Inspectierapport Dadim Gastouders BV (GOB) St Josephlaan HA EINDHOVEN Registratienummer

Inspectierapport Dadim Gastouders BV (GOB) St Josephlaan 53 5642HA EINDHOVEN Registratienummer 583845617

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Brabant-Zuidoost EINDHOVEN 08-10-2014 Regulier onderzoek Definitief 19-11-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang ........................................................... 5 Pedagogisch beleid .......................................................................................................... 6 Personeel ....................................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Kwaliteit gastouderbureau ............................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 14 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 20 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 20 Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau .......................................................................... 21

2 van 21 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-10-2014

Dadim Gastouders BV te EINDHOVEN

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek. Tijdens het onderzoek zijn alle wettelijke items beoordeeld. Beschouwing Gastouderbureau Dadim Gastouders bestaat sinds november 2005. Dadim is het Turkse woord voor 'mijn oppas'. Gastouders en vraagouders hebben voornamelijk een niet Nederlandse culturele achtergrond, zoals een Turkse of Marokkaanse. Dadim richt zich ook op de Nederlandse vraag- en gastouders en krijgt steeds meer aanmeldingen van de Nederlandse vraag- en gastouders. Dadim vindt dit een goede ontwikkeling en zal de verbreding in de toekomst voortzetten. De koppelingen vinden plaats in verschillende regio's in Nederland, onder andere in Noord-Brabant, Utrecht, Zuid- Holland, en regio Amsterdam/ Rotterdam en Almelo/Enschede. De voormalige zakenpartner heeft in 2011 het gastouderbureau verlaten. In dat jaar is een beleidsmedewerker gestart, waarmee het gastouderbureau een kwaliteitsslag gemaakt heeft. Het hoofdkantoor is gevestigd in Eindhoven. De bemiddelingen richten zich vooral op bestaande opvang in de kring van familie en bekenden die is geformaliseerd door tussenkomst van het gastouderbureau. Vraag- en gastouder besluiten samen dat een kind van de vraagouder door de gastouder wordt opgevangen. De koppeling ontstaat wanneer het gastouderbureau beiden in het bestand heeft opgenomen na de intakeprocedure. Inspectiegeschiedenis Het gastouderbureau is vanaf 2005 jaarlijks bezocht. Het gastouderbureau is op 31 mei 2011 geïnspecteerd door de GGD. Het gastouderbureau was toen niet klaar voor de veranderde wet en regelgeving en kwaliteitseisen. Daardoor werd op een aantal domeinen een tekortkoming geconstateerd. De gemeente Eindhoven heeft in 2011 gehandhaafd of deze tekortkomingen. Reguliere inspectie op 28 augustus 2012 Tijdens deze inspectie bleek dat het gastouderbureau de tekortkomingen had weggewerkt en dat er slechts enkele waren overgebleven. Op het domein" Veiligheid en gezondheid" was er geen compleet plan van aanpak. Op het domein "Kwaliteit" bleek dat de houder onvoldoende zorg had voor intakegesprekken met vraag- en gastouders. De gemeente Eindhoven heeft in 2012 (brief 31 oktober 2012) gehandhaafd met een waarschuwing en hersteltermijn op bovenstaande tekortkomingen. Tevens is opdracht gegeven voor een nader onderzoek. Gezien bovenstaande inspectiegeschiedenis is het gastouderbureau in 2013 meerdere keren bezocht. Nader onderzoek op 20 maart 2013 In opdracht van de gemeente heeft een nader onderzoek plaatsgevonden op de domeinen "Veiligheid en Gezondheid" en "Kwaliteit gastouderbureau". Uit de steekproef is gebleken dat de getoetste elementen voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Reguliere inspectie op 27 september 2013 Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat het gastouderbureau voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Reguliere inspectie op 8 oktober 2014 De huidige inspectie is een inspectie waarbij voorafgaande aan de inspectie informatie opgevraagd is bij de houder. Deze informatie is overzichtelijk per e-mail aangereikt. Tijdens de inspectie zijn de dossiers van 7 aangesloten gastouders en vraagouders ingezien. Ook de bevindingen van de inspecties bij de gastouders, die zijn bezocht door de GGD Brabant Zuidoost, Hart voor Brabant en Limburg Noord, zijn in deze inspectie meegenomen. Op 5 november 2014 heeft nog een tweede bezoek plaatsgevonden omdat de steekproef nog niet afgerond was tijdens het eerste bezoek.



