Inspectierapport Gastouderbureau Gastouderbureau Roodkapje Weert WEERT

Inspectierapport Gastouderbureau Gastouderbureau Roodkapje Weert WEERT

Toezichthouder: Datum inspectiebezoek:

GGD Limburg-Noord 28-09-2011

Inhoudsopgave Algemene gegevens gastouderbureau................................................................................ 4 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie-domein .................................................. 5 Zienswijze houder gastouderbureau .................................................................................. 8 Beschouwing toezichthouder ............................................................................................ 8 Advies aan gemeente ..................................................................................................... 9 Algemene gegevens toezicht ............................................................................................ 10 Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item ................. 12

2 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan gastouderbureaus kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, pedagogisch beleid, klachten, veiligheid en gezondheid en kwaliteit gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gastouder is verantwoordelijk voor de daadwerkelijke opvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspecties uit, beoordeelt of gastouderopvang aan de gestelde eisen voldoen. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ en in de ‘Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ geformuleerd1. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, is een toetsingskader opgesteld. Hierin staan alle zaken waarover de toezichthouder informatie verzamelt én een oordeel geeft. Alle toezichthouders in Nederland werken met dezelfde veldinstrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectiebezoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Een oordeel geven over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan gastouderbureaus om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan gastouderbureaus gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het gastouderbureau aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De (toekomstige) ouders informeren over de mate waarin het gastouderbureau aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit rapport geeft een overzicht van alle eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen” staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectie-domein samengevat en in “Het inspectie-onderzoek” staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan (“ja”), of dit niet het geval is (“nee”), of dat hij niet tot een oordeel kon komen (“niet beoordeeld”). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het rapport de zienswijze van de houder van het gastouderbureau en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het rapport een aantal basisgegevens van het gastouderbureau, gemeente en toezichthouder.

1

Normen direct ontleend aan de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ gelden als eis waarvan niet mag worden afgeweken. Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en tenminste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.


Algemene gegevens gastouderbureau NAW-gegevens gastouderbureau Naam gastouderbureau (locatie)

:

Gastouderbureau Roodkapje Weert

Adres

:

Biest 33

Postcode en plaats

:

6001AN WEERT

Telefoon

:

06-20529229

Naam contactpersoon

:

Mevr. L.A.H.G. Kiggen - Gerritsen

E-mail

:

Website

:

Kwaliteitssysteem

:

Nee

Ja, namelijk:

Lid brancheorganisatie

:

Nee

Ja, namelijk:

Opvanggegevens Aantal bemiddelingsmedewerkers gastouderbureau

:

1

Aantal gekoppelde gastouders

:

70

Aantal gekoppelde vraagouders

:

73

Aantal gekoppelde kinderen

:

122

Naam houder

:

Mw. M.L. Kiggen

Adres

:

Biest 33

Postcode en plaats

:

6001AN WEERT

Telefoon

:

06-20529229

Naam contactpersoon

:

Mevr. L.H.A.G. Kiggen - Gerritsen

E-mail

:

[email protected]

Website

:

www.omavanroodkapje.nl

Datum aanvraag registeropname

:

06-05-2009

Gegevens aanvraag conform de praktijk

:

Datum opname landelijk register

:

Gegevens register conform de praktijk

:

NAW-gegevens houder

Registergegevens gastouderbureau

Type inspectie

Nee

Ja

17-08-2010 Nee

Ja

Aangekondigd

Onderzoek na aanvraag registeropname

:

Onderzoek na aanvangsdatum exploitatie

:

Regulier inspectie bezoek

:

Nader onderzoek

:

n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Niet aangekondigd

(reden nader onderzoek) Incidenteel onderzoek

:

(reden incidenteel onderzoek) Datum vorig inspectiebezoek

:

31-05-2010 4 van 32

Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie-domein 1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een gastouderbureau dat gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt. Beoordeling toezichthouder Van de 9 voorwaarden van dit domein: -is aan 7 voorwaarden voldaan -is aan de volgende 2 voorwaarden niet voldaan: 1.0 Gastouderbureau en handhaving, voorwaarde 2: De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen. 1.2 Administratie gastouderbureau, voorwaarde 3: De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Zowel bij het onderzoek in 2010 als bij dit onderzoek in 2011 blijkt dat de houder niet kan aantonen dat ze kopieën van evaluatieformulieren aan vraagouders verstrekt. Het hoofdkantoor van Roodkapje administreert de meeste kopieën van getuigschriften en EHBO en de houder zou van enkele gastouders, bij wijze van steekproef, deze naar de inspecteur sturen binnen 3 werkdagen. Dit is niet meer ontvangen binnen de afgesproken tijd en voordat het concept van dit rapport gereed was. Zie verder de toelichtingen.

2. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de informatieverstrekking aan vraagouders, het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie en het adviesrecht van de oudercommissie. Beoordeling toezichthouder Van de 21 voorwaarden van dit domein: -is aan 20 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 2.1 Informatie voor vraagouders, voorwaarde 3: Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders hierover. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Zie de toelichting.


3. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag voor personen werkzaam bij het bureau en voor relevante pedagogische opleiding van bemiddelingsmedewerkers. Daarnaast gelden normen voor de uren die op jaarbasis door de bemiddelingmedewerker aan de gastouder worden besteed. Beoordeling toezichthouder Van de 5 voorwaarden van dit domein: -is aan 3 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 3.3 Personeelsformatie per gastouder, voorwaarde 1: Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. -is de volgende voorwaarde niet beoordeeld: 3.2 voorwaarde 1 Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Zie de toelichting.

4. Pedagogisch beleid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de begeleiding ten aanzien van de pedagogische praktijk. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: -is aan 7 voorwaarden voldaan


5. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het gastouderbureau. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: -is aan 6 voorwaarden voldaan -is aan de volgende 2 voorwaarden niet voldaan: 5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector, voorwaarde 7: De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. 5.2 Klachtenregeling oudercommissie, voorwaarde 4: De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. -zijn de volgende 4 voorwaarden niet beoordeeld: 5.1 voorwaarden 4 en 5 5.2 voorwaarden 3 en 5 Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Zie de toelichting.

6. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder draagt er zorg voor dat een bemiddelingsmedewerker samen met de gastouder in een risico-inventarisatie schriftelijk vast legt welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Daarnaast gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risicoinventarisatie en voor de inhoud en het beleid omtrent het protocol kindermishandeling. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: -is aan 12 voorwaarden voldaan

7. Kwaliteit gastouderbureau Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van het gastouderbureau, de wijze waarop zij de gastouders begeleidt en de kwaliteit van de opvang bewaakt. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: -is aan 5 voorwaarden voldaan -is aan de volgende 2 voorwaarden niet voldaan: 7.1 Kwaliteitscriteria, voorwaarde 4: De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraagen gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. 7.1 Kwaliteitscriteria, voorwaarde 7: Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Zie de toelichting.


Zienswijze houder gastouderbureau De zienswijze is als bijlage bij dit rapport gevoegd.

Beschouwing toezichthouder Roodkapje is in 2007 opgericht en het hoofdkantoor is gevestigd in de gemeente Bladel. Roodkapje is een landelijk opererend gastouderbureau (GOB) dat werkt volgens een franchiseformule. Een aantal consulenten is als franchisenemer geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. De houder van Gastouderbureau Roodkapje Weert is franchisenemer van de organisatie. De houder is tevens bemiddelingsmedewerker. De franchiseformule houdt onder andere in dat Roodkapje Weert werkt volgens de visie van Roodkapje. Hiervoor worden door de franchisegever de nodige documenten en faciliteiten beschikbaar gesteld zoals protocollen en inhoudelijke ondersteuning. De bemiddelingen van Gastouderbureau Roodkapje Weert richten zich op het formaliseren van opvang in familieverband. Gastouderbureau Roodkapje Weert is in 2009 gestart als zelfstandig franchisenemer en is in 2010 opgenomen in het landelijk register kinderopvang. De houder heeft op dit moment 70 gastouders en 122 gekoppelde kinderen. De inspectie in 2011 betreft een reguliere inspectie inzake de Wet Kinderopvang en beleidsregels. Inspectiegeschiedenis: In 2009 werd niet voldaan aan voorwaarden omtrent - ouders, dit betrof de oudercommissie en het informeren van ouders; - pedagogische kennis en verklaringen omtrent het gedrag; - veiligheid en gezondheid; - aantal op te vangen kinderen; - pedagogische praktijk; - kwaliteit gastouders en opvangwoning; - kwaliteit gastouderbureau; - klachten. In 2010 voldeed de houder niet aan voorwaarden omtrent - de inhoud van het klachtenjaarverslag voor ouders; - de inhoud van het klachtenjaarverslag voor de oudercommissie; - het toezenden van een kopie van het evaluatieformulier naar vraagouders. In 2011 blijkt dat de houder - niet voldoende maatregelen heeft genomen om recidive van de tekortkomingen uit 2010 op te heffen; - geen kopieën van getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste hulp aan kinderen kan overleggen binnen de afgesproken tijd; - niet goed bereikbaar is; - niet kan binnen de afgesproken tijd aantonen dat ze 16 uur per week besteedt aan begeleiding en bemiddeling van gastouders; - geen klachtenjaarverslag betreffende de klachtenregeling oudercommissie heeft opgesteld; - het klachtenjaarverslag voor ouders na 1 juni naar de GGD heeft gestuurd; - geen koppelingsgesprekken voert met vraagen gastouder; - niet kan aantonen dat ze kopieën van evaluatieformulieren naar de vraagouders stuurt. Hoewel de houder aan de meeste voorwaarden voldoet, blijkt dat het aantal voorwaarden waar niet 8 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

aan wordt voldaan ten opzichte van vorig jaar meer dan verdubbeld is. De houder heeft ter voorbereiding en tijdens de inspectie een coöperatieve houding wat onder meer is gebleken uit het vooraf doen toekomen van een groot aantal documenten. Naar aanleiding van de hoor en wederhoor zijn bij de opsomming van de tekortkomingen in 2011 bij het tweede en vierde opsommingsteken de zinsdelen "binnen de afgesproken tijd" toegevoegd. De zienswijze heeft niet geleid tot wijzigingen in het rapport. De klachtenjaarverslagen waar de houder in de zienswijze (laatste regel) melding van maakt zijn aangeleverd.

