uN
VAN WATĽRSCHAPPĽN
Bezoekadres
Koningskade 40 2596 A A Den Haag Postadres
Postbus 93218 2509 A E Den Haag Telefoon
0703519751 Fax
070 354 46 42
2014.17668
De leden van de ledenvergadering
datum
ons kenmerk
contactpersoon
16 juli 2014
73102/IP
M. van Kruining I P. de Vries
bįjlage(n)
uw kenmerk
email
2
mkruininq(3),uvw.nl pvries(S),uvw.nl
betreft
Bestuursovereenkomst Deltapro gramma
Geachte leden, Hierbij doe ik u de Concept Bestuursovereenkomst Deltaprogramma toekomen die de Unie van Waterschappen voornemens is met Prinsjesdag 2014 te tekenen. O mdat voor de derde dinsdag van september geen ledenvergadering meer plaatsvindt stuur ik u, zoals in de ledenvergadering van 27 juni jl. is afgesproken, de bestuursovereenkomst hierbij voor eventuele reactie. Met Prinsjesdag zullen de Deltabeslissingen aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarmee staat het Deltaprogramma aan de vooravond van de uitvoeringsfase. Het Rijk legt de Deltabeslissingen vast in een herziening van het 1 Nationaal Waterplan en bindt zich daarmee zelf aan de Deltabeslissingen. O mdat het Deltaprogramma een nationaal programma is, is het van belang dat ook provincies, gemeenten en waterschappen in hun eigen plannen het Delta programma verwerken. Om af te spreken dat te gaan doen is de Bestuursovereenkomst Delta programma opgesteld. e
Dit document is tijdens het Nationaal Bestuurlijk O verleg Deltaprogramma van 10 juli jl. be sproken en vindt u als bijlage 1 bij deze brief. Mocht u opmerkingen bíj de tekst of bezwaren hebben tegen ondertekening van dit bestuursakkoord, dan ontvang ik uw opmerkingen graag zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 25 augustus 2014. U kunt uw opmerking richten aan Pierre de Vries (pvries(ô),uvw.nl). Als u voor deze datum geen bericht stuurt, ga ik er van uit dat u geen bezwaren heeft. Daarnaast is het goed om te vermelden dat het deelprogramma Nieuwbouw S Herstructurering een intentieovereenkomst opstelt en partijen in de gelegenheid stelt deze te ondertekenen. Par tijen krijgen zo de mogelijkheid zich te committeren, ook het bedrijfsleven kan daar partner in zijn.
Pagina 2 van 2
Het is een uitgelezen kans om als waterschap met bijvoorbeeld de inliggende gemeenten, een intentieverklaring te tekenen om gezamenlijk (maar zonder verplichting) een slag te maken met de ambities van de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. De overeenkomst is als bijlage 2 bijgevoegd. Ik hoop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze brief, dan kunt u zich richten tot Mark van Kruining (
[email protected]) of Pierre de Vries (
[email protected]).
