Inspectierapport Peppie's Zorg (GOB) Nieuwe Binnenweg 411b 3023EM ROTTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Peppie's Zorg (GOB) Nieuwe Binnenweg 411b 3023EM ROTTERDAM Registratienummer: 228969505

Toezichthouder:

GGD Rotterdam-Rijnmond

In opdracht van gemeente:

ROTTERDAM

Datum inspectiebezoek:

27-05-2013

Type onderzoek:

Regulier onderzoek (Aangekondigd)

Status:

Definitief

Datum vaststelling inspectierapport:

02-08-2013

Inhoudsopgave Inleiding....................................................................................................................... 3 Beschouwing toezichthouder ............................................................................................ 4 Advies aan gemeente ..................................................................................................... 4 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein ................................................... 5 Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item................... 7 Algemene gegevens gastouderbureau................................................................................ 24 Algemene gegevens toezicht ............................................................................................ 24 Zienswijze houder gastouderbureau .................................................................................. 24

2 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen kwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht en taken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’, het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’, ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ en de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Ieder gastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouders toezicht plaats. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau en de peuterspeelzaal om in het landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen” staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in “Het inspectieonderzoek” staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan (“ja”), of dit niet het geval is (“nee”), of dat hij niet tot een oordeel kon komen (“niet beoordeeld”). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang of de peuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang of de peuterspeelzaal. 3 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

Beschouwing toezichthouder Gastouderbureau Peppie's Zorg is een regionaal opererend gastouderbureau en gevestigd in deelgemeente Delfshaven. Dit betreft een regulier onderzoek waarbij gekeken wordt of de houder voldoet aan de kwaliteitseisen gesteld bij of krachtens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Het inspectiebezoek heeft aangekondigd plaatsgevonden. Voor dit inspectiebezoek zijn vooraf documenten opgevraagd. De oordelen zijn gebaseerd op gesprekken met de aanwezige medewerkers, documenten die ter plekke zijn ingezien en, na overleg en overreding, zijn toegestuurd. Er is een steekproef genomen door de dossiers van 3 gastouders in te zien. Tijdens het inspectiebezoek is gebleken dat nog een gastouder in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerd staat bij gastouderbureau Peppie's Zorg, terwijl deze niet voorkomt op de lijsten met aangesloten gastouders van Peppie's Zorg. De houder deelt mee hiervoor een wijzigingsformulier aan de betreffende gemeente gestuurd te hebben, maar dat deze wijziging door de gemeente nog niet doorgevoerd is. Tijdens inspectie in 2012 bleek dat de informatie voor vraagouders onvoldoende overeenkomt met de praktijk. Tijdens deze inspectie is gebleken dat de informatie voor vraagouders is aangepast, maar nog onvoldoende aansluit bij de praktijk. Het betreft hier de informatie met betrekking tot de registratie van gastouders en de informatie met betrekking tot de klachtenjaarverslagen op de website. De administratie van het gastouderbureau, met betrekking tot de betaling van vraagouders aan het gastouderbureau, blijkt onvoldoende inzichtelijk. Dit is eerder geconstateerd tijdens het regulier onderzoek in 2011. Tijdens het onderzoek in 2012 bleek deze administratie wel inzichtelijk.

Voor deze voorwaarden zal aan de gemeente Rotterdam het advies tot handhaven gegeven worden.

Advies aan gemeente Advies: niet handhaven handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekening houdend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden eventuele opmerkingen toezichthouder: Er wordt handhaving geadviseerd voor de volgende voorwaarden: Item 1.2 vw 4 Item 2.1 vw 5


Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein 1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een gastouderbureau dat gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt. Beoordeling toezichthouder Van de 9 voorwaarden van dit domein: -is aan 6 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 1.2 Administratie gastouderbureau, voorwaarde 4: In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. De overige 2 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie.

2. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de informatieverstrekking aan vraagouders, het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie en het adviesrecht van de oudercommissie. Beoordeling toezichthouder Van de 21 voorwaarden van dit domein: -is aan 16 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 2.1 Informatie voor vraagouders, voorwaarde 5: De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie. -zijn de volgende 4 voorwaarden niet beoordeeld: 2.3.2 voorwaarden 1, 2, 3 en 4

3. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag voor personen werkzaam bij het bureau en voor relevante pedagogische opleiding van bemiddelingsmedewerkers. Daarnaast gelden normen voor de uren die op jaarbasis door de bemiddelingsmedewerker aan de gastouder worden besteed. Beoordeling toezichthouder Van de 4 voorwaarden van dit domein: -is aan 4 voorwaarden voldaan


4. Pedagogisch beleid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de begeleiding ten aanzien van de pedagogische praktijk. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: -is aan 7 voorwaarden voldaan

5. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het gastouderbureau. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: -is aan 12 voorwaarden voldaan

6. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder draagt er zorg voor dat een bemiddelingsmedewerker samen met de gastouder in een risico-inventarisatie schriftelijk vast legt welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Daarnaast gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risicoinventarisatie en voor de inhoud en het beleid omtrent de meldcode kindermishandeling. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: -is aan 12 voorwaarden voldaan

7. Kwaliteit gastouderbureau Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van het gastouderbureau, de wijze waarop zij de gastouders begeleidt en de kwaliteit van de opvang bewaakt. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: -is aan 7 voorwaarden voldaan


Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item 1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang 1.1 Gastouderbureau in de zin van de wet Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. (art 1.1 en 1.49 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder


1.2 Administratie gastouderbureau Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en volwassen huisgenoten. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders.1 (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

4 In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

5 In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk.2 (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

6 De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12 lid 3 Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 4 De administratie van het gastouderbureau met betrekking tot de betaling van vraagouders aan het gastouderbureau is niet voldoende inzichtelijk. Er is een steekproef genomen door het betalingsverkeer over de maanden maart, april en mei 2013 in te zien. In de bij de steekproef betrokken facturen voor 3 vraagouders stelt het gastouderbureau betalingstermijnen van 5 of 10 dagen. Het gastouderbureau factureerde deze vraagouders maandelijks. 1) Van 1 vraagouder is één betalingsbedrag vindbaar in de administratie. Dit betalingsbedrag kwam niet overeen met een van de gefactureerde bedragen. 1

Waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan de gestelde deskundigheidseisen.