Advies aan gemeente Advies: Wel niet opnemen in landelijk register niet handhaven handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden zoals hiervoor aangegeven per domein. eventuele opmerkingen toezichthouder: Handhaving op alle domeinen is op z'n plaats om steeds jaarlijks terugkerende recidive te voorkomen. Er wordt een nader onderzoek geadviseerd, op de kortst mogelijke termijn betreffende alle voorwaarden.


Algemene gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD

:

GGD Limburg-Noord

Adres

:

Postbus 1150

Postcode en plaats

:

5900BD Venlo

Telefoon

:

077-8504848

E-mail

:

[email protected]

Website

:

http://www.ggdlimburgnoord.nl

Naam gemeente

:

WEERT

Adres

:

Postbus 950

Postcode en plaats

:

6000AZ WEERT

Telefoon

:

E-mail

:

Website

:

Naam contactpersoon

:

Telefoonnummer contactpersoon

:

E-mail contactpersoon

:

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

[email protected]

Overzicht gebruikte bronnen Vragenlijst houder gastouderbureau

:

Ja. Ter voorbereiding op de inspectie heeft de houder een vragenlijst ingevuld.

Vragenlijst oudercommissie

:

Ja. Ter voorbereiding op de inspectie heeft de oudercommissie een vragenlijst ingevuld.

Interview houder gastouderbureau

:

Ja. Met de houder zelf is gesproken.

Interview anderen

:

Ja. Er zijn drie vraagouders geïnterviewd.

Andere bronnen

:

Notulen oudercommissie Gastouderovereenkomsten Betalingsovereenkomsten Gastouderbureau Roodkapje Facturen Bankafschriften Verklaringen omtrent het gedrag van houder, gastouders en huisgenoten gastouders Checklist intakegesprek Gastouder/Vraagouder Risico-inventarisaties Veiligheid en Gezondheid Gastouderopvang Evaluatiegesprek Gastouderbureau Roodkapje Handboek voor de gastouder Verklaring Pedagogisch beleid, kindermishandeling en wiegendood Eigen verklaring gastouder Voortgangsverslag Bezoek 1 Presentatie Pedagogisch Beleid Jaarverslag Klachten Website www.omavanroodkapje.nl

Planning Datum inspectiebezoek

:

28-09-2011 10 van 32

Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

Opstellen concept inspectierapport

:

24-10-2011

Zienswijze houder

:

11-11-2011

Opstellen definitief inspectierapport

:

29-11-2011

Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie

:

29-11-2011

Verzenden inspectierapport naar gemeente

:

29-11-2011

Openbaar maken inspectierapport

:

20-12-2011


Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item 1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang 1.0 Gastouderbureau en handhaving Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt in de loop van 2010 vastgesteld) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de onderneming(en) van de houder. 2 De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen.

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 1: naar aanleiding van de vorige inspectie is door de gemeente Weert geen handhavingstraject ingezet. Voorwaarde 2: in het vorige inspectierapport zijn 3 voorwaarden als niet voldoende beoordeeld: - het klachtenjaarverslag van ouders voldeed niet aan de eisen; - het klachtenjaarverslag van de oudercommissie voldeed niet aan de eisen; - een kopie van het evaluatieformulier werd niet naar vraagouders verzonden. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat het klachtenjaarverslag nu wel voldoende is wat de Wet Klachtrecht Cliënten zorgsector betreft. Wat de klachtenregeling oudercommissie betreft, voldoet het jaarverslag niet. Zie de betreffende voorwaarde 5.2.4. Vraagouders laten desgevraagd weten óf geen kopie van een evaluatieformulier te hebben óf dit niet te weten. Zie voorwaarde 7.1.7. 1.1 Gastouderbureau in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikelen 1 en 49, derde lid) Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt.

Toelichting toezichthouder Het betalingsverkeer wordt geregeld door Stichting Derdengelden Roodkapje te Bladel. Gast- en vraagouders geven in de meeste gevallen toestemming voor automatische incasso van oppaskosten en bureaukosten. Daar waar geen toestemming voor automatisch incasso is gegeven, wordt een factuur gestuurd.


1.2 Administratie gastouderbureau Wet kinderopvang (artikelen 1, 50, 52 en 56) AMvB Deskundigheidseisen (artikel 2) en de daarop gebaseerde ministeriële regeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang1 (artikel 12) Regeling Wet kinderopvang Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder. 2 De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en volwassen huisgenoten. 3 De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders.2 4 In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. 5 In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk.3 6 De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak.

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 3: van de nieuwste koppelingen, in het jaar 2011 tot nu toe drie, heeft de houder kopieën van getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van gastouders, in de eigen administratie. Van alle andere gastouders zijn deze documenten geadministreerd op het kantoor van Roodkapje te Bladel. Er is aan de houder gevraagd deze binnen 3 werkdagen te overleggen. De gegevens waren niet binnen op de afgesproken dag. Voorwaarde 4 en 5: het hoofdkantoor zorgt voor de facturen middels automatische afschrijvingen. De houder kan facturen, betalingsoverzichten en bankafschriften laten zien. In de betalingsoverzichten staan alleen de uren per maand vermeld. Er is geen overzicht van gewerkte uren per dag. Jaarlijks vindt in de eerste twee weken van het jaar een afrekening van evt. meer of minder gewerkte uren plaats. Over het jaar 2010 is er maar een vraagouder die een correctie van het aantal gewerkte uren wenst. Hier is niets van inzichtelijk.