Daarnaast heeft de houder op verzoek van de toezichthouder aan 15 aangesloten gastouders met de bijbehorende vraagouders per mail vragenlijsten toegestuurd. De houder heeft ervoor gezorgd dat deze vragenlijsten bij de betreffende gastouders en vraagouders terecht kwamen. De vragenlijsten, die ontvangen zijn waren onderwerp van gesprek met de houder. De houder heeft een overzichtelijke werkwijze en een deugdelijk ingerichte administratie. Gegevens van gastouders en vraagouders zijn zowel digitaal als op papier inzichtelijk gemaakt. De houder, de leidinggevende en de bemiddelingsmedewerker waren tijdens de inspectie coöperatief waardoor er een goed beeld ontstaan is van de werkwijze van Dadim. De bemiddelingen richten zich vooral op het formaliseren van opvang in de kring van familie en bekenden. Het valt op dat er steeds meer gastouders komen zonder familiaire band met de vraagouder. Een enkele keer melden een vraag en gastouder gezamenlijk aan. Nadat een informatiebrochure is ontvangen en een intakegesprek is gehouden kunnen gastouder en vraagouder ingeschreven worden. Vraagouder en gastouder besluiten samen dat een kind van de vraagouder door de gastouder wordt opgevangen. Een koppeling ontstaat wanneer het gastouderbureau beiden in het bestand heeft opgenomen na de intakeprocedure. In het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP) staan voor het gastouderbureau 136 gastouders geregistreerd. Het gastouderbureau heeft 115 gastouders geregistreerd staan. Het gastouderbureau heeft nagegaan waar het verschil vandaan komt. Het blijkt dat een 11 tal gemeenten de wijzigingsformulieren nog niet verwerkt hebben. Het gastouderbureau heeft de laatste jaren een lichte daling van het aantal bemiddelde gastouders. Deze gastouders hebben een 97 tal kinderen van 0 tot 4 jaar onder de hoede en een 151 tal kinderen vanaf 4 jaar. De meeste gastouders vangen 1 of 2 kinderen op, 13 gastouders vangen 3 of 4 kinderen op. Er zijn vier bemiddelingsmedewerker werkzaam bij Dadim gastouderbureau. Elke bemiddelingsmedewerker is verantwoordelijk voor een regio met gast- en vraagouders. De regio's zijn Den Haag, Amsterdam, Arnhem en Eindhoven-Tilburg. De bemiddelingsmedewerkers verzorgen alle contacten met vraag- en gastouders. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor, onder andere, de intake- en koppelingsgesprekken, de risicoinventarisaties veiligheid en gezondheid en de huisbezoeken. Daarnaast zijn er administratieve medewerksters. Conclusie Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat het gastouderbureau voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Landelijk Register Kinderopvang en peuterspeelzalen Sinds 1 februari 2014 is het gastouderbureau gevestigd aan de St Josephlaan 53 te Eindhoven.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.



