Dear Student Je weet nu op welke level je gaat lezen. Dit is wat je te doen staat: Kies een PENGUIN READER uit op jouw level, NIET lager! Lees het boek Vul de ‘Reading Record’ in. Als je de Reading Record naar behoren hebt ingevuld, heb je 5 punten verdiend. Kies ten minste 1 opdracht van de opdrachten stencils. Je mag 2 of 3 opdrachten over een boek maken. Maar voor elk boek mag je maar één opdracht uit elke afdeling doen. Voor je hele READING FILE mag je elke opdracht maar één keer doen Voor elke opdracht die je inlevert en die naar behoren is gedaan, verdien je punten. Het maximale aantal punten dat je kunt verdienen voor een opdracht is 2 punten. Je kunt maximaal 10 punten verdien voor één boek. Er zijn twee uiterste inlever data voor elk boek. Als je je werk vóór de eerste uiterste inleverdatum inlevert, kan je docent je tips geven om je werk te verbeteren. Vóór de tweede uiterste inleverdatum moet je je Reading Record en opdracht(en) inleveren ter becijfering. We hope you will Enjoy your reading adventure!
1
2
Afdeling PLOT (=VERHAAL): 1. o
Maak een tijdslijn of tijdsbalk over het boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Maak een stamboom of organogram over het boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Maak een acrostic: Vat het boek in korte zinnetjes samen
o
Elke zin moet beginnen met een letter uit de titel van het boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Schrijf 10 uitspraken over van personen in het boek die belangrijk voor het verhaal
2.
3.
4. zijn o
Vermeld wie het gezegd heeft
o
Vermeld in welke situatie het gezegd is
o
Vermeld waarom het belangrijk of kenmerkend voor het verhaal is
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Schrijf tenminste 5 dagboekaantekeningen, die één van de personen in het boek
5. geschreven zou kunnen hebben. Zorg dat je het verhaal niet verandert. o
Verwijs naar bladzijdes
o
Interview één van de personen in het boek
o
Stel tenminste 10 vragen
o
Laat de persoon die beantwoorden. Zorg ervoor dat de antwoorden niet afwijken
6.
van het verhaal of van hoe die persoon is en doet in het verhaal. o
Gebruik de wie-wat-waar-wanneer-hoe en waarom vraagwoorden
o
Vraag naar gevoelens, gedachten en redenen
o
Vergelijk een persoon uit het boek met een bestaand persoon
o
Hoe zijn ze hetzelfde?
o
Hoe verschillen ze?
o
Waarom heb je deze bestaande persoon gekozen om de persoon uit het boek
7.
mee te vergelijken? o
Verwijs naar bladzijdes
3
8. o
Vergelijk het boek met de film
o
Hoe verschilt de een van de ander?
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Welk gevolg hebben de verschillen voor het verhaal in de film?
o
Welke vond je mooier: het boek of de film?
o
Waarom vond je dat?
o
Wat zou je anders doen als jij één van de personen in het boek was?
o
Vermeld de naam van de persoon
o
Vertel wat die persoon deed
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Zeg wat jij anders zou doen
o
Leg uit waarom je dat anders zou doen
o
Leg uit hoe wat jij zou doen het verhaal zou veranderen
o
Schrijf een krantenartikel of een artikel voor een tijdschrift over de gebeurtenissen
9.
10. in het boek. o
Wat voor soort artikel is het?
o
Voor wat voor krant of tijdschrift is het? Zorg ervoor dat het artikel goed past bij de krant of het tijdschrift die je uitkiest.
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Wat is de belangrijkste boodschap van het boek?
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Hoe denk jij over die boodschap?
o
Ben je het met het boek eens of niet?
o
Leg je antwoord uit.
11.
Als je niet zeker weet wat er van je verwacht wordt, vraag dan naar de voorbeelden van elke opdrachten.
4
Afdeling VOCABULARY (=WOORDENSCHAT): 1. o
Maak een ABC over het boek: Zoek voor elke letter van het alfabet een typische naam, plaats, persoon, gebeurtenis of voorwerp
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Leg je keuze uit: waarom is dit typisch of belangrijk voor het verhaal?
Als je voor de letters q, x en z geen woord kan vonden dat met deze letters begint, dan mag je een woord nemen waar deze letter in zit (bv. taxi) o
Een ABC met ‘open plekken’ wordt niet geaccepteerd.
o
Maak een puzzel over het boek:
o
een kruiswoordpuzzel zijn (met minimaal 10 woorden)
o
een woordzoeker (met net zoveel woorden als de puzzel breed/hoog is en een
2.
of verborgen zinnetje) o
Gebruik personen, gebeurtenissen en typische woorden uit het verhaal.
o
Leg uit waarom deze typisch voor het boek zijn.
o
Verwijs naar bladzijdes.
o
Geef ook de oplossing.
o
Zoek een lied of gedicht waarvan je vindt dat het de kern van het verhaal
3. weergeeft. o
Vertaal de tekst
o
Leg uit waarom je dit lied/gedicht hebt gekozen
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Verzamel tenminste 10 uitdrukkingen, gezegden en/of spreekwoorden uit het
4. boek o
Verwijs naar bladzijdes.
o
Vertaal ze letterlijk.
o
Leg hun betekenis uit.
o
Geef waar mogelijk een uitdrukking, gezegde en/of spreekwoord in het Nederlands met dezelfde strekking of betekenis.