2

Waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan de gestelde deskundigheidseisen. Ongeacht het oordeel van de GGD over de administratie van het gastouderbureau, behoudt de Belastingdienst zich het recht voor een eigen oordeel over de administratie te vormen conform de Regeling Wet Kinderopvang. 3


2. Ouders 2.1 Informatie voor vraagouders Wet kinderopvang (artikel 56, lid 4) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11 en 13) Regeling Wet kinderopvang Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 Het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. 2 De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid.4 3 Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders hierover. 4 De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie. 6 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 1: in de gastouderovereenkomst staat vermeld dat 1/7 deel van de oppaskosten met een maximum van 100 euro per maand in rekening wordt gebracht als bureaukosten. Voorwaarde 3: in verband met de voorbereiding op dit onderzoek heeft de inspecteur getracht drie maal telefonisch en twee maal per mail kontakt op te nemen met de houder: de houder reageerde niet naar aanleiding van de telefoontjes en e-mailberichten. Bij drie vraagouders is navraag gedaan over de bereikbaarheid van de houder, ze antwoorden als volgt: - "de bereikbaarheid is goed, meestal per mail"; - "de bereikbaarheid verschilt nogal"; - "de bereikbaarheid is moeilijk, soms laat ze lang op een antwoord wachten of krijg ik geen antwoord terug". Voorwaarde 6: het vorige inspectierapport is terug te vinden op de site van Oma van Roodkapje.

4

Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; de hoeveelheid kinderen (inclusief eigen kinderen) in welke leeftijd die per gastouder maximaal worden opgevangen; de wijze van tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang; vooraf informatie over het beleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid.


2.2 Reglement oudercommissie5 Wet kinderopvang (artikel 59) Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.

Toelichting toezichthouder Het reglement oudercommissie is ondertekend door alle drie de oudercommissieleden.

2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie5 Wet kinderopvang (artikel 59)

Voorwaarden

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. 2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. 3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. 4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. 5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Toelichting toezichthouder

2.3 Instellen oudercommissie5 Wet kinderopvang (artikel 58)

Voorwaarde

1 De houder heeft een oudercommissie ingesteld.


5

Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van de oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.


2.3.1 Voorwaarden oudercommissie5 Wet kinderopvang (artikel 58)

Voorwaarden

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder is geen lid. 2 Het personeel is geen lid. 3 De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. 4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.


2.3.2 Adviesrecht oudercommissie5 Wet kinderopvang (artikelen 60 en 60a)

Voorwaarden

1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen.6 2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen.


6

Het gaat hier over de volgende onderwerpen: wijze waarop gastouderopvang tot stand wordt gebracht en de begeleiding hiervan, het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.


3. Personeel 3.1 Verklaring omtrent het gedrag Wet kinderopvang (artikelen 56, derde lid en 50, derde, vierde en vijfde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13)

Voorwaarden

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag.7 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd. 3a De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden. OF 3b De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden.


3.2 Beroepskwalificatie bemiddelingsmedewerkers Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13 en 14)

Voorwaarde

1 Alle bemiddelingsmedewerkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over relevante pedagogische opleiding op MBO-niveau.

Toelichting toezichthouder Er is momenteel nog geen opleidingseis voor bemiddelingsmedewerkers.

7

Deze verplichting geldt voor de personen die als houder, bestuurder of bemiddelingsmedewerker werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten, die bemiddelingswerkzaamheden uitvoeren. Conform art. 13 dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een gastouderbureau aanvangen een verklaring omtrent het gedrag te overleggen.


3.3 Personeelsformatie per gastouder Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13) Ja Voorwaarde

Nee

Niet beoordeeld

1 Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.8

Toelichting toezichthouder Tijdens de inspectie kan de houder niet aantoonbaar maken dat er minstens 16 uur per gastouder wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. Er zijn dit jaar drie nieuwe koppelingen gemaakt. De overige gastouders hebben geen intake- of koppelingsgesprekken meer. De houder zegt wel veel tijd te besteden aan het helpen met belastingaangiften en dergelijke maar dit soort administratie valt niet onder de 16 uur. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor belastingaangelegenheden. De houder heeft de kans gekregen om binnen 5 werkdagen na de inspectie, aan te tonen dat ze wel 16 uur besteedt aan begeleiding en bemiddeling. Dit is niet gebeurd.

8

Voorbeelden van taken die onder begeleiding en bemiddeling vallen en die in de vastgestelde 16 uur per gastouder besteed dienen te worden op jaarbasis zijn: eerste contact ouder; werving van ouder; intake van de gastouder; scholing gastouder (o.a. begeleiden); GGD toetsing; de koppeling van gastouder en vraagouder; koppelingsgesprek; evaluatiegesprekken met ouders; vraagbaak voor gastouder; jaarlijks tweemaal bezoek aan gastouder; interne/externe opleiding/training; intern en extern overleg (op het gebied van begeleiding en bemiddeling.)


4. Pedagogisch beleid 4.1 Pedagogisch beleidsplan9 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11)

Voorwaarde

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.


