Introductie tot
CAD/CAM/PDM/MES
SOLID EDGE ST6
en meer... Synchronous en Ordered Modelleeromgevingen Extended + meer
Introductie
Een 15-tal jaar geleden startte Jurgen Chanterie als consultant in de CAD/CAM wereld. Gaandeweg werd wereldwijd ervaring opgebouwd bij kleine en grote projecten. Deze projecten beperkten zich niet tot CAD of CAM, maar betroffen ook ERP en MES oplossingen.
Het magazine
4
Lijnelementen
17
Synchronous vs Ordered
5
Relations
18
Dimensions
19
Nadat ADOPT id reeds een aantal jaar diensten leverde voor de Siemens PLM producten, werden we door Siemens gevraagd om Partner te worden voor de BeLux. Hiervoor werd ADOPT id PLM opgericht en ondersteunen we momenteel meer dan 100 klanten die Siemens softwaregebruiken. We focussen steeds op het brengen van toegevoegde waarde voor onze klanten. Hier kijken we dan ook naar de processen die gerelateerd zijn met de door ons geleverde oplossingen. Hiervoor gaan we geen uitdaging uit de weg en met onze ervaring in softwareontwikkeling zijn de mogelijkheden zeer uitgebreid.
Met dit document hebben we ook als doel onze Solid Edge gebruikers zo snel mogelijk de nieuwigheden van de laatste versie van de software te verduidelijken.
SCHETSEN
INTRO
SYNCHRONOUS
INTERFACE
Startscherm
6
Stappenplan
20
Help—YouTube
8
Regions
21
Part omgeving
10
Steering wheel
22
Assembly omgeving
12
Features
24
Draft omgeving
14
Dimensions
25
Quick bar
16
3D Relations
26
Live rules
27
Indien u nog vragen heeft, dan staat ons supportteam ter uwer beschikking om per remote verbinding of in een training uw vragen te beantwoorden.
Verder kunnen we nog aanraden ons te volgen op één van de sociale media waarop we actief zijn.
Het ADOPT id PLM team.
Peter Benoitstraat 11 8800 Roeselare
2
+32 (0) 51 200 028
[email protected]
DRAFT
ORDERED
EXTENDED
Stappenplan
28
ST6 Drawing View Wizard
34
Features
29
Drawing Views
38
Dimensions
39
Annotations
40
Tables
40
ASSEMBLY
Het assembleren
30
Relationship types
31
Pattern
32
IPA
33
File locations, templates & Reports
41
Starten met Ordered of Synchronous
42
Projection angle
42
Het tekenblad
43
Callout
43
Variable table
44
Styles
45
Part painter
46
Extended features
46
Create part-in-place
47
TIPS
Volg ADOPT id PLM op
Facebook
Twitter
Een paar problemen waar je tegen aan kunt lopen 48
LinkedIn
YouTube
3
Dit Solid Edge ST6 introductiemagazine is geschreven als hulpmiddel bij basistrainingen. Het magazine is opgedeeld in verschillende hoofdstukken die allemaal een eigen kleur hebben. Deze kleur vind je ook terug aan de zijkant van de pagina's zodat je makkelijk het onderwerp terug kan vinden.
Naast dit introductiemagazine zijn er ook Nederlandstalig Solid Edge boeken geschreven die alle functies tot in detail bespreken.
Het ADOPT id PLM team wenst je een leerzame cursus toe!
notities
We hebben ervoor gekozen om veel te illustreren en visueel te maken. De overige tekst en uitleg zal tijdens de basiscursus worden verteld door de docent. Dit magazine dient dus ook als reminder nadat de cursus is afgelopen. Daartoe werd er ruimte voorzien om je eigen notities te maken, zodat je specifieke informatie in je eigen woorden kan opschrijven.
Daarnaast zul je diverse pop-ups zien waarop tips of tricks staan.
En met wie krijg je te maken?
4
Jurgen
Robin
Vincent
Wouter
Michel
In Synchronous bestaat er geen historie. De bewerkingen zijn niet chronologisch van elkaar afhankelijk. Wel kunnen er geometrische relaties worden aangebracht die intelligentie aan een model geven. Daarnaast is het mogelijk om via bemating het model te sturen. In de 'Synchronous' methode wordt uitgegaan van het huidig model en niet hoe het tot stand is gekomen.
Ordered voorbeeld Op dag 1 haal je een blok uit het magazijn, op dag 2 haal je er een hap uit en op dag 3 ga je de scherpe kanten afronden. Doe je op dag 1 of 2 wat anders, dan heeft dat gevolg voor de volgende dagen. De opbouw van het model is hier dus wel van belang.
Een voorbeeld om het verschil tussen Synchronous en Ordered duidelijker te maken
(5+3) x 2 = 16
VS
Het doel is om als uitkomst 15 te genereren. In de 'Synchronous' methode kan het gestelde probleem als volgt worden opgelost. Bij 'Synchronous' wordt er namelijk niet gekeken hoe de uitkomst tot stand is gekomen. In dit geval wordt het benodigde verschil van de uitkomst afgetrokken.
In Synchronous gaat de som er als volgt uitzien.
