jaargang 6
nr. 6 - 2010
ARB EIDSZ AKE NK R A NT V O O R D E G E SP E CI A LIS EERDE AANNEMER In dit nummer
Wettelijk minimumloon per 1 januari 2011
3
■ De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2011 met 0,59 procent.
Extra aandacht
Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband bedraagt per 1 januari 2011:
“De cao is log”
voor zwaar werk en jongeren
4
7
€ 1.424,40 per maand € 328,70 per week € 65,74 per dag
Aannemersfederatie wil regeling inzake vorst-WW ■ Aannemersfederatie Nederland Bouw&Infra heeft de onderhandelingsgerechtigde partijen van de cao voor de Bouwnijverheid per brief opgeroepen om op de kortst mogelijke termijn te komen tot een tussentijdse wijziging in de cao, te weten artikel 20A (loondoorbetaling bij onwerkbaar weer). Een tussentijdse wijziging van genoemd artikel is noodzakelijk om betaling van de zogenoemde vorst-WW door het ministerie van SZW mogelijk te maken. Door de slechte financiële situatie zijn veel mkb-bedrijven, met een hoog loonkostenbestanddeel in de omzet, niet in staat zich in te dekken voor het risico van onwerkbare dagen vanwege vorst. Daarbij komt dat de aangeboden verzekeringen geen adequate dekking bieden. Als de winter doorzet, zullen de mkb-bedrijven niet meer in staat zijn om de lonen van de werknemers door te betalen en zullen zij ook niet meer aan hun overige verplichtingen, zoals BTER-, pensioen- en belastingafdrachten kunnen voldoen. Om hiertegen tijdig actie te kunnen ondernemen wil AFNL zo snel mogelijk met betrokken partijen rond de tafel.
Wat doet u met de werkkosten?
GEEN UITSTEL VAN BETALING: 13 MAN OP STRAAT EN ALLES KWIJT Campagne inlenersaansprakelijkheid
“Je gaat door een hel” “Je staart naar het beeldscherm en ziet alleen nog maar een zwart gat”, zegt Jürgen Roemer. Hij vertelt het tragische verhaal van het faillissement van zijn wegenbouwbedrijf. Een verhaal dat ongeveer vijf jaar geleden begint om te eindigen op 26 oktober 2010. Want op die dag trekt hij zelf de stekker eruit, nadat de bank hem heeft laten vallen als een baksteen. “Wat ikzelf fout heb gedaan? Ik heb een aantal zaken niet juist ingeschat. Investeren op momenten waarvan je je met de kennis van nu afvraagt: is dat wel verstandig geweest? Ik denk nog steeds van wel, overigens. Ik kom hier nog op terug. Verder had ik wat eerder hulp moeten zoeken bij partijen die me ook daadwerkelijk konden helpen. Op het allerlaatste moment – toen het eigenlijk al te laat was – heb ik me gemeld bij AFNL. Truus Remkes van het secretariaat heeft er toen voor gezorgd, dat ik binnen een dag lid kon worden van MKB Bouw, één van de aangesloten branchevereniging. Zij heeft me ook bijgestaan met enkele adviezen – bijvoorbeeld een betalingsregeling met Cordares – waar ik echt wat aan zou hebben gehad als de bank had meegewerkt. Ten slotte: wellicht heb ik onvoldoende de vinger aan de pols gehouden toen ik aan het begin
van deze eeuw een explosieve groei doormaakte. Achteraf gezien had ik destijds daarvoor misschien nog niet de juiste ondernemersbagage. Ik ben een jongen van de praktijk. Ooit op 14-jarige leeftijd begonnen als glazenwasser. Later sleuven dichtstraten voor een infra-onder-
neming en rond 1998 een eigen stratenmakersbedrijf gestart. Eerst alleen en al snel met enkele medewerkers. Er was veel werk en het personeelsbestand groeide uit tot zo’n zeventig man. Het zag er allemaal gezond uit, ook financieel. De boekhouding was op orde, dankzij de inspanningen van de medewerkster op kantoor. Zij heeft me overigens tot het laatst toe bijgestaan en er altijd voor gezorgd dat de input voor de jaarcijfers klopten.” >> vervolg op pagina 2
“Ik had eerder hulp moeten zoeken bij partijen die me ook daadwerkelijk konden helpen”
■ Het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid is een campagne gestart over de inlenersaansprakelijkheid. Werkt u met uitzendkrachten in uw bedrijf, of is dat binnenkort het geval? Naast de verplichte identiteitscontrole, moet u een aantal zaken goed geregeld hebben. Deze verplichtingen zijn ook van toepassing als ondernemers medewerkers inlenen via een in het buitenland gevestigd uitzendbureau en als ze werken met buitenlandse uitzendkrachten. Inleners die via een gecertificeerd uitzendbureau uitzendkrachten inlenen zijn niet wettelijk aansprakelijk voor uitbetaling van het wettelijk minimumloon en de vakantietoeslag. Deze aansprakelijkheid geldt wel voor inleners die werken met een niet-gecertificeerd uitzendbureau. De folder ‘Uitzendkrachten in uw bedrijf’ is te downloaden via www.min-szw.nl
GAzet 6-2010 | 1
“Het ergste vond ik nog om de dertien trouwe medewerkers die er nog over waren, te vertellen dat het einde oefening was”
>> vervolg van pagina 1
Begin van de ellende De ellende voor Jürgen begon volgens hem met een brief die hij over het hoofd heeft gezien, vijf jaar geleden. “Zelf denk ik nog steeds dat ik die brief nooit ontvangen heb.” Over welke brief gaat het dan? “Een dagvaarding om te verschijnen voor de rechtbank. Het ging om een akkefietje met een onderaannemer die mij zestien uren stratenmakerswerk te veel factureerde. Hij beweerde dat zijn mensen op een vrijdag werk hadden verricht, maar die zijn nooit komen opdagen. Een onzinverhaal, dus, dat ik met getuigenverklaring zou kunnen weerleggen. Maar goed, doordat ik die brief
machinaal aanbrengen van tegels en betonstenen. Allemaal arbovriendelijk materieel, want ons vak is al zwaar genoeg.”
Goede investering Die investeringen in arbo-vriendelijk materieel waren niet verplicht in die tijd. Is daardoor niet een onnodig ondernemersrisico gelopen? “Nee. In de eerste plaats hadden we beduidend minder ziekteverzuim. We scoorden twee procent terwijl het landelijk gemiddelde voor onze branche bij ongeveer tien procent ligt. En ten tweede kreeg ik opdrachten voor werken waarbij het arboverhaal expliciet een rol speelde. Bovendien kon je op je klompen aanvoelen, dat er een verplichting zou komen voor de arbo-middelen.