Hoogachtend
ìi
s
1
11 V
1
ir.ing. A.J. V Ş řn'.ue/ ţtìul fctfeûr Algemeen direeteûr
Bijlage 1
CONCEPT B e s t u u r s o v e r e e n k o m s t D e l t a p r o g r a m m a : borging deltabeslissingen en voorkeursstrategieën Ondergetekenden: 1. De Minister van I n f r a s t r u c t u u r eņ Milieu, handelend als bestuursorg aan, hierna te n o e m e n : ' h e t R i j k ' , verteg enwoordig d door m e v r o u w drs. M.H. Schultz van Haeg en; 2. Het Samenwerking sverband Interprovinciaal Overĩeg , hierna te n o e m e n : ' I P Q ' , v e r t e g e n w o o r d i g d door mevrouw Ĵ. Meijers; 3. De Unie v a n Waterschappen, hierna te n o e m e n : ' Ü v W ' , vertegenwoordigd door de heer P.G.G. Glas. 4 . De Vereniging van Nederlandse Gemeenten, hierna te n o e m e n : ' V N G ' , v e r t e g e n w o o r d i g d door mevrouw L R . A d e m a ; Hierna te n o e m e n : ' P a r t i j e n ' O v e r w e g e n d e dat: er op g r o n d van de Deltawet waterveilighėid en zoeţwatervoorzlening een deltaprogramrna is m e t ais doel Nederland nu en in de t o e k o m s t teg en hoog water te beschermen en de zoetwatervoorziening op orde te h o u d e n ; - het d e l t a p r o g r a m m a een nationaal p r o g r a m m a is waar Rijk, provincies, waterschappen en g e m e e n t e n sinds 2 0 1 0 , onder reg ie van de deltacommissaris, samen hebben g ewerkt aan beleidsvoorbereiding en. Dit heeft g eresulteerd in voorstellen voor deltabeslissing en en v o o r k e u r s s t r a t e g i e ë n , die in het D e l t a p r o g r a m m a 2015 worden beschreven; - uit deze voorstellen voor deltabeslissing en en voorkeursstrateg ieën níeuw beleid v o o r t v l o e i t v o o r Rijk, provincies, waterschappen en g e m e e n t e n ; - Partijen de g ezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, provincies, waterschappen en g e m e e n t e n v o o r de uitwerking en uitvoering van d i t beleid o n d e r s c h r i j v e n ; - de nauwe interbestuuríijke samenwerking tussen Rijk, provincies, g e m e e n t e n en waterschappen één van d e belang rijke factoren voor succes in het Deltaprog ramma is. - het blijvend bij elkaar breng en v a n het water en r u i m t e l i j k beleid v a n w e g e hun wederzijdse afhankelijkheid, essentieel is voor het behalen van de doelen v a n het Deltaprogramma. - dit een v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d voor zowel Rijk, provincies, g e m e e n t e n en waterschappen m e e b r e n g t o m op de verschillende schaalniveaus naar de onderling e versterking en v e r b i n d i n g v a n deze beleidsvelden te streven. - het v o o r een effectieve uitwerking en uitvoering van dit beleid noodzakelijk is dat dit beleid w o r d t verankerd in beleidsplannen v a n het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten; - maatreg elen uit het d e l t a p r o g r a m m a m e t elkaar samen kunnen hang en en de effectiviteit v a n maatreg elen afhankelijk kan zijn van de uitvoering v a n andere maatregelen; - Partijen, v o o r t b o u w e n d op het Bestuursakkoord Water, h i e r o m t r e n t afspraken wensen vast te leg g en in een bestuursovereenkomst. Komen overeen: Artikel 1 ĩ n deze bestuursovereenkomst w o r d t verstaan onder " D e l t a p r o g r a m m a 2 0 1 5 " : het D e i t a p r o g r a m m a dat op 16 s e p t e m b e r 2 0 1 4 door de Minister van I n f r a s t r u c t u u r en Milieu aan de Staten-Generaal is aang eboden.
