viaamse Regenng dit ook mogeiijk maken voor pieeggasten. Art. 53 heeft de oorspronkelijk voorop gestelde datom van inwerkingtreding van het deoreet pleegzorg uitgesteld tot uiterlijk 1 januari 2014 omdat een inwerkingtreding op 1 juii 2013 niet haalbaar bleek in de praktijk, gelet op de uitvoenng die nog moet gegeven worden aan de bepalingenvanbetdeereet
2.2
Doels^mg
Meldpunten geweld, misbruik en ^ndermisbandellng DeVlaamseRegering koos in september 2011 (VR2011 2309 MEO 045^) v o o r é é ^ ^ e ^ p ^ ^ oonoreet voor één telefoonnummer voor Vlaanderen dat bereikbaar is ^oo^bet melden van ^ e ^ o ^ e ^ e ^ ^ a ^ e s va^ ^ e ^ e ^ e^ ^ ^ ^ ^ zo^ve^ ^ ^ e ^ a ^ g e ^ s ^ee^eB^a^ge s^a^o^ers Ens geopteerd om het meldpunt binnen de hulpverlening een plaats te geven, gezien het belang van een zo kort mogelijke band met die hulpverlening. Ook het rapport ^geweld, gemeld en geteld" v^n het Kind^rrechtencommissariaat(2011)sohaar^ zioh achter deze ^dee Het^meuwe" meldpunt integreert de bestaande meidpunten/aanspreekpunten/onthaalwerklngen van de Vertrouwens-centra Kindermishandelmg (VKs) en de centra Algemeen Welzijnswerk (OAW^s) (slachtofferhulp, ouderenmisbehandeiing, partnergeweid, mtrafamiilaal geweld) Oeze sectoren hebben nu reeds ervaring met het organiseren van telefonische permanentie in de hulpverlening én kunnen een snelle en laagdrempelige hulpinterventie realiseren Oeze keuze sluit aan b^ het advies van de Strategische Adviesraad voor Guituur,Jeugd,Sport en Media (5ARC) om meer duidelijkheid te brengen inhet n^eldpuntenverhaal. Het sluit ook aanbijhet advies omgeen e^tra meldpunten op te richten, maar te zorgen voor meer structuur zodat het voor de burger duidelijk is waar hij terecht kan en het best geholpen wordt Er is geopteerd voor een 1700 nummer,met name het nummer 1712 Achter dit telefoonnummer zit een doorschakeling die de burgerdoorverbindtmethetmeldpunt van deprovmcie van waaruit hij/zijbelt Hetmeldpunt is te contacteren op werkdagen van9tot17u Ens voorzienin een permanentie-regelmg en personen die buiten de openingsuren bellen, knjgen de boodschap dat ze contact kunnen opnemen met teleonthaal op het gratis nummerlO^ Wat doet het meldpunt1712^ D D
D ^
het beluistert het verhaai van het slachtofferde pleger, een betrokkene of derde en probeert de vraa^ samen met de beller helder te knjgen; het bekakt samen met de beller de mogelijkheden om iets met die bezorgdheid of verontrusting te doen; het helpt om de juiste informatie te zoeken; het maakt de beller wegwas in de wereld van justitie en hulpverlening en het kan de beller,indien gewenst of aangewezen,toelegden tot gespecialiseerde hulpverlening in de buurt (een centrum algemeen welzijnswerk, een vertrouwenscentrum kindermishandeling of een andere instantie)of doorverwijzen naar politie of justitie
Oeze doeisteiiingen z^n rechtstreeks gencht op de leefwereld van kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren kunnen zelf naar het meldpunt bellen met vragen over geweld Zij kunnen er terecht als slachtoffer of als getuige van geweld in de gezinscontext, de school of de vrijetijdscontext Oe drempel voor kinderen en jongeren wordt zo laag mogelijk gehouden door de gratis dienstverlening van het meldpunt Bovendien wordt de oproep met op de gespreksl^st van de factuur
vermeld. Zo kunnen bijv kinderen ook ten aanzien van hun ouders vrijblijvend contact opnemen met het meldpunt, zonder dat ze het risico lopen hierop door een ouder te worden aangesproken. Dit is een belangrijk veiligheidsaspect in situaties van kindermishandeling en huiselijk geweld Volwassen burgers die getuige zijn van (vermeend) geweld op kinderen kunnen in alle discretie met hun verontrusting terecht op het gratis nummer 1712 < Q£
Bijzondere Jeugdbijstand Een eenvormige toegangsregeling
voor het dossier in de bijzondere
jeugdbijstand
Deze doelstelling is rechtstreeks gericht op de leefwereld van kinderen en jongeren, met de leeftijd van 12 jaar of de mintwaalfjange die bekwaam wordt geacht, in het licht van hun recht op toegang tot het dossier Het huidige artikel 11 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand heeft betrekking op de toegang tot de dossiers die bij de comités voor bijzondere jeugdzorg, de sociale diensten voor vrijwillige jeugdbijstand en de bemiddelmgscommissies worden bewaard Door een misverstand is in die bepaling de toegang tot dossiers bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand niet opgenomen De toegang tot de dossiers bij die diensten is nochtans mogelijk op grond van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Door de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand op te nemen in dit artikel is voor alle voormelde diensten dezelfde toegangsregeling van kracht Wel moet er rekening mee worden gehouden dat het toegangsrecht slechts in beperkte mate geldt voor de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand Een consulent van de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand kan geen toegang geven tot de documenten die ter beschikking worden gesteld van de jeugdrechter. Een dossier bij de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand kan namelijk documenten bevatten die zijn opgesteld voor jeugdmagistraten en die zich bijgevolg ook in het dossier bij de jeugdrechtbank zullen bevinden. Zo kunnen magistraten, belast met jeugdzaken, opdracht geven aan de consulenten voor het verrichten van maatschappelijke onderzoeken betreffende minderjarigen in problematische opvoedingssituaties of minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd Ook kan het zijn dat die sociale dienst beschikt over informatie die hem door jeugdmagistraten is meegedeeld en die afkomstig is uit het dossier bij de jeugdrechtbank. Nu is toegang tot het dossier bij de jeugdrechtbank geregeld in artikel 55 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade Het kan met de bedoeling zijn dat de toepassing van dat artikel 55 wordt omzeild door toegang te verlenen tot dezelfde documenten die zich het dossier bij de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand bevinden Daarnaast moet de consulent van de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand bij het verlenen van toegang tot het dossier rekening houden met het geheim van het onderzoek, als bepaald in artikel 28 quinquies, §1, Wetboek van Strafvordering Om die redenen kunnen sommige documenten of gegevens in het dossier bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand met toegankelijk zijn -\ In uitzonderlijke situaties hulpverlening, in het belang van de minderjarige, maken zonder toestemming van de ouders
mogelijk
Deze doelstelling is rechtstreeks gericht op de leefwereld van kinderen en jongeren In de praktijk is het met altijd mogelijk of opportuun om de expliciete instemming te verkrijgen van de betrokken partijen vooraleer de hulpverlening op te starten In sommige gevallen kan men met wachten tot alle vereiste instemmingen verkregen zijn, in het bijzonder wanneer personen in de
onmoge^kheid verkeren hon instemming te betogen, deer afwezigheid ef emwiiie van andere omstandigheden terw^enmiddeiiijkehoipveriemng aangewezen is
^
tt
Veerheeidl Moeder is everieden hij een ongeiok Vader iigt inhet ziekenhuis, isinshook en verward door de piotsedood vanzijn vroow Dekieinekinderen van het koppei hehhenopvang nodigen worden vooriopig, zonder instemming van de vader opgevangen in een pieeggezm (netwerk pieegpiaatsing hij grootouders onder hegeieiding van de pieeggezmnendienst) Later kan toegewerkt worden naar een opvang van de kinderendoor vaderof naar instemming van vader met deopvang doorde grootouders Voorheeid2 Minderjarige ioopt thuisweg, omdat zij misbruikt wordt Oe ouders worden geïnformeerd d a t d e jongere wordtgepiaatst, maarop dat ogenhiik i s e r g e e n instemming van deouders. Oeouders knjgen de hoodsohap dat zij eventueei naar de hemiddeiingsoommissie kunnen indien zij niet akkoord z^n. Een dag iater beseffen de ouders dat het heter is om hinnen de vhjwiiiigheid te hüjven dangereohteiijkejeugdhuip. Enkeiinhetheiangvandeminderjangekanvanhetpnnoipevandevoorafgaandeiijkenoodzake^ke instemming worden afgeweken. Öeze afwijking moet gemotiveerd worden met een sehrifteiijke neersiag in het dossier, waarhij duidei^k wordt omsohrevenoverweikheiang vande minderjarige het gaat. in de motivatie moet ook worden aangetoond dat het mogei^ke werd gedaan om de werkelijke instemming te verkrijgen. Oeze weergave in het dossier zai de hetrokken aotoren ertoe aanzetten e^piioiet het heiang van de minderjarige in overweging te nemen en iaat iater toe, hij eventueie kiaohten over het verioop van de prooedure, om de gehanteerde motieven op hun gegrondheid te toetsen ^ ^ ë n ^ ^ e ^ e e r e n o p ^ o ^ ^ ^an ^ e ^ s o ^ n ^ e n op een spaa^ o ^ ^ e p o ^ o ^ o e ^ e voo^ ^ep^aa^en^n^e^a^en Oeze doeisteiiingis reohtstreeks genoht op de ieefwereid van kinderen en jongeren Artikei 67 van het deoreet van^maart 2008 werd gewnzigd om de hepaiing in overeenstemming te hrengen metdepraktijkdie hmnende hijzonderejeugdhijstand wordt gehanteerd Voorkinderen gepiaatst in eenpieeggezin wordt maandeiijks een forfaitair hedrag gestort op een spaarrekening. Oeformuienng van het te wijzigen eerste iid van artikei 67 beoogt een effioiént heheer en opvoiging van dergelijke rekeningen. Oit is onmogelijk indien elke minderjarige of z^n wettelijke vertegenwoordiger beslist op welke rekening derge^k bedrag moet gestort worden In de dagelijkse praktijk worden deze rekeningen nu steeds bij eenzelfde finanoiële insteiiing geopend Op deze wijze is het mogelijk geneneke afspraken te maken over mogelijke oorreoties op de gedane stortingen en om later, bij het bereiken van de meerderjarigheid, de jongere te informeren over het bestaan van de rekening Oaarnaast moet het gebruik van de ingeschreven spaargelden op deze rekeningen aan specifieke clausules onderworpen worden tijdens de duur van de minderjarigheid van de rekeninghouder. Oe delegatie aan de Vlaamse Regenng maakt mogelijk ter zake specifieke, aangepaste regels vast te stellen
pleegzorg Artikel50 vanhet ontwerp van decreet voorziet i n d e mogelijkheid voor de VlaamseRegenng om een bijdrageregeling te bepalen voor pleeggasten Oeze wijzigmg zal in werking treden op de datum van de inwerkingtreding van a r t i k e l l v a n het decreet van 29 jum 2012houdende de organisatie van pleegzorg Art 53 heeft de oorspronkelijk voorop gestelde datum van inwerkingtreding van het decreet pieegzorguitgesteid tot uiterlijkljanuan 2014 Oeze doelstellingen zijn reohtstreeks gencht op de leefwereld van kinderen en jongeren
3 Opties <
cc
Meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling Optie 1:
nuloptie of ongewijzigd beleid
Continueren van de bestaande situatie waarbij de burger een beroep kan doen op de bestaande meldpunten / aanspreekpunten / onthaalwerkingen van de Vertrouwen sce nt ra Kindermishandeling (VK's) en de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW's) (slachtofferhulp, ouderenmisbehandelmg, partnergeweid, intrafamiliaal geweld) Optie 2:
Child Focus als centraal meldpunt voor alle feiten van seksueel misbruik en bestaande meldpunten onthaalpunten opereren als meldpunt voor andere vormen van geweld
Er is in het kader van de voorbereiding van het meldpunt 1712 overleg geweest met het federale niveau en meer bepaald met Child Focus. In het eindrapport van de Bijzondere Kamercommissie staat immers als aanbeveling opgenomen dat Child Focus best optreedt als centraal meldpunt voor alle feiten van seksueel misbruik Optie 3:
Eén meldpunt voor alle mogelijke situaties van geweld, misbruik en kindermishandeling
De Vlaamse Regering kiest ervoor het meldpunt binnen de hulpverlening een plaats te geven, gezien het belang van een zo kort mogelijke band met die hulpverlening Child Focus behoudt zijn eigen specialisatie op vlak van 'veilig online' fwww.clicksafe be) en stemde hierover af met het meldpunt 1712
Bijzondere Jeugdbijstand De geformuleerde doelstellingen kunnen slechts in 2 en niet in 3 opties geformuleerd worden De beoogde maatregelen betreffen enkel een optimalisering van reeds bestaande regelgeving
Pleegzorg De geformuleerde doelstellingen kunnen slechts in 2 en niet in 3 opties geformuleerd worden. Men voorziet m a.w. ofwel in een bijdrageregeling of met. Hetzelfde geldt voor de datum van inwerkingtreding Ofwel wordt die uitgesteld ofwel gebeurt dat met.
4 4.1
Effecten Doelgroepen en betrokken partijen
Meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling De doelgroep is : alle burgers (zowel minderjarigen, volwassenen als ouderen)
JoKER. De effecten op de belangen van minderjarigen ( -18 jarigen) en jongeren (18 - 24 jaar) worden onder de opties in kaart gebracht (zie 4.2, 4.3 en 4 4)
^ —
i
Bijzondere Jeugdbijstand
! i
De doelgroep is: minderjarigen, ouders en in voorkomend geval opvoedingsverantwoordelijken die hulp krijgen in de context van de bijzondere jeugdbijstand
cc : I
Pleegzorg
i
Art 50 is van toepassing op pleeggasten. Pleeggasten zijn meerderjarigen voor wie pleegzorg wordt georganiseerd. Ook meerderjarigen die in het kader van de voortgezette jeugdhulpverlening een — b e r o e p doen op pleegzorg worden als pleeggasten beschouwd (
Voor wat betreft pleeggasten die als volwassenen instromen in de pleegzorg is het effect van de genomen maatregel op kinderen en jongeren met van toepassing. Voor wat betreft pleeggasten die in het kader van de voortgezette jeugdhulpverlening genieten van pleegzorg is er wel sprake van een effect op de jongeren. Het artikel impliceert immers dat de Vlaamse Regering regels kan bepalen voor het innen van een bijdrage van deze jongeren per opvangdag. Deze laatste bepaling kan gezien worden als een illustratie van een emancipatorische kijk ten aanzien van cliënten binnen de jeugdhulpverlening. Daarmee worden jongeren met (meer) gezien als passieve en afhankelijke consumenten van de hulpverlening, maar als volwaardige partners met rechten, plichten en verantwoordelijkheden (Grietens & Mercken, 2006Y Zeker in het geval van jongeren die al de leeftijd van meerderjarigheid bereikt hebben, lijkt het redelijk om te bekijken in welke mate ZIJ een loon verwerven waarmee ze mogelijk een bijdrage in de kosten van de pleegzorg kunnen betalen. Art. 53 heeft de datum van inwerkingtreding van het decreet pleegzorg uitgesteld tot uiterlijk 1 januari 2014 omdat een inwerkingtreding op 1 juli 2013 met haalbaar bleek in de praktijk, gelet op de uitvoering die nog moet gegeven worden aan de bepalingen van het decreet Een belangrijk element uit het decreet is het fusieproces tussen de bestaande diensten pleegzorg om te komen tot één dienst pleegzorg per provincie Dit fusieproces is noodzakelijk om de diensten voor pleegzorg meer efficiënt en performant te laten werken (memorie van toelichting bij het decreet pleegzorg, p 16) Het is belangrijk dat dit fusieproces zorgzaam verloopt en dat dit voldoende gedragen is door het werkveld. Dit is in het belang van alle betrokkenen en niet in het minst in dat van de kinderen en jongeren die een beroep doen op pleegzorg. Vandaar dat de extra-tijd die dit artikel mogelijk maakt, ook vanuit hun perspectief noodzakelijk is In dezelfde bepaling wordt ook het in werking treden van het artikel rond de studietoelage voor pleegkinderen en -jongeren uitgesteld tot uiterlijk 1 september 2014. Hiermee wordt rekening gehouden met de van toepassing zijnde regelgeving rond studietoelage, een cruciaal element tn het belang van een positieve ontwikkeling van pleegkinderen en -jongeren.
Meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling
4.2
Optie 1 = nuloptie
Directe effecten voor de doelgroepen
,
Kinderen hebben recht op voldoende waarborgen tegen mishandeling en uitbuiting en op een laagdrempelige hulp- en dienstverlening Kinderen en jongeren die slachtoffer of getuige zijn van geweld blijken echter autonoom niet of moeilijk de toegang te vinden tot de bestaande hulp- en dienstverlening
1
Grietens, H. & Mercken, I (2006). Werkprincipes bij het globaal plan: een aanzet tot uitdieping. Leuven: Centrum voor Orthopedagogiek, Katholieke Universiteit Leuven.
Volwassen borgersdiogoto^o van (venmaand) geweld oo(kleine) kinderen weten niet alt^d waar ze tereoht kunnen voor vragen of vermoedens van kindermishandeling Indireote effecten ^Handeiingsverlegenheid" van burgers ingeweidsituat^ ^
^
^
4.3
O p t i e ^ ^ C h i l d Focus als c e n t r a l meldpunt voor alle feiten vao seksueel misbruik en hestaande meldpunten onthaalpunten opereren als meldpunt voor andere vormen van geweld
Oireote effecten voor de doelgroepen Burgers (volwassenen, kinderen en ouderen) weten niet goed voor welke problematiek ze bij welke instantie bet best aankloppen Indirecte effecten Handelmgsverlegenbeid^ van burgers mgeweldsituaties kan leiden tot een escalatie van problemen
4.4
O p t i e ^ ^ é n meldpunt voor alle mogelijke situaties van gewelde misbruik en kindermishandeling
Oirecte effecten voor de doelgroepen ^én telefoonnummer voor aiie vormen van geweld, m welke context o o k , verlaagt de drempelbij burgers om te bellen Kinderen en jongeren kunnen zelf naar bet meldpunt bellen met vragen over geweld. Zij kunnen er tereebt als slachtoffer of als getuige van geweldmde gezinscontext,de scbool of de vrljetijdscontext. Oe drempel voor kinderen en jongeren wordt zo laag mogelijk gehouden door de gratis dienstverlening van het meldpunt Bovendien wordt de oproep niet op de gespreksl^st van de factuur vermeld Zo kunnen bijv kinderen ook ten aanzien van hun ouders vrijblijvend contact opnemen met het meldpunt, zonder dat ze het nsico lopen hierop door een ouder te worden aangesproken Oitis een belangnjk veiligheidsaspect in situaties van kindermishandeling en huiselijk geweld. Volwassen burgers die getuige z^n van (vermeend) geweld op kinderen kunnenin alle discretie met hun verontrusting terecht op het gratis nummer1712. Indirecte effecten Vroegtijdig aanpakken van geweldproblemen voorkomt escalatie
4.^
^eu^e en motivering van de optie
Hetmeldpunt 1712 integreert de bestaande meldpunten/aanspreekpunten/onthaalwerkingen van de Vertrouwensoentra Kindermishandeling (VK's) en deCentra Algemeen Welzijnswerk (CAWs) (slachtofferhulp, ouderenmisbehandeiing, partnergeweid. intrafamiliaal geweld). Oeze sectoren hebben nu reeds ervaring met het organiseren van telefonische permanentie in de hulpverlening én kunnen een snelle en laagdrempelige hulpinterventie realiseren. Oeze keuze sluit aan b^ het advies van de Strategische Adviesraad voor C u l ^ te brengen m het meldpuntenverhaal Het sluit ook aan bij het advies om geen extra meldpunten op te nchten, maar te zorgen voor meer structuur zodat het voor de burger duidelijk is waarh^ tereoht kan en het best geholpen wordt
5 Uitwerking, uitvoering en monitoring 5.1 <
Juridisch-technische uitwerking
De bepalingen in het decreet m b.t de meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling, de bijzondere jeugdbijstand en de pleegzorg werden uitgewerkt door het departement WVG, in nauwe samenwerking met de betrokken Agentschappen.
tt
;
5.2
Uitvoering en administratieve lasten
Het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de betrokken sectorale administraties en uiteraard de betrokken jeugdhulpvoorzieningen zijn de actoren die instaan voor de uitvoering van de bepalingen in het decreet m b.t de meldpunten geweld, misbruik en kindermishandeling, de bijzondere jeugdbijstand en de pleegzorg Het Departement en het Agentschap Kind en Gezin staan in voor de implementatie van het meldpuntgebeuren Het Agentschap Jongerenwelzijn staat in voor de uitvoering van de bepalingen betreffende de bijzondere jeugdbijstand en de pleegzorg. JoKER De communicatie naar minderjarigen zal ten gepaste tijde verlopen via de gebruikelijke communicatiekanalen binnen het departement en de betrokken Agentschappen. In dit verband verwijzen we ook naar artikel 11 en 12 van het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp over het recht van de minderjarige op duidelijke informatie en communicatie. Voor wat betreft het meldpuntgebeuren wordt ingezet op sensibihseringscampagnes kindermishandeling
5.3
rond
Handhaving
Zorginspectie is geconsulteerd over de bepalingen in het voorontwerp van decreet rond het meldpuntgebeuren, de pleegzorg en de bijzondere jeugdbijstand Zorginspectie heeft het mandaat toezicht te houden op de naleving van de genomen maatregelen.
5.4
Evaluatie
De genomen maatregelen in het kader van het meldpuntgebeuren en de "kindvriendelijkheid" van 1712 worden geëvalueerd via de Task Force 1712 Deze Task Force wordt aangestuurd door het departement WVG en is samengesteld uit de directies van de betrokken VK's en CAW's in het meldpuntgebeuren en uit beleidsactoren van het Agentschap Kind en Gezin In opdracht van de Task Force 1712 onderzoekt Kind en Samenleving via focusgroepen met kinderen en jongeren de effectiviteit en reële inzetbaarheid van het meldpunt in de context van geweld op kinderen. De evaluatie van de genomen maatregelen m b t gebeuren door het Agentschap Jongerenwelzijn.
de bijzondere jeugdbijstand en de pleegzorg
6 Consultatie Voor de uitwerking van de bepalingen m.b.t. het meldpuntgebeuren werden Child Focus en de betrokken koepels en sectorale administraties geconsulteerd
7 Overige informatie voor de Inspectie van Financiën ^
E ,
Niet vereist bij een JoKER
8 Samenvatting Met het ontwerp van decreet worden 3 onvolkomenheden in de uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand rechtgezet, met name de toegang tot dossiers bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand; de problematiek van de instemming van de betrokken partijen vooraleer hulpverlening in de vrijwillige jeugdbijstand start, het plaatsen van geldsommen op een spaar- of depositoboekje voor geplaatste minderjarigen Met het ontwerp van decreet wil de Vlaamse Regering een bijdrageregeling mogelijk maken voor pleeggasten. Verder wordt de datum van inwerkingtreding van het decreet pleegzorg uitgesteld van 1 juli 2013 naar 1 januari 2014
Met het ontwerp van decreet wordt een decretale basis gemaakt voor de Meldpunten Geweld, Misbruik en Kindermishandeling die bereikbaar zijn voor het melden van alle mogelijke situaties van geweld en misbruik van zowel minderjarige als meerderjarige slachtoffers De Vlaamse Regering koos in september 2011 (VR 2011 2309 MED.0456) voor één meldpunt, concreet voor één telefoonnummer voor Vlaanderen dat bereikbaar is voor het melden van alle mogelijke situaties van geweld en misbruik van zowel minderjarige als meerderjarige slachtoffers Er is geopteerd om het meldpunt binnen de hulpverlening een plaats te geven, gezien het belang van een zo kort mogelijke band met die hulpverlening. Het "nieuwe" meldpunt integreert de bestaande meldpunten / aanspreekpunten / onthaalwerkingen van de Vertrouwens-een tra Kindermishandeling (VK's) en de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW's) (slachtofferhulp, ouderenmisbehandelmg, partnergeweid, intrafamiliaal geweld). Deze sectoren hebben nu reeds ervaring met het organiseren van telefonische permanentie in de hulpverlening én kunnen een snelle en laagdrempelige hulpinterventie realiseren.
9 Contactinformatie Carine De Wilde Stafmedewerker team integrale jeugdhulp Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koning Albert ll-laan, 35 bus 30, 1030 Brussel 02/5533156
[email protected]
VR 2013 1503 DOC.0220/2
r r f
Vlaamse Regering
7?= Ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
DE VLAAMSE REGERING,
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, de Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Financien, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt:
Hoofdstuk 1. Algemene bepaling Artikel 1. Artikel 49 regelt een gewestaangelegenheid. Voor het overige regelt dit decreet een gemeenschapsaangelegenheid. Hoofdstuk 2. Meldpunten "Geweld, Misbruik en Kindermishandeling" Art. 2. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° centrum voor algemeen welzijnswerk: een centrum dat door de Vlaamse overheid erkend is met toepassing van de regelgeving betreffende het algemeen welzijnswerk, met uitzondering van een centrum voor teleonthaal; 2° vertrouwenscentrum kindermishandeling: een centrum dat door de Vlaamse overheid erkend is met toepassing van de regelgeving betreffende de erkenning en de subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling; 3° Meldpunt' een meldpunt "Geweld, Misbruik en Kindermishandeling" als vermeld
in artikel 3, eerste lid; 4° kindermishandeling: elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een natuurlijke persoon die jonger is dan achttien jaar, het slachtoffer is, actief door het schadelijke optreden of passief door een ernstige nalatigheid van zijn ouders of van iedere andere persoon ten opzichte van wie de eerstgenoemde natuurlijke persoon in een relatie van afhankelijkheid staat,
Pagina 1 van 24
^ g e w e l d : e^e vorm van fysiek waarvan een natuurtje persoon kindermishandeling; ^misbruik; eike vorm van grensoverschrijdend gedrag waardeer de fysieke ef psychische infegrifeit van een natouriijke persoon wordt aangetast met u i f s ^ van geweld en kindermishandeling, ^aanmelding: eike contactname met het Meldpunt door een persoon die direct of indirect betrokken is hij een situatie van geweld, mishroik of kindermishandeling, ^aanmelder een persoon als vermeld in punt 7^ A r t . ^ l n elke provincie van het Nederlandse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad organiseren centra voor algemeen welzijnswerk en het vertrouwenscentrum kindermishandeling, waarvan het werkgebied in die provincie of in dat tweetalige gebied ligt, samen een meldpunt g e w e l d , Misbruik en Kindermishandeling" Het vertrouwenscentrum kindermishandeling en de centra voor algemeen welzijnswerk die mee zorgen voor de organisatie van het Meldpunt, sluiten daarvoor een samenwerkingsovereenkomst In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering bepalen dat in een of meer provincies of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad twee Meldpunten kunnen worden georganiseerd. bewerking van de Meldpunten is aanvullend ten aanzien van de reguliere werking van de centra voor algemeen welzijnswerk en van het vertrouwenscentra kindermishandeling dieverlooptvolgensde regelgeving, vermeld in artikel 2 , ^ o f ^
A r t . ^ E e n Meldpunt vervult de volgende opdrachten: ^kennisnemen van alle aanmeldingen die via de telefoon of via een ander communicatiemiddel dat de Vlaamse Regering kan bepalen, aan het Meldpunt worden gericht met betrekking tot geweld, misbruik of kindermishandeling, of een vermoedenervan; ^passend gevolg geven aan een aanmelding als vermeld in p u n t ^ , o n d e r de vorm van vraagverheldering die kan leiden tot directe hulp aan de aanmelder; ^ a l s dat nodig is,de gegevens die zijn verstrekt tijdens een aanmelding als vermeld in p u n t ^ , t e r kennis brengen van het vertrouwenscentrum kindermishandeling of van een centrum voor algemeen welzijnswerk, of van een andere voorziening die een meer passende hulpverlening kan verstrekken. OeVlaamse Regering kan bepalen tot welke categorieën van voorzieningen de andere voorzieningen, vermeld in het eerste iid, 3^, behoren. A r t . ^ O e samenwerkingsovereenkomst,vermeld in artikel 3,eerste lid,regelt minstens: ^deorganisatie,de vestigingsplaats en de werking van het Meldpunt, ^ h e t aantal medewerkers dat het vertrouwenscentrum kindermishandeling en de centra voor algemeen welzijnswerk elk inzetten voor de werking van het Meldpunt en de taken die elke medewerker zal vervullen; ^deverantwoordelijkheidvoordewerking van het Meldpunt, ^deverwerkingvan persoonsgegevens door de medewerkers van het Meldpunt, met behoud van de toepassing van artikel 6; ^ e e n klachtenprocedure;
^agina^van24
wijze waarop de kwa^eit v e n d e l bewaak aiseok de wijze waarop de v e i i i g ^ of vermoedelijk betrokkeo zijo bij eeo aangemelde situatie van gew^^^^ kindermisbaodeliog^optimaai wordt iogesobateopasseode maatregeleo wordeo genomen; ^ b e t makeo of voortzetteo vao sameowerkiogsafsprakeo met voorzieoingen die bulpverieoiogaaobiedeo, met de politie eo met bet parket De Viaamse Regenog kao de ioboud van de sameowerkingsovereenkomst, vermeid in beteerste lid, oader regelen of aaovuileo. Art.O.Met bet oog op de afbandeling van aanmeldingen oonform artikei4,eerste lid,verwerktbet Meldpuntpersoonsgegevens, inolusiefgegevens als vermeld in artikel6en7van de wet van8deoember1992 betreffende de besoberming van de persoonlijke levenssfeerten opziobte vandeverwerking van persoonsgegevens. Het Meldpunt bezorgt persoonsgegevens, inoiusief gegevens alsvermeldinartikel6eo7vaodevoormeldewet,aaodeaotoreo, vermeld in artikels,eerste l i d , ^ . O p die verwerking eomededeliog van persooosgegeveos zijn de bepalingen vandevoormeldewetvantoepassmg OeVlaamse Regering bepaaltwelkegegevensworden verwerkt endewijze waarop zeworden verwerkt Metbeboud vande toepassingvan e n k e l z e e r s t e lid,bebben die gegevens voor elke aanmelding betrekking op de aanmeldende aard van de problematiek waarop een aanmelding betrekking beeft, de persooo of de personen die betrokken zijn of vermoedelijk betrokken zijn bij die problematiek en betgevolg dataande aanmelding isgegeven Oe mededeling van persoonsgegevens met toepassing van bet eerste lid is onderworpen aan de volgende voorwaarden; l^de meegedeelde gegevens zijn noodzakelijk voor de verdere passende afbandeling van de aanmelding; ^ d e gegevens worden alleen meegedeeld in bet belang vao de persooo op wie de aaomeldiog betrekkiog beeft. Oe medewerkers die bij bet Meldpuot worden ingezet oonform artikel 5, eerste lid, 2^, wisselen onderelkaarde persoonsgegevens uitdienuttigzijn voorde uitoefeningvandeopdraobten,vermeld in artikels, eerste lid. Oe gegevensverwerking en uitwisseling, vermeld in bet eerste tot en met bet vierde lid, kunnen betrekking bebben op persoonsgegevens van personen die io de aaomeldiog wordeo geooemd, zooder dat aan die personen onmiddellijk keoois daarvaowordtgegeveo Het Meldpuot bewaart de persooosgegeveos vao een aanmelder en van personen die betrokkeo ofvermoedelijk betrokkeo zijn bij geweld, misbruik of kiodermisbaodeling, op wie een aaomeldiog betrekking beeft, tot maximaal vijf jaar oa de aaomeldiog of, als voormelde persooeo betrokkeo zijo bij meerdere aaomeldiogen,tot maximaal vijfjaar oa de laatste aaomeldiog Persoonsgegevens van personen die jonger zijn dan aobttien jaar, worden bewaard tot maximaal vijf jaar na de datum waarop die personen aobttien jaar zijn geworden.
Pagina^van^
ArtD^Met het oog op de beleidsvoer^ Vleamse overbeid geanonimiseerde registratiegegevens eangeieverd. OeVlaamse Regering bepaalt weike registratiegegevens worden aangeleverd, aisook de wijze waarop en de penodioiteit waarmee die gegevens worden aangeleverd Art.O.Met beboud van de toepassing vanartikel^,eerste lid,3^, en artikel 6, eerste en vierde iid, zijn de medewerkers van bet Meldpunt gebonden door de gebeimboudingspliobtmetbetrekkingtotdegegevenswaarvanzebijde uitoefening van bun opdraobt als vermeld in artikels,eerste lid,kennis krijgen en die daarmee verband bouden A r t . ^ E l k oontaot met bet Meldpunt is gratis voor de persoon die oontaot opneemt met bet Meldpunt. Oie persoon beeft de mogelijkheid om bij dat oontaot anoniem te blijven. Binnen de besobikbare begrotingskredieten subsidieert de Vlaamse Regenng de uitgaven voor de werking van bet Meldpunt, inoiusief de uitgaven voor bet gebruik van een oommunioatiemiddel als vermeld in artikels,eerste lid,1^,door een persoon die oontaot opneemt met bet Meldpunt. OeVlaamse Regering bepaalt de subsidieregels Hoofdstuk 3. Oentrum kwaliteitsbewaking voor de bewaking van de kwaliteit en de uniformiteit van de insobaling van de ernst en de duur van bet verminderd zelfzorgvermogen Afdeling^.Erkenning en opdraoht Art^lO. Om de gelijke behandeling van de gebruikers te waarborgen,wordt één oentrum kwaliteitsbewaking erkend, dat de bewaking van de kwaliteit en de uniformiteit van de insobaling van de ernst en de duur van het verminderd zelfzorgvermogen als opdraoht heeft In dit artikel wordt verstaan onder gebruiker: iedere natuurlijke persoon die vanuit een verminderd zelfzorgvermogen een beroep doet op zorg, hulp of dienstverlening in bet kader van de bevoegdbeden van de Vlaamse Gemeensohap wat betreft bet gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen,vermeld in artikel 5 , ^ 1 , l e n II,van de bijzondere wet van^augustus 1980 tot hervorming der instellingen. In dithoofdstukwordtverstaanonderverminderd zelfzorgvermogen: toestand van een persoon van wie de mogelijkheden tot zelfzorg zijn aangetast. Onder zelfzorg wordt verstaan: de beslissingen en de aoties van een natuurlijke persoon in het dagelijkse leven met het oog op het voorzien in de eigen basisbehoeften, en de daarbij aansluitende aotiviteiten die voornamelijk betrekking hebben op de uitvoering van huishoudelijke aotiviteiten en de mogelijkheid om sooiaie oontaoten te leggen, zioh te ontplooien en zioh te onènteren in tijd en ruimte A r t . 1 L OeVlaamse Regering erkent het oentrum kwaliteitsbewaking.Ze bepaalt de regels voor de toekenning, weigering en intrekking van de erkenning. A r t . 1 ^ Het oentrum kwaliteitsbewaking voert minstens de volgende opdraobten uit: Pagina4van^4
I^het begeleidt de instanties die de ^ zeitzergven^ogeninsobeien; ^ b e t biedt vorming een en attesteert de persenen die binnen de instenties,vermeid in pontl^zorgen voor opleiding en vorming; ^ b e t organiseert intervisie over de versobillende instanties been; ^ b e t analyseert de gegevens over de resultaten van de insobaling van de ernst en de duur van bet verminderd zelfzorgvermogen. Het verspreidt die analyses onder de betrokken part^en; 5^ bet rapporteert, signaleert en formuleert adviezen aan bet agentsobap, aangewezen door de Viaamse Regering. OeVlaamse Regering kan de opdraobten,vermeld in bet eerste lid,nader omsobrijven. OeVlaamse Regering kan bepalen welke bijkomende opdraobten bet oentrum kwaliteitsbewaking moet uitvoeren Afdeling^ Erkenningsvoorwaarden van bet oentrum kwaliteitsbewaking A r t . 1 ^ Om erkend te kunnen worden, moet bet oentrum kwaliteitsbewaking aan de volgende voorwaarden voldoen; ^ b e t wordt opgeriobt door organisaties die betrokken z^n bij de insobaling van de ernst en de duur van bet verminderd zelfzorgvermogen als een vereniging zonder winstoogmerk; ^depersoneelsledenvanbetoentrum kwaliteitsbewaking bebbenervaring in bet uitvoeren van de vaststelling van de ernst en de duur van bet verminderd zelfzorgvermogen; ^betneemtinzijndoelstellingendeopdraobten,vermeld inartlkel 12 of door de Vlaamse Regering bepaald in toepassing van artikel 12, op. Om de erkenning te bebouden, moet bet oentrum kwaliteitsbewaking ook aan de volgendevoorwaardenvoldoen; 1^bet stelt jaarlijks een planning van zijn werkzaamheden op die ter goedkeuring voorgelegd wordt aan bet agentschap, aangewezen door de Vlaamse Regering; 2^ bet legtjaarlijks een boekhoudkundig verslag van alle verriohtingen en een werkingsverslag voor aan het agentschap, aangewezen door de Vlaamse Regering, volgens de vomivereisten die door de Vlaamse Regering worden bepaald, ^hetvoertdeopdracbten, vermeld inartlkel 12ofdoordeVlaamseRegering bepaald in toepassing van artikel 12, uit OeVlaamse Regering kan die erkenningsvoorwaarden nader uitwerken of aanvullende erkenningsvoorwaarden bepalen. Afdeling 3. Subsidie A r t . l ^ O e Vlaamse Regering verleent, binnen de beschikbare begrotingskredieten, aan het erkende centrum kwaliteitsbewaking een jaarlijkse subsidie voor de uitvoering van zijn opdrachten OeVlaamse Regering bepaalt het subsidiebedrag en de voorwaarden voor de vaststelling, uitbetaling en terugvordering van de subsidies
Pagin8^van24
Hoofd^uk^Bijzonderejeugdb^aod A^l^^hoo^uk^afd^ bijzondere jeogdbijstaod wordt een artikel 5 / 1 ^ Art 5/1 ^1 ledereen beeft reobt op toegang tot zijn persoonlijke gegevens di^ de oomités, de sooiaie diensten voor vrijwillige jeugdbijstand, de sooiaie d ^ voor gereobtelijke jeugdbijstand en de bemiddelingsoommissies worden bewaard. Oerden die gegevens verstrekken, zonder dat ze daartoe verpliobt werden, kunnen die gegevens als vertrouwelijk bestempelen. Als ze niet instemmen met toegang tot bet gebeel of een gedeelte van de gegevens, verleent de dossierbouder de toegang niet, tenzij bij van oordeel is dat de besoberming van de vertrouwehjkbeid niet opweegt tegen de besoberming van bet reobt op toegang. Met betrekking tot de gegevens die bij de sooiaie diensten voor gereobtelijke jeugdbijstand worden bewaard, geldt dat: l^geen toegang kan worden verleend tot de stukken die zijn opgesteld voor gereobtelijke overbeden; ^ b i j bet verlenen van toegang tot die gegevens bet gebeim van bet onderzoek, vermelden artikel 2 ^ u i n ^ u i e s , ^ , v a n bet Wetboek van Strafvordering,niet mag worden gesobonden ^2. Het reobt op toegang wordt verleend uiterlijk binnen vijftien dagen na de ontvangst van bet verzoek Met beboud van de toepassing van bet eerste lid wordt voor gegevens die bij deoomitésendesooialedienstenvoorvrijwilligejeugdbijstandworden bewaard, bet reobt op toegang verleend uiterlijk op bet ogenblik waarop bet bureau een beslissing tot bet organiseren of afwijzen van bijstand en bulp neemt. Voor gegevens die bij de bemiddelmgsoommissies worden bewaard, wordt bet reobt op toegang verleend uiterlijk op bet ogenblik waarop de minnelijke regeling, vermeld in artikel 3 2 , ^ 1 , wordt bereikt, of op bet ogenblik waarop de beslissing om de zaak uit banden te geven of om de zaak door te verwijzen naar bet Openbaar Ministerie, vermeld in artikel 32, ^2, wordt genomen. Voor gegevens die bij de sooiaie diensten voor gereobtelijke jeugdbijstand worden bewaard, wordt bet reobt op toegang verleend uiterlijk op bet ogenblik waarop de jeugdreobtbank een eerste vonnis neemt. ^3. Oe toegang tot de gegevens wordt verstrekt door inzage. Als bepaalde gegevens ook een derde betreffen en volledige inzage in die gegevens door de betrokkene afbreuk zou doen aan bet reobt van de derde op besoberming vanzijn persoonlijke levenssfeer, wordt de toegang totdiegegevens verstrekt via gedeeltelijke inzage, een gesprek of een rapportage. ledereen kan bij de uitoefening van bet toegangsreobt naar eigen keuze worden bijgestaan door een persoon die gebonden is aan bet beroepsgebeim, en, wat de minderjarige betreft, ook door een personeelslid van de instelling waar de minderjarige onden^ijs volgt, op voorwaarde dat die persoon niet reobtstreeks betrokken is bij de bulp-en bijstandsverlening, georganiseerd voor de minderjarige. ^agina^^an24
Als met toepassiog van paragraaf^tw^ vertreuwe^kheid niet o p w e e g t ^ kan de dessierheuder de toegang tot de gegevens in kwestie verstrekkend gedeeiteiijke inzage, een gesprek of een rapportage ^ . V o o r d e toepassing van paragraaflworden de personen die deei uitmaken van bet oliëntsysteem, ten opziobte van eikaar als derden besobouwd. Met beboud van de toepassing van paragraatlworden voor de toepassing van paragraaf^tweede iid,de personen die deei uitmaken van bet oiièntsysteem,ten opziobtevaneikaarnietaisderdenbesobouwd,aisbetgaatomoontextueie gegevens. Oontextueie gegevens zijn gegevens die tegeiijk de persoon die toegang vraagt, en een of meer andere personen die deel uitmaken van bet oiiëntsysteem, betreffen. Het oiientsysteem bestaat uit de voigende personen: l^de minderjarige; ^ d e g e n e die over de minderjarige bet ouderlijk gezag uitoefent; ^degenediedeminderjarigeonderzijn bewaring beeftop betogenbiikvan de uitoefening van bet reobt op toegang; ^depersonendiemetdeminderjarigesamenwonenopbetogenbiikvande uitoefeningvan betreobt op toegang ^5. Een minderjarige kan bet toegangsreobt zelfstandig uitoefenen, rekening boudend met zijn leeftijd en matunteit, zodra biijkt dat de min twaaifjarige tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, of vanaf de leeftijd van twaalf jaar. Als de minderjarige jonger is dan twaalf jaar,wordt bet toegangsreobt uitgeoefend door een wettelijke vertegenwoordiger. Oe wettelijke vertegenwoordiger kan ziob niet beroepen op de toepassing van paragraaf^watbetreftdeoontextuelegegevens diede minderjarige en een andere persoon dan de wettelijke vertegenwoordiger zelf betreden In geval van tegenstrijdige belangen met een wettelijke vertegenwoordiger of als die bettoegangsreobt niet uitoefent, kan bettoegangsreobtvande minderjarige worden uitgeoefend door een persoon als vermeld in paragraaf 3, derde lid ^6. Op verzoek van de betrokkenen worden de documenten die ze aanreiken, toegevoegd aan bet dossier.Alle betrokkenen bebben bet reobt om bun versie te geven van de feiten die vermeld zijn in bet dossier ^7. Oe betrokkenen bebben reobt op een afsobrift van de gegevens van bet dossier waartoe ze toegang bebben door inzage en op een rapport van de gegevens van bet dossier waartoe ze toegang bebben op een andere wijze dan door inzage.