“Je enige hoop is dat telefoontje van de bank en dat komt dan niet” niet gezien heb, ben ik niet ter zitting verschenen. En wat doet de rechter dan? Hij verklaart je failliet. En hoe gaat dat dan? Op een dag zit er een curator op je kantoor om het faillissement af te handelen. Deze licht de hele boekhouding door en moet constateren dat er niks aan het handje is. Geen schuldeisers!! En de bijdrage voor wat toen nog Sfb heette – het latere Cordares – keurig betaald. Enfin, zoiets had die curator nog nooit meegemaakt. Maar alles bij elkaar heeft me dat gedoe 60.000 euro gekost. Om nog maar te zwijgen over de imagoschade. Want als ik in de Cobouw lees dat ik op fles ben gegaan, dan lezen potentiële opdrachtgevers het ook. Dat zag je terug in de orderportefeuille waardoor ik het personeelsbestand moest inkrimpen. Met zesentwintig man konden we de draad weer opnemen. Allemaal mensen die ik heb laten scholen om te kunnen werken met de meest moderne apparatuur. Want intussen had ik geïnvesteerd om machinaal te kunnen straten en in een kraan met vacuüm heftunits voor het
Door in een vroegtijdig stadium te investeren, kun je de concurrentie voorblijven. Ten slotte was ik in staat zeer concurrerend te offreren. Kortom een investering die ik zeer goed kon en kan verantwoorden. Maar je hebt niet alles zelf in de hand. In 2008 – we weten het allemaal – kwam als donderslag bij heldere hemel de kredietcrisis. En daar sta je dan met je mooie machines en medewerkers die uitstekend zijn opgeleid. Je moet gaan concurreren met bedrijven die voor hun mensen totaal niets aan arbo doen en dus ook niet de lasten van de investeringskosten te dragen hebben. De prijs werd belangrijker dan de arbeidsomstandigheden. Gevolg: mijn machines kwamen de deur niet meer uit. Daar kwamen nog eens twee strenge winters op rij overheen, waarin je enkele maanden helemaal niets kunt doen. En we weten allemaal wat dat heeft betekent. Met name in 2009 toen er nog niet zoiets als een tijdelijke vorst-WW was. En dan had ik verleden jaar ook nog de pech dat enkele mensen een tijdlang uit de running
zijn geweest. Al met al waren de schulden behoorlijk opgelopen. Maar volgens mij nog niet catastrofaal. Ook niet toen de huurder van de bedrijfshal achter mijn huis door de crisis gedwongen was de huur op te zeggen. De inkomsten uit de huur vielen toen weg. Ik had overigens behoorlijk geïnvesteerd in die hal om ‘m geschikt te maken voor de huurder.” Jürgen Roemer kreeg nog meer tegenslagen te verwerken. “Op enkele klussen bleek, dat de geleverde pallets met stenen – ondanks de verzekering van de fabrikant – niet gestapeld waren voor mijn materieel. Dus die moet je dan maar weer handmatig vlijen, want nieuwe pallets laten komen kost te veel. Daar sta je dan met je machines en je kunt nergens je kosten verhalen. Ik had die werken aangenomen op basis van de inzet van dat materieel voor machinaal bestraten. Die projecten hebben
de laatste twee jaren stond hem het water nog niet aan de lippen. Wat heeft hem uiteindelijk dan de das omgedaan? “Cruciaal moment is toch wel geweest het moment dat mijn bank overging in andere handen. De ABN Amro, inmiddels een fatsoenlijke staatsbank, heeft delen afgestoten en die zijn terechtgekomen bij een Duitse bank. Daar heb ik nou mee te maken en die Duitse bank heeft categorisch elke aanvullende kredietaanvraag geweigerd. Ook nadat ik de zaak heb laten doorrekenen door de BOM, de Brabantse OntwikkelingsMaatschappij. Deze organisatie heeft aangegeven dat er goede kansen waren voor een succesvolle doorstart als ik de aflossing van de schulden kon spreiden over enkele jaren. Ik had immers geïnvesteerd in arbo-middelen en dus al voldaan aan de wettelijke eisen, maar daar begrijpt de bank niets van. Er zijn bedrijven die daar niet aan voldoen
voorkomen kunnen worden. Daar kwam in oktober nog wat bij. Een vof – een vader en zoon – vorderde stante pede een achterstallige rekening. Die had ik nog niet voldaan, omdat mijn opdrachtgever het geld niet had overgemaakt. Bij diezelfde opdrachtgever waren vader en zoon, achter mijn rug om, aan de slag gegaan.Vijf jaren lang hebben ze gouden tijden beleefd dankzij opdrachten van mij. Ik heb nog gebeld met die lui voor een schikking, maar het mocht allemaal niet baten. De volgende dag kwam er een fax met faillissementaanvrage en een oproep ter zitting te verschijnen. Dat is dan wel zuur. Ik heb nog pogingen ondernomen mijn huis te verkopen, maar die zijn op niets uitgelopen. Op 26 oktober heb ik zelf het faillissement aangevraagd met achterlating van zo min mogelijk schuldeisers. De zaak zat aan alle kanten muurvast. Je voelt je ellendig en je zit naar je scherm te turen om te kijken of er uitstaande rekeningen betaald zijn. Je enige hoop is dat ene telefoontje van de bank en dat komt dan niet. Je bent niet meer in staat normaal te denken en besluiten te nemen. Je ziet niks meer en je kunt niks meer. Dan voelt een faillissementsaanvrage bijna als een bevrijding. Het ergste vond ik nog om de dertien medewerkers die er nog over waren, te vertellen dat het over was. Ze hebben me altijd door dik en dun gesteund. Bijna vrienden. Ja, dat doet pijn.”
Alles kwijt
me veel geld gekost.” Door dergelijke ervaringen heeft Jürgen dit jaar enkele werken teruggegeven omdat er voor overschrijding van de vastgestelde opleverdatum boeteclausules van respectievelijk 20.000 tot 40.000 euro per dag waren opgenomen in het RAW-bestek. “En deze boetes werden doorbelast in onze onderaannemerscontracten.” Zelfs na al de pech en de sores van
en die komen daar kennelijk mee weg. De bank was, kortom, niet te vermurwen. Ik moest vanaf 1 september dit jaar vier maanden achtereen elke maand € 20.000,ophoesten. De debiteuren schoven slechts vier tot zes weken hun betalingen op. Er ontstaat dus een levensgroot liquiditeitsprobleem, ook al sta je met je cijfers keurig in de plus. Eén periode uitstel en het faillissement had waarschijnlijk
En nu? “Geen idee. Ik raak alles kwijt en zal ik vanuit een kamertje bij mijn ouders opnieuw moeten beginnen. Ik weet nog niet met wat. Ik ben inmiddels wel een ondernemer geworden die – gepokt en gemazeld door de praktijk – weet waar Abraham de mosterd haalt. Ik zal wel meer op mijn gezondheid letten, want zo’n periode gaat je niet in de koude kleren zitten. Ook privé niet.” De redactie wenst Jürgen sterkte bij zijn pogingen een nieuwe weg in te slaan.
Zwangerschapsverlof wellicht uitgebreid Het Europees Parlement heeft besloten het minimum zwangerschapsverlof in de Europese Unie uit te breiden naar twintig weken. Uit onderzoek blijkt dat uitbreiding van het verlof met vier weken de maatschappij 322 miljoen euro gaat kosten. Werkgevers zijn bij vier weken extra verlof 72 miljoen euro meer kwijt aan de aanpassing van het personeelsbestand.
2 GAzet 6-2010 |
Uitbreiding van het vaderverlof gaat werkgevers nog eens 235 miljoen euro kosten. Gezien de economische tijden komt deze maatregel werkgevers erg ongelegen. Bovendien ontbreekt de noodzaak om beide regelingen in te voeren volledig. Uit eerder uitgevoerd onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat langer zwangerschapsverlof nauwelijks invloed op de gezondheid van moeder en
kind heeft. Ook op de arbeidsparticipatie van vrouwen heeft uitbreiding van het verlof geen effect. Minister Kamp heeft al aangegeven zolang mogelijk te willen vasthouden aan de zestien weken. Of het langere verlof er ook echt komt, staat nog niet vast. Het Europees Parlement moet over de invoering met de EU-landen gaan onderhandelen.
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Extra aandacht voor zwaar werk en jongeren newebsite een gratis werkplekbezoek aanvragen. Een deskundige bezoekt de bouwplaats en denkt mee over de vraag hoe mensen minder zwaar kunnen worden belast.”
Jongeren In tegenstelling tot het verminderen van de fysieke belasting, ligt de oplossing voor het hogere ongevalscijfer bij jongeren minder voor de hand. “Het is al een tijdje zo dat jeugdigen vaker het slachtoffer worden van een ongeval, maar dat maakt het niet minder verontrustend”, aldus Warning. “Werkgevers zullen dus nog meer de aandacht moeten richten op deze groep, die kwetsbaar is. Jongeren hebben nog weinig inzicht in de gevaren en nemen daardoor vaak een te groot risico.” Al tijdens de vakopleidingen wordt aandacht aan gezond en veilig werken besteed. Zo halen veel leerlingen op school hun VCA-diploma en lopen zij met een leermeester mee. Desondanks behoeft deze groep vanwege de hogere ongevalkans dus extra aandacht, vindt Arbouw.
Engeland wint WK Dakdekken ■ Joshua Vollenberg en Nick van Schijndel zijn er in het Ierse Belfast niet in geslaagd de wereldtitel Dakdekken binnen te halen. De Engelse deelnemers wisten de gouden plak mee naar huis te nemen. De WK werd van 17 tot en met 20 november gehouden. Joshua Vollenberg uit Wijchen is werkzaam bij Bogaerts van Nuland te Ravenstein en Nick van Schijndel uit Heeze werkt bij dakdekkerbedrijf v/d Hurk en Doezé te Heeze. Beide deelnemers volgen een vakopleiding bij BGA-Nederland en hadden zich de afgelopen maanden goed voorbereid op de titelstrijd. Ondank een goede prestatie van het duo, wisten Joshua en Nick niet in de prijzen te vallen.