1 juli 2014
Pagina 1 v a n 2
Artikel 2 1 , Partijen onderschrijven de voorstellen voor deltabeslissingen en voorkeursstrategieën, zoals beschreven in h e t D e ļ ţ a p r o g r a m m a 2 0 1 5 . Partijen onderkennen degezamenlijke v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d v a n Rijk, provincies, waterschappen en g e m e e n t e n voor de u i t w e r k i n g en uitvoering v a n het beleid d a t v o o r t v l o e i t u i t de voorstellen voor deltabeslissingen en v o o r k e u r s s t r a t e g i e ë n . 2. Partijen blijven zich inspannen o m de nauwe inteŕbeštuurlijke samenwerking binnen h e t D e l t a p ŗ ö ġ r a m m a op zowel regionaal ais nationaal niveau, zoals nader omschreven in paragraaf 6.4 v a n het D e l t a p r o g r a m m a 2 0 1 5 , t e stimuleren en effectief v o r m t e blijven geven. Artikel 3 1 . Voor een effectieve u i t w e r k i n g en uitvoering dient het beleid dat voortvloeit uit de voorstellen v o o r deltabeslissingen en voorkeursstrategieën te w o r d e n verankerd in beleidsplannen van Rijk, provincies, waterschappen/.en g e m e e n t e n . 2, Het Rijk v e r a n k e r t het beleid waarvoor het de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d d r a a g t in het Nationaal W a t e r p l a n , rekening houdend m e t de beraadslagingen over het Nationaal Waterplan in de StatenGeneraal. 3. IPO , UvW en VNĠ bevorderen dat provincies, waterschappen en g e m e e n t e n het beleid w a a r v o o r zij de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d dragen in hun beleidsplannen v e r a n k e r e n . 4 , I n de paragrafen v a n hoofdstukken 2 en 3 v a n het D e l t a p r o g r a m m a 2015 zijn de voorstellen v o o r deltabeslissingen eri voorkeùrsštrategieën beschreven. Deze paragrafen b e v a t t e n een alinea " i m p l e m e n t a t i e " , waarin is aangegeven welke overheden onderdelen uít de betreffende deltabeslissing of voorkeursbeslissing in beleidsplannen dienen t e verankeren. Artikel 4 1 . Deze b e s t u u r s o v e r e e n k o m s t t r e e d t in w e r k i n g op de dag na ondertekening door Partijen en eindigt op 1 j a n u a r i 2 0 2 0 , Partijen treden uiterlijk zes maanden v o o r l a a t s t g e n o e m d e d a t u m in overleg over v o o r t z e t t i n g v a n deze bestuursovereenkomst. 2. Partijen evalueren deze b e s t u u r o v e r e e n k o m s t , tegelijk m e t de evaluatie van het Bestuursakkoord Water van april 2 0 1 1 . 3. Deze b e s t u u r s o v e r e e n k o m s t is niet in rechte afdwingbaar. 4 . Binnen tien dagen na ondertekening w o r d t de bestuursovereenkomst gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus op [PM] o v e r e e n g e k o m e n en g e t e k e n d in viervoud t e [PMJ
1 juli 2014
Pagina 2 van 2
Bijlage 2
Delta prog ra m m a | Nieuwbouw en Herstructurering
Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie
Concept 0 4 DPNH/KBS -
27 mei 2014 Robert de Graaff Garmt Arbouw Jasper Groos
1. Partijen 1. 2. 3. 4.
A, B, ... hierna te noemen: Rijksoverheid K, L, ... hierna te noemen: 'Provincies die ondertekenen' M, N, ... hierna te noemen: 'Waterschappen die ondertekenen' O, P, ... hierna te noemen: 'Gemeenten die ondertekenen'; met Rijksoverheid en 'Provincies die ondertekenen' samen hierna te noemen: 'Overheden die ondertekenen' 5. X, Y, ... hierna te noemen: 'Overige Partijen' Hierna tezamen ook genoemd: Partijen;
2.
Overwegende dat: a)
Steden en dorpen de plekken zijn waar Nederlanders wonen, werken, ondernemen en hun vrije tijd doorbrengen. Dat de stad de motor is van de economie. Dat een goede kwaliteit van de leefomgeving van steden en dorpen daarom essentieel is; b) Deze kwaliteit onder druk staat door meer extreme weersituaties als heviger neerslag, langduriger droogte, meer warme dagen. Dit nu al zorgt voor omvangrijke grote schade aan gebouwen, infrastructuren, openbare ruimte, gezondheid en economie. De ontwrichting van de stad Kopenhagen als gevolg van hevige regenval op 2 juli 2 0 1 1 , van York (2012) en van Dresden (2013) ons aan het denken zet. We ook nu al in Nederland te maken hebben met hevige regenval. De wijze waarop wij nu omgaan met hemelwater maakt dat we kwetsbaarder worden en piekbuien en droogteperioden in de toekomst steeds minder goed kunnen opvangen. Onderzoek laat zien dat de schade enorm oploopt als we niets doen. De rekening bij onwetende woningeigenaren, bedrijven en de belastingbetaler van de toekomst -onze kinderen- terechtkomt; c) Het belangrijk is deze schade te