^agina^van^4
leder s c h o f t en ieder rapp^^ elleen werden aangewend veer doeleinden van jeugdb^tand Öedessierbeuder die een afsobrift ef rapport bezorgd wijst de betrokkenen daarop en veegt een toeiiobting in die zin bij bet afsobnft of rapport. De Viaamse Regering kan de vooraarden bepalen waaronder een afsobrift of rapport wordt uitgereikt ". Art.lO. in betzeifde deoreet wordt bet opsobrift van afdeiinglvan boofdstuk ili vervangen door wat voigt: 'Afdelingl Werkingsprinoipe" A r t . 1 ^ Artikel 10van betzelfde deoreet wordt vervangen door wat voigt: "Art.10. De vrijwillige jeugdbijstand berust op een vrijwillige medewerking va betrokken partijen Ze worden maximaal betrokken bij de bulp en bijstandsverlening. Een bulpverleningsaanvraag kan alleen ingewilligd worden en een bulpverleningsaanbod kan alleen uitgevoerd worden met de instemming van degenen die over de minderjarige bet ouderlijk gezag uitoefenen of die bem onder bun bewaring bebben Eenbulpverleningsaanvraag kan alleen ingewilligd worden en een bulpverleningsaanbod kan alleen uitgevoerd worden met de instemming van de min-twaalfjarige, rekening boudend met zijn leeftijd en maturiteit, als blijkt dat de min twaalfjarige tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, van de minderjarige die twaalf jaar of ouder is, of nadat de minderjarige werd geboord als bij jonger is dan twaalf jaar. In betbelang van de minderjarige kan ervan de noodzakelijke instemming, vermeldinbettweedeenderdelid,wordenafgeweken,wanneerdieinstemming omwille van omstandigbeden niet onmiddellijk kan worden verleend en in afwaobting dat ze wordt verleend,ofwanneer die instemming omwille van omstandigbeden niet uitdrukkelijkkanwordenverleendlndiegevallenisafwijkingmogelijkop voorwaarde dat: l^de afwijking genotuleerd wordt; ^ d e afwijking gemotiveerd wordt; ^ e r in de motivatie wordt ven^ezen naar bet belang van de minderjarige, waarbij duidelijkwordtomsobrevenoverwelkbelangvandeminderjarigebetgaat; ^enndemotivatiewordtaangetoonddatbetmogelijkewerdgedaanomde werkelijke instemming te verkrijgend. Art.lO. ArtikelUvan betzelfde deoreet wordt opgebeven. Art ^ Aanartikel^vanbetzelfdedeoreetwordteenderdelidtoegevoegd,dat luidt als volgt. "Voor een persoon als vermeld in artikel 55,tweede l i d , l ^ e n 2^, kan bet Fonds, onder de voonvaarden die de Vlaamse Regering bepaalt, tegemoetkomen in de kosten van geneeskundige verzorging als vermeld in bet eerste lid,11^, in Ragina^van24
afwaobting dat die kosten d a a d w ^ betredende de verphobte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen Het Fonds treedt, voor bet bedrag van die vergoeding, in de reobten en reobtsvordenngen van die persoon ot zijn reobtbebbende tegen bet ziekenfonds dat de vergoeding versobuldigd is Ais de tegemoetkoming wordt verleend met een subsidie aan een erkende of gelijkgestelde voorziening waaraan de persoon was toevertrouwd, vordert die voorziening namens bet Fonds de vergoeding van bet ziekenfondsB. Art. 20. In artikel 67 van betzeifde deoreet wordt bet eerste lid vervangen door wat volgt: Als voor de minderjarigen die werden geplaatst overeenkomstig de jeugdbijstandsregeling,geldsommen opeen spaar-of depositoboekje worden ingesobreven, worden die sommen ingesobreven op een boekje dat op bun naam wordt geopend bij een kredietinstelling OeVlaamse Regering kan daarvoor de nadere regels bepalend Hoofdstuk 6. Geestelijke gezondheidszorg Art. 21.In artikel 20,^1,van bet deoreetvan16mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg wordt punt^vervangen door wat volgt: ^deoontroledoordeinspeotie,zoalsbepaald in artikel 34,mogelijk makend Art. 22. In betzelfdedeoreet,gewijzigd bij de dooreten van 22 deoember1999,6juli 2001.25 november2005 en 20 maart2009, wordt bet opsobnftvan boofdstuk VI vervangendoorwatvolgt "Hoofdstuk VI Subsidies voor speoifieke opdraobten" Art. 23.Artikel30vanbetzelfdedeoreet,gewijzigd bij bet deoreet van6juli 2001, wordt vervangen door wat volgt: Art.30 OeVlaamse Regering stelt jaarlijks,binnen de besobikbare begrotingskredieten, 363.726,60 euro ter besobikking voor speoifieke opdraobten rond geestelijke gezondbeid. Oat bedrag wordt aangepast aan de index Oe Vlaamse Regering bepaalt de subsidiebedragen en de voorwaarden voor de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies.". Art. 24^ In betzelfde deoreet, gewijzigd bij de dooreten van 22 deoember1999,6juli 2001.26 november2006 en 20 maart 2009, wordt bet opsobrift van hoofdstuks vervangendoorwatvolgt: 'Hoofdstuk!^.Toeziobt van de oentra voor geestelijke gezondheidszorg^. Art. 26. Artikel 36 van betzelfde deoreet wordt opgeheven. Hoofdstuk6 Vestiging van een reobt van erfpaobt voor de openbare psyohiatrisobe zorgcentra
^agina^van24
ArtD 26. Artikel 16b^ van bet deoreet van pubiiekreobtehjkven^gegevenex^^ Psyobiatrisob Zorgcentrum Geei en Openbaar PsyobiatnsobZerg^ ingevoegd bij bet deoreet van 31 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt Art.16bi5 0e Viaamse Gemeenscbap verleent een zakeiijk reobt van ertpaobt aan respectieveiijk bet Openbaar Psyobiatriscb Zorgcentrum Geei en bet Openbaar Psycbiatriscb Zorgcentrum Rekem, voor een termijn van vijftig jaar, betredende de onroerende goederen die op1januari2013ter besobikking gesteld zijn door de Viaamse Gemeenscbap aan respectievelijk bet Openbaar Rsycbiatriscb Zorgcentrum Geel en bet Openbaar Rsyobiatriscb Zorgcentrum Rekem. Oeertpacbter betaalt een jaarlijkse canon van vijfentwintig euro aan de Vlaamse Gemeenscbap voor de vestiging van bet recbt van ertpacbt OeVlaamse Gemeenscbap betaalt bij de beëindiging van bet recbt van ertpacbt geen vergoeding aan de ertpacbter voor de door de ertpaobteropgericbte opstallen. OeVlaamse Gemeenscbap geeft, binnen de besobikbare begrotingskredieten, jaarlijks een dotatie aan de openbare psyobiatriscbe zorgcentra, vermeld in bet eerste lid, die bestemd is voor de onderboudskosten en de berstellingwerken van de gebouwen en installaties die opgeriobt werden op de betrokken onroerende goederen vó^rljanuari 2013 Oeze gebouwen en installaties worden door de openbare psycbiatriscbe zorgcentra, vermeld in bet eerste lid, bebeerd als een goedbuisvader. Oe inventaris van de overgedragen onroerende goederen, vermeld in bet eerste lid, wordt vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering. OeVlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toepassing en uitwerking van dit artikel en zorgt voor de concrete uitvoering ervanB Hootdstuk^.Zorgverzekenng A^2^lnboofdstukVvanbetdecreetvan30maart1^boudendedeorganisatie van dezorgverzekering, bet laatst gewijzigd bij betdecreetvan 26 maart 2011,wordt een artikel 23se^es ingevoegd, dat luidt als volgtB "Art. 23sexies OeVlaamse Regering bepaalt de overgangsmaatregelen voor de voorwaarden waaronder de tenlastenemmgen van personen die zicb niet langer bij de zorgverzekering kunnen aansluiten ten gevolge van de toepassing van de in verordening (EG) nr.663/04 opgenomen aanwijzingsregels,verderworden uitgevoerd.". Hoofdstuk 6. Samenwerkingsverbanden voor psycbiatriscbe instellingen en diensten en centra voor dagverzorging Art. 26. In artikel 27 van bet decreet van 20 maart 2009 boudende diverse bepalingen betreffende bet beleidsdomein Welzijn, Volksgezondbeid en Gezin worden de volgende wijzigingen aangebraebt. I^puntl^wordtvervangendoorwatvolgt:
^ginat0van24
^verzorgingsvoo^eo^ ve^orgingstehu^in^^ psyobia^sohe^e^ogeo en diensten of eeo o o d e ^ verze^ngsveerzieningen^ ^erwerdteenpunt^teegeveegd,det luidt eis voigt ^semenwerkingsverbend ven psyohietrisohe instellingen en diens semenwerkingsverbend ven psyobietrisohe instellingen en diensten els ven^eid in d regelgeving ter uitvoering ven ertikel 10ven de wet betreffende de ziekenhuizen en endere verzorgingsinrioritingen, gecoördineerd op 10juli2008B. Art^Aenertikel30venrietzelfdedeoreetwordteenperegreef4toegevoegd,die luidt els volgt. ^ 4 De Vleemse Regering bepeelt de prooedure voor de erkenning en de intrekking ven de erkenning ven oentre voor degverzorging els vermeld in de regelgeving ter uitvoering ven ertikel 170 ven de wet betreffende de ziekenhuizen en endere verzorgingsinriobtingen,geooördineerdop10juli2006 Zebepeeltdeduurvende erkenning en regelt het toeziohtB. Hoofdstuk 9. Instellingen voor sobuldbemiddeling Art. 30. In ertikel^ven bet decreet ven 24 juli1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring ven de instellingen voor scbuldbemiddeling en tot subsidiëring ven een Vleems Oentrum Schuldenlast worden de woorden "periodes ven zes jeer" vervangen door de woordenden periode ven onbepaalde duuB. Art. 31.Artikel 10bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij bet decreet van 10juli 2008, wordt vervangen door wat volgt: Art 10bis. De Vlaamse Regering kan de erkende instellingen voor scbuldbemiddeling en de samenwerkingsverbanden van erkende instellingen voor scbuldbemiddeling subsidiëren binnen de besobikbare begrotingskredieten. Ze bepaalt de regels voor de voonvaarden, de aanvraag, de vaststelling, de toekenning en de vereffening van de subsidie " Hoofdstuk^lO Personen met een handicap Art. 32. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding treedt in de rechten en verplichtingen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit gerechtelijke procedures, van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handioap, die betrekking bebben op de taken en opdrachten van bet Vlaams Fonds voor de Sooiaie Integratie van Personen met een Handicap die aan die dienst zijn toevertrouwd. I^et Vlaams Subsidieagentscbap voor Werk en Sooiaie Economie treedt in de rechten en verplichtingen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit gerechtelijke procedures, van bet Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, die betrekking hebben op de taken en
^aginattvan24
opdracbteo van het Vlaams Foods vo^ oon Handioap dio aao die dienst zijo toevertrouwd De roereode goedereo waarover de persooeeisiedeo van het Viaams Foods voor de Sooiaie iotegratie vao Fersooeo met eeo Fiaodioap die overgaao oaar de Viaamse Dienst voor ArheidshemiddeiingeoBeroepsopieidiog of naar het Viaams Suhsidieagentsohap voor Werk en Sooiaie Eoonomie, hesohikken, worden respeotieveiijk aan de Viaamse Dienst voor Arheidshemiddeüng en Beroepsopleiding en aan het Vlaams Subsidieagentsohap voor Werk en Sooiaie Eoonomie overgedragen. Art^Aanartikei8vanhetdeoreetvan7mei2004totopriohtingvanhetintern verzelfstandigd agentschap met reohtspersoonlijkheid Viaams Agentschap voor Personen meteen Handioapwordteenpunt^toegevoegd,dat luidt als volgt: ^ h e t vergunnen,erkennen en suhsidiéren van organisaties die kennisontwikkeling, kennisdoorstroming, kennisuitdraging en expertise ondersteunen om de deskundigheid van professionelen van de voorzieningen te hevorderenB. Art. 34. A^n artikel 14, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende zinnen toegevoegd: ^DeVlaamse Regenng kan hepalen dat sommige delen van de schadeloosstelling niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking worden genomen om het verschil hij te passen De Vlaamse Regering houdt daarhij in het hijzonder rekening met de aard en de duur van de matenële of immateriële hulp^ en dienstverlening aan de persoon met een handioap en kan daarvoor de voorwaarden vaststellen " Art. 36^ Artikel 14, vierde lid, van hetzelfde decreet wordt zo uitgelegd dat de uitgekeerde tegemoetkoming slaat op alle tegemoetkomingen die het agentschap heeft verleend voor de persoon met een handicap. HoofdstukH Interlandelijke adoptie van kinderen Art. 36.In a r t i k e l ^ , ^ , van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen worden tussen het woord "kan" en het woord "nadere" dewoorden'hijkomendevoorwaardenen"ingevoegd Art. 37.ln artikel 16van hetzelfde decreetworden de volgende wijzigingen aangebracht: 1^in paragraaf 2,7^,wordt hetwoord "hevolen" vervangen door hetwoord "hezorgd"; 2^ in paragraaf3wordthetwoord"voorhereidingsoentrum" vervangen doorde woorden "^teunpuntAdoptie". Art36lnartikel20vanhetzelfdedeoreetwordendevolgendewijzigingen aangebracht:
pagina t2 van 24
^inparagraaf^wordendewoo^^ door de woordenenden Gezind ^peregreef^wordt opgeheven Art. 39. Aen ertikel 25 ven hetzelfde deoreetwordt een peregreef^toegevoegd.die luidt els volgL ^ O e V i e e m s e Regehng bepeelt de nederevoon^eerden voor de uitoefening ven hetlnzegereohtB. Hoofdstuk 12. Zorg en bijstendsveriening A r t ^ O . Aen ertikei5ven het deoreet ven 18juli 2006 betreffende de zorg-en bijstendsveriening wordt een vierde lid toegevoegde det iuidt eis volgt ^Oe Vleemse Regenng ken toesteen det personen een gebruikers zorg-en bijstendsverlening verstrekken tijdens een erkende opleiding die ze volgen om te kunnen voldoen een de kwelifioetievereisten, vermeld in bet eerste en tweede lid In det gevel bepeelt ze de voon^eerdendeervoor.Oe personen die een die voon^eerden beantwoorden, worden voor de toepassing ven dit boofdstuk geeobt te beantwoorden aan de kwalifioatievereisten. vermeld in bet eerste lidB. Art.41.lnartikel6vanbetzelfdedeoreetwordttussenbettweedeen bet derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Oe personen, belast met bettoezioht, kunnen nadat ze de gebruiker hebben geïnformeerd over bet doel en de draagwijdte van het bezoek en na sobriftelijke toestemming van de gebruiker, de woning van de gebruiker bezoeken om ter plaatse na te gaan of de zorg en bijstandsverlening die door een of meer personen beroepshalve wordt verstrekt, wordt verstrekt oonform de regels die bepaald zijn bij ofteruitvoeringvanditdeoreet" Hoofdstuks Woonzorg Art. 42.Aan artikel 36 van bet Woonzorgdeoreet van 13maart 2009.waarvan de bestaande tekst paragraaflzal vormen.wordt een peragraaf2toegevoegd.die luidt als volgt. "^2 Als een erkend oentrum voor kortverblijf det uitgebaat wordt in de lokalen van een woonzorgoentrum. en een erkende groep van assistentiewoningen in eikaars onmiddellijke nabijheid gevestigd zijn en funotioneel een gebeel vormen, en als beide voorzieningen door dezelfde reobtspersoon worden uitgebaat, of als een erkend oentrum voor kortverblijf dat uitgebaat wordt in de lokalen van een woonzorgoentrum. en een erkende groep van assistentiewoningen in eikaars onmiddellijke nabijheid gevestigd zijn en een samenwerkingsovereenkomst bebben gesloten, kan: ^inafwijkingvanartikel32. b e t o o n d een of meer woongelegenbedenkortverblijf in te zetten in die groep van assistentiewoningen; 2^ de opdraobt die een woonassistent uitvoert in de groep van assistentiewoningen. opgenomen worden door bet personeel van het oentrum
Raginat3van24
voorkortvert^ ^deopdrechL v e r m e i iopuot^ eeo erkende dienst voor gezinszorg eoaanvo^nde thuiszorg dienstenoentrum of een erkend woonzorgoentrum,eis de dienstot bet oentrum in de onmiddeiiijkenebijbeid iigt ven en funotioneei een gebeei vormt met de groep ven assistentiewoningen en door dezeifde reobtspersoon wordt uitgebeet, of eis de dienst of bet oentrum in de onmiddeiiijkenebijbeid iigt ven en een samenwerkingsovereenkomst gesioten beeft met de groep ven assistentiewoningen. Oe Viaamse Regering bepaait de voonvaarden en de prooedure voor de toeiating, vermeid in bet eerste iid, I^B. B Art. 43. in artikei 40 van betzeifde deoreet worden de woorden afzonderiijk en onder" vervangen door bet woord "Onder". Art. 44. in artikei 50 van betzeifde deoreet worden de voigende wijzigingen aangebraobt: ^punt^wordtvervangendoorwatvoigt "^eenvereniging,opgenobt oonform titei Viii van bet deoreet van 19deoember 2008 betreffende de organisatie van de openbare oentra voor maatsobappeüjk weizijn;"; h e r w o r d t een puntlO^ toegevoegd,dat iuidt ais voigt: "10^ een andere reobtspersoon die geen winst nastreeft en die door de Viaamse Regering wordt aangewezen " Art. 46. in artikei 58 van betzeifde deoreet worden de voigende wijzigingen aangebraobt. 1^nparagraaf1, eerste iid, wordt de zin "Met beboud van de toepassing van ^2 en ^3 bepaait de Viaamse Regering de programmatie van de voorzieningen, de woonzorgnetwerken en de verenigingen"vervangen door de zin "Met beboud van detoepassingvanparagraaf2bepaaitde Viaamse Regering deprogremmatie van de voorzieningen met uitzondering ven de diensten voortbuisverpieging en de groepen ven assistentiewoningen, aisook de programmatie ven de woonzorgnetwerken en van de verenigingen."; 2^ aen paragraaflwordt een derde iid toegevoegd,dat iuidt ais voigt: "Oe Viaamse Regering ken een programmatie eis vermeid in bet eerste üd bepaien voor de groepen van assistentiewoningen."; 3^paragraaf3enparagraaf4wordenopgebeven. Art. 48. in artikei 59 van betzeifde deoreet worden de voigende wijzigingen aangebraobt: ^ a a n bet eerste iid wordt de voigende zin toegevoegd: ^gina14van24
^OeVlaamse Regeriog kao die ze eeowij^ de veerefgeeodeverguooiog wordt verieeodep besis veo eeo oproep met riet oog op de reeiisetie veo die voorzieoiogeo io riet geogreftsorie gebied det iode oproep wordt eeogewezeoB; ^ e e o bet tweede iid wordt de voigeode zio toegevoegd. "OeVieerose Regeriog keoeeovuiieode voorwaardeo bepeieo voor bet verieoeo vaodevooratgaaodeverguooiogB; ^ t u s s e o bettweedeeobetderdeiidwordteeo iid iogevoegd,dat iuidt eis voigt: ^eteersteeotweedeiidzijooietvaotoepassiogopdegroepeovao assisteotiewooiogeozoiaog de Viaerose Regeriog voor die voorzieoiogeo geeo programmatie beeft bepaaid ter uitvoeriog vao artikei 5 8 . ^ , d e r d e iidB Art. 47. io artikei 63, eerste iid,vao betzeifde deoreet wordt puot^vervaogeo door wat voigt: ^^eeoioitiatiefoemeraisvermeidio artikei 50 of aaogewezeo ter uitvoeriog vao datartikeiB Art. 46. Artikei 66 vao betzeifde deoreet wordt verveogeo door wat voigt: Art.66 ^.Omdeprofessiooeiiteiteodekwaiiteitvaodewooozorgtestimuiereo, kao de Viaamse Regeriog partoerorgaoisatieserkeooeoeosubsidiëreo biooeo de besobikbarebegrotiogskredieteo Oe Viaamse Regeriog bepaait de erkeooiogsvoorwaardeo^ de duur vao de erkeooiog,aisookderegeisomdeerkeooiogteverieoeoeoomdeerkeooiogte soborseoofiotetrekkeoaisdeerkeooiogsvoorwaardeooietwordeooageieefd Aiieeo erkeode partoerorgaoisaties kuooeo wordeo gesubsidieerd. Oe Viaamse Regeriog bepaait de subsidieregels ^2.ioafwijkiog vao paragraaflkao de Viaamse Regeriog^ai dao oiet op basis vao eeo oproep, eeo bebeersovereeokomstsiuiteo met eeo partoerorgaoisatie die ioViaaodereo eeo uoieke expertise op bet viak vao de professiooaiiteit eode kwaliteit vao wooozorgootwikkeit Eeo partoerorgaoisatie waarmee eeo bebeersovereeokomstwordtgesioteo,wordtgeaobterkeod te zijo voor de duur vao die overeeokomst. Oebebeersovereeokomst, vermeid io bet eerste iid, omvat miosteos ^deaardvaodedeskuodigbeidvaodepartoerorgaoisatie,dedoeigroepeoaao wie de partoerorgaoisatie miosteos oodersteuoiog biedt eo de opdraobteo die de partoerorgaoisatie beeft teo aaozieo vao de Viaamse overbeid; ^eeopiaovoordeduurvaodebebeersovereeokomstmet^ a) de resuitaatsgebiedeo voor de uitvoeriog vao de overeeokomst; b) de evaluatiecriteria voorde resuitaatsgebiedeo, vermeid iopuota); 3^ de voorwaardeo eo aodere regeis voor de subsidie.".
Ragina^van24
Art. ^ I n a r t ^ 253, e e ^ t e ^ ^ b ^ van het Wetboek van de Inkem5tenbelastingen1992,ingeve^^ werden de woorden ^a^bejeardenveerziening uitgebaat deer een reohtsp^^ zoai5bedoeidinartikel5van bet deoreet ven5nieart 1985 boudende regeiing van de erkenning en subsidiëring van voorzieningen voor bejaarden" vervangen doorde woorden "ais ouderenvoorziening ais vermeid in artikei 2 , 2 1 ^ of artikei 8 8 ^ 1 , ^ 2 ot^5,van betWoonzorgdeoreetvan13maart2009,die wordt uitgebaat door een reobtspersoon ais vermeid in artikei 53, eerste iid, ven dat deoreet, en die door de Viaamse Regenng is erkend" Hoofdstuks Rieegzorg Art. 50^ Aen artikei 18van bet deoreet van 29 juni 2012boudende de organisatie van pieegzorg worden de woorden "en van de pieeggasten" toegevoegd. Art^Artikei49vanbetzeitdedeoreetwordtvervengendoorwatvoigt: " A r t 4 9 i n artikei 55, tweedeiid, van betzeifdedeoreetwordende voigende wijzigingen aangebraobt: h e r w o r d t een punt 2^1 ingevoegd,dat iuidt ais voigt: "2^1 de pieeggesten en pleegkinderen eis vermeid in artikei 2, 8^ en 10^, van bet deoreetvan29juni2012boudendedeorgenisatievanpieegzorg^ 2^ in punt 3^ wordt de zinsnede "de personen,vermeldingen 2^'vervangen door de zinsnede "de personen,vermeid i n l ^ , 2 ^ en 2^1"B. Art. 52. in betzeifde deoreet wordt een artikei 49/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: Art. 49/1 Aan artikei 57, eerste iid, van betzeifde deoreet worden de woorden "en van betdeoreetvan 29 juni 2012boudendedeorganisatievan pleegzorg" toegevoegd". Art. 53. Artikel 53 van betzelfde deoreet wordt vervangen door wat volgt: "Art 53 De Vlaamse Regering stelt voor iedere bepaling van dit deoreet de datum van inwerkingtreding vast met beboud van de toepassing van bet tweede lid. Dit deoreet treedt uiterlijk opljenuari 2014 in werking,met uitzondering van artikel 38datuiterlijkop1september2014inwerking treedt" Hoofdstuk15Kleobtreobtbetreffendedeopenbarepsyobiatrisobezorgoentra Art. 54 Aan artikei 13venbetdeoreetvan1juni200^boudendetoekenningvan een klaobtreobt ten aanzien van bestuursinstellingen wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgL ^Ditdeoreet is niet van toepassing op bet publiekreobtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentsobap met reobtspersoonlijkbeid Openbaar Rsyobiatrisob Zorgoentrum Oeel en op bet publiekreobtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentsobap met reobtspersoonlijkbeid Openbaar Rsyobietrisob Zorgcentrum
Ra^inat^^n24
Rekem, met beboud vao de t o e p a s s ^ insteeg ven de Vleemse OmbudsdieostB. Hoofdstuks Eerste^nsgezendbeidszerg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders Art. 55^nartikel2van bet deoreet van^maart 2004 betreffende de eersteiijnsgezondbeidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, gewijzigd bij bet deoreet van13maart 2009,worden de voigende wijzigingen aangebraobt: l^erwordteen punt ^ b i s ingevoegd,dat iuidt ais voigt: ^ b i s organisatie met terreinwerking: een door de Viaamse Regering erkende en gesubsidieerde organisatie die op bet terrein de opdraobten uitvoert, de metbodieken toepast of diensten aanlevert voor de eersteiijnsgezondbeidszorgB; 2^ in punt 10^,afwordt bet woord "netwerken" vervangen door de woorden "organisaties met terreinwerking". Art. 56. Aan artikel 8, ^4, van betzelfde deoreet wordt de voigende zin toegevoegd: ^ln bet tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad kan een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondbeidszorg opgeriobt worden door de Vlaamse GemeensobapsoommissieB. Art. 57.lnartikel11van betzelfde deoreet wordt bet tweede lid vervangen door wat volgt: "Ter uitvoering van bet eerste lid kan, onder de voorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, ne overleg met de provinoiebesturen en de Vlaamse Gemeensobapsoommissie, bet samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondbeidzorg, naast de ondersteuning door partnerorganisaties, een beroep doen op de ondersteuning of begeleiding van organisaties met terreinwerking, provinoiebesturen of, voor bet tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, van de Vlaamse GemeensobapsoommissieB. Art. 56^ In betzelfde deoreet,gewijzigd bij de deoreten van 16juni 2006,16juli 2006,^maart2009en20maart2009,wordteenboofdstukVbisingevoegd,dat luidt als volgt^ "Hoofdstuk Vbis Organisaties met terreinwerking". A r t 6 9 . In betzelfdedeoreetwordtin boofdstuk Vbis, ingevoegd bijertikel66, een artikel15bis ingevoegd, datluidtals volgt: "Art.16bis.OeVlaamse Regering kan voorzieningen in bet kader van de eerstelijnsgezondbeidszorg erkennen en subsidiëren, binnen de besobikbare begrotingskredieten, als organisaties met terreinwerking en ze kan bun werkgebied bepalen
R^ina^van24
De Vlaamse Regeriog bepaaftio voorkomend geval de erkenningsvoorwaarden,de regels v o o r d o d e van de erkenning. De Vleamse Regering bepaalt de subsidie en de sobsldievoon^aarden Organisaties met terreinwerking bebben de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, in bet tweeteiige gebied Brussei-Hoofdstad kan een organisatie met terreinwerking opgenobt worden door de Vlaamse OemeensobapsoommissieB Art. 60. in betzeitde deoreet wordt in boofdstuk Vbis, ingevoegd bij artikel 58, een artikei15ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art.15ter.Organisaties met terreinwerking doen,als ze voor bepaalde opdraobten of deien van opdraobten ondersteuning nodig bebben, een beroep op bet eanbod van de partnerorganisaties die vanwege bun inboudelijke deskundigheid of bun vermogen inzeke bet aanleveren ven gegevens de gevraagde ondersteuning kunnen biedenB Art. 61. In betzelfde deoreet wordt in boofdstuk Vbis, ingevoegd bij ertikel 58, een artikel 159uater ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art 15^uater.De Vlaamse Regenng ken bepalen welke opdraobten van de organisaties met terreinwerking door een andere reobtspersoon dan de organisatie met terreinwerking in kwestie uitgevoerd kunnen worden en welke voorwaarden daarvoor gelden Ter uitvoering van bet eerste lid kan onder de voorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, na overleg met bet samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondbeidszorg, de organisatie met terreinwerking een beroep doen op de ondersteuning of begeleiding van een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondbeidszorg". Art. 62.In betzelfde deoreet, gewijzigd bij de dooreten van 16 juni 2006,18juli 2006,13maart 2009 en 20 maart 2009, wordt een boofdstuk Vter ingevoegd,dat luidt als volgt: "Hoofdstuk Vter.Samenwerkingsverband en fusie". Art. 63.In betzelfde deoreet,gewijzigd bij de dooreten van 16juni 2006,18juli 2008,16maart2009en20maart2009,wordtinboofdstukVter,ingevoegdbij artikel 62, een artikel15^uin^uies ingevoegd, dat luidt als volgt^ "Art.15^uin^uies. Een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondbeidszorg kan een samenwerkingsverband sluitenofeenfusie aangaan meteen organisatie met terreinwerking. De Vleamse Regering bepaalt in voorkomend geval de voorwaarden en de nadere regels voor bet sluiten van bet semenwerkingsverband of voor bet aangaan vandefusie"
Ra^inat^van24
Art. 64.10 a r t ^ ^ ^ e n a r t i k ^ l ^ ^ ^ zinsnede " s a m e n w e ^ o g s v e r b ^ semenwe^ingsinitietieveneersteiijnsgezendbeidszergenpert^ teikens verengen deer de zinsnede "semenwer^ngsverbendenep het niveeu ven deprektijkveerin^semenwerkingsinitietieveneerstelijnsgezend^ pertnerergenisetiesenergenisetiesmetterreinwerkingB. Art. 66. In ertikei16venhetzeitde decreet werden de veigende wijzigingen eengehrecht: ^inperegreet1wordtdezinsnede"semenwerkingsverhendenephetniveeoven deprektijkveering.sernenwerkingsinitietieveneersteiijnsgezendheidszerge pertnerergenisetiesB vervangen deer de zinsnede "semenwerkingsverhendenep hetniveeuvendeprektijkveering.semenwerkingsinitiet^^^ eerste^nsgezendheidszerg.pertnerergenisetiesenergenisetiesmet terreinwerkingB; ^ i n p e r e g r e e f ^ e e r s t e iid,werdt de zinsnede "semenwerkingsverhendenep het niveeuvendeprektijkveering.semenwerkingsinitietieven eersteiijnsgezendheidszerg en pertnerergenisetiesB vervangen deer de zinsnede "samenwerkingsverhandenep het niveau van de praktijkveering, semenwerkingsinitiatieveneersteiijnsgezendheidszerg,pertnererganisatiesen organisaties met terreinwerking,"; 6^ in paragraaf 2, tweede iid, wordt de zinsnede "het samenwerkingsverhand op het niveau van de praktijkvoering, het samenwerkingsinitiatief eersteiijnsgezondheidszorg of de partnerorganisatie" vervangen door de zinsnede "het samenwerkingsverhand op het niveau van de praktijkvoering, het semenwerkingsinitiatiefeerstehjnsgezondheidszorg,depertnerorganisatieofde organisatie met terreinwerking". Art. 66.in ariikei19en 20,^1,van hetzelfde deoreet wordt de zinsnede "samenwerkingsverhanden op het niveau van de praktijkvoering, samenwerkingsinitiatieven eerstehjnsgezondheidszorg en partnerorganisaties," telkens vervangen door de zinsnede "samenwerkingsverhanden op het niveau van de prektijkvoering, samenwerkingsinitiatieven eersteiijnsgezondheidszorg, partnerorganisaties en organisaties met terreinwerkingB. Art. 67.In a r t i k e l s , ^ 1 , v a n hetzeifde deoreet, gewijzigd hij het deoreet ven 16 juni 2606, wordt de zinsnede "een samenwerkingsverhand op het niveau van de prektijkvoering, een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg en een partnerorganisatie,"vervangen door de zinsnede "een samenwerkingsverhand op het niveau van de prektijkvoering, een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, een partnerorganisatie en een organisatie met terreinwerking,". Art. 66. In artikel 22 van hetzelfde deoreet wordt de zinsnede "een samenwerkingsverhand op het niveau van de praktijkvoering, een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg en een partnerorganisatie," vervangen door de zinsnede "een samenwerkingsverhand op het niveau van de praktijkvoering, een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, een partnerorganisatie en een organisahe met terreinwerking,".
^^in^t^v^24
Art.6^^art^2^^vanhe^e^e^ ^menw^ogs^^ sameowe^iogsin^ievenee^e^osgezo^ ve^aogeo door de zinsnede "de samenwerkingsverbanden opriep praktijkvoering, de samenwerkingsin^atieveneersteiijnsg parinerorganisaties en de organisaties met terreinwerkingB. Hoofdstuks Preventiefgezondrieidsbeieid Art. 70. in artikei 79 van bet deoreet van 21 november 2003 betreffende bet preventieve gezondbeidsbeieid wordt de zinsnede " v a n l t o t 500 euro" vervangen door de zinsnede "van 25 tot 500 euro" Hoofdstuk16infrastruotuurvoorpersoonsgebondenaangeiegenbeden Art. 71.Artikei 7ter van bet deoreet van 23 februari^994 inzake de infrastruotuur voor persoonsgebonden aangeiegenbeden, vervangen bij bet deoreet van 12 februan 2010en gewijzigd bij bet deoreet van15juii 2011,wordt vervangen door wat voigt: "Ari.7ter in gevai van een investering aan een erkend dagverzorgingsoentrum, een erkend oentrum voor kortverbiijf of een erkend woonzorgoentrum eis vermeiden artikei 25,30 en 37 van bet Woonzorgdeoreet van13maart2009,kandoorbetPondseeninvesteringswaarborgworden verieend aan aanvragers die een investering doen die past in de programmatie, waarbij voor die investering geen investeringssubsidies of aiternatieve vormen van investeringssubsidies worden gevraagd aan bet Fonds. Oaarvoor komen, naast initiatiefnemers ais vermeid in artikei 53, eerste iid, ven bet voormeide Woonzorgdeoreet, ook initiatiefnemers in aanmerking die de reobtsvorm bebben van een vennootsobep met reobtspersooniijkbeid ais vermeid in artikei 2, ^2, van betWetboekvanVennootsobappenvan7mei 1999.0e Viaamse Regering bepaait de extra voorwaarden Oie voorwaarden kunnen onder meer eiementen bevatten van zorgstrategisobe, finanoiëie, bouwfysisobe en teobnisobe aard. Oe Viaamse Regering kan beperkingen bepaien voor de investeringswaerborg. Tot dekking van de investeringswaarborg worden er bijdragen vastgesteld op de gewaarborgde sommen voigens de voorwaarden, bepaald door de Viaamse Regenng. Tot dekking van de investeringswaarborg kan bet Fonds op elk moment een wettelijke bypotbeek nemen of een bypotbeoair mandaat eisen voor de onroerende goederen die betrekking bebben op de investering, voor een bedrag d^t vastgesteld wordt door bet Fonds Oewetteiijke bypotbeek wordt ingesobreven op verzoek van bet Ponds." Hoofdstuk 19.Vrijwilligerswerk Art.72. In artikei3van bet deoreet van3aprii 2009 betreffende bet georganiseerde vrijwilligerswerk in bet beleidsdomein Weizijn, Volksgezondbeid en Oezin worden de volgende wijzigingen aangebraobt: herwordt een punt 2^1 ingevoegd,dat luidt als volgt:
^^i^^v^24
^^seoto^erege^eving^ v e r m e l d ^ a r t ^ ^ m e t uitzonden ervend ^ p u n t ^ w o ^ verengen d o o r w a t v o ^ ^orgaois^evooraotonoomv^w^ge^^ u^o^odofhoofdzake^ Vlaamse overheid erkend ofgesobs^eerd is oonform ^ p u n t ^ w o r d t vervangendoorwatvolgt ^organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk: een organisatie die werkt aangelegenheid ais vermeid in artikei^die daarvoor door de Vlaamse overheid orkendofgesuhsidieerd is oonform de seotorale regelgeving die op die organisaties van toepassing is, en die voor de ven^ezenlijking van haar doel ook vrijwilligers mzetB Hoofdstuk^OZorgvernieuwingsprojeoten Art. 73. OeVlaamse Regering kan onder de voonvaarden die ze hepaalt, en hinnen de hesohikhare begrotingskredieten subsidies verlenen voor zorgvernieuwingsprojeoten. Hoofdstuks Kinderopvang van baby'sen peuters Art74.Artikel37vanbetdeoreetvan^april20^houdendedeorganisatievan kinderopvang van baby's en peuters wordt vervangen door wat volgt: "Art. 37 OeVlaamse Regering steltvoor iedere bepeling van dit deoreet de datum van inwerkingtreding vast met behoud van de toepassing van het tweede lid. Oit deoreet treedt uiterlijk op1janueri2015inwerkingB. Hoofdstuks Kind en Oezin ^
Art. 75. Aen artikel 13van het deoreet van 30 april 2004 tot opriobting van het intern verzelfstandigd agentschap met reobtspersoonl^kbeid Kind en Gezin, gewijzigd bij hetdeoreetvan2juni2006,wordteenparagraaf4toegevoegd,die luidt els volgt: "^4.OeVlaamse Regering organiseert het toeziobt op de naleving van de bepalingen van dit deoreet en zijn uitvoenngsbesluiten. Oe ambtenaren die met bettoezioht belast zijn,hebben het reobt de lokalen van de voorzieningen, die bestemd zijn voor aotiviteiten die door Kind en Gezin worden erkend of gesubsidieerd of die met die erkende of gesubsidieerde aotiviteiten in verband staan, te bezoeken. Oe voorzieningen stellen aen die ambtenaren alle gegevens ter beschikking die voor het toeziobt noodzakelijk zijn Ze staan die ambtenaren toe om ter plaatse de naleving van de bepalingen, vermeld in het eerste lid^ te verifiëren en alle stappen te ondernemen die daarvoor nodig zijn.
R^in^2tv^24
V a n hUO V a 5 t 5 ^ 0 g e n m a k e o d e
9 ^
ver^agep Het v e ^ a g heeft b e w ^ w a a ^ wordt eeo afschoft gestuurd oaar de voerzieoiogB. Hoofdstuk 23. Sletbepahogeo Art.^Oeioste^ogeovoorsohuldberoiddeliogdieopdedatumvaode iowerkiogtrediog vao artikel 30 erkend zijo ^ vooreeo periodeveozesjaar, overeeokomstig artikei^vao het deoreet veo 24 juii 1996 houdeode regeiiog tot erkeooiogeosuhsidiériog veo de iosteüiogeo voor sohuidhemiddeiiogeo tot suhsidiëriog vao eeo ViaarosOeotrumSohuideoiast, zijo v^o rechtswege erkeod voor eeo periode vao oohepaalde duur. Art. 77. Oeorgaoisaties die tot op de datum vao de iowerkiogtrediog vao artikei 72 erkeod zijo ais orgaoisaties voor autoooomvrijwiihgerswerkeo die vaoaf die d^tum oiet meer ais orgaoisatie voor autoooom vrijwilligerswerk kuooeo wordeo gekwalificeerd,kuooeo verder erkeod hlijveo tot eomet31deoemher 2014. Art. 76.0e Viaamse Regeriog hepaalt de datum vao de iowerkiogtrediog vao artikei 2toteomet14,artikei21toteomet26,artikei26,3^34,42,46eo71 Artikei 27 heeft uitwerkiog met iogaogvaolmei 2010. Artikel 26 heeft uitwerkiog met iogaogvaoloktoher 2011. Artikei 29 heeft uitwerkiog met iogaogvaoljaouari 2000. Artikel 32 heeft uitwerkiog met iogaogvaolapril 2006. Artikel 33 heeft uitwerkiog met iogaogvao1oktoher2011 Artikel 36 heeft uitwerkiog met iogaogvao3decemher 2012. Artikel 37 heeft uitwerkiog met iogaogvaoljaouari 2013 Artikel 36 heeft uitwerkiog met iogaogvaolseptemher 2012. Artikel 39 heeft uitwerkiog met iogaogvaoljaouari 2013. Artikel 46 treedt io werkiog o p l a p r i l 2013. Artikel 50 treedt io werkiog op datum vao iowerkiogtrediog veo artikel16vao het deoreet vao 29 juoi2012houdeode de orgaoisatie vao pleegzorg Artikel51eo 52 tredeoio werkiog op datum veo iowerkiogtrediog vao artikel 49 vao het decreet vao 29 juoi2012houdeode de orgaoisatie vao pleegzorg. Artikel 53 treedt io werkiog o p l j u o i 20^13. Artikel 56 heeft uitwerkiog met iogaogvaoljaouari 2009 Artikel 73 treedt io werkiog op15maart 2013.
^^in8^v^^4
De bepalingen van dit decreet die niet vermeld worden in het eerste tot en met het zestiende lid, treden in werking de tiende dag na de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
Kris PEETERS
De Viaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Medie en Armoedebestrijding,
Ingrid LIETEN
Pagina 23 van 24
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
Geert BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Jo VANDEURZEN
DeVlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Philippe MUYTERS
Pagina 24 van 24
VR 2013 1503 DOC.0220/3
MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Algemene toelichting De bedoeling van dit ontwerp van decreet is om een aentai noodzakelijke aanpassingen en toevoegingen te doen aan de decretele regelingen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Naast wetgevingstechnische aanpassingen regelt dit ontwerp ook een aantal meer inhoudelijke aspecten, waar een aangepaste regelgeving zich opdringt. In de regelgevingsagenda, gevoegd als bijlage 3 bij de Beleidsbrief 2011-2012 van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, wordt dit ontwerp van decreet opgenomen als initiatief nr. 91 met als titel 'Mozai'ekdecreet' (zie bladzijde 135). In de regelgevingsagenda, gevoegd als bijlage 3 bij de Beleidsbrief 2012-2013 van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, wordt dit ontwerp van decreet opgenomen als initiatief nr. 15 met als titel 'Opmaken van een mozalekdecreet' (zie bladzijde 92). Meldpunten 'Geweld, Misbruik en Kindermishandeling' Een decretale basis wordt gemaakt voor de meldpunten 'Geweld, Misbruik en Kindermishandeling'. Dit wordt geregeld in hoofdstuk 2 (artikel 2 tot en met 9) van het ontwerp.
ƒ
De oprichting van deze meldpunten kadert in de Beleidsbrief 2011-2012 (zie bladzijde 44 en 85) en de Beleidsbrief 2012-2013 (zie bladzijde 36, 37 en 74) van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Geweld, misbruik en kindermishandeling zijn maatschappelijke problemen die een bijzonder zware impact hebben op iedereen die erbij betrokken is. Het tast de levenskwaliteit aan en het vertrouwen in een veilige samenleving. De recente gebeurtenissen hebben aangetoond dat personen die betrokken zijn bij de problematiek van misbruik, geweld of kindermishandeling of die daarvan een vermoeden hebben, nood hebben aan een meldpunt waar ze met al hun vragen terecht kunnen. Het is belangrijk dat er op maat van de noden van personen die een geval van misbruik, geweld of kindermishandeling aanmelden, een aansluitend aanbod van vervolghulpverlening kan worden geboden. Thans hebben de vertrouwenscentra kindermishandeling en de (autonome) centra voor algemeen welzijnswerk ieder een specifiek aanbod ten aanzien van geweld, misbruik en kindermishandeling. Het is de bedoeling dat die centra binnen de provincie of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, waarin hun werkgebied gelegen is, samen een meldpunt organiseren. Door het complementaire aanbod, door de bundeling van de deskundigheid, van de middelen en de samenwerkingsverbenden van beide partners, wil de Vlaamse overheid werk maken van een uniek, professioneel en onafhankelijk meldpunt. Dat meldpunt integreert dus de bestaande meldpunten, aanspreekpunten of onthaalwerkingen van de vertrouwenscentra kindermishandeling en van de centra voor algemeen welzijnswerk. Het meldpunt draagt de benaming "Meldpunt Geweld, Misbruik en Pagina 1 van 97
1
Kindermishandeling". Het is duidelijk gepositioneerd ten opzichte van het aanbod van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de centre voor algemeen welzijnswerk. Bij de meldpunten kan iedereen terecht, die vragen heeft met betrekking tot misbruik, geweld of kindermishandeling. De meldpunten zorgen voor de nodige vraagverheldering en geven edvies. Als dat echter nodig is verwijzen de meldpunten onmiddellijk en naadloos door naar het meest eengewezen hulp- en dienstverlenend aanbod (het vertrouwenscentrum kindermishandeling of een centrum voor algemeen welzijnswerk, naar gelang van het geval, of eventueel naar een voorziening die meer • passende hulp kan verlenen) of naar justitie (het parket). Centrum kwaliteitsbewaking voorde bewaking van de kwaliteit en de uniformiteit van de inschaling van de ernst en de duur van het verminderd zelfzorgvermogen Op 21 april 2010 werd in het Vlaams Parlement een resolutie gestemd naar aanleiding van het Jaarverslag van de Vlaamse Ombudsdienst, waarin werd gewezen op de noodzaak om te blijven waken over de objectieve toepassing van de indicatiestellingen in de zorgverzekering. De Vlaamse Ombudsdienst erkende dat er inspanningen werden gedaan om te komen tot een eenduidige interpretatie maar was van mening dat verdere evaluatie noodzakelijk blijft. In de resolutie vraagt het Vlaams Parlement om de indicatiestelling op regelmatige tijdstippen te evalueren op een objectieve toepassing van de BEL-foto-schaal. (zie Vlaams Parlement, stuk 218 (2009-2010) - Nr. 5, ingediend op 21 april 2010 voorstel van resolutie betreffende de opvolging van de aanbevelingen van de Vlaamse Ombudsdienst voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - tekst aangenomen door de plenaire vergadering) Hieraan wordt tegemoetgekomen door de oprichting van een centrum kwaliteitsbewaking. Dit wordt geregeld in hoofdstuk 3 (artikel 10 tot en met 14) van het ontwerp. Van de oprichting van dit centrum wordt melding gemaakt in de regelgevingsagenda, gevoegd als bijlage 3 bij de Beleidsbrief 2011-2012 van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (zie bladzijde 135), en in de regelgevingsagenda, gevoegd als bijlage 3 bij de Beleidsbrief 2012-2013 van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (zie bladzijde 92). Bijzondere jeugdbijstand Een aantal wijzigingen aan het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand worden opgenomen in hoofdstuk 4 (artikel 15 tot en met 20) van het ontwerp. De wijzigingen hebben betrekking op: - de toegang tot dossiers bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand; - de problematiek van de instemming van de betrokken pertijen vooraleer de hulpverlening in de vrijwillige jeugdbijstand start; - een wettelijk subrogatierecht ten voordele van het Fonds Jongerenwelzijn ten aanzien van de ziekenfondsen; Pagina 2 van 97
D de gehanteerde prak^kbiooend^ geldsemmeo ep eeo speer efdepesiteheekje veer de gepleetsteminderjer^ Ven veermeldwefte^ksuhregetierechtwordtrneldioggemeekt^ regelgevingsegende,geveegd els h^ege^hij de Beleidshriet 2011-201^ Vleernse minister ven W e ^ j n . V ^ de regelgevingsegende.geveegd e i s h i j i e g e 3 h i j d e B e i e i d s h r i e t 2 0 ^ 2 0 ^ Vieemse minister ven Weizijn, Volksgezondheid en Gezin (zie hiedzijde 92). Gee^e^e^ezor^^e^zo^ Hootdstok5(ertikei21totenmet25)ven hetontwerp hetreftwijzigingen een het deoreet ven18mei 1999 hetretfende de geesteiijke gezondheidszorg De doorlichting ven de oentre voor geesteiijke gezondheidszorg door een visitetieoommissie wordt geschrapt De decretaai voorziene visitatiecommissie is in de praktijk nooit opgericht. Dehepaiingeninzakedemultidisoip^ aangepast teneinde de Viaamse overheid meer ruimte te kunnen geven hij het hepalen van nieuwe prionteiten in hetheieid rond geestelijkegezondheidszorgVan ditinitiatietwordtmeldinggemeaktin de regeigevingsagenda, gevoegd ais hijiage^ hij de Beleidshriet 20112012 van de Viaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (zie hiadzijde135). ^e^^ve^ee^^eo^ve^e^ec^voo^^eo^e^are^^o^^^ Hoofdstuk6(hestaande uit artikei 26) van het ontwerp regelt de vestiging van een reoht van erfpacht voor een termijn van vijftig jaar hetretfende de onroerende goederen die thans ter beschikking gesteld zijn door de Vlaamse Gemeenschap aan de openhare psychiatrische zorgcentra van Geei en Rekem. ^or^verze^er^ In hootdstuk7(hestaande uit artikei 27) van het ontwerp wordt een decretale hasis ingeschreven in het decreet van 30 maart1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, voor de overgangsmaatregel voor personen ten laste van uitgaande grensarbeiders die een tenlasteneming ontvangen, ingeschreven in artikel 69/1 van bet besluit van de Vlaamse Regering ven6februari2010houdende de uitvoering van betdecreetvan30ma^rt1999 boudende de organisatie van de zorgverzekering. Dit naar aanleiding ven een advies ven de Raad van State. ^er^e^er^^^ver^er^e^voo^^^c^e^o^e/^e^^^ voo^e^veBzo^^ Hootdstuk6(bestaende uit ertikel 26 en 29) van bet ontwerp bevat een decretale rechtsgrond voor de vaststelling ven de erkenningsprocedure van de samenwerkingsverhanden voor psychiatrische instellingen en diensten Dit naar aanleiding van een edvies van de Raad ven State.
Pa^na3v8n97
V a o ^ i n ^ i e f wordt m e l d ^ b^ago^bijdoBoloidsbnof^ Vo^gozoodhoidonGozin^ob^d^do135^onindorogo^o^^ gevoegd als b^ago^hij do Boloidsbriof20122013van do Vlaams We^ijo, Volksgezondheid eo Gezin (zie hledzijde 92) Tevens werd een deoreteie rechtsgrond ingesohreven voor de veststeiiing ven de prooedure voor de bijzondere erkenning ven de oentre voor degverzorging. ^^e^^e^voo^^o^^er^^e^ Hoofdstuk9(hesteendeuitertikei30en31)ven hetontwerp hevet wijzigingen een het decreet ven 24 juii 1996 houdende regeiing tot erkenning en subsidiëring ven de instellingen voor schuidbemiddeiing en tot subsidiëring ven een Vieems Gentrum Schuldenlest Er wordt beoogd om bij de hernieuwing ven erkenning ven de instellingen voor sobuidbemiddeüng voorteen een erkenning te verienen voor onbepeelde duur en om ook de mogelijkheid te voorzien tot subsidiëring ven semenwerkingsverbendenvenerkendeinstellingenvoorscbuidbemiddeiing ^er^^e^^e^ee^^e^ce^ Hoofdstuk 10(besteendeuitertikel32totenmet36)ven hetontwerp heett betrekking op de regelgeving betrettende bet VieemsAgentschep voor Personen met eenHendicep(VAPH)Oeertikelenhebbenbetrekkingop: de rechtsopvolging in bet keder ven de overheveling venetlepril 2006 ven de m^tene'integretieopdeerbeidsmerktven personen meteen hendicep'ven het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin neer het beleidsdomein Werk en dociele Economie; het inschrijven ven een rechtsgrond om een mentororgenisetie te erkennen en te subsidiëren, dit neer eenleiding ven een edvies ven de Reed ven Stete; - het inschrijven ven een rechtsgrond die toeleet det de Vleemse Regering nedere regels ken bepeleninzekedeveststellingven de uitputtingven schedeloosstelling inhetkedervenbet^cumulverbod'ende'verscbilregel'HetVAPHmeggeen tussenkomst verlenen een de persoon met een bendicepwenneer diezelfde persoon el voor dezelfde schede en op grond ven dezelfde hendioep een financiële tegemoetkoming beeft ontvangen ven een endere pertij Óitisbet zogenaamde cumulverbod Krachtensdeverscbilregel moet hetVARH wel het verschil bijpassen tussen de tegemoetkoming van een andere partij en de voorzienetussenkomstvanhetVARHvoordezelfdeondersteuning een interpretatieve bepaling in het kader van het prinoipe van de'subrogaties Subrogatie houdt in dat hetVARH in afwachting van een tegemoetkoming van een andere partij, een tussenkomst kan verlenen aan een persoon met een handicap en deze tussenkomst dan nadien kan verbalen op de derde vergoedingsdebiteur In de Beleidsbrief 20112012van de Vlaamse ministervan Welzijn,Volksgezondheid onGe^in wordt melding gemaakt van het in bet leven roepen van een mentororganisatie(zie bladzijde 16en 64).