Veiligheid Gemiddeld genomen gaat het goed met de veiligheid in de bouwnijverheid. Vanaf de beginjaren zeventig is onder het bouwplaatspersoneel sprake van een dalende trend en een halvering van het aantal arbeidsongevallen met verzuim. Ook het aantal dodelijke ongevallen en ernstige ongevallen met ziekenhuisopname vertonen een dalende lijn. Dit zijn goede resultaten, maar de cijfers kunnen best nog een beetje beter, vindt Warning. “Van het bouwplaatspersoneel bevindt 14 procent zich nog regelmatig in onveilige situaties. 6 procent vindt dat het met de veiligheid niet in orde is. Van de werknemers die wegens een ongeval hebben verzuimd, geeft 41 procent aan dat zijn werkgever geen blijvende maatregelen heeft getroffen om een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen. Ook dat moet natuurlijk beter. Een ongeval is betreurenswaardig, maar moet tegelijkertijd ook leerzaam zijn. Zonder gerichte verbeteringen loop je grote kans dat het nog een keer gebeurt.”
Gemiddeld genomen gaat het goed met de veiligheid in de bouwnijverheid
Het gaat steeds een beetje beter met de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Het aantal ongevallen neemt geleidelijk af en dat geldt ook voor het verzuim. Dit blijkt uit cijfers van Arbouw. Volgens directeur Jan Warning zijn de resultaten nog geen reden om achterover te leunen. Nog altijd lopen jongeren een gemiddeld veel hogere kans op een ongeval en dat baart zorgen. Ook de lichamelijke belasting is voor verbetering vatbaar. Wat de zwaarte van het werk betreft, spreken de cijfers boekdelen. Van bijvoorbeeld de betonboorders zegt 45,7 procent pijn of stijfheid te voelen in de rug. Bij de metselaars is dit 44,5 procent, bij de slopers 46,2 procent en bij de kitters en purders 55,5 procent. Steigerbouwers melden vaker dan gemiddeld pijn of stijfheid in de armen (46,9 procent). Bij tegelzetters zit de pijn vooral in de benen
(50,2 procent) en de rug (53,3 procent). Het zware werk was voor Arbouw en de sociale partners reden om een speciale campagne op te tuigen. De twee jaar durende campagne Lichter werk(t), die in oktober 2010 is gestart, is bedoeld om hulpmiddelen en lichte werkmethoden te bevorderen. “Nodig”, zegt Warning, “want een groot deel van het ziekteverzuim is een direct gevolg van zwaar tillen, veelvuldig repeterende handelingen en de slechte begaanbaarheid van het bouwterrein.” Klachten aan de nek, rug, armen en benen zijn in de bouw geen uitzondering. Bij de kleinere bedrijven is de fysieke belasting doorgaans het hoogst. Warning
Jan Warning: “Een ongeval is betreurenswaardig, maar moet tegelijkertijd ook leerzaam zijn.”
maakt dan ook geen geheim van de intenties van Arbouw. “Tijdens de campagne willen we stimuleren dat bedrijven maatregelen treffen om klachten te voorkomen. Bedrijven kunnen via de campag-
Warning stipt tot slot het inverdieneffect van de arbomaatregelen aan. “Initiatieven om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, kosten weliswaar geld maar leveren het ook op. Op lange termijn kan het bedrijf veel besparen op bijvoorbeeld de verzuimkosten. Bovendien zijn mensen productiever als de omstandigheden gunstig zijn.” Zie ook: www.lichterwerkt.nl
Tijdens de eerste dag moesten de deelnemers uit leien rond haken en aanbrengen op leilatten en de hoeken afwerken met vorsten in de cement. De eerste dag waren Joshua en Nick het beste in het internationale deelnemersveld volgens de deskundigen uit binnen- en buitenland. De tweede wedstrijddag moesten ze leipannen op leilatten aanbrengen en een dakraam aanbrengen en in dekken en een toegedekte kil maken. Dit alles met handgereedschap en dus geen mechanisch hulpmiddelen. Dus alles met de tang knippen en daar hadden de Nederlandse deelnemers niet op getraind. Hierdoor kregen ze de opdracht niet af en vielen die dag dus ook niet in de prijzen. De laatste dag stond de vrije opdracht central. Daarbij mochten de mentoren (coaches Sil Gielen en Theo van Oosteren) helpen. Ondanks een goed geslaagde opdracht vielen de Nederlanders ook deze dag niet in de prijzen. Eindstand WK Dakdekken: 1. Engeland, 2. Duitsland en 3. Oostenrijk. Na afloop van het evenement heeft Sil Gielen zijn stokje overgedragen aan Theo van Oosteren. Theo zal voortaan, om de twee jaar, met twee talenten dakdekkend Nederland vertegenwoordigen bij internationale wedstrijden.
GAzet 6-2010 | 3
FORUMDISCUSSIE OVER WERK OP AFNL-CONGRES
“De cao is log” De bouw komt er weer bovenop. In 2011 keert het tij en in 2015 staat de bouw, afgeslankt maar gezond, weer fier op eigen benen. Dat staat te lezen in het onderzoek dat AFNL door het EIB liet uitvoeren. Er zijn straks op de bouwplaats dus weer mensen nodig. Waar de bouw die mensen vandaan moet halen, was één van de items van een forumdiscussie op een minicongres van ANFL, op 1 december in Baarn. De discussie stond onder leiding van EIB-directeur Taco van Hoek. Deelnemers aan de andere kant van de tafel: Gijs Buijs (cao-onderhandelaar AFNL), Gijs Lokhorst (cao-onderhandelaar CNV), Xander Bodegraven (Fundeon), Frans Bleumer (ROC West Brabant) en Rob Witjes (manager arbeidszaken UWV). Aanleiding voor de forumdiscussie was de marktverkenning die het EIB schreef in opdracht van de AFNL. Het EIB-rapport staat
Colofon
vol goed nieuws: vanaf 2011 zit de bouwproductie in de lift (+ 1 procent) en tot 2015 herstelt de bouwproductie stevig. De meeste branches zitten in 2015 weer bijna op het productieniveau van voor de crisis. Het EIB-rapport meldt echter ook, dat de werkgelegenheid minder snel herstelt en ook minder groeit dan de productie. Pas in 2012 ziet het EIB hier een stijgende lijn: 0,5 tot 1 procent. Daarna trekt het cijfer aan tot 1,5 tot 2,5 procent per jaar. Maar het EIB concludeert ook dat de werkgelegenheid in 2015 3 tot 6 procent lager zal liggen dan in 2008.
Verrast Uitgever: Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra Dukatenburg 90-03, 3437 AE Nieuwegein Contactpersoon: Truus Remkes Telefoon: (030) 603 58 54 Fax: (030) 634 20 40 E-mail:
[email protected] www.aannemersfederatie.nl Ontwikkeling en realisatie: MCP bv, www.mcp.nl Doetinchemseweg 59, 7007 CB Doetinchem Telefoon: (0314) 327 523 Contactpersoon: Ad van der Salm Bladmanagement: Geert Hilferink (MCP bv) Redactie: Arie Grevers, Henk Stam Fotografie: Kees Stuip, Jasper Bosman Eindredactie: Truus Remkes Illustraties: Hennie Vaessen Vormgeving: Klaas van Wieren, Margreet Hondebrink (MCP bv) © 2010. MCP. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste geweten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van deze uitgave wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
4 GAzet 6-2010 |
Hoe kijken de panelleden aan tegen het geschetste arbeidsmarktbeeld, opende Taco van Hoek de forumdiscussie. Lokhorst toonde zich verrast: “In gesprekken met aannemers krijg ik geen signalen dat er wat in aantocht is. In het veld overheersen grote zorgen.” De overige panelleden konden zich vinden in de EIB-rapportage, maar met kanttekeningen. Witjes constateerde nu al, in een tijd van krimp, een kwalitatieve spanning in de technische branche: “Onderhuids is er al krapte.” Bleumer ziet daardoor druk ontstaan op de scholing: “We moeten een grotere doorstroom zien te bereiken van niveau 2 naar 3.” Bodegraven legde daarna de vinger op de wonde: “Dit rapport bevestigt en onderbouwt: in 2012 komt er een tekort en onderwijl stromen de mensen nog niet in de opleidingen in.”