voorkomen. Door de opgave nu al te combineren met andere opgaven een verbetering van de stedelijke kwaliteit kan worden bereikt, en toekomstige kosten vermeden kunnen worden; d) Partijen gezamenlijk klimaatadaptatie als kans willen benutten om slim te investeren, realiseren en beheren, als kans voor ondernemerschap en innovatie; e) Samenwerking nodig is om de onnodige drempels van onbekendheid.en onaantrekkelijkheid te slechten; f) De Klimaatagenda: weerbaar, welvarend en groen, zoals vastgesteld door de TK / / v e r w i j z i n g / / een duurzame visie en aanpak omvat voor zowel mitigatie als adaptatie; g) Continuïteit in het overheidsbeleid en publiek-private samenwerking cruciaal is voor verdere verduurzaming. Deze intentieverklaring daarom aansluit en voortbouwt op bestaand beleid en bestaande afspraken, in het bijzonder: 1. het in 2007 gesloten Duurzaamheidakkoord en de in 2011 ondertekende Groene Groei Deal, waarin Partijen vertegenwoordigd zijn geweest 2. de Lokale Klimaat Agenda 3. de Green Deal Duurzame GWW; h) Het werken aan klimaatbestendige steden versterkt wordt door aan te sluiten op het topsectorenbeleid en de focus te leggen op ondernemerschap, innovatie en het verzilveren van economische kansen, binnen en buiten Nederland; i) De Deltabeslissingen Nederland beschermen tegen de nadelige effecten van klimaatverandering. De Deltabesliśsing Ruimtelijke Adaptatie (DBRA) tot doel heeft de nadelige effecten van klimaatverandering voor het stedelijke gebied te beperken door met betrokken partijen te werken aan klimaatbestendige steden in 2050; 1
1
De DBRA heeft onder meer als belangrijk generiek uitgangspunt het doorlopen van de drie stappen 'weten', 'willen' en 'werken'. Zie verder Bijlage 1. 2
j) k) I)
Overheden zich met het Bestuursakkoord Deltaprogramma S a t u r n ondertekening> hebben verbonden aan de Deltabeslissingen; Een waterveilig en klimaatbestendige stedelijk gebied alleen kan worden bereikt wanneer de vemieuwingskracht van Partijen wordt benut. Voor de uitvoering van deze intentieverklaring Partijen inzetten op verdere samenwerking zodat het klimaatadaptief plannen, realiseren en beheren 'bottom up' wordt versneld en verbreed.
3, hanteren de volgende definities: Stad: Het begrip 'stad' kan breed geïnterpreteerd worden. Het gaat in deze intentieverklaring om het bebouwde gebied in Nederland (steden en dorpen). Oplossingen voor problemen in het stedelijke gebied kunnen vaak in het 'ommeland' gevonden worden. Ook deze 'landelijke' gebieden zijn relevant voor deze intentieverklaring. Watertoets: Toetsing die de initiatiefnemer moet doen langs de route van het watertoetsproces, waarbij met watertoetsproces de procedure wordt bedoeld als beschreven in art. 3.1.1 Bro 2008 met ruimte voor overleg van de initiatiefnemer met de waterbeheerder op de daarvoor aangegeven belangrijke momenten. De watertoets mondt uit in de waterparagraaf in de toelichting op het bestemmingsplan, die motiveert hoe het waterbelang in afwegingen is meegenomen. Natuurlijke momenten: Gunstig gekozen momenten waarop het treffen van een maatregel voor klimaatadaptatie samenvalt met andere ruimtelijke ingrepen, zodat de additionele kosten voor de maatregel minimaal zijn. Samenwerkingsverbanden: »
Bouwcampus
»
Watertorentorenberaad
4. e n v e r b i n d e n zich aan de volgende intenties; deel 1: Ambities voor klimaatbestendige stad í n 2050 en tussendoelen i n 2020 Partijen delen als ambitie voor het stedelijk gebied in 2 0 5 0 , dat: 1. na hevige neerslag, stijging van het waterniveau aan de kust en in rivieren: a. - ondanks eventueel water op straat - winkels en woningen droog blijven, mensen en diensten de hoofdwegen kunnen blijven gebruiken en de gezondheid niet bedreigd wordt; b. de waterkwaliteit nog steeds goed is c. risico's op maatschappelijke ontwrichting en economische schade bij extreme situaties van een vergelijkbare orde zijn als op andere beleidsterreinen, zoals verkeer; d. verkeers-, afvalwater-, drinkwater-, gas-, elektriciteits- en data-infrastructuren robuust zijn en blijven functioneren e. de voorzieningen na een overstroming vanuit oppervlaktewater binnen korte tijd weer in gebruik genomen kunnen worden; 2. na lange droge periode, hittegolven, lage grondwaterstand: a. aantasting van funderingen, ongelijkmatige zetting en schade aan groen zoveel mogelijk worden voorkomen; b. verkeers-, afvalwater-, drinkwater-, gas-, elektriciteits- en data-infrastructuren robuust zijn en blijven functioneren; 3. doordat: 3
a. b. c.