4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11, 15c en 15d)

Voorwaarden

1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. 2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. 3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan het opvangadres worden gesteld.


9

Conform art. 11 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het beleidsplan voor de eerste maal vóór aanvraag tot opname in het landelijk register door de houder vastgesteld.


4.1.2 Pedagogische praktijk Wet kinderopvang (artikelen 49 en 56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen. 2 De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan. 3 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan.

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 1: iedere gastouder is in het bezit van het "Handboek voor de gastouder". Hierin staat het pedagogisch beleidsplan uitgewerkt . Tevens heeft de houder voor de gastouders een samenvatting van het pedagogisch beleid met daarin ook praktijkvoorbeelden. Voorwaarde 2: de gastouder tekent een verklaring met de houder waarin staat dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Voorwaarde 3: de houder gebruikt een formulier "Evaluatiegesprek Gastouderbureau Roodkapje" om het pedagogisch handelen te evalueren.


5. Klachten 5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen.10 2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders. 3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. 4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.11 5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. 6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.12 7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Toelichting toezichthouder De houder is aangesloten bij de stichting Klachtencommissie Kinderopvang. Dit is een externe landelijke klachtencommissie voor ouders. Voorwaarde 2: ouders worden wel geïnformeerd over de klachtenregelingen, zowel intern als extern, die er voor hen zijn, maar nergens staat dat ouders zich rechtstreeks en zonder tussenkomst van de houder, tot de externe klachtencommissie kan wenden. Dit is een aandachtspunt. Voorwaarden 4 en 5 zijn niet beoordeeld omdat er geen klachten zijn binnengekomen bij de klachtencommissie. Voorwaarde 6: de houder somt in het jaarverslag de samenstelling van de klachtencommissie op: dit betreft de samenstelling van de klachtenkamer en niet die van de SKK. Voorwaarde 7: het klachtenjaarverslag is op 29 juni bij de GGD binnengekomen.

10

Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan. 11 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken. 12 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.


5.2 Klachtenregeling oudercommissie Wet kinderopvang (artikel 60a) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.13 2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie. 3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. 4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.14 5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Toelichting toezichthouder De houder is aangesloten bij de Klachtenkamer voor oudercommissies. Dit is een externe landelijke klachtencommissie voor oudercommissies. Voorwaarde 3 is niet beoordeeld omdat er geen klachten zijn binnengekomen bij de klachtenkamer. Voorwaarde 4: het openbaar verslag klachten dat de houder heeft opgestuurd betreft het "Jaarverslag Klachten in het kader Wet Clienten Zorgrecht 2011". Dit verslag gaat vrijwel geheel over de klachtenregeling voor ouders. Er is geen apart verslag betreffende de oudercommissie. In het verslag betreffende de ouders staat wel dat de oudercommissie "schriftelijk is geïnformeerd over het jaarverslag". Nergens staat met betrekking tot de oudercommissie iets beschreven over - beknopte beschrijving van de regeling; - de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht; De houder heeft wel een zogenaamde klachtenvrijbrief meegestuurd waaruit blijkt wat de samenstelling van de klachtenkamer is. Voorwaarde 5: het klachtenjaarverslag dat de houder heeft toegezonden gaat niet over de klachtenregeling oudercommissie: feitelijk is er dus geen jaarverslag betreffende deze voorwaarde. Vandaar dat de voorwaarde niet beoordeeld wordt.

13

De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing. 14 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.


6. Veiligheid en gezondheid 6.1 Risico-inventarisatie veiligheid Wet kinderopvang (artikelen 49, tweede lid en 56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. 2 De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. 3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden beschrijft. 4 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie veiligheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. 5 De houder draagt er zorg voor dat de veiligheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn.



6.2 Risico-inventarisatie gezondheid Wet kinderopvang (artikelen 49, tweede lid en 56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. 2 De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. 3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen beschrijft. 4 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie gezondheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. 5 De houder draagt er zorg voor dat de gezondheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn.



6.3 Protocol kindermishandeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)

Voorwaarde

Ja

Nee

Niet beoordeeld

Ja

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen.15


6.3.1 Beleid protocol kindermishandeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)

Voorwaarde

1 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van het protocol kindermishandeling.

Toelichting toezichthouder Iedere gastouder is in het bezit van het "Handboek voor de gastouder". Hierin staat het protocol kindermishandeling uitgewerkt. Elke gastouder tekent een verklaring met de houder waarin staat dat de gastouder op de hoogte is van het protocol.

15

Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke als volgt luidt: “Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.” In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen. Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie ( 0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te komen zijn: psychosociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. In het protocol dienen de volgende punten met betrekking hierop behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie. Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een persoon werkzaam bij het gastouderbureau, een gastouder of een volwassen huisgenoot van de gastouder de vermoedelijke dader is. Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).


7. Kwaliteit gastouderbureau 7.1 Kwaliteitscriteria Wet kinderopvang (artikelen 1, lid 1 en 56, eerste lid) AMvB Deskundigheidseisen (artikel 2) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13, 14 en 15d) Ja Voorwaarden

Nee

Niet beoordeeld

1 De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderen bij de betreffende gastouder verantwoord opgevangen kunnen worden. 2 De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. 3 De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. 4 De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraagen gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. 5 De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. 6 De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. 7 Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder.