Bieden zzp’ers uitkomst? Veel bedrijven bezuinigden in de crisis op kosten en pasten hun prijzen aan. En ook over de flexibele schil ging de kaasschaaf. Minder zzp’ers maakte het bovendien beter mogelijk om vast personeel te behouden. Een afwenteling op flexibele arbeidskrachten, noemt het EIB-rapport dat. Tijdens de discussie formuleerde Van Hoek het zo: “Was het niet gunstig, in de crisis? Dankzij de zzp’ers konden bedrijven faillissementen afwenden.” Buijs plaatste de kanttekening dat de arbeidsverhoudingen tussen zzp’ers en bedrijven de branche zorgen moeten baren: “De tarieven zijn asociaal, men is slecht verzekerd. Dat is sociaal ongezond. De zzp’ers worden de nieuwe armen, waarvoor straks de branche betaalt.” Lokhorst was het daar mee eens: “Er is een kantelpunt bereikt. Hoe smal kan je een organisatie maken?” Taco van Hoek pareerde: “Maar de zzp’ers zijn goed opgeleid!” Lokhorst repliceerde: “Maar je moet je blíjven bekwamen. De bouw ontwikkelt zich, maar de zzp’er gaat niet meer naar school.”
Cao Taco van Hoek ging een gedachtenexercitie aan: “Het aantal zzp’ers blijft toenemen. Wat betekent dat voor de cao?” Bleumer constateerde een trend: “We gaan naar een IAO (Individuele ArbeidsOvereenkomst) in plaats van een cao. Je moet het in de vrije markt anders regelen, bijvoorbeeld een diploma verlangen om een bedrijfstak binnen te komen.” Buijs sloot zich bij Bleumer aan: “De werknemer wil zelf afspraken maken. Wat hij voorheen per cao regelde, wordt individueel. Vroeger viel 80 procent onder de bouw-cao, nu is dat de helft. De werknemer van nu
is mondig en de relatie met zijn werkgever is goed.” Lokhorst onderstreepte het belang van een collectieve cao: “Het is ook een vangnet!” Buijs stelde echter dat de praktijk al verandert: “Veel is al goed geregeld. Drie dagen werken in plaats van vijf: dat kan gewoon.” Vanuit de zaal kwam een hartekreet: “De cao is log.”
Anticyclisch opleiden succes? Het EIB-rapport berekent hoeveel leerlingen vanaf 2011 gemiddeld de opleidingen moeten instromen om straks op de bouwplaats voldoende mankracht te hebben. Globale conclusie: alleen als de instroom flink stijgt, staan in
ook over onderwijs. We hebben heel veel mogelijkheden tot scholing. Maar je hebt wel een visie nodig.” Maar, herhaalde Van Hoek, moet het systeem blijven zoals het is?: “Vorig jaar waren er 40 procent minder leerlingen!” Lokhorst zocht de oorzaak bij de bouw als bedrijfstak: “We hebben jongeren te weinig te bieden. De bouw heeft ook een imagoprobleem, van werken bij nacht en ontij.” Van Bodegraven sloot zich gedeeltelijk bij Lokhorst aan: “Is het anticyclisch opleiden gelukt? Ja, en een beetje nee. Ja, als je kijkt naar 100.000 scholingsdagen gereed en in planning, naar dat enorme resultaat en de enorme impuls, als je kijkt naar de kwaliteit en ziet dat het gelukt
“De zzp’ers worden de nieuwe armen waarvoor straks de branche betaalt” 2015 genoeg opgeleide vakkrachten aan de meet. Mocht dat niet lukken, dan moeten niet voor de branche opgeleide krachten dat gat vullen - voor veel branches al dagelijkse praktijk, stelt het EIBrapport. Reden voor Taco van Hoek om in de discussie de vraag te stellen of het anti-cyclisch opleiden eigenlijk wel geslaagd is: “Zijn in de toekomst nieuwe zaken nodig om de klappen op te vangen?” Lokhorst noemde de bouw juist een voorbeeld: “De bouw heeft op alle terreinen goede afspraken,
is om mensen vast te houden. Minder gelukt, is de instroom. We hebben inderdaad last van ons imago. Een krantenkop als ‘70.000 man eruit in de bouw’, dat motiveert moeders niet om tegen hun zonen te zeggen: ‘Ga jij maar carrière maken in de bouw’. Sturen op innovatie zou een oplossing kunnen zijn, dat maakt de bouw interessant.”
Geen imagoprobleem Taco van Hoek pareerde hard: “40 procent minder instroom in 2009, dat heeft met een imago-
COLUMN
Verweij Houttechniek alweer FD Gazelle Verweij Houttechniek uit Woerden is voor het tweede jaar achter elkaar verkozen tot FD Gazelle door het Financiële Dagblad. Die titel is alleen weggelegd voor bedrijven die over de afgelopen drie jaar 20 procent groeiden.
probleem niets te maken – we hebben gewoon geen plek voor die mensen.” Volgens Buijs is dat maar één zijde van de medaille: “De opleidingsfondsen zijn ook leeggelepeld. Het is heel vreemd dat in onze branche de bedrijfstak zelf de vakopleidingen financiert, in plaats van de overheid. En met meer zzp’ers zijn er minder mensen om die kas te vullen.” Van Hoek zaagde nog even door: “Het belang van opleiden, dat zien alle partijen. Maar wat is nou eigenlijk precies het kwaliteitsverschil tussen iemand die is opgeleid en iemand die dat niet is? In de praktijk is er helemaal geen verschil, ook niet in loon overigens. Waarom is dat opleiden nou zo belangrijk?” Bleumer: “Tot nu toe is het leren leren leren. In de opleiding is veel te winnen door het wat en het hoe beter samen te brengen. Dat geeft meerwaarde. Dat verschil tussen opgeleid en niet-opgeleid, dat gaat komen.” Van Bodegraven ziet dat ook in de markt: “Opdrachtgevers vragen meer en meer om gekwalificeerde mensen.” “Maar moet er dan niet tenminste een verschil in beloning zijn?”, vroeg Taco van Hoek de panelleden. Volgens Bleumer is dat verschil er al: “Er is een verschil vastgelegd tussen niveau 2 en 3.” Van Bodegraven draaide het perspectief om: “Het meest kwetsbaar zijn de mensen die geen kwalificatie niveau 2 hebben. Wij
moeten ervoor zorgen, dat die groep minder kwetsbaar is.”
Bestaand personeel Taco van Hoek sneed ook de kwestie aan van het behoud van bestaand personeel: “Hoe gaan we dat doen? Mij valt op dat er weinig loondifferentiatie is. En het argument ertegen is altijd: scheve gezichten. Maar het is toch ook gewoon een manier om mensen vast te houden? En hoe zit het met de zzp’ers?” Volgens Bleumer is geld niet de oplossing: “Het is bekend dat het effect van meer salaris snel wegebt als het om binding gaat. Wat veel beter werkt is mensen meer verantwoordelijkheid geven.” Van Hoek: “Ook meer functiedifferentiëring?” Bleumer: “Ja.” Lokhorst noemde ook de relatie tussen werknemer en werkgever van belang: “Wat dat betreft is dat grote aandeel van de flexibele schil veelzeggend. Twintig jaar geleden was er meer binding met het bedrijf. Tegenwoordig werkt men liever met zzp’ers dan dat men in werknemers investeert – de goede bedrijven niet te na gesproken.” De zaal reageerde hierop kort en bondig: “Flauwekul!” Buijs zag het anders: “We leven in een andere samenleving. Alles moet snel klaar zijn nu. We werken met ‘wurgcontracten’ met boetes. De bouwtijd is beperkter, er zijn meer faalkosten. We zijn in het zwaard van ons eigen succes gevallen.”
Doorwerken na je 65e geen recht Doorwerken na je 65e kan in individuele gevallen wel, maar is geen recht. De meeste arbeidsovereenkomsten worden automatisch beëindigd op 65-jarige leeftijd en dat is niet in strijd met het EU-recht. Dat blijkt uit een uitspraak van het Europees Hof van Justitie in een zaak over een Duitse schoonmaakster. Zij ging in beroep tegen het verbreken van haar arbeidscontract op haar 65e, omdat er sprake zou zijn van leeftijdsdiscriminatie. Maar het Europees Hof is het daar niet mee eens. Clausules over het automatisch beëindigen van arbeidsrelaties bij pensionering, die ook in Nederland voorkomen, dragen bij aan evenwichtige arbeidsverhoudingen, aldus het hof. Ze bieden werknemers stabiliteit en het vooruitzicht op een pensioen en zorgen voor doorstroming op de arbeidsmarkt.