16—1 = 15
Om dit met Ordered te bereiken moet de som aangepast worden. In dit voorbeeld kan dit betekenen dat 2 veranderd wordt in 1,875. Uiteraard kunnen ook de waarden 5 en/of 3 gewijzigd worden. Dit betekent dus dat wijzigingen van parameters in de som gevolgen hebben voor de uitkomst. In Ordered gaat de som er als volgt uitzien.
(5 + 3) x 1,875 = 15 5
Application Button De Application Button is te vergelijken met de Start knop van Windows. Via deze knop kunnen er nieuwe bestanden worden gemaakt, bestaande geopend, geprint, etc. De functies onder de Application Button zien er per omgeving anders uit. Ook zijn onder de Application Button de Solid Edge Options te vinden.
Create Er zijn binnen Solid Edge vijf basisomgevingen.
6
Part; creëren van onderdelen d.m.v. draai- en freeswerk.
Sheet Metal; creëren van plaatwerkonderdelen.
Assembly; samenstellen van de onderdelen.
Weldment; lasomgeving van Solid Edge. Deze is ook te benaderen vanuit de Assembly.
Draft, creëren van werktekeningen.
In dit veld staan de (9) laatst geopende bestanden. Dit is handig als je bestanden op verschillende locaties hebt staan en dus niet hoeft te zoeken.
notities
Learning Portal Dit is een link naar het grootste cursus aanbod voor zowel klanten als niet– klanten.
Solid Edge Community Nieuw in ST6 is dat men toegang heeft tot de SolidEdge Community.
7
4 belangrijke onderwerpen uit de Help;
Knowledge Center Tutorials zijn oefeningen waarmee je verschillende functies van Solid Edge kan leren. Naast de Tutorials is ook de help functie een belangrijke bron van informatie.
8
About Solid Edge; hierin staan o.a. het versienummer en de update versie.
Solid Edge Help; met de verschillende omgevingen om u verder op weg te helpen binnen Solid Edge
Document Management; een gids in Insight en SE for Sharepoint
Technical Support; hier kan je via Global Technical Access Center (GTAC) je licentiefile verkrijgen en je product updaten.
Embedded YouTube Connection Solid Edge ST6 biedt gebruikers de mogelijkheid om op YouTube te zoeken naar gerelateerde inhoud of het uploaden van eigen video’s via de Solid Edge applicatie “YouTube Search and Upload”.
notities
9
Ribbon Bar De balk met tabbladen waarin allerlei commando's zitten, heet de Ribbon Bar. Om te starten met het opzetten van je model heb je commando's hieruit nodig. Onder; Synchronous Ribbon Bar. Boven; Ordered Ribbon Bar.
Pathfinder In de Pathfinder worden alle bewerkingen/elementen die zijn gemaakt overzichtelijk en gegroepeerd getoond. Onderdelen in de Pathfinder waar een checkbox voor staat, kunnen zichtbaar en onzichtbaar gemaakt worden door het aan- of uit te vinken.
10
notities
Quick Bar De Quick Bar is een knoppenbalk die bij ieder commando of selectie verschijnt. Per commando of selectie staan hier verschillende bijbehorende opties.
Radial Menu Het Radial Menu is een rond menu bestaande uit twee ringen met daarin commando's. Wanneer de RMK ingedrukt wordt verschijnt na een bepaalde tijd het Radial Menu. Wanneer het menu zichtbaar is kan het gewenste commando worden gekozen. Helpers De Prompt Bar en Command Finder zijn bruikbare hulpmiddelen. In de Prompt Bar staat een boodschap met wat de gebruiker tijdens een functie of bewerking kan of moet doen. De Command Finder kan worden gebruikt om een functie te vinden. De Zoomtools bevinden zich onder andere rechts naast de Command Finder. Met deze tools kan men aanzichten veranderen, in- en uitzoomen, weergave van het model wijzigen, pannen en fitten.
11
Quick Acces Toolbar De Quick Acces Toolbar (QAT) is een werkbalk die naar de persoonlijke voorkeur van de gebruiker kan worden ingesteld. De QAT kan commando's bevatten die onafhankelijk zijn van het tabblad dat wordt weergegeven. Assemble De knop Assemble is een belangrijke knop. Hiermee kan je een onderdeel gaan samenstellen.
PathFinder
In de PathFinder worden alle onderdelen weergegeven die zich in de assembly bevinden.
Parts Library De Parts Library is een soort Windows Verkenner binnenin Solid Edge. Hier vind je de gemaakte parts terug. Door een part te selecteren en in de assembly te slepen, kan je direct beginnen met het samenstellen.
12
notities
Reference Planes
Standaard staan de Reference Planes uit. Vind je het handig om ze aan te hebben? Vink dan de Reference Planes checkbox aan in de PathFinder.
Base Coordinate System
Het Base Coordinate System staat precies op het nulpunt. Tijdens het modelleren kunnen hierop ook vormen en lijnen worden uitgelijnd. Dit Base Coordinate System behoudt altijd dezelfde grootte. Het Base Coordinate System kan wel worden verborgen door middel van de checkbox in de PathFinder.