Observaties en bevindingen Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Inleiding Tijdens een reguliere inspectie wordt getoetst of het gastouderbureau gastouderopvang tot stand brengt conform de kwaliteitseisen van de wet. Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau draagt zorg voor de begeleiding van de gastouder via huisbezoeken en begeleiding op het gebied van opvang en pedagogiek. Dadim Gastouders voorziet in de kassiersfunctie. De vraagouder ontvangt elke maand een factuur met het bedrag aan opvangkosten en bureaukosten. De vraagouder maakt voor de 20e van de maand het bedrag over naar Stichting Derdengelden. Na ontvangst van de betaling van de vraagouder geleidt Stichting Derdengelden binnen 5 werkdagen de betaling (opvangkosten) door naar de gastouder en de bureaukosten door naar gastouderbureau Dadim. Tussen schoolse opvang Bij de vragenlijsten, die de gastouders, ingevuld hebben viel op dat één gastouder drie basisschool kinderen tussen de middag opving. De houder heeft bij de vraagouder na vraag gedaan. Het bleek dat de gastouder inderdaad de kinderen soms tussen de middag opvangt, maar dat de vraagouder hiervoor geen kinderopvangtoeslag heeft gevraagd. Daarnaast is nagegaan waarom de gedeclareerde uren voor de drie basisschool kinderen wisselden per kind. Hierbij bleek dat de kinderen naar een sportclub gaan en deze uren niet meegeteld werden. Conclusie In deze casus worden de opvanguren in relatie tot de kinderopvangtoeslag correct toegepast. Gebruikte bronnen:  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Verklaring tussenschoolse opvang en opvanguren van vraagouder uit Weert, 10 oktober 2014



Pedagogisch beleid Inleiding Binnen dit domein wordt het pedagogisch beleidsplan getoetst op inhoud en volledigheid. Bij een reguliere inspectie wordt beoordeeld op welke wijze het pedagogisch beleidsplan onder de aandacht van de gastouders wordt gebracht. Daarnaast wordt getoetst of de volgende vier competenties praktisch en observeerbaar omschreven staan:  emotionele veiligheid  persoonlijke competentie  sociale competentie  overdracht van normen en waarden Pedagogisch beleidsplan Dadim hanteert een algemeen pedagogisch beleidsplan waarin het binnen de organisatie geldende beleid is verwoord. Naast de vier competenties uit de wet Kinderopvang staan de kwaliteitseisen van de gastouder, de eisen aan de opvanglocatie en de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw vermeld.

Pedagogische praktijk De bemiddelingsmedewerksters stimuleren het gebruik van een pedagogisch werkplan door de gastouder. Bij de huisbezoeken wordt samen met de gastouder een pedagogisch werkplan gemaakt voor ieder oppaskind. Dit individuele pedagogisch werkplan wordt jaarlijks door de bemiddelingsmedewerker met de gastouder doorgenomen en eventueel aangepast aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. Bij kinderen onder de 4 jaar wordt dit pedagogisch werkplan twee keer per jaar met de gastouder besproken. In het werkplan staan vier schema's voor de opvang tijden, de schooltijden en andere verplichtingen zoals muziekles, sporten en enkele vaardigheden van het kind, zoals handen wassen, opruimen en tanden poetsen. Daarnaast zijn een aantal praktische vragen opgenomen die zicht geven op het welbevinden van het gastkind. Daarnaast zijn een aantal praktische vragen opgenomen die zicht geven op het welbevinden van het gastkind. Enkele vragen gaan over gezonde voeding, taalontwikkeling, speelgoed, emoties en waarden en normen. De gastouder ontvangt een gastouder map, waar het pedagogisch beleidsplan en werkplan in opgenomen zijn. Daarnaast kan de gastouder via de website inloggen op de beveiligde omgeving.

Gebruikte bronnen:  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Interview anderen (Mw. Y de Laat, hr Kilinc, mw. Turna)  Pedagogisch beleidsplan (10 oktober 2014, versie 6)  Pedagogisch werkplan (Format)  Kernpunten uit pedagogisch beleidsplan  Verklaring begeleiding Pedagogisch werkplan door bemiddelingsmedewerkster  Inhoudsopgave gastouder map