Ondanks het zware weer in de bouw voldeed Verweij Houttechniek aan die voorwaarde met een groei over de afgelopen drie jaar van ruim 42 procent. Ruud Verweij, directeur van Verweij Houttechniek, gaf aan blij te zijn met de erkenning. Volgens Verweij heeft het feit dat zijn bedrijf het goed doet ondanks de economische tegenwind onder andere te maken met innovatief ondernemen. Onlangs bracht het bedrijf het passiefkozijn op de markt, een kozijn van massief FSC-hout met naar buiten slaande ramen. Verder werkt de markt mee. “Verweij Houttechniek opereert met het vervaardigen van hoogwaardige houten gevelelementen voor een groot deel in de renovatiemarkt. Daar zit, ondanks de recessie, nog
behoorlijk wat groei. In ons meer dan 100-jarig bestaan hebben we in deze markt een sterke positie weten te verwerven.”
Verweij bracht dit jaar het passiefkozijn op de markt, met naar buiten opslaande ramen en arbovriendelijk te installeren
Meer vrouwen in de bouw? Verbeter de arbeidsvoorwaarden! Als de bouw meer vrouwen wil aantrekken, dan moet meer werk worden gemaakt van deeltijdwerk en flexibele werktijden. Vrouwen in technische functies in de bouw hechten veel waarde aan deze arbeidsvoorwaarden en de combineerbaarheid van hun werk met andere taken. Dat blijkt uit het rapport ‘Vrouwen in technische functies’ van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Uit het EIB-onderzoek blijkt dat 8 procent van de werknemers in de bouwnijverheid vrouw is. Slechts één op de tien vrouwen in de bouw is werkzaam in een technische functie, de andere negen werken in administratieve functies of personeelsbeleid. Van de 1300 vrouwen die in 2009 werkzaam waren in een technische functie, behoorde circa 10 procent tot het bouwplaatspersoneel. De grote meerderheid had een functie in het technische kader, zoals werkvoorbereider, calculator, projectleider of kopersbegeleider.
Jong en ambitieus Vrouwen in technische beroepen zijn relatief jong, hoogopgeleid en ambitieus, zo blijkt uit de enquête. Als het op arbeidsvoorwaarden aankomt worden opleidingsmogelijkheden, salaris en carrièreperspectieven het belangrijkst gevonden. Voor jezelf opkomen en kansen grijpen zien zij als de belangrijkste succesfactoren voor een carrière in de bouw.
In deeltijd werken vormt volgens hen de grootste belemmering voor succes in bouw. Een andere belemmering die zij ervaren is dat in de bouw een negatief beeld bestaat van de vrouw. Dit duidt erop dat deelname van vrouwen nog niet algemeen is geaccepteerd in de cultuur van de bouw. De relatief jonge leeftijd van de vrouwen brengt met zich mee dat 40 procent moeder is van thuiswonende kinderen. Met name deze groep hecht veel waarde aan de combineerbaarheid van hun werk met andere taken, deeltijdwerk en flexibele werktijden. Het aantal vrouwen op de bouwplaats is al jaren uiterst gering en neemt ook niet of nauwelijks toe. De fysieke omstandigheden vormen wellicht voor sommige beroepen een grote drempel. Voor een meer evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen bieden technische kaderfuncties meer perspectief. Juist bij kaderfuncties zouden hiervoor praktische mogelijkheden moeten liggen.
‘Triest’ De drie broers hadden het dik voor elkaar. Onder hun gezamenlijke leiding was het bouwbedrijf, dat ooit van hun vader was, enorm gegroeid. De orderportefeuille was tot de rand gevuld en de vooruitzichten waren prima. Geen vuiltje aan de lucht. Zakelijk konden de broers het dan ook prima met elkaar vinden. Privé ook wel, zolang de echtgenotes er maar niet bij waren. Twee van hen konden, ik overdrijf niet, het bloed van de derde wel drinken. De reden was duidelijk: zij waren uit de klei getrokken vrouwen die hun mannetje wel stonden. De derde echtgenote was in alles hun tegenpool. Met het aannemersvak had zij niets. Haar passie was het bezoeken van de P.C. Hooftstraat te Amsterdam. En toen overleed haar man en werd zij aandeelhouder in het bouwbedrijf. Uiteraard was ze niet van plan de rol van haar man over te nemen. De andere broers moesten haar aandelen maar kopen. En voor de hoofdprijs natuurlijk, want het was volgens iedereen toch een schitterend bedrijf! Maar de ‘dierbare’ zwagers hadden, gesouffleerd door hun echtgenotes, helemaal geen zin om voor pakweg twee miljoen euro haar aandelenpakket over te nemen. Volgens de statuten waren zij hiertoe ook niet verplicht. Nou, dan verkocht ze de aandelen wel aan de concurrent. Deze toonde echter geen enkele interesse. Ondertussen namen de broers maatregelen. In de eerstvolgende vergadering van aandeelhouders werd het voorstel om hun salaris fors te verhogen met tweederde deel van de stemmen aangenomen. Zij moesten toch het werk van hun overleden broer overnemen!? Ze gingen zelfs nog verder. Besloten werd voorlopig geen winst uit te keren. Wat de weduwe restte was het nabestaandenpensioen. Maar daarmee kon ze haar heerlijke leven niet voortzetten. Uiteindelijk nam ze genoegen met een in haar ogen belachelijk lage koopsom. Let op, heren aannemers, dit is een waargebeurd verhaal. Wellicht heeft u in dit geval begrip voor de twee broers, maar denk ook eens aan uw eigen echtgenote. Gelukkig is deze trieste situatie te voorkomen met een aandeelhoudersovereenkomst! Hierin kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat bij pensioen, arbeidsongeschiktheid of overlijden van de ene aandeelhouder de andere aandeelhouders de aandelen moeten overnemen. Vaak wordt dan ook al afgesproken op welke wijze de koopsom moet worden vastgesteld. En als omstandigheden veranderen, zult u zeggen, wat doen we dan? Geen probleem, de aandeelhoudersovereenkomst kun je altijd aanpassen. Vertrouw dus niet blindelings op de statuten. Vraag u eens af wat er (volgens de statuten) met de aandelen gebeurt als u of uw compagnon met pensioen gaat, arbeidsongeschikt wordt of overlijdt. Bevalt de uitkomst u niet? Regel het dan beter. Mr. F.J. Kerkhof Fb Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen
[email protected]
GAzet 6-2010 | 5
Aantal zelfstandigen met laag inkomen neemt toe Het aantal huishoudens met zelfstandigen met een laag inkomen is toegenomen van 79.970 in 2006 tot 80.910 in 2007. Deze toename is opmerkelijk gegeven de gunstige economische situatie in die periode. Als aandeel van het totaal aantal zelfstandigen is het aantal zelfstandigen met een laag inkomen gelijk gebleven op 11 procent, terwijl landelijk gezien het percentage huishoudens met een laag inkomen is gedaald van 9 naar 8 procent. Dit blijkt uit de Monitor Inkomens Ondernemers van de kennissite MKB. Met name onder gevestigde ondernemers is het aandeel zelfstandigen met een laag inkomen toegenomen, van 8 procent in 2006 tot 10 procent in 2007. Onder starters is het aandeel lage inkomens juist sterk afgenomen van 23 procent in 2006 tot 15 procent in 2007. Daarmee is het aandeel lage inkomens onder starters
nog steeds bovengemiddeld. Overheidsbeleid heeft direct bijgedragen aan de toename van het inkomen van veel ondernemers. In 2007 is de Wet Werken aan Winst ingevoerd met een pakket van belastingmaatregelen om bedrijven in Nederland te houden en om meer bedrijvigheid van buiten de grenzen aan te trekken. Zelfstandigen hebben fiscaal profijt gehad van de invoering van de mkb-winstvrijstelling, die ondernemers vrijstelling van heffing verschaft voor 10 procent van de belastbare winst. DGA’s hebben massaal geprofiteerd van de eenmalige tariefverlaging voor inkomsten uit aanmerkelijk belang van 25 naar 22 procent (box II).
Site voor identiteitscheck ■ Of een werkgever nu aan de slag gaat met binnen- of buitenlandse arbeidskrachten, hij is verplicht hun identiteit vast te stellen. De site www.weethoehetzit.nl helpt ondernemers bij deze check. Een goede controle van de identiteit is belangrijk om premie- en belastingfraude tegen te gaan en om illegale tewerkstelling van vreemdelingen te voorkomen. Om werkgevers bij deze controle te helpen, hebben overheid en bedrijfsleven samen een stappenplan ontwikkeld. In maximaal 5 stappen is de identiteit van de nieuwe medewerker vast te stellen. Op de website www.weethoehetzit.nl vindt u nadere informatie over dit stappenplan.