d. e. f.
g.
h. i.
j. k.
partijen de opgave kennen voor het klimaatbestendig maken van hun stedelijk gebied; de opgave en kansen die klimaatverandering met zich meebrengt integraal onderdeel van planvorming, beheer en onderhoud zijn; partijen zich uitgenodigd weten tot het nemen van initiatieven voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving (huis, tuin en wijk). Daarbij maakt het niet uit van wie de buitenruimte is: overheden, bedrijven en particulieren staan er samen voor. partijen hun ondernemerschap en creativiteit inzetten om met klimaatbestendige oplossingen te komen; partijen zich goed publiek én particulier opdrachtgever tonen; inwoners en ontwikkelende partijen de momenten van ruimtelijke (her)inrichting en beheer benutten om lange termijn stedelijke wateropgaven te realiseren en tegelijk de stad aantrekkelijker te maken; inwoners en ontwikkelende partijen oog hebben voor de samenhang tussen enerzijds hemelwater, oppervlaktewater, grondwater en afvalwater en anderzijds de belevingswaarde en de gebruikswaarde van water; actief grondwaterbeheer wordt toegepast waar dat kosteneffectief is; schade als gevolg van een overstroming vanuit oppervlaktewater beperkt wordt door een meer waterrobuuste ruimtelijke inrichting die in overeenstemming is met de gewenste inrichting van het stroomgebied; overtollig water wordt benut om tekorten in droge perioden aan te vullen; groen ingezet wordt voor verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en voor het bergen van hemelwater, het vasthouden van water in droge perioden en het dempen van hitte;
Partijen zetten zich in om gezamenlijk de volgende doelen in 2 0 2 0 te realiseren: » kansen om maatregelen voor klimaatadaptie in de stedelijke omgeving te combineren met geplande ingrepen en beheer worden door de betrokken partijen benut en leveren concrete voordelen voor de kwaliteit van de leefomgeving; » alle risicogebieden voor ongewenste klimaateffecten zijn publiekelijk bekend; « voor risicogebieden voor klimaatverandering is een stresstest uitgevoerd en een adaptatiestrategie opgesteld; » omgevingsvisies bevatten voor risicogebieden ambities en/of randvoorwaarden voor reductie van risico's voor ongewenste klimaateffecten; » kopers van vastgoed kunnen informatie krijgen over de omvang van de risico's voor het vastgoed voor dijkdoorbraak, wateroverlast, droogte en hitte; »
klimaatadaptatie maakt onderdeel uit van gunningscriteria voor aanbestedingen van ontwikkelingen in risicogebieden en er zijn vormen van samenwerking in de keten en aanbestedingen ontwikkeld die open innovatie en co-creatie mogelijk maken.