2

Ongeacht het oordeel van de GGD over de administratie van het gastouderbureau, behoudt de Belastingdienst

zich het recht voor een eigen oordeel over de administratie te vormen conform de Regeling Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.


2) Van 2 vraagouders is, ondanks de gestelde betalingstermijn, binnen de drie maanden die de steekproef beslaat geen betaling aan het gastouderbureau vindbaar in de administratie. Van enkele andere vraagouders is gedurende de steekproefperiode van drie maanden geen betaling aan het gastouderbureau vindbaar in de administratie. Het gastouderbureau geeft bij enkele gevallen aan specifieke betalingsafspraken te hebben gemaakt. Bovenstaande leidt ertoe dat dit deel van de administratie onvoldoende inzichtelijk is voor de toezichthouder. Opmerking: Ongeacht het oordeel van de GGD over de administratie van het gastouderbureau, behoudt de Belastingdienst zich het recht voor een eigen oordeel over de administratie te vormen.


2. Ouders 2.1 Informatie voor vraagouders Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 Het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid.3 (art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

3 Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 10 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

4 De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. (art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

5 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie. (art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

6 De houder plaatst het inspectierapport op de eigen website. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 5: De informatie over het klachtenjaarverslag ontbreekt op de website. Onder deze link staat nogmaals het klachtenreglement. Het klachtenjaarverslag is wel in te zien op kantoor. Ook staat in het informatieboekje op de website onjuiste informatie met betrekking tot de registratie van gastouders in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.

3

Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; de hoeveelheid

kinderen (inclusief eigen kinderen) in welke leeftijd die per gastouder maximaal worden opgevangen; de wijze van tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang; vooraf informatie over het beleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid.


2.2 Reglement oudercommissie4

Voorwaarde

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie5

Voorwaarden

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


4

Conform art 1.59 van de 'Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen' geldt de verplichting voor het

vaststellen van een reglement binnen zes maanden na aanvraag tot registeropname. Het instellen van de oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na aanvraag tot registeropname gekoppeld. 5

Het gaat hier over de volgende onderwerpen: wijze waarop gastouderopvang tot stand wordt gebracht en de

begeleiding hiervan, het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.


2.3 Instellen oudercommissie6 Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder Opmerking: In februari 2013 is een nieuwe oudercommissie ingesteld, omdat alle leden van de vorige oudercommissie gestopt zijn met de werkzaamheden.

2.3.1 Voorwaarden oudercommissie6 Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder is geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 Het personeel is geen lid. (art 1.58 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



2.3.2 Adviesrecht oudercommissie6 Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen.6 (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. (art 1.60 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder Opmerking: De nieuwe oudercommissie heeft de vragenlijst pas na overleg en overreding ingevuld en teruggestuurd.


3. Personeel 3.1 Verklaring omtrent het gedrag

Voorwaarden

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 Personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder het gastouderbureau exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag.6 (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overgelegd.7 (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


3.2 Personeelsformatie per gastouder

Voorwaarde

1 Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 10 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


6

Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst –(waaronder

kantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd) . Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voor rechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhouding van de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen. 7

Conform de artikelen 1.56 lid 3 en 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

dienen uitzendkrachten en stagiairs een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij de werkzaamheden op een gastouderbureau aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan twee maanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan dit zowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn.


4. Pedagogisch beleid 4.1 Pedagogisch beleidsplan8

Voorwaarde

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan

Voorwaarden

1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan het opvangadres worden gesteld. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub c en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


8

Conform art 5 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang

en peuterspeelzalen dient het pedagogisch beleidsplan gereed te zijn voordat de aanvraag tot exploitatie wordt ingediend.


4.1.2 Pedagogische praktijk Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

2 De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

3 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



5. Klachten 5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen.9 (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.10 (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.11 (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

9

Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden

ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan. 10

De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de

klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken. 11

Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop

de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.



5.2 Klachtenregeling oudercommissie Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.12 (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.13 (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


12

De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt

deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing. 13

Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop

de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.


6. Veiligheid en gezondheid 6.1 Risico-inventarisatie veiligheid Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.49 lid 2, 1.51, en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 1, 2 en lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

2 De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.49 lid 2, 1.51, 1.56 lid 2 en 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden beschrijft. (art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

4 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie veiligheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 4 en 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

5 De houder draagt er zorg voor dat de veiligheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn. (art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Toelichting toezichthouder Er is een steekproef genomen door de dossiers van 3 gastouders in te zien. Hierbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd.


6.2 Risico-inventarisatie gezondheid Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.49 lid 2, 1.51, 1.56 lid 2 en 1,56b lid 2 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en lid 4 en art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

2 De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.49 lid 2, 1.51 en 1.56 lid 2, 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen beschrijft. (art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

4 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie gezondheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 4 en 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

5 De houder draagt er zorg voor dat de gezondheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn. (art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



6.3 Meldcode kindermishandeling Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een meldcode kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen.14 (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


14

De meldcode hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke

als volgt luidt: “Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.”