13
Drawing Views
Tables
Met de commando's in deze groep kan je extra aanzichten genereren. Bijvoorbeeld een detail of een doorsnede van een aanzicht. Zie in dit voorbeeld de verschillende soorten aanzichten.
Hierin zit onder andere het Parts List commando, waarmee je een stuklijst kan genereren.
Dimension View Wizard Via het View Wizard commando start je de wizard waarmee je het hoofdaanzicht gaat genereren.
Library Is hetzelfde als de PartsLibrary in de Assembly omgeving. Hier vind je de gemaakte parts en assemblies terug. Door een part/assembly te selecteren en op de sheet te slepen, dan wordt er automatisch een aanzicht gegenereerd.
14
Om de maatvoering van je aanzichten te doen, heb je commando's uit deze groep nodig.
notities
Annotation In deze groep staan commando's waarmee je het één en ander kan verduidelijken. Denk hierbij aan aantekeningen en centerlines.
15
Ordered De Quick Bar is een knoppenbalk die verschijnt wanneer er een commando wordt gestart of wanneer een element is geselecteerd.
Afhankelijk van de commando/ selectie staan hier verschillende bijbehorende opties. Dat betekent dus ook dat per commando per omgeving (Ordered, Synchronous, Part, Assembly, etc.) de Quick Bar er anders uitziet.
notities
16
(v.l.n.r.) Icoon van het commando, in welke stap je je van het stappenplan bevindt, gevolgd door opties die voor deze stap van belang zijn. En eventueel gevolgd door vervolgopties.
Synchronous
(v.l.n.r.) Icoon van het commando, gevolgd door een heleboel opties.
Dit zijn voorbeelden van de Quick Bar van het Extrude commando in Ordered en Synchronous omgeving.
17
18
notities
Distance between Bemaat de waarde tussen 2 punten. Kan ook gebruikt worden als kettingmaat.
19
Waarde bepalen
Face/ Region/ Feature selecteren
De blauwgroene cirkel laat de stappen zien voor het aanmaken/ verwijderen van geometrie. Wanneer er met Synchronous wordt gewerkt dan worden er stappen doorlopen die steeds herhaald worden. Zie de afbeelding hierboven. Het startpunt voor een nieuwe bewerking is de blauwe stip. De gele stip is het startpunt voor het bewerken van bestaande geometrie.
20
Wil je bestaande geometrie selecteren, gebruik dan hiervoor de Select Tool.
De geelgroene cirkel is voor het aanpassen van bestaande geometrie.
Er kunnen na het maken van schetsen één of meerdere regio's (Regions) verschijnen. Door middel van een geselecteerde Region kan je via het Steering Wheel en eventueel de keuze uit de Quick Bar materiaal toevoegen of verwijderen. Een deel van een model, gescheiden door een schets is ook een Region.
Om materiaal te maken moet de eerste schets gesloten zijn.
notities Omdat deze schets niet gesloten is, onstaat er dus geen Region.
Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om materiaal te verwijderen.
Op een vlak van dit model is er een schets getekend die het vlak in twee delen scheidt. Hierdoor heb je dus twee Regions. En is het hierbij niet nodig om een gesloten schets te tekenen.
Van de twee Regions kan je in dit geval ervoor kiezen om van de kleinste Region materiaal toe te voegen.
Een 'open' Region kun je ook gesloten maken.Dit doe je door in de QuickBar bij 'Close Sketch' voor 'Closed' te kiezen.
21
NIET OVERSTUUR RAKEN! 3
4 7 8 2
6 5
1
Het Steering Wheel
9
Steering Wheels heb je in verschillende types. Op deze pagina wordt het meest uitgebreide type getoond. 1. Primary Bearing
Hiermee wordt de richting bepaald van de Primary Axis.
2. Primary Axis de as van de pijl.
Als je op deze as klikt dan verplaatst het geselecteerde zich over
3. Secondary Bearing
Hiermee wordt de richting bepaald van de Secundary Axis.
4. Secondary Axis
Door op deze as te klikken, verplaatst het geselecteerde zich over de as van de pijl.
5. Tertiary Axis
Als je op deze as klikt dan verplaatst het geselecteerde zich over de as van de pijl.
6. Origin
Wanneer er iets wordt verplaatst met het Steering Wheel, dan wordt vanaf dit punt gemeten. Als je op het Origin punt klikt dan kan het Steering Wheel op een andere positie worden neergezet.
7. Kwadrant Punt
Als je hierop klikt dan richt de Primary Axis zich op dit punt.
8. Toolplane
Door op dit plane te klikken, kan het geselecteerde in iedere richting vrij worden verplaatst.
22
A
B
C
D
Overige Steering Wheels De Steering Wheels die je naast het uitgebreide Steering Wheel kunt tegenkomen laten we op deze pagina zien. A. Dit Steering Wheel verschijnt wanneer je een regio hebt geselecteerd. B. Als je een Hole of Round selecteert, dan verschijnt dit Steering Wheel. C. Wil je een bepaalde Region om een vlak heen laten draaien (Revolved bewerkingen) dan zal dit Steering Wheel verschijnen. D. Wanneer je een bestaand vlak selecteert, dan zie je het meest vereenvoudigde type van het Steering Wheel.