Deel 2; Governance Klimaatbestendige Stad Partijen bouwen samen aan de klimaatbestendige stad door (voor zover van toepassing in de eigen rol): « klimaatmitigatie en -adaptatie, ruimtelijke kwaliteitsopgaven, economie en gezondheid te zien als één stedelijke opgave die om integrale oplossingen vraagt over de grenzen van de eigen verantwoordelijkheden heen » het water in de stad in beschouwing te nemen als een systeem, waarvan de onderdelen grond-, hemel-, oppervlakte-, en afvalwater samenhangen, zowel onderling en als in hun relatie naar de openbare ruimte: kwantitatief en kwalitatief, functioneel en financieel » bij financiële berekeningen uit te gaan van een tijdshorizon die past bij de levensduur van de objecten (Life Cycle Costs) en daarbij voor zover mogelijk de ontwikkelingen te betrekken die daarop van invloed zijn (water, groen, klimaat) « maatregelen voor klimaatbestendigheid standaard te verwerken in ontwerpend onderzoek, ontwerpen en ruimtelijke plannen « het beperken van schade te faciliteren door het (laten) treffen van passende kosteneffectieve maatregelen op natuurlijke momenten; 4
» 9 »
» o *
vraagformulering van de kant van burgers en burgerinitiatieven op het gebied van klimaatadaptatie te bevorderen en te faciliteren aan te sporen tot innovatie en co-creatie ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid kennis en ervaringen te delen met partners en in samenwerkingsverbanden over klimaatadaptatie ten behoeve van open innovatie en co-creatie ontwikkelen met partners of in samenwerkingsverbanden initiatieven om in gebiedsontwikkelingen kansrijke maatregelen voor klimaatbestendigheid te ontdekken zoeken in de uitvoering naar win-winsituaties en wenselijke cross-overs bevorderen navolging van deze intentieverklaring door actief anderen in kennis te stellen van de intentieverklaring en de ondertekening daarvan;
Overheden die ondertekenen: » zetten bij de stap 'willen' met actieve inbreng van marktpartijen en maatschappelijke organisaties een stip op de horizon in de vorm van een gedragen toekomstbeeld en werken daar stap voor stap naar toe in alle grotere en kleinere projecten; hierbij hoort een regie die continuïteit garandeert » communiceren transparant naar burgers over de mogelijke gevolgen van klimaatverandering voor de leefomgeving en de maatregelen die de burgers zelf kunnen treffen » benutten de watertoets door klimaatadaptatie mee te nemen bij het beschrijven van de wijze waarop in het betreffende plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding » informeren burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties over de gevolgen van hevige regen, droogte en hitte en ondersteunen deze bij initiatieven die hun woning/pand en leefomgeving daartegen beter bestand maken; Gemeenten die ondertekenen: » spannen zich in om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie, waaronder funderingen, nadelige grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied te voorkomen o f t e beperken; Waterschappen die ondertekenen: » participeren actief en vroegtijdig in gebiedsontwikkelingen (bestaande stad en nieuwbouw) en brengen daarbij kennis in over bodem, water en ondergrond Rijksoverheid: //NB: nog niet binnen IenM besproken en voorgelegd aan de Minister// » stelt samen met de Netbeheerders een risicoanalyse klimaatverandering voor het betreffende netwerk op Netbeheerders: » stellen samen met de rijksoverheid een risicoanalyse klimaatverandering voor hun netwerk op en leren van eikaars methoden « analyseren de wederzijdse beïnvloeding van eikaars netwerken « optimaliseren hun netwerken in relatie tot de mogelijke gevolgen van klimaatverandering; Overige partijen: » schenken in hun dienstverlening en producten waar relevant aandacht aan actuele en klimaatbestendige oplossingen
5.
Slotbepalingen
Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt voor de periode 2014 tot 2017. Alle in deze intentieverklaring genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen. 5
Partijen komen overeen dat de afspraken van deze intentieverklaring niet in rechte afdwingba zijn.
6.