In de meldcode zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. De meldcode bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg.

Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen.

De meldcode bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie ( 0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te komen zijn: psychosociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.

De meldcode besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. In de meldcode dienen de volgende punten met betrekking hierop behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.

De meldcode besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een persoon werkzaam bij het gastouderbureau, een gastouder of een volwassen huisgenoot van de gastouder de vermoedelijke dader is.

De meldcode bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).


6.3.1 Beleid meldcode kindermishandeling Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van de meldcode kindermishandeling. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



7. Kwaliteit gastouderbureau 7.1 Kwaliteitscriteria Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderen bij de betreffende gastouder verantwoord opgevangen kunnen worden. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

2 De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

3 De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

4 De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

5 De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

6 De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

7 Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam gastouderbureau

:

Peppie's Zorg

Website

:

http://www.peppieszorg.nl

Aantal bemiddelingsmedewerkers

:

2

Aantal gekoppelde gastouders

:

17

Aantal gekoppelde vraagouders

:

24

Aantal gekoppelde kinderen

:

38

Naam houder gastouderbureau

:

Daniël Pierre IJsebaert

Adres houder

:

De Wacht 6A

Postcode en plaats

:

3295KB 'S-GRAVENDEEL

KvK nummer

:

24446630

gastouderbureau

Gegevens houder

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD

: GGD Rotterdam-Rijnmond

Adres

: Postbus 70014

Postcode en plaats

: 3000KS ROTTERDAM

Telefoonnummer

: 010 4984015

Onderzoek uitgevoerd door

: E.S.E. Reyers

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente

: ROTTERDAM

Adres

: Postbus 70014

Postcode en plaats

: 3000KS ROTTERDAM

Planning 24 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

Datum inspectiebezoek

: 27-05-2013

Opstellen concept inspectierapport

: 15-07-2013

Zienswijze houder

: 29-07-2013

Vaststelling inspectierapport

: 02-08-2013

Verzenden inspectierapport naar houder

: 05-08-2013

en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar

: 05-08-2013

gemeente Openbaar maken inspectierapport

: 26-08-2013

Overzicht gebruikte bronnen

Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

: De vragenlijst is pas na overleg en overreding ingevuld retour gestuurd.

Vragenlijst oudercommissie

: De vragenlijst is pas na overleg en overreding ingevuld retour gestuurd.

Interview houder en/of

:

locatieverantwoordelijke Interview anderen

: Beleidsmedewerker en bemiddelingsmedewerker.

Andere bronnen: Reglement oudercommissie Informatiemateriaal voor ouders Website Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector Klachtenregeling oudercommissie Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie Bankafschriften en facturen, urenverantwoording bemiddeling.



Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau Zienswijze concept inspectierapport 27-05-2013

Inspectiedatum: 27-05-2013 Toezichthouder: mevr. E. Reyers Naar aanleiding van het conceptrapport van de inspectie op 27-05-2013 jl. ontvangt u de zienswijze van Peppie’s Zorg . Er volgt eerst een algemene zienswijze en daarna een zienswijze per onvoldane voorwaarde evenals een toelichting bij deze punten.

Algemene Zienswijze houder Allereerst een opmerking over de wijze waarop Peppie’s Zorg een inspectie tegemoet ziet ,nadat er een heel jaar hard gewerkt is om de bemiddeling en alles wat erbij komt kijken zo goed mogelijk te doen ,zagen wij de inspectie met vertrouwen tegemoet dat wil zeggen sinds toezichthouder M. den Outer in 2010 de inspectie gedaan heeft was Peppie’s Zorg in de aanname dat een inspectie op deze wijze hoort plaats te vinden ,objectief en ter zake doend , wat niet wil zeggen dat alles direct honderd procent in orde was maar de inspectie werd wel weergegeven zoals de zaken er feitelijk voor stonden en wat besproken is werd naar waarheid weergegeven in het concept rapport. In 2011 bleek dat inspecteren aan de hand van geleverde prestaties en de feiten juist weergeven geen leidraad meer zijn, het had er alle schijn van dat er negatieve punten opgedoken werden koste wat het kost. Daar waar Peppie’s kon en moest aantonen dat er zaken niet waarheid waren aangegeven werd dit afgewimpeld met dat de handeling “in goed vertrouwen” door de toezichthouder is gedaan . Dat deze handeling het gastouderbureau schaadt is blijkbaar niet van belang . Er was ineens een ander sfeer van inspecteren geschept ,wat veel energie, mankracht en extra werk kostte ,tijd die beter besteed kon worden aan het goed blijven doen van ons werk. Nadat in 2012 wel een objectieve her inspectie is geweest ,werkte Peppie’s Zorg er hard aan om het vertrouwen in de werkwijze van de toezicht te herwinnen. De gemeente Rotterdam heeft besloten dat wij niet in de handhaving horen in april 2012,maar ook hier weer staat tot de dag van vandaag op de site van LRKP in te zien dat Peppie’s Zorg in de handhaving zit . Tijdens deze inspectie 2013 zegt de toezichthouder zelfs op het einde “alles wat ik in de steekproeven heb gezien is goed, maar wie weet wat ik vind als ik achter d de pc ga zitten” ,waardoor de vraag gesteld moest worden of er dan hoe dan ook negatieve punten gevonden moesten worden? Wat tot onze verbeelding spreekt is waarom er in het concept rapport aantoonbare feitelijke onwaarheden opgeschreven zijn ,dit kan Peppie’s Zorg aantonen door email verkeer en andere documenten. . In de daarna gevoerde telefoongesprekken waarin de toezichthouder aangeeft dat zij de inzichtelijkheid zal afkeuren ,is aan haar gevraagd op grond waarvan en na uitleg over waarom wij 27 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