23
HOLE Met deze bewerking heb je gaten in je model gemaakt. Dit kunnen simpele gaten zijn, maar ook draadgaten met een counterbore. De eigenschappen van de Holes kunnen in een speciaal venster ingesteld worden (zie linksonderin deze pagina).
Features is de naam die binnen Solid Edge gebruikt wordt voor gemaakte bewerkingen.
Commando's zoals Extrude (materiaal maken) en Cutout (materiaal weghalen) voer je uit door middel van Regions en het Steering Wheel. Andere commando's zoals Hole, Round en Pattern maak je volgens een stappenplan. De bewerkingen die gecreëerd worden door deze commando's heten Procedural Features. Deze kunnen achteraf ook aangepast worden in de Edit Box nadat er op de bijhorende Handle is geklikt.
ROUND/CHAMFER
PATTERN Veel commando's hebben extra opties. Deze zijn te benaderen door deze knop.
Hiernaast een voorbeeld van de Hole Options. Bij Type regel je het soort Hole. Vanaf Diameter zijn de maten in te stellen en de keuze om draad te gebruiken. Rechts bij Extents kun je de lengte invoeren en de verdere afwerking. Gebruik de Preview om te kijken wat voor invloed een keuze op de vorm van de Hole heeft.
24
Hiermee kan je features volgens een patroon laten terugkomen. Dit kan als rechthoekig of cirkelvormig patroon gestuurd worden of over een schetslijn/ edge.
Dit is een bewerking die edges afrondt/ afschuint.De waardes kunnen achteraf gewijzigd worden, nadat er op de Handle is geklikt.
'PMI' bemating is het bematen in de 3D modelleer omgeving. Hier geldt hetzelfde verhaal als bij Dimensions voor schetsen. Alleen hier werkt het aanpassen net even anders. Als je op een bestaande maat klikt, verschijnt er een Edit Box en kan je de maat gelijk aanpassen. Je moet dan wel goed op de pijl en dot letten. De dot geeft aan welk punt vast staat. Door op één van de pijliconen te klikken, verander je het vrije punt/ punten dat gewijzigd gaat worden.
In onderstaand schema is af te lezen wat de aanpassingsmogelijkheden zijn voor de verschillende kleuren van PMI dimensions.
Kleur
Vrijheid
Aan te passen door Aan te passen door invoer Steering Wheel Gekoppeld aan
Blauw
Vrij
Ja
Ja
Synchronous elementen
Rood
Vastgezet, bemating vergrendeld
Ja
Nee
Synchronous elementen
Paars
Gestuurd bij een andere bemating of variabele waarde
Nee
Ja
Ordered elementen; niet aanpasbare Synchronous PMI
Oranje
Niet van toepassing
Nee
Nee
Niet gekoppeld aan een element
25
3D Relaties Net als het aanbrengen van 2D
relaties tussen lijnelementen tijdens het schetsen, kunnen er bij 3D modellen die Synchronous zijn opgebouwd, 3D relaties worden aangebracht tussen vlakken en cilinders.
26
Coplanar
Legt de geselecteerde vlakken, die op een afstand en/of een hoek ten opzichte van elkaar staan, op hetzelfde vlak
Concentric
Legt het centerpunt van twee cilinders op elkaar
Symmetric
Maakt geselecteerde vlakken symmetrisch, op basis van een gekozen spiegelvlak
Offset
Creëert een vaste offset tussen de de geselecteerde vlakken
Parallel
Maakt een vlak evenwijdig aan een ander vlak
Coplanar Axis
Lijnt meerdere gaten, kegels of afrondingen in een gewenste lijn uit
Equal Radius
Maakt een radius gelijk aan een andere radius
Ground
Vergrendelt de positie van het geselecteerde element met betrekking tot de plek in de ruimte
Perpendicular
Zet een vlak loodrecht op een geselecteerd ander vlak
Tangent
Maakt een vlak tangent aan een ander vlak
Horizontal
Lijnt vlakken/keypoints horizontaal of verticaal uit
Rigid
Zet meerdere vlakken vast ten opzichte van elkaar
Wanneer je geometrie selecteert, dan worden er automatisch gelijkheden herkend en weergegeven. Dit worden Live Rules genoemd.
Wanneer je een verplaatsing pauzeert zie je de gekleurde faces die weergeven hoe deze gaan reageren. De Faces kunnen gedeselecteerd worden door op de gekleurde vlakken te klikken.
27
Het Ordered Stappenplan Aanmaken 1
5
3
4
2
De stappen die je moet doorlopen om een onderdeel aan te maken in Ordered staan hieronder beschreven.Boven; het stappenplan uitgebeeld.Onder het stappenplan in de Quick Bar. 1. Kies de bewerking uit de Ribbon Bar die je wil gebruiken 2. Selecteer het vlak waarop je wil gaan schetsen 3. Schets het profiel 4. Maak materiaal van je schets 5. Rond het stappenplan af door op Finish te klikken.