Ondertekening
Getekend te Utrecht op 9 oktober 2014 «^organisaties en namen>
Bijlage 1: Voorstel Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (Deltaprogramma 2 0 1 5 v e r s i e 23 mei 2 0 1 4 ) De deltacommissaris stelt voor over ruimtelijke adaptatie te beslissen dat: « Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de gezamenlijke ambitie vastleggen dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht en bij (her)ontwikkelingen geen extra risico op schade en slachtoffers ontstaat voor zover dat redelijkerwijs haalbaar is; » klimaatbestendig en waterrobuust inrichten uiterlijk 2020 onderdeel is van het beleid en handelen van deze partijen, door bij hun regionale en lokale ruimtelijke afwegingen de waterrobuustheid en klimaatbestendigheid van het eigen plangebied te analyseren ('weten'), de resultaten van deze analyse te vertalen in een gedragen ambitie en een adaptatiestrategie met concrete doelen ('willen') en de beleidsmatige en juridische doorwerking van deze ambitie te borgen voor uitvoering ('werken'); « ieder van deze partijen aan de overeengekomen gezamenlijke ambitie invulling geeft op basis van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden; » deze partijen hiervoor een aantal generieke uitgangspunten hanteren, zoals beschreven in onderstaande toelichting en bijlage xx; » de watertoets zijn wettelijke verankering als procesinstrument behoudt en de toepassing vroeg in het ruimtelijk proces plaatsvindt; » de overheden gezamenlijk de Handreiking ruimtelijke adaptatie en een Stimuleringsprogramma ruimtelijke adaptatie beschikbaar stellen als ondersteunende instrumenten voor het realiseren van de ambitie; » het Rijk ervoor zorgt dat nationale vitale en kwetsbare functies uiterlijk in 2050 beter bestand zijn tegen overstromingen (zie interdepartementale afspraken in bijlage xx) en daarvoor zo nodig in 2020 of zoveel eerder als mogelijk beleid en regelgeving heeft vastgesteld; » in 2017 en daarna regelmatig in het Deltaprogramma een evaluatie plaatsvindt over de voortgang van de klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting en de instrumenten die beschikbaar zijn om de ambitie te realiseren. Toelichting op de generieke uitgangspunten Weten, willen, werken Rijk, provincies en gemeenten geven samen met de waterschappen een regionale en lokale uitwerking aan de ambitie. Zij doorlopen hiervoor eventueel samen met maatschappelijke organisaties en marktpartijen drie stappen aan de hand van de volgende generieke uitgangspunten: 1. 'weten': analyse van de waterrobuustheid en klimaatbestendigheid van het (plan)gebied en de functies. Deze analyse vindt - voor zover de gegevens beschikbaar zijn - plaats binnen de bandbreedte van de deltascenario's en met de meest recente datasets die hieraan ten grondslag liggen, met 2030 en 2050 als richtjaren. De overheden kiezen voor deze analyse een passend schaalniveau. 2. 'willen': vertaling van de bedreigingen en kansen uit de analyse in een gedragen ambitie en adaptatiestrategie. De overheden formuleren hiervoor concrete doelen. Zij leggen een relatie tussen de adaptatiestrategieën op regionale en lokale schaal en waarborgen de samenhang met de voorkeursstrategieën voor waterveiligheid en zoetwater van het Deltaprogramma. 3. 'werken': beleidsmatige en juridische doorwerking van de ambitie. Iedere overheid geeft aan hoe de ambitie doorwerkt in het eigen beleid (voor het gehele fysieke domein), ruimtelijke plannen en verordeningen, business cases, uitvoering, beheer en 'groot' onderhoud. Monitoring en e v a l u a t i e In het kader van het Deltaprogramma wordt jaarlijks in beeld gebracht in hoeverre de klimaatbestendige en waterrobuuste ruimtelijke inrichting van het bebouwd gebied en de vitale en kwetsbare sectoren onderdeel is van het handelen van de partijen. In 2017 vindt een evaluatie
7
plaats over de voortgang, die ook ingaat op de vraag of aanvullend instrumentarium nodig is om de ambitie te bereiken. Het Rijk en de koepels zorgen samen voor het ontwerp en de uitvoering van het monitoringsprogramma en de evaluatie en zorgen daarbij voor afstemming met andere meetmomenten, zoals de benchmarks in de waterketen.