vinden dat het niet zo is ,is het antwoord steeds “geeft u dat maar aan in de zienswijze “ook hier word weer niet of nauwelijks iets gedaan met de feedback van Peppie’s Zorg , bijvoorbeeld in antwoord op een email waarbij is aangegeven dat een gastouder geen eigenbijdrage heeft betaald dat een gastouder geen eigenbijdrage hoort te betalen ,krijgen wij te horen “ o, foutje”. na enig doorvragen over de reden van afkeuren blijkt deze te gaan omdat een ouder €103,50 heeft betaald in plaats van €102,50 . Er word aangegeven dat Peppie’s Zorg hier geen invloed op heeft en die ene euro de volgende maand verrekend zal worden mits deze ouder dan niet een euro minder toeslag ontvangt. Om terug te komen op de vraag of er koste wat het kost negatieve punten gevonden moeten worden , is dit wel het antwoord , een ouder die een euro teveel aan eigenbijdrage heeft betaald als niet inzichtelijk afkeuren gaat wel heel erg ver . Telefonisch word aangeboden om aanvullende informatie te geven om de inzichtelijkheid te verduidelijken maar dit moest Peppie’s Zorg maar in de zienswijze schrijven ,onduidelijk is dat ,als deze kwestie met een email duidelijk gemaakt kan worden, waarom de toezichthouder ervoor kiest om de weg van handhaving opleggen ,zienswijze indienen enz. wil inslaan , een telefonisch hoor en wederhoor zullen wij dan ook overslaan vanwege het vaste antwoord “schrijft u dat maar in de zienswijze “. Kortom het is voor het gastouderbureau niet zo dat ze met vertrouwen een inspectie tegemoet kunnen zien op grond van geleverde prestaties ,maar eerder afwachtend op hoe de toezichthouder de regels wil toepassen naar eigen inzicht (door onkunde of onwil ),heel frustrerend en volgens ons ook onnodig veel commotie en extra werk veroorzakend en vooral een onnodige negatieve etiket opplakkend. Wij vinden dat deze inspectie wel de kroon spant met hoe de “regels “toegepast worden, dat wij er niet meer vanuit kunnen gaan dat er objectief of tenminste volgens (bestaande ) regels worden geïnspecteerd. In het voorgaande jaar heb ik begrepen dat het geen samenwerking genoemd mag worden ,maar volgens Peppie’s Zorg is toezicht houden een instrument die er uiteindelijk voor moet zorgen waar wij voor staan en dat is dat kinderen zo professioneel en optimaal mogelijk worden opgevangen buiten de thuissituatie. ~//~


In de eerste plaats heeft de inspectie uiteindelijk op 27-05-2013 plaatsgevonden en niet op 20-05-2013 .(pinksterdag) Hierdoor is het concept rapport ná de hiervoor vastgestelde termijn van zes weken opgesteld. zie email hieronder “Van: Reyers E.S.E. > Verzonden: dinsdag 4 juni 2013 11:04 > Aan: '[email protected]' > Onderwerp: Naar aanleiding van inspectiebezoek > > Goedemorgen, > > Voor het maken van het rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek van 27 mei heb ik nog een aantal gegevens nodig. > Graag zou ik nog het volgende ontvangen:” Artikel 6. Procedure ontwerprapport • Binnen zes weken na het inspectiebezoek als bedoeld in artikel 1:62, tweede, derde en vierde lid of artikel 2.20, tweede en derde lid, van de wet ontvangt de houder het ontwerprapport. In de meegezonden brief staat dat er binnen 1 week overleg gevoerd zal worden over dit rapport. Hierover staat in de wet en regelgeving : • Binnen twee weken na de ontvangst van het ontwerprapport, bedoeld in het eerste lid, wordt door de GGD-ambtenaar met de houder overleg gevoerd over de inhoud van het ontwerprapport en krijgt de houder de gelegenheid zijn zienswijze over de inhoud van het ontwerprapport kenbaar te maken. Peppie’s Zorg erkent dat er vaste regels zijn omtrent de inspectie zijn naar welke maatstaven deze plaatsvindt maar dit zou ook moeten gelden voor de toezicht houder. Tijdens de inspectie valt op dat de toezichthouder informatie heeft betreft het LRKP die niet overeenkomt met de actuele stand van zaken. Terwijl ze gastouders opnoemt waarvan zij overtuigd was dat Peppie’s Zorg deze niet juist heeft geregistreerd moest er vastgesteld worden dat de toezichthouder niet weet dat op de site van het LRKP op het kopje geregistreerd geklikt moest worden om de actuele status van een registratie van een gastouder te kunnen inzien ,de bemiddelaar heeft haar dit toen uitvoerig uitgelegd en laten zien hoe dit werkt ,deze dit doet inmiddels al jaren. Dit hield dan wel in dat de door haar opgestelde lijst niet meer accuraat was. Tijdens de inspectie komt de toezichthouder toch meerdere malen erop terug dat de registraties onjuist zijn weergegeven en moest ze telkens weer herinnerd worden aan hoe ze dit juist kan inzien. Verder merkte de toezichthouder op dat ze geen gevraagde stukken had ontvangen, nadat de bemiddelaar zijn beeldscherm naar haar toegekeerd heeft en haar dit heeft laten zien bood ze haar excuses aan maar vervolgens staat er toch nog in het concept rapport dat ze deze niet of een heel ander document heeft ontvangen . Tijdens de inspectie brengt de toezichthouder onder de aandacht dat het klachtenverslag 29 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