Pagin84van97
^deBe^dsb^20112012van^ en Gezin wordt v e r m e i dat de r e g e l s oumolverbed in 2 0 ^ e n 2012verder werden geeptimehseerd (zie hi^^ ^e^^e^ee^o^eve^^^er^ Heefd5tuk11(be5teendeoit artikei 36 tet en met 39) betreft wijzigingen e e n ^ deoreet van 20 januari 2012 beodende regeiing ven de interiandeüjke adoptie van kinderen Het gaat bier om: - een bepaiing die moet toeiaten dat de Viaamse Regering ook bijkomende voorwaarden kan opieggen om erkend te worden, erkend te büjvenot een verlenging van erkenning te verkrijgen ais Steunpunt Adoptie; bet reobtzetten van materiëie vergissingen; - in piaats van een aparte kiaobtendienst binnen bet Viaams Gentrum voor Adoptie, wordt die taak opgenomen door de kiaobtendienst van Kind en Gezin; D bet Viaams Gentrum voor Adoptie zai geen initiatieven kunnen erkennen, Kind en Ge^n kan dit reeds, op basis van zijn opriobtingsdeoreet; - bet insobrijven dat de Viaamse Regering de nadere voonvaarden zai bepaien voor de uitoefening ven bet inzagereobt door de geadopteerde
Zor^er^^e^^Be^e^^ in bootdstuk12(bestaande uit artikei 40 en41)ven bet ontwerp worden wijzigingen aangebraobt aan bet deoreet van 16juii 2006 betreffende de zorg-en bijstandsverlening Oe wijzigingen betreffen; - een bepaling die moet toeiaten dat personen die nog niet over de door de Viaamse Regering bepaalde kwaiifioatievereistenbesobikken voor bet verriobten van taken van zorg en bijstandsverlening ais vermeld bij of kraobtens bet deoreet zorg en bijstandsverlening van 16juii 2006,die taken mogen verriobten tijdens een stage die kadert in een opleiding om aan de gestelde kwalifioatievereisten te beantwoorden; een bepaling die moet toelaten dat Zorginspeotie ook inspeoties kan doen bij de gebruikers van zorg-en bijstandsverlening zelf, in bun woning Oeze laatste bepaling kadert in de Beleidsbrief 2012^2016(zie bladzijde 46) van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondbeid en Gezin.
I^o^zor^ In boofdstuk13(bestaande uit artikel 42 tot en met 49) van bet ontwerp worden een aantalwijzigingenopgenomenaanbetWoonzorgdeoreetven13maart2009 Oeze wijzigingen betreffen; de mogelijkbeid voor een erkend oentrum voor kortverbiijf om onder bepaalde voorweerden de toelating te krijgen om een of meer woongelegenbeden kortverbiijf in te zetten in een groep van assistentiewoningen; de mogelijkbeid dat erkende ouderenvoorzieningen niet alleen'uitzonderlijk ouderenzorg verlenen aan gebruikers die jonger zijn dan 66 jaar; - de lijst ven reobtsvormen die in aanmerking komen voor erkenning betreffende de initiatiefnemers van een tbuiszorgvoorziening of een vereniging ven gebruikers en mantelzorgers; Pa^na5v8n97
-
hetsohrappeovaoeeoverpho^ thoisve^egiogeovoordegroe^ - het schrappen vao de maximaaltoege^eooapao^t voor de o kortverhli^ het mioimom aaotal piaatseo per geroeeoteiooeotra voor kortverh^feo dagverzorgiogsoeotra wordt oiet laoger verroeld, hetsohrappeovaodeformuierlogdatloeikwooozorgoeotrumofoeotrumvoor hersteiverhiljt miosteos eeo wooogelegeoheidkortverhiljf kao wordeo oitgeha D de mogelijkheid voor de Vlaamse Regeriog om voor hepaalde types vao oudereovoorzieoiogeo de voorafgaaode vergoooiog te verleoeo op hasis vao eeo oproep tot de loitiahefoemers; - de mogelijkheid voor de Vlaamse Regeriog om aaovolieode voorwaardeo te hepaleo voor het verleoeo vao de voorafgaaode vergoooiog; groepeo vao assisteotiewooiogeo die meo wil lateo erkeooeo wordeo oiet ooderworpeo aao eeo voorafgaaode vergoooiog zolaog de Vlaamse Regeriog geeo programmatie heeft hepaald voor die groepeo vao assisteotiewooiogeo; de deoretale veraokeriog vao de regiooaleexpertiseoeotrademeotieeo het expertiseoeotromdemeotie Vlaaodereo. Teveos werd artikel 253. eerste lid, l^his. vao hetWethoek veo de lokomsteohelastiogeo 1992 aaogepast, dat haodelt over de vrijstelliog vao ooroereode voorhetfiog. Het hetreft hier eeo aotoaliseriog lo het thaos aaogepaste artikel wordt immers oog verwezeo oaar het deoreet vao5maart 1965 hoodeode regeliog vao de erkeooiogeosohsidiëriog vao voorzieoiogeo voor hejaardeo,eo oodertosseogeldeo aodere omsohrijviogeo De wijzigiogeo iozake de voorafgeaode vergoooiog kadereoio de Beleidsoota 26092014 (zie hladzijde 44),de Beleidshoet 20112012 (zie hladzijde 66) eode 8eleidshrief20122016(ziehladzijde31)vao de Vlaamse miolster vao Welzijo, VolksgezoodheideoGezio De deoretale veraokeriog vao de regiooaleexpertiseoeotrademeotieeo het expertiseoeotromdemeotie Vlaaodereo kadert io de Beleidsoota 2009 2014 (zie hladzijde27),de8eleidshrief2011 2012 (ziehladzijde43,65eo127 (regelgeviogsageoda))eo de Beleidshrief2012 2016(zie bladzijde 66,74eo 90 (regelgeviogsageoda,ioitietief9))vao de Vlaamse o e s t e r vao Welzijo, VolksgezoodheideoGezio ^/ee^zo^ lo hoofdstuk 14(hestaaodeoitartikel50toteomet56)wordeowijzigiogeo aaogehraoht aao het deoreet vao 29 jooi 2012 hoodeode de orgaoisatie vao pleegzorg. Erwerd iode mogelijkheid voorzieo voordeVlaemse Regeriog om eeo hijdrageregeliog te hepaleo voor pleeggasteo. De huidige tekst veo het deoreet hevat die mogelijkheid oiet, ook el verwerveo pleeggasteo eeo looo waarmee ze redelijkerwijs eeo hijdrage iode kosteo vao de pleegzorg zoodeo koooeo hetaleo.
P8gioa^van97
HetAge^schapJongereowe^^ deoreet van 29 joni 2012hoodeode uitvoering ven det deoreet genereert c e n t e n leste vehen ven het Fonds Jongerenwelzijn Om die redenen worden wijzigingen eengehreoht een de wijzigingshepelingen die door het deoreet ven 29 juni 2012houdende de orgenisetie ven de pleegzorg werden eengehreoht een het deoreet ven^meert 2008 inzeke bijzondere jeugdhijstend. Aen de Vleemse Regering wordt de mogelijkheid gegeven om voor iedere hepeiing ven het deoreet de detum ven inwerkingtreding vest te stellen Het deoreet zei uiterlijk inwerkingtreden opljenueri 2014. in pleets ven op1juli2013(met een speoitiekeinwerkingtredingshepehng wet betrett ertikel 38. det hetrekking heett op de studiefinanoiering ven een pleegkind ot een pleeggest).
^eo^e^^e^^^e^eo^e^e^e^^o^e^o^ezor^oe^e Hoofdstuk 15besteetuitertikel 54.Met dit ertikel worden de Openbere FsyohietrisoheZorgoentre(ORZO's)venOeelen Rekem uitgesloten uit het toepassingsgebied ven bet deoreet v e n l j u n i 2001 houdende toekenning ven een klaobtreobt ten aanzien van bestuursinstellingen. Oe toepassing van het deoreet ven 1juni 2001 is immers voor deze instellingen overlappend met de toepassing ven de ziekenhuiswetgeving Wel wordt uitdrukkelijk gesteld dat deze uitsluiting uit het toepassingsgebied van het deoreet v a n l j u n i 2001.niet de toepassing uitsluit van het deoreet van^juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst ("met beboud van de toepassing van ...^ Indien bepaalde klaobten niet opgenomen wordendoordeORZO'skanerintweedelijnviadeVlaamseOmbudsdienstnog altijd opgetredenworden ^e^e^^ezo^^e^zor^e^de^er^e^^ In hoofdstuk15(bestaande uit artikel 55 tot en met 59) worden een aantal wijzigingen opgenomen een het deoreet van3maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondbeidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders. Het betreft bier: - een deoretale basis voor de erkenning en subsidiëring van palliatieve netwerken door invoering van een regeling voor ^organisaties met terreinwerking", welke regeling niet enkel voor palliatieve zorg kan worden gehanteerd; - een deoretale basis waardoor in bet tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL) kan worden opgeriobt door de Vlaamse Gemeensohapsoommissie; - de toevoeging van organisaties met terreinwerking als organisaties waarop een SEL heroep kan doen voor ondersteuning of begeleiding; de mogelijkheid wordt opgenomen dat SEL's in de toekomst samenwerkingsverbanden afsluiten of fusies aangaan met organisaties met terreinwerking. Oe deoretale basis voor de erkenning en subsidiëring ven palliatieve netwerken kadertindeBeleidsnota2009 2004 (ziebladzijde44enderegelgevingsegende bladzijde 79).de Beleidsbrief 2011 2012 (zie bladzijde 38) en de Beleidshrief2012
Pagina7van97
2 0 1 6 ^ 6 bladzijde 3 ^ v a n de Vlaams Gezin. ^ve^e^^eze^^e^^e/e^ in beefd^ok17(be^eende uit ertikei 70) wordteen j u r i d i s o b e opgenomen een ertikel 79 ven bet deoreet ven 21 november 2003 betredende bet preventieve gezondbeidsbeieid ^e^^o^^voo^^e^oo^^e^o^e^ee^e/e^e^e^e^ Hoofdstuk18(besteende uit ertikei71)bevet een wijziging een bet deoreet ven 23 tebrueri 1994 inzeke de intrestruotuur voor persoonsgebonden eengeiegenbeden. Bij de weerborgregehng voor erkende woonzorgoentre, erkende degverzorgingsoentre en erkende oentre voor kortverbiijf die geen beroep doen op ViPAsubsidieswordtomprektisoberedenenteruggegrepenneerbetvroegere systeem weerbij bet de eenvreger (diegene die de voorziening uitbeet) is die een waarborg ken krijgen. ^^^er^^e^ Hoofdstuk 19(bestaande uit artikei 72) brengt wijzigingen aan betreffende de definities van "organisatie voor autonoom vrijwiiiigerswerk" en "organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk" in bet deoreet van3aprii 2009 betreffende bet georganiseerde vrijwilligerswerk in bet beleidsdomein Welzijn, Volksgezondbeid en Ge^in.Oe buidige definities bleken onduidelijk Zo^ve^e^^^o^eo^ Hoofdstuk 20 (bestaande uit artikel 73) bevat een reobtsgrond voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojeoten Het gaat bier om projeoten die kaderen in "Flanders' Gare" Hierbij wordt een ruime delegatie gegeven aan de Vlaamse Regering Oit kadert in de Beleidsnota 2009-2014 (zie bladzijde 55 en volgende), de Beleidsbnef 2011 2012 (ziebladzijde51 en 87) en de Beleidsbrief 2012 2013 (zie bladzijde 44, 45 en 75) van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondbeid en Ge^in. ^^e^ve^^e^^e^^e^^e^ers Hoofdstuk 21 (bestaande uit artikel74) betreft een wijzigingsbepaling inzake de inwerkingtreding van bet deoreet van 20 apnl 2012boudende de orgenisabe ven kinderopvang van baby^s en peuters Anders dan de buidige formulering van de inwerkingtredingsbepaling maakt de voorgestelde formulering bet voor de Vlaamse Regering mogelijk om de versobillende bepalingen van dat deoreet afzonderlijk in werking te laten treden. Oit is belangrijk in bet kader van wijzigingsbepalingen betreffende de Adviesoommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondbeid en Gezin
Pagioa^v8n97
^^^Gez^ H o o ^ u k ^ ^ ^ ^ april 2 0 0 4 ^ o p r i o ^ n g vao het intem v e r z e ^ a n d ^ reoritsperseen^krieid Kind en Gezin Naar aanleiding ven State wordt een deeretaie rechtsgrond ingeschreven met hetrekking tet riet toezicht op de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning of meer aigemeen op deinitiatievendiewordenontwikkeid met toepassing van a r t i k e l ^ ^ l , eerste iid, junoto artikel 12van dat decreet 2. Artikelsgewijze toelichting Artikel Dit artikei hehoeft geen commentaar. Artikel Artikel^hevat een aantai definities hetreftende de meldpunten "Geweld,Misbruiken Kindermishandeling" Met de "centre voor algemeen welzijnswerk" worden de autonome centra voor aigemeen welzijnswerk hedoeld, die erkend zijn met toepassing van het decreet van 19decemher1997 betreffende het algemeen welzijnswerk en zijn uitvoeringshesiuiten. De bedoelde "vertrouwenscentra kindermishandeling" zijn thans erkend met toepassing van bet besluit van de Vlaamse Regering van 17mei 2002 betreffende erkenning en subsidiëring ven de vertrouwenscentra kindermishandeling. "Kindermishandeling" is elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een minderjarige het slachtoffer is, actief door het schadelijke optreden of passief door een ernstige nalatigheid van de ouders van de minderjarige of van iedere andere persoon ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid staat. "Geweld-iselkevormvanfysiek, seksueel, psychiscbofeconomiscbgeweld waarvan een natuurlijke persoon het slachtoffer is. Het slachtoffer ven geweld kan dus ^owel een minderjarige als een meerderjarige persoon zijn. Hoewel kindermisbandeling ook een vorm van geweld is, wordt ze uit de definitie gesloten omdat ze afzonderlijk wordt gedefinieerd. "Misbruik" is elke vorm van grensoverschrijdend gedrag waardoor de fysieke of psychische integriteit ven een natuurlijke persoon wordt aangetest. Misbruik is dus oen ruim begrip, waaronder ook geweld en kindermishandeling vallen. Gmdat ecbter geweld en kindermishandeling afzonderlijk worden gedefinieerd, worden ze uit de definitie van misbruik uitgesloten. Met een "aanmelding" wordt bedoeld, elke contactname met bet meldpunt door een persoon die direct of indireot betrokken is bij een situatie van geweld, misbruik of kindermishandeling Die persoon kan bet slachtoffer zijn of een familielid, buur, Pagina9van97
keoois of v r i e n d ^ van het ef eeo vermeedeo heeft veo eeo veo v e e r o e e m d e s i ^ werdf de "eeomelder" geooemd.
Artikel io eike proviooie veo hef Nededeodseteeigehiedeoio het tweeteiige gehied Brussel Hoofdstad wordt eeo meidpuot "Geweid, MishroikeoKioderroisheodeiiog^io het ieveogeroepeo.Geotra voor aigemeeoweizijoswerkeo het vertrooweosoeotrum kiodermishaodeiiog, waarvao het werkgebied 10 de proviooie io kwestie of io Brussei Hoofdstad geiegeo is, staao saroeo 10 voor de orgaoisatie vao het meidpuot. Het vertrouweosoeotrumkiodermishaodeiiogeodeoeotravooraigeroeeoweizijoswerk die daadwerkeüjkpartioipereo aao de orgaoisatie veo het meidpuot,siuiteo voor die orgaoisatie eeo saroeowerkiogsovereeokorost, waarvao de roioimaieiohoud wordt geregeid ioartikei^ iopriooipe is er ééo meidpuot per Viaamse proviooie eo ééo voor Brussei Hoofdsted. Oe Viaamse Regeriog wordt eohter gemaohtigd om te hepaieo dat io eeo of meer proviooies of ioBrussei-Hoofdstad twee meidpuoteo kuooeo wordeo georgaoiseerd. Ze zai daarbij rekeoiog houdeo met het hoge aaotai meidiogeo veo geweid, misbruik eokioderroishaodeiiogio eeo bepaaide regio Hierboveo is ai gesteid dat bet meidpuot duideiijk gepositioneerd zai zijo teo opziobte vao het gewooe huip-eodienstverieoiogsaaobod vao het vertrouweosceotrum kiodermisbaodeiiogeodeoeotravooraigemeeoweizijoswerkdiehetmeidpuot sameo orgaoisereo Vaodaar dat wordt hepaaid dat de werkiog vao het meidpuot oompiemeotair is teo aaozieo vao de reguüere werkiog van de oentra voor aigemeen welzijnswerk eo vao het vertrouweosceotrum kiodermisbaodeimg. Oie reguliere werkiog verioopt thaos voigeos de regeigeviog die vermeid wordt io de toeiichtiog ooder artikei^
Artikei^ Oit artikei bepaait de opdracbteo vao bet meidpuot. Het meidpuot neemt kennis van aiie aanmeidingen die vie de teiefoon aan het meldpunt worden gericht met betrekking tot geweid, misbruik of kindermisbandeiing, of een vermoeden ervan. iedereen met vragen over geweid, misbruik en kindermishandeiing moet bij het meidpunt terecht kunnen. Het meidpunt is er immers voor aiie burgers. Het meidpunt is een baken in de samenievingwearop de burgers vrijwiiiig en ongedwongen terecht kunnen met hun bezorgdheden over geweid, misbruik en kindermisbandeiing Het meidpunt kan worden gecontacteerd voor eike probiematiek en eik vermoeden met betrekking tot geweid, misbruik en kindermisbandeiing, net zoais die proi^iematieken en vermoedens thans worden aangebraebt bij de centre voor aigemeen welzijnswerk en de vertrouwenscentra kindermisbandeiing Het kan daarbij gaan om intrafamiiiaai geweid, partnergeweid,ouderenmis(he)handeiing, kindermisbandeiing en situaties van geweid of misbruik in het aigemeen. Oie situaties van geweid en misbruik kunnen betrekking bebben op om bet even weike
Pagina ^0 vao 97
leeft^sgroep zwangere v ^ edelescenten.jengvelwessenen.v^ Veerelsneg ken het mespunt eüeen werden geoenteeteerd vie de telefe^ teieteniseheeenteotnememethetmeldpontkeneneniemgehe^^^ epreepnommerwerdt den niet hekend gerneekt hij een eventuele deerverwijzi^^ Een epreep neer het meidpont is gretis en werdt niet ep de gespreksiijst ven de teotuur ven de eenmeider opgenomen. Ze konnen hv. kinderen eek ten eenzien ven hun oodersvrijhiijvend oontaot opnemen met het meidpont, zonder det ze het risioo iopen hierop door een ooder te konnen worden aangesproken Dit is een heiangrijk veiiigheidsaspeot in sitoeties van kindermishandeling, intratemiiiaai geweid, ooderenmis(he)handeiingenpartnergeweid. De Viaamse Regering wordt gemaohtigd om te hepalen dat aanmeldingen niet aiieen konnen plaatsvinden via de telefoon, maar ook via een ander oommonioatiemiddei dat ze in dat geval zai aanwijzen (hv.viaemaii). Hetmeldpontheettvervolgensdeopdraohtom passend gevoigtegeven aan een aanmelding van geweid, mishroikot kindermishandeling, ot ven een vermoeden daarvan, onder de vorm van vraagverheidering die kan ieiden tot direote holp De medewerkers van het meidpont zolientreohten om, aan de hand van een geriohte vraagstelling ean de aanmelder,een zo doidelijk en volledig mogeiijkheeld te knjgen van de aangemelde sitoatie van geweld, mishroik of kindermishandeling. Op hasis daarvan zollen ze de aanmelder informeren of adviseren hoe hij het hest omgaat met of handelt in die situatie. Als dat nodig is zollen ze de aanmelder aanmoedigen om zelf een voorziening (hulpverlener) te oontaoteren voor passende hulpverlening Die informatie, dat advies of die aanmoediging hesohoowen we als "direote hulp" Gevolg gevend aan het advies ven de Raad ven State hij het voorontwerp van deoreet wordt in de tekst van artikels,eerste lid,2^,gepreoiseerd dat de direote holp wordt verstrekt "ean de aanmelder" (advies Raad van State ponten9en11). Maar als dat eoht nodig is^hv.omdat volgens de medewerker van het meidpont hulpverlening noodzakelijk is,terwijl de eanmelderte kennen geeft det hijzelf geen voorziening of hulpverlener wenst te oontaoteren of dat hij aarzelt om hulpverlening te zoeken , zal het meldpunt de gegevens die werden verstrekt tijdens de aanmelding, ter kennis hrengen van het vertrouwensoentrum kindermishandeling of een oentrum voor algemeen welzijnswerk, naar gelang het geval. Het oentrum voor algemeen welzijnswerk of het vertrouwensoentrum kindermishandeling zal de aangemelde situatie dan verder onderzoeken. De hesüssing die de medewerkers van het meldpunt nemen inzake doorven^ijzing naar het oentrum voor algemeen welzijnswerkrespeotievelijk hetvertrouwensoentrum kindermishandeling, moetdoor dat oentrum worden opgenomen. Het oentrum moet daar verder professioneel mee aan de slag gaan. Als de medewerkers van het meldpunt ven oordeel zijn dat een andere voorziening, meer den één van voormelde oentra, gesohikt is om passende hulp te verlenen, hrengen ze de gegevens die tijdens de aanmelding werden aangereikt, direot ter kennis ven die voorziening Het is immers de hedoeling dat niet alleen zoveel mogelijk hulp op maat wordt gehoden, maar ook dat de hulpverleningsketen zo kort mogelijk wordt gehouden. IngaandophetadviesvandeRaadvan State (punt10.1)hij het voorontwerp van deoreet, wordt de Vlaamse Regering gemaohtigd om te hepalen tot welke
Pagina^vao97
categorieën van voorzieningen de voorzieningen, andere dan vertrouwenscentra kindermishandeling en centra voor algemeen welzijnswerk, behoren. Artikel 4 verhindert niet dat het meldpunt met toepassing van artikel 458bis van het Strafwetboek een aangemelde situatie van geweld, misbruik of kindermishandeling ter kennis kan brengen van het parket, voor zover aan alle in det artikel gestelde voorwaarden is voldeen. Artikel 458bis bepaalt "Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoais omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige of op een persoon die kwetsbaar is ten gevolge van zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikei 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, hetzij wanneer er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige of de bedoelde kwetsbare persoon en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen, hetzij wanneer er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar dat andere minderjarigen of bedoelde kwetsbare personen het slachtoffer worden van de in voormelde artikelen bedoelde misdrijven en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen.". Volgens de Raad van State kan een Vlaams meldpunt in Brussel-Hoofdstad niet dezelfde taken hebben als de meldpunten in de Vlaamse provincies (advies bij het voorontwerp van decreet, punt 2). Uit artikel 128, §2, van de Grondwet leidt de Raad van State af dat de regelgeving van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap in Brussel-Hoofdstad slechts toepasselijk kan zijn op natuurlijke personen via instellingen waartoe de natuurlijke personen zich op vrijwillige basis wenden. Volgens de Raad strookt het met de territoriale bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap te Brussel-Hoofdstad dat aan het Meldpunt te Brussel-Hoofdstad de taak wordt toevertrouwd om advies of hulp te verlenen aan de aanmelder van geweld, misbruik of kindermishandeling, omdat het geat om advies- of hulpverlening aan een persoon die zich vrijwillig tot het meldpunt wendt. Met die territoriale bevoegdheid valt echter niet te verzoenen dat het meldpunt te Brussel-Hoofdstad ook tot taak heeft aangemelde gegevens ter kennis te brengen van het vertrouwenscentrum kindermishandeling, van een centrum voor algemeen welzijnswerk of van een andere voorziening als die gegevens betrekking hebben op een andere persoon dan de aanmelder zelf en als die gegevensoverdracht het mogelijk maakt om op te treden ten aenzien van die andere persoon, terwijl die persoon zich niet vrijwillig heeft gewend tot het meldpunt dat onder de Vlaamse bevoegdheid valt. Daarom zou, volgens de Reed, de taak van het meldpunt te Brussel-Hoofdstad moeten worden beperkt tot advies- en hulpverlening aan de aenmelder zelf. Blijkbaar stelt een Franstalige kamer van de Raad van State zich in een vergelijkbare situatie toch iets soepeler op. Zo heeft de Raad van State bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen geen opmerkingen geformuleerd op het vlak van de uitvoering van taken in Brussel-Hoofdstad door teams SOS Kinderen die door de Franse Gemeenschep worden erkend (Advies 36.413/4 van 24 februari 2004, Gedr. St Pari. Comm. fr., 2003-2004, nr. 512/1). Volgens artikel 12 van dat decreet verzekeren de teams SOS Kinderen in alle gerechtelijke Pagina 12 van 97
arrondissementen, inclusief het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, de zorgverlening in situaties van kindermishandeling. En luidens artikel 9 van dat decreet hebben de teams SOS Kinderen nochtans als opdracht: "1 * zorgen voor de individuele preventie en de behandeling van mishandelingssituaties uit eigen beweging of wanneer de tussenkomst gevraagd wordt door eender welke persoon, instelling of dienst, of wanneer de tussenkomst gevraagd wordt door de consulent jeugdzorg (...); 2° een multidisciplinaire balans opmaken van de situatie van het kind en van zijn situatie in de familiekring waarin hij leeft; 3° en/oor zorgen dat de gepaste hulp verleend wordt aan het kind dat mishandeld wordt of zich in een risicosituatie bevindt; hiervoor verlenen de teams hulp aan de familiekring waarin het kind leeft door, indien nodig, een synergie te creëren met het psycho-medisch-sociaal netwerk behalve als dit het belang van het kind schaadt;
(...)•"
De Raad van State (Franstalige kamer) neemt er hier dus blijkbaar geen aanstoot aan dat een team SOS Kinderen van de Franse Gemeenschap in Brussel-Hoofdstad situaties van kindermishandeling behandelt op eigen initiatief of op vraag van derden en dus zonder dat de betrokkene(n) zich zelf op vrijwillige basis tot het team hebben gewend. Ook is het zo dat, met toepassing van de Vlaamse regelgeving inzake bijzondere jeugdbijstand (vroeger de op 4 april 1990 gecoördineerde decreten inzake bijzondere jeugdbijstand en thans het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand), het comité voor bijzondere jeugdzorg dat in het bestuurlijk arrondissement Brussel is opgericht, tevens kennis neemt van problematische opvoedingssituaties ven in Brussel-Hoofdstad verblijvende minderjarigen, die worden aangemeld door derden. Luidens artikel 22 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand neemt het comité, via de sociele dienst voor vrijwillige jeugdbijstand bij het comité, kennis van de problematische opvoedingssituaties die hem ter kennis gebracht worden, hetzij door minderjarigen, hetzij door degenen die over de minderjarigen het ouderlijk gezag uitoefenen of hen onder hun bewaring hebben, hetzij door derden, en probeert de sociale dienst in die situaties te helpen door advies, doorverwijzing, overleg met de rechtstreeks of onrechtstreeks bij de probleemsituatie betrokkenen, door een specifiek aan de problematische opvoedingssituatie aangepast hulpverleningsprogramma uit te werken of door een concreet hulpaanbod dat rekening houdt met de verscheidenheid van de beschikbare voorzieningen. Als het comité dan aldus een hulpverleningsaanbod doet dat het noodzakelijk acht, maar waarmee de betrokkenen niet instemmen, kan het comité de zaak voor de bemiddelingscommissie bijzondere jeugdbijstand brengen die, als dat nodig is, de zaak kan doorverwijzen naar het openbaar ministerie (zie artikel 12, 22, 31 en 32 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand). Met toepassing van de werkingsregels betreffende het comité en de bemiddelingscommissie kan dus worden opgetreden ten aanzien van Brusselse minderjarigen in een probleemsituatie, ook al werd die probleemsituatie door derden aangebracht bij het comité De toepassing van die regelgeving ten aanzien van minderjarigen in BrusselHoofdstad heeft tot op vandaag niet geleid tot noemenswaardige problemen.
Pagina 13 van 97
Om bovenstaande redenen wordt niet ^ State dat de taak van een meldpunt te Brusse4Hoofdstad moet worden beperkt tot bulp en dienstverlening aan de aanmelder Oat meldpunt moet, net zoais een meldpunt in de provinoles, zijn opdraobt ten voile kunnen uitoefenen en een volwaardige bulp en dienstverlening kunnen aanbieden. Overigens is dat meldpunt al meerdere meenden eotief in det gebied
Artikei^ Oit artikel beeft betrekking op de inboud van de samenwerkingsovereenkomst die wordt gesloten tussen oentra voor algemeen welzijnswerk en bet vertrouwenscentrum kindermisbandeiing voor de gezamenlijke organisatie van bet meldpuntbinnendeprovinoieofbinnenbettweetaligegebiedOrusselHoofdstadOie overeenkomst regelt minstens: ^deorganisatie,devestigingsplaatsendewerking van bet meldpunt Oe werking v^n bet meldpunt moet gestoeld zijn op een evenwaardig partnersobap tussen de oentra voor algemeen welzijnswerk en bet vertrouwenscentrum kindermisbandeling om de expertise van die beide soorten centra op een gedragen en evenwaardige manier te integreren binnen één professionele, kwaliteitsvolle en autonome werking. Alleen op die manier kan een meerwaarde worden gecreëerd ten opziebte van de buidige verdeelde expertise in de respectievelijke soorten centre. Het meldpunt moet g^rantstaan vooreen kwaliteitsvolle(ontbaal)bulpverleningvooralle burgers met een concrete vraag over geweld, misbruik of kindermisbandeling of een vermoeden daarvan. Oe werking zal onder meer gekenmerkt zijn door een intersectorale en intercollegiale beoordeling van de aanmeldingen, een gedegen vraagverbeldering en een gestructureerde besluitvorming vanaf de vraagverbeldering. Er zullen kwaliteitseisen worden opgesteld voor bet opnemen en bet behandelen van aanmeldingen Oe bulpverlening van bet meldpunt moet uitgaan ven de volgende pnncipes: - bereikbaarbeid: bet meldpunt is alle werkdagen bereikbaar tijdens de normale kantooruren; bescbikbaarbeid:betmeldpunttracbtindematevanbetmogelijkeonmiddellijk bulp te verlenen; - bruikbaarheid: vertrekkend van de hulpvraag, zoals die blijkt uit de aanmelding en de vraagverbeldering, zal het meldpunt aangepaste bulpverlening verstrekken; - betaalbaarheid: de aanmelding en de geboden bulpverlening zijn gratis voor de aanmelder (zie verder de toelichting bij artikel 9); - begrijpbaarheid: bet meldpunt verstrekt de bulpverlening op een verstaanbare, heldere en eenduidige wijze voor de gebruiker; ^ h e t aantal medewerkers dat het vertrouwenscentrum kindermisbandeling en de oentra voor algemeen welzijnswerk elk inzetten voor de werking van bet meldpunt en de taken die elk van die medewerkers zal vervullen Oie medewerkers zullen in principe tewerkgesteld blijven bij bet vertrouwenscentrum kindermishandeling of bij bet centrum voor algemeen welzijnswerk; ^deverantwoordelijkheidvoordewerking van betmeldpunt. Hier kan eventueel een onderscheid worden gemaakt, wat betreft de verantwoordelijkheid voor de algemene werking van bet meldpunt, de verantwoordelijkheid voor logistieke Pagina 14
97
^aogelegenbedeo (gebouwen en kwehte^veheefbendehng ven oonorete eenmeldingen,
,
^deven^erkingven persoonsgegevens door de medewerkers ven bet meldpunt, rekening boudend met de bepehngen ven ertikel6(zieoommenteer bij det ertike^ ^ e e n prooedure voor de bebendeiing ven kieobten die tegen bet meidpunt worden geuit; ^ d e wijze weerop de kweiiteit ven de dienstverlening ven bet meidpunt wordt beweekt.eisookdewijzeweeropdeveiiigbeidvendepersonendie betrokken zijn ot vermoedelijk betrokken zijn bij een eengemeidesituetie ven geweid,misbruikot kindermisbendeiing,optimeeiingesobet wordt en deereenpessende meetregelen worden verbonden. Net zoels de dienstverlening ven bet vertrouwensoentrum kindermisbendeling en ven de oentre voor elgemeen welzijnswerk, moet ook de dienstverlening ven bet meidpunt getuigen ven kweliteit. Er moet den ook bet nodige worden gedeen om die kweliteit te beweken. Aangemelde situaties ven geweld, misbruik en kindermisbendeling zijn doorgeens zeer delioate situaties, waar de positie van elk van de erbij betrokken aotoren zo juist mogelijk moet worden ingesobat en benaderd Daarbij mag bet gevaar voor de veiligbeid van debetrokkenen^zowelvan bet (vermoedelijke)slaobtotfer als vande (vermoedelijke)pleger niet uit bet oog worden verloren en moeten de nodige maatregelen worden genomen om die veiligbeid te verzekeren; ^betmakenotvoortzetten van samenwerkingsatspraken metvoorzieningen die bulpverlening aanbieden, met de politie en met bet parket Het is immers belangrijk zorg op maat te kunnen bieden, waarbij de bulpverleningsketen zo kort mogelijk wordt geboudenHiervoormoetenbinnenderegiogoedesamenwerkmgsatspraken worden gemaakt met voorzieningen en bulpverleningsdiensten (oentra voor geestelijkegezondbeidszorg,oentra voorintegralegezinszorg,voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand,tbuiszorgvoorzieningen,pnvétberapeuten,...)enerzijds en met politie en parket anderzijds. Als bet oentrum voor algemeen welzijnswerk ot bet vertrouwenscentrum kindermisbandeling al samenwerkingsverbanden bad met voormelde partners, kunnen die samenwerkingsverbanden voortgezet worden De Vlaamse Regering wordt gemaobtigd om de inboud van de samenwerkingsovereenkomst te specitioeren Ze kan die inboud ook aanvullen. Artikels Om de opdraobten,die in artikel^zijn vermeld,op een kwaliteitsvolle manier te kunnen uitvoeren, moetbetmeldpunteendossieraanleggenwaarin persoonsgegevens betredende de personen die betrokken zijn ot vermoedelijk betrokken zijn bij een aangemelde situatie ven geweld,misbruikot kindermisbandeling (pleger ot vermoedelijke pleger,slaobtotterot vermoedelijk slaobtotter), geregistreerd en bijgehouden worden, evenals betredende de aanmelder voor zover die niet anoniem wenst te blijven. Het meldpunt moet alle relevente gegevens over een aangemelde situatie van geweld,misbruikot kindermisbandeling kunnen bijbouden om ziob een duidelijk P8gmal5vao97
be^d te koooen vormen van d e s i t e ede^oeetmege^k te kunnen infe^^ wordt delegatie verleend em die gegevens te bepelen Op voorstel van de Raad ven State (puntlOBI van bet advies bij bet voorontwerp van deoreet) wordt inartikel^in algemene termen omsobreven welke gegevens worden beoogd. Ook is bet mogelijk dat eenzeitde situatie betzij meermaals door eenzelfde persoon betzij door versobillende personen bij bet meldpunt wordt aangemeld Het meldpunt moet den in staat zijn die versobillende aanmeldingen en de gegevens die tijdens de aanmeldingen zijn aangebraobt. met elkaar in verband te brengen om een duidelijker en vollediger inziobt te verwerven in de situatie. Het ken immers zijn dat een situatie, rekening boudend met de gegevens die tijdens één aanmelding zijn aangebraobt. niet als ernstig overkomt, ten^ijl uit gegevens, aangebraobt naar aanleiding van opeenvolgende aanmeldingen, de ernst van de situatie wel kan blijken. Oaarnaast bestaat de mogelijkbeid dat bet meldpunt een doorverwijzing van de situatie naar bet vertrouwenscentrum kindermisbandeling ofeen oentrum voor algemeenwelzijnswerk, otnaareenvoorzieningwaarvanbetmeldpuntvindtdatbet in die situatie meer passende bulp kan verlenen, noodzakelijk vindt Het meldpunt moet dan alle relevante gegevens betreffende de situatie, die noodzakelijk zijn voor de inscbatting van de situatie en de vervolgbulpverlening door dat oentrum of die voorziening, aan bet oentrum of de voorziening kunnen verstrekken Artikel5van de wet van8deoember1992 tot besoberming van de persoonlijke l^v^n^f^^rf^r^ ^ ^ i ^ b ^ ^ ^ ^^^^^B^r^^^ ^
^
-
-
^
^
D — ^
^
^
^^^^^^^^^^^^^^ ^
^
^^^^^ ^
^
4
^
^
^
verwerking van persoonsgegevens sieobts toe in een aantal limitatief opgesomde govallen Zo is bet verzamelen, bet opslaan en iedere andere bewerking met betrekking tot persoonsgegevens toegestaan als dat noodzakelijk is om een wettelijke, deoretale of reglementaire verpliebting na te komen (artikel 5. eerste lid. o). vanvoormeldewet).Inspelend op die toelaatbaarbeidsgrond bepaalt artikel^van voorliggend ontwerpdecreet dat bet meldpunt persoonsgegevens moet ven/verken omdet dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken die aan bet meldpunt door ditboofdstukwordenopgelegd.Oaarnaastzou.naargelangvanbetgeval.de toelaatbaarbeid van de ven^erking van persoonsgegevens een juridisobe grondslag kunnen vinden in de volgende bepalingen van artikel^van de wet van^december -artikel 5.eerste lid.e): ondubbelzinnige toestemming van de aanmelder; -artikel 5. eerste lid. d); verwerking noodzakelijktervrijwaring van een vitaal belang van de betrokkene (slecbtoffer van geweld, misbruik of kindermisbandeling); artikel 5. eerste lid. e); verwerking noodzekelijk voor de vervulling van een teak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van bet openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke van de verwerking of aen de derde ean wie de gegevens worden verstrekt (bet is taak van algemeen belang om slaobtoffers van geweld, misbruik of kindermisbandeling te belpen of ze te laten belpen door degenendiedaartoebetbestgeplaatstzijn) Onder de persoonsgegevens die bet meldpunt zal moeten registreren en verder verwerken met betrekking tot situaties ven geweld, misbruik of kindermisbandeling. of oen vermoeden ervan, zullen ziob onvermijdelijk ook gegevens bevinden die te bescbouwenzijnalsgevoelige persoonsgegevens in dezin van artikel^van de wet van^december1992 (persoonsgegevens betreffende bet seksuele leven, betreffende de raciale of etniscbe afkomst, betreffende de godsdienstige of Pagina 16 vao 97
levensbeschouwelijke overtuiging, .) of als persoonsgegevens betreffende de gezondheid in de zin van artikel 7 van die wet (gegevens over de fysieke of psychische toestand van het (vermoedelijke) slachtoffer of van de (vermoedelijke) pleger). Gevoelige persoonsgegevens mogen worden ven/verkt wanneer de verwerking ervan om een belangrijke reden van publiek belang door een wet, een decreet of een ordonnantie wordt toegelaten (artikel 6, §2, eerste lid, I), van de wet van 8 december 1992). In casu wordt de verwerking door het decreet toegelaten om een belangrijke reden van publiek belang. De samenleving kan immers niet dulden dat personen worden misbruikt of mishandeld. Naar gelang van het geval zou de verwerking van gevoelige persoonsgegevens ook mogelijk zijn op grond van artikel 6, §2, eerste lid, a), c) of j), van voormelde wet. D.w.z. dat de verwerking ook kan gebeuren hetzij met schriftelijke instemming van de aanmelder, hetzij ter verdediging van de vitale belangen van de betrokkene (het slachtoffer), hetzij als de verwerking noodzakelijk is voor het verstrekken van zorg of behandelingen aan de betrokkene (het slachtoffer) Persoonsgegevens betreffende de gezondheid mogen worden verwerkt "wanneerde verwerking om redenen van zwaarwegend algemeen belang verplicht wordt door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie" of "wanneerde verwerking noodzakelijk is voor het voorkomen van een concreet gevaar of voor de beteugeling van een bepaalde strafrechtelijke inbreuk" (artikel 7, §2, e) en g), van de wet van 8 december 1992). Naar gelang het geval zou als rechtsgrond voor de verwerking van Hip riPflPi\/^nQ nnW kl i n n e n U / n r H o n wonAf07an n o o r -
-
J
C
' —
•
—
W . .
.
V ,
W ^ W .
,
I I U U I
ortib-al 7 U l t M t U I
,
RO ,
3
«- ,
f\ ' / ,
a n ï\ I j / ,
won * W l
I
voormelde wet. Volgens die bepalingen mogen persoonsgegevens betreffende de gezondheid worden verwerkt ter verdediging van vitale belangen van de betrokkene (het slachtoffer) of als die verwerking noodzakelijk is voor het verstrekken van zorg of behandelingen aan de betrokkene (het slachtoffer). Artikel 6 van het ontwerpdecreet creëert dus ook een kader voor informatieverstrekking door het meldpunt aan het vertrouwenscentrum kindermishandeling of een centrum voor algemeen welzijnswerk, of aan een andere meer geschikte voorziening, waarnaar een situatie van geweld, misbruik en kindermishandeling, of van een vermoeden ervan, door het meldpunt wordt doorverwezen. Dit kan echter niet worden beschouwd als een algemene machtiging voor het doorgeven van eender welke informatie die over een bepaalde situatie (casus) beschikbaar is. De informatieoverdracht moet dan ook aan een aantal voorwaarden voldoen. - het gaat alleen om die informatie die noodzakelijk is voor een vervolghulpverlening door het vertrouwenscentrum kindermishandeling, het centrum voor algemeen welzijnswerk of de andere meer geschikte voorziening. Die noodzakelijkheid moet worden beoordeeld in het licht van een spoedige en doeltreffende beëindiging van de situatie van geweld, misbruik of kindermishandeling; - de mededeling van gegevens moet daarenboven steeds gebeuren in het belang van de personen die bij de aangemelde situatie van geweld, misbruik of kindermishandeling betrokken zijn. Bij de beoordeling van welke gegevens zullen worden meegedeeld, zal dus rekening moeten worden gehouden met de respectieve belengen van de betrokkenen. Tot die betrokkenen kan ook de (vermoedelijke) pleger van geweld, misbruik of kindermishandeling behoren.
Pagina 17 van 97
Ishet voor de overdraobt van persoon voorzieningen vereist dat de overgedragen gegevens noodzaken zijn voor de verdere huipvedening door die voorziening, dan geidt voor de mededeling van persoonsgegevens tussen medewerkers van bet meidpunt onderling niet bet noodzakeliikbeidsoritenum. maar bet nuttigbeidsorlterlum Het moet mogeiljkz die medewerkers onder elkaar aiie nuttige intormatie uitwisselen, zodat elke medewerker een zo volledig en oorreotmogeiijk beeld kan bebben van een aangemelde situatie van geweld.misbruikot kindermisbandeling Oeeobterliggende idee is dat op de medewerkers van bet meldpunt een gezamenlijk beroepsgebeim rustinplaatsvaneenindividuelegebeimboudingspliobtopelkvenben Uiteraard moeten bij de registratie en de verdere verwerking inolusiet de mededeling-van persoonsgegevens de bepelingen ven de wet van^deoember 1992 worden nageleefd Volgens artikel 9. ^2. eerste lid. van die wet moet de persoon over wie gegevens worden verwerkt die niet bij bemzelt worden verkregen, in prinoipe in kennis worden gesteld van die verwerking uiterlijk op bet moment ven de eerste mededeling van de gegevens. In aangemelde situaties ven geweld, misbruikot kindermisbandeling is bet allerminst evident om personen.over wie buiten bun weten persoonsgegevens worden verwerkt (pleger ot vermoedelijke pieger.siaobtotterot vermoedelijk slaobtotter).zomaar in kennis te stellen van de verwerking. De verwerkte gegevens bebben betrekking op een zeer gevoelige aangelegenbeid en bet is niet uitgesloten dat personen, eens ze kennis bebben van de verwerking over ben betreffende geg^v^n^ ^ t i ^ zouden ondernemen tegen de persoon die de situatie van geweld, misbruik of kindermisbandeling beeft aangemeld, ofwaarvan ze vermoeden dat die persoon de situatie beeft aangemeld. Artikel^bepaalt daarom dat de gegevensverwerking en ^uitwisseling betrekking kunnen bebben op persoonsgegevens van personen die in de aanmelding worden genoemd, zonder dat aan die personen daarvan onmiddellijk kennis moet worden gegeven.Artikel9.^2.tweede lid.van de wet van8deoember1992 voorziet immers in een vrijstelling van kennisgeving ^ e ^ e e ^ ^ e ^ ^ ^ e o ^ ^ e v e ^ ^ ^ ^ ^ ^e^oo^^e^eve^iBer^o^^o^r^e^e^oo^o^^e^oe^e^^ve^ee^^e^ voo^e^reve^oo^o^reo^e^eer^e^ee^^^ aanbeveling van de Raad van State om in bet ontwerpdeoreetoriteria op te nemen omtebeoordelenofmoetwordenafgezienvaneenonmiddellijkekennisgeving (advies bij bet voorontwerp van deoreet. puntlO.3) wordt niet ingegaan omdat bet risioo bestaat dat die ontena niet alle situaties zullen dekken waarin een onmiddellijke kennisgeving tegenaangewezen is Het meldpunt kan persoonsgegevens gedurende maximaal vijf jaar bewaren De termijn begint te lopen de dag na die van de eanmelding. Als er meerdere aanmeldingen bebben plaatsgevonden waarbij eenzelfde persoon betrokken is. begint de bewaartermijn voor de persoonsgegevens betreffende die persoon te lopen de dag na die van de laatste aanmelding (dit wordt op suggestie van de Raad van State(adviesbijbetvoorontwerpvandeoreet.punt12)explioiet vermeld in artikel 6. laatste lid. van bet ontwerpdeoreet). Persoonsgegevens betreffende een minderjarige persoon kunnen worden bewaard tot maximaal vijfjaar na de datum waarop die persoon meerderjarig is geworden De Raad van State stelt onder punt13van zijn advies bij bet voorontwerp van deoreet dat de stellers van bet ontwerp dienen na te gean of deze termijn van vijf jaar
Pagioa^van97
lang genoeg isinbet hebt van de l e e ^ ^ geweld, het misbruik ofde kindermishandeling Oe^e termijn is iang genoeg in het iioht ven de speo^ieke opdrachten van het Moidpunt: vraagverheldering, advies geven en zo nodig doorverwijzen naar het meestaangewezenhulp en dienstverlenend aanhod ot naar justitie Oeze termijn sluit ook aan hij de termijn die ven toepassing is in de bijzondere jeugdbijstand.
Artikel Met bet oog op de beleidsvoering en om, ais det nodig is, de werking van bet meldpunt bij te sturen, dient het meldpunt een de Viaamse overbeid geanonimiseerde registratiegegevens aan te leverende.met betrekking tot het aantai en de aard van de aanmeldingen).OeVlaamse Regering zal bepalen welke registratiegegevens worden aangeleverd. Ze zal ook bepalen boe en wanneer^ d.w.z mot welk tijdsinterval-die gegevens moeten worden aangeleverd.