Personeel Inleiding Bij een reguliere inspectie wordt getoetst of de houder en/of medewerkers die bij het gastouderbureau werkzaam zijn een verklaring omtrent het gedrag hebben overlegd. In 2014 wordt getoetst of de VOG's zijn opgenomen in continue screening. Tevens wordt getoetst of de bemiddelingsmedewerker over een relevant diploma en/of werkervaring beschikt. Beroepskwalificatie In de gastouderopvang hebben bemiddelingsmedewerkers pedagogische bagage nodig om gastouders te kunnen begeleiden in hun werk. In november 2011 hebben de cao-partijen in het Overleg Arbeidsvoorwaarden Kinderopvang (OAK) het besluit kwalificatie-eis bemiddelingsmedewerker vastgelegd . Vanaf 1 januari 2012 geldt een kwalificatie-eis in de CAO. Onderdeel hiervan is een bewijs dat een branche-erkende 'bijscholing pedagogische component' is afgerond. De bemiddelingsmedewerksters hebben een pedagogische achtergrond en voldoen daarmee aan deze kwalificatie eisen.

Verklaring omtrent het gedrag De VOG's van de houder en medewerkers zijn bij een voorgaande inspectie ingezien. Tijdens de huidige inspectie zijn de VOG's, die in het kader van de continue screening zijn aangevraagd, ingezien van de nieuwe bemiddelingsmedewerkers. Het screeningsprofiel was 84 en 86. Een medewerker woont in België en heeft een belgische VOG, die niet in de continue screening in Nederland zit. De houder is ervan op de hoogte dat deze medewerker om de twee jaar een nieuwe VOG moet aanvragen. Personeelsformatie per gastouder De vier bemiddelingsmedewerker werken 58 uur per week voor het gastouderbureau. Bij het huidige klantenbestand van 135 gastouders is er ruim voldoende uren te besteden aan begeleiding en bemiddeling. Gebruikte bronnen:  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Verklaringen omtrent het gedrag (6)  Diploma bemiddelingsmedewerker: Sociaal Cultureel Werk, 2006  Diploma bemiddelingsmedewerker:Jeugdwelzijnswerk, 1983; Training Kindermishandeling en Aandacht functionaris, 2012  Diploma bemiddelingsmedewerker: Sociaal Cultureel Werk, 1996  Diploma vervangend bemiddelingsmedewerker: Leraar Bao, 1990  Diploma houder: HBO Commerciële Economie, 1999



Veiligheid en gezondheid Inleiding Tijdens een reguliere inspectie wordt getoetst of het beleid rondom veiligheid en gezondheid en de meld code kindermishandeling voldoende gewaarborgd zijn in de praktijk. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder maakt bij de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik van een eigen format. Het format is afgeleid van de digitale Risicomonitor Kinderopvang. Deze is samengesteld door Stichting Consument en Veiligheid, het FCB, het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid en de MOgroep Kinderopvang. De wens is deze te digitaliseren op termijn. Uit de steekproef met vragenlijsten voor vraagouders en gastouders blijkt dat de risicoinventarisaties jaarlijks uitgevoerd worden. Tevens benoemen de gastouders en/of vraagouders welke aanpassingen er in huis moesten plaatsvinden zoals  veel rookmelders geplaatst  traphekje geplaatst  messen-gereedschappen-schoonmaakmiddelen hoog opgeborgen . De houder heeft sinds 2013 een verbetertraject ingezet door: 1. vanuit het hoofdkantoor de planning van de bezoeken inzake de risico-inventarisatie te coördineren. 2. jaarlijks een verplichte themabijeenkomst te organiseren voor de gastouders; 3. de risico-inventarisatie samen met de gastouders uit te voeren en tijdens het bezoek toe te lichten; 4. in het actieplan afspraken vast te leggen . Voor de product-afspraken, zoals plaatsen van rookmelder, aanschaffen van tafelhoekjes of een deurklink omhoog zetten, sturen gastouders een foto als bewijs dat het gerealiseerd is. De gedragsafspraken, zoals kind niet alleen bij de vijver, wordt bij het betreffende onderwerp in de risico-inventarisatie gezet. Aandachtspunt Op de risico-inventarisatie is niet duidelijk wat de leeftijd van de eigen kinderen van de gastouder is en welke kinderen bemiddelt zijn door andere gastouders. De houder heeft aangegeven de format op deze punten aan te gaan passen. Bij het tweede bezoek op 5 november 2014 heeft de houder laten zien dat het intakeformulier aangepast is. Met deze aanpassing worden de genoemde gegevens in het klantenbestand verwerkt. Via het automatisch systeem zullen ze dan op het formulier ‘Risico Inventarisatie’ worden afgedrukt en zijn daarmee inzichtelijk. Meldcode kindermishandeling Gastouderbureau Dadim maakt gebruik van de landelijke meldcode voor de kinderopvang die gebaseerd is op de basis meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze is ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang en is in samenwerking met BOinK, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland uitgevoerd. De houder heeft een aparte sociale kaart ingevuld voor alle provincies in Nederland. Uit de bezoeken , die collega toezichthouders aan gastouder brengen, bleek niet altijd de correcte versie van de meldcode in de gastoudermap te zitten. De houder geeft aan dat, in principe, de Meldcode in de gastoudermap zit en dat bemiddelingsmedewerkers twee maal per jaar de gastoudermap controleren. Daarnaast kunnen alle gastouders via de unieke inlogcode het document op de website laten zien. De aandacht functionaris kindermishandeling is mw. de Laat, die daarvoor een speciale cursus heeft gevolgd.