en reglement op onze site omgekeerd zijn in te zien, dus als je op de ene knop zie je het ander document. Er word aangegeven dat Peppie’s Zorg afhankelijk is van een externe ICT- er omdat wij niet computer technisch zijn onderlegd en dat deze dit foutief heeft vermeld. Vervolgens word er een email verzonden naar een ICT- er en binnen 10 minuten waren deze documenten wel onder de juiste knop, het beeldscherm naar de toezichthouder kerend om dit te laten zien zegt ze dat ze dit op 10 juni toch nog zelf na zal kijken en dat het dan verder in orde is. Hiervan maakt de toezichthouder toch een onvoldane voorwaarde door dan maar te zeggen dat er een verkeerde klachtenvrije brief bijgesloten was, terwijl het geen vereiste is dat een klachtenverslag op de site staat als deze maar in te zien en toegankelijk is voor iedereen (Op kantoor) .In het conceptrapport met daarbij in de toelichting staat er dan dat omdat er een klachtenvrije brief ontbreekt de informatie onjuist is. Het klachtenverslag met jaaroverzicht van Zckk zijn reeds op 7 mei verzonden naar de GGD ,in het jaarverslag van Zckk is ook in te zien dat Peppie’s Zorg klachten vrij is . Zelfs nadat er een lijst met ouders is uitgeprint en een lijst met gastouders(staat er boven)heeft de toezichthouder moeite dit uit elkaar te houden . In haar email van 20 juni geeft ze aan dat tweetal gastouders niet meer voor ons werken maar toch staan geregistreerd, van deze gastouders is tijdens de inspectie aangegeven dat ze niet actief zijn op dit moment ,dit staat ook op overhandigde lijst aangegeven ,in een email is gevraagd en is de toezichthouder aangeboden dit nogmaals te willen uitleggen ,daarop hebben wij geen antwoord gekregen. Van een gastouder heeft de betreffende gemeente blijkbaar de stopzetting niet verwerkt in het LRKP daarvan heeft Peppie’s Zorg ongevraagd aangeboden een kopie van de stopzetting aan de toezichthouder te geven. Peppie’s vindt het dan ook niet op zijn plaats dat dit in ons concept rapport word vermeld ,dit zou eerder aan de desbetreffende gemeente kenbaar gemaakt moeten worden. Door dit in ons rapport te vermelden wekt het de indruk alsof Peppie’s Zorg daar enig invloed op zou hebben. Verder hebben wij ongevraagd allerlei documenten overhandigd om het beeld maar duidelijker te maken voor de toezichthouder waarvan deze uiteindelijk aangaf dat het wel duidelijk was maar in de weken daarna zoals nu in het concept blijkt ineens niet meer. ~//~ Zienswijze per onvoldane voorwaarden 1.0 Gastouderbureau en naleving weten regelgeving 2 De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Toelichting toezichthouder Enkele overtredingen (betreffende administratie, informatie voor vraagouders en klachtenjaarverslag) werden eveneens bij eerdere inspectie geconstateerd. Deze toelichting is wel heel algemeen en geheel onduidelijk over welke overtreding het hier gaat . De reden waarom deze voorwaarde als onvoldaan word beschouwd is voor ons niet duidelijk. Toelichting Peppie’s Zorg Dat de klachtenverslag op de site onder de knop klachtenreglement stond en omgekeerd ,waarvan 30 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

na dat dit duidelijk was ter plekke deze documenten verwisseld zijn op de site. Het klachtenverslag is overigens op kantoor in te zien en de klachtenvrije brief was in voorgaande jaren ook niet met ons jaarverslag opgestuurd ,wel het jaarverslag van Zckk waarin duidelijk aangegeven was dat er geen klachten zijn ingediend jegens Peppie’s Zorg. Verder word er gerefereerd aan administratieve overtredingen ,om welke overtredingen het gaat kunnen wij niet uit de toelichting van de toezichthouder halen. Alle gevraagde documenten zijn aangeleverd en tijdens de inspectie werden alle aanvullende documenten gekopieerd en meegegeven ,zelfs documenten waar niet om gevraagd werd waarvan wij vonden dat de toezichthouder dit in haar inspectie mee kon nemen . Informatie naar de vraagouders: Deze is tijdens de inspectie niet aan bod gekomen , in een email vóór de inspectie zegt de toezichthouder dit: “Tijdens het vooronderzoek ontdekte ik dat in het informatieboekje punt 6 niet klopt. Zie hieronder de aangepaste tekst.” vr 12-4-2013 12:25 Goedemorgen, Graag wil ik een afspraak maken voor het jaarlijks onderzoek op maandag 6 mei, dinsdag 7 mei, maandag 13 mei of dinsdag 14 mei om 13.00 uur. Als bijlage stuur ik u de vragenlijst en de vragenlijst oudercommissie en een overzicht van de documenten die ik toegestuurd wil krijgen of op locatie wil inzien. Ik verzoek u de ingevulde vragenlijsten en gevraagde documenten zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 12 mei 2013 terug te sturen. Tijdens het vooronderzoek ontdekte ik dat in het informatieboekje punt 6 niet klopt. Zie hieronder de aangepaste tekst. het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen’ (LRKP). Hierbij ontvangt de gastouder een uniek registratienummer om aan te kunnen tonen dat deze aan de wettelijk gestelde eisen voldoet. Dit register wordt bijgehouden door de gemeente Rotterdam Een gastouder wordt alleen opgenomen in het LRKP als deze voldoet aan de eisen van toetsingskader A [documenten]en B [praktijk]. Peppie’s Zorg biedt gastouders een gratis registratieservice. “ Door de ontbrekende rood aangemerkte woorden zou de informatie naar vraagouders een onvoldane voorwaarde zijn. Hierbij maken Peppie’s Zorg de volgende kanttekening : A) Er is op het moment dat het hierboven genoemde is vastgesteld is nog niet eens een afspraak voor de inspectie gemaakt.(zie email hierboven). B) Deze woorden zijn onmiddellijk toegevoegd aan het informatieboekje op de website op 12 april, ook hier is aangegeven dat de toezichthouder dit direct kan controleren. Dit zou ze op 10 juni doen en vaststellen dat het dan verder in orde is ,waarvan wij nu ondervinden dat de toezichthouder ook hier ervoor kiest om geen woord te houden. C) In de email staat ook dat tijdens het vooronderzoek geconstateerd is dat deze woorden ontbreken. De vraag is dan ook waarom dit in het concept rapport genoemd word als het tijdens de inspectie niet 31 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