Artikels Oe medewerkers van bet meldpunt vernemen en verwerken in de uitoefening van hun opdraoht bij het meldpunt heel wat informatie over personen die als vertrouwelijk te beschouwen is Het is ook evident dat ze gebonden zijn door de geheimhoudingsplicht met betrekking tot die gegevens. Óe regels met betrekking tot het beroepsgeheim di^ vervet lign^ninertikei 456 en volgende venbet Strafwetboek zijn op hen van toepassing. Artikels,eerste lid,6^,enertikel6bepalendegevallenwaarin medewerkers van het meidpunt vertrouwelijke informatie mogen meedelen zonder de op hen rustende geheimhoudingsplichtteschenden
Artikels Elk contact met het meldpunt is gratis voor de persoon die bet meldpunt contacteert. Oie persoon heeft de mogelijkheid om bij det contact anoniem te blijven OeVlaamse Regering zal de uitgaven met betrekking tot de werking van het meldpunt subsidiëren,inoiusief de uitgaven voor het gebruik van de telefoon-of eventueel van een communicatiemiddel dat ze bepaalt (zie a r t i k e l 4 , ^ ) - d o o r een porsoon die het meldpunt contacteert OeVlaamse Regering zal de subsidieregels bepalen Oe werking ven het meldpunt kan worden gesubsidieerd vie bet toekennen van een bijkomende subsidie aan de betrokken centra voor elgemeen welzijnswerk en aan het vertrouwenscentrum kindermisbandeling, die de centre op bun beurt besteden aan die werking
Artikel 10 Met de oprichting van een centrum kwaliteitsbewaking voor alle indicatiestellers wordt de gelijke behandeling bij het inschalen beter gegarandeerd. Het toepassingsgebied van de regeling is ruim en bestrijkt alle onderdelen van de bevoegdbeden van de Vlaamse Gemeenschap inzeke gezondheidsbeleid en bijstand aan personen. Het toepassingsgebied is dus niet beperkt tot de zorgverzekering Pagina 19vao 97
Oït toepassingsgebied b^kto^ weike regehng binnen de v o o r m e n we^r bet espeot "verminderd zeifzorgvermegen" ter spreke komt ef zou komen, i^ artikeilO.tweede iid,wordt de "gebruiker" immers gedefinieerd eis iedere n e t o ^ porsoon die venuit een verminderd zeifzorgvermogen een beroep doet op zorg. buip of dienstverlening in bet keder ven de bevoegdbeden ven de VieemseGemeensobep wet betreft bet gezondbeidsbeieid en de bijstand een personen, vermeid in ertikei 5. ^ t . i e n ii.van de bijzondere wet van^augustus 1980 tot bervorming der instellingen "Verminderd zeifzorgvermogen" wordt gedefinieerd in artikeilO.derde lid. Oe bevoegdbeden van bet oentrum kwaliteitsbewaking zijn dus duidelijk niet beperkt tot de zorgverzekering.dit biijkt uit de tekst van artikeilO.tweede lid (bet begrip "zorgverzekering" wordt trouwens niet gehanteerd in de tekst van de artikeien 10totenmet14) Hot oentrum kwaliteitsbewaking zal werken op bet vlak ven de indioatiestellingen binnen de zorgverzekering, maar ook andere toekomstige regelingen die te maken zullen bebben met bet begnp "verminderd zeifzorgvermogen" vallen onder bet toepassingsgebied Zo zal bet oentrum kwaliteitsbewaking in eerste instantie werken rond de zogenaamde BEL sobaai. gehanteerd in de zorgverzekering, op termijn wordt dat de BEL-RAi die zowel in de woonzorgoentra.de thuiszorg en de zorgverzekering zai gehanteerd worden Met deze oommentaar wordt ook fegemoefg^k^me^ ean de opmerking onder punt 14 van bet edvies van de Raad van State bij bet voorontwerp van deoreet. Artikel Het oentrum kwaiiteitsbewaking is onderworpen aan erkenning door de Viaamse Regering OeVlaamse Regering bepaait de regels betreffende de toekenning, weigering en intrekking van de erkenning Artikels Oit artikel vermeidt de minimumopdraohten ven het oentrum kwaliteitsbewaking. Oe Vlaamse Regenng kan deze minimumopdraohten nader omsobrijven en kan ook bijkomende opdraobten toevertrouwen aan het oentrum kwaliteitsbewaking. Oeze opdraobten zullen in ieder gevai moeten uitgevoerd worden, wil bet oentrum kwaliteitsbewaking zijn erkenning behouden. Bij de initiële erkenning zai het oentrum kwaliteitsbewaking de wil moeten tonen om deze opdraobten uit te voeren (zie artikel 13. eerste lid. 3 ^ Het oentrum zal dat eobter nog niet eoht hard kunnen maken door al een werking met betrekking tot die opdraobten aan te tonen Om aan de opmerking onder punt15van bet advies van de Raad van State bij het voorontwerp van deoreet te voldoen.werd artikel13aangevuld zoals aanvaard door de Raad van State. Artikels
Pagina 20 vao 97
Oit art^el regelt de vooraarden ioz^ kwahteitsbewa^gen^ erkenning is dat het oentrum kwaliteitsbewakiog wordt opgeriobt zonder winstoogmerk Oe Viaamse Regering kan de in het artikei vermeide erkenningsvoorwaarden nader uitwerken Oe Viaamse Regering kan ook eanvuiiende erkenningsvoorwaarden hepaien Artikels Oe Viaamse Regenng verleent, hinnen de hesohikhare hegrotingskredieten. aan het erkende oentrum kweiiteitshewaking een jaarlijkse suhsidie voor de uitvoering van zijn opdrachten.OeVlaamse Regering hepaalt het suhsidiehedrag en de voorwaarden voor de vaststelling, uithetaling en terugvordering van de suhsidies. Oit alles natuurlijk hinnen de hesohikhare hegrotingskredieten. Oeterugvorderingsregels zullen eanvullend zijn ten aanzien ven de regels vervat in de artikelen^tot 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling ven de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de oontroie op de suhsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, elsook voor de organisatie van de oontroie door het Rekenhof (biermee wordt tegemoetgekomen aan de opmerkingonderpunt16van het advies van de Raad ven State bij het voorontwerp van decreet) Artikels Het huidige artikel11van het decreet van^maart 2006 inzake bijzondere jeugdbijstand heett betrekking op de toegang tot de dossiers die bij de comités voor bijzondere jeugdzorg, de sociale diensten voor vrijwillige jeugdbijstand en de bemiddelingscommissies worden bewaard Ooor een misverstand is in die bepaling de toegang tot dossiers bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand niet opgenomen Oe toegang tot de dossiers bij die diensten is nochtans mogelijk op grond van bet decreet van 26 maart 2004 betrettende de openbaarheid van bestuur en de wet van6december1992 tot bescherming ven de persoonlijke levenssteerten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens Ooor de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstend op te nemen in de bepalingen van het artikel wordt voor alle voormelde diensten dezeitde toegangsregeling van kracht Wel moet er rekening mee worden gehouden dat aan de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand door magistraten, belast met jeugdzaken, opdracbt kan worden gegeven voor het verrichten van maatschappelijke onderzoeken betrettende minderjarigen in problematische opvoedingssituaties ot minderjarigen die een als misdrijf omschreven teit bebben gepleegd, en dat ze daarover aan die magistraten schriftelijk moeten rapporteren. Bijgevolg kunnen zich in een dossier bij de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstend documenten bevinden die zijn opgesteld voorjeugdmagistraten en die zich bijgevolg ook in het dossier bij de jeugdrechtbank zuiien bevinden. Ook kan het zijn dat die sociale dienst beschikt over informatie die hem doorjeugdmagistraten is meegedeeld en die afkomstig is uit bet dossier bij de jeugdrechtbank. Nu is inzage in het dossier bij de jeugdrechtbank geregeld in ertikel 56 van de wet van6april1966 betreffende de Pagina 2 1 vao 97
j e ^ ^ o ^ m ^ ^ omscbreven^hebben gepleegd sobade Het kan niet de b e d r o g zijo dat de toepassmg omzeild deer toegang te verienen tet dezeitde deoomenten die zieb in bet dessier bij de sooiaie dienst voor gereobteiijke jeugdbijstand bevinden Oaarnaast moet ook bet gebeim van bet stratreobteüjk opsporingsonderzoek worden geëerbiedigd, dat gewaarborgd wordt door artikei 28quinquies^^ van bet Wetboek van stratvordering. Om die redenen kunnen sommige dooumentenot gegevens in bet dossier bij de sooiaie diensten voor gereobteiijke jeugdbijstand niet toegankelijk zijn (zie bet derde iidvanparagraat^. Oevoig gevend aan de opmerking van de Raad van State (advies bij bet voorontwerp van deoreet, punt17)wordtverduidei^kt dat bet reobt van toegang tot gegevens bij de sooiaie diensten voor gereobteiijke jeugdbijstand wordt verleend uiterlijk op bet ogenblik waarop de jeugdreobtbank met een vonnis uitspraak doet over de grond van dezaak, d w z. wenneerdejeugdreobtbank in de zaak van de betrokken jongere voor bet eerst een vonnis beett uitgesproken. Bedoeld wordt dus niet een besobikking van de jeugdreobter waarbij die in de zaak van de jongere een onderzoeksmaatregel beveelten/oteenvoorlopige maatregel oplegtOe Raad van State kan niet worden gevolgd in zijn redenering dat bettoegangsreobt onbelangrijke mate inoperant wordt gemaakt doordat voor bet tijdstip vanat wanneer bet toegangsreobt uiterlijk kan worden uitgeoetend, wordt verwezen naar bet eerste vonnis van de jeugdreobtbank. Immers, eerst en voo^i ken reeds toegang worden verleend alvorens bet eerste vonnis wordt uitgesproken door de jeugdreobtbank Oe mogelijkbeid om bettoegangsreobt uit te stellen uiterlijk tot en met bet eerste vonnis van de jeugdreobtbank is geïnspireerd op ertikel^,tweede lid,van bet deoreet van 26 maart 2004 betrettende de openbaarbeid van bestuur.Oit ertikel laat toe dat de dossierbouder een verzoek tot toegang kan afwijzen als bet betrekking beett op persoonsgegevens vervat in documenten die niet et ot onvolledig zijn. Ras op bet moment dat een eerste vonnis wordt uitgesproken door de jeugdreobtbank kan men eobt spreken van documenten die at zijn ot volledig zijn zoals bijvoorbeeld betmaatscbappelijk onderzoek van de socialedienstEen besobikking van de jeugdreobter daarentegen kan onmiddellijk genomen worden nog voor de sooiaie dienst op vraag van de jeugdrecbter een maatsebappelijk onderzoek beett verricbten en nog voor bet (strat)onderzoek is afgerond. Bovendien bevat bet eerder verlenen van toegang tot bet dossier dan bij bet eerste vonnis soms bet risico dat bet gebeim van bet strafonderzoek wordt gesobonden Aangeven de tekst van bet buidige a r t i k e l ^ o o k van toepassing wordt verklaard op de sociale diensten voor gerecbtelijke jeugdbijstend, boort die tekst niet langertbuis onder boofdstuk III (m b.t. de vrijwillige jeugdbijstand). Oie tekst wordt daarom opgenomen in een artikel 6/1 en geplaatst onder Afdeling II (basisprincipes) van Hoofdstuk II Artikels Oit artikel wijzigt bet opscbrift van afdelinglvan boofdstuk III omwille van de opbeffing van artikel11van deze afdeling. Artikels P ^ n 8 22v8n97
lodeprak^kisbetn^a^dmo^ verk^gen van de berokken p ^ jeogdb^tand start In sommige gevahen kan men niet w a ^ ^ verkregenzijn, in het bijzenderwanneer persenen in de enmegeiijkheidver^ instemming te betuigen deer afwezigheid et omwiiie van andere omstandigheden tenwiji anderzijds onmiddeiiijkehuipveriening aangewezen is. Enkei in het heiang van de minderjarige kan van het prinoipe van de noodzakeiijke instemming worden atgeweken Deze afwijking moet verantwoord worden met een sohntteiijkeneersiag in het dossier.Oeze weergave in het dossier zai de hetrokken aotoren ertoe aanzetten expiioiet het heiang van de minderjarige in overweging te nemen en iaat iater toe, hij eventueiekiaohten over het verioop van de prooedure. de gehanteerde motieven op hun gegrondheid te toetsen. Op suggestie van de Reed van State (advies hij het voorontwerp van deoreet, punt ^ w o r d t i n de tekstverduideiijktdatmetdevoorgesteide regeiing hetinhetheiang van de minderjarige mogeüjk wordt gemaakt om de huipveriening ai op te starten in afwaohting dat de noodzakeiijke instemming ermee wordt gegeven wanneer die instemming omwiiie van omstandigheden niet onmiddeiiijk kan worden verleend, of om de huipveriening op te starten wanneer de instemming omwiiie ven omstandigheden niet uitdrukkelijk kan worden verleend (en de instemming dus moet worden vermoed te zijn gegeven), in de vereiste motivatie moet ook worden aangetoond dat het mogeiijke werd gedaan om de werkelijke instemming te verkrijgen
Artikei^ Oe vroegere tekst van a r t i k e l ^ w e r d aangepast en opgenomen als een nieuw a r t i k e l s . A r t i k e l U k a n dus worden opgeheven
Artikel Volgensartikel55van het deoreet van^maart 2006 inzake bijzondere jeugdbijstand heeft het Fonds Jongerenwelzijn als missie de finanoiering te garanderen van de zorg die wordt aangeboden aan de doelgroep die wordt gevormd door onder meer: ^personentotde leeftijdvan 26 jaarvoorwiedemaatsohappelijkeintegratieen partioipatie in het gedrang is gekomen of dreigt te komen door een problematisobe leefsituatie, of door een versobillende leefcultuur of door andere maatsobappelijk niet aanvaardbare situaties; 2^ personen die worden onderworpen ean maatregelen, opgesomd in een wet betreffende de opgave van maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omsobreven feit hebben gepleegd. Luidens ertikel 62,eerste l i d , I t ^ v a n dat deoreet bestaan de finanoiëie middelen van dat Fonds onder meer uit ^ontvangsten die voortvloeien uit tussenkomsten in de geneeskundige zorgen". Artikel t9van dit ontwerpdecreet beoogt in artikel 62 ven voornoemd deoreet een bepaling in te voegen die bet mogelijk maakt dat het Fonds Jongerenwelzijn met betrekking tot bovenvermelde personen, voor wie bet de zorg financiert, kosten voor geneeskundige verzorging kan voorschieten in afwachting dat die kosten door het ziekenfonds worden betaald Pagina 23 vao 97
Daarbij aansluitend wordt een wettelijk subrogatierecht ingeschreven ten voordele van het Fonds Jongerenwelzijn ten aanzien van de ziekenfondsen, om de medische kosten die voorgeschoten zijn rechtstreeks te kunnen recupereren ven de ziekenfondsen. Als de kosten voor geneeskundige verzorging worden voorgeschoten bij wijze ven een subsidie aan een erkende of gelijkgestelde voorziening waaraan de persoon is toevertrouwd, zal die voorziening namens het Fonds de vergoeding van het ziekenfonds vorderen. Volgens de Raad van State zou over artikel 19, net zoals over artikel 20, overleg moeten worden gepleegd met de federale overheid (advies over het voorontwerp van decreet, punt 6). De Raad verwijst hiervoor naar artikel 6, §3bis, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Volgens die bepaling moet tussen de gemeenschapsregering en de federale overheid overleg worden gepleegd over de opgave en de opvolging van de maatregelen die kunnen worden genomen ten eanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Wat die minderjarigen betreft, moeten de maatregelen die de jeugdrechtbank kan bevelen, worden bepaald door de federale wetgever (artikel 5, §1, II, 6°, d), van voormelde bijzondere wet), maar moeten die maatregelen worden uitgevoerd door of in voorzieningen die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen. Om het bepalen van de maatregelen op federaal niveau en het uitvoeren ervan op gemeenschapsniveau zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, werd bovenstaande overlegprocedure in het leven geroepen, zoals blijkt uit de voorbereidende werkzaamheden bij voormelde bijzondere wet: "De bevoegdheid die (...) als een uitzondenng op de gemeenschapsbevoegdheden aan de nationale overheid wordt voorbehouden, met name het opgeven van de maatregelen die ten aanzien van delinquente minderjarigen kunnen worden genomen, moet dan ook zeer restrictief geïnterpreteerd worden, zowel in haar formulering als haar bedoeling. Zij is enkel een antwoord op de vraag om, omwille van het ermee verbonden aspect van de veiligheid van de maatschappij, het arsenaal van gerechtelijke maatregelen ten aanzien van delinquente jongeren op nationale wijze op te sommen. Het mag evenmin zo zijn dat hiermee afbreuk zou worden gedaan aan de bevoegdheid van de Gemeenschappen om in volledige autonomie deze maatregelen verder uit te werken en de uitvoering ervan in gemeenschapsinstellingen te garanderen. (. ) Opdat, op het vlak van de normering, de bepaling van de maatregelen dooreen nationale wetgeving en de concretisering ervan op gemeenschapsniveau zo harmonisch mogelijk zou verlopen, hebben wij hiervoor een concertatieprocedure in het amendement voorzien, een procedure die maximaal moet worden gebruikt om het hulpverlenend karakter van de jeugdbescherming en de ermee verbonden gemeenschapsbevoegdheid te onderstrepen. Dit overleg mag evenwel geen afbreuk doen aan de autonomie van de Gemeenschappen, (...)." (Pari. Hand. Kamer, 28 juli 1988, 1351).Uit de rechtsleer blijkt dat nergens precies wordt omschreven wat onder "de opvolging van de maatregelen" moet worden begrepen (SMETS J., Jeugdbescherming, in: VAN HAEGENDOREN G. en SEUTIN B., De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 89, nr. 70), zodat evenmin is bepaald hoe ver het overleg over de opvolging van de maatregelen wel moet reiken. Uit de hierboven geciteerde tekst blijkt dat de federale bevoegdheid voor de opgave van de maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, als uitzondering op de gemeenschapsbevoegdheid voor de Pagina 24 van 97
jeugdbescbermiog^eerrest^ beperkte t e d e r e b e v o e g d h e i d s opvolging veo de meetregeieo verder moet geen den bet mogehjk meken det tedereel opgegeven meetregelen op gemeensobepeniveeu kunnen worden uitgevoerd Oeoverlegverpilobting ken bezweerlijk zo ver reiken det ze ook vereist is voor nederemodeliteiten die de gemeensobeppenbepeien met betrekking tot de uitvoering ven de meetregelen, ook els die modehteiten de uitvoering ven de meetregelen zoeis ze tedereei zijn bepeeld geenszins kunnen belemmeren. Voigens de hierboven geoiteerde tekst meg immers geen etbreuk worden gedeen een de bevoegdheid ven de Gemeensobeppen om in voiiedige eutonomie de meetregeien "verder uit te werken en de uitvoering erven in gemeensohepsinstelüngen te gerenderen^Aiduskenbezweerhjk worden eengenomen detdegemeensobeppen met de tedereie overbeid overleg moeten plegen eis ze regels uitveerdigen die verbend houden met de erkenning en de subsidiëring ven voorzieningen ot met de wijze ven tinenoiering ven de zorg die mede door die voorzieningen wordt verstrekt, enkeleneileenomdeteendievoorzieningen,neestminderjerigeninprobiemetisohe opvoedingssituaties, ook minderjarige delinquenten kunnen worden toevertrouwd. OmdieredenwordtaandeopmerkingvandeRaadvanStategeenverdergevoig gegeven
Artikei^ Artikei^,eerste üd,van het deoreet ven^maart 2008 bepaait thans: Ais voor de minderjarigen die werden geplaatst overeenkomstig de jeugdbijstandsregeling geldsommen op bun spaar-ot depositoboekje worden ingesohreven, gebeurt die insohrijving op een boekje dat op hun naam wordt geopend bij een krediehnstelling, die hetzij door benzelt vanat de ieettijd van twaalt jaar,hetzij,ais zij jonger zijn dan twaaitjaar,door hun wettelijke vertegenwoordiger wordt aangewezenB. Oie bepeling wordt door artikel 20 van het ontwerpdeoreet gewijzigd om de bepaling in overeenstemming te brengen met de praktijk die binnen de bijzondere jeugdbijstand wordt gehanteerd. Het is om praktisohe redenen geen optie om de huidige organisatie in overeenstemming te brengen met de bestaande bepeling. Voor kinderen geplaatst in een pleeggezin wordt maandelijks een tortaitair bedrag gestort op een spaarrekening. Oetormulering van bet te wijzigen eerste lid van artikel 67 beoogt een ettioiënt beheer en opvolging van dergelijke rekeningen Oit is onmogelijk indien elke minderjarige ot zijn wettelijke vertegenwoordiger beslist op welke rekening dergelijk bedrag moet gestort worden In de dagelijkse praktijk worden deze rekeningen nu steeds bij eenzeltdetinanoiéle instelling geopend Op deze wijze is het mogelijk generieke afspraken te maken over mogelijke oorreoties op de gedane stortingen en om later,bij bet hereiken ven de meerderjarigheid,de jongere te informeren over bet bestaan van de rekening. Oaarnaast moet bet gebruik van de ingesohreven spaargelden op deze rekeningen aan speoifieke olausules onderworpen worden tijdens de duur van de minderjarigheid van de rekeninghouder Oe delegatie aan de Vlaamse Regering maakt het mogelijk ter zake speoifieke, aangepaste regels vast te stellen
Pagina 2^ van 97
Door deze verduidelijking wordt tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State onder punt 19 van het advies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet.
Volgens de Raad van State zou over artikel 20 overleg moeten worden gepleegd met de federale overheid (advies bij het voorontwerp van decreet, punt 6 - zie hierboven het commentaar bij artikel 19). De bepaling van voormeld artikel 67, eerste lid, van het decreet bijzondere jeugdbijstand werd, met aanpassing van de leeftijd van veertien jaar naar twaalf jaar, overgenomen uit de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, en vormde artikel 28ter van het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 1990. Met betrekking tot die bepaling heeft het Grondwettelijk Hof als volgt geoordeeld: "Die bepaling heeft een weerslag op de burgerrechtelijke regels met betrekking tot het statuut van de minderjarigen, inzonderheid de handelingsbekwaamheid. (...). Op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 kunnen de Gemeenschappen een aangelegenheid regelen waarvoor de Staat in beginsel bevoegd is, hetzij krachtens een uitdrukkelijk voorbehoud in die wet, hetzij op grond van zijn residuaire bevoegdheid. Om bestaanbaar te zijn met het stelsel van exclusieve bevoegdheden, ingesteld doorde bijzondere wet, is echtereen beroep op artikel 10 van deze wet slechts toelaatbaar onder de tweevoudige voorwaarde datde voorbehouden aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling leent en dat de weerslag op de voorbehouden aangelegenheid slechts marginaal is. De bestreden bepaling van artikel 28ter blijft binnen de twee voormelde toepassingsvoorwaarden. De decreetgever vermocht te oordelen dat die bepaling, waarvan de opvoedkundige waarde vaststaat, noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheid, zodat hij op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 gemachtigd was de bedoelde decreetsbepaling uit te vaardigen." (GH, arrest nr. 40/91 van 19 december 1991, overw. 5 B.4). Hoewel, toen die bepaling werd aangenomen, de overlegprocedure van artikel 6, §3bis, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen al in werking was getreden, blijkt uit voormeld arrest niet dat de Vlaamse decreetgever die bepaling pas had kunnen aannemen na overleg met de federale overheid. Volgens de rechtsleer is het opmerkelijk dat voormeld arrest "op bevoegdheidsrechtelijk vlak geen onderscheid maakt tussen minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en andere categorieën van minderjarigen die voor de jeugdrechtbank worden gebracht. Het Hof heeft de bepalingen wellicht niet als accessoir gezien ten aanzien van de bevoegdheid inzake jeugdbeschermingsmaatregelen, die verdeeld is tussen de federale Staat en de gemeenschappen, maar wel als accessoir aan de bevoegdheid betreffende de instellingen en voorzieningen waar die maatregelen worden uitgevoerd en die in hun geheel tot de gemeenschapsbevoegdheid behoren." (SMETS J., Jeugdbescherming, in: VAN HAEGENDOREN G en SEUTIN B., De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 86, nr. 62). Maar het Grondwettelijk Hof heeft dus, wat die bepaling betreft, het onderscheid tussen beide categorieën van minderjarigen niet gemaakt en de Vlaamse Pagina 26 van 97
deereetgever bevoegd geaoht minderjerigen Aitbens uit de reohtspreek ven bet Grondwetten wijziging ven die bepeling overieg met de tedereie overbeid zou moeten worden gepleegd, voor zover die wijziging betrekking beett op minderjerigen die een eis misdnjt omsobreven teit bebben gepleegd Aen de opmerking ven de Reed ven Stete wordt bijgevolg geen verder gevolg gegeven.
Artikels Artikel 2 0 , ^ 1 , 4 ^ ven bet deoreet ven 18mei 1999 betrettende de geestelijke gezondheidszorg stelt det om erkend te worden en te blijven een Gentrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGG) onder endere de oontroie door de inspeotie en de doorliohting door de visitetieoommissie zoels bepeeld in de artikelen 34 en 35 moet mogelijk maken OeGGG's worden geinspeoteerd door het agentsohapZorginspeotie. De deoretaal voorziene visitatieoommissie is eohter nooit opgeriobt Deze visitatieoommissie was er op geriobt om roers els experten in te sohakelen in het toeziobt en op die manier de oentre elkaar te stimuleren in bet bevorderen van de kwaliteit ven zorg. Na de publioatie van het deoreet heett de Vlaemse Gverheid een oproep gedeen naar de GGG koepels om externe deskundigen te vinden die wensen te participeren aan deze visitatiecommissie. Via de koepels werd vernomen dat er geen groot enthousiasme was bij de experten in de oentra om deel uit te maken van deze commissie Sinds1999 is ook binnen de Vlaamse overheid de visie op inspectiemetbodieken en bevorderen van kwaliteit van zorg tel geëvolueerd, zeker in de curatieve gezondheidsvoorzieningen. Gezien deze evoluties, wordt voorgesteld de visitatiecommissie'te schrappen uit artikel 20 van bet decreet en enkel de bepaling in verband met oontroie door de inspectie te behouden. Artikel 22 De titei van hoofdstuk Vi van bet decreet van18mei1999 betrettende de geestelijke gezondheidszorg luidt als volgtB^multidisciplinaire wetenschappelijke ondersteuning" Gezien artikel 30 wordt eangepest (zie verder) en deze subsidies niet langer enkel voor multidisciplinaire wetenschappelijke ondersteuning kunnen gebruikt worden, maar voor specitieke opdrachten rond geestelijke gezondbeid wordt ook de titel ven het hoofdstuk in die zin aangepaste
Artikei 23 Artikel 30,^1,van bet decreetven 18mei1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg stelt dat de Vlaemse Regenng jaarlijks 297.475 euro ter beschikking stelt voor multidisciplinaire wetenschappelijke ondersteuning Dit bedrag wordt aangepast aan de index In de memorie van toelichting bij bet ontwerp van decreet dat geleid beeft tot het deoreet van18mei 1999, is gepreciseerd in de Pagina 27 van 97
commentaar overde artikel " O e r e ^ mu^so^^ G e ^ e ^ e G e z o ^ e ^ z o ^ B ^aamsParieme^ ^
V o l g e n s a r t i k e l ^ ^ v a n rietzode decreet, wordt minimum 7^ bedrag gereserveerd voor permanente en m u l t i d i ^ ondersteuning ven de geestelijke gezondheidszorg.OeVlaamse Regering steit deze middeien via overeenkomsten ter beschikking En naast deze permanente opdracrit, steit de Viaamse Regering maximum 30 procent van het bedrag ter beschikking voor tijdelijke projecten, die zij omschrijtt en wearvan zij de tijdsduur bepaait, evenais d voorwaarden (artikel 30, ^3) In artikel 30 wordt dus verwezen naar twee algemene opdrachten en bevat specitieke percenteges op vlak van verplichte aanwending van bet budgetten eigenlijkverwijstbetertikel ook naareen concretevoorziening,ziede memorie ven toelicriting). Oit laat geen keuzevrijrieid toe bij bet bepalen van nieuwe prioriteiten in bet beleid rond geestelijke gezondheidszorg Oit terwijl de sector van de geestelijke gezondheidszorg tel evolueert (bijvoorbeeld de samenwerking in het keder van de zorgcircuits en netwerken, beleid rond de beeldvorming opde psyohiatriscrie patiënt in de maatschappij, Oe opdracht wetenschappelijke ondersteuning wordt in het decreet (Bie de memorie van toelichting) speoitiek aan de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheidszorg toegewezen. Soms kan deze opdracht van wetenschappelijke ondersteuning ecbter beter toegewezen worden aan endere wetenschappelijke onderzoeksteams die expertise hebben in geestelijke gezondheidszorg OeVlaamse Overbeid wordt momenteel gehinderd in het voeren van een toekomstgericht beleid op het vlak van de geestelijke gezondheidszorg door de ngide en specitieke bepalingen in artikel 30 van het decreet Ooor de wijziging van artikel 30 kunnen de middelen tlexibeleringezetworden,dearwaarde meest geschikte expertise voor de opdracht in kwestie aanwezig is. Het subsidiebedrag in bet artikel is gelijk gebleven. Ooor toepassing ven de gezondheidsindex ontving de Vlaemse Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg in 20t2 een subsidie van 383 728,80euro Artikels G e z i e n i n a r t i k e l 2 0 , ^ , ^ , v a n h e t d e c r e e t v a n 1 6 m e i 1999 betrettende de geestelijke gezondheidszorg de visitatiecommissie geschrapt wordt ken in de titel van hoofdstuk IB^ ven bet decreet ook niet meer verwezen worden naar visitatie van de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Artikel 35, dat handelt over de visitatiecommissie, wordt opgeheven. Bijgevolg rest er slechtslartikel onder dit hoofdstuk dat handelt over toeziebt van de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Oehtel van het hoofdstuk wordt dan ook gewijzigd naar "toezicht van de centra voor geestelijke gezondheidszorg". Artikels Pagina Z^ van 97
Artikel 35 van bet deoreet v a o 1 6 m e i 1 9 9 9 ^ gezendbeidszerg bendelever de v i s ^ deze visitetieoernrnissie (zie de oemmenteer bij ertikel 2 ^ w ^ deoreet epgebeven Artikel 26 Ooor dit ertikei wordt wet betreft de onroerende goederen die tbens gewoon "ter besobikkmggesteid^zijndoordeVleemseOemeensobepeendeopenbere psyobietrisobezorgoentre ven Geei en Rekem, een zakelijk reobt ven ertpeobt verleend voor een termijn van vijftig jaar. Hetverienenveneenreobtvanertpaobtkomttegemoetaanenerzijdsdebeboefte voor de openbare psyobiatrisobe zorgcentra om finanoiering aan te trekken voor onroerende investeringen en enderzijds aen de ambities van de Vlaamse Regering voor een goed vastgoedbeleid en bet goed beberen van bet eigen erfgoed van de Vlaamse overbeid Meeroonoreetbebbendosdevolgendebelangrijke aspecten meegespeeld inde keuze voor bet zakelijk recbt van ertpecbt: 1) de mogelijkbeid voor de openbare psycbiatriscbe zorgcentra om op zelfstandige basis naar tinancieringsmogelijkbeden te zoeken; 2) er kan venuit de overbeid als grondeigenaar en waarborgverlener blijvend ingespeeld worden op zicb in de toekomst wijzigende organisatiestructuren en/of specifieke noden binnen bet veld van de zorg en welzijnssector; 3) de versnippering vanonroerendegoederen in eigendom van de reobtspersoon Vlaamse Gemeenscbep/Vleamse Gewest wordt tegengegaan, ook in functie van een goed bebeer van de erfgoedwaarde van de sites. Omwille van de voormelde redenen werd dus afgezien van een overdraobt in volle eigendom aan de openbare psycbiatriscbe zorgcentra, zoais bepaald was in bet voorontwerp van decreet Ooor bet recbt van erfpacbt bekomt de erfpacbter een volledig genotsrecbt op bet goedOeerfpacbteroefentalle reobten uitwelkeaandeeigendom van bet goed verbonden zijn, maar met de beperking dat bij niets mag verricbten waardoor de waardevandegrondzouverminderdworden Oe openbare psycbiatriscbe zorgcentra bekomen bet recbt opstallen op te riebten. Voor de duur van zijn recbt is de erfpacbter eigenaar van de door bem opgeriobte opstallen Het genotsrecbt van de erfpacbter strekt zicb ook uit over de opstellen die aanwezig waren bij de aanvang van zijn recbt OeVlaamse Gemeenscbap verleent een recbt van erfpeebt voor een periode van vijftig jaar Voor bet bepalen van een adequate looptijd van bet zakelijk reobt zijn twee elementen van belang de aard ende afsobrijvingstermijn van investeringen en de marktvoorwaarden om tot een financiering te kunnen komen Bij de investeringen kan een onderscbeid tussen nieuwbouw en renovetie van bestaande gebouwen gemaakt worden Oeze laatste vraagt naast periodiek onderboud, een vervanging ven de Pagina 29 van 97
insta^esomdevijftieoètw^ sobhderwerke^p^ood)^ v^eotwi^gèdertig jaar Eeo oooraote looptijd bodragoo, wat motooo oaar do tioaooiöio markt too ooo laogotormijo waarborgt. Eoostabioioiovosteriog mot aodorowoordeo voor povatetioaooiers. Togolijkisbotaaogowozooomvao^ orgaoisatie oo do ovoiutiosio do maatsobappohjkodioostvoriooiog gooo al tolaogo termijo (laogor dao vijttig jaar) aao toboudoo Oeertpaobtor (de opeobare psyobiatrisobezorgoeotra)botaait eeo jaarlijkse vergoediog(oaooo) aao de Viaamse Gemeeosobap voor de vestigiog vao bet reobt vao ertpaobt.Oebetaliog vao deze oaooo is eeo esseotieel elemeot vao bet reobt vao ertpaobt iooaso is de boogte vao deze oaooosymbolisob. OeVlaamseGemeeosobapbetaaitbijdebeëiodigiogvaobetreobtveoertpaobt geeo vergoediog aao de ertpaobter voor de door de ertpaobter opgeriobte opstalieo Oe Vlaamse Gemeeosobap geett. biooeo de besobikbare begrotiogskredieteo, jaarlijks eeo dotatie aao de opeobare psyobiatrisobezorgoeotra die bestemd is voor de ooderboudskosteoeo de berstelliogswerkeo vao de gebouweo eoiostallaties die opgeriobt werdeo op de betrokkeo ooroereode goedereo vóórljaouari 2013. Erwordeo geeo bijkomeode middeieo gereserveerd voor oieuwbouwotgroodige reoovatieprojeoteo. Voor deze iovesteriogeotredeo de opeobare psyobiatrisobe zorgoeotra op ais ooatbaokelijkeeotiteiteoeozoekeo ze oaar de meest aaogewezeo formules. Ze kuooeo immers, biooeo bet verleeode zakelijk reobt. voiiedig vrij verbureo. bypotbekereoot bet zakelijk reobt verkopeo Oeooderboudskosteo makeo bier dao ook iotegraal deel vao uit. OeVlaamse Regeriog kao de oadere regels bepaleo voor de toepassiog eo uitwerkiog vao bet deoreetsartikeleo zorgt voor de oooorete uitvoeriog ervao. Oit wordt verder geregeld biooeo de soboot vao de Vlaamse Regeriog OeVlaamse Regeriog bepaalt ook de datum vao iowerkiogtrediog vao dit artikel (zie artikel 76 vao bet ootwerp vao deoreet) Aao de opeobare psyobiatrisobezorgoeotra wordt eeo uitgebreid zakelijk reobt verleeod.Oeoootraotereodepartijeo(iooasu de Vlaamse Oemeeosobap eode opeobare psyobiatrisobezorgoeotre)besobikkeo bij bet vastleggeo vao de ooodzakelljke akteo over eeo grote oootraotuelevrijbeid. Ze kuooeo dus eeo iovulliog makeo op maat met bet oog op bet bereikeo vao maximale (beleids-eotioeooiële) voordeleo voor beide partijeo. Zo kuooeo teo aaozieo vao de kredietverleoers de meest guostige formules opgeoomeo wordeo (bijvoorbeeld speoifieke mogelijkbedeo tot wijzigiog vao bestemmiog)eo is er geeo explioietewaardebepaliog iode vorm vao eeo sobattiog vereisteo valt bet ooder de bevoegdbeid vao de Vlaamse Regeriog om dergelijke reobteo toe te staao. Artikel 27 Op1mei2010trad de Verordeoiog (EG) or.663/2004 vao bet Europees Pariemeoteo de Raad vao 29 april 2004 betreffeode de ooördioatie vao de sooialezekerbeidsstelsels io werkiog. Oeze verordeoiog bepaalt dat persooeo teo laste altijd bet reobt volgeo'vao de persooo weerveo zij eeo afgeleid reobt bebbeo. Pagina 30 van 97
Volgens de nieuwe Europese Verordening volgt de persoon ten leste het "gezinshoofd" en mag hij met meer aansluiten. Personen ten laste ven uitgaande grensarbeiders kunnen bijgevolg vanaf 1 januari 2011 niet meer aansluiten bij de zorgverzekering. Deze bepaling is overgenomen in het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. Daarbij is in de memorie van toelichting gemeld dat een overgangsregeling zou uitgewerkt worden voor personen ten laste die een tenlasteneming ontvangen. Bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, wat betreft de personen ten laste van grensarbeiders, werd deze overgangsmaatregel uitgewerkt. De personen ten laste van uitgaande grensarbeiders die tenlastenemingen van de zorgverzekering hadden op 31 december 2010, krijgen de lopende tenlastenemingen verder toegekend. Ze moeten wel de jaarlijkse ledenbijdrage voor de zorgverzekering blijven betalen. De Raad van State verleende op 15 maart 2011 advies 49 311/3 met betrekking tot het ontwerp van besluit. De Raad van State uitte daarbij de volgende bedenkingen: "De rechtsgrond voor artikel 2 van het ontworpen besluit is minder duidelijk. Men zou kunnen staande houden dat die rechtsgrond te vinden is in artikel 10, §4, van het decreet van 30 maart 1999. (...) (...) Best zou derhalve een specifieke rechtsgrond worden ingevoerd, waarbij de Vlaamse Regehng wordt gemachtigd om voor het arttkel 2 van het ontwerp bedoelde geval in een overgangsregeling te voorzien". Het Vlaams Zorgfonds stelde toen voor om bij een volgende decreetwijziging tegemoet te komen aan deze aanbeveling. Dit artikel beoogt dus een duidelijke decretale basis in te schrijven voor de overgangsmaatregel voor personen ten laste van uitgaande grensarbeiders die een tenlasteneming ontvangen, ingeschreven in artikel 89/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering Deze decretale basis heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2010 (zie artikel 78 van dit ontwerp) Artikel 28 Bij besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 werden met ingang van 1 oktober 2011 wijzigingen aangebracht aan het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en sluiting van rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven ven beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychietrische instellingen en diensten. Met dit besluit werden dus onder meer wijzigingen aangebracht in de procedure voor de erkenning van samenwerkingsverbenden voor psychiatrische instellingen en diensten Pagina 31 van 97
De Raad van State merkte in zijn advies bij het ontwerp - dat geleid heeft tot het besluit van 22 juli 2011 - op dat er voor de bepalingen met betrekking tot de samenwerkingsverbanden voor psychiatrische instellingen en diensten geen decretale rechtsgrond (meer) aanwezig wes (advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State van 5 juli 2011, nr 49.865/3). De Raad van State stelde: "Artikel 9 van het ontwerp heeft specifiek betrekking op de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, terwijl de artikelen 13 tot 15 van het ontwerp minstens gedeeltelijk ook van toepassing zijn op deze samenwerkingsverbanden. In het decreet van 20 maart 2009 wordt evenwel geen gewag gemaakt van dergelijke samenwerkingsverbanden. Artikel 30 van het decreet van 20 maart 2009 kan derhalve geen rechtsgrond bieden voor artikel 9 van het ontwerp en voor de artikelen 13 tot 15 van het ontwerp voor zover deze van toepassing zijn op de genoemde samenwerkingsverbanden. Ook de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen kan niet worden ingeroepen als rechtsgrond voor deze artikelen van het ontwerp nu de relevante artikelen ervan (de vroegere artikelen 72 en 73) voor alle verzorgingsvoorzieningen werden opgeheven bij artikel 36, derde lid, van het decreet van 20 maart 2009 en in de bepalingen van dat decreet die in de plaats kwamen van de genoemde artikelen, geen gewag wordt gemaakt van de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten. In de huidige stand van de regelgeving is er derhalve geen rechtsgrond voorhanden voor bepalingen die betrekking hebben op die samenwerkingsverbanden." De voorgestelde bepaling heeft tot doel een decretale rechtsgrond, met ingang van 1 oktober 2011 (zie artikel 78 van dit ontwerp), in te voeren. Daartoe wordt een "samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" toegevoegd aan de definitie van "verzorgingsvoorziening" in artikel 27 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepelingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Artikel 29 Aan artikel 30 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt nu door onderhavig artikel een paragraaf 4 toegevoegd. Deze paragraaf 4 geeft de noodzakelijke rechtsgrond voor het verlenen of het intrekken van de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging (waarvoor de erkenningsvoorwaarden federaal worden bepaald). Thans wordt de procedure concreet geregeld in het besluit ven de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de procedure voor de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging. Artikel 29 van het ontwerp heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 (zie artikel 78 van het ontwerp), datum van inwerkingtreding van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000. Op die manierwordt tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State onder punt 24 van het advies bij het voorontwerp van besluit. Een "centrum voor dagverzorging" wordt dus niet langer toegevoegd aan de definitie van "verzorgingsvoorziening" in artikel 27 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het
Pagina 32 van 97
be^dsdomeioWe^j^Vol^ bet voorontwerp van decreet de bedoehogwas^
Artikels Vo^ensertikel4venbetdeoreetven24juh 1996 boudende regehng tot erkenning en subsidiëring ven de instehingen voor sobuidberniddehng en tot s u b s i d ^ een Vieems Centrum Sobuideniest wordt de erkenning ven de instelhngen voor sobuidbemiddehng initieel toegekend voor een periode ven drie jeer. en is deerne bernieuwbeer voor periodes ven zes jeer Met onderhevig ertikel ven dit ontwerp wordt beoogd om bij de bernieuwing ven erkenning ven de instelhngen voor sobuldbemiddehng voorteen een erkenning te verlenen voor onbepeeide duur. Deze wijziging is ingegeven venuit de wens om de pienlest bij de erkende instellingen voor sobuidbemiddehng en de beheerskosten bij de Vieemse edministretie te verminderen Het bebouden ven de prooedure tot verienging ven de erkenning om de6jeer beett weinig tot geen inhoudelijke meenweerde De oontroie op bet neieven ven de erkenmngsvoorweerden gebeurt nu ei grotendeels vie endere instrumenten (jeerverslegen.registratie, r o t k a n op een veel eenvoudigere manier georganiseerd worden
Artikei^ Artikei 10bis van bet deoreet van 24 juli 1996 boudende regehng tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor soriuldbemiddehng en tot subsidiëring ven een Vlaams CentrumSobuldenlastbepaalttbanshetvolgende: "De^a^8e^e^e^^^e^^eer^e^e^^e^^e^voo^8o^^^ ^ ^ é r ^ Z ^ e ^
iBe^e^^^e^oe^e^^e^^evere^^^ve^^e^^^^^ Met onderhavig artikel van dit ontwerp wordt beoogd om ook in de mogelijkheid te voorzien tot subsidiëring van samenwerkingsverbanden van erkende instelhngen voor sobuldbemiddeling. binnen de beschikbare begrotingskredieten. De formulering van riuidig artikel 10bis laat dit niet toe. Opbasis van de resulteten van bet wetenschappelijk onderzoek naar de werking en de organisatie van erkende instellingen voor scbuldbemiddehng en met het oog op een mogelijke subsidiering en stimulering van de kwahteit. is bet de bedoeling om regionaie semenwerkingsverhanden van erkende instellingen voor schuldbemiddeling te subsidiëren wanneer ze. met bijzondere aandacbt voor de meest kwetsbaren. samen een voldoende toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar aanbod van geïntegreerde budgets en schuldhulpverlening aanbieden; oliënten via kwalitatieve hulpverlening en passende motiveringstecrinieken (leren) in staat stellen om zelt verantwoordelijk te zijn ot verantwoordelijkheid te dragen voor hun duurzaam hudgetmanagement en Pagina 33 vao 97
preven^ïm^ievenoemene^ schu^e^ast te voorkomeo Oe Vleemse Regering wordt gemeobtigd om de oooorete voorleerden voor de subsidiëring ven de semenwerkmgsverbenden vest te ieggen. Oe buidige regelgeving ieet niet toe om semenwerkingsverbenden te tinenoieren. onkei individuele erkende instellingen. 0 ^ ^ geenbeelbeersoenerio. Artikels O p l e p r i l 2006 werd de metene integratie op de erbeidsmerkt ven personen met een bendioep'. weervoer tot op det ogenblik bet toenmelige Vleems Fonds voor de Sooiele Integratie ven Personen met een Hendioep bevoegd wes. in bet keder ven de bestuurlijke bervormingsoperatie van de Vlaamse administratie overgebeveld van bet beleidsdomein Welzijn naar bet beleidsdomein Werk en Sooiaie Eoonomie. Oedeelmateries integratie op de arbeidsmarkt van personen met een bandioap werden binnen bet beleidsdomein Werk en Sooiaie Eoonomie bestuurlijk en administratiet toegewezen aan. I^de Vlaamse dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VOAB) voor wat betrett: a) bet instrumentarium van soreening en toeleiding van personen met een bandioap naar de arbeidsmarkt. Oit boudt in de erkenning en subsidiëring van diensten voor arbeidstrajeotbegeleiding. oentra voor gespeoialiseerdevoorliobting bij beroepskeuze en oentra voor beroepsopleiding, met inbegrip ven de investenngssubsidies en werkingssubsidies; b) bet instrumentarium voor wat betrett de ondersteunende maatregelen betrettende de reguliere arbeidsmarkt. Het gaat bierbij om de verplaatsings en verblijfskosten van oursisten met een bandioap. aanvullend loon voor oursisten met een bandioap. OAO 26. Vlaamse msobakelingpremie. aanpassing arbeidspost en aansobatarbeidsgereedsobap. en verplaatsingskosten woonwerkverkeer. 2^ bet Vlaams Subsidieagentsobap voor Werk en Sooiaie eoonomie (VSAWSE) voor wat betrett de deelmateriebesobutte werkplaatsen. Oit boudt in de erkenning en subsidiëring van bescbutte werkplaatsen met inbegrip van investeringssubsidies en de loonsubsidies voor gebandioapte werknemers en kaderpersoneel. Hiermede gepaard gaande worden een aantal toeziobtstaken en ondersteunende stattunoties mee overgedragen aan bet departement Werk en Sooiaie Eoonomie. Voorliggend voorstel regelt de reobtsopvolging met betrekking tot de toewijzing van de goederen en reobten en pliobten dienaangaande, in uitvoering ven de bepalingen van artikel 36 van bet kaderdeoreet bestuurlijk beleid. Met betrekking tot de VOAB: dit artikel regelt de overdraobt van goederen en reobten enpliobtenaandeVOAB Met betrekking tot bet VSAWSE: dit artikel regelt de overdraobt van goederen en recbten en verpliobtingen aan bet Vlaams Subsidieagentsobap Werk en Sooiaie Eoonomie. Onderhavig artikel van dit ontwerp beett uitwerking met ingang v a n l e p n l 2006 (zie artikel 76 van dit ontwerp), gelet op de overheveling van de materie integratie op de arbeidsmarkt van personen met een bandioap'op die datum. Artikei 36 Pagina 34 vao 97
De Raad van State heeft in zijn advies met betrekking tot het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan en een mentororgenisetie voor het voortraject van personen met een handicap gesteld dat er in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap geen rechtsgrond is om organisaties of verenigingen zoals de mentororganisatie te erkennen en te subsidiëren (advies nr. 50.027/1 A/van 6 september 2011, punt 3.1.). De mentororganisatie heeft als doel de diensten Ondersteuningsplan te coachen bij hun opdracht. Een mentororganisatie onderscheidt zich van een dienst Ondersteuningsplan door de academische kennis en expertise, vormings- en erveringsdeskundigheid met betrekking tot person-centered strategieën en vermaatschappelijking van de zorg. Dergelijke academische kennis en expertise kan men niet verwachten binnen elke dienst Ondersteuningsplan. In het bijzonder door vorming te voorzien van de begeleiders van de diensten Ondersteuningsplan, te fungeren als helpdesk voor deze diensten, binnen elke provincie regelmatig overleg te organiseren tussen de diensten Ondersteuningsplan van de provincie en de partners uit gezondheids- en welzijnszorg die mee betrokken worden bij de opvang en begeleiding van personen met een handicap zal de mentororganisatie een belangrijke ondersteunende rol hebben ten aanzien van de diensten Ondersteuningsplan. De mentororganisatie zal ook tools ontwikkelen die de zorgvrager, de persoon met een handicap, in staat zullen stellen zelf na te gaan waar zijn wensen en verwechtingen liggen en welke realistische oplossingen daarvoor voorhanden zijn. De mentororganisatie ondersteunt met rechtstreeks de persoon met een handicap. De mentororganisatie ondersteunt wel de dienst Ondersteuningsplan bij het uitvoeren van zijn taken. Op deze wijze draagt de mentororganisatie rechtstreeks bij tot het bevorderen van de kwaliteit van de ondersteuning aan personen met een handicap. Dit is een van de taken voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), opgenomen in artikel 6, 3°, van het voormelde decreet van 7 mei 2004. In artikel 6 van het decreet van 7 mei 2004 worden de taken van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap omschreven: Art. 6. De taken, genoemd in artikel 5, omvatten in elk geval: 1 het programmeren op operationeel niveau, vergunnen, erkennen, en subsidiëren van voorzieningen en het opleggen van administratieve sancties aan voorzieningen die belast zijn met de ondersteuning van personen met een handicap met inbegrip van de aanvullende financiering van infrastructuurprojecten door kapitaalssubsidies uit de aan het agentschap toebedeelde winstverdeling van de nationale Loterij; 2 hef organiseren van de rechtstreekse individugehchte personele, materiële en financiële ondersteuning aan personen met een handicap, en het financieren van deze vormen van ondersteuning; 3" het bevorderen van de kwaliteit van de ondersteuning aan personen met een 0
P
Pagina 35 van 97
handicap; 4° het stimuleren van initiatieven ter bevordenng van de maatschappelijke integratie van personen met een handicap; 5° het informeren en sensibiliseren met betrekking tot alles wat verband houdt met handicaps en de maatschappelijke integratie van personen met een handicap; 6° de operationalisering van de criteria voor de afbakening van de doelgroep van personen met een handicap; 7° de organisatie en de afhandeling van de aanvragen tot ondersteuning. In artikel 8 van het decreet van 7 mei 2004 heeft de decreetgever aan de Vlaamse Regering welomschreven bevoegdheden gedelegeerd: Art. 8. De Vlaamse regering kan binnen het kader van de aan het agentschap toegewezen middelen en binnen het kader van de taken van het agentschap, vermeld in artikelen 5, 6 en 7, nadere regels vaststellen betreffende de criteria, de voorwaarden, de gevallen, de bedragen, de organisatie, de erkenningsnormen en de subsidievoorwaarden inzake: 1 ° de aanvraag tot ondersteuning, de indicatiestelling en de toewijzing; 2° het vergunnen, erkennen en subsidiëren van voorzieningen, en het opleggen van administratieve sancties aan voorzieningen; 3° het ten iaste nemen van de kosten van ondersteuning, gedragen door de persoon met een handicap, met inbegrip van het persoonlijke assistentiebudget en van het persoonsgebonden budget; 4° het subsidiëren van projecten waarvoor geen programmatie of structurele subsidiëring is uitgetrokken; 5° hef organiseren van verhaalmogelijkheden tegen de toewijzing door het agentschap. In artikel 1 van het decreet zijn 'ondersteuning' en 'voorziening' gedefinieerd als: 3° ondersteuning: elke materiële of immateriële hulp en elke vorm van hulp- en dienstverlening die in het kader van dit decreet met het oog op hun maatschappelijke integratie aan personen met een handicap wordt verstrekt; 4° voorziening: elke organisatievorm die de ondersteuning organiseert en/of verleent; Vermits een mentororganisatie geen ondersteuning biedt rechtstreeks aan personen met een handicap, maar aan een dienst die de ondersteuning biedt, kan een mentororganisatie niet erkend worden als voorziening. Binnen artikel 8 van het decreet is ook geen delegatie voorzien om nadere regels vast te stellen betreffende de criteria, de voorwaarden, de gevallen, de bedragen, de organisatie, de erkenningsnormen en de subsidievoorwearden voor een organisatie die, door het VAPH erkende, voorzieningen ondersteunen en zo mee de kwaliteit van de geleverde ondersteuning aan personen met een handicap bevorderen. Om deze redenen is de Raad van State van mening dat er geen rechtsgrond is om een mentororganisatie of gelijkaardige organisaties te erkennen en te subsidiëren. Het bevorderen ven de kwaliteit van de ondersteuning aan personen met een handicap is een van de taken van het VAPH (artikel 6, 3° van het decreet van 7 mei Pagina 36 van 97
2004) Met bet b e s e v e n de Vlaamse R e g e r ^ algemene erkenmngsvee^aardeo en k ^ bebandeling en begeleiding van persenen met een bandioap werdt me van de geleverde ondersteuning bevorderd. Dit besiuit beett eek als reobtsgrend bet deereetvan 17oktober 2003 betrettende de kwaliteit ven de gezondbeids-en welzijnsvoorzieningen Om. beboudens kwaliteitszorg, de kwaliteit van de geleverde ondersteuning te bewaken en te bevorderen is naast de praktisobe kennis en ervaring ook academisobe expertise en kennis ter zake van groot belang Het is eobter niet noodzakelijkdat detaoto aiie expertise en kennis in elke voorziening zeit aanwezig is Het volstaat en is zeitsettioiënter om te voorzien in één organisatie waarbinnen die-in bet bijzonder de aoademisobe-kennis en expertise aanwezig is Deze organisatie zai dan de voorzieningen die de ondersteuning aan de persoon met een bandioap realiseren, ondersteunen, zodat de aoademisobe expertise en kennis bedragen aan de kwaliteit van de geleverde ondersteuning Zoals boger uiteengezet ontbreekt bet evenwel binnen bet deoreet v a n ^ m e i 2004 aan een reobtsgrond om organisaties, die de erkende voorzieningen ondersteunen en zo de kwaliteit van de geleverde ondersteuning verbeteren, te erkennen en te subsidiëren. Met bet onderbavige artikel wordt deze reobtsgrondgeoreëerd. Een wijzigingsartikel B wordt opgenomen waarbij een bepaling wordt toegevoegd aan artikel^van bet deoreet v a n ^ m e i 2004 zodat de Vlaamse Regering de bevoegdbeid beett ondersteunende organisaties voor voorzieningen die de kwaliteit van de ondersteuning bevorderen te erkennen en te subsidiëren. Deze reobtsgrond beett uitwerking met ingang van1oktober20H (zie artikel 78 ven dit ontwerp), datum van inwerkingtreding van betbesluitvandeVlaamse Regering van 30september20H betrettende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor bet voortrajeot ven personen met een bandioap
Artikel 34 Ditartikelbeettbetrekkingopbettweede lid van artikel 14 van bet deoreet ven7mei 2004 tot opriobting van bet intern verzeltstendigdagentsobap met reobtspersoonlijkbeid Vlaams Agentsobap voor Personen met een Handioap (bierna Opriobtingsdeoreet). Artikel 14 van bet Opriobtingsdeoreettormuleert onder andere de volgende prinoipes: -
-
Een persoon met een bandioap die elders dan bij bet Vlaams Agentsobap voor Personen met een Handioap (VAPH) gereobtigd is op een tinanoiële tegemoetkoming voor dezeitde sobade en op grond van dezeitde bandioap, moet eerst aldaar aankloppen en zijn reobten uitputten. De tussenkomsten van betVAPH bebben met andere woorden een residuair karakter; HetVAPH mag geen tussenkomst verlenen aan de persoon meteen bandioap wanneer diezeltde persoon al voor dezeitde sobade en op grond van dezeitde bendioap al een tinanoiële tegemoetkoming beett ontvangen van een andere partij. Dit is bet zogenaamde oumulverbod Kraobtens de versobilregel moet betVAPHwelbetversobilbijpassentussendetegemoetkomingvaneen Pagina 37 van 97
aodere partij en de voorziene t u s s e n ondersteuning; HetVAPH ken in afwaobting van eentegemoetkoming van een andere partij, een tussenkomst vertenen aan de persoon met een bandioap en deze tussenkomst dan nadien verbaien op de derde vergoedingsdebiteur Oit is wat we verstaan onder'subrogaties Artikei 14. tweede iid. van bet Opriobtingsdeoreet betrett de versobiiregei;"A^^eze ^ohe^e/oos^e^^^^e^^e^e^^a^^efe^e^oe^o^ ^e^^esthete^e^ohe^hetver^o^^ Oeversobiiregei is redeüjk eenvoudig toe te passen wanneer de persoon met een bandioap een éénmaiige sobadevergoeding beett ontvangen voor een bepaald buipmiddel.HetVAPH trekt bet bedrag van deze sobadevergoeding at van de tussenkomst dat betVAPH voorziet voor betzeitdebuipmiddei.Indien er een restbedrag is.dan betaaitbetVAPH dit bedrag aan de persoon met een bandioap Wanneer de persoon met een bandioap eobter een kapitaal ontvangt van de derde vergoedingsdebiteur om een bepaaide ondersteuning levenslang te kunnen betaien. dan boudt de versobilregel in dat de persoon eerst zijn verkregen kapitaal moet aanwenden om die ondersteuning te betalen Een kapitaal volstaat eobter niet steeds om een bepaalde ondersteuningsnood levenslang te betalen. In sobadegevallen waarbij de persoon met een bandioap zeit voor een gedeelte aansprakelijk werd gesteld, zal deze persoon sieobts een kapitaal ontvangen ter boogte ven bet peroentage aansprakelijkbeid van de tegenpartij Maar ook bij volledige aansprakelijkbeid van de tegenpartij is bet mogelijk det de partijen (de kost van) de zorgnood te laag bebben ingesobat Ook is bet mogelijk dat de toestand van de persoon met een bandioap zodanig versleobtert dat ook de kost van de zorg stijgt In een dadingsovereenkomst staat immers vaak een olausule waarbij beide partijen overeenkomen dat de voorziene sobadevergoeding als detinitiet geldt, onatgezien van bet teit ofde toestand van bet sleobtotter nadien versleobtert ot verbetert. Oe versobilregel zorgt ervoor dat in alle boger vermelde gevallen de persoon met een bandioap toob nog beroep kan doen op betgesubsidieerd zorgaanbod van betVAPH wanneer zijn sobadevergoeding voortijdig is uitgeput. Hetteitdatdepersoon meteen bandioapzijnsobadevergoedingeerstvolledig moet uitputten is in overeenstemming met artikel 14. eerste lid. van bet Opriobtingsdeoreet. waarin is bepeald datde persoon meteen bandioapgeentegemoetkomingkrijgtvan bet VAPH wanneer bij kraobtens een ander wettelijk stelsel el een sobadeloosstelling beett ontvangen voor dezeitde sobade en op grond ven dezeitde bandioap Hieruit vloeit voort det zolang de sobadevergoeding voor een bepaalde ondersteuning niet is uitgeput.betVAPH geen tussenkomst mag verlenen in de kosten van deze ondersteuning. Ook is dit in overeenstemming met bet residuair karakter van de tussenkomstenvan betVAPH.wat tot gevolg beett dat de(sobaarse) gemeensobapsmiddelen kunnen ingezet worden ter bekostiging van de ondersteuning van een persoon met een bandioap op bet moment dat de privémiddelen uitgeput zijn
Pagina 38 vao 97
Voorw^be^bo^m^ handicap prinoipe e e n v o ^ Hie^oor dient riij enkei zijn factoren of andere aankoophe^ Voor wat betreft zorg üggen de zaken minder eenvoudig Zoiang riet gaat over betaaide protessioneieriuip. kan de persoon met een riandicap ook facturen bijbrengen die de werkeiijke kost van deze ondersteuning aantonen Ecbter, bet Hof van Cassatie steide in baar arrest van 30 november 1977 dat "bet genoodzeakt te zijn beroep te doen op de buip van een derde persoon, op zicbzeif een materiëie scbade opievert^Voigens bet Hof maakt bet niet uit of de buip in kwestie wordt geieverd dooreen betaiendedienstofdoorgezinsieden,betfeitdaternoodiseen buip van derden, vormt op zicbzeif een materiëiesoriade. Het argument dat riet Hof van Cassatie voor riet arrest ven 13september1972 gebruikteom ook kosteloze manteizorgte vergoeden,is betfeitdatde manteiverzorger een wetteiijk vermoed ioonveriiesiijdt voor de tijd dat bij aan de verzorging van de buipbeboevende besteedt. Hij kan gedurende die tijd immers geen bezoldigde arbeidstaak op zicb nemen in bet arrest van 30 november1977 gebruikte bet Hof ecbter een anderen argumentatie om te besluiten dat kosteloos verstrekte mantelzorg ook moet vergoed worden door de derde aansprakelijke Meer bepeeld oordeelde bet Hof dat inspanningen.ter beperking otter berstel van de scbade, gedaan door de benadeelde of door derden, met ten goede mogen komen aan de schuldige scbadevenwekker. DitCassatiearrestkomteropneerdatkostenvanmantelzorgtengevolgeeen ongeval als een vergoedbare sobade moeten worden bescbouwd Dit Cassatiearrest ken niet genegeerd worden en bet is dan ook niet billijk om op geen enkele manier rekening te bouden met kosten van mantelzorg. Het probleem is natuurlijk dat bet voor de persoon met een bandicap niet eenvoudig is om dergelijke kosten aan te tonen ^r wordt vastgesteld dat bet struikelblok voor vele betrokken personen om mee te stappen in de redenering van riet cumulverbod, net is dat er geen rekening wordt geboudenmetnietbewijsbarekosten Alhoewel bet in rekening brengen van de niet bewijsbare kosten momenteel bet grootste struikelblok is voor de toepassing van bet cumulverbod, zijn er nog andere gevallen denkbaar die in aanmerking komen voor meer gedetailleerde regels.^Adboe regels'toepassen ligt, mede gelet op bet gelijkheidsbeginsel, zeer moeilijk Het is daarom noodzakelijk dat er in artikel 14 van het Cpriohtingsdecreet een rechtsgrond wordt voorzien die toelaat det de Vlaamse regering nadere regels kan bepalen inzake de vaststelling van de uitputting van de schadeloosstelling. Aan de opmerking onder punt 26 van het advies van de Raad van State hij het voorontwerp van decreet, werd tegemoetgekomen De delegatie ean de Vlaamse Regering werd nader omschreven als volgt: "De Vlaamse Regering boudt daarbij in het bijzonder rekemng met de aard en de duur van de materiële of immateriële hulpen dienstverlening aan de persoon met een bandicap en ken daarvoor de Pagina 39 van 97
voorwaarden v a s ^ e h e n B . ^ aangewenden het Opriobtingsd^ vormen van ondersteuning te vatten die geleverd worden hoiten het Opriohtingsdeoreet.