1
2
3
4
5
Aanpassen 8
6
7
10
9
Om een gemaakte bewerking aan te passen moet je de volgende stappen doorlopen: 6. Selecteer met de Select Tool in de PathFinder de bewerking die aangepast moet worden 7. Kies Edit Definition (1e knop) uit de Handle om in het stappenplan te komen 8. Kies één van de stappen om een wijziging aan te brengen 9. Voer de stap uit (in dit voorbeeld de Extend Step, nummer 4 uit de QuickBar) 10. Rond het stappenplan af door op Finish te klikken.
28
Ordered Features
Revolve
Met het Extrude commando kun je materiaal aanmaken. Je tekent eerst een schets en geeft dat de derde dimensie.
Met het Cut commando kun je materiaal weghalen door middel van een getekende schets.Het resultaat is het tegenovergestelde van de Extrude. Met het Revolve commando maak je materiaal om een as. De as moet je aangeven in de Draw Profile stap door middel van Axis of Revolution. Revolved Cut is er om materiaal weg te halen. Met het Hole commando kun je gaten maken met verschillende eigenschappen zoals bijvoorbeeld draadgaten of taps lopende gaten.
Het Round commando zorgt voor afrondingen aan het onderdeel. Onder de knop Round zit een Chamfer commando, waarmee je afschuiningen kunt maken.
29
LEGO?! Assembleren is net als iets in elkaar zetten met Lego. Je zet eigenlijk een face op een ander face. Assembleren is niets meer dan een relatie leggen tussen twee elementen.
Van het Quick Bar menu dat tijdens het assembleren verschijnt, worden een paar knoppen hieronder toegelicht.
Volg deze stappen:
30
Begin met het binnenslepen van het eerste onderdeel. Dit onderdeel wordt standaard geground, wat betekent dat het onderdeel vast staat en niet hoeft te worden geassembleerd.
Na het binnenslepen van de volgende onderdelen verschijnt de Assemble Quick Bar en wordt het onderdeel transparant groen. Dat betekent dat je in het Assemble commando zit en direct kunt beginnen met assembleren door op het ene vlak/cilinder en het andere vlak/cilinder te klikken.
Construction Display
Zichtbaarheid van de elementen van het object instellen
Relationship Types
Keuzeknop voor verschillende relatietypes, standaard Flashfit
Activate Part
Part actief maken wanneer die niet actief is
Floating/Fixed offset
Variabele/vaste tussen afstand
Unlocked/Locked
Rotatie los/klemvast
Flip
Relatie omkeren (bijvoorbeeld van Mate naar Planar Align)
Zoals gezegd is er een keuzeknop voor verschillende relatietypes, waarbij standaard de FlashFit aanstaat.
De FlashFit is een instelbare en Een paar relaties (onder andere te zelfdenkende functie voor het aanbrengen openen door op FlashFit te klikken) van relaties. worden hieronder toegelicht.
FlashFit
Maakt relaties aan door middel van een Mate, Planar of Axial Align relatie
Mate
Laat twee vlakken naar elkaar toe kijken
Planar Align
Laat twee vlakken dezelfde kant op kijken
Axial Align
Lijnt cilinders en/of gaten uit
Center-Plane
Legt een relatie in het midden van twee vlakken
Path
Legt een as of punt van een onderdeel op een path
Nadat je een part hebt geselecteerd, kun je onderin de PathFinder bekijken welke relaties aan dit part zijn
notities
31
Wanneer objecten zich herhalen, kan men gebruik maken van de pattern functie in een Assembly . Er zijn twee manieren om dit te doen. 1. Je kunt een pattern uit een ander part overnemen. 2. Ook kun je een nieuw pattern maken. Hieronder staan beiden uitgebeeld. Plaats eerst je object op de juiste plaats.
1
Schets daarna de pattern. Dit doe je in een sketch. Niet in de functie zelf.
2
Start de functie. Selecteer het part en vink deze af. Selecteer daarna het pattern dat je net hebt getekend.
3
Plaats eerst je object op de juiste plaats. Start de functie en selecteer het part of de parts die je een pattern wil toekennen. Vink deze ook af. Selecteer daarna het part waar het pattern in zit.En daarna de pattern zelf. Vergeet niet het Reference Position punt neer te zetten.
4 Het part volgt nu zijn patroon.
1
2
3
32 4
IPA staat voor In Place Activate. Het is een subomgeving van de assembly waar je de onderdelen kunt aanpassen zonder de assembly te verlaten of je part te openen.
notities
33
De Drawing View Wizard wordt in ST6 vervangen door een Command Bar. Hierbij enkele toelichtingen. 3
1
1
2
Hier kan je je vooraf vastgelegde settings opvragen.
2
34
Hier kan men extra aanzichten selecteren die samen met uw hoofdaanzicht wordt geplaatst.
De Drawing View Wizard is nu mogelijk op 2 manieren: de oorspronkelijke wizard zoals in ST5 en nu als “command bar view wizard”. Ook nieuw in ST6 is dat men de drawing view wizard options kan saven als my settings en als aparte template.
3
Hierbij kiest u hoe het model op een tekening wordt geplaatst.
Save Settings kan geselecteerd worden en als standaard gebruikt worden voor alle tekeningen en steeds voor aparte omgevingen zoals Part, Sheet Metal, Small, Medium en Large Assemblies.