Signalen van collega GGD De toezichthouder had van twee collega GGD'en de volgende signalen gehad: 1. Gastouder had geen kennis van de meldcode 2. Gastouders hebben het protocol kindermishandeling in de gastoudermap in plaats van de meldcode. Beide signalen zijn tijdens het inspectiebezoek besproken. De houder geeft aan dat er jaarlijks scholing verzorgt wordt over het onderwerp kindermishandeling in de verschillende regio's. Gastouders krijgen een "Bewijs van deelname" uitgereikt. Gastouders die niet aanwezig kunnen zijn bij deze scholingen worden in Eindhoven uitgenodigd of er wordt een apart huisbezoek gebracht waarbij de kernpunten uit de scholing besproken worden. Het klopt dat er in de gastoudermappen alleen het protocol kindermishandeling zit. Er is een vergelijking gemaakt van de inhoud van beide documenten, waarbij bleek dat de inhoud in grote lijnen dezelfde strekking had en het woord "protocol" was vervangen door "meldcode". Conclusie De gastouder die geen kennis had, had nog deelgenomen aan de scholingsactiviteit en is inmiddels gestopt. Het gastouderbureau heeft inmiddels een verbeteractie uitgezet waarbij de protocollen vervangen worden door de meld code.

Gebruikte bronnen:  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Interview anderen (Mw. Y de Laat, hr Kilinc, mw. Turna)  Risico-inventarisatie veiligheid (steekproef)  Risico-inventarisatie gezondheid (steekproef)  Actieplan veiligheid (steekproef)  Actieplan gezondheid (steekproef)  Inhoudsopgave gastouder map  Steekproef 2 dossiers voorafgaande aan inspectie  Steekproef op lokatie 7 dossiers  Vragenlijsten gastouder 15 verstuurd, 5 retour ontvangen en 8 gestopt  Vragenlijst vraagouders 15 verstuurd, 4 retour ontvangen  Inzage op locatie: intakeformulier, 5 november 2014



Ouderrecht Inleiding Bij een reguliere inspectie worden de normen getoetst die in de Wet kinderopvang gelden voor de informatieverstrekking aan vraagouders, het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie en het adviesrecht van de oudercommissie. Informatie De houder heeft aangetoond dat in de betalingsoverzichten en in de contracten is weergegeven welk deel van het betaalde bedrag bureaukosten betreffen en welk deel aan opvangkosten naar de gastouder gaat. De bemiddelingskosten worden via een automatische incasso door het gastouderbureau geïnd bij de vraagouder. Het gastouderbureau informeert de