Artikei^ Oit art^ei hetreft een interpretatieve h e p a i ^ vanhetOpriohtingsdeoreet Eén van de prinoipes die getormuleerd werden in artikel 14 ven het Oprichtingsdeoreet is het prinoipe van de subrogatie.HetVAPH kan in atwaohting van een tegemoetkoming van een andere partij een tussenkomst verlenen aen een persoon met een handioap en deze tussenkomst dan nadien verhalen op de derde vergoedingsdehiteur Het is met hetrekking tot dit prinoipe dat er vastgesteld wordt dat er zioh soms interpretatieprohlemen voordoen. Oe letterlijke tekst van artikei 14, vierde lid, ven het Opriobtingsdeoreet luidt eis volgt:
^eteoer^oheofree^te^e/ooeve^ ha^oeo^oe^ee^efeoerrioe^or^^o . ^ ^ e ^ r e o ^ ^ ^ de^de^^e^e^e^oo^e^he^oe^^^ z^B(eigen onderlijning) Sommige verzekeringsmeatsobappijen grijpen de zinsnede'aan de persoon met een handioap'aan om te argumenteren dat de tussenkomsten van betVAPH daadwerkelijk in banden van de persoon zeit moet worden gegeven. Oit betekent det volgens ben tussenkomsten in bet kader van zorg niet onder bet toepassingsgebied van artikel 14, vierde hd, van hetOpriohtingsdeoreetvallen Oergelijke tussenkomsten worden volgens ben immers gegeven via subsidiëring aan de voorziening in kwestie, en niet in banden van de persoon zelt. Oereobtspraak is verdeeld over deze kwestie, zoals bieronder zal blijken. Eerst wens ik op te merken dat voormeld interpretatieprobleem ziob niet in elk subrogatiedossiervoordoet HetVAPH vraagt in eerste instantie zijn gedane tussenkomsten minnelijk terug van de derde vergoedingsdebiteur,veelal verzekeringsmaatsohappijen Oesobillen die zioh dan voordoen handelen veelal over de hoogte en de samenstelling van de bedragen die de verzekeringsmaatsobappij aan hetVAPH moet terugbetalen Het prinoipe dat ook subsidies ean voorzieningen onder toepassingsgebied van artikel 14, vierde lid, van het Opriobtingsdeoreet vallen, wordt meestal niet betwist door verzekeringsmaatsohappijen. Op het vlak van de rechtspraak zijn er gevallen bekend waarin de reobtbankot bet hot oordeelt dat subsidies ten behoeven van derden, maar ten voordele van de persoon met een bandioap onder toepassing van artikel, vierde lid, van het Opriobtingsdeoreet vallen Ik venwijs hiervoor naar een vonnis van6mei2011van de Pagina 40 van 97
Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel, een arrest van 22 januari 2009 van het Hof van Beroep van Gent en een vonnis van 6 juni 2011 van de Politierechtbank van Gent. In de laatste twee uitspraken heeft de rechter duidelijk bevestigd dat prestaties ten behoeve van de persoon met een handicap ook onder het toepassingsgebied van het cumulverbod vallen. Het Hof van Beroep van Gent is hierin het duidelijkst, 'daarbij moet worden opgemerkt dat de omstandigheid dat de toelagen door het Vlaams Fonds/Agentschap werden uitbetaald aan de instelling en niet aan (naam persoon met een handicap) zelf, er niet aan afdoet dat deze betalingen gebeurden ten behoeve van (naam persoon met een handicap) en dat het Vlaams Fonds/Agentschap voor deze tussenkomsten gesubrogeerd is in de rechten van (naam persoon met een handicap) tegen de aansprakelijke/diens verzekeraar.' Op 1 december 2011 velde de Politierechtbank van Leuven echter een vonnis in de andere zin. De rechter volgde de redenering van de verzekeringsmaatschappij en was van oordeel dat louter het gebruik van het woordje 'aan' in artikel 14 van het Oprichtingsdecreet volstaat om te oordelen dat subsidies uitgekeerd aan de voorziening niet onder het toepassingsgebied van artikel 14, vierde lid van het Oprichtingsdecreet vallen. Meer bepaald oordeelde de rechter als volgt: 'de loutere bedoeling van de wetgever, niet geconcretiseerd in een duidelijke wettekst, kan het VAPH uiteraard geen wettelijk subrogatierecht voor de door haar betaalde subsidies verlenen. De vaststelling dat de door het VAPH verleende subsidies (naam persoon met een handicap) ten goede komen, is voor de beoordeling van het subrogatierecht niet relevant nu in ieder geval niet voldaan is aan de voorwaarden waaraan krachtens artikel 14§5 van het Decreet daartoe moet voldaan nl. uitkering aan de persoon met een handicap. Bij gebreke aan expliciete wettekst die haar voor de door haar betaalde subsidies een subrogatierecht verleent, zijn de verdere bedenkingen/overwegingen van het VAPH om aan te tonen dat zij toch over een wettelijk subrogatierecht zou beschikken met relevant en dient hierop door de Rechtbank ook met verder te worden ingegaan.' Een vraag die van primordiaal belang is in deze zaak, is of zich er hier wel een interpretatieprobleem voordoet. Indien de tekst van artikel 14, vierde lid, van het Oprichtingsdecreet immers volledig duidelijk is, dan mag deze tekst volgens de heersende rechtsleer en rechtspraak niet geïnterpreteerd worden. De Politierechtbank van Leuven is van oordeel dat de tekst van artikel 14, vierde lid, van het Oprichtingsdecreet duidelijk is en dat er bijgevolg geen sprake kan zijn van een interpretatieprobleem. Ik meen echter dat het tegendeel waar is. Indien de stelling van de Politierechtbank van Leuven gevolgd wordt, dan impliceert dit dat elke tegemoetkoming van het VAPH steeds in handen van de persoon met een hendioep zelf moet worden gegeven. Pagina 41 van 97
OitoitgangsponLzekerindegeh^^ spaties Oenken we maar aao de (verten zelfep te treden a^PABbudgetheuder en b ^ e v ^ g eek dePAB veerschep zelt mag ontvangen HetVAPH kan dan eek niet anders dan deze veersohetten niet aan de perseen zeit te sterten, maar wei ean de wettelijke vertegenwoordiger ven deze persoon. Er zijn bovendien nog situaties denkhaarwaarhijhetVAPH niet'reobtstreeks'aen de persoon met een bandioap betaalt. Zo kunnen de ieveranoier van buipmiddeien en de persoon met een bandioap een volmaobt afsluiten,waarbij betVAPH de tussenkomst voor bet bulpmiddei niet aan de persoon zelf betaalt, maar wel aan de leveranoier.Oit is de zogenaamde'derdebetalersregeling' Oeze regeling is in bet voordeel van de persoon met een bendioap, want zo dient bij geen gelden voor te sobieten in atwaobting van de tussenkomst van betVAPH. Een betaling ^aan'een persoon betekent dus niet dat de persoon in kwestie de gelden steeds etteotiet in banden krijgt, maar wel dat er een betaling is gebeurd ten voordele ottenbeboeve van deze persoon. Een betaling aan een voorziening door betVAPH,en dit ten beboeve van de persoon met een bandioap, is dus maar één van de mogelijke situaties waarin een betaling niet letterlijk'in banden'wordt gegeven van de persoon met een bandioap. Het feit dat betVAPH de tussenkomsten in bet kader van zorg reobtstreeks aen de voorziening uitbetaalt, beett versobillende redenen. Ten eerste gaat bet om grote bedragen (tot grosso modo 75.000 euro per jaar voor de duurste zorgvorm nursing).HetVAPH wenst te garanderen det de persoon met een bendioap dergelijke grote bedragen niet besteedt voordat ze bij de voorziening tereobtkomenlnzakePAB is dit systeem niet werkbaar,omdat bet bier meestal om veelvuldige en oontante betalingen aan de zorgverleners gaat. Bovendien beett betVAPH ook een opdraobt tot oontroie en erkenning van voorzieningen die de persoon met een bandioap ondersteunen. Oit wordt geregeld in bet besluit van de Vlaamse Regering van^tebruari2011betrettende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, bebandeling en begeleiding van personen met een bandioap. Oe opdraobt tot oontroie implioeertdatbetVAPHmoetwaken datde gemeensobapsgelden die worden betaald voor de ondersteuning van een persoon met een bandioap, oorreot worden besteed en overeenkomen met een oorreote prijszetting en een gewaarborgdedienstverlening Oeze prijszetting, die er toe leidt dat bepaalde gemeensobeppelijke kosten onder alle gebruikers van een voorziening worden verdeeld, zorgt er dan ook voor dat de prijzen enigszins onder oontroie worden gebouden^ wat dan weer de partij die uiteindelijk de sobade moet vergoeden enkel maar ten goede komt. Oe betaling aan de voorziening wordt gegeven ten voordele ven de persoon met een bandioap die door de voorziening in kwestie wordt ondersteund Oeze persoon beett Pagina 42 vao 97
recht op door het VAPH gesubsidieerde ondersteuning omdat het VAPH heeft beslist dat deze persoon overeenkomstig de toepasselijke regelgeving in aanmerking komt voor dergelijke ondersteuning. Zonder deze positieve beslissing mag het VAPH geen subsidies verlenen aan de voorziening voor de ondersteuning van de persoon in kwestie. De betaling aan de voorziening is niet meer dan een betalingsmodaliteit, waarbij de tussenkomst wel degelijk wordt uitgekeerd aan de persoon met een handicap, zij het onrechtstreeks. Stellen dat het VAPH zijn subrogatierecht niet kan uitoefenen omdat de tussenkomsten ten behoeve van de persoon met een handicap rechtstreeks aan de voorziening worden betaald, leidt ertoe dat de schadeveroorzaker deze kosten niet moet dragen en dat deze kosten definitief ten laste ven het VAPH blijven. Het voorgaande kan enkel doen besluiten dat de betekenis van het woordje 'aan' zeker niet eenduidig is. Indien een tekst op verschillende wijzen kan geïnterpreteerd worden, dan is het aangewezen dat de werkelijke bedoeling van de decreetgever wordt achterhaald. Zo blijkt uit de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet houdende wijziging van artikel 6 van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integretie van Personen met een Handicap dat de decreetgever wenst dat onrechtstreekse tussenkomsten ten behoeve van de persoon met een handicap wel onder het toepassingsgebied van de subrogatieregeling ressorteren. Meer bepaald staat op bladzijde vier van deze memorie van toelichting het volgende: 'Opzet van dit ontwerp is om een globale regeling uit te werken die elke mogelijke bijstandsverlening door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van personen met een Handicap omvat, dus ook tussenkomsten in de collectieve zorgsectoren op het vlak van de professionele integratie.' (Vlaams Parlement, 20012002, Stuk 1041 - Nr. 1, p. 4) Artikel 6 van het decreet van 27 juni 1990 bevatte een gelijkaardige regeling als artikel 14 van het Oprichtingsdecreet. Met betrekking tot dit artikel 14 bepaalt de memorie van toelichting: "Dit artikel beoogt het agentschap niet de kosten te laten dragen die normaliter ten laste vallen van andere wetgevingen. Ook dienen dubbel gebruik en overlappingen vermeden. Desgevallend kan het agentschap wel een aanvullende rol spelen". (Vlaams Parlement, 2003-2004, Stuk 2101 - Nr. 1, p. 11) Aan deze problematiek wordt nu verholpen door middel van een interpretatieve bepaling, opgenomen in onderhavig artikel. In deze interpretatieve bepaling wordt dan duidelijk geformuleerd dat het woordje 'aan' moet worden gelezen als 'ten behoeve van'. Deze interpretatieve bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006. Het is immers eigen aan een interpretatieve bepaling dat zij gevolg heeft met ingang van de datum van inwerkingtreding van de geïnterpreteerde bepaling (gevolg gevend aan de opmerking onder punt 27 van het advies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet wordt het verlenen van retroactiviteit geschrapt uit de bepalingen inzake inwerkingtreding). De interpretatieve bepaling doet geen afbreuk aan in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen. Artikel 36
Pagina 43 van 97
Een wijziging wordt aangebracht aan artikel 7 van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen Artikel 7 betreft de erkenning van het Steunpunt Adoptie en bevat onder meer de voorwaarden om erkend te worden (paragraaf 3) en de voorwaarden om erkend te blijven of een verlenging van erkenning te verkrijgen (paragraaf 4). Paragraaf 5 bepaalt dat de Vlaamse Regering nadere bepalingen kan vastleggen met betrekking tot paragraaf 3 en paragraaf 4. Het is echter nodig dat de Vlaamse Regering ook bijkomende voorwaarden kan opleggen om erkend te worden, erkend te blijven of een verlenging van erkenning te verkrijgen. De bepalingen van paragraaf 3 en paragraaf 4 zijn niet voldoende als erkenningscriteria Deze wijziging heeft uitwerking met ingang van 3 december 2012, zijnde de datum van inwerkingtreding van artikel 7 van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen (zie ertikel 78 van het ontwerp). Volgens artikel 72, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering ven 12 oktober 2012 betreffende de voorbereiding en de nazorg bij interlendelijke adoptie treedt dit artikel 7 van het decreet van 20 januari 2012 in werking op de dag die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de bekendmeking van het besiuit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 in het Belgisch Staatsblad. Dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 november 2012. Artikel 7 van het decreet ven 20 januari 2012 trad dus in werking op 3 december 2012. Artikel 37 In artikel 15 van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen worden materiële vergissingen rechtgezet. Het gebruik van een foutief werkwoord werd rechtgezet, evenals een schrijffout aangezien het "voorbereidingscentrum" onder dit decreet niet meer zal bestaan. Artikel 38 In artikel 20 van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen worden twee wijzigingen aangebracht. Artikel 20 betreft het Vlaams Centrum voor Adoptie. In artikel 20, §3, is bepaald dat het Vlaams Centrum voor Adoptie alle klachten tegen partners, ook ouders, in de adoptieprocedure moet opnemen, behandelen en eventueel sanctioneren. Het is echter praktisch niet haalbaar om een aparte klachtendienst op te richten binnen het Vlaams Centrum voor Adoptie, vandaar dat nu wordt voorgesteld dat de klachtendienst van Kind en Gezin deze taak op zich zal nemen. Artikel 20, §6, stelt: "De Vlaamse Regering kan binnen het kader van de taak van het Vlaams Centrum voor Adoptie, vermeld in §2, nadere regels bepalen met betrekking tot de normen en de voorwaarden om initiatieven toe te staan en of te subsidiëren, met dien verstande datde toelatings- en/of erkenningsbeslissing bij het Vlaams Centrum voor Adoptie berust".
Pagina 44 van 97
Oezeparagraaf6wo^noopgehev^ io^atieven kunnen e ^ e o o e ^ ^ eprichtingsdeoreet Veen^elde twee wegingen hebben uitwerking met ingang artikei 78 ven bet ontwerp).zijnde de detum ven inwerkingtreding ven ertikei 20 deoreet van 20 januan 2012 (zie artikei^van bet besiuit van de Viaamse Regering van 13juii2012betrettendebetraadgevendoemité van bet Viaams Centrum veer Adoptie en de Viaamse adeptieambtenaar) Artikels Aan artikei 25 van bet deoreet van 20 januari 2012 boudende regeiing ven de interiandeiijkeadoptievankinderenwordteenparagraat8toegevoegd. Artikei 25 betrett bet inzagereobt van de geadopteerde en is van toepassing op de dossiergegevens die geen persoonsgegevens betrettende gezondbeid uitmaken. in deze nieuwe paragraat8wordtopgenomendatdeViaamse Regering de nadere voorwaarden bepaait voor de uitoetening van bet inzagereobt Artikei 25 dient immers nog verder uitgewerkt te worden in een besiuit van de Viaamse Regering om werkbaar te zijn. Artikel 40 Oeze bepehng moet toeiaten dat personen die nog niet over de door de Viaamse Regering bepaaide kwahtioatievereistenbesobikken voor bet verriobten van teken van zorg en bijstandsveriening ais vermeid bij ot kraobtens bet deoreet zorg-en bijstandsverteningvan18juii 2008.die taken mogen verriobten tijdens een stage die kadertin een opieiding om aan de gesteidekwaütioatievereisten te beantwoorden.in diensten voor gezinszorg en aanvuiiende thuiszorg zouden die taken ook moeten kunnen worden verriobt door personen tijdens bun stage van de opleidingen poiyvaient verzorgende van de diensten voor gezinszorg ot ven de oentra voor volwassenenonderwijs ot door de 7 ^ jaars stagiairs van bet regulier onderwijs. Oie personen moeten immers de kans knjgen om bet beroep van zorg en bijstendsverlener aan te leren zonder tijdens bun stage gesanotioneerd te worden oontormartikel^vanvoornoemddeoreetHetzeltde geldt ook voor leerlingen uit bet deeltijds beroepsseoundair onderwijs (dbso). Volgens de Raad van State kan deze bepaling geen doorgang vinden omdat ze "vestigingsvoorwaarden (regelt) als bedoeld in artikel 5,^1.VI.vijtde lid.5^.van de bijzonderewetvan8augustus 1980.en betrekking (kan) bebben op voorwaarden voor bet mogen stellen van verpleegkundige handelingen, betgeen de tederele bevoegdheid inzake de uitoetening van de geneeskunde betrett" (advies bij bet voorontwerp van deoreet. punt 3). Oe Raad herhaalt hier dus de bezweren die bij heett geuit tegen bet deoreet van 18juli 2008 betrettende de zorg-en bijstandsverlening. Oie opmerking van de Raad wekt verbazing omdat ^e tekst ven bet deoreet ven 18 juli 2008 in tunotie van bet advies van de Raad van State op meerdere plaatsen werd gewijzigd ten opziobte van de tekst van het voorontwerp van deoreet dat aan de Pagina 45 vao 97
Raad was v o o ^ e g d . Weewaar h ^ besneden meteeo b e r o e p ^ v e m ^ Mioisterraad heeft vao dat beroep afstaod gedaao oadat ter gelegenheid vao intermioisteriëieCeofereotieep 14 december 2009 deer aiie betrokkeo gezoodbeidsroioisters (vao de federale overbeid eo vao de deeigebiedeo) eeo protoooiakkoord werd oodertekeod betreffeode de reiatie tusseo zorg eo bijstaodsverieoers veo de erkeode dieosteo voor thuishulp eobeoefeoaars vao gezoodbeidszorgberoepeo die werkzaam zijo iode thuiszorg (Belgisch Staatsblad,20 jaouao 2010) Oat protocolakkoord stelt de gebruiker ceotraal lode thuiszorg door eeo structurele baod te leggeo tusseo de gebruikende erkeode dieosteo voor thuiszorgeoio eeo breder kader met de gezoodbeidswerkers oooform het kooioklijk besluit or 76 betreffeode de gezoodbeidszorgberoepeo.Oe beleogrijksteiohoudelijke eiemeoteo uit het protocolakkoord zijo de volgeode. Er is eeo eogagemeot tot wederzijdse sameowerkiog op basis vao respect eoerkeooiog vao eikaars eigeoheid.deskuodigheideo competeoties Het akkoord bevestigt dat oiet alle activiteiteo die tot het takeopekket vao eeo verpleegkundige behoren exclusief zijn voorbehouden aan beoefenaars van gezondbeidsberoepen. Activiteiten ter ondersteuning van activiteiten van het dagelijkse leven die ook door maotelzorgers kuooeo wordeo verricht, kuooeo autoooom worden uitgevoerd door zorgden bijstandsverleners. Wederzijdse uitwisseling van alle relevante informatie wordt verwacht, en gebeurt bij voorkeur scboftelijk. Een niet limitatievelijst van signalen bij gebruiker of patiënt geeft aan wanneer verwacht wordt det beide groepen van hulpverleners elkaar op de boogte brengen en^indiennodig-samenwerken Oe activiteiten die een zorg en bijstandsverlener nooit autonoom kan uitvoeren en waarvoor schriftelijke afspraken gemaakt moeten worden, worden opgesomd. In het protocolakkoord hebben de Vlaamse Oemeenscbap en de federale overheid zich ertoe verbonden bun wetgeving aan te passen. Ter uitvoenng daarvan heeft de Vlaamse decreetgever het decreet van6mei2011tot wijziging van artikel4van bet decreetvan 16juli2006betreffendedezorgenbijstandsverleoiogaaogeoomeo(zie O e d r 8 t V I R , 2 0 1 0 2 0 1 1 , 9 0 6 / 1 , b l z ^ O e d r S t V I R , 2 0 1 0 2011,nr 906/2, blz 4^ Metdezeevolutiesheeftde Raad van State helemaal geen rekeninggehouden Hoewel de federale bevoegdheid voor de uitoefening van de geneeskunde een uitzondering vormt op de gemeenschapsbevoegdheid voor het gezondheidsbeleid en die federale bevoegdheid dus in pnncipe restrictief moet worden geïnterpreteerd, blijkt de Raad ervan uit te geen dat aao de lijst van verpleegkundige activiteiten, zoals vastgelegd door de federale overheid, helemaal niet mag worden getornd. Nochtans heeft de federele overheid met betrekking tot koninklijk besluit nr 76 zelf toegegeven dat het in de praktijk vaak moeilijk is om medische zorg en niet medische zorg^zoalsdezorg-enbijstandsverlening^vanelkaarteondersoheiden. Ze heeft daarbij erkend dat sommige aotiviteiten die ze in het koninklijk besluit nr. 76 en de uitvoeringsbesluiten als verpleegkundige aotiviteiten heeft vermeld, te beschouwen zijn als activiteiten veo het dagelijkse leveo die betzij zooder meer betzij io bepaalde omstaodigbedeo ook door aodere beroepeo dao verpleegkundigen en zorgkundigen zouden kunnen worden uitgeoefend In dit verband kan men in de toelichting bij artikel 169 van de programmawet van9juli2004 (^het volgende lezen:
1
Artikel 189 van de programmawet van 9 juli 2004 heeft aan artikel 5, §1, van het koninklijk besluit nr. 78 een vierde lid toegevoegd, dat stelt: Pagina 46 van 97
"Sommige verrichtingen die ais geneeskunst worden beschouwd ofdie zijn opgenomen in de lijst met de kinesitherapieprestaties, de verpleegkunde of een paramedisch beroep, worden gewoonlijk uitgeoefend door personen die niet over de voorwaarden van kwalificatie en uitoefening beschikken die door het huidige besluit vereist worden. Er zijn talrijke voorbeelden: de opvoeder die de temperatuur meet van een kind waarvoor hij zorgt of die dat kind een medicament toedient; de verdeling van methadon in gelijke unitaire doses vooreen patiënt-toxicomaan in een centrum dat patientendrugsgebruikers opneemt; het toilet dat door een familielid aan een van zijn bejaarde en bedlegerige ouders wordt gegeven. Afhankelijk van de omstandigheden waarin zij worden gesteld, van de toestand van de persoon voor wie zij bestemd zijn, behoren dergelijke verrichtingen nu eens tot het domein van de zorgen (en moeten door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorgen verstrekt worden), dan weer tot het domein van de hulp bij activiteiten van het dagelijks leven. (...).
Het bepalen van de omstandigheden waarin sommige verrichtingen tot het domein van de hulp behoren en de voorwaarden waaronderzij in de gezondheidszorg terechtkomen, is met altijd duidelijk Dit gebrek aan duidelijkheid verontrust bepaalde beroepssectoren en met name deze van de hulp aan personen." (Gedr. St. Kamer, 2003-2004, DOC 51 1138/001-1139/001, blz. 110-111). De federale overheid geeft dus zelf toe dat sommige door haar vastgelegde verpleegkundige activiteiten te beschouwen zijn als handelingen van het dagelijkse leven die evengoed door andere personen dan verpleeg- en zorgkundigen kunnen worden gesteld. TEn ook volgens het Grondwettelijk Hof kan de federale bevoegdheid voor de uitoefening van de geneeskunde met een zo ruime invulling krijgen dat de gemeenschappen hun bevoegdheid met betrekking tot het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen niet meer op een zinvolle manier zouden kunnen uitoefenen: "Het begrip 'uitoefening van de geneeskunde' is noch in de voormelde parlementaire voorbereiding, noch in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen omschreven Uit artikel 2, §1, tweede lid, en §2, derde lid, van het voormelde koninklijk besluit nr. 78 heeft het Hof in de arresten nr. 69/92 van 12 november 1992 (8.5) en nr. 83/98 van 15 juli 1998 (B 5 11) afgeleid dat een handeling tot de uitoefening van de geneeskunde behoort 'wanneer zij tot doel heeft of wordt voorgesteld tot doel te hebben, bij een menselijk wezen onder meer, het onderzoeken van de gezondheidstoestand, het opsporen van ziekten en gebreken, het stellen van de diagnose of het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysieke of psychische, werkelijke of vermeende pathologische toestand'.
"De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad na advies van de Koninklijke Academiën voor Geneeskunde en na advies, elk wat hen betreft, van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, de Nationale Raad voor Verpleegkunde, de Nationale Raad voor de Kinesitherapie en de Nationale Raad voor de Paramedische Beroepen, de lijst van activiteiten vaststellen die tot het dagelijkse leven behoren en die niet tot de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de kinesitherapie of een paramedisch beroep behoren. Hij kan daarenboven de voorwaarden vaststellen waaraan deze activiteiten moeten beantwoorden om als dusdanig te worden beschouwd.". Pagina 47 van 97
De t e d e r e bevoegdheid iozake de beperkt tet het vest^eheo veo de beodeiio^ beeotweerdeo eo tet bet bepeleo veo de veeoweerdeo eoder meer de kwehteitevereisteo weereoder persooeo die heodehogeo mogeo steiieo et de daartoe geëigeode beroepeo mogeo uitoeteoeo. De bevoegdheid veo de tedereie wetgever kao derhaive oiet eik aspeot vao de verboodiog tusseo de patiëoteo. die teveos eis zorgbeboeveodeo kuooeo wordeo omsobreveo.eo de beoeteoaars vao de gezoodheidszorgberoepeoomvatteoeo mag boveodieo oiet dermete ruim wordeo begrepeo dat de priooipiëie bevoegdheid veo de gemeeosohappeo voor het gezoodbeidsbeieideo de bijstaod aao persooeo iohoudsioos zou wordeo. Het zou oiet voistaao om eeo haodeiiog die oiet beaotwoordt aao de oriteria vao bet hiervoor omsobreveobegrip'uitoeteoiogvaodegeoeeskuode'opteoemeoio het voormelde kooiokiijk besiuit or. 76 ot de uitvoeriogsbesiuiteo ervao, opdat zou kuooeo wordeo besioteo dat de aidus geregeideaaogeiegeoheid tot de tederaie bevoegdheid iozake de uitoeteoiog vao de geoeeskuode zou behoreo. (GH, arrest or.166/2009 vao 26 oktober 2669, overw 8.6). Het deoreet vao 16juii 2666 beett dao ook geeoszios de bedoeiiogeotiviteiteo te regeieodievaiieoooderdetederaaigeregeideuitoeteoiogvaodeverpieegkuode. Het wii geeo betrekkiog bebbeo op het gezoodbeidsbeleid. Het wii eokeie teo aaozieo vao de aotiviteiteo die behoreo tot de uitoeteoiög vao de gezoodbeidszorgberoepeo, de takeoathjoeo waarvao tot oog toe is eaovaard dat ze mogeo wordeo uitgeoeteod door persooeo biooeo aaogeiegeohedeo die ooder de bijstaod aao persooeo vaiieo. Volgeos de Raad vao State kuooeo de gemeeosohappeo wei kwaiitioatievereisteo bepaieo eis erkeooiogs-otsubsidievoorwaardeo waaraao bet persooeei vao door heo erkeode ot gesubsidieerde voorzieoiogeo moet voidoeo Degemeeosoheppeo zoudeo eohter geeo kwaiitioatievoorwaardeo kuooeo bepaieo teo aaozieo vao zorgeo bijstaodsverieoersdieoietverboodeozijoaaodergeiijkevoorzieoiogeozooderde tederaie bevoegdheid voor de vestigiogsvoorwaardeo te betredeo. Noobtaos bebbeo de gemeeosohappeo voigeos het Groodwetteüjk Hot iopriooipe de voiiedige bevoegdheid iozake de bijsteod aao persooeo, miosteos voor de aaogeiegeohedeo die expüoiet vermeid zijoio artikei 6 , ^ , i i , v a o de bijzoodere wet vao6eugustus1960(oa GH,arrest o r 4 6 vao 16oktober1967,overw28Bi;GH, arrestor 66vao66juoi1966,overw.2.8).Hetisdaoookeoigsziosoobegrijpeiijk det, oiettegeostaaode die ruime gemeeosobapsbevoegdheid, de gemeeosohappeo oiet bevoegd zoudeo zijo om kwaiitioatievereisteoeovooowaardeo te bepaieo teo aaozieo vao persooeo die vooroameiijkotzeitsuitsiuiteod werkzaam zijoio persooosgeboodeoaaogeiegeohedeo iozake de bijstaod aao persooeo. Dit is des te meer zo oude tederaie bevoegdheid voor de vestigiogsvoorwaardeo iogesobreveo staat ais eeo bevoegdheidsvoorbehoud op de gewesteiijke bevoegdheid met betrekkiog tot de eoooomie (artikei 6, ^ , V i , v i j t d e iid, 6^, vao de bijzoodere wet vao 6augustus1966totbervormiogderiosteiiiogeo) Laat het oog aaooemeiijk zijo dat de tederaie overheid de vestigiogsvoorwaardeo zou kuooeo regeieo teo aaozieo vao beroepeo ottuooties die zowei ioeoooomisohe ais io aodere seotoreo voorkomeo ot miosteos io de eoooomisobe steer üggeo, dao iijkt dit tooh moeiiijkaaovaardbaarwaooeer het gaat om beroepeo ottuooties die uitsiuiteodotoageooeguitsiuiteod voorkomeo ioaaogeiegeohedeo die ooder de
Pagina^vao97
bevoegdheid van de gemeenschappen vallen, zoals de persoonsgebonden aangelegenheden inzake de bijstand aan personen. Deze zienswijze vindt trouwens ook steun in de rechtsleer. "Het is weliswaar zo dat het bevoegdheidsvoorbehoud ten voordele van de federale wetgever inzake de vestigingsvoorwaarden, zoals blijkt uit de rechtspraak van het Arbitragehof, zowel geldt ten aanzien van de gemeenschapsbevoegdheden als van de gewestbevoegdheden. De vraag rijst evenwel ofdie rechtspraak, die zonder twijfel verantwoord is wanneer het gaat om beroepen die weliswaar kunnen worden gekoppeld aan culturele of persoonsgebonden aangelegenheden, maar die toch in de economische sfeer liggen of er raakvlakken mee vertonen, zonder meer kan worden doorgetrokken naar beroepen die zowel naar inhoud als wat betreft het kader waarin zij worden uitgeoefend, volkomen buiten de economische sfeer liggen, zoals in casu het beroep van opvoeder dat in zijn geheel kan worden gekoppeld aan de sector van de bijstand aan personen. De vraag rijst of het in dit laatste geval nog wel gaat om vestigingsvoorwaarden in de zin van artikel 6, §1, VI, laatste lid, 6°, BWHI. Het begrip 'vestigingsvoorwaarden'dat aldaar wordt gebezigd, verwijst immers naareen economisch concept."(SMETS J , Jeugdbescherming, in: De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 70-71, nr 27). En verder: "Het argument dat de regels die de uitoefening van het beroep reglementeren afscheidbaar zijn van de 'bijstand aan personen' in de zin van artikel 5, §1, II, van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 (R.v.SL, afdeling wetgeving, 13 juni 1991, Gedr. St, Senaat, 1992-93, nr. 695/1, (8), 9), is voor betwisting vatbaar gelet op de ruime interpretatie die krachtens de rechtspraak van het Arbitragehof aan de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden dient te worden gegeven (..)." (SMETS J. Jeugdbeschermingsrecht, A.P.R., Deurne, 1996, blz. 71, nr. 136). Gelet op wat voorafgaat, kan de regeling van het decreet van 18 juli 2008 wel ingepast worden in de gemeenschapsbevoegdheid voor de persoonsgebonden aangelegenheden. Hetzelfde geldt voor de thans voorgestelde bepaling die de toelating tot het stellen ven activiteiten van zorg- en bijstandsverlening uitbreidt tot stagiairs. Artikel 41 Naar aanleiding van de evaluatie van de inspectie bij buitenlandse firma's die thuiszorg in Vlaanderen verlenen, kwam tot uiting dat het noodzakelijk is dat Zorginspectie ook inspecties ken doen bij de gebruikers van zorg- en bijstandsverlening zelf, in hun woning Vandaar dat deze mogelijkheid nu wordt ingeschreven in artikel 8 van het decreet betreffende de zorg- en bijstendsverlening. De nodige waarborgen voor deze inspectie bij de gebruikers thuis werden ingeschreven, dit in het kader van het recht op onschendbaarheid van de woning. Deze inspectie kan maar plaatsvinden na schriftelijke toestemming van de gebruiker en nadat de gebruiker werd geïnformeerd over het doel en de draagwijdte van het bezoek. Deze aanpassing aan de regelgeving moet het toezicht, het opsporen én het beboeten van eventuele onregelmatigheden vergemakkelijken. Artikel 42
Pagina 49 van 97
Artikel 36 van het Woonzorgdeoreet bepaal Art 36. Als een erkend weenzergoentrom en een erkende greep van assistentiewoningen inelkears onmiddellijke nabijheid gevestigd een geheei vormen, en ais de uitbating van belde voorzieningen door dezeitde reobtspersoon gebeurt ot als een erkend woonzorgoentrum en een erkende groep van assistentiewoningen In eikaars onmiddellijke nabijheid gevestigd zijn en een samenwerkingsovereenkomst bebben gesloten, dan kan: l^bet woonzorgoentrum,zonder zijn erkende oapaoiteit van woongelegenheid te overschrijden, één ot meer assistentiewoningen tijdelijk laten erkennen als woongelegenheid in een woonzorgoentrum; OeVlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de prooedure voor de erkenning, vermeld in het eerste lid, Hier stellen zioh twee problemen OeRIZIV-tinanoiering is voor een oentrum voor kortverbhjt wel en voor een woonzorgoentrum niet afgestemd op orisiszorg Oe groepen ven assistentiewoningen zouden de invulling van de programmatie van oentrum voor kortverblijt kunnen ondersteunen Teohnisoh-administratiet zijn weinigen erbij gebaat om, telkens als de situatie zioh hij een bewoner in een woonzorgoentrum voordoet, ad hoo erkenningshesluiten te schrijven. Er zou een toelating moeten kunnen worden gegeven ean oentra voor kortverblijt om hun erkende capaciteit in te zetten in groepen van assistentiewoningen. Oit vergt veel regelgevend werk, nl. een voorziening die twee keer erkend is, één keer els groep ven assistentiewoningen en één keer els oentrum voor kortverblijt, met wellicht de groep van assistentiewoningen en het woonzorgcentrum, voor wat de erkenning als centrum voor kortverblijt betrett, onder één erkenningsnummer,beperkt tot groepen van assistentiewoningen die op dezeitde campus gelegen zijni Mogelijks kan op langere termijn bet zwevend bed woonzorgcentrum worden gerealiseerd. Op korte termijn wordt geopteerd om bet zwevend bed oentrum voor kortverblijt in te voeren Vandaar dat artikel 36 wordt aangevuld met een tweede paragraat die analoog aan paragraatlwordtgetormuleerd Artikels Volgens artikel 46 van bet Woonzorgdecreet van 13maart 2669 kan een erkende ouderenvoorziening uitzonderlijk en onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt,ouderenzorg aanbieden aan gebruikers die jonger zijn dan 66 jeer.Het is de bedoeling dat sommige erkende ouderenvoorzieningen niet alleen uitzonderlijk zorg verlenen aan zulke personen. Zo is het onder meer de bedoeling dat in erkende groepen van assistentiewoningen een bepaald percentage van de assistentiewoningen mogen worden bewoond door personen, jonger dan 65 jaar Niet alleen kunnen zulke personen dezeitde beboette aan hulp-en dienstverlening hebben als de ouderen die in een assistentiewoning verblijven. Ook bestaat de mogelijkheid dat die jongere personen de ouderen die binnen dezeitde groep van assistentiewoningen verblijven, helpen bij sommige handelingen otvoor ben klusjes verricbten
Artikei44 Pagina 50 vao 97
Artikel 50 van het Woonzorgdeo^ een imtietiefnemer ven een t h u i s z e g mentelzergersmeg hehhen epdet die veerzieningef vereniging zeu k u n n e n d erkend Veigenspunt^vendetertikeiken het geen em een vereniging die is opgericht centermertikei11^heetdstuk^iihisotheetdstuk^iiterve wet ven6juii1975hetrettende de epenhere centre veer meetsoheppeiijkweizijn Die hepeiingen ven de O C M ^ w e t v e n 8 j u i i 1 9 7 5 zijn sindsljoii 2009 veer de Vieemse Gemeenschep vervangen deer het decreet ven 19decemher 2008 hetrettende de organisatie van de openhare centra veer maatschappeiijk weizijn. Oaarom wordt in p u n t ^ d e verwijzing naer de OGMW-wetven8juii 1975 vervangen door een venwijzing naar het Viaamse OGMWdecreet van 19decemher 2008. Oaarnaast wordt,door de toevoeging van een nieuw puntlos aan artikel 50.de Vlaamse Regering gemachtigd om de limitatieve lijst van initiatietnemers-het gaat om initiatietnemers die geen winst nastreven-aan te vullen met andere rechtspersonen die geen winst nastreven. Oaarhij kan onder meer worden gedacht aan een autonoom gemeentehedrijt.