Toelichting toezichthouder Voorwaarde 4: de houder voert geen apart koppelingsgesprek met de vraagen gastouder samen. Ze voert aan dat het altijd om familierelaties gaat tussen mensen die elkaar al kennen. Voorwaarde 7: de houder kan niet aantonen dat ze een kopie van het evaluatieformulier heeft verstrekt aan de vraagouders. Ze zegt dit steeds vaker digitaal te doen maar kan dat niet laten zien. Naar aanleiding hiervan zijn drie vraagouders telefonisch bevraagd: - een vraagouder zegt geen kopie van het evaluatieformulier te hebben ontvangen; - een vraagouder denkt dat het formulier in de map van haar moeder, de gastouder, zit; - een vraagouder heeft de kopie van het formulier niet in de map die bij haar thuis is en ze weet niet of ze dit formulier digitaal heeft gekregen.


Gastouderbureau Roodkapje Weert Marie-Louise Kiggen Biest 33 6001 AN Weert [email protected] Zienswijze Houder Gastouderbureau Naar aanleiding van het door ons ontvangen Concept Inspectierapport, waarin verslag wordt gedaan van de naar ons inzicht prettig en constructief verlopen inspectie interview, maken wij hierbij gebruik om onze zienswijze op de conclusies en commentaar op het rapport weer te geven. T.a.v. “Beschouwing toezichthouder”. Het vermelden van de inspectiegeschiedenis van 2009 ‘sec’, heeft geen toegevoegde waarde. Zeker als wordt nagelaten te vermelden dat bij de inspectie in 2010 is gebleken dat aan alle opmerkingen uit 2009 is voldaan. Onderstaand wordt op de individuele opmerkingen in de beschouwing van de toezichthouder, die betrekking hebben op 2011, ingegaan. 1. “niet voldoende maatregelen genomen heeft om recidive van de tekortkomingen uit 2010 op te heffen” De volgende voorwaarden werden in 2010 als onvoldoende beoordeeld: a. Inhoud klachtenjaarverslagen ouders en oudercommissie (Punten 5.1 Vw6 en 5.2 Vw 4) “ De beide verslagen zijn verweven in één verslag. De samenstelling van de klachtencommissies ontbreekt in het rapport. Enkele onderdelen, bijvoorbeeld de beknopte beschrijving van de regeling en de wijze waarop deze onder de aandacht is gebracht bij de oudercommissie, zijn te summier”uitgewerkt.”

Dit commentaar is door houder ter harte genomen en verwerkt in twee aparte rapporten: -Jaarverslag Klachten in het kader Wet Clienten Zorgrecht 2010 - GOB Roodkapje Weert -Jaarverslag Klachten in het kader Klachtenregeling Oudercommissie 2010 - GOB Roodkapje Weert Hierin is de samenstelling van de externe klachtencommissies weergegeven en de regeling en de wijze waarop het verslag onder de aandacht is gebracht verder uitgewerkt. Deze verslagen zijn in Augustus 2011 aan de GGD verstuurt (wat inderdaad te laat is). Omdat er enige onduidelijkheid is of de GGD deze ontvangen heeft, zijn beide verslagen hier nogmaals integraal bijgevoegd zodat over het bestaan en het openbaar zijn geen misverstand meer bestaat. Houder heeft als verbeterpunt genoteerd om in het vervolg alle correspondentie met de GGD per aangetekende post te gaan voldoen. 27 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

b. Kopie van verslag van evaluatiegesprek is verstrekt aan vraagouders (Punt 7.1 Vw 7) Zoals aangegeven in de zienswijze op het inspectie-rapport van 2010 heeft houder de verslagen nu per post verstuurd, in plaats van digitaal zoals voorheen, in de hoop dat het ontvangen van fysieke post meer indruk maakt op de vraagouders dan een digitale email zodat vraagouders zich dit kunnen herinneren en de papieren versie ook inderdaad bewaren. Houder heeft naar aanleiding van de opmerking uit 2010 er de nadruk op gelegd dat vraagouders zich meer bewust worden dat zijn een kopie ontvangen hebben, naar Gastouderbureau Roodkapje Weert Marie-Louise Kiggen Biest 33 6001 AN Weert [email protected] aanleiding van de manier van controleren van deze eis door GGD door vraagouders te benaderen en te vragen of zij een kopie hebben ontvangen. GGD heeft in 2011 dezelfde methode aangehouden door een aantal gastouders telefonisch te bevragen. Hierop hebben wij de volgende zienswijze: -de steekproef is niet representatief en op basis daarvan kan geen uitspraak gedaan worden of bewijs ontleent worden. -het feit dat vraagouders niet weten of ze een kopie ontvangen hebben is geen bewijs dat het niet verstuurt is. Ergo het onderstreept de ervaring van de houder dat vraagouders weinig belang zien in evaluatiegesprekken noch verslagen omdat zij de gastouder vanuit de familie relatie veel vaker zien en evaluatie op de punten waar het werkelijk om gaat, de opvoeding en gedrag van het kind, continu plaatsvindt. Nu blijkt dat de GGD verwacht dat houder dient aan te tonen dat verslagen verstuurt zijn. Dit is een nieuwe insteek die niet uit de toelichting bij het toetsingskader kan worden afgeleid. Aangetekend versturen is geen optie voor houder omdat de kosten van € 7,- per o.i. niet verantwoord zijn enkel en alleen om een bewijsstuk voor GGD te kunnen overleggen. Houder zal vanaf nu de volgende methode aanhouden: gescande kopieen worden per email verstuurt waarna een kopie van de mail in een aparte folder zal worden bewaart ter inzage bij de volgende inspectie. Uit bovenstaande blijkt o.i. niet dat niet voldoende maatregelen genomen zijn om recidive van de tekortkomingen op te heffen. Uiteindelijk blijkt de maatregel m.b.t. de tekortkoming? m.b.t. het verstrekking van de 28 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