35
Dankzij de “Auto Arrange Dimensions” functie kan je met 1 druk op de knop van de ongeordende tekening bovenaan tot de mooi geschikte tekening onderaan komen
Men kan deze functie toepassen op een volledige view of met window select op bepaalde bematingen
36
Met de functie “Annotation Alignment” worden balloons automatisch rond het model geschikt.
Het is nog mogelijk om wijzigingen aan te brengen:
Men kan de balloons op alignment shape verschuiven
Met ALT + klik op de balloon kan men deze wegslepen van de alignment shape
Vorm van de alignment shape wijzigen:
Met SHIFT + klik op een midpoint een sectie van de shape kan men een segment van de shape verplaatsen
notities
37
Aanzichten worden altijd "kaal" getekend. Voor een goede werktekening moeten er allerlei zaken worden toegevoegd. Zoals doorsnedes, details, extra aanzichten, enz.
Drawing views Drawing views
38
View Wizard
Genereert één of meer aanzichten van een 3D model (Stappenplan)
Update Views
Werkt alle aanzichten bij als er een aanzicht is aangepast/veranderd
Principal Auxiliary Detail
Voegt een aanzicht toe van een al eerder geplaatst aanzicht Genereert een aanzicht loodrecht op een aangegeven lijn Genereert een detail aanzicht
Cutting Section Plane Section Broken-Out
Het maken van een doorsnedelijn.Deze is nodig voor een Section View Maakt een doorsnede aan de hand van een doorsnedelijn (Cutting Plane) Genereert een gedeeltelijke uitsnede in een bestaand aanzicht
Het aanbrengen van de maten is een volgende stap om de tekening compleet te maken. Dit kan automatisch met de functie “Retrieve Dimensions”. Naast de “Retrieve Dimensions” functie zit in de Draft omgeving ook de “Smart Dimension” en “Distance Between” functie. Hiermee kunnen de dimensions, net zoals in de Part omgeving, handmatig worden aangebracht. Automatisch bematen met Retrieve Dimensions op beide aanzichten. In het linker aanzicht komen er maten bij, in het rechter niet. Dit komt doordat maten in het 3D model wel of niet op dezelfde evenwijdige Planes zijn geplaatst.
A
Wanneer er een maat is geselecteerd, dan verschijnt de Quick Bar met opties voor de maat. Een voorbeeld van deze opties is bijvoorbeeld de Dimensions Type (A) veranderen om tolerantiewaardes toe te voegen, of de Hole eigenschappen op te halen (zie als voorbeeld de linker afbeelding). Ook kan er met de Dimensions Prefix (B) een speciaal teken voor de maat gezet worden. Deze is bereikbaar via de Prefix-knop.
B
Het uitgeklapte ‘Dimension Type’ menu
39
Met Annotations kunnen opmerkingen en aantekeningen worden gemaakt. Met de functie Callout (zie ook hoofdstuk Extended) kunnen eventuele opmerkingen worden toegevoegd via het Callout Properties venster. In de Quick Bar kunnen overige opties voor de Callout worden ingesteld, zoals een Leader, de positie van de tekst en de uitlijning.
notities
Verder zijn er in de groep Annotation Balloons, Lassymbolen, Centerlines en nog meer aantekening types te vinden. In de afbeelding hiernaast zie je een aanzicht met toegevoegde Annotations. En waar de commando's te vinden zijn.
Knop
40
Naam
Wat doet het?
Parts List
Hierin staan gegevens die aan ieder onderdeel zijn toegekend. Zoals materiaal, titel, etc. Deze gegevens komen uit de ‘File Properties’.
Hole Table
In deze tabel komen alle X-Y posities van de Holes te staan die zijn toegevoegd aan het geselecteerde onderdeel.
Nee
Bend Table
Voor Sheet Metal bestanden staan van alle zettingen de eigenschappen genoteerd. Er is een speciale training voor Sheet Metal.
Nee
Table
Met deze functie maak je een ‘kale’ tabel aan. Dit is vergelijkbaar met het maken van een Excel tabel.
Nee
Preview Ja, zie afbeelding bij Annotations
File Locations Solid Edge geeft de mogelijkheid om diverse bestanden die aangepaste instellingen bevatten op een centrale Templates Dit zijn de standaard omgevingen van waaruit men start via het startscherm of via de Application Button > New. Template instellingen worden gewijzigd wanneer men bijvoorbeeld in de Draft omgeving de projectiemethode of in de modelleer omgevingen de backgroundcolor heeft aangepast en opgeslagen. Reports In de map Reports staan belangrijke bestanden die met instellingen te maken hebben.Onder andere Parts Lists en andere Saved Settings.