Artikei 45 Oe diensten voor thuisverpleging en de groepen van assistentiewoningen worden niet gesubsidieerd door de Vleamse Gemeenschep Evenmin hestaat er een tederaal moratorium voor die voorzieningen (in tegenstelling tot de woonzorgcentra, de centre voor kortverblijt. Bovendien is er momenteel een tekort ean assistentiewoningen Het heett dus geen zin om thans te voorzien in een verplichte programmatie voor beide voornoemde voorzieningen. Vandaar de wijziging in het eerste lid ven paragraatlvan artikel 58 van het Woonzorgdecreet.Wel wordt aan de Vleamse Regering de mogelijkheid gelaten om voor de groepen van assistentiewoningen een programmatie vast te leggen van zodra dit nodig mocht zijn (toevoeging ven een nieuw derde lid ean artikel 58.^1) Zij zou bijvoorbeeld een programmahe kunnen invoeren bijeen overaanbod aanassistentiewoningenotalszijeangroepen van assistentiewoningen een subsidie zou verlenen met toepassing van artikel 52 van het Woonzorgdecreetvan13maart2009 ZoalsgesuggereerddoordeRaadvan State onder punt 30 van zijn advies bij het voorontwerp van decreet wordt verduidelijkt dat ook die programmatie zal moeten voldoen aan de critene van artikel 5 8 . ^ 1 . eerste lid Voigens artikel 54 van het Woonzorgdecreet kunnen verschillende vestigingen van eenzeltde soort ouderenvoorziening, die door eenzeltdeinitiatietnemer worden uitgebaatenbinneneenredelijkeetstandvanelkaarliggen.alséén ouderenvoorziening erkend worden onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt Watdecentravoorkortverblijtbetrett. wordtde uitvoenng van die bepaling in aanzienlijke mate onmogelijk gemaakt door de bepaling van artikel 58. ^8. ven betzeltde decreet Oe som van het aantal woongelegenbeden kortverblijt van verschillende vestigingsplaatsen kan immers meer bedragen den het maximale aantal van tien dat vastgelegd is in artikel 58. ^3. Vandaar dat wordt voorgesteld om de maximaal toegelaten capaciteit voor de centra voor kortverblijt te schrappen. Trouwens, ook voor de dagverzorgingscentra en de woonzorgcentra vermeldt het Woonzorgdecreet geen maximumcapaciteit Pagina 51 vao 97
Hetmimmomaao^p^seo^ dagverzorgiogsceo^a w o r d t o p programmee per gemeeote of voor meerdere aaogreozeodegeme^ eldus de mogehjkheid om op eeo eoder oiveeu te progremmereo. Boveodieo is er io de buidige progremmetie voor de oeotre voor kortverbiijf eo voor de degverzorgiogsoeotreei rekeoiog geboudeometdetmioimeieeeoteipieetseo per gemeeote Boveodieo werd deprogremmatie veo degverzorgiogsoeotre bij besiuit vao de Viaamse Regeriog vao 14 september ^Ongewijzigd vao eeo programmatie io piaatseo oaar eeo programmatie looeotra eo dus wordeo uitsprekeo over mioimum aaotai piaatseo irreievaot. Oeformuieriog dat io eik wooozorgoeotrum of oeotrum voor bersteiverbiijf miosteos eeo wooogeiegeobeid kortverbiijf kao wordeo uitgebaat, beeft io bet veriedeo ai probiemeo gegeveo. Voorzieoiogeo daobteo teo ooreobte dat ze, ios vao de progremmetie, reobtbaddeoopeeowooogeiegeobeid kortverbiijf Vaodaardatdeze tormuieriogou wordt gesobrapt Raragreaf3eoparagraat4vao artikei 58 wordeo dao ook opgebeveo Artikei^ Artikei 59, eerste iid, vao bet Wooozorgdeoreet geeft de Viaamse Regeriog de bevoegdheid om de prooedure voor bet verieoeo vao de vooratgeaodeverguooiog te regeieo. Tot oog toe bestaat er ééo regeiiog die geidt voor de versobiiieode types voorzieoiogeo eo die vervat iigt io bet besiuit vao de Viaamse Regeriog vao5juoi 2009 tot vaststeiiiog vao de regeis voor bet verieoeo vao de voorafgaaode verguooiog voor sommige wooozorgvoorzieoiogeo. Oe buidige prooedure iaat toe dat, ais programmaruimte vrijkomt, aiie geïoteresseerdeioitiatiefoemers op eeo bepaaid momeot eeo aaovraag tot voorafgaaodeverguooiog kuooeo iodieoeo Oeze werkwijze beeft voor de admioistratie tijdehjk eeo zeer boge werkiast tot gevoig.Om die werkiast iode tijd te spreideo, is bet de bedoeiiog om gebruik te makeo vao eeo oproep tot de ioitiatiefoemers Oie oproep geeft dao aao boeveei piaatseo of wooogeiegeobedeoio eeobepaaidtypeveovoorzieoiogioeeobepaaideregio(bveeoproviooie)verguod kuooeo wordeo eooodigtioitietiefoemers uit om eeo aaovraag voor eeo voorafgaaodeverguooiog voor eeo ioitiatiet biooeo die regio io te dieoeo.Oe oproep kaovoordeversobiiieoderegio'sopversobiiieodetijdstippeowordeogeiaooeerd Aidus beeft de admioistratie de afbaodeiiog vao de versobiiieode verguooiogsaaovrageo beter iode baod.Ook iaat bet oproepsysteem toe prioriteit te verieoeo aao regio's met eeo grotere beboette aao voorzieoiogeo. Oe Viaamse Regeriog zei kuooeo bepaieo voor weike types vao voorzieoiogeo, vermeid io artikei 59,de voorafgaaodeverguooiog via eeo oproepsysteem wordt verieeod Voor de aodere types voorzieoiogeo die io dat artikei wordeo vermeid, zai verder eeo prooedure zooder oproep wordeo gebaoteerd voor bet verieoeo vao de voorafgaaodeverguooiog. Artikei 59, tweede iid, vao bet Wooozorgdeoreet geeft twee voorwaardeo op voor bet verieoeo vao de voorafgaaodeverguooiog voor eeo voorzieoiog: teo eerste moet de voorzieoiog passeo iode programmetiediede Viaamse Regeriogvoordattype Pagina 52 van 97
voorziemog heeft vastgelegd met ^ teo tweede meet de v e e r z i e m n g p e s s e o ^ visieweerveo de Vleemse Regeriog deelemeoteobepeeft AeodeVleemseRegeoogwerdtdemoge^rieidgeriedeoemeeov^eo^ veerweerdeoteriepeleo Ze zeu^bijveerrieeld ook rekeoiog kuooeo rieudeo met de termijo veer de etteotievereelisetie veo de voorzieoiog weervoer de veoretgeeode verguooirig wordt eeogevreegd De praktijk leert immers det oiet zeideo de reeiisetie vao eeo voorzieoiog waarvoor eeo verguooiog is verleeod oogewooolaog op ziori laat waoriteo, waardoor opvaogplaatseoio die voorzieoiogeo jareoleog oiet hesoriikbaar zijo voor de gebruikers, terwijl er oooritaoswaorithjsteo bestaao. Met de iovoegiog vao eeo oieuw hdio artikei 59 wordt op bet priooipe vao eeo verpliobtevooratgaaodeverguooiogvooroudereovoorzieoiogeodieerkeod moeteo wordeo ot die meo wil lateo erkeooeo. eeo uitzooderiogiogebouwd voor de groepeo vaoassisteotiewooiogeologevolgedewijzigiogvao artikel 5 8 . ^ . v a o bet Wooozorgdeoreet is er immers geeo verpliobte programmatie voor groepeo vao assisteotiewooiogeo die meo wil iateo erkeooeo. Wel kao de Vlaamse Regeoog daarvooreeoprogrammatievastleggeoZolaogde Vlaamse Regeriog eoriterdie programmatie oiet rieeft bepaald, zijo groepeo vao assisteotiewooiogeo die meo wil lateoerkeooeo.oiet ooderworpeo aaovooratgaaodeverguooiog
Artikei^ Oezeaaopassiogvaoartikel53vaobetWooozorgdeoreetisooodzakelijkomdataao artikei 50 vao dat deoreet eeo puotlO^wordt toegevoegd.dat de Vlaamse Regeriog maobtigt om de lijst vao ioitiatietoemers.vermeld io de puoteol^toteo met 9^ vao dat artikel, aao te vuileo Artikel Oit artikel vervaogt artikel 58 vao bet Wooozorgdeoreet.io de beleidsoota 2009-2014 voor Weizijo.VolksgezoodbeideoOezio wordt de oruoiaie roi beoadrukt vao de expertiseoeotra voor demeotie bij de aaopak vao de problematiek vao demeotie (zie biadzijde27) iodebeleidsbrietWelzijo.VolksgezoodrieideoGezio.metde beleidsprioriteiten 2011-2012. wordt vermeld det de oegeoregiooaleexpertiseoeotre demeotieeo riet expertiseoeotrumdemeotie Vlaaodereo struotureeieoregelgeveod zuiieo wordeo veraokerd (zie bladzijde 43 eo 85). Oeze veraokeriog wordt ou gerealiseerd door eeo aaopassiog vao artikel 58 vao bet Wooozorgdeoreet. Oe eerste paragreet staat de Vlaamse Regeriog toe om partoerorgaoisaties die kuooeo bijdragen tot bet verbogeo veo de protessiooahteit eode kwaliteit vao de wooozorg(tbuiszorg/oudereozorg) te erkeooeo eo te subsidiëreo. biooeo de besobikbare begrotiogskredieteo. Aao die erkeode orgaoisaties kao dus eeo gereglemeoteerde subsidie wordeo verleeod. Tot die partoerorgaoisaties kuooeo ook de regiooaleexpertiseoeotrademeotie wordeo gerekeod.OeVlaamse Regeriog zal de oadere erkeooiogs-eo subsidieregels vastleggeo Oevolggeveod aao de opmerkiog vao de Raad vao State (puot31 vao bet advies vao de Raad vao State bij betvoorootwerp)wordtdeVlaamse Regeoog oietalleeogemaobtigd omde procedureregels betretteode de erkeooiog te bepaleo. maar ook om de erkeooiogsvooowaardeo vast te stelleo. Teveos wordt duidelijk gesteld dat de Pagina 53 van 97
erkeoning hechts kan wordeo^ erkeoniogsvoonwaarden niet zijn nagelee^ Oe tweede paragraaf maobtigt de Viaamse Regering om een bebeer^^ te siuiten met een partnerorganisatie die in Vlaenderen een unieke expertise op riet viak van de protessionaiiteit en de kwaliteit van woonzorg ontwikkel Ais een dergelijke partnerorgenisatiekanongetw^ Vlaanderen worden besobouwd. Het afsluiten ven een rierieersovereenkomst ken gebeuren op basis van een oproep tot relevante partnerorganisaties Oe bebeersovereenkomst moet minimaal de gegevens bevatten die in paragreet^ tweede lid, vermeld worden. Volgens de Raad van State kan de bebeersovereenkomst wel praktiscbe afspraken betrettende de erin opgesomde gebieden bevatten, maar geen bepalingen met een normatieve inboud (edvies bij bet voorontwerp van deoreet, punt 32) Noobtans beett de Raad van State in 2008 geen opmerkingen geformuleerd bij de buidige tekst van artikel 88 van bet Woonzorgdeoreet,volgensbetwelk bet daarin vermelde "oonvenant" een inrioud beeft die vergelijkbaar is met die van de bovenvermelde bebeersovereenkomst (advies452^3van4november2008,GedrStVlR,2008-2009,nr19^,blz H5e.v.) Het lijkt dan ook niet nodig om aan de opmerking van de Raad gevolg te geven.
Artikei^ lnartikel88,eerstelid,van bet Woonzorgdeoreet is er,ook met verwijzing naar artikel 50 van det deoreet, een opsomming van initiatiefnemers zonder winstoogmerk die een ouderenvoorziening kunnen uitbaten. Alleen die initietiefnemers van ouderenvoorzieningen kunnen voor subsidiëring in aanmerking komen volgens bet Woonzorgdeoreet (zie artikelen 52 en 53 van bet Woonzorgdeoreet) Oe vrijstelling van onroerende voorbeffing zou dan betrekking bebben op dagverzorgingsoentra, oentra voor kortverbiijf, woonzorgcentra en groepen van assistentiewoningen,voorzoverzewordenuitgebaatdoor: t^ eenverenigingzonderwinstoogmerk; 2^ een provinciebestuur, 3^ een gemeentebestuur: 4^ een openbaar centrum voor maatsebappelijk welzijn; 5^ de Vlaamse Oemeenscbapscommissie; 5^ een publiekrecbtelijke vereniging, 7^ een vereniging,opgeriobt conform titel VIII van bet decreet van19december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatsebappelijk welzijn; 8^ een ziekenfonds; 9^ eenopenbareinstellingvancategorieBalsvermeldindewetvan15maart t954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut; 10^ een intergemeentelijke samenwerking (met recbtspersoonlijkbeid) conform bet decreet van5juli 2001 boudende de intergemeentelijke samenwerking; 11^ een andere reobtspersoon die geen winst nastreeft en die door de Vlaamse Regering wordtaangewezen
Pagina 54 van 97
Er is geeo reden om voor de v r i j s t e l e reohtspersoneo zooder winstoogmerk die el vermeid weren inhet deoreet veo5 meertl985,en de endere reohtspersonen zonder winstoogmerk die in het Woonzorgdeoreet eis initietiefnemer ven een ouderenvoorziening worden vermeid. Hetdeoreetven5meert1985endeieterewijzigingenzijngeooördineerdop18 deoemher1991 in de geoodrdineerde dooreten inzeke voorzieningen voor ouderen. Oie geooördineerde dooreten voorzegen in vier soorten hejeerdenvoorzieningen (ouderenvoorzieningen): de rusthuizen; - deservioetietgehouwenenwoningoompiexenmetdienstveriening; - de oentre voor kortverhiijt; dedagverzorgingsoentre inertikei5vendiegeooördineerdedeoreten(d.i.ook ertikel^ven het deoreet ven5 meert1985). det hetrekking heett op investeringssuhsidies voor de voorzieningen, werd meiding gemeekt ven voigende uithetendereohtspersonen (die geen winstoogmerk nastreven): iokeieenprovinoieiehesturen; - verenigingen zonder winstoogmerk. - insteiüngen ven openheer nut in de zin ven de wet ven 27 juni 1921 Onder eokeie en provinoieiehesturen" werd versteen (ertikei 2.1^): - een provincie; een gemeente. - een vereniging ven gemeenten; - een eggiomeretie. een tederetie ven gemeenten; - een openheer oentrum voor meetsoheppeiijk weizijn; - een interoommuneei openheer oentrum voor meetsoheppeüjk weizijn; een vereniging hedoeid in ertikei118ven de organieke wet ven8juii1976 hetrettende de openhare oentra voor maatsohappeiijk weizijn Oaarnaast werden geiijkgesteid met een iokaai otprovinoiaaihestuur: de Viaamse Maatschappij voor Sooiaai Wonen en de door haar erkende vennootschappen - de Viaamse Gemeenschapscommissie Gevolg gevend aan de opmerking va^ advies bij het voorontwerp van deoreet wordt, wat de servioeftatgehouwen en woningoompiexenrnet dienstverlening betrett, in de voorgestelde tekst niet ianger venwezen naar bepalingen van de op 16deoember1991geooördineerde dooreten inzake voorzieningen voor ouderen Die dooreten zijn inmiddels opgeheven en de juridisobe situatie van de servioetlatgebouwen en woningoompiexen met dienstverlening wordt tbans geregeld in artikel 8 8 , ^ , ^ e n ^ v a n bet Woonzorgdeoreetvan18maart2009 Artike^O
Pagina 55 van 97
Dit artikel voorziet in de mogelijkheid voor de Vlaamse Regering om een bijdrageregeling te bepalen voor pleeggasten. De huidige tekst van artikel 18 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg bevat die mogelijkheid niet, ook al verwerven pleeggasten een loon waarmee ze redelijken/vijs een bijdrage in de kosten van de pleegzorg zouden kunnen betalen. Volgens de huidige tekst kan de Vlaamse Regering alleen maar bijdragen vragen ven ouders van pleegkinderen. Deze wijziging zal inwerkingtreden op datum van inwerkingtreding van artikel 18 van het decreet ven 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg (zie artikel 78 van het ontwerp). Artikel 51 Het intern verzelfstandigd agentschap Jongerenwelzijn, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstend en het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, zal bevoegd zijn voor de uitvoering van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg. Daarbij aansluitend zal het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Fonds Jongerenwelzijn, opgericht bij artikel 54 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand, ook de financiële lasten van de zorgtaken op zich nemen voor de doelgroep van het voormelde decreet van 29 juni 2012, nl. voor de minderjarige personen (pleegkinderen) en meerderjarige personen (pleeggasten) voor wie pleegzorg als bedoeld in dat decreet wordt georganiseerd. Het huidige ertikel 55 van het decreet van 7 maart 2008 bepaalt: "Het Fonds (Jongerenwelzijn) heeft als missie de financienng te garanderen van de zorg die wordt aangeboden aan de doelgroep zoals bepaald in het tweede lid. De doelgroep wordt gevormd door: 1 personen tot de leeftijd van 25 jaar voor wie de maatschappelijke integratie en participatie in het gedrang is gekomen of dreigt te komen door een problematische leefsituatie, of dooreen verschillende leefcultuur of door andere maatschappelijk niet aanvaardbare situaties; 2 personen die worden onderworpen aan maatregelen, opgesomd in een wet betreffende de opgave van maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd; 3° de ouders, de opvoedingsverantwoordelijken en de natuurlijke personen die bij de personen, vermeld in V en 2°, inwonen of met die personen een affectieve band hebben, of in de buurt wonen ofdie er geregeld contact mee hebben, onder meer bij het schoolgaan, in de werksituatie of tijdens de vrijetijdsbesteding." 0
g
Artikel 49 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisetie van de pleegzorg, dat nog niet in werking is getreden, voorziet in een wijziging van voormeld artikel 55, eerste lid, om te stellen dat het Fonds Jongerenwelzijn in geen geval (pleeg)zorg ter uitvoering ven het decreet pleegzorg van 29 juni 2012 kan financieren. Artikel 55, eerste lid, zou dan als volgt luiden: "Het Fonds heeft als missie de financiering te garanderen van de zorg, met uitzondering van pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni Pagina 56 van 97
2012 houdende de organisatie van pleegzorg die wordt aangeboden aan de doelgroep zoals bepaald in het tweede lid." Die tekst beantwoordt helemaal niet aan bovenvermelde optie om het Fonds Jongerenwelzijn wel met de financiering van pleegzorg volgens het decreet van 29 juni 2012 te belasten. Vandaar dat artikel 49 van het decreet van 29 juni 2012 moet worden vervangen in die zin dat: - het huidige eerste lid van artikel 55 van het decreet bijzondere jeugdbijstand van 7 maart 2008 ongewijzigd blijft; - in het huidige tweede lid van artikel 55 van het decreet van 7 maart 2008 expliciet wordt bepaald dat tot de doelgroep van de door het Fonds Jongerenwelzijn gefinancierde zorg ook de pleegkinderen en pleeggasten behoren, als bedoeld in het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg (invoeging punt 271); - in het huidige tweede lid ven artikel 55 van het decreet van 7 meart 2008 de doelgroep wordt uitgebreid tot de ouders, opvoedingsverantwoordelijken, .. van degenen aan wie pleegzorg wordt geboden met toepassing van voormeld decreet van 29 juni 2012 (wijziging punt 3°). Artikel 52 Volgens het huidige artikel 57, eerste lid, van het decreet bijzondere jeugdbijstand van 7 maart 2008 omvatten de taken van het Fonds Jongerenwelzijn "in elk geval het opnemen van de financiële lasten ten gevolge van de jeugdbijstandsregeling". Zoals hierboven gesteld in de commentaar bij artikel 51, zal het Fonds Jongerenwelzijn ook de financiële lasten opnemen ten gevolge van het decreet pleegzorg van 29 juni 2012. Vandaar dat het logisch is om voormeld artikel 57, eerste lid, aan te vullen met de woorden "en van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg". Om die wijziging door te voeren, die samenhangt met de wijziging die artikel 49 van het decreet pleegzorg van 29 juni 2012 aanbrengt in artikel 55 van het decreet bijzondere jeugdbijstand van 7 maart 2008, wordt in de wijzigingsbepalingen van het decreet van 29 juni 2012 een nieuw artikel 49/1 ingevoegd. De inwerkingtreding van beide artikelen die het in pleegzorgdecreet van 29 juni 2012 artikel 49 vervangen respectievelijk een artikel 49/1 invoegen, zal de inwerkingtreding van artikel 49 van het decreet pleegzorg volgen. Artikel 53 In dit artikel wordt aan de Vlaamse Regering de mogelijkheid gegeven om voor iedere bepaling van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg de datum van inwerkingtreding vast te stellen. De bepalingen kunnen dus afzonderlijk in werking worden gesteld, wat niet mogelijk was volgens de huidige formulering van artikel 53 van dat decreet.
Pagina 57 van 97
Het deoreet z ^ u ^ r i ^ i o w e ^ 2013 Een inwerkingtreding e p l j u ü ^ de uitvoering die nog meet gegeven werden een de bepeiingen ven het deoreet. Artikei 36 ven het deoreet treedt uiteriijkoplseptemher 2014 in werking Artikei 36 heeft hetrekking op de studietoeiege. Het geeft een pieegkind of pieeggest reoht op een voiiedige studietoeiege op voorleerde det de pieegzorg in het pieeggezmienger duurt den één jeer. Onderhevig ertikei ven dit ontwerp wordt inwerking gesteid op1juni2013^ieertikei 76 ven het ontwerp). Oeze detum wordt genomen om te vermijden det het deoreet ven 29 juni 2012zou inwerkingtreden o p l j u i i 2013.
Artikei 64 Met dit ertikei worden de OpenherePsyohietrisoheZorgoentre ven Geei en Rekem uitgesloten uit het toepassingsgehied ven het deoreet ven1juni2001 houdende toekenning ven een kieohtreoht ten eenzien ven hestuursinstelüngen Binnen de OpenhereRsyohietrisoheZorgoentre ven Oeei en Rekem werd er een interne omhudsdienst ingerioht.Oe toepassing ven het deoreet v e n l j u n i 2001 wordt voor deze insteiiingen dan ook ais overlappend en overhodig hesohouwd. Oeze zorgcentra zijn immers als ziekenhuizen onderworpen aan de ziekenhuiswetgeving. Overeenkomstig artikel71 van de wet hetreftende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinriohtingen.gecoördineerd op 10juli 2 0 0 6 . m o e t - o m te worden erkend bieder ziekenhuis beschikken over een omhudstunctie zoals hedoeid in artikeiH. ^ 1 . van de wet van 22 augustus 2002 betrettende de rechten van de patiënt Oit werd verdergeregeld in het koninklijk besiuit van6juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden weereen de ombudstunctie in de ziekenhuizen moet voldoen. Wel wordt uitdrukkelijk gesteld dat deze uitsluiting uit het toepassingsgebied van het decreet v a n l j u n i 2001.niet de toepassing uitsluit van het deoreet van7juli1996 houdende instelling van de Vleamse Ombudsdienst ("met beboud van de toepassing van Indien bepaaide klachten niet opgenomen worden door de ORZO's kan er intweede lijn viade VlaamseOmhudsdienstnog altijd opgetredenworden
Artikei 66 Oe palliatieve netwerken worden sinds 1996 erkend en gesubsidieerd door toepassingvan hetbesluitvande Vlaamse Regenngvan3mei 1996 houdende erkenning en subsidiëring van palliatieve netwerken. Na ongeveer16jaarwerking is een actualisatie van de werking van de netwerken aangewezen. Een edequate decretale basis voor de huidige regelgeving ontbreekt ecbter en dus is er beslist om naar aanleiding van die actualisatie ook een goede decretale hasis te voorzien Er wordt daarom voorgesteld om in bet decreet van3maart 2004 betrettende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgeanbieders een nieuw hoofdstuk op te nemen betreffende "organisaties met terreinwerking", naar analogie met organisaties met terreinwerking, vermeld in bet decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid. Het is de bedoeling Pa^na^van^
om in de toekomst de pelliatieve netwerken te beschouwen als organisaties met terreinwerking in palliatieve zorg. Men heeft gekozen voor 'organisaties met terreinwerking', dus niet alleen om . organisaties die deskundig zijn in de palliatieve zorg, opdat in de toekomst op die manier ook andere organisaties met terreinwerking toegevoegd zouden kunnen worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om organisaties die werkzaam zijn op het geïntegreerd mesoniveau, het niveau boven het praktijkniveau dat het ondersteunend niveau voor de zorgaanbieders in de eerstelijnsgezondheidszorg moet worden Er is immers nood aan samenwerking, coördinatie, overleg en communicatie over de disciplines heen alsook aan dwarsverbindingen tussen de welzijnssector en de gezondheidssector. In artikei 2 van het voormelde decreet betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg wordt een definitie van "organisatie met terreinwerking" ingevoegd, gezien de invoeging van een nieuw hoofdstuk over deze organisaties. De definitie van partnerorganisatie wordt aangepast door de ondersteuning aan netwerken te vervangen door de ondersteuning aan organisaties met terreinwerking. Artikel 56 In het decreet betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg wordt in artikel 8, §4, bepaald dat een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL) de vorm moet hebben van een vereniging zonder winstoogmerk. In het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg wordt er bijkomend vermeld dat in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een SEL kan worden opgericht door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Omdat dit strikt juridisch gezien niet in overeenstemming was met het decreet betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg wordt in het decreet hiervoor nu een rechtsbasis gecreëerd. Deze rechtsbasis werkt terug tot 1 januari 2009, datum van inwerkingtreding van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 (zie het artikel in het ontwerp over de inwerkingtreding). Op die manierwordt gevolg gegeven aan de opmerking onder punt 36 van het advies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet. Artikel 57 De organisaties met terreinwerking worden toegevoegd als organisaties waarop een samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg beroep kan doen voor ondersteuning of begeleiding. Artikel 58 In het decreet betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd met als opschrift: "Organisaties met terreinwerking". Zie de commentaar bij artikel 59. Artikel 59
Pagina 59 van 97
Momenteel voorziet bet decreet b e t ^ semenwerkingsverbendenopniveeuvende eerstehjnsgezondbeidszorg.pertnerorgemsetiesensemenwerkings^ eerstelijnsgezondbeidszorg Orgeniseties zoeis de peilietieven^ tot een ven deze mogehjkbeden. Om dit op te vengen wordt er een bootdstuk ingevoegd betrettendeorgenisetiesmetterreinwerkingzodetdepeilietieve netwerken konnen erkend en gesubsidieerd worden eis orgeniseties met terreinwerking. Er is bewust geopteerd om een brede omsobrijving te benteren en dos om niet eiieen een recbtsbesis te creëren voor de boidigepeiiietieve netwerken, dit geett ook de mogelijkbeid om indetoekomstenderevoorzieningen in de eersteiijnsgezondbeidszorgteerkennenentesobsidiëren Ook wordt in bet decreet de mogelijkbeid opgenomen det semenwerkingsinitietieven eerstelijnsgezondbeidszorg (SEL's) in de toekomst semenwerkingsverbenden etsloiten ottosies eengeen met orgemseties met terreinwerking Momenteel zijn biervoor de rendvoorweerden nog niet vervold (werkgebieden ven de verscbillende voorzieningen stemmen nog niet overeen,. ). In bet ingevoegde ertikel 15bis wordt voorzien det de Vleemse Regering voorzieningen ken erkennen en subsidiëren, binnen de besobikbare begrotingskredieten, els orgeniseties met terreinwerking alsook de voorweerden biervan kan bepalen Artikei 60 Het in bet deoreet betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg ingevoegde artikel 16ter geett aan de organisaties met terreinwerking de mogelijkbeid om beroep te doen op ondersteoning door de partnerorganisaties. Artikel 61 Het inbet deoreet betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg ingevoegde artikel 16qoater geett aan de organisaties met terreinwerking de mogelijkbeid om een aantal opdraobten door een endere reobtspersoon, zoals bet samenwerkingsinitiatiet eerstelijnsgezondbeidszorg, te laten uitvoeren. Artikelen In bet decreet betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg wordt een bootdstuk Vter ingevoegde met als opscbrittB^amenwerkingsverband en tosie".Zie de commentaar bij artikel 66 Artikei 63 Oit artikel geett de mogelijkbeid aan een samenwerkingsinitiatiet eerstelijnsgezondbeidszorg om een samenwerkingsverband aen te gaan ot te tosioneren met een organisatie met terreinwerking. Op termijn is bet de bedoeling om de tusie tossen de semenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondbeidszorg en de Pagina 80 van 97
orgamsatiesmette^eiowerk^ voorzien zodat de oonorete samenw^^ wordt meer sponteen ken groeien en evoceren.
Artikels In artikei 1 ^ ^ e n 1 ^ ^ , v e n het deoreet betrettende de eersteiijnsgezondbeidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd
Artikels Inartikelt^van bet deoreet betrettende de eersteiijnsgezondbeidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd.
Artikels in artikei19en 2 0 ^ 1 , van bet deoreet betrettende de eersteiijnsgezondbeidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd
Artikels in artikei 2 1 . ^ . v a n bet deoreet betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd. Het betrett bier een wijziging van artikei 2 1 . ^ . v e n bet deoreet van^maart 2004 betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg en de samenwerking tossen de zorgaanbieders, "zoeis gewijzigd bij bet deoreet van 16 joni 2006" Oe bij dat iaatste deoreet aangebraobte wijziging is nog niet in werking getreden Het is wei degelijk de bedoeiing om enkei de toekomstige versie van bet genoemde artikel 2 1 . ^ 1 . te wijzigen, gezien er momenteei nog geen organisaties met terreinwerking erkend ot gesubsidieerd wordenOoordezeverdoideiijkingwordtooktegemoetgekomenaandeopmerking onder pont 67 ven bet advies van de Raad van State bij bet voorontwerp ven deoreet.
Artikel 66 lnartikel22venbetdeoreetbetrettendedeeerstelijnsgezondbeidszorgwordtde term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd.
Artikel69 In artikel 2 4 . ^ 1 . van bet deoreet betrettende de eerstelijnsgezondbeidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd
Artikel 70 Oit artikel betrett een joridisob teobnisobe aanpassing aan artikel 79 van bet deoreet van21 november 2006 betrettende bet preventieve gezondheidsbeleid.Artikel 79 vermeldt een geldboete van "1 tot 600 eoro". Oit wordt aangepast in een geldboete van "26 tot 600 eoro".lmmers.een geldboete v a n l t o t 26 eoro velt onder de Pagina 61 van 97
bevoegdheid van de p o h t i e ^ ^ eengeidboetevan^^50^ rechtbank (zie ook artikei 38 van bet S^afwetboek^ De voorziene gevange van aoht dagen tot zes meenden vait onder de bevoegdheid van de oorreotioneie rechtbank (zie ook artikei 25 van het Stratwetboek). Er zat dus een oontradiotie in de buidige tormuienng, die bierbij wordt rechtgezet (eenduidige bevoegdheid van de correctioneie rechtbank) Artikels Artikei sterven bet decreet van 23 tebruari 1994 inzake de intrastruotuurvoor persoonsgebonden aangeiegenheden(atgekortViPA)wordtaangepastHetbetrett hier de waerborgregeiing voor erkende woonzorgcentra, erkende dagverzorgingscentraenerkendecentra voorkortverbiijt diegeen beroepdoenop ViPA subsidies.Debepaiingvanertikei^terwerd bij decreet van 12 tebruari 2010 gewijzigd, waarbij bet begrip investeerder'werd geïntroduceerd. Bij de oprnaak van de uitvoering van deze wijziging is eohter gebieken dat een correcte uitvoering van deze wijziging er toe zou ieiden dat dit waarborgsysteem in de praktijk niet zou werken Vandaar dat nu wordt teruggegrepen naar het vroegere systeem waarbij bet de aanvrager (diegene die de voorziening uitbaat) is die een waarborg kan krijgen. Wei wordt de aanpassing ingevoerd door artikei2van bet decreet van 15juii 2011 houdende wijziging van bet decreet van 23 tebruari1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangeiegenheden. meegenomen (toevoeging van: "een erkend dagverzorgingsoentrum" en "een erkend centrum voor kortverbiijf) Artikel inartikei3van het decreetven3apni2009hetrettende het georganiseerde vrijwiiiigerswerk in riet beieidsdomein Weizijn. Voiksgezondbeid en Gezin worden de detinitiesvan "organisatie v o o r a u ^ ingebouwd vrijwiiiigerswerk" aangepast Tevens wordt een definitie van "sectoraie regeigeving"toegevoegd De huidige definities van "organisetie voor autonoom vrijwiiiigerswerk"en "organisat met ingebouwd vrijwiiiigerswerk'biijken onduidelijk. Er zijn organisaties die zowei ingebouwd ais autonoom kunnen zijn. Die onduideiijkbeid kwam ook ei tot uiting in adviezen van de adviserende beroepscommissie inzake gezins-en weizijnsaangeiegenheden. De nieuwe definities wiiien bier duidehjkheid brengen en de grijze zone tussen de beide soorten organisaties wegwerken. Organisaties voor autonoom moeten minstens hoofdzakehjk met vrijwiiiigers werken en mogen niet erkend of gesubsidieerd zijn met toepassing van een andere sectoraie regelgeving (dan het decreet vrijwiiiigerswerk). Organisaties met ingebouwd vrijwiiiigerswerk werken met vrijwiiiigers. ongeacht de verhouding van het aantai vnjwiiiigers tot het aantai beroepskrachten, én ze zijn erkend of gesubsidieerd met toepassing van een andere sectorale regelgeving (dan het decreet vrijwiiiigerswerk).
Artikei 73 Pagina 62 van 97
Oit art^el bevat eeo reohtsgrond^ ze^vemieuwings^ eeo roime delegatie gegeveo eeo de Vieemse Regeriog Het geet bier empr^^ die kadereoio eiaoders'Care". Eiaoders Care is bet prejeot veer deorbrakeo 10 aiie vermeo vao zorgeo ééo vao de voeroearoste pijiers vao Vlaaodereo ioAotie Met Pieoders'Care wii de Viaamse Regeriog de revoiutiooeire medisob-teobooiogisobevooruitgaogaaoweodeoiobetvoordeeivaode zorggebruikers eo voor iodostoëievermarktiog vao Viaamse iooovatie. Oe missie vao Eiaoders'Care is "op eeo aaotooobare wijze eo door iooovatie bet aaobod vao kwaliteitsvoile zorg verbetereo eoveraotwoordooderoemersobap iode zorgeoooomiestimulereoB Oie iooovatie moet bet resultaat zijo vao eeo kruisbestuiviog tusseo de zorgoeotra.keooisoeotra.beroepsbeoeteoaars 10 de zorg eode bedrijfswereld Hiermee wordt teveos iogespeeld op de "Warme Sameoleviog" eo meer speoitiek op de rubriek "iooovatiespeerpuoteo:MedisobCeotrum Vlaaodereo^Plaoders'Care-zoalsvoorzieoiobetVlaams Regeerakkoord 2009 2014: Eeo daadkraobtig Vlaaodereo iobeshsseodetijdeo. Zo moet deze reobtsgrood aao de Vlaamse Regeriog toelateo om oproepeo te laooereo voor bet iodieoeo vao demoostretieprojeoteo. Eeo Eiaoders'Care demoostretieprojeot is eeo projeot dat op eeo aaotooobare maoier bet poteotieel oaar impaot op vlak vao kwaliteit vao zorgeo op bet vlak vao ooderoemersobap illustreert.OeVlaamse Regeoog kao daarbij de voorwaardeo bepaleo waaraao deze projeoteo moeteo voldoeo Zoals boger vermeld gaat bet bier om eeo ruime delegatie aao de Vlaamse Regeriog Omtlexibelte kuooeo iospeleo op oieuweootwikkeliogeowordteroietiogegaaoop de suggestie vao de Raad vao State om bet begrip "zorgveroieuwiogsprojeoteo" te detioiëreo (zie de opmerkiog ooder puot41 vao bet advies vao de Raad veo State bij bet voorootwerp vao deoreet) Oeze deoretale basis beett uitwerkiog met iogaog vao 15maart2013omdat bet de bedoeliog is om io bet voorjaar vao 2013eeo oproep te laooereo (zie artikel 78 veo bet ootwerp).Oe iowerkiogtrediog op1september2012wordt dus verlateo.Op die maoierwordttegemoetgekomeo aao de opmerkiog ooder puot 42 vao bet advies vao de Raad vao State. Artikel74 Luideos artikel 37 vao bet deoreet vao 20 april 2012boudeode de orgaoisatie vao kioderopvaog vao baby's eo peuters treedt dat deoreet io werkiog op eeo door de Vlaamse Regeriog vast te stelleo datum eo uiterlijk o p l j a o u a r i 2015 Oie bepaliog maobtigt de Vlaamse Regeriog om alle bepallogeo vao dat deoreet tegelijkertijd io werkiog te lateo tredeovóórljeouari 2015 Het deoreet bevat eeo aaotal wijzigiogsbepaliogeo die mogelijk vroeger dao de aodere bepeliogeoio werkiog zoudeo moeteo tredeo Aldus bevatteo de artikeleo 33 eo 34 bepallogeo die bet deoreet vao7deoember 2007 boudeode de oprioritiog vao de Strategisobe Adviesraad voor bet Vlaamse Welzijos^Oezoodbeids-eo Oeziosbeleideo vao eeo Adviesoommissie voor Voorzieoiogeo veo Welzijo, VolksgezoodbeideoOeziowijzigeo. Oie bepallogeo wijzigeo ooder meer de opdraobt Pagina 63 van 97
vao de voormelde adviesoomm^ wiliostehereo.moetzediebepeliogeozoo^^ bet deoreet veo 20 eprii 2012io werkiog kuooeo stelleo Aoders deo de buidige tormuleriog veo de iowerkiogtrediogsbepeliog veo e r t i k e l ^ meekt de voorgestelde torrouleriog bet voor de Vleemse Regeriog mogelijk oro de versobilleode bepeliogeo veo det deoreet etzooderlijkio werkiog te leteotredeo Artikels lo bet besluit veo de Vleemse Regeriog veo^oovember 2012 iozekeerkeooiogeo subsidiériog veo de oeotre voor kioderzorgeogeziosoodersteuoiog wordt bet iotero verzeltsteodigdegeotsobepZorgiospectiebelest met bet toeziobt op de kweliteit veo deiotrestruotuureobetpedegogisobeoegogisobtuootiooereoveodieoeotre. Teveos wordt deerio de bevoegdbeid veo bet egeotsobepZorgiospeotie geregeld om die oeotre te bezoekeoeo ter pleetse dooumeoteo io te kijkeoeoiotormetieio te wiooeo.Oeertoe wordeo de oeotreverphobt om dossiers eo dooumeoteo ter besobikkeo te boudeo veo embteoereo veo det egeotsobep. lozijo edvies bij die bepeliogeo merkte de Reed veo Stete op det bet deoreet veo 30 eprii 2004 tot opriobtiog veo bet loteroverzeltsteodigdegeotsobep met reobtspersooolijkbeidKiodeoGezio geeo bepeliogeobevet met betrekkiog tot bet toeziobt op de oeotre voor kioderzorgeogeziosoodersteuoiogot meer algemeeo op de ioitiabeveo die wordeo ootwikkeld met toepassiog vao artikei 6.^1.eerste lid, juooto artikel 12 vao dat deoreet (advies or.51569/3vao9juli 2012). Opdat eeo atdwiogbaartoegaogsreobtot eeo aodere dwaogmaatregel zou kuooeo wordeo opgelegd aao oeotra voor kioderzorgeogeziosoodersteuoiogot aao aodere voorzieoiogeo io bet domeio vao de preveotievegeziosoodersteuoiog, zou dao ook eeo bijkomeode deoretale reobtsgrood moeteo wordeo georeëerd.Oe voorgestelde bepaliog wil de reobtsgroodversobatteo voor bet toeziobt op voorzieoiogeo ot loitiatieveo die ooder de toepassiog vao bet deoreet vao 30 apol 2004 valleo. Het artikel maobtigt de ambteoareo vao bet ageotsobapZorgiospeotie om toeziobt uit te oeteoeoio de lokaleo vao voorzieoiogeo die bestemd zijo voor aotiviteiteo die door KiodeoOezio wordeo erkeodot gesubsidieerd ot die met die erkeode ot gesubsidieerde aotiviteiteoio verbaod staao, teoeiodeoa te gaao ot daar de bepallogeo vao bet deoreet vao 30 apol 2004 eo vao de uitvoeriogsbesluiteo ervao wordeo oageleetd.Aaogezieoprivéwooiogeo bezwaarlijk als "lokaleo vao voorzieoiogeo^kuooeowordeo besobouwd, wordtoietiogegaaoopdesuggestie veo de Reed vao State om die wooiogeo iode tekst vao bet artikel explioiet uit te sluiteo (advies 52 442/3, puot 45) Het artikel dieot, wat de aaowijziog betrett vao de ambteoareo die met bet toeziobt zijo belast, tbaos te wordeo gelezeoiosameobaog met bet besluit vao de Vlaamse Regeriog vao 25 maart 2004 tot opriobtiog vao bet ioteroverzeltstaodigdageotsobap Zorgiospeotie. Oe bepallogeo vao bet artikel zijo ootleeod aao ooder meer artikel 72 vao bet Wooozorgdeoreet vao 13maart 2009 eo aao artikel 23 vao bet deoreet vao 29 juoi 2012 boudeode de orgaoisatie vao pleegzorg Het is immers de bedoeliog om de deoretale bepallogeo betretteode bet toeziobt zoveel mogelijk op elkear at te stemmeo.Overigeos beett de toepassiog vao voormeld artikel vao bet Pagina 84 van 97
Woonzorgdecreet tot op heden geen aanleiding gegeven tot problemen. De tekst van het artikel werd dan ook zoveel mogelijk afgestemd op die van voormeld artikel 72. De Raad van State suggereert om te overwegen het recht van toegang van de toezichtsambtenaren tot de voorzieningen met bijzondere waarborgen te omringen (advies 52.442/3, punt 44). De Raad suggereert daarbij een aantal mogelijke waarborgen. Het is echter helemaal niet evident om op algemene wijze dezelfde rechtswaarborgen te verbinden aan het toegangsrecht tot de verschillende voorzieningen. Het decreet van 30 april 2004 heeft immers betrekking op verschillende types voorzieningen, gaande van voorzieningen die ambulante jeugdhulpverlening aanbieden tot voorzieningen die residentiele jeugdhulpverlening aanbieden (centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, consultatiebureaus, inloopteams, ...). Het toegangsrecht tot de verschillende voorzieningen algemeen beperken tot bepaalde uren, is dus niet echt mogelijk omdat sommige voorzieningen alleen overdag hulp- en dienstverlening verstrekken, terwijl andere voorzieningen zowel overdag als 's nachts hulp- en dienstverlening verstrekken, en er toch voor de ganse duur van de hulpverlening aan de bepalingen van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten moet voldaan zijn. Evenmin ligt het voor de hand om in het ontworpen artikel, dat opgevat is als een algemene regeling betreffende het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet van 30 apnl 2004, waarborgen met betrekking tot de toegang te differentiëren naargelang het type voorziening dat aan toezicht onderworpen is. Vandaar dat ervoor wordt geopteerd om de ontworpen tekst op dat vlak niet te wijzigen. Met toepassing van het eerste lid heeft de Vlaamse Regering trouwens de mogelijkheid om het toezicht - en dus ook de bevoegdheid van de toezichtsambtenaren - verder te regelen De toezichtsambtenaren zullen van hun vaststellingen een verslag opstellen, dat geldt tot het tegenbewijs. De "bewijswaarde" - en niet "bewijskracht" (advies 52.442/3, punt 45) - tot het tegenbewijs kan, gevolg gevend aan het advies van de Raad van State (advies 52.442/3, punt 46), als volgt worden verentwoord. Bewijswearde tot het bewijs van het tegendeel biedt een uitgebalanceerd evenwicht tussen de zorg voor een doeltreffend handhavingsbeleid en de bescherming van de rechten van de betrokken voorziening. De bijzondere bewijswaarde heeft enkel betrekking op de feiten die de ambtenaar van Zorginspectie zelf heeft vastgesteld, met op eventuele gevolgtrekkingen en besluiten die eraan zouden worden verbonden. Wat die ambtenaar zelf heeft vastgesteld, wordt geacht inderdaad zo te zijn geweest. Het tegenbewijs, of een voldoende ontkrachting ven de waarachtigheid van de opgetekende feiten, kan door de voorziening met alle mogelijke middelen worden aangebrecht. Met betrekking tot processen-verbael leest men in de rechtsleer immers dat "de toekenning van bijzondere bewijswaarde aan het procesverbaal van overtreding vraagt om een verplichting tot kennisgeving van een kopie van het proces-verbaal aen de persoon lastens wie geverbaliseerd werd. Het bewijs van de feiten en het daderschap is er hierdoor nog niet; dat moet volgen in de verdere dossierafhandeling" (2). En zoals de Raad van State zelf aangeeft, gaat het hier niet om een bepaling in strafrechtelijke context. Zelfs al wordt het principe doorgetrokken naar het bestuursrechtelijke domein, dan kan ook hier worden aangenomen dat het gaat om 2
POPELIER, P., BILLIET, C, VAN AEKEN, K. EN DEBEN, L, Straf- en administratieve sancties in Vfaamse regelgeving. Aanbevelingen voor een sterker handhavingsbeleid. ICW eindrapport 7 december 2009, Interuniversitair Centrum voor Wetgeving, 2009, 277.