kopie van het evaluatieverslag naar de vraagouders niet afdoende te zijn geweest om de GGD inspectie tevreden te stellen. De stelling blijft dat kopieen per post verstrekt zijn. 2. “geen kopieen van getuigschriften .......kan overleggen” - is feitelijk onjuist. Er zijn kopieen van deze documenten van drie gastouders stante pede overlegt. Binnen vijf werkdagen zijn nogmaals documenten van een tweetal gastouders verstuurd aan GGD (n.a.v. specifieke vraag van inspectie). Het kunnen overleggen van kopieen is uiteindelijk een tijdsgebonden vraagstuk. Aangezien de kopieen zijn opgeslagen in het archief van op het hoofdkantoor van Roodkapje te Bladel, zijn alle kopieen te overleggen, echter slechts na specificeren over welke gastouder het gaat en slechts binnen vijf werkdagen. 3. “niet goed bereikbaar is” GGD trekt deze conclusie nadat houder de drie telefonische pogingen tot contact, die op één en dezelfde dag hebben plaatsgevonden, niet beantwoordde omdat ze om moverende redenen buitenshuis was. De twee emails waarvan sprake is zijn beide identiek aan elkaar en zijn naar twee emailadressen verstuurt. Het gaat hier dus in feite om één email die op dezelfde dag is verstuurt als welke de telefonische contactpogingen niet gelukt zijn, zijnde een dag voordat het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden. Omdat de email pas ’s avonds gelezen is, had beantwoording van de vraag om een lijst met gastouders door te mailen, zodat GGD hier alvast een selectie uit kon maken om tijd te sparen tijdens het daadwerkelijke bezoek, weinig zin. Gastouderbureau Roodkapje Weert Marie-Louise Kiggen Biest 33 6001 AN Weert [email protected] Vervolgens heeft GGD drie vraagouders telefonisch bevraagd, waarvan er één aangaf soms te moeten wachten op een antwoord. Dat dit geen representatieve steekproef is, laat staan dat niet op basis van één uitspraak de conclusie kan worden getrokken dat het gastouderbureau niet goed bereikbaar is, behoeft geen betoog. Ten overvloede wordt vermeld dat gast- en vraagouders ervan op de hoogte zijn dat houder tevens medewerker is en niet altijd telefonisch bereikbaar is tijdens bezoeken aan gastouders. Houder beantwoordt vragen per email altijd. In meer dan 99% van de gevallen zijn deze vragen niet zo dringend dat ze binnen een werkdag beantwoording verlangen. In 29 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

dringende gevallen zijn gast- en vraagouders geinformeerd dat de pedagogische helpdesk gecontacteerd kan worden. 4. “niet kan aantonen dat ze 16 uur per week.....” – is feitelijk onjuist Er is geen enkele officiele publicatie te vinden waarin staat hoe en uberhaupt of dit aantoonbaar gemaakt dient te worden. Ergo, de uitleg die in de onderstaande publicaties wordt gegeven, is door houder in 2010 gehanteerd en werd destijds door GGD geaccepteerd als voldoet aan het toetsingskader. a. Practische Handleiding Gastouderbureaus (uitgave Implementatiebureau Kinderopvang 2010 iov Ministerie van OCW): “Het gastouderbureau moet aan de GGD kunnen aantonen dat het voldoende bemiddelingsmedewerkers heeft in verhouding tot het aantal aangesloten gastouders.”

b. Publicatie op de website branchevereniging Kinderopvang: “Vanaf 1 januari 2010 zal het gastouderbureau moeten aantonen dat zij voldoende bemiddelingsmedewerkers heeft op het aantal gastouders in het bestand. Per gastouder zou een bemiddelingsmedewerker 16 uur op jaarbasis 'kwijt' zijn. Om na te gaan of uw bestand hieraan voldoet kan u de onderstaande formule hanteren: aantal benodigde fte = aantal GO x 16 uur / 1600” c. Toetsingskader Gastouderbureau deel B uitgave 2010: “Toelichting: de houder dient de hoeveelheid aangesloten gastouders als basis te nemen voor de grootte van de formatie van bemiddelingsmedewerkers werkzaam voor het gastouderbureau.”