Zzp’er krijgt meer tijd voor vangnetpolis De periode waarin een startende zzp’er een vangnetverzekering kan afsluiten wordt uitgebreid van 3 naar 16 maanden. Dit blijkt uit een inventarisatie van het Verbond van Verzekeraars. Een vangnetverzekering is een speciale verzekering voor startende zzp’ers die vanwege hun gezondheid geen gewone arbeidsongeschiktheidsverzekering kunnen afsluiten. De Sociaal Economische Raad (SER) vroeg verzekeraars om zzp’ers een langere bedenktijd te geven. De verzekering wordt eenmalig opengesteld voor bestaande zzp’ers die nog geen verzekering hebben afgesloten, aldus het verbond.
6 GAzet 6-2010 |
Arboportaal.nl vernieuwd ■ Het Arboportaal heeft een nieuw uiterlijk. Door de aangepaste structuur is van elk onderwerp alle informatie goed bereikbaar. Het nieuwe portaal behandelt de informatie over arbeidsomstandigheden in zes thema’s: Arbowet- en regelgeving, Veilig werken, Fysische factoren, Fysieke belasting, Psychosociale belasting en Gevaarlijke stoffen. Elk thema bevat gedetailleerde informatie over de diverse deelonderwerpen, van ‘aangepast werk’ tot ‘zwangerschap’. Op een pagina is alle informatie over een specifiek onderwerp te vinden: van hyperlinks, folder en filmpjes, tot tools en instrumenten die een oplossing geven voor een specifieke vraag. Meer info: www.arboportaal.nl
Zorgen om terugkeer jongeren na aantrekken bouw De bouw moet er alles aan doen om jongeren met een opleiding te behouden voor danwel weer terug te laten keren naar de bouw. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in het rapport ‘De bouwarbeidsmarkt in 2010-2015’. De werkgelegenheid in de bouw daalt in 2010 naar verwachting met 40 duizend manjaren. Pas na 2011 zal de bouwproductie weer aantrekken en daarmee de werkgelegenheid. Ten opzichte van 2009 daalt de totale werkgelegenheid met 9 procent. In de uitvoerende bouw is deze afname voor de burgerlijke en utiliteitsbouw 10,5 procent en voor de infra 3,5 procent. De werkgelegenheid van werknemers neemt sterker af dan die van zelfstandigen. Voor 2010 wordt een afname van de werkgelegenheid van werknemers verwacht van 10 procent. Voor zelfstandigen wordt de daling geschat op 6,5 procent. Vooral het aantal jongeren in de bouw is sterk gedaald. Dit is het gevolg van enerzijds uitstroom en anderzijds sterk verminderde instroom. Er zijn te weinig plekken om leerlingen op te leiden. In het eerste kwartaal van 2010 is in vergelijking met een jaar ervoor met bijna 30 procent de afname van het aantal jongeren drie keer zo groot als de gemiddelde daling.
heeft tot gevolg dat de instroombehoefte sterk is gedaald. Het aanbod overtreft op dit moment de vraag op de bouwarbeidsmarkt. Maar dat zal niet eeuwig
duren. Het zal de grote uitdaging worden voor de komende jaren om vooral jongere werknemers weer aan de slag te krijgen. EIBonderzoek leert dat de recessie van de jaren tachtig tot een 8 procent extra uitstroom van jongeren leidde die niet meer in de bouw terugkeerden.
Het aantal leerlingen met een diploma en het aantal geslaagden daalt in de periode tot 2015
Natuurlijke instroom De natuurlijke instroom bestaat voornamelijk uit gediplomeerde schoolverlaters van de bouwrichtingen van het vmbo, mbo en hbo. Het aantal leerlingen met een bouwdiploma en het aantal geslaagden daalt in de periode tot 2015. Het deel dat werk zoekt in de uitvoerende bouw wordt in 2010 geschat op 2,5 procent van het totaal aantal werknemers in de bouw. In 2015 zal dit percentage teruglopen naar 2,3. De krimpende bouwproductie
Aantal meldingen beroepsziekten neemt toe Het aantal meldingen van beroepsziekten is in 2009 fors gegroeid ten opzichte van voorgaande jaren, blijkt uit het rapport ‘Beroepsziekten in Cijfers 2010’ van het NCvB/AMC dat onlangs verscheen. Vooral het aantal meldingen van beroepsziekten in de bouw nam flink toe. Meer én intensiever melden zorgt voor beter inzicht in het voorkomen van beroepsziekten. Met behulp van de gegevens van het Peilstation Intensief Melden (PIM) valt voor het eerst een betrouwbare schatting te maken van het aantal nieuwe gevallen per bedrijfstak. En dat biedt mogelijkheden voor gerichte preventie. Branches met relatief veel beroepsziekten zijn de bouw, vervoer en opslag en industrie. Lawaaischade aan het gehoor, aandoeningen van spie-
ren en gewrichten en psychische aandoeningen komen het meeste voor. Het aantal gemelde beroepsziekten bedraagt 9.856 in 2009, een forse groei ten opzichte van de vorige jaren. Ruim 70 procent van alle meldingen van beroepsziekten komt uit de bouw, de bedrijfstak die het melden van beroepsziekten beter heeft georganiseerd dan andere branches. Circa 18 procent van de meldingen kwam in 2009 van de 190 bedrijfsartsen die zijn aangesloten bij het Peilstation
Intensief Melden. Dit peilstation verzamelt niet alleen beroepsziektemeldingen, maar ook gegevens over door de bedrijfsarts verzorgde werknemers per bedrijfstak. Zo kan een veel betere schatting worden gemaakt van het aantal nieuwe gevallen per bedrijfstak. Dit maakt gerichte preventie mogelijk, zoals actieve lawaaibeheersing bij orkesten om slechthorendheid te voorkomen of het beperken van blootstelling aan kwartsstof in de bouwnijverheid of meelstof in bakkerijen. Ook brancheorganisaties als Arbouw en Gezond Transport zijn actief in de preventie van beroepsziekten. Het rapport is te downloaden via www.beroepsziekten.nl
BAAS&BEDRIJF
Kunststukjes op hoogte Het werk van een Zinkmeester valt meestal al van grote afstand op. Het is een vak voor liefhebbers, die een klik hebben met metaal. Er zijn gelukkig nog steeds jongens te vinden die daar vanaf dag 1 mee bezig willen zijn. De Zinkmeesters vormen een vereniging, waarbij alleen de betere zinkdakdekkers (inmiddels ook koper) zijn aangesloten. Iedere Zinkmeester voldoet aan strenge kwaliteitseisen. Zinkmeesters geven een waterdichte, verzekerde garantie van 10 jaar op alle daken en gevels. Ze zijn in het bezit van het KOMO-procescertificaat conform de Nationale beoordelingsrichtlijn (IKOB-BKB 5212). Er zijn iets meer dan dertig Zinkmeesters, veelal loodgieters- en installatie- danwel leidekkersbedrijven. Henk Ruitenberg is directeur-eigenaar van loodgietersen installatiebedrijf J. Ruitenberg in Zwolle en tevens voorzitter van de Zinkmeesters. Er werken behoorlijk wat jongelui als (leerling) zinkmeester, maar het is vaak wel zoeken. “Jongelui zijn spaarzaam te vinden, maar dat geldt voor alle technische beroepen. Goede handjes moet je met een lampje zoeken. Dat komt volgens mij vooral door het imago van technische beroepen. Toch worden we wel eens spontaan benaderd. Over het algemeen zijn dat liefhebbers. Werken met metaal is toch een vak apart. Het startniveau van de mensen die van school komen, valt vaak tegen. Sommigen hebben ooit een dakgoot in elkaar gesoldeerd, maar dat was het dan wel. Het maken van een goede metalen dakbedekking eist veel vakmanschap. Je werkt altijd op hoogte, met vaak een mooi uitzicht overigens, en je moet goed kunnen nadenken. Er zit veel nauwkeurigheid en logica in het werk.”