Andere belangrijke bestanden met instellingen zijn te vinden in C:\Program Files\Solid Edge STx\Preferences:
Propseed.txt Custom.xml Material.mtl Holes.txt PipeThreads.txt
Proseed.txt
Dit zijn de waardes in de keuzelijsten die je krijgt wanneer je de properties van een onderdeel aanpast
Custom.xml
Hierin worden de tekeningschalen en de Saved settings die gedaan worden bij het plaatsen van Holes opgeslagen
Material.mtl
In dit document zijn alle materialen met hun eigenschappen opgeslagen die aan 3D modellen worden gekoppeld
Holes.txt
In dit document zijn alle gegevens opgeslagen die te maken hebben met inwendige schroefdraadafmetingen
PipeThreads.txt
In dit document zijn alle gegevens opgeslagen die te maken hebben met uitwendige schroefdraadmetingen
notities
41
Op het tabblad Helpers in de Solid Edge Options zijn een aardig aantal instellingen te doen. Onder andere de instelling om de Part omgeving standaard met Ordered of juist met Synchronous te starten.
Projection Angle
Europees (First)
Amerikaans (Third) Als je voor het eerst een draft opent staat de projectiemethode op Europees (First) projectie ingesteld.
42
Om de Amerikaanse (Third) projectiemethode te krijgen moet op het tabblad 'Drawing Standards' van de 'Solid Edge Options' de 'Projection Angle' worden gewijzigd. Dit is dan wel eenmalig.
Om de Amerikaanse projectie als standaard te houden moet de wijziging uitgevoerd en opgeslagen worden wanneer het draft template is geopend.
Het tekenblad In de Draft omgeving is standaard een A2 tekenblad zichtbaar met een kader. Het tekenblad en het kader zijn beide aanpasbaar via de speciale omgeving 'Background'. Als de Background is geopend, dan zie je onderin tabbladen van de verschillende formaten. Voor het instellen van een tekenblad moet er met de rechtermuisknop op het bladnaam worden geklikt. Er zal dan een venster met de volgende keuzemogelijkheden verschijnen: Insert
Een nieuw tekenblad toevoegen
Delete
Verwijderen van het tekenblad
Reorder
Aanpassen volgorde tekenbladen
Rename
Naam van het tekenblad wijzigen
Sheet Setup
Opzet wijzigen van het tekenblad
Om het kader te wijzigen pas je de lijnen aan, teken je nieuwe lijnelementen of verwijder de huidige lijnen. Hier kan uiteraard ook het bedrijfslogo op worden geplaatst. Of met het Callout commando bepaalde standaard opmerkingen. De wijzigingen moet op ieder bladformaat aangepast worden, want ieder formaat heeft z’n eigen kader.
Solid Edge Introductie magazine www.adopt-id.com
Adopt id PLM
Callout
Met de functie Callout kunnen eventuele opmerkingen worden toegevoegd. In het Property venster kan een opmerking worden ingevoerd. Wanneer er vaak dezelfde Callout bij een tekening komt te staan, dan kan deze opgeslagen worden als een Saved setting. Door middel van de Property Text knop kan er een eigenschap van het 3D model worden opgehaald. Hierover wordt meer verteld in het Din Kader document dat te downloaden is op onze website.
43
In de Variable Table zijn alle dimensions te zien die zich bevinden in een Part of Assembly.
De Variable Table is te vinden in het tabblad Tools.
Waar is de Variable Table?
Daarnaast zijn ze daar ook aan te passen door een waarde te wijzigen, door een formule of
door een Excel sheet te linken aan een variabele.
Om de link uit een Excel sheet te kopieëren: RMK op de waarde in Excel en klik op Copy. Lokaliseer daarna in de variable table de kolom Formula van de desbetreffende rij. RMK en klik op Paste link. Linken uit Excel sheets De drie manieren om waardes toe te voegen.
Hieronder zie je de drie manieren van maten definiëren in de Variable Table. 1. De bovenste (Diameter_Groot) is gedefinieerd door een dimension. 2. Diameter_Klein komt voort uit een formule. Namelijk Diameter Groot-50. Oftewel 85-50. Het antwoord is 35. 3. Lengte_Groot is een link naar een Excel Sheet. Om dit aantal aan te passen zal dan ook de Excel sheet aangepast moeten worden.
Gelinkte Dimensions Een Dimension die door iets anders wordt aangedreven dan normaal, bijvoorbeeld door middel van een Excel sheet of een formule, wordt weergegeven als een paarse dimension met rode lijnen.
44
Styles In de Styles worden de grafische opties geregeld van de verschillende omgevingen. Bijvoorbeeld welk lettertype
de dimensions hebben, hoe de verschillende lijntypes worden weergegeven en hoe materialen zoals staal of ijzer worden
weergegeven.Deze styles zijn allemaal aan te passen. Daarnaast kun je ook nieuwe styles aanmaken.
Wanneer je op de knop styles klikt wordt het volgende scherm geopend. Om de verschillende styles aan te passen moet je de volgende stappen doorlopen.
De styles knop is te vinden in het tabblad Views en is te vinden in zowel de Part, Assembly en de draft omgeving.
Het Styles Dialoog scherm 1
Organizer
Style types
De style types zijn de overkoepelende styles. Elk hebben weer hun eigen styles. Deze staan eronder. Je kiest dus eerst een Style Type.