Houder is niet op de hoogte van de werkinstructies van de GGD, ging er echter van uit dat deze niet drastisch afwijken van de beleidsregels en toelichting die in officiele documenten wordt aangegeven. Naar aanleiding van de vraag gedurende het inspectie-interview heeft houder desondanks binnen vijf werkdagen een gedetailleerde verantwoording van de activiteiten per gastouder overlegt, waaruit blijkt dat meer dan 16 uur per gastouder wordt besteed aan activiteiten zoals in het toetsingskader worden opgesomt. In deze verantwoording zijn de uren welke het hoofdkantoor, te Bladel, aan begeleiding per gastouder besteed niet eens meegenomen. GGD heeft dit document per email binnen vijf werkdagen ontvangen, echter beoordeling hiervan heeft pas op een later tijdstip kunnen plaatsvinden ter kantore van de GGD. Met het argument dat op dat moment het concept rapport al compleet was, is deze informatie, o.i. en ten onrechte, niet meegenomen in de rapportage. Gastouderbureau Roodkapje Weert Marie-Louise Kiggen Biest 33 6001 AN Weert [email protected] 5. “geen klachtenjaarverslag betreffende de klachtenregeling oudercommissie heeft opgesteld”. 30 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

Dit is feitelijk onjuist. Er is een klachtenjaarverslag betreffende de klachtenregeling oudercommissie opgesteld, deze heeft de GGD echter niet voor 1 juni 2011 bereikt. Het volledige klachten jaarverslag voor de oudercommissie en voor de wet klienten zorgrecht is aan deze zienswijze toegevoegd zodat hierover en over het openbaar zijn (het zal immers integraal in het openbare GGD rapport worden opgenomen) geen misverstand meer bestaat. Wellicht ten overvloede merken wij op dat er geen enkele klacht is ingedient mbt GOB Roodkapje Weert, noch bij de klachtencommissie Wet Klienten Zorgrecht, noch bij de klachtencommissie oudercommissie noch direct bij het Gastouderbureau. 6. “geen koppelingsgesprekken voert” Ook hier is de formulering suggestief. Indien op deze manier ‘sec’ geformuleerd, komt het over als een tekortkoming van het gastouderbureau. Wat in feite gebeurt, en ook in het inspectie-interview al is toegelicht, is dat in alle dossiers die GOB Roodkapje Weert in behandeling heeft, sprake is van een familierelatie tussen vraagen gastouders. Dit is ook in 2010 al aangevoerd. Nogmaals voor de duidelijkheid: vraagen gastouders zijn al bekend met elkaar voordat een relatie geformaliseerd wordt in een gastouderovereenkomst. Het “koppelingssgesprek”wordt op de opvanglocatie gevoerd in aanwezigheid van vraagen gastouder tijdens, wat wij noemen, “intake”gesprek waarbij alle afspraken mbt de opvang van het kind zoals opvangtijden, manier van omgang met het kind, afspraken over de opvoeding (pedagogisch beleidsplan) en andere practische zaken vastgelegd worden. Dit voldoet o.i. aan de definitie van een koppelingsgesprek. Dat wij dit niet zien als een koppeling van een gastouder aan een willekeurige vraagouder leidt in de communicatie met de GGD wellicht tot een misverstand wat dan abusievelijk als niet voldoen aan de voorwaarden in het inspectierapport wordt vermeld. Voor alle duidelijkheid: GOB Rookapje voert koppelingsgesprekken volgens de definitie en voldoet hierin aan het toetsingskader. (zie verslaglegging gesprekken mbt inhoud en ondertekening van beide partijen als bewijs dat deze onderwerpen ter tafel geweest zijn. Beide partijen ondertekenen daarenboven nog documenten betrekking hebbende op deelonderwerpen.) 7. “niet kan aantonen dat ze kopieen van evaluatieformulieren naar de vraagouders stuurt”. Zie argumentatie onder punt 1b. Voor de goede orde is het toetsingscriterium dat kopieen verstrekt worden. Nergens is gedefinieerd dat hier bewijslast van bewaard cq overlegd dient te worden. Houder begrijpt nu dat dit door GGD gewenst wordt en zal hier in de toekomst 31 van 32 Inspectierapport gastouderbureau regulier inspectie bezoek 28-09-2011 Gastouderbureau Roodkapje Weert te WEERT

adequaat mee omgaan. Houder gaat er, bij ontbreken van richtlijnen over de vorm van bewijslast, vanuit dat de voorgestelde methode van archiveren van emails voldoende is. Gastouderbureau Roodkapje Weert Marie-Louise Kiggen Biest 33 6001 AN Weert [email protected] 8. “....het aantal voorwaarden waar niet aan wordt voldaan ten opzichte van vorig jaar meer dan verdubbeld is” Gezien de steekhoudendheid van de punten 1 t/m 7 kan moeilijk van een verdubbeling gesproken worden. Het is juist dat het correcte format van het klachtenjaarverslag de GGD niet voor 1 juni heeft bereikt. T.a.v. “Advies aan de gemeente” “handhaving op alle domeinen is op z’n plaats om steeds jaarlijks terugkerende recidive te voorkomen” Houder weerlegt met klem het beeld wat hier geschetst wordt. In het discutabele punt met betrekking tot de verstrekking van kopieen van evaluatieverslagen vindt houder geen grond om van steeds jaarlijks terugkerende recidive te spreken. In de volgende bijlagen wordt een integrale weergave van de klachtenjaarverslagen bijgevoegd


Inspectierapport Gastouderbureau Gastouderbureau Roodkapje Weert WEERT

Recommend Documents