Vanaf dag 1 De opleiding gebeurt meestal bij de bedrijven zelf. Er zijn wel opleiders, maar die bieden alleen een basis. Ook een drietal fabrikanten van materiaal biedt een basisopleiding. Die zijn daar mee begonnen om er zeker van te zijn dat hun materiaal ordentelijk wordt verwerkt, zodat ze achteraf niet te maken krijgen met claims. Sommige jongens gaan een dag in de week naar school, maar het echte werk leren ze bij de bedrijven. De leerling loopt vanaf dag 1 mee met een ploeg en
groeit vanuit die ploeg in het werk. Ruitenberg pleit voor een landelijke opleiding, met een eenvormige goede opleiding. Nu zijn er meerdere aanbieders, die allemaal een beetje subsidie krijgen en dus maar een gedeelte van de opleiding kunnen bieden. In meerdere sectoren van de bouw wordt met weemoed teruggedacht aan de ambachtsschool en de lts, waar jongelui een echt vak leerden. In het vak werken met name mannen. “Dat zijn bovendien redelijk vaak vakidioten, die van metaal houden en een mooi stukje werk willen afleveren. Dat moet
“Onze daken en gevels zijn eyecatchers. Elk foutje valt genadeloos op” ook, want onze daken en gevels zijn eyecatchers. Elk foutje valt genadeloos op. Bijzonder is ook dat het personeelsverloop miniem is. Het werk is lang vol te houden. Gelukkig kan steeds meer werk binnen voorbereid worden.” Een probleem vormt de tijdsdruk waaronder moet worden gewerkt. Een dakdekker zit altijd redelijk aan het eind van het productieschema. Wat wel steeds vaker gebeurt is overleg met architecten en hoofdaannemers. “Wij zijn voor ons werk sterk afhankelijk van de onderconstructie. Het komt steeds vaker voor dat wij ook de werkvoorbereiding doen. Wat architecten soms niet weten, is dat er inmiddels zeer innovatieve onderconstructies op de markt zijn. Dat maakt ons werk makkelijker, maar vaak werkt het ook sneller.” De markt is redelijk te noemen. “De nieuwbouw ligt op dit moment stil, maar in de renovatie en restauratie is nog behoorlijk werk te vinden. De flexibele schil rondom de Zinkmeesters is inmiddels verdwenen, gelukkig hebben we ons vaste personeel in dienst kunnen houden.” En over de nabije toekomst: “Zoals in de hele bouw ziet 2011 er niet zo florissant uit. We richten ons dus maar op 2012.”
De WKR; wat doet u ermee? Dat per 1 januari 2011 de werkkostenregeling van start gaat, is geen nieuws meer voor u. Die regeling werd immers al besproken in het juli-nummer van GAzet, en ook tijdens de regionale najaarsbijeenkomsten is het 1,4%-forfait uitgebreid aan de orde gekomen. Het nieuwe jaar komt nu echter snel dichterbij, en daarmee dus ook het keuzemoment. Weet u al of u overstapt? Bij de keuze om per 1 januari 2011 over te stappen op de werkkostenregeling zult u zich waarschijnlijk vooral laten leiden door de vraag of de regeling voor u als werkgever financieel voordelig is. Helaas kan niet voor een sector in het algemeen worden gezegd of de regeling voor- of nadelig is. De gevolgen zijn voor iedere onderneming namelijk anders. Om een goede afweging te kunnen maken, moet u dus op basis van de huidige arbeidsvoorwaarden van uw personeel (laten) berekenen wat de gevolgen van de regeling zijn. Voor uw keuze moet u echter met nog meer factoren rekening houden.
Cao Overigens is het niet helemaal juist om te stellen dat de werkkostenregeling een volledig individuele zaak van de werkgever is. U bent voor de arbeidsvoorwaarden van uw werknemers immers gebonden aan de voorschriften van een cao. Als de cao een netto vergoeding voorschrijft zult u die ook netto moeten betalen, zelfs als dat onder de werkkostenregeling minder voordelig wordt. Als voorbeeld kan de vakbondscontributie worden genoemd. Volgens de cao voor de bouwnijverheid is de werknemer gerechtigd die contributie op fiscaal vriendelijke manier uit het brutoloon te betalen. De fiscale vrijstelling die we daar nu voor kennen vervalt onder de werkkostenregeling. Daardoor komt de contributie straks ten laste van het werkkostenforfait, zodat er minder vrijgestelde ruimte overblijft voor bijvoorbeeld een kerstpakket. Ook op andere punten werkt de cao door, bijvoorbeeld doordat de werkgever kan kiezen tussen het vergoeden of het verstrekken van gereedschap. Het verschil tussen vergoeden (loon in geld) en verstrekken (loon in natura) kan onder de werkkostenregeling beslissend zijn voor de belastbaarheid. Gezien dit soort punten ligt het dan ook voor de hand dat de werkkostenregeling prominent op de agenda staat bij de eerstvolgende cao-onderhandelingen.
Nieuwe arbeidsvoorwaarden De kans is groot dat uw arbeidsvoorwaarden zullen moeten worden aangepast aan de werkkostenregeling. Een aanpassing in het nadeel van de werknemer is echter
Het nieuwe jaar komt nu echter snel dichterbij, en daarmee dus ook het keuzemoment. Weet u al of u overstapt op de WKR?
niet zomaar mogelijk. Allereerst kan ook hierbij natuurlijk de cao van invloed zijn. Daarnaast moet u rekening houden met voordelen die in de loop der tijd zijn gegroeid en daardoor de status van verworven recht hebben. Om een wijziging van de voorwaarden te vergemakkelijken kunt u een zogenoemd eenzijdig wijzigingsbeding met uw werknemers overeenkomen. Een dergelijke bepaling geeft u als werkgever het recht om – binnen bepaalde grenzen – de arbeidsvoorwaarden te wijzigen zonder medewerking van de betreffende werknemer. Zo’n bepaling zou standaard in uw arbeidscontracten moeten staan.
Administratie Een punt dat vaak wordt vergeten betreft de administratieve verwerking. Om de werkkostenregeling overzichtelijk te houden is het wellicht goed om bepaalde grootboekrekeningen te splitsen of zelfs geheel nieuwe rekeningen toe te voegen. Dat is ook nodig als de Belastingdienst komt controleren. De inspecteur zal dan immers precies willen weten welke intermediaire kosten u bijvoorbeeld heeft betaald, en of u de vrijstellingen op de juiste manier heeft toegepast. Door uw administratie daar op in te richten kunt u die bedragen vervolgens relatief eenvoudig uit het grootboek halen.
Overgangsjaar Mede door de bovengenoemde punten kiezen veel werkgevers ervoor om in 2011 nog niet op de werkkostenregeling over te stappen. Zij missen daarmee misschien een fiscaal voordeel, maar weten in
elk geval waar ze aan toe zijn. Die zekerheid is ook wat waard. In zo’n geval is het verstandig om 2011 te gebruiken om alsnog uit te zoeken wat de werkkostenregeling precies voor uw onderneming betekent. U kunt de financiële gevolgen van de regeling in kaart brengen, inventariseren welke arbeidsvoorwaarden moeten worden aangepast en de administratie alvast inrichten voor het werkkostenregime. Op die manier bent u optimaal voorbereid om per 2012 of uiterlijk per 2014 alsnog de overstap te maken.
Briefje Ongeacht welke keuze u nu maakt; het is verstandig om de Belastingdienst over uw keuze te informeren. Op die manier voorkomt u dat er in de loop van 2011 onduidelijkheid ontstaat over het fiscale regime dat u toepast. Het informeren van de Belastingdienst kan met een eenvoudig briefje waarin u meedeelt dat u op basis van het bij de werkkostenregeling geldende overgangsrecht kiest om in het jaar 2011 de werkkostenregeling c.q. het oude regime toe te passen. Als u daarbij kiest voor het oude regime, vergeet dan niet in het briefje aan te geven dat u er van uitgaat dat lopende afspraken (over bijvoorbeeld een vaste kostenvergoeding) gewoon van kracht blijven in 2011. Ook daarover kan dan later geen discussie meer ontstaan. Wel goed bewaren, dat briefje. Tekst: Bart Schuver Belastingadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs BV in Wageningen
GAzet 6-2010 | 7
Aannemers Vereniging Metselwerken (AVM)
Vereniging van Infrabedrijven MKB INFRA
Dukatenburg 90-03 - 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 603 27 97 E-mail:
[email protected] www.avmmetselwerken.nl
Dukatenburg 90-03 - 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 603 79 14 E-mail:
[email protected] www.mkb-infra.nl
Boorinfo Branche Vereniging Bocholtsestraatweg 50 - 7121 GD Aalten Telefoon: (0543) 76 90 06 E-mail:
[email protected] www.boorinfo.nl
SER: arboregels ook voor zzp’ers ■ Als het aan de Sociaal Economische Raad (SER) ligt, gaan de regels voor bijvoorbeeld fysieke belasting of blootstelling aan geluid ook voor zelfstandigen zonder personeel gelden. Dat staat in een ontwerpadvies dat de raad heeft gepubliceerd. Kern van het advies is dat alle werkenden, of dat nu werknemers of zzp’ers zijn, gelijke arbeidsomstandigheden moeten hebben. Nu gelden niet alle arboregels voor zzp’ers. Daardoor kan het voorkomen dat mensen die op dezelfde werkvloer werken, te maken hebben met verschillende regels. De regels die werkenden moeten beschermen tegen ernstige risico’s gelden nu ook al voor iedereen. Dan gaat het bijvoorbeeld om voorschriften voor het werken met chemische stoffen, of regels die in de bouw het valgevaar moeten beperken. Maar de regels voor fysieke belasting behoren tot de voorschriften die nu niet voor zelfstandigen gelden. De SER wil dat alle werkenden dezelfde bescherming tegen risico’s hebben. Op die manier wordt ook concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.