Pagina 65 van 97
eeoreobtma^eo^oodeon^ ^ ^ ^ g e ^ ^ besoh^kenname^k onder de geiende bevoegdheidsve^^ om de bew^kreoht ven prpoessen-verbee^e regelen (ertikel bijzondere wet v e n ^ e o g o s t o s l ^ O tot hervorrning der instelhngen) Overigens kiest de wetgevingsprektijk beest ven bet tegendeel (3) Oit is dos ook bet gevel in de versobillende dooreten met betrekking tot welzijnsrneteries, zoels blijkt oit de bierboven vermelde dooreten en ookoitertikel17ven bet deoreet ven 20 eprii 2012boodende de orgenisetie ven kinderopvang ven beby's en peoters.Oe bijzondere bewijsweerde is vereist om ook inbreoken op de regelgeving te konnen veststellen, die sieobts een reletiet korte tijd ziobtbeer blijven omdet de voorziening doereen snel ken verbelpen Het is den mogehjk det een die inbreoken el verbolpen is op bet ogenblik det de overbeid een beslissing neemt om die inbreoken te senotionerenot op bet ogenbhk det, ne een bezweer ot vervolgens ne een beroep tot nietigverklenng tegen de beslissing, over det bezweer ot det beroep wordt beslist. Het telt det op bet ogenblik ven de detinitieve beslissing mogelijk een de inbreoken is verbolpen, neemt niet weg det er ten tijde ven de veststellingmenitesteinbreoken weren. Oelet op bet onvermijdelijke tijdsverloop tossen bet tijdstip ven de vaststelling ven de mbreoken en de beslissing tot sanotionenng van die inbreoken en op bet teit dat in bet beslissingsproces ook instanties konnen tussenkomen die geen deel oitmaken van de Vleamse overbeid (de Adviserende beroepsoommissie inzake gezins-en welzijnsaangelegenbeden, die bestaat oit personen die niet tot de Vlaamse overbeid beboren; de Reed van State), is bet vereist dat de inbreoken worden vastgesteld in een verslag met een bijzondere bewijsweardeAldoszaldatverslagbetnodigegezaggenietenbijdieexterne instanties In de regel wordt bet verslag door bet agentsobap Zorginspectie aan de voorziening in kwestie toegestoord en kan die voorziening daarbij opmerkingen tormoleren, alvorens bet verslag aan bet tonctioneel bevoegde agentscbap, in caso bet agentscbep Kind en Oezin, voor verdere atbandeling wordt bezorgd Op vraag van de Raad van State (zie de opmerking onder pont 47 van bet edvies van de Raad van State bij bet voorontwerp van decreet) wordt de decretale rechtsgrond met betrekking tot de bevoegdbeden van toezicbtsambtenaren en met betrekking tot de bijzondere bewijswaarde die toegekend wordt aan de verslagend niet retroactiet in werking gesteld Erwordtvooronderbavig artikel geen bijzondere inwerkingtreding bepaald, zodat de normele regel van inwerkingtreding kan gelden (de tiende dag na de bekendmaking van bet deoreet in bet Belgisch Staatsblad) Artikel76 Oit artikel boodt een overgangsbepaling in voor de instellingen voor scboldbemiddeling, gelet op de wijziging betrettende de erkenningsdoor bij een bernieowing van de erkenning (erkenning voor onbepeelde door dan).
Artikel 77 Artikel 72 wijzigt artikel 3 , ^ e n ^ , v a n bet decreet van^april 2009 betrettende bet georganiseerde vrijwilligerswerk in bet beleidsdomein Welzijn, Volksgezondbeid en ^Vlaamse wetgevmgsmventarisD Pagina 88 van 97
Gezin. Daardoor worden de definities van "organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk" en "organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk" aangepast. Alleen organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk kunnen met toepassing van dat decreet erkend en gesubsidieerd worden. Voor organisaties die tot nu toe onder de definitie van organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk vallen en als zodanig erkend zijn, en die ingevolge een aanpassing van die definitie niet langer als een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk kunnen worden beschouwd - en dus in principe met langer als zodanig erkend kunnen blijven - , wordt in een overgangsregeling voorzien. Ze kunnen nog tot en met 31 december 2014 erkend blijven en gesubsidieerd worden. Artikel 78 Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verschillende bepalingen van het ontwerp.
3. Repliek op de opmerkingen van de Raad van State Op 8 januari 2013 verleende de Raad van State zijn advies over het voorontwerp van decreet zoals het principieel werd goedgekeurd door de Vleamse Regering op 23 november 2012. Hierna volgt een bespreking van het gevolg dat gegeven wordt aan dit advies van de Raad van State.
Opmerking onder punt 2 van het advies: Volgens de Raad van State ken een Vlaams meldpunt 'Geweld, Misbruik en Kindermishandeling' in Brussel-Hoofdstad niet dezelfde taken hebben als de meldpunten in de Vlaamse provincies. Uit artikel 128, §2, van de Grondwet leidt de Raad van State af dat de regelgeving van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap in Brussel-Hoofdstad slechts toepasselijk kan zijn op natuurlijke personen via instellingen waartoe de natuurlijke personen zich op vrijwillige basis wenden. Volgens de Raad strookt het met de territoriale bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap te Brussel-Hoofdstad dat aan het Meldpunt te Brussel-Hoofdstad de taak wordt toevertrouwd om advies of hulp te verlenen aan de aanmelder van geweld, misbruik of kindermishandeling, omdat het gaat om advies- of hulpverlening aan een persoon die zich vrijwillig tot het meldpunt wendt. Met die territoriale bevoegdheid valt echter niet te verzoenen dat het meldpunt te Brussel-Hoofdstad ook tot taak heeft aangemelde gegevens ter kennis te brengen van het vertrouwenscentrum kindermishandeling, van een centrum voor algemeen welzijnswerk ofvan een andere voorziening als die gegevens betrekking hebben op een andere persoon dan de aanmelder zelf en els die gegevensoverdracht het mogelijk maakt om op te treden ten aanzien van die andere persoon, ten/vijl die persoon zich niet vrijwillig heeft gewend tot het meldpunt dat onder de Vlaamse bevoegdheid valt. Daarom zou, volgens de Raad, de taak van het meldpunt te Brussel-Hoofdstad moeten worden beperkt tot advies- en hulpverlening aan de aanmelder zelf. Blijkbaar stelt een Franstelige kamer van de Raad van State zich in een vergelijkbare situatie toch iets soepeler op. Zo heeft de Raad van State bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan Pagina 67 van 97
misbande^e kinderen geeo opm^ veo teken in Brussel Hoofd^eddee^^ Gemeenschep werden erkend (Advies 3 6 ^ 3 / 4 ven 24 februeri 2004. Ge^^^ Gemm^.2003-2004.nr.512^^Veigensertikei12ven det decreet verzekeren de teems SGS Kinderen in eiiegerechteiijkeerrendissementen. inclusief het tw^ gebied Brussei Heefdsted.de zorgverlening in situeties ven kindermishendeiing. En luidensertikel^vendetdecreethebhen de teems SGS Kinderen nechtens els opdrecht:
^^zor^en voorde ^^v^efepr^even^e en ctehehende^ ven m^hencte^n^s8^e^es^e^enhe^e^n^e^^ennee^de^sen^emsf^^ wordt deer eenden ^etkeper^seen.inste^nge^ dienst, e^ wenneet cte tussenkomst ^evree^d^dtdoo^deoon^ent^dzo^^ 2^eenm^d^o^ne^ehe/en8opm^envendes^et/evenhet^^ s^et/e/ndefem^e^nn^^eennh^tee^ 3^ ervoor zorgen det de gepeste veleend wordteen hetend det m^handetd ^o^dto^oh/neenns^oo^t^et/ehev^nd ^em^e^nn^^eennhet^nd/ee^doo^/nd^ennod^een^ne^eteo^eë^^ p^chomed^oh^oc/eetnet^e^hehetvee^^t het hetend ven het Oe Reed ven Stete(Erensteiigekemer) neemt er hier dus hlijkbeer geen eenstoot een det een teem SGS Kinderen ven de Erense Gemeenschep in Brussei-Hootdsted situeties ven kindermishendelinghehendeit op eigen initietietot op vreeg ven derden en dus zonder det de hetrokkene(n) zichzelf op vrijwillige hesis tot het teem hehhen gewend Gok is het zo det. met toepassing ven de Vleemse regelgeving inzeke bijzondere jeugdbijstend (vroeger de op4epril1990 gecoördineerde decreten inzeke bijzondere jeugdbijstend enthens bet decreet ven^meert 2008 inzeke bijzondere jeugdbijstend). bet comité voor bijzondere jeugdzorg det in bet bestuurlijk arrondissement Brussel is opgericht, tevens kennis neemt ven problematische opvoedingssituaties van in Brussei Hoofdstad verblijvende minderjarigen, die worden aangemelddoorderden.Luidens artikel 22 van het decreet van^maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand neemt het comité, via de sociale dienst voor vnjwillige jeugdbijstand bij het comité, kennis van de problematische opvoedingssituaties die hem ter kennis gebracht worden, hetzij door minderjarigen, hetzij door degenen die over de minderjarigen het ouderlijk gezag uitoefenen of hen onder hun bewaring hebben.hetzij door derden.en probeert de sociale dienst indie situaties te helpen door advies, doorverwijzing, overleg met de reobtstreeks ot onrechtstreeks bij de probleemsituatie betrokkenen, door een specifiek ean de problematische opvoedingssituatie aangepast hulpverleningsprogramma uit te werken ot door een concreet hulpaanbod dat rekening houdt met de verscheidenheid van de beschikbare voorzieningen. Als bet comité dan aldus een hulpverleningsaanbod doet dat het noodzakelijk acht. maar waarmee de betrokkenen niet instemmen, kan het comité de zaak voor de bemiddehngscommissie bijzondere jeugdbijstand brengen die. als dat nodig is. de zaak kan doorverwijzen naar het openbaar ministene (zie artikel 12. 22. 31 en 32 van het decreet van^maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand).Met toepassing van de werkingsregels betreffende het comité en de bemiddelingscommissie kan dus worden opgetreden ten aanzien van Brusselse minderjarigen in een probleemsituatie, ook al werd die probleemsituatie door derden aangebraebt bij het comité Pagina 6S van 97
Oe toepassing vao die regelgeving Hoofdstad heeft tot op vendeeg niet geieid tot noemensweerdigeprobiemen. Om bovenstaande redenen wordt niet ingegaan op de opmerking van de Raad van State dat de taak van een meidpunt te Brussei-Hoofdstad moet worden beperkt tot buip en dienstverlening aan de aanmeider.Oat meidpunt moet,net zoais een meidpunt in de provincies, zijn opdraobt ten volie kunnen uitoefenen en een volwaardige bulp-en dienstveriening kunnen aanbieden Overigens is dat meidpunt ai meerdere maanden actief in dat gebied.
Opmeting onder puot^van het advies Oe door de Reed veo Stetehekr^seerdehepehngm^ oog oiet over de door de Vleemse Regeriog hepeeidekwehftoetievereisteo hesohikkeo voor het verriohteo veo tekeo veo zorg-eohijsteodsverieoiog eis vermeid hij otkreohteos het deoreet zorg^eohijsteodsverieoiog veo 1 8 ^ 2 0 0 8 , die tekeo mogeo vemohteo tijdeos eeo stege die kedertio eeo opieidiog om eeo de gesteide kweiitioetievereisteo te heeotwoordeo.io dieosteo voor gezioszorgeoeeovuüeode thuiszorg zoudeo die tekeo ook moeteo koooeo wordeo verrioht door persooeo tijdeos huo stege veo de opieidiogeopoiyveieot verzorgende veo de dieosteo voor gezioszorgot veo de oeotre voor voiwesseoeoooderwijsot door de 7 ^ jeers stagiairs vao het regulier onderwijs Oie persooeo moeteo immers de kaos krijgeo om het heroep vao zorg eohijstaodsverleoer aan te leren zonder tijdeos huo stege gesaootioneerdteworden oontormartikei^van voornoemd deoreet Hetzeltde geldt ook voor leerlingen uit het deeltijds heroepsseoundair onderwijs (dhso). Volgens de Raad van State kan deze hepaling geen doorgang vinden omdat ze "vestigingsvoorwaarden (regelt) als hedoeld in a r t i k e l ^ ^ . V l . v i j t d e lid,6^ van de bijzondere wet van8augustus1980,en hetrekking (kan) hehhen op voonwaarden voor het mogen stellen van verpleegkundige handelingen, hetgeen de tederaie bevoegdheid inzeke de uitoetening van de geneeskunde hetrett^Oe Raad herhaalt bier dus de bezwaren die hij heett geuit tegen bet deoreet van 18juli 2008 betrettende de zorg-en bijstandsverlening. Oie opmerking ven de Raad wekt verbazing omdat de tekst van bet deoreet vao 18 juli 2008 in tunotie van bet advies van de Raad van State op meerdere plaatsen werd gewijzigd ten opziobte van de tekst van het voorontwerp van deoreet dat aan de Raad wes voorgelegd Weliswaar beett de tederaie Ministerraad bet deoreet bestreden met een beroep tot vernietiging voor het Grondwettelijk Hot, maar de Ministerraad beettvandatberoep atstand gedeen nadattergelegenheidvande Interministeriële Gonterentie op 14 deoember 2009 door alle betrokken gezondheidsministers (van de tederaie overheid en van de deelgebieden) een protooolakkoord werd ondertekend betrettende de relatie tussen zorg-eo bijstandsverleoers van de erkende diensten voor thuishulp en beoetenaars van gezondheidszorgberoepen die werkzaam zijn in de thuiszorg (Belgisoh Staatsblad, 20 januan 2010). Oat protooolakkoord stelt de gebruiker oentraal in de thuiszorg door een structurele band te leggen tussen de gebruikende erkende diensten voor thuiszorg en in een hreder kader met de gezondheidswerkers oontorm het koninklijk besluit nr 78 betrettende de gezondheidszorgberoepen. Oe belangrijkste inhoudelijke elementen uit het protooolakkoord zijn de volgende Er is Pagina 69 van 97
een engagement tot wederzijdse samenwerking op basis van respect en erkenning van eikaars eigenheid, deskundigheid en competenties. Het akkoord bevestigt dat niet alle activiteiten die tot het takenpakket van een verpleegkundige behoren exclusief zijn voorbehouden aan beoefenaars van gezondheidsberoepen. Activiteiten ter ondersteuning van activiteiten van het dagelijkse leven die ook door mantelzorgers kunnen worden verricht, kunnen autonoom worden uitgevoerd door zorg- en bijstandsverleners. Wederzijdse uitwisseling van alle relevante informatie wordt verwacht, en gebeurt bij voorkeur schriftelijk. Een niet-limitatieve lijst van signelen bij gebruiker of patiënt geeft aan wanneer verwecbt wordt dat beide groepen van hulpverleners elkaar op de hoogte brengen en - indien nodig - samenwerken. De activiteiten die een zorg- en bijstandsverlener nooit autonoom kan uitvoeren en waarvoor schriftelijke afspraken gemaakt moeten worden, worden opgesomd. In het protocolakkoord hebben de Vlaamse Gemeenschap en de federale overheid zich ertoe verbonden hun wetgeving aan te passen. Ter uitvoering daarvan heeft de Vlaamse decreetgever het decreet van 6 mei 2011 tot wijziging van artikel 4 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening aangenomen (zie Gedr. St. VI. P., 2010-2011, 906/1, blz. 3; Gedr St. VI. P, 2010-2011, nr. 906/2, blz. 4)Met deze evoluties heeft de Raad van State helemaal geen rekening gehouden. Hoewel de federale bevoegdheid voor de uitoefening van de geneeskunde een uitzondering vormt op de gemeenschapsbevoegdheid voor het gezondheidsbeleid en die federale bevoegdheid dus in principe restrictief moet worden geïnterpreteerd, blijkt de Raad ervan uit te gaan dat aan de lijst van verpleegkundige activiteiten, zoals vastgelegd door de federale overheid, helemaal niet mag worden getornd. Nochtans heeft de federale overheid met betrekking tot koninklijk besluit nr. 78 zelf toegegeven dat het in de praktijk vaak moeilijk is om medische zorg en niet-medische zorg - zoals de zorg- en bijstandsverlening - van elkaar te onderscheiden. Ze heeft daarbij erkend dat sommige activiteiten die ze in het koninklijk besluit nr. 78 en de uitvoeringsbesluiten als verpleegkundige activiteiten heeft vermeld, te beschouwen zijn als activiteiten van het dagelijkse leven die hetzij zonder meer hetzij in bepaalde omstendigheden ook door endere beroepen dan verpleegkundigen en zorgkundigen zouden kunnen worden uitgeoefend. In dit verband kan men in de toelichting bij artikel 189 van de programmawet van 9 juli 2004 ( ) het volgende lezen. "Sommige verrichtingen die ais geneeskunst worden heschouwd ofdie zijn opgenomen in de lijst met de kinesitherapieprestaties, de verpleegkunde ofeen paramedisch beroep, worden gewoonlijk uitgeoefend door personen die niet overde voorwaarden van kwalificatie en uitoefening beschikken die door het huidige besluit vereist worden. 4
4
Artikel 189 van de programmawet van 9 juli 2004 heeft aan artikel 5, §1, van het koninklijk besluit nr. 78 een vierde lid toegevoegd, dat stelt: "De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad na advies van de Koninklijke Academiën voor Geneeskunde en na advies, elk wat hen betreft, van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, de Nationale Raad voor Verpleegkunde, de Nationale Raad voor de Kinesitherapie en de Nationale Raad voor de Paramedische Beroepen, de lijst van activiteiten vaststellen die tot het dagelijkse leven behoren en die met tot de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de kinesitherapie of een paramedisch beroep behoren. Hij kan daarenboven de voorwaarden vaststellen waaraan deze activiteiten moeten beantwoorden om als dusdanig te worden beschouwd.". Pagina 70 van 97
Er zijn talrijke voorbeelden: de opvoeder die de temperatuur meet van een kind waarvoor hij zorgt of die dat kind een medicament toedient; de verdeling van methadon in gelijke unitaire doses voor een patiënt-toxicomaan in een centrum dat patiëntendrugsgebruikers opneemt; het toilet dat door een familielid aan een van zijn bejaarde en bedlegerige ouders wordt gegeven. Afhankelijk van de omstandigheden waarin zij worden gesteld, van de toestand van de persoon voor wie zij bestemd zijn, behoren dergelijke verrichtingen nu eens tot het domein van de zorgen (en moeten door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorgen verstrekt worden), dan weer tot het domein van de hulp bij activiteiten van het dagelijks leven. (...)•
Het bepalen van de omstandigheden waarin sommige verrichtingen tot het domein van de hulp behoren en de voorwaarden waaronder zij in de gezondheidszorg terechtkomen, is niet altijd duidelijk. Dit gebrek aan duidelijkheid verontrust bepaalde beroepssectoren en met name deze van de hulp aan personen." {Gedr. St. Kamer, 2003-2004, DOC 51 1138/001-1139/001, blz. 110-111). De federale overheid geeft dus zelf toe dat sommige door haar vastgelegde verpleegkundige activiteiten te beschouwen zijn als handelingen van het dagelijkse leven die evengoed door andere personen dan verpleeg- en zorgkundigen kunnen worden gesteld. En ook volgens het Grondwettelijk Hof kan de federale bevoegdheid voor de uitoefening van de geneeskunde niet een zo ruime invulling krijgen dat de gemeenschappen hun bevoegdheid met betrekking tot het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen niet meer op een zinvolle manier zouden kunnen uitoefenen: "Het begrip 'uitoefening van de geneeskunde' is noch in de voormelde parlementaire voorbereiding, noch in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen omschreven. Uit artikel 2, §1, tweede lid, en §2, derde lid, van het voormelde koninklijk besluit nr. 78 heeft het Hof in de arresten nr. 69/92 van 12 november 1992 (8.5) en nr. 83/98 van 15 juli 1998 (B.S.11) afgeleid dat een handeling tot de uitoefening van de geneeskunde behoort 'wanneer zij tot doel heeft of wordt voorgesteld tot doel te hebben, bij een menselijk wezen onder meer, het onderzoeken van de gezondheidstoestand, het opsporen van ziekten en gebreken, het stellen van de diagnose of het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysieke of psychische, werkelijke of vermeende pathologische toestand'. De federale bevoegdheid inzake de 'uitoefening van de geneeskunde' is derhalve beperkt tot het vaststellen van de handelingen die aan die omschrijving beantwoorden en tot het bepalen van de voorwaarden - onder meer de kwaliteitsvereisten - waaronder personen die handelingen mogen stellen ofde daartoe geëigende beroepen mogen uitoefenen. De bevoegdheid van de federale wetgever kan derhalve met elk aspect van de verhouding tussen de patiënten, die tevens als zorgheboevenden kunnen worden omschreven, en de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen omvatten en mag bovendien niet dermate ruim worden begrepen dat de principiële bevoegdheid ven de gemeenschappen voor het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen inhoudsloos zou worden. Het zou niet volstaan om een handeling die met beantwoordt aan de criteria van het hiervoor omschreven begrip 'uitoefening van de geneeskunde' op te nemen in het voormelde koninklijk besluit nr. 78 of de uitvoeringsbesluiten ervan, opdat zou kunnen worden besloten dat de aldus geregelde aangelegenheid tot de federale bevoegdheid inzeke Pagina 71 van 97
de uitoefening van de geneeskunde zou behoren. (GH, arrest nr. 165/2009 van 20 oktober 2009, overw. B.S). Het decreet van 18 juli 2008 heeft dan ook geenszins de bedoeling activiteiten te regelen die vallen onder de federaal geregelde uitoefening van de verpleegkunde Het wil geen betrekking hebben op het gezondheidsbeleid Het wil enkel, ten aanzien van de activiteiten die behoren tot de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, de taken aflijnen waarvan tot nog toe is aanvaard dat ze mogen worden uitgeoefend door personen binnen aangelegenheden die onder de bijstand aan personen vallen. Volgens de Raad van State kunnen de gemeenschappen wel kwalificatievereisten bepalen als erkennings- of subsidievoorwaarden waaraan het personeel van door hen erkende of gesubsidieerde voorzieningen moet voldoen. De gemeenschappen zouden echter geen kwalificatievoorwaarden kunnen bepalen ten aanzien van zorgen bijstandsverleners die niet verbonden zijn aan dergelijke voorzieningen zonder de federale bevoegdheid voor de vestigingsvoorwaarden te betreden. Nochtans hebben de gemeenschappen volgens het Grondwettelijk Hof in principe de volledige bevoegdheid inzake de bijstand aan personen, minstens voor de aangelegenheden die expliciet vermeld zijn in artikel 5, §1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus1980 (o.a. GH, arrest nr. 40 van 15 oktober 1987, overw. 2.B.1; GH, arrest nr. 66 van 30 juni 1988, overw. 2.B). Het is dan ook enigszins onbegrijpelijk dat, niettegenstaande die ruime gemeenschapsbevoegdheid, de gemeenschappen niet bevoegd zouden zijn om kwalificatievereisten en voorwaarden te bepalen ten aanzien van personen die voornamelijk of zelfs uitsluitend werkzaam zijn in persoonsgebonden aangelegenheden inzake de bijstend aan personen. Dit is des te meer zo nu de federale bevoegdheid voor de vestigingsvoorwaarden ingeschreven staat als een bevoegdheidsvoorbehoud op de gewestelijke bevoegdheid met betrekking tot de economie (artikel 6, §1, VI, vijfde lid, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen) Laat het nog aannemelijk zijn dat de federale overheid de vestigmgsvoorwaerden zou kunnen regelen ten aanzien van beroepen of functies die zowel in economische als in andere sectoren voorkomen of minstens in de economische sfeer liggen, dan lijkt dit toch moeilijk aanvaardbaar wanneer het gaat om beroepen of functies die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voorkomen in aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen, zoals de persoonsgebonden aangelegenheden inzake de bijstand aan personen. Deze zienswijze vindt trouwens ook steun in de rechtsleer. "Het is weliswaar zo dat het bevoegdheidsvoorbehoud ten voordele van de federale wetgever inzake de vestigingsvoorwaarden, zoals blijkt uit de rechtspraak van het Arbitragehof, zowel geldt ten aanzien van de gemeenschapsbevoegdheden als van de gewestbevoegdheden. De vraag hjst evenwel ofdie rechtspraak, die zonder twijfel verantwoord is wanneer het gaat om beroepen die weliswaar kunnen worden gekoppeld aan culturele of persoonsgebonden aangelegenheden, maar die toch in de economische sfeer liggen of er raakvlakken mee vertonen, zonder meer kan worden doorgetrokken naar beroepen die zowel naar inhoud als wat betreft het kader waarin zij worden uitgeoefend, volkomen buiten de economische sfeer liggen, zoals in casu het beroep van opvoeder dat in zijn geheel kan worden gekoppeld aan de sector van de bijstand aan personen. De vraag rijst of het in dit laatste geval nog wel gaat om vestigingsvoorwaarden in de zin van artikel 6, §1, VI, laatste lid, 6°, BWHI Het begrip 'vestigingsvoorwaarden' dat aldaar wordt gebezigd, verwijst Pagina 72 van 97
immers naar een economisch concept." (SMETS J., Jeugdbescherming, in: De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 70-71, nr. 27). En verder: "Het argument dat de regels die de uitoefening van het beroep reglementeren afscheidbaar zijn van de 'bijstand aan personen' in de zin van artikel 5, §1, 11, van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 (R.v.St, afdeling wetgeving, 13 juni 1991, Gedr. St, Senaat, 1992-93, nr. 695/1, (8), 9), is voor betwisting vatbaar gelet op de ruime interpretatie die krachtens de rechtspraak van het Arbitragehof aan de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden dient te worden gegeven (...) " (SMETS J. Jeugdbeschermingsrecht, A P.R., Deurne, 1996, blz. 71, nr. 136). Gelet op wat voorafgaat, kan de regeling van het decreet van 18 juli 2008 wel ingepast worden in de gemeenschapsbevoegdheid voor de persoonsgebonden aangelegenheden. Hetzelfde geldt voor de thans voorgestelde bepaling die de toelating tot het stellen van activiteiten ven zorg- en bijstandsverlening uitbreidt tot stagiairs
Opmerking onder punt 4 van het advies: De Raad van State stelt dat hoofdstuk 2 van het ontwerp - dat handelt over de Meldpunten "Geweld, Misbruik en Kindermishandeling" - verschillende bepalingen bevat waarbij de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in het geding is. Die bepalingen hebben betrekking op de persoonlijke levenssfeer van de personen betrokken bij een melding en op het verzamelen, het verwerken en het uitwisselen van persoonsgegevens. De Raad van State stelt dat over die bepalingen het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zou kunnen worden ingewonnen, met toepassing van artikel 29, §1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming ven de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Daargelaten de bedenking dat het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in deze niet verplicht is, dient de Vlaamse Regering de regeling inzake gegevensverwerking in casu nog verder uit te werken. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens worden verwerkt en de wijze waarop ze worden verwerkt (artikel 6. tweede lid. van het ontwerp). Het is dan ook meer aangewezen het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te vragen naer aanleiding van de opmaak van het ontwerp van uitvoeringsbesluit. Er wordt hier dus niet ingegaan op deze suggestie van de Raad van State.
Opmerking onder punt 5 van het advies: De Raad van State stelt dat het ontwerp een aantal bepalingen bevat die het belang van personen jonger dan vijfentwintig jaar rechtstreeks raken, namelijk de bepalingen betreffende "Meldpunten Geweld, Misbruik en Kindermishandeling", "Bijzondere Jeugdbijstand" en "Pleegzorg". Over die bepalingen dient volgens de Raad van State een kind- en jongereneffectrapport te worden opgesteld en bij het ontwerp te worden gevoegd, op grond van artikel 4 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kmderrechtenbeleid Op het moment van het voorleggen van het voorontwerp voor edvies aan de Raad van State was die vereiste nog niet Pagina 73 van 97
nageleefd. De Raad van State stelt dat hieraan dient te worden verholpen. Als gevolg van deze opmerking van de Raad van State werd een kind- en jongereneffectrapport (JoKER) opgemaakt Het kind- en jongereneffectrapport geeft geen aanleiding tot wijzigingen aan het ontwerp.
Opmerking onder punt 6 van het advies: Volgens de Raad van State zou over artikel 19, net zoals over artikel 20, overleg moeten worden gepleegd met de federale overheid. De Reed verwijst hiervoor naar artikel 6, §3bis, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Volgens die bepaling moet tussen de gemeenschapsregering en de federale overheid overleg worden gepleegd over de opgave en de opvolging van de maatregelen die kunnen worden genomen ten aanzien ven minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Wat die minderjarigen betreft, moeten de maatregelen die de jeugdrechtbank kan bevelen, worden bepaald door de federale wetgever (artikel 5, §1, II, 6°, d), van voormelde bijzondere wet), maar moeten die maatregelen worden uitgevoerd door of in voorzieningen die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen. Om het bepalen van de maatregelen op federaal niveau en het uitvoeren ervan op gemeenschapsniveau zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, werd bovenstaande overlegprocedure in het leven geroepen, zoals blijkt uit de voorbereidende werkzaamheden bij voormelde bijzondere wet: "De bevoegdheid die (...) als een uitzondering op de gemeenschapsbevoegdheden aan de nationale overheid wordt voorbehouden, met name het opgeven van de maatregelen die ten aanzien van delinquente minderjarigen kunnen worden genomen, moet dan ook zeer restrictief geïnterpreteerd worden, zowel in haar formulering als haar bedoeling. Zij is enkel een antwoord op de vraag om, omwille van het ermee verbonden aspect van de veiligheid van de maatschappij, het arsenaal van gerechtelijke maatregelen ten aanzien van delinquente jongeren op nationale wijze op te sommen. Het mag evenmin zo zijn dat hiermee afbreuk zou worden gedaan aan de bevoegdheid van de Gemeenschappen om in volledige autonomie deze maatregelen verder uit te werken en de uitvoering ervan in gemeenschapsinstellingen te garanderen. (...) Opdat, op het vlak van de normering, de bepaling van de maatregelen dooreen nationale wetgeving en de concretisering ervan op gemeenschapsniveau zo harmonisch mogelijk zou verlopen, hebben wij hiervoor een concertatieprocedure in het amendement voorzien, een procedure die maximaal moet worden gebruikt om het hulpverlenend karakter van dé jeugdbescherming en de ermee verbonden gemeenschapsbevoegdheid te onderstrepen. Dit overleg mag evenwel geen afbreuk doen aan de autonomie van de Gemeenschappen, (...)." (Pari. Hand. Kamer, 28 juli 1988, 1351).Uit de rechtsleer blijkt dat nergens precies wordt omschreven wat onder "de opvolging van de maatregelen" moet worden begrepen (SMETS J , Jeugdbescherming, in: VAN HAEGENDOREN G. en SEUTIN B., De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 89, nr. 70), zodat evenmin is bepaald hoe ver het overleg over de opvolging van de maatregelen wel moet reiken. Uit de hierboven geciteerde tekst blijkt dat de federale bevoegdheid voor de opgave van de maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, als uitzondering op de gemeenschapsbevoegdheid voor de jeugdbescherming "zeer restrictief (moet) geïnterpreteerd worden". Afgaand op die beperkte federale bevoegdheid lijkt het onwaarschijnlijk dat het overleg over de opvolging van de maatregelen verder moet gaan dan het mogelijk maken dat Pagina 74 van 97
federaal opgegeven maatregelen op gemeenschapsniveau kunnen worden uitgevoerd De overlegverpliohting kan bezwaarlijk zo ver reiken dat ze ook vereist is voor nadere modaliteiten die de gemeenschappen bepalen met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen, ook als die modaliteiten de uitvoering van de maatregelen zoals ze federaal zijn bepaald geenszins kunnen belemmeren. Volgens de hierboven geciteerde tekst mag immers geen afbreuk worden gedaan aan de bevoegdheid van de Gemeenschappen om in volledige autonomie de maatregelen "verder uit te werken en de uitvoering ervan in gemeenschapsinstellingen te 'garanderen". Aldus kan bezwaarlijk worden aangenomen dat de gemeenschappen met de federale overheid overleg moeten plegen als ze regels uitvaardigen die verband houden met de erkenning en de subsidiëring van voorzieningen of met de wijze van financiering van de zorg die mede door die voorzieningen wordt verstrekt, enkel en alleen omdat aan die voorzieningen, naast minderjarigen in problematische opvoedingssituaties, ook minderjarige delinquenten kunnen worden toevertrouwd. Om die reden wordt aan de opmerking van de Raad van State met betrekking tot artikel 19 geen verder gevolg gegeven. Volgens de Raad van State zou ook over artikel 20 overleg moeten worden gepleegd met de federale overheid. De bepaling in artikel 20 vervangt de bestaande bepaling van artikel 67, eerste lid, van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand. De bepaling van artikel 67, eerste lid, van het decreet bijzondere jeugdbijstand werd, met aanpassing van de leeftijd van veertien jaar naar twaalf jaar, overgenomen uit de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, en vormde artikel 2Bter van het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 1990. Met betrekking tot die bepaling heeft het Grondwettelijk Hof als volgt geoordeeld: "Die bepaling heeft een weerslag op de burgerrechtelijke regels met betrekking tot het statuut van de minderjarigen, inzonderheid de handelingsbekwaamheid. (...). Op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 kunnen de Gemeenschappen een aangelegenheid regelen waarvoor de Staat in beginsel bevoegd is, hetzij krachtens een uitdrukkelijk voorbehoud in die wet, hetzij op grond van zijn residuaire bevoegdheid. Om bestaanbaar te zijn met het stelsel van exclusieve bevoegdheden, ingesteld door de bijzondere wet, is echter een beroep op artikel 10 van deze wet slechts toelaatbaar onder de tweevoudige voorwaarde dat de voorbehouden aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling leent en dat de weerslag op de voorbehouden aangelegenheid slechts marginaal is. De bestreden bepaling van artikel 28ter blijft binnen de twee voormelde toepassingsvoorwaarden. De decreetgever vermocht te oordelen dat die bepaling, waarvan de opvoedkundige waarde vaststaat, noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheid, zodat hij op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 gemachtigd was de bedoelde decreetsbepaling uit te vaardigen." (GH, arrest nr. 40/91 van 19 december 1991, overw. 5.B.4). Hoewel, toen die bepaling werd aangenomen, de overlegprocedure van artikel 6, §3bis 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen al in werking was getreden, blijkt uit voormeld arrest niet dat de Vlaamse 1
Pagina 75 van 97
decreetgever die bepaling pas had kunnen aannemen na overleg met de federale overheid. Volgens de rechtsleer is het opmerkelijk det voormeld arrest "op bevoegdheidsrechtelijk vlak geen onderscheid maakt tussen minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en andere categorieën van minderjarigen die voorde jeugdrechtbank worden gebracht Het Hof heeft de bepalingen wellicht niet als accessoir gezien ten aanzien van de bevoegdheid inzake jeugdbeschermingsmaatregelen, die verdeeld is tussen de federale Staat en de gemeenschappen, maar wel als accessoir aan de bevoegdheid betreffende de instellingen en voorzieningen waar die maatregelen worden uitgevoerd en die in hun geheel tot de gemeenschapsbevoegdheid behoren." (SMETS J., Jeugdbescherming, in: VAN HAEGENDOREN G. en SEUTIN B, De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, 2001, blz. 86, nr. 62). Maar het Grondwettelijk Hof heeft dus, wat die bepaling betreft, het onderscheid tussen beide categorieën van minderjarigen niet gemaakt en de Vlaamse decreetgever bevoegd geacht om die bepaling aan te nemen voor beide categorieën minderjarigen. Althans uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof blijkt dus niet dat voor een wijziging van die bepaling overleg met de federale overheid zou moeten worden gepleegd, voor zover die wijziging betrekking heeft op minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Aan de opmerking van de Raad van State met betrekking tot artikel 20 wordt bijgevolg geen verder gevolg gegeven.
Opmerking onder punt 9 van het advies: Gevolg gevend aan het advies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet wordt in de tekst van artikel 4, eerste lid, 2°, gepreciseerd dat de directe hulp wordt verstrekt "aan de aanmelder".
Opmerking onder punt 10 van het advies: Het meldpunt moet alle relevante gegevens over een aangemelde situatie van geweld, misbruik of kindermishandeling kunnen bijhouden om zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van de situatie en om op basis daarvan de aanmelder zo adequaat mogelijk te kunnen informeren en adviseren. Aan de Vlaamse Regering wordt delegatie verleend om die gegevens te bepalen. Op voorstel van de Raad van State (punt 10.1 van het advies bij het voorontwerp van decreet) wordt in artikel 6 in algemene termen omschreven welke gegevens worden beoogd. Ingaand op het advies van de Raad van State (punt 10 1) bij het voorontwerp van decreet, wordt de Vlaamse Regering gemachtigd om te bepalen tot welke categorieën van voorzieningen de voorzieningen, andere dan vertrouwenscentra kindermishandeling en centra voor algemeen welzijnswerk, behoren. Deze bepaling wordt opgenomen als een tweede lid in artikel 4 van het ontwerp. Onder punt 10.2 van het advies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet stelt de Raad van State dat het aanbeveling verdient om de memorie van toelichting aan te vullen met een aantal rechtsgronden voor verwerking van de Pagina 76 van 97
betrokken persoonsgegevens Deze aanvulling werd gedaan in de commentaar bij artikel 6 van het ontwerp. Op de aanbeveling van de Raad van State om in het ontwerpdecreet criteria op te nemen om te beoordelen of moet worden afgezien van een onmiddellijke kennisgeving (advies bij het voorontwerp van decreet, punt 10.3) wordt niet ingegaan omdat het risico bestaat dat die criteria niet alle situaties zullen dekken waarin een onmiddellijke kennisgeving tegenaangewezen is.
Opmerking onder punt 11 van het advies: Gevolg gevend aan het edvies van de Raad van State bij het voorontwerp van decreet wordt in de tekst van artikel 4, eerste lid, 2°, gepreciseerd dat de directe hulp wordt verstrekt "aan de aanmelder".
Opmerking onder punt 12 van het advies Het meldpunt kan persoonsgegevens gedurende maximaal vijfjaar bewaren. De termijn begint te lopen de dag na die van de aanmelding. Als er meerdere aanmeldingen hebben plaatsgevonden waarbij eenzelfde persoon betrokken is, begint de bewaartermijn voor de persoonsgegevens betreffende die persoon te lopen de dag na die van de laatste aanmelding. Dit laatste wordt op suggestie van de Raad van State expliciet vermeld in artikel 6, laatste lid, van het ontwerpdecreet.
Opmerking onder punt 13 van het advies: De Raad van State stelt dat de stellers van het ontwerp dienen na te gaan of de in artikel 6, laatste lid, van het ontwerp bepaalde termijn lang genoeg is in het licht van de leeftijd en de rechten van de slachtoffers van het geweld, het misbruik of de kindermishandeling. Artikel 6, laatste lid, heeft betrekking op het meldpunt en bepaalt het volgende: "Het Meldpunt bewaart de persoonsgegevens van een aanmelder en van personen die betrokken of vermoedelijk betrokken zijn bij geweld, misbruik of > kindermishandeling, op wie een aanmelding betrekking heeft, tot maximaal vijf jaar na de aanmelding of, als voormelde personen betrokken zijn bij meerdere aanmeldingen, tot maximaal vijf jaarna de laatste aanmelding. Persoonsgegevens van personen die jonger zijn dan achttien jaar, worden bewaard tot maximaal vijfjaar na de datum waarop die personen achttien jaar zijn geworden.". Deze termijn is lang genoeg in het licht van de specifieke opdrachten van het Meldpunt: vraagverheldering, advies geven en zo nodig doorverwijzen naar het meest aangewezen hulp- en dienstverlenend aanbod of naar justitie. Deze termijn sluit ook aan bij de termijn die van toepassing is in de bijzondere jeugdbijstand
Opmerking onder punt 14 van het advies: De Raad van State stelde zich hierbij vragen over het toepassingsgebied met betrekking tot het Centrum kwaliteitsbewaking voor de bewaking van de kwaliteit en de uniformiteit van de inschaling van de ernst en de duur van het verminderd zelfzorgvermogen. De Raad van State stelde voor om de memorie van toelichting aan te passen om geen aanleiding te geven tot verwarring. Het advies van de Raad Pagina 77 van 97
van State werd gevolgd en de artikelsgewijze commentaar bij artikel 10 werd aangepest
Opmerking onder punt 15 van het advies: Deze opmerking van de Raad van State had betrekking op de opdrachten van het Centrum kwaliteitsbewaking, vermeld in artikel 12. De Raad van State vroeg zich af of deze opdrachten ook erkenningsvoorwaarden uitmaken. Het voorstel dat door de gemachtigde gedaan werd aan de Raad van State en waarmee de Raad van State instemde werd verwerkt in het ontwerp (zie ook de commentaar bij artikel 12).
Opmerking onder punt 16 van het advies: De door de Raad van State gevraagde precisering werd opgenomen in de commentaar bij artikel 14.
Opmerking onder punt 17 van het advies: Gevoig gevend aan de opmerking van de Raad van State wordt verduidelijkt dat het recht van toegang tot gegevens bij de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand wordt verleend uiterlijk op het ogenblik waarop de jeugdrechtbank met een vonnis uitspraak doet over de grond van de zaak, d.w.z. wanneer de jeugdrechtbank in de zaak van de betrokken jongere voor het eerst een vonnis heeft uitgesproken. Bedoeld wordt dus niet een beschikking van de jeugdrechter waarbij die in de zaak van de jongere een onderzoeksmaatregel beveelt en/of een voorlopige maatregel oplegt. De Raad van State kan niet worden gevolgd in zijn redenering dat het toegangsrecht in belangrijke mate inoperant wordt gemaakt doordat voor het tijdstip vanaf wanneer het toegangsrecht uiterlijk kan worden uitgeoefend, wordt verwezen naar het eerste vonnis van de jeugdrechtbank. Immers, eerst en vooral kan reeds toegang worden verleend alvorens het eerste vonnis wordt uitgesproken door de jeugdrechtbank. De mogelijkheid om het toegangsrecht uit te stellen uiterlijk tot en met het eerste vonnis van de jeugdrechtbank is geïnspireerd op artikel 11, tweede lid, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Dit artikel laat toe dat de dossierhouder een verzoek tot toegeng kan afwijzen als het betrekking heeft op persoonsgegevens vervat in documenten die niet af of onvolledig zijn. Pas op het moment dat een eerste vonnis wordt uitgesproken door de jeugdrechtbank kan men echt spreken van documenten die af zijn of volledig zijn zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk onderzoek van de sociale dienst. Een beschikking van de jeugdrechter daarentegen kan onmiddellijk genomen worden nog voor de sociale dienst op vraag van de jeugdrechter een maatschappelijk onderzoek heeft verrichten en nog voor het (strafonderzoek is afgerond. Bovendien bevat het eerder verlenen van toegang tot het dossier dan bij het eerste vonnis soms het risico dat het geheim van het strefonderzoek wordt geschonden.
Opmerking onder punt 18 van het advies: Op suggestie van de Raad van State wordt in de tekst verduidelijkt dat met de voorgestelde regeling het in het belang van de minderjarige mogelijk wordt gemaakt om de hulpverlening al op te starten in afwachting dat de noodzakelijke instemming Pagina 78 van 97
ermee wordt gegeven wanneer die instemming omwille ven omstandigheden niet onmiddellijk kan worden verleend, of om de hulpverlening op te starten wanneer de instemming omwille van omstandigheden niet uitdrukkelijk kan worden verleend (en de instemming dus moet worden vermoed te zijn gegeven). In de vereiste motivatie moet ook worden aangetoond dat het mogelijke werd gedaan om de werkelijke instemming te verkrijgen.
Opmerking onder punt 19 van het advies: Voor kinderen geplaatst in een pleeggezin wordt maandelijks een forfaitair bedrag gestort op een spaarrekening. De formulering van het te wijzigen eerste lid van artikel 67 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand beoogt een efficiënt beheer en opvolging van dergelijke rekeningen. Dit is onmogelijk indien elke minderjarige of zijn wettelijke vertegenwoordiger beslist op welke rekening dergelijk bedrag moet gestort worden. In de dagelijkse praktijk worden deze rekeningen nu steeds bij eenzelfde financiële instelling geopend. Op deze wijze is het mogelijk generieke afspraken te maken over mogelijke correcties op de gedane stortingen en om later, bij het bereiken van de meerderjarigheid, de jongere te informeren over het bestaan van de rekening. Daarnaast moet het gebruik van de ingeschreven spaargelden op deze rekeningen aan specifieke clausules onden/vorpen worden tijdens de duur van de minderjarigheid van de rekeninghouder De delegatie aan de Vlaamse Regering maakt mogelijk ter zeke specifieke, aangepaste regels vast te stellen. Door deze verduidelijking wordt tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State onder punt 19 van het advies van de Raad van State bij het voorontwerp ven decreet.
Opmerking onder punt 21 van het advies: Volgens de Raad van State was hoofdstuk 6 van het voorontwerp doelloos en het zou ook rechtsonzekerheid kunnen creëren. Hoofdstuk 6 van het voorontwerp had de bedoeling om rekening te houden met de nieuwe coördinatie van de ziekenhuiswet in 2008 (wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008). Met deze opmerking van de Raad van State moet worden ingestemd. Hoofdstuk 6 van het voorontwerp werd dan ook weggelaten.
Opmerking onder punt 24 van het advies: Aan artikel 30 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt nu door het ontwerp van decreet een paragraaf 4 toegevoegd (zie artikel 29 van het ontwerp).Deze paragraaf 4 geeft de noodzakelijke rechtsgrond voor het verlenen of het intrekken van de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging (waarvoor de erkenningsvoorwaarden federaal worden bepaald). Thans wordt de procedure concreet geregeld in het besluit ven de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de procedure voor de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging. Artikel 29 van het ontwerp heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 (zie artikel 78 van het ontwerp), datum van inwerkingtreding van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000. Op die manier wordt tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State onder punt 24 Pagina 79 van 97
van het advies bij het voorontwerp ven besluit. Een "centrum voor dagverzorging" wordt dus niet langer toegevoegd aan de definitie van "verzorgingsvoorziening" in artikel 27 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepelingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (zoals dat nog in artikel 34 van het voorontwerp van decreet de bedoeling was)
Opmerking onder punt 26 van het advies: De Raad van State was van mening det in de ontworpen bepaling een zeer ruime delegatie wordt toegekend aan de Vlaamse Regering om te bepalen dat sommige delen van de erin bedoelde schadeloosstelling niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking zullen komen om het verschil tussen die schadeloosstelling en de tegemoetkoming verleend krachtens het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bij te passen. Volgens de Read van State verdient het aanbeveling de in die bepaling vervatte delegatie aan de Vlaamse Regering nader te omschrijven. Aan deze opmerking van de Raad van State werd tegemoetgekomen. De delegatie aan de Vlaamse Regering werd nader omschreven als volgt: "De Vlaamse Regering houdt daarbij in het bijzonder rekening met de aard en de duur van de materiële of immateriële hulp- en dienstverlening aan de persoon met een handicap en kan daarvoor de voorwaarden vaststellen " (zie ook de commentaar bij artikel 34).
Opmerking onder punt 27 van het advies: Artikel 35 van het ontwerp is opgevat als een interpretatieve bepaling. De Raad van State stelt dat indien die bepaling effectief zo te beschouwen valt, aan dit artikel van het aan te nemen decreet geen retroactiviteit dient te worden verleend. Het is immers eigen aan een interpretatieve bepaling dat zij gevolg heeft met ingang van de detum van inwerkingtreding van de geïnterpreteerde bepaling. Gevolg gevend aan deze opmerking van de Raad van State werd het verlenen van retroectiviteit geschrapt uit de bepalingen inzake inwerkingtreding
Opmerking onder punt 30 van het advies: Aan de Vlaamse Regering wordt de mogelijkheid gelaten om voor de groepen van assistentiewoningen een programmatie vast te leggen van zodra dit nodig mocht zijn (toevoeging van een nieuw derde lid aan artikel 58, §1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009). Zij zou bijvoorbeeld een programmatie kunnen invoeren bij een overaanbod aan assistentiewoningen of als zij aan groepen van assistentiewoningen een subsidie zou verlenen met toepassing van artikel 62 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 Zoals gesuggereerd door de Raad van State onder punt 30 van zijn advies bij het voorontwerp van decreet wordt verduidelijkt dat ook die programmatie zal moeten voldoen aan de criteria van artikel 58, §1, eerste lid, van het Woonzorgdecreet.
Opmerking onder punt 31 van het advies: Deze opmerking heeft betrekking op de erkenning en subsidiëring van partnerorganisaties om de professionaliteit en de kwaliteit van de woonzorg te Pagina 80 van 97
^ i m o ^ e n O e Raad vao S t a t e s t ontworpen artikel 6 ^ ^ t w e e d e ^ aan de Vlaamse Regenng orn de regels te bepalen betrettende de erkenning van de partnerorganisaties en de soborslng en de Intrekking van die erkenning, niet aan oriteria dient te worden verbonden. Gevolg gevend aan de opmerking van de Raad van State wordt de Vlaamse Regering niet alleen gemaobtigd om de prooedoreregels betredende de erkenning te bepalen, maar ook om de erkenningsvoorwaarden vast te stellen. Tevens wordt duidelijk gesteld dat de erkenning sieobts kan worden gesoborstotingetrokkenalsdeerkenningsvoorwaarden n i e t e n nageleetd
Opmerking onder punt 32 van het advies: Deze opmerking betreft het sluiten van een beheersovereenkomst met een partnerorganisatie die in Vlaanderen een unieke expertise op het vlak van de professionaliteit en de kwaliteit van woonzorg ontwikkelt (het ontworpen artikel 68, §2, van het Woonzorgdecreet). Volgens de Raad van State kan de beheersovereenkomst wel praktische afspraken betreffende de erin opgesomde gebieden bevatten, maar geen bepalingen met een normatieve inhoud. Nochtans heeft de Raad van State in 2008 geen opmerkingen geformuleerd bij de huidige tekst van artikel 68 van het Woonzorgdecreet, volgens hetwelk het daarin vermelde "convenant" een inhoud heeft die vergelijkbaar is met die van de bovenvermelde beheersovereenkomst (edvies 45.217/3 van 4 november 2008, Gedr. St. VI. P , 2008-2009, nr. 1975/1, blz. 115 e.v.). Het lijkt dan ook niet nodig om aan de opmerking van de Raad gevolg te geven.