geïnspecteerd is die op 27 mei heeft plaats gevonden. Had de toezichthouder dit geïnspecteerd had ze gevonden dat de informatie wel degelijk klopt. Peppie’s Zorg is bekend met jaarlijkse inspecties in de wet en regelgeving maar van tussen en vooronderzoeken weten wij niks en willen ook graag duidelijkheid hierover of dit een regelgeving betreft dat er tussentijds onderzoek word gedaan en dat deze dan willekeurig word aangehaald als onvoldane voorwaarde. Als de toezichthouder dit zo’n zwaarwegende nalatigheid vond waardoor er sprake zou zijn van recidive ,waarom heeft is dit niet tijdens de jaarlijkse inspectie aangegeven. Ervan uit gaande dat dit uit goede wil is aangegeven in april zodat wij daarop attent zijn dat het LRKP tegenwoordig echt aangevuld moet zijn met de P en om dit te verbeteren ,is er niet op gerekend dat wij dan vanaf dat moment al niet aan een voorwaarde voldoen nog voor de inspectie . Er is hier geen sprake van recidive want op het moment van inspectie was het informatieboekje correct. Wij gaan niet akkoord met de melding dat bij de vorige inspectie dit ook geconstateerd zou zijn want wij zijn niet in de handhaving zoals de toezichthouder op het voorblad zelf vermeld. Op deze wijze kunnen wij “fouten” van alle voorgaande jaren blijven herhalen in ieder rapport, ook als het er niet meer toe doet.

~//~

1.2 Administratie gastouderbureau voorwaarde 4 In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk Toelichting toezichthouder De administratie van het gastouderbureau met betrekking tot de betaling van vraagouders aan het gastouderbureau is niet voldoende inzichtelijk. Er is een steekproef genomen door het betalingsverkeer over de maanden maart, april en mei2013 inte zien. In de bij de steekproef betrokken facturen voor 3 vraagouders stelt het gastouderbureau betalingstermijnen van 5 of 10 dagen. Het gastouderbureau factureerde deze vraagouders maandelijks. Van 1 vraagouder is één betalingsbedrag vindbaar in de administratie. Dit betalingsbedrag kwam niet overeen met een van de gefactureerde bedragen. Toelichting Peppie’s Zorg De toeslagen van bijna alle ouders worden op rekening van Peppie’s Zorg overgemaakt. De betalingen aan gastouders vindt hierdoor altijd wel plaats, waar het de toezichthouder omgaat zijn de aanvullende eigenbijdragen van de twee genoemde ouders/families. De reden van deze onvoldane voorwaarde is omdat volgens de toezichthouder het feit dat een ouder één euro meer heeft betaald( toezichthouder heeft het hierbij zelfs over betalingsbedragen ) dan op haar factuur vermeld staat ,de eigenbijdrage van deze ouder /familie is over het algemeen EUR102,50 maar soms ook EUR103,50 afhankelijk van de ontvangen toeslag. Hierover is zowel telefonisch als per email opheldering over verschaft, met de nodige verbazing dat de toezichthouder dit als reden aangrijpt om de inzichtelijkheid af te keuren . 32 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