5. (1 point) o
Maak een lijst van tenminste 25 moeilijke woorden die je tegenkwam in het boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Leg uit wat deze woorden betekenen in eenvoudig Engels
o
Schrijf een zin in het Engels waarin de betekenis duidelijk is
5
Je mag voor deze opdracht een Engels/Engels woordenboek gebruiken, maar schrijf niet klakkeloos daaruit over: o
Verwijs altijd naar het woordenboek
o
Verwijs naar de bladzijde van het woordenboek die je hebt gebruikt.
o
Zoek humor en/of woordgrapjes in het boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Geef een letterlijke vertaling
o
Leg woordgrapjes uit.
o
Kies een scene uit het boek van tenminste één bladzijde.
o
Vertaal die door middel van een vertaalmachine in het Nederlands.
o
Herschrijf de vertaling dan in ABN.
o
Lever beide versies in
o
Leg het verschil uit tussen de vertaling en het ABN.
o
Welke moeilijkheden ben je bij het herschrijven tegengekomen?
o
Is je boek in Brits of Amerikaans Engels?
o
Geef tenminste 15 voorbeelden (maar geen plaatsen, alleen woorden of
6.
7.
8.
uitdrukkingen!) o
Verwijs naar bladzijdes.
o
Zet het Brits om in Amerikaans of het Amerikaans om in het Brits Engels.
o
Is de taal die in het boek gebruikt wordt „slang‟ (dialect) of RP of SA?
o
Geef tenminste 10 voorbeelden
o
Verwijs naar bladzijdes
o
“Vertaal” slang of dialect in RP of SA
o
Bedenk een nieuwe opdracht voor de afdeling Woordenschat.
o
Wees duidelijk in wat er gedaan moet worden. De opdracht mag niet lijken op
9.
10.
één van de opdrachten die al gegeven is! o
Maak een voorbeeld over je eigen boek
o
Verwijs naar bladzijdes. Als je niet zeker weet wat er van je verwacht wordt, vraag dan naar de voorbeelden van elke opdrachten
6
Afdeling CREATIVE (=CREATIEF): 1. o
Teken 3-5 tekeningen over de gebeurtenissen in het boek
o
Zorg er voordat je in ieder geval het begin, het einde en de belangrijkste scene in beeld brengt
o
Leg uit wat je hebt getekend
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Ontwerp een poster om dit boek te verkopen.
o
Gebruik Engelse verkoop-woorden.
o
Vermeld de prijs
o
Vermeld waar het boek te koop is
o
Schrijf een „flaptekst’ (Dat is: een samenvatting van het boek in één alinea. Maar
2.
verraad het einde of de ontknoping van het boek niet! Probeer de lezers door de flaptekst in het boek te interesseren zodat ze het zullen willen lezen en kopen!) 3. o
Maak een memorie spel met belangrijke voorwerpen uit het boek.
o
Het spel moet tenminste tien setjes hebben.
o
Leg uit waarom deze voorwerpen belangrijk zijn in het verhaal.
o
Verwijs naar bladzijdes.
o
Kies een scene uit het boek en kopieer die
o
herschrijf de scene door de tijd en/of de plaats te veranderen
o
Leg je keuze van plaats en/of tijd uit
o
Kies een belangrijke scene uit en kopieer die
o
Herschrijf de scene zodat die anders afloopt
o
Leg hoe deze afloop de rest van het verhaal verandert
o
Waarom heb je deze scene gekozen?
o
Ontwerp een bordspel gebaseerd op het boek
o
Geef duidelijk aan wat de spelregels zijn
o
Leg het verband tussen je spel en het boek uit
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Schrijf een lied of gedicht over dit boek
o
Leg het verband tussen je lied/gedicht en het boek uit
4.
5.
6.
7.
7
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Schrijf een „Lieve Lita‟ brief over het probleem in dit boek
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Laat Lieve Lita antwoorden en advies geven
o
Kies een belangrijke of typische scene uit het boek
o
Maak daar een miniatuur scene in 3D van
o
Leg uit wat je hebt na gemaakt
o
Leg uit waarom je deze scene hebt gekozen
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Bedenk een nieuwe opdracht voor de afdeling Creatief
o
Wees duidelijk in wat er gedaan moet worden De opdracht mag niet lijken op één
8.
9.
10.
van de opdrachten die al gegeven is! o
Maak een voorbeeld over je eigen boek
o
Verwijs naar bladzijdes
11. (door Dirk Keijzer, 2009-10, 2ha1) o
Kies een voorwerp dat symboolstaat voor de inhoud van het boek
o
Leg uit waarom je dit symbool hebt gekozen
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Maak nu aan de LINKER kant van het symbool een lijst met alle negatieve/slechte dingen (keuzes, handelingen, uitspraken, gevolgen, personen)in het verhaal.
o
Leg kort uit waarom deze negatief zijn
o
Verwijs naar bladzijdes
o
Maak nu aan de RECHTER kant van het symbool een lijst met alle positieve/goede dingen (keuzes, handelingen, uitspraken, gevolgen, personen)in het verhaal.
o
Leg kort uit waarom deze positief zijn
o
Verwijs naar bladzijdes
Als je niet zeker weet wat er van je verwacht wordt, vraag dan naar de voorbeelden van elke opdrachten
8