1
4
3 2
2
Styles, Description
Hier kun je de style kiezen die je wilt aanpassen. Wil je een nieuwe maken dan hoef je hier niets aan te klikken. Je kunt wel een style aanklikken zodat, wanneer je een nieuwe style aanmaakt, je de style erop laat baseren. Wanneer je een style hebt aangeklikt dan staat daarnaast een venster met wat allemaal in de style is opgeslagen.
4
De styles die je aanpast of aanmaakt zijn alleen voor dit bestand. Om ze op te slaan, zodat je ze kunt gebruiken in andere bestanden, klik je op de organizer. Je komt dan in een nieuw scherm. New, Modify, Delete
3
Je ziet hier drie knoppen. Via 'New...' kom je in een scherm waarin je een nieuwe style kunt maken. 'Modify...' brengt je in een scherm dat bijna hetzelfde is als wanneer je op 'New...' klikt. Daar kun je de style aanpassen. Delete verwijdert de style.
5
5
Apply, Cancel, Help
Wanneer je klaar bent met het aanpassen of aanmaken van een style dan klik je op Apply. Wanneer je de aanpassingen wilt terug draaien klik je op
45
Met de Part Painter kun je modellen 'beschilderen'. Je kunt verschillende stukken van de features een kleurtje geven. Zo kun je het volledig model schilderen. Maar je kunt ook alleen een feature of een vlak kiezen. De Part Painter is te vinden op het tabblad View van de Part omgeving.
Bij Style kun je de style kiezen die je het model wil geven. Je hebt de keuze om het model een kleur of materiaallook te geven. Wanneer de juiste kleur er niet tussen staat dan kun je die zelf toevoegen. Hoe dat kan zie je op pagina 45.
Bij Select kun je kiezen wat de bepaalde stijl krijgt. De opties zijn: Any
Alles wat je aanklikt
Face
Een vlak dat je aanklikt
Body
Het gehele model
Feature
De gehele feature
All the features of the same type Alle features die hetzelfde zijn
Extended Features
46
Met de feature Thin Wall kun je een onderdeel dunwandig maken.
Met de feature Sweep kun je een vorm over een pad extruderen.
Met de feature Loft kun je van een vorm naar een andere vorm materiaal maken.
Met de feature Helix kun je spiralen maken.
Create part In-Place is een functie in de Assembly omgeving. Hier kun je nieuwe onderdelen aanmaken zonder dat je de assembly verlaat.
Druk op de knop Create Part In-Place om te beginnen met de functie. De onderstaande Quickbar komt dan in beeld.
Stappenplan van de Create In Place Quickbar
1
3
2
4
5
5
1
Create part in place optie.
2
Template waar men de nieuwe part wil creëren
3
Create part in place material: hier kan je het materiaal toevoegen
4
Origin: hiermee kies je je origin van je nieuwe onderdeel
5
Na het accepteren geef je een nieuwe naam voor je onderdeel
47
Komen er geen relatie iconen bij, nadat je lijnen hebt getekend?! Staan de Relationship Handles aan? Relationship Handles De Relationship Handles toont de relatie iconen. Als de knop oranje is worden de iconen zichtbaar.
Worden er geen relaties aangemaakt terwijl je lijnen hebt getekend?! Kijk dan bij de IntelliSketch instellingen. IntelliSketch De IntelliSketch zorgt ervoor dat bekende relatietypes herkend en gecreëerd worden tijdens het tekenen van schetselementen.
De IntelliSketch heeft twee functies:
De eerste is het herkennen van geometrische punten (keypoints zoals eind-, midden-, centerpunten, etc.)
De tweede is het creëren van relaties wanneer er lijnelementen worden geschetst. Door de checkbox aan/uit te vinken kan worden beïnvloed welk keypoint/ relatie wordt herkend.
Wordt een lijnelement niet aangepast wanneer je de dimension niet verandert?! Let op het slotje! Driving/Driven Wanneer dit gebeurt dan staat het slotje open en is de dimension blauw gekleurd. Zorg dat het slotje dicht zit (oranje gekleurd), zodat de dimension wel aangepast kan worden.
48
Verschijnt er een error als je de Profile Step wilt verlaten?! Blijf rustig en kijk waar het fout gaat!
Profile Error Assistant
Solid Edge checkt bij het verlaten van de Profile Step of de schets voldoet aan de eisen die voor de betreffende bewerking nodig zijn. In de afbeelding zijn een aantal veel voorkomende errors weergegeven. Door met je cursor boven de melding te staan, wordt de error opgelicht. Wanneer de Profile Step error vrij is, kan deze stap verlaten worden om de bewerking verder af te maken.
Krijg je haken om je drawing view?! Dan is niet alles up-to-date. Drawing View Tracker Waarschijnlijk heb je dan een part uit een assembly afzonderlijk geopend, gewijzigd en opgeslagen. Klik in de Draft omgeving op het Drawing View Tracker commando om zo na te gaan waar de fout zit. Als je de Update instructions en de Detail doorneemt dan moet het probleem opgelost kunnen worden. De Drawing View Tracker is te vinden op het Home en Tools tabblad.
49
notities
50
notities
51
Ondersteuning nodig?
Wij helpen u graag met uw vragen! +32 (0) 51 200 028
[email protected]
www.adopt-id.com
CAD/CAM/PDM/MES