van de overige twee ouders is uitgelegd dat zij een overeenkomst hebben ondertekend met de gastouder dat zij akkoord gaat met het betalen van de eigenbijdrage op een tussentijdse tijdstip en dat wij als gastouderbureau deze overeenkomst accepteren als de gastouder aangeeft daar rekening mee te willen houden. Tevens is aangeboden om afschriften van de maand ervoor of erna op te sturen zodat u duidelijker kan worden dat deze ouders daadwerkelijk tussentijds betalen ,maar het antwoord was” schrijft u dat maar in de zienswijze”. Vorig jaar heeft de toezichthouder een dergelijke overeenkomst wel ingezien en akkoord bevonden. Ter informatie, dat er ouders zijn die niet of niet tijdig betalen is een probleem van alle opvangorganisaties ,hoe ze ermee omgaan is niet in de wet opgenomen en dit was ook een item tijdens de laatste vergadering met de belastingdienst samen met alle kinderopvangorganisaties. Wij kiezen ervoor om rond de tafel te gaan zitten met alle partijen en te bespreken hoe dit opgelost kan worden ,als de gastouder aangeeft dat deze er niet mee akkoord gaat dat de ouder /familie niet iedere maand de eigenbijdrage kan betalen ,dan word zo’n ouder uitgeschreven totdat er volledig betaald is. In het andere geval als de gastouder aangeeft te begrijpen dat het de ouder/familie niet iedere maand lukt en het gaat om een kleine aanvulling dat zij dan samen een overeenkomst aangaan waarin er een regeling komt te staan. Peppie’s Zorg kiest ervoor om dit probleem op deze wijze op te lossen ook ten aanzien van de kinderen die in zo’n geval dan voor een periode zonder opvang zouden zitten, vinden wij het een goede oplossing. Als blijkt dat de ouder zich dan toch niet aan de regeling houdt in een voor de gastouder acceptabele tijd ,dan behoud Peppie’s Zorg zich het recht voor deze ouder/familie alsnog uit te schrijven . Dit is de toezichthouder telefonisch ook allemaal reeds verteld ook dat wij niet begrijpen waarom ze een item gaat afkeuren wat de belastingdienst aangaat als het al niet goed zou zijn. Peppie’s Zorg staat veelvuldig in contact met de belastingdienst wij hebben een directe email adres voor allerlei vragen en meldingen en een terugboekrekening nummer waarop te veel en of onterecht ontvangen toeslagen teruggeboekt worden. Er is aan de toezichthouder gevraagd wat er dan niet inzichtelijk is en deze geeft aan ondanks de hierboven gegeven uitleg dat zij dit item toch gaat afkeuren want ze hoeft geen andere afschriften in te zien dan de drie maanden welke ze gezien heeft. De opmerking is ook gemaakt naar de toezichthouder toe waarom de verduidelijkingen die aangedragen worden pas nadat ze in de zienswijze komen te staan bekeken zullen worden. Het lijkt er op dat het advies voor handhaving opleggen een norm is. 2.1 Informatie voor vraagouders voorwaarde 5 5 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie Toelichting toezichthouder 33 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

De informatie over het klachtenjaarverslag ontbreekt op de website. Onder deze link staat nogmaals het klachtenreglement. Het klachtenjaarverslag is wel in te zien op kantoor, echter de informatie hierin komt niet overeen met de praktijk. Zie ook toelichting bij item 5. Ook staat in het informatieboekje op de website onjuiste informatie met betrekking tot de registratie van gastouders in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen “Ook staat in het informatieboekje op de website onjuiste informatie met betrekking tot de registratie van de gastouder” Toelichting Peppie’s Zorg Betreft het klachtenverslag is dit een feitelijke onwaarheid. Tijdens de inspectie is het item (informatieboekje )niet aan de orde gekomen. 5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector voorwaarde 7 7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. Toelichting toezichthouder Voorwaarden 6 en 7: De informatie in klachtenjaarverslag 2012 klopt niet. Hierin staat dat de klachtenvrijbrief van de ZcKK over het verslagjaar 2011 als bijlage aan het jaarverslag is toegevoegd. Dit moet de klachtenvrijbrief over het verslagjaar 2012 zijn. Tijdens het inspectiebezoek heeft de houder aangegeven geen klachtenvrijbrief over 2012 van de ZcKK te hebben ontvangen. Na overleg en overreding is alsnog een klachtenvrijbrief van de ZcKK over 2012 toegestuurd. Deze is na 1 juni door de toezichthouder ontvangen. Toelichting Peppie’s Zorg Wij vinden het heel teleurstellend dat ook dit aangegrepen word om maar een onvoldane voorwaarde te vinden. Tijdens de inspectie geeft de toezicht houder aan dit verslag niet te hebben ontvangen ,de bemiddelaar geeft aan dat deze per email op 7 mei reeds verzonden is . Hij laat dit ook zien waarop de toezichthouder zegt” excuses” en tot ons aller verbazing is ook dit weer” vergeten” ,want in het concept rapport staat alsnog dat het verslag niet ontvangen is voor 1 juni. De toezichthouder vraagt tijdens de inspectie of wij geen klachtenvrije brief hebben en wij geven aan dat wij nog nooit een klachtenvrije brief hebben gehad of ontvangen en dat het ieder jaar voldoende was dat wij de vereiste verslagen opstuurden met als aanvulling het jaarverslag van ZCKK waarin duidelijk vermeld staat dat er geen klachten zijn ingediend jegens Peppie’s Zorg. Op aangeven van de toezichthouder bellen wij ter plekke met ZCKK en deze zeggen dan toe dat zij een klachtenvrije brief zullen opsturen omdat de toezichthouder dit graag erbij wil. De toezichthouder geeft aan dat als ze de brief voor 10 juni ontvangt dat het verder in orde is. Wij zijn eigenlijk niet eens meer verbaasd als in de toelichting van de toezichthouder het volgende staat. “De informatie in klachtenjaarverslag 2012 klopt niet. “ Wij horen voor het eerst dat er een klachtenvrije brief in ons verslag bijgesloten dient te worden terwijl de informatie reeds in onze klachtenverslag vermeld is dat er geen klachten zijn en evenzo in de jaaroverzicht van de ZCKK . 34 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