Opmerking onder punt 33 van het advies: Met betrekking tot de wijziging van artikel 253, eerste lid, 1°bis, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij het decreet van 22 december 1993, merkt de Raad van State op dat het geen zin heeft te verwijzen naar artikel 2, 5°, van de op 18 december 1991 gecoördineerde decreten 'inzake voorzieningen voor ouderen', nu deze decreten met ingang van 1 januari 2013 worden opgeheven bij artikel 17, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 'betreffende de groepen van assistentiewoningen' en aan het betreffende artikel van het aan te nemen decreet geen retroactiviteit wordt toegekend. Gevolg gevend aan deze opmerking van de Raad van State wordt, wat de serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening betreft, in de voorgestelde tekst niet langer verwezen naar bepalingen van de op 18 december 1991 gecoördineerde decreten inzake voorzieningen voor ouderen. Die decreten zijn inmiddels opgeheven en de juridische situatie van de serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening wordt thans geregeld in artikel 88, §1, §2 en §5, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009.
Opmerking onder punt 36 van het advies: Het betreffende artikel beoogt een probleem inzake de rechtsgrond van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstel ij nszorg te verhelpen. Volgens de Raad van State dient in dat geval het betreffende artikel terug te werken tot 1 januari 2009, datum
Pagina 81 van 97
van inwerkingtreding van dat besluit. Aan deze opmerking van de Raad van State wordt gevolg gegeven (zie het artikel in het ontwerp over de inwerkingtreding).
Opmerking onder punt 37 van het advies: In artikel 21, §1, van het decreet betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg wordt de term "organisatie met terreinwerking" toegevoegd. Het betreft hier een wijziging van artikel 21, §1, van het decreet van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, "zoals gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2006". De bij dat laatste decreet aangebrachte wijziging is nog niet in werking getreden. Het is wel degelijk de bedoeling om enkel de toekomstige versie van het genoemde artikel 21, §1, te wijzigen, gezien er momenteel nog geen organisaties met terreinwerking erkend of gesubsidieerd worden. Door deze verduidelijking op te nemen in de artikelsgewijze commentaar wordt tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State.
Opmerking onder punt 41 van het advies: Volgens de Raad van State dient in het ontwerp te worden gepreciseerd wat juist onder "zorgvernieuwingsprojecten" wordt verstaan. Er wordt niet ingegaan op deze suggestie van de Raad van State Het is immers de bedoeling om een ruime delegatie aan de Vlaamse Regering te verlenen en om flexibel te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen
Opmerking onder punt 42 van het advies: Omdat het de bedoeling is om in het voorjaar van 2013 een oproep te lanceren in het kader van de zorgvernieuwingsprojecten wordt de inwerkingtreding van de decretale basis bepaald op 15 maart 2013 (zie artikel 78) De inwerkingtreding op 1 september 2012 wordt dus verlaten. Op die manier wordt tegemoetgekomen aan het advies van de Raad van State.
Opmerkingen onder punten 44. 45 en 46 van het advies: In het voorontwerp van decreet was voorgesteld de volgende bepaling toe te voegen aan artikel 13 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin: "§4. De Vlaamse Regering organiseert het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Ze wijst de entiteit aan die de voorzieningen inspecteert. De personeelsleden van die entiteit hebben op elk moment toegang tot de lokalen van de voorzieningen, die bestemd zijn voor activiteiten die door Kind en Gezin worden erkend of gesubsidieerd ofdie met die erkende of gesubsidieerde activiteiten in verband staan. De voorzieningen stellen aan die personeelsleden alle gegevens ter beschikking die voor de inspectie noodzakelijk zijn. Ze staan die personeelsleden toe om ter plaatse de naleving van de bepalingen, vermeld in het eerste lid, te verifiëren en alle stappen te ondernemen die daarvoor nodig zijn.
Pagina 82 van 97
^ n ^ ^ ^ ^ ^ ve^a^op ^ v e ^ a ^ h e e ^ h e ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ n ^ d e v o o ^ ^ ^ ^ ^ Vorens de Raad van State zoo die bepahog, die ook de toegang personeeisieden van het agentsobapZorginspeotie tot de voorzieningen regeit.b^ worden voorzien in bijzondere waarborgen met betrekking tot het betreden van piaatsen, zeits ai zijn zij geen "woning" in kiassieke zin Zo zoo, voigens de Raad, bet toegangsreobt in beginsei konnen worden beperkt tot bepaaide oren ot, ai dan niet in bepaaide omstandigbeden, atbankeiijk konnen worden gemaakt van de maobtiging door een reobter, wat door bet Grondwettelijk Hot, eivast in een stratreobteiijke oontext,wordtbesoboowdaiseenbijzonderewaarborg^otzooeenondersobeid konnen worden gemaakt naargeiang de piaatsen die worden bezoobt.Aengezien bet niet de bedoeiing is dat de inspeotiebevoegdbeid ook plaatsvindt in privéwoningen, zoo dit voigens de Raad van State doideiijk moeten worden ingesobreven. Verder merktde Raad opdatereen redeiijke verantwoording moetbestaanvoorbetteitdat de verslagen van de Zorginspeotie bewijswaarde bebben tot bewijs van bet tegenbewijs, waardoor wordt atgeweken van de algemene regel dat die verslagen geiden ais iootereiniiobting Het artikei maobtigt de ambtenaren van bet agentsobapZorginspeotie om toeziobt oit te oetenen in de iokaien van voorzieningen die bestemd zijn voor aotiviteiten die door Kind en Gezin worden erkend otgesobsidieerdotdie met die erkende ot gesobsidieerde aotiviteiten in verband staan, teneinde na te gaan ot daar de bepalingen van bet deoreet van 30 april 2004 en van de oitvoeringshesloiten ervan worden nageleetd Aangezien privéwoningen bezwaarlijk als "lokalen van voorzieningen" konnen worden besoboowd, wordt niet ingegaan op de soggestie van de Raad van State om die woningen in de tekst van het artikel explioiet oit te sloiten (advies 52 442/3, pont 45) Het artikel dient, wet de aanwijzing betrett van de ambtenaren die met het toeziobt zijn belast, thans te worden gelezen in samenhang met het besloit ven de Vlaamse Regering van 25 maart 2004 tot opriobting van bet intern verzelfstandigd agentsohap Zorginspeotie. Oe bepalingen van het artikel zijn ontleend aan onder meer ertikel 72 van het Woonzorgdeoreetvan 13maart 2000 en aan artikel 23 ven bet deoreet van 20 joni 2012 boodende de organisatie van pleegzorg. Het is immers de hedoeling om de deoretale bepalingen betrettende het toeziobt zoveel mogelijk op elkaar at te stemmen. Gverigens beett de toepassing van voormeld artikei van bet Woonzorgdeoreet tot op heden geen aanleiding gegeven tot problemen. Oe tekst van bet artikel werd den ook zoveel mogelijk afgestemd op die van voormeld artikel 72. Oe Raad van State soggereert om te ovenwegen bet reobt van toegang van de toeziobtsambtenarentotdevoorzieningenmetbijzonderewaarborgenteomringen (advies 52.442/3, pont 44). Oe Raad soggereert daarbij een aantal mogelijke waarborgen. Het is eobter helemaal niet evident om op algemene wijze dezelfde reobtswaarborgen te verbinden aan bettoegangsreobt tot de versohillende voorzieningen. Het deoreet van 30 april 2004 beett immers betrekking op versobillende types voorzieningen, gaande van voorzieningen die ambolante Pagina 83 van 97
jeogdho^veriemngaa^^ a a n b i e d e n d e n ^ voor k i n d e k inloopteams..^^bettoegangsreobt tot de versobihende voorzieningen ai^^ beperken tot bepaaide oren, is dos niet eobtrnoge^korndatsornrnige voorzieningen aiieen overdegboip en dienstverlening verstrekken, terwiji andere voorzieningen zowei overdag ais'snaobtsboip en dienstverlening verstrekken,ener toob voor de ganse door van de boipveriening aan de bepalingen van bet deoreet en zijn oitvoeringsbesioiten moet voldaan zijn. Evenmin ligt bet voor de band om in bet ontworpen artikel, dat opgevat is ais een aigemene regeiing betrettende bet toeziobt op de naleving van de bepalingen van bet deoreet van 30 apnl 2004, waarborgen metbetrekkingtotdetoegangteditterentiëren naargelang bettypevoorzieningdat aan toeziobt onderworpen is. Vandaar det ervoor wordt geopteerd om de ontworpen tekstopdatvlakniettewijzigen Mettoepassing van beteerste lid beettde Vlaamse Regering troowens de mogelijkbeid om bettoeziobt-en dos ook de bevoegdbeid van de toeziobtsambtenaren-verderte regelen. De toeziobtsambtenaren zollen ven bon vaststellingen een verslag opstellen, dat geldttotbettegenbewijs De ^bewijswaarde" en niet "bewijskraobt" (advies 52.442/3,pont45)-totbettegenbewijskan,gevolggevend aan bet advies van de Raadvan State (advies 52442/3, pont45), als volgtworden verantwoord Bewijswaarde tot bet bewijs van bet tegendeel biedt een oitgebalanoeerdevenwiobt tossen de zorg voor een doeltrettendbandbavingsbeleid en de besoberming van de reobten van de betrokken voorziening. De bijzondere bewijswaarde beett enkel betrekking op de teiten die de ambtenaar van Zorginspeotiezelt beett vastgesteld, niet op eventoele gevolgtrekkingen en besloiten die eraan zooden worden verbonden. Wat die ambtenaar zeit beett vastgesteld, wordt geaobt inderdaad zo te zijn geweest. Het tegenbewijs, ot een voldoende ontkraobting van de waaraobtigbeid van de opgetekende teiten, kan door de voorziening met alle mogelijke middelen worden aangebraobt. Met betrekking tot prooessen-verbaal leest men in de reobtsleer immers dat "de toekenning van bijzondere bewijswaarde aan bet prooes verbaal ven overtreding vraagt om een verpliobting tot kennisgeving van een kopie van bet prooes-verbaal aan de persoon lastens wie geverbaliseerd werd. Het bewijs van de teiten en bet dadersobap is er bierdoor nog niet; dat moet volgen in de verdere dossieratbandeling" (5) En zoals de Raad van State zeltaangeett, gaat bet bier niet om een bepaling in stratreobtelijkeoontext Zelts al wordt bet prinoipe doorgetrokken naar bet bestoorsreobtelijke domein, dan kan ook bier worden eangenomen dat bet gaat om een reobtmatigeoitzondering op de regel dat een prooes verbael (bier verslag van vaststelling) geldt als een Iootereiniiobting.De gewesten en gemeensobappen besobikken namelijk onder de geldende bevoegdbeidsverdeling over de mogelijkbeid om de bewijskreobt van prooessenverbaal te regelen (artikels,lid 3,2^, van de bijzondere wet van5aogostos 1950 tot bervorming der instellingen). Overigens kiest de wetgevingspraktijk baast altijd voor een bewijswearde tot bewijs van bet tegendeel (5). Dit is dos ook bet geval in de versobillende dooreten met betrekking tot welzijnsmateries, zoals blijkt oit de bierboven vermelde dooreten en ook oit artikel17van bet deoreet van 20 april 2012 boodende de organisatie van 5
POPELIER, P., BILLIET, C , VAN AEKEN, K. EN DEBEN, L , Straf- en admmistratieve sancties in Vlaamse regelgeving. Aanbevelingen v o o r e e n sterker handhavingsbeleid. ICW eindrapport 7 december 2009, Interuniversitair Centrum voor Wetgeving, 2009, 277. Vlaamse wetgevingsinventaris.
6
Pagina 84 van 97
kinderopvang vao bab^s en p e o ^ inbreoken op de regelgeving te kunnen v e s t s t e ^ ziobtbeer biijven omdet de voorziening deereensnei ken verbeipen Het is den mogelijk det een die inbreoken ei verboipen is op bet ogenblik det de overbeid een beslissing neemt om die inbreoken te senotionerenot op bet ogenbhk det. ne een bezweer ot vervolgens ne een beroep tot nietigverklering tegen de beslissing, over dat bezweer ot det beroep wordt besiist Hetteitdetopbetogenbiikvande definitieve beslissing mogelijk ean de inbreoken is verboipen. neemt niet weg det er ten tijde van de vaststelling manifeste inbreoken waren Gelet op bet onvermijdelijke tijdsverloop tossen bet tijdstip van de vaststelling van de inbreoken en de beslissing tot sanotionering van die inbreoken en op bet feit dat in bet beslissingsprooes ook instanties konnen tossenkomen die geen deel oitmaken van de Vlaamse overbeid (de Adviserende beroepsoommissie inzake gezins en welzijnsaangelegenbeden. die bestaat oit personen die niet tot de Vlaamse overbeid beboren; de Raad van State), is bet vereist dat de inbreoken worden vastgesteld in een verslag met een bijzondere bewijswaarde Aldos zal dat verslag bet nodige gezag genieten bij die externe instanties In de regel wordt bet verslag door bet agentsobapZorginspeotie aan de voorziening in kwestie toegestoord en kan die voorziening daarbij opmerkingen tormoleren. alvorens bet verslag aan bet fonotioneel bevoegde agentsobep. in oaso bet agentsobap Kinden Gezin, voorverdereafbandelingwordtbezorgd
Opmerkioo ooder punt 47 van het ad^es: Op vreeg ven de Reed ven Stete wordt de deoretale r e o h ^ wordt in het deoreet van 30 april 2004 tot opriohting van het intern v e r z e t t e n d e agentschap met reohtspersoonlijkheid Kind en Gezin, met hetrekking tot de hevoegdheden van toezichtsamhtenaren en met hetrekking tot de bijzondere bewijswaarde die toegekend wordt aan de verslagen, niet retroaotiet in werking gesteld Er wordt voor dat artikei geen bijzondere inwerkingtreding hepaaid. zodat de normale regel van inwerkingtreding kan geiden (de tiende dag na de bekendmaking vanbetdeoreetinbetBeigisohStaatsbiad)
4. Repiiek op de opmerkingen vao de strategisohe adviesraden a) Repiiek op het advies van de Strategische Adviesraad voor het Viaamse Weizijns^^Gezoodheids-enGezmsheieid(SARWGG)vao12septemher 2012 Het advies van de SAR WGG werd opgebouwd per bootdstuk van het voorontwerp van decreet zoais het principieel werd goedgekeurd door de Viaamse Regenng op 20 juli 20t2.Oezeitde opbouw wordt ook hierna gehanteerd Hootdstuk2 Meldpunten "Geweld, Misbruiken Kindermishandelino"
^^hefre^e^v^a^^rh^ iBoorz/en^ordenB
P^na85v8n97
Het Mespunt 1712 is sinds maart 2012^ 200 oproepen. Oat zijn er niet meer dan vroeger bij de oentra en de vertrouwensoentra kindermisbandeiing.1712moet dos nog bekender worden bij bet roime pobhek Het proberen van een aigemeen nommer voor de borger vereist een v o ^ e h o ^ d e n o o m m ^ o a ^ e v e ^ ^ ^ steiien de oentra aigemeen welzijnswerk en de vertroowensoentra kindermisbandeiing aiies in bet werk om de teietonisobe instroom van borgers zoveei mogeiijkte verplaatsen naarbetMeidpont17120itboodtindatbestaande teietooniijnen voor bet tbema'geweid, misbruik en kindermisbandeiing'niet meer naar bet pobiiekgeoommonioeerd worden. Voorts wordt gewerkt aan een meerjarig oommonioatiepian waarin de versobillende geweidprobiemetieken en doelgroepen worden opgenomen Waar tot nog toe getooostwerd op kindermisbandeling zai in de toekomst ook aandaobt gaan naar andere geweldprobiemetieken Oeoampagneinbetvoorjaar2013zal in betteken steen van intratamiüaaigeweid. In de campagne ven bet najaar 2013wordtgetooost op ooderenmis(be)bandeiing. Een eftioiënt en etteotiet ontwikkeltraject wordt opgezet om bet e-do^s/e^^no^oneet te vegeteren Oebetroowbaarbeid en gebroiksvriendeiijkbeid van bet systeem en de opleiding van de direote gebroikers vormen daarbij belangrijke aandacbtsponten in ditkaderworden ook de nodige financiële middeien vrijgemaakt Erwordt gewerkt aan een hande^n^s^ade^Bd^aa^oe^^7^2voo^cte me/dp^nfmede^e^e^s waarin de opdraobten van bet1712-nommer (vraagverbeldenng^intormatieverstrekking. edvies ot onmiddellijke en naadloze doorvenwijzing naar de meest gesobikte en meest nabije bolp-ot dienstverlening ot naar jostitie)verder worden geëxpliciteerd Oaarnaast wordt ook werk gemaakt van andere vormen van praktijkondersteoning: een von^/n^s-en tra/n/n^saanhoctvoor meldpontmedewerkers.teamove^sch^dendeoa^she^pre^n^enenadv/esove^ deontoto^sohev^aa^^^en Erwordt gewerkt aan een Vlaamse ^ e h ^ e ^ 7 ^ 2 m e t een publieksgedeelte en een gedeelte voor professionals (kennis-en oitwisselingsplattorm) In dit kader werden de nodige tinanciéle middelen vrijgemaakt. Het Meldpont1712wordt ook gecontronteerd met specitieke oitdagingen.onder meer in de context ven (seksoeel)misbroik bij volwassenen in een tberepeotiscbe relatie. In dit verband wordt momenteel de p/ste bekeken van een hoven/o^a/e con^ssBeBhao^o^oevanhef^eBdp^^ van vo^assenen/n^eza^s-re/a^e te onderzoeken IBtBathe^e^devr^aohoedeme/dn^ntenz/ohve^o^dentotde^e^^en^oentr^ ^nden^^hande^no.ctetnteo^ate^e^odh^deoemandatee^evoo^en^^ O^dFoo^s.atoemeen^ve^nsiver^. HetMeldpont1712iservooralleborgers. in gelijk welke boedanigbeid: als slacbtotter. als pleger ot als burger die bezorgd is over ot een vermoeden beett van een risicositoatie. Het meldpunt is niet bedoeld voor professionele verwijzers Zij konnen een beroep doen op de gemandateerde voorzieningen Het Meldpont1712integreert de meidponten.aanspreekpunten en ontbaalwerkingen van de vertroowenscentra kindermisbandeling (VK's) en van de centra elgemeen welzijnswerk (OAWs) Het mandaat ven1712isdoidelijk gepositioneerd ten opziebte van betjeogdbolpaanbod (centra algemeen welzijnswerk, centra geestelijke gezondbeidszorg. )en van de gemandateerde voorzieningen (vertroowenscentra Pagina 86 van 97
kindermisbandehngencom^ onde^eumngscen^ajeog^ h^pverieoingsproceseo meer bepaal vao het Meldp^^ onthaal of oaar begeleiding Het Meldpoot1712^momenteel beperkt tot telefonisohe aanmeldingen meteeo rnogelljke uitbreiding naar vormen van onlineboipverlening(e maii en obat^Cbild Foous beett een obatkanaei voor ionoerentobat^obiidtoou^oro^ Het betrett oniinebulpveriening waarbij zowei gebruik kan worden gemaakt ven e-maii en obat Het beleidsdomein en CbiidFoous bebben afgesproken dat zij, rekening boudend met de resultaten van bet lopende projeot (tebruari 2013), zuilen bekijken ot en boe een obatlijn,voorwelke doelgroep mogelijks kan geïnitieerd worden op niveau van bet Meldpunt1712. Het mandaat van de gemandateerde voorzieningen reikt verder dan bet mandaat van bet Meldpunt 1712. Zij bebben de bevoegdheid en de verantwoordelijkbeid om een verontrustende situatie verder te onderzoeken en desgevallend een interventie te initiëren Als gemandateerde voorziening zullen bet VK en bet GGJ in de Integrale Jeugdhulp vaoatljar^uari 2014 de bevoegdheid bebben om de overgang te maken naar de gerechtelijke bulpverlening. Bij het VK gaat het toegekende mandaat bovendien gepaard met een grote zorgverantwoordelijkheid t.e.v.de gemelde situatie
Hoofdstuks Gentrum kwaliteitshewakioo voor de bewakioo ven de kwaliteit en de uniformiteit van de insobahno van de ernst en de duur van bet verminderd zelfzorovermooen Het Gentrum voor kwaliteitsbewaking indioatiestellingen kadert binnen de indicatiestelling voorde zorgverzekering Een correcte toepassing van de BEL schaal (later BELRAI) staat of valt met een goed uitgebouwde intervisie/vorming.Gp 21 april 2010werd in het Vlaams Parlement een resolutie gestemd naar aanleiding van het Jaarverslag vao de Vlaamse Gmbudsdienst, waarin werd gewezen op de noodzaak om te blijven waken over de objectieve toepassiog van de indicatiestellingen in de zorgverzekering. Oe Vlaamse Ombudsdienst erkende dat er inspanningen werden gedaan om te komen tot een eenduidige interpretatie maar was van mening dat verdere evaluatie noodzekelijk blijft. Om de betrokken actoren bierbij te begeleiden is er nood aan een orgaan die deze intervisie en vorming ondersteunt. Oaarbij gaat aandacbt uit naar het doorbreken ven mogelijke schotten tussen de versohillende diensten die indicatiestellingen uitvoeren. Het gaat om eeo veertigtal diensten maatschappelijk werk, een twintigtal pnvate diensten gezinszorg en alle ocmw's. Tot nog toe ontbreekt dergelijke instantie die-in nauwe samenspraak met het Vlaams Zorgfonds en de betrokken aotoren over alle schotten in de sector heen de indicatiestellers begeleidt, ondersteunt eode kwaliteit mee helpt waarborgen.Er bestaat enkel eén ad boe platform dat sporadisch bijeenkomt om tot eenvormige interpretatie te komen van de BEL-schaal. Oit berust op vrijwillige medewerking van de betrokken indicatiestellers Oe vorming van de indicatiestellers wordt momenteel ook volledig ingevuld door de betrokkenorgenisaties Oit leidt tot verschillen Het volstaat immers niet dat iedere Pagina 87 van 97
gemaobtigde iod^atiestehe^ vermLAhe gemaobtigde iodioetieste^ te zijo eode definities op dezeifde manier te interpreteren Boveodienisbet beiengrijk om de resultaten van de oontroies te kunnen voorleggen en bespreken om tot kwaliteitsverbetering te komeo Met de opriobtiog vao ééo oeotrum wordt daaraan verboipeo. In eerste instantie zai bet kwaliteitsoentrum werken rond de BEL-sobaai. Op termijo wordt dat de BEL-RAI die zowel io de wooozorgoentra,de thuiszorgen de zorgverzekeriog zai gehanteerd worden. Het vormingsoentrum moet worden opgeriobt door organisaties betrokkeo bij de iosohaiiog van de ernst en de duur van bet verminderd zeifzorgvermogen ais een vereniging zonder winstoogmerk Het is dus de bedoeiing dat de seotor zeif bierin zijn verantwoordelijkheid oeemt
Hoofd^uk^ Blondere ieuodb^and ^fhef^detoeoan^^^ oe^hfe^e^odh^and Ooor de social diensten voor g e r e o h ^ k e j e u g d ^ bepehngen ven bet betrettende ertikei wordt dezeitde toegengsregeiing ven k ^ eis voor de dossiers die bij de oomités voor bijzondere jeugdzorg, de sooieie diensten voor vrijwiiiige jeugdbijstend en de bemiddeiingsoommissies worden beweerd. Wei moet er rekening mee worden gebouden det een de sooieie diensten voor gereobteiijke jeugdbijstend door megistreten,beiest met jeugdzaken, opdreobt ken worden gegeven voor bet verriobten ven meetsobeppeiijke onderzoeken betrettende minderjerigen in probiemetisobe opvoedingssituaties ot minderjerigen die een eis misdrijt omsobreven teit bebben gepieegd, en dat ze daarover aan die magistraten sobritteiijk moeten rapporteren Bijgevolg kunnen ziob in een dossier bij de sooiaie dienst voor gereobteiijke jeugdbijstand documenten bevinden die zijn opgesteld voor jeugdmagistraten en die ziob bijgevolg ook in bet dossier bij de jeugdreobtbank zuiien bevinden Ook kan bet zijn dat die sooiaie dienst besobikt over intormatie die bem door jeugdmagistraten is meegedeeld en die afkomstig is uit bet dossier bij de jeugdreobtbank. Nu is inzage in bet dossier bij de jeugdreobtbank geregeid in artikei 55 van de wet van8eprii1965 betrettende de jeugdbesoberming^ bet ten laste nemen van minderjarigen die een ais misdrijf omsobreven teit bebben gepleegd en bet berstei van de door dit teit veroorzaakte sobade. Het kan niet de bedoeiing zijn dat de toepassing van dat artikel 55 wordt omzeild door toegang te verlenen tot dezeitde documenten die ziob in bet dossier bij de sooiaie dienst voor gereobtelijke jeugdbijstand bevinden Oaarnaast moet ook bet gebeim van bet stratreobtelijk opsporingsonderzoek worden geëerbiedigd, dat gewaarborgd wordt door artikei 28duinquies,^, van bet Wetboek van strafvordering Om die redenen kunnen sommige documenten of gegevens in bet dossier bij de sooiaie diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand niet toegankelijk zijn (zie bet derde iid van paragraaf^). Oit wordt bewaakt door de dossierbouder. ^athefre^hef^e^e^s^hrooa^er^ohftenvoor^de/evanhet^onds^onoe^ ten aanz/en van c t e z ^ e n ^ n d s e n . om med^ohe bosten ^evoo^oesohofenz^n rechtstreeks te ^nnen^eo^oereren van ctez/e^rentondsen Pagina S8 van 97
De SAR WGG pleit ervoor om deze werkwijze ook te kunnen toepassen voor personen die verblijven in een voorziening voor personen met een handicap. De door de SAR WGG voorgestelde piste is interessant, maar vereist verder (juridisch) onderzoek voor een eventuele inpassing in het decreet inzake het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (welk decreet verschilt van het decreet inzake bijzondere jeugdbijstand) Dit onderzoek kan niet op korte termijn gebeuren. In het kader van dit voorontwerp wordt deze piste dus niet ingeschreven
Hoofdstuk 7. Overdracht van onroerende goederen aan openbare psychiatrische zorgcentra In het ontwerp van decreet is niet langer sprake van een overdracht in volle eigendom van de onroerende goederen die thans gewoon "ter beschikking gesteld" zijn door de Vlaamse Gemeenschap aan de openbare psychietrische zorgcentra van Geel en Rekem. Er werd gekozen voor een zakelijk recht van erfpacht, voor een termijn van vijftig jaar. Het verlenen van een recht van erfpacht komt tegemoet aan enerzijds de behoefte voor de openbare psychiatrische zorgcentra om financiering aan te trekken voor onroerende investeringen en anderzijds aan de ambities van de Vlaamse Regering voor een goed vastgoedbeleid en het goed beheren van het eigen erfgoed van de Vlaamse overheid. Meer concreet hebben dus de volgende belangrijke aspecten meegespeeld in de keuze voor het zakelijk recht van erfpacht: 1) de mogelijkheid voor de openbare psychiatrische zorgcentra om op zelfstandige basis naar financieringsmogelijkheden te zoeken; 2) er ken vanuit de overheid als grondeigenaar en waarborgverlener blijvend ingespeeld worden op zich in de toekomst wijzigende organisatiestructuren en/of specifieke noden binnen het veld van de zorg- en welzijnssector; 3) de versnippering van onroerende goederen in eigendom van de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap/ Vlaamse Gewest wordt tegengegaan, ook in functie van een goed beheer van de erfgoedwaarde van de sites. Omwille van de voormelde redenen werd dus afgezien van een overdracht in volle eigendom aan de openbare psychiatrische zorgcentra, zoals bepaald was in het voorontwerp van decreet.
Hoofdstuk 14. Woonzorg Met betrekking tot de opmerkingen in het advies omtrent de versoepeUna van de leeftijdsgrens in een woonzorgvoorziening. in die zin dat voor personen jonger dan 65 iaar een opname in een woonzorgvoorziening niet slechts uitzonderlijk en onder bepaalde voorwaarden mogelijk is. maar onder de voorwaarden die de Vlaamse regering bepaalt (artikel 48 van het voorontwerp):
Pagina 89 van 97
Het is inderdaad met mogehjk in d^ mimmumiee^dvan65jaarindewoenzergveerzieningen. Vereoderingsversobijnselen en de daaruit voortkomende verminderde m e g e ^ ^ tot zeitzorg, doen zioh inderdaad ook voor bij een aantai personen jonger dan 65 jaar Bij oudere kwetsbare personen met een beperking ot een geestesziekte manitesteren deze verouderingsversobijnseien ziob vaak op iets jongere ieettijd Deze groepen bebben uiteraard ook reobt op toegang tot de aangepaste zorgvormen indewoonzorg.zonderdatditgepaardboetttegaanmetteveeiadministratieve verpüobtmgen in de praktijk merken we dat wanneer 65piussers die tijdens bun aotieveieven de zorgopziobgenomen bebben voorpersonen meteen beperking otvoor geesteszieke personen, opgenomen worden in een residentiele woonzorgvoorziening, zij geregeid ook vragen dat de jongere tot dan toe inwonende persoon ook in betzeitde woonzorgoentrum tereobt kam Dit zou een vrije keuze moeten zijn van de burgers in kwestie, en dat is bet, spijtig genoeg, niet aitijd, wegens tekorten aan residentiele opvangpiaatsen in de seotor gebandioaptenot de seotor van de geestelijke gezondheidszorg. Naarmate voor laatstgenoemde personen bet eantaiopvangpiaatsen kan uitgebreid worden, zei de vrije keuze realiteit worden.
Met betrekkina tot de schrapping van de verplichting om kortverbiijf in elk woonzorgcentrum te realiseren (artikel 50 van het voorontwerp): De SAR WGG geeft in het advies niet de juiste betekenis aan artikel 50 van het voorontwerp van decreet. Er was voorheen immers geen verplichting om in elk woonzorgcentrum kortverbiijf te organiseren, wel dienden er, volgens artikel 58, §3 en §4, van het woonzorgdecreet, in de programmatie per gemeente minstens 3 (kortverbiijf) of 5 (dagverzorgingscentrum) gereserveerd blijven voor gemeenten waar deze zorgvormen nog niet gepland of erkend waren. Deze bepaling is geschrapt omdat er op deze menier plaatsen in de programmatie geblokkeerd bleven, die - bij gebrek aan geïnteresseerde uitbaters in de gemeente - nooit aan exploitatie toe kwamen. Ook werd door het woonzorgdecreet de bepaling ingevoerd dat een woonzorgcentrum of een centrum voor herstelverbhjf ook 1 plaats kortverblijt kan omvatten, en werd dus het voorheen bestaande minimum van 3 plaatsen afgeschaft. De inplanting van kortverbiijf dicht bij de vaste woonplaats van de oudere is minder prioritair dan het is voor een opname in een dagverzorgingscentrum. Immers, in dit laatste geval moet de oudere elke dag de verplaatsing doen, terwijl het in kortverbiijf gaat om een residentieel verblijf van enkele weken. De uitbating van een centrum voor kortverbiijf in een woonzorgcentrum heeft meer kans op betere kwaliteit van zorg door de economische schaalgrootte en de expertise van het daar reeds aanwezige personeel.
Met betrekkina tot de nieuwe procedure voor het verlenen van de voorafgaande vergunning (artikel 51 van het voorontwerp): Stun'ng op de omvang van het aanbod Het is u bekend dat de federale overheid een moratorium hanteert voor de financiering van ROB- en RVT-plaatsen. Indien elle nu reeds geplande plaatsen Pagina 90 van 97
zouden ope^ioneeleo dus erkeo^ ovorsobrodon zijn Voor zover do z e s d e s ^ u^ovoord, zou dit dus ieiden tot pleetsen in do woonzorg weer or goon fedorelo tinenoiering voor verleend wordt Dit moet uitereerd vermeden worden. Anderzijds duurt het soms heel leng eer gepiende pleetsen ook gebouwd en uitgebeet worden, omdet voorzieningen weohten om met de bouw/verbouwing te beginnen tot een minimele eoonomisobe sobeelgrootte bereikt is, weervoer men dus een eentel jeren voorlopige vergunningen moet'bijeen speren'. Het nieuwe systeem zei er deerom in de eerste pleets op genobt zijn om een eentel reeds geplende pleetsen vluggertot uitbeting te brengen(door samenvoeging ven meerdere reeds verleende vooretgeende vergunningen, door bet toekennen ven prioriteit een initiatietnemers die denk zij een beperkt eentel bijkomende pleetsen een reletiet groter aanbod kunnen realiseren...). In de eerste periode zei binnen bet nieuwe systeem een eerder beperkt aantal plaatsen bekomend worden toegekend via vooratgaande vergunning, en dit zolang de problematiek omtrent bet tederaal moratorium, en/ot bet gebrek aen budget na de overheveling in bet kader van de zesde staatshervorming, niet kan opgelost worden. Ik wil er overigens op wijzen dat de geldigheidsduur van een vooratgaande vergunning door mijn voorganger,ministerVanaokere,reeds gevoelig in tijd is ingekort, om bet'in porteteuille'bouden van plaatsen tegen te gaan. Maar er is nu eenmaal tijd nodig om een voorziening te bouwen. ^ n n o oo ^ a ^ e / f van het aanhod Tot nog toe werden aanvragen voor vooratgaande vergunning behandeld in obronologisobe volgorde. En vermits de verboging van bet aantal ouderen in de bevolkingsprognoses telkens vanatljanuari van elk jaarwerd door-verrekend,was er tot nog toe telkens de eerste werkdag van een jaar een enorme piek in het aantal aanvragen De prooedure liet ook niet toe ondersobeid te meken naargelang de kennis en ervanng in bootde van de aanvragende initiatietnemerot de garanties die deze kan geven op vlak van kwaliteit van zorg. Deze aspeoten zullen in de nieuwe prooedure in de beoordelingsoriteria verrekend worden. De oriteria die daarvoor zullen gehanteerd worden zullen openhaar bekendgemaakt worden. Uiteraard is daarvoor een besluit van de Vleamse Regering, en wellioht ook een Ministerieel Besluit noodzakelijk, dat op beden in voorbereiding is, en waarover met de seotor besprekingen lopende zijn. De ervanngen die bet agentsobep Zorg en Gezondheid met de nieuwe prooedure opdoet, zullen uitwijzen ot bet aangewezen is de nieuwe werkwijze aan te bouden voor de toekomst Deze ervaringen en de evaluatie van de nieuwe werkwijze zullen uiteraard ook transparant en objeotiet bekend gemaakt worden, zodat we samen naar de best mogelijke oplossingen kunnen gaan. Dweet ook dat bij de operationalisering van de zesde staatshervorming,Vlaanderen volledig bevoegd zal zijn voor programmatie, erkenning én tinanoiering van de residentiele woonzorg. De adviezen van de SAR WGG zullen dan een inspiratiebron zijn, om bet beleid zo veel mogelijk te kunnen steunen op wetensohappelijke inziobten Men moet eobter realistisob zijn over de mogelijkbeid om inde oomplexe maatschappij waarin we leven, wetensobappeiijk gefundeerde besluiten te kunnen maken over de beboetten aan ouderenzorg, en over de fondsen die daarvoor nodig zijn. Recente wetensebappelijke projeoten die de Viaamse overbeid heeft gesubsidieerd, hebben niet tot concrete resultaten geleid Belendende overheidsmaatregelen zoals dienstencbeque systemen, sociale woningbouw, mobiliteitsplannened geven ook antwoord op deels dezeitde vragen/beboetten van Pagina 91 van 97
ouderen. Programmatienormen worden tot nog toe vaak afgeleid uit gegevens over het concreet gebruik door de doelgroep in het verleden. Met betrekkina tot de 'werkgroep' woonzorg (artikel 54 en 55 van het voorontwerp): Deze artikelen wilden het decretaal mogelijk maken om werk- en stuurgroepen, waarin externe actoren en beroepsgroepen samenwerken met de overheid om in tijdelijke projecten nieuwe concepten en instrumenten uitte bouwen, een vergoeding te kunnen geven in de vorm van zitpenningen. Dit is reeds mogelijk voor een aantal werkgroepen vermeld in het preventiedecreet en eerstelijnsdecreet. Voor de woonzorg is daar ook nood aan (bijvoorbeeld: project referentiekader kwaliteit van zorg in ouderenzorg). Er is geen enkele interferentie met de taken van de SEL's. Uiteindelijk werd beslist om deze artikelen uit het voorontwerp van decreet te schrappen. Een rechtsgrond voor de ondersteunende werkgroepen voor de ouderenzorg werd opgenomen via amendement in artikel 41 van het decreet van 21 december 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013. In het ontwerpdecreet dat leidde tot het decreet van 21 december 2012 was immers in artikel 41 al een gelijkaardige bepaling opgenomen voor werkgroepen voor het gezondheidsbeleid.
Hoofdstuk 16. Eersteliinsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders "Organisaties met terreinwerking" wordt als nieuwe term opgenomen om een decretale basis te voorzien voor organisaties die werkzaam zijn op het 'geïntegreerde mesoniveau', het niveau boven het praktijkniveau dat het ondersteunend niveau voor de zorgaanbieders in de eerstelijnsgezondheidszorg moet worden. Er is immers nood aan samenwerking, coördinatie, overleg en communicatie over de disciplines heen alsook aan dwarsverbindingen tussen de welzijnssector en de gezondheidssector.
Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk In artikel 3 van het decreet van 3 apnl 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin worden de definities van "organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk" en "organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk" aangepast. Tevens wordt een definitie van "sectorale regelgeving" toegevoegd. De huidige definities van "organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk" en "organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk" bleken immers onduidelijk. Zo zijn er volgens de huidige definitie organisaties die zowel ingebouwd als autonoom kunnen zijn. Die onduidelijkheid kwam ook al tot uiting in adviezen van de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden. De nieuwe definities willen hier duidelijkheid brengen en de grijze zone tussen de beide soorten organisaties wegwerken. Organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk moeten minstens hoofdzakelijk met vrijwilligers werken en mogen niet erkend of gesubsidieerd zijn met toepassing van een endere sectorale regelgeving (dan het decreet vrijwilligerswerk)
Pagina 92 van 97
Organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk werken met vrijwilligers, ongeacht de verhouding van het aantal vrijwilligers tot het aantal beroepskrachten, én ze zijn erkend of gesubsidieerd met toepassing van een andere sectorale regelgeving (dan het decreet vrijwilligerswerk). Omdat deze wijzigingen inderdaad impact/gevolgen hebben voor bepaalde organisaties werd in artikel 78 van het voorontwerp in een overgangsregeling voorzien. Voor organisaties die tot nu toe onder de definitie van organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk vallen en als zodanig erkend zijn, en die ingevolge een aanpassing van die definitie niet langer als een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk kunnen worden beschouwd - en dus in principe niet langer als zodanig erkend kunnen blijven -, wordt in een overgangsregeling voorzien. Ze kunnen nog gedurende bijna twee jaar - dit wil zeggen tot en met 31 december 2004 - erkend blijven en gesubsidieerd worden
b) Repliek op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) van 12 september 2012 De SERV heeft met betrekking tot het voorontwerp van decreet gemeld dat hij geen advies zal formuleren. De vertegenwoordigers van de Vlaamse sociale partners binnen de Strategische adviesraad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (SAR WGG) zullen bij de bespreking van het dossier binnen dit forum, de standpunten van hun respectieve organisaties formuleren. Een repliek is hier dan ook niet nodig (zie de repliek op het advies van de SAR WGG onder a)).
c) Repliek op het advies van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken (VLABEST) van 4 september 2012 Wat betreft de vraag van VLABEST om hetgebrutk van verzameldecreten tot een minimum te beperken Het voordeel van een verzameldecreet is de efficiëntiewinst. Op die manier worden verschillende voorgestelde decreetswijzigingen in het beleidsdomein in één beweging voorgelegd aan de bevoegde instanties. Er worden inderdaad in een aantal bepalingen inhoudelijke keuzes gemaakt, maar de voorgestelde wijzigingen aan de decreten raken niet aan het fundament van deze decreten. Er worden drie autonome regelingen opgenomen in het ontwerp van decreet, die geen wijziging inhouden van bestaande decreten: Meldpunten "Geweld, Misbruik en Kindermishandeling", Centrum kwaliteitsbewaking voor de bewaking van de kwaliteit en de uniformiteit van de inschaling van de ernst en de duur van het verminderd zelfzorgvermogen, zorgvernieuwingsprojecten. De omvang en draagwijdte van deze regelingen is echter niet van die aard om de opname in een apart decreet te verantwoorden. Tot slot kan opgemerkt worden dat de Raad van State geen opmerkingen formuleerde over de gehanteerde techniek van het verzemeldecreet.
Pagina 93 van 97
Wat betreft de beslissing om geen reguleringsimpactanalyse (RIA) op te maken VLABEST vindt dat de uitzonderingsgronden die in de nota aan de Vlaamse Regering ingeroepen werden om geen RIA op te maken, valabel zijn (nota aan de leden van de Vlaamse Regering in het kader van de principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet door de Vlaamse Regering op 20 juli 2012, p. 12 tot en met 16). Wel stelt VLABEST dat in het geval van een verzameldecreet een RIA een duidelijke meerwaarde zou kunnen betekenen door het afwegingstraject voor de belangrijke inhoudelijke voorstellen in kaart te brengen. Uit de toetsing aan de RIA-uitzonderingsgronden is gebleken dat het opmaken van een RIA hier geen meerwaarde had. VLABEST vindt de uitzonderingsgrond "geen vrije politieke beleidsruimte meer" trouwens valabel op zich. Bovendien wordt in de memorie van toelichting duidelijk en uitgebreid het waarom aangegeven van de belangrijke inhoudelijke voorstellen
d) Repliek op het advies van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWl) van 27 september 2012 De VRWl stelt dat het voorontwerp van decreet een beperkt aantal raakvlakken heeft met het wetenschaps- en innovatiebeleid, met name het hoofdstuk over de wijzigingen aan het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg en het artikel over de subsidiering van zorgvernieuwingsprojecten. Wat betreft de wijzigingen aan het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg De VRWl vindt het positief dat de bepalingen inzake multidisciplinaire wetenschappelijke ondersteuning worden aangepast. Hierdoor kunnen de middelen flexibeler worden ingezet, en worden toegewezen aan andere wetenschappelijke onderzoeksteams waar de meest geschikte expertise voor de opdracht in kwestie aanwezig is. Het laat de Vlaamse overheid ook toe nieuwe prioriteiten in haar beleid rond geestelijke gezondheidszorg te bepalen. Een repliek hier is dan ook niet nodig. Wat betreft de rechtsgrond voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten De VRWl vraagt dat de oproep en subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten in het kader van Flanders' Care maximaal zou afgestemd worden en beslist worden in complementariteit met de oproep voor IBBT-proeftuinprojecten Zorginnovatie Vlaanderen, en eventuele andere initiatieven vanuit het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovetie. De proeftuin Zorginnovatieruimte Vlaanderen met zijn platformen en projecten situeert zich nog volop in de onderzoeks- en ontwikkelingsfase. De demonstratieprojecten vormen de brug tussen het afronden van onderzoek en ontwikkeling en het uitrollen van de innovatie over heel Vlaanderen. Het gaat dus om verschillende fasen, met elk hun eigen beslissingskader. Wel zijn er contacten tussen Pagina 94 van 97
het beleidsdomein Econome W ^ Weizijn, Veiksge^endheid en G e ^ kienkberdoomm^sie opgezet die besteet uit versobiiiendeieden ven het Zorgvemieuwingspiettormven eenders'Cereenversobiiiendeeo^ werkveld en die eis teek beett om nieuwe innovetieve ideeën een te reiken voor de proettuinplettormen Oeproettuinoproep is georganiseerd door bet Agentsobep voor Innovetie door WetensohepenTeobnologie(iWT),ookvertegenwoordigdinbetbureeuven Fienders'Cere. Oe proeftuin Zorgmnovetieruimte Vleenderen meekt dus deel uit ven bet brede Flenders'Oere-verbeel Flenders'Oere is een trensvérseeitrensitieprojeot, weer vele beleidsdomeinen en stakeholders bij betrokken zijn. Het doei wes net om de versnipperde spelers beter te oonneoteren met het oog op innovatiet ondernemersohap in de zorg Oe proeftuin Zorginnovatieruimte Vlaanderen zit in het jaarplan van Flanders'Oare. Verdervraagt de VRWl erover te waken dat binnen Flanders'Oare,ook voldoende aandaobt gaat naar bet biomedisob onderzoek (bet'oure'luik) en niet enkel naar zorginnovatie. Met Flanders'Oare beeft de Vlaamse overheid als doel innovatie en ondernemersohap te stimuleren in alle vormen van zorg, met bet oog om de kwaliteit van zorgteverbeterenMet Flanders'Oarewil de Vlaamse Regering de medisob teohnologisohe vooruitgang aanwenden in bet voordeel van de zorggebruikers en voor industriële vermarkting van Vlaamse innovatie Zo ken onder meer aan de veranderende behoeften van een steeds groter wordende groep van mensen met beperkingen worden voldaan. Flanders'Oareoonoentreert ziob dus vooral op zorg, maar daarbij wordt ook bet'oure'aspeot van zorg in zijn brede betekenis niet vergeten Zo gat bet Zorgvernieuwingsplattorm van Flanders'Oare in bet verleden al advies over bet biomedisob onderzoek Oetarma seotor is trouwens vertegenwoordigd in het Zorgvernieuwingsplattorm, alsook het Vlaams Apothekersnetwerk Fiet'oure'aspeot is vooral een zaak voor het beleidsdomein Eoonomie, Wetensobap en Innovatie Tot slot stelt bet VRW^I det het voorliggend ontwerp van Mozaiekdeoreet enkel de juridisobe basis regelt. Oe VRWl wenst opnieuw geraadpleegd en betrokken te worden bij de verdere uitrol van oproepen in bet kader van Flanders'Oare. In de mate dat het bier geat om oonorete oproepen in bet kader van Flanders'Oare is de raadpleging en betrokkenheid van de VRWl niet evident, dit in het hoht van de opdraobten van de VRWl als vermeld in artikel 24 van het deoreet van 30 april 2009 betrettende de organisatie en tinanoiering van het wetensoheps-en innovatiebeleid en artikel4van het deoreet van 18juli 2003 tot regeling van strategisohe adviesraden Oeoonoreteoproepenzijn immersgeen regelgevingen betretten ook niet de hootdhjnen van het beleid Bovendien is er bij Elanders'Oare een eigen adviesorgaan, bet Zorgvernieuwingsplattorm, samengesteld uit een brede groep van betrokkenen. Fiet Zorgvernieuwingsplattorm Flanders'Oare adviseert omtrent de toekenning van het Flanders'Oare label en wil een maximale inspraak van de hetrokken aotoren Pagina 95 van 97
garanderen. Het Zorgvernieuwingsplatform stimuleert de noodzakelijke interactie tussen kwaliteitsvolle zorg, innovatie en goed ondernemerschap. Het Zorgvernieuwingsplatform wil ook een klankbord zijn naar de Flanders' Care betrokkenen en naar nieuwe initiatieven. In de opvolging, evaluatie en bijsturing van Flanders' Care vervult het Zorgvernieuwingsplatform eveneens een belangrijke rol. Ook naar ondersteuning van Flanders' Care demonstratieprojecten treedt het Zorgvernieuwingsplatform adviserend op. Brussel,
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
Kris PEETERS
De Vlaamse minister van innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding,
Ingrid LIETEN
Pagina 96 van 97
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
Geert BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Jo VANDEURZEN
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Philippe MUYTERS Pagina 97 van 97