Vice-voorzitter NVBU bij afscheid geridderd
Waar gaat het over? Nou, over mijn sekse. Over mijn vrouwzijn en tegelijk aannemer. Gaat dat wel samen? Zo’n teer vrouwmensje tussen die rauwdouwers en ijzervreters. In alle mogelijke variaties krijg ik die vraag voorgeschoteld. Aan de telefoon: ‘Kunt u mij even doorverbinden met de baas.’ ‘Maar ik ben de baas.’ Dan valt er meestal een stilte. Ik probeer me altijd voor te stellen, wat die lui daar aan de andere kant van de telefoon doen tijdens die stilte. Even kijken of ze het goede nummer hebben ingetoetst? En als dat dan juist blijkt, komt er iets van een bloosexcuus. ‘Uhh, sorry’, enz. Laatst een grappenmaker aan de lijn: ‘Dag mevrouw Wilma, is Wilman er ook?’ Lachuhh! Bouwvergaderingen, nog zo iets. Bij de eerste ontmoeting wordt steevast de uitvoerder aangesproken om vervolgens mij te verwelkomen als diens secretaresse. Allerpijnlijkst kwam dat naar voren bij een feestelijke oplevering. Burgemeester erbij, lint knippen, officiële sleutel overhandigen. Alles erop en eraan. In de toespraak ging het consequent over meneer Wilma zus en meneer Wilma zo. En hij wilde namens de opdrachtgever graag een kistje wijn overhandigen als dank voor de goede samenwerking. Of meneer Wilma maar even op het podium wilde komen.
8 GAzet 6-2010 |
Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (Bovatin) Postbus 85 - 7460 AB Rijssen Telefoon: (0548) 53 85 05 Email:
[email protected] www.bovatin.nl
Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende bedrijven (NVK)
Het Hellende Dak (HHD)
Tijdens de rondvraag ‘verstoorde’ de burgemeester van de gemeente De Wolden de vergadering en eiste een plaats achter het katheder op. Burgermeester Snijders verraste vice-voorzitter Klaas van Dijk door hem namens Koningin Beatrix de versierselen behorend bij de orde van Oranje Nassau op te spelden. Klaas van Dijk was ruim 30 jaar bestuurslid bij de NVBU en haar rechtsvoorgangers. Voor de Burgemeester Snijders van De Wolden bouwbranche in het algemeen speldt Klaas van Dijk de versierselen op en voor die in Drenthe in het bijzonder heeft Van Dijk veel betekend. Hij vond het – nadat hij onlangs de 65-jarige leeftijd had bereikt – nu tijd om een stapje terug te doen. Tijdens de Algemene Ledenvergadering nam hij afscheid als bestuurslid. Op voordracht van het bestuur benoemde de Ledenvergadering de heer van Dijk bovendien tot erelid van de NVBU.
Man, man, man…. Houd er toch eens over op. Mooi geweest. Basta. Niet meer van deze tijd. Ik schrijf er niet graag over, maar goed, ik doe het nu toch. Want kennelijk is het nodig. Eén keertje en dan nooit weer. Het eerste en het laatste, wat ik erover ga zeggen. Want het is zóóó vorige eeuw, ja toch?!
Postbus 33 - 7963 ZG Ruinen Telefoon: (0522) 47 03 39 E-mail:
[email protected] www.nvbu.nl
Postbus 41 - 1483 ZG De Rijp Telefoon: (0299) 68 26 12 E-mail:
[email protected] www.nvkit.org
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Noordelijke Vereniging Burgerlijke en Utiliteitsbouw (NVBU) op 23 november jl. vond een opmerkelijk ‘incident’ plaats.
Vrouw in de bouw
Noordelijke Vereniging Burgerlijke en Utiliteitsbouw (NVBU)
Dukatenburg 90-03 - 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 634 34 54 E-mail:
[email protected] www.hhd.nl
Vakfederatie Rietdekkers Postbus 1003 - 3860 BA Nijkerk Telefoon: (033) 246 44 50 E-mail:
[email protected] www.riet.com
Nederlandse Vereniging van leidekkers Postbus 151 8440 AD Heerenveen tel.: 0513-624058 fax.: 0513-633446 E-mail:
[email protected]
Vereniging van Kalkzandsteen Lijmbedrijven (VKL) Postbus 310 - 3900 AH Veenendaal Telefoon: (0318) 54 73 97 E-mail:
[email protected] www.vkl-web.nl
Ondernemersorganisatie MKB Bouw Dukatenburg 90-033437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 603 62 39 E-mail:
[email protected] www.mkbbouw.nl
COLUMN WILMA Toen ik opstond om naar voren te lopen voelde dat toch een beetje als uit de kast komen. Ik gaf hem een hand en stelde me voor. Hij zocht naar woorden, maar niet lang, praten is per slot van rekening zijn vak. Hij nam de draad weer op en zei: ‘Jammer, dat uw man er vandaag niet bij kan zijn. Leuk, dat u in staat bent hem te vervangen om het cadeau in ontvangst te nemen.’ ‘Oh,’ zei ik, ‘is ‘t voor mijn man? Nou, die staat achter in de zaal, ik zal hem wel even halen.’ Hij stond me verbouwereerd aan te gapen en probeerde zijn best te doen de werkelijkheid te begrijpen. Pas toen ik het podium afliep en de opdrachtgever hem iets in het oor fluisterde, viel het kwartje. Vrouwen zie je in alle branches en op alle posities. Een burgemeester kan heel goed een vrouw zijn. Een directeur van een bank of supermarkt ook, of van een bedrijf in de metaalsector. De tijd van de glazen plafonds is definitief voorbij. Dat is ook het geval in het bouwsegment. Zeker als je kijkt naar de opdrachtgevende en ontwerpende partijen. Maar in de uitvoerende bouw is de vrouw nog steeds een exotische vogel, waar men niet goed raad mee weet. Behalve dan als ze koffie serveert, notuleert of de toiletten in de bouwkeet schoonhoudt. Ligt dat aan de typische bouwcultuur? Deels. Maar vrouwen kunnen de hand ook in eigen boezem steken. En zie al die ‘hulpvaardige’ mannen al overeind schieten om ons daarbij een handje te helpen. Maar zo bedoel ik het natuurlijk niet. Ik heb het over ambities onder mijn seksegenoten voor een carrière in het mkb-bouwbedrijf. Daar merk ik weinig van. En nu hoor ik u vragen: ‘Wilma, is dat allemaal zo erg dan?’ Neuh, eigenlijk niet. Je kunt er toch weinig aan doen. Hoe zou je ’t al willen veranderen? De sector heeft al veel gedaan aan de fysieke belasting. Moet je er dan ook nog eens de zoveelste dure imagocampagne tegenaan gooien? Proberen de typische mannencultuur te veranderen? Geen van beide. Die cultuur verandert pas als er meer vrouwen bij komen. En er komen meer vrouwen bij als die dat willen. Maar zo’n burgervader, die zou zo langzamerhand toch beter moeten weten. En, ach… het heeft ook voordelen om één van de weinige vrouwen te zijn in het zakelijk bouwverkeer.
Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) Dukatenburg 90-03 - 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 638 19 38 E-mail:
[email protected] www.vnv-voeg.nl
Vereniging Aannemers Sloop Postbus 159 - 4190 CD Geldermalsen Telefoon: (0345) 58 50 38 E-mail:
[email protected] www.sloopaannemers.nl
Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingsbedrijven (VSB) Postbus 190 - 2700 AD Zoetermeer Telefoon: (079) 353 12 66 E-mail:
[email protected] www.vsb-online.nl
Vereniging Wapeningsstaal Nederland (VWN) Dukatenburg 90-03 - 3437 AE Nieuwegein Telefoon: (030) 638 19 39 E-mail:
[email protected] www.wapned.nl
De Zinkmeesters Postbus 2322 - 5500 BH Veldhoven Telefoon: (040) 842 81 10 E-mail:
[email protected] www.zinkmeesters.nl