De klachtenvrije brief is slechts een aanvulling op onze klachtenverslag en die van de wel meegestuurde klachtenverslag van ZCKK. Waarom sluit de informatie niet aan op de praktijk als in de klachtenverslag van ZCKK die wel als bijlage is meegestuurd is, ook te zien dat er geen klachten over Peppie’s Zorg zijn . Hierin staat dat de klachtenvrijbrief van de ZcKK over het verslagjaar 2011 als bijlage aan het jaarverslag is toegevoegd. Dit moet de klachtenvrijbrief over het verslagjaar 2012 zijn. Dit betreft een feitelijke onwaarheid dat er een verkeerde klachten vrijbrief hebben toegevoegd van 2011 ,aangezien wij verteld hebben dat wij nog nooit zo’n klachtenvrije brief hebben ontvangen of opgevraagd. De vereiste documenten die dienen opgestuurd te worden zijn opgestuurd of er nu wel of niet een klachtvrije brief bij zat neemt niks af van het feit dat de toezichthouder de vereiste documenten wel op tijd heeft ontvangen. Tijdens het inspectiebezoek heeft de houder aangegeven geen klachtenvrijbrief over 2012 van de ZcKK te hebben ontvangen. Na overleg en overreding is alsnog een klachtenvrijbrief van de ZcKK over 2012 toegestuurd. Deze is na 1 juni door de toezichthouder ontvangen Dat de gevraagde klachtenvrije brief na 1 juni opgestuurd is, heeft als reden dat de toezichthouder deze op 27 mei 2013 gevraagd heeft .Het is dan onterecht en absoluut niet waar dat het klachtenverslag na 1 juni is opgestuurd.(zie email 7 mei 2013) Onze toelichting is ,dat er in de voorgaande jaren nooit een klachtvrije brief is geëist ,omdat ons verslag samen met het jaaroverzicht/jaarverslag van het ZCKK waarin specifiek staat vermeld dat er geen klachten jegens Peppie’s Zorg zijn ingediend jaarlijks werd opgestuurd naar de GGD. Hierbij een kopie van de verzonden email: Van: John Piqué [mailto:[email protected]] Verzonden: dinsdag 7 mei 2013 16:33 Aan: ese.reyers Onderwerp: jaarlijkse inspectie Geachte mevrouw Reyers Bij deze ontvangt u zoals gevraagd de documenten i.v.m. de inspectie bij gastouderbureau Peppie’s Zorg. We hopen u bij deze van voldoende informatie hebben voorzien mocht u eventueel nog vragen of opmerkingen hebben dan kunt u contact met ons opnemen. M.V.G Peppie’s Zorg Team

Zckk & Zckk - OC Peppie's Zorg Verslag MELDCODE Klachtenreglement jaarverslag 2012.pdf klachtenverslag 2012.pdf oudercommissie 1..docx KINDERMISHANDELING oudercommissie PEPPIES ZORG peppies (2).doc zorg - VERSIE 1 - FEB 2013.docx

Samenvattend: Het advies tot handhaving is gebaseerd op de volgende onvoldane voorwaarden: 35 van 37 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 27-05-2013 Peppie's Zorg te ROTTERDAM

Item 1.0 vw 2: Er is sprake van recidive omdat er een verkeerde klachtenvrije brief aan de wel op tijd verzonden klachtenverslag bijgesloten zou zijn. Item 1.2 vw 4 : Een ouder betaalt 1euro meer aan eigenbijdrage en twee anderen betalen overeenkomstig afspraak tussentijds(intern beleid). Item 2.1 vw 5: Hier word een vereiste van gemaakt dat het klachtenverslag op de site staat vermeld ook als het op kantoor in te zien . Tijdens de inspectie stond het klachtenverslag overigens ook op de site correct in te zien. Item 5.1 vw 7 : De houder zou het verslag niet voor 1 juni hebben opgestuurd. Nogmaals het klachtenverslag aanhalend (,zie bijgesloten email 7 mei.) Item 5.2 vw 5: Nogmaals het klachtenverslag aanhalend (zie bijgesloten email 7 mei ). Peppie’s Zorg komt tot de conclusie dat de toezichthouder de gemeente Rotterdam onterecht adviseert Peppie’s Zorg handhaving op te leggen. Tot slot: Op 22 juli 2013 vindt Peppie’s Zorg het wel zo fatsoenlijk om de toezichthouder te laten weten dat er een aantal onfeitelijke waarheden aangehaald worden waardoor de indruk ontstaat dat Peppie’s Zorg niet aan die voorwaarden voldoet. Naar aanleiding hiervan ontvangt Peppie’s Zorg het volgende bericht van de toezichthouder. Hier bijgevoegd: “Beste mevrouw Simson, Naar aanleiding van uw telefoontje heb ik de volgende items aangepast. Dit wordt verwerkt in het definitieve rapport: Datum bezoek is veranderd in 27-05-2013 Item 5.1: alle voorwaarden voldoen en de opmerking is verwijderd Item 5.2: alle voorwaarden voldoen en de opmerking is verwijderd. Bij item 2.1 is de opmerking echter de informatie hierin komt niet overeen met de praktijk. Zie ook toelichting bij item 5. verwijderd Bij item 1.0 is de opmerking en klachtenjaarverslag verwijderd Bovenstaande opmerking zijn ook verwijderd uit de beschouwing Bij advies aan de gemeente zijn item 5.1 vw 7 en item 5.2 vw 5 verwijderd Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en wacht uw zienswijze af. met vriendelijke groet, E.S.E. Reyers” Naar aanleiding van afspraken met de gemeente Rotterdam is item 1.0 als te beoordelen voorwaarde verwijderd uit de itemlijst. De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing of herziening van de oordelen. Opmerkingen over en/of interpretaties van uitspraken van de GGD zijn voor rekening van de houder van het gastouderbureau, evenals reacties die niet de inhoud van het inspectierapport maar het inspectieproces betreffen.

Vermeldingen in de zienswijze welke in strijd zijn met de privacy, zijn geneutraliseerd.



Inspectierapport Peppie's Zorg (GOB) Nieuwe Binnenweg 411b 3023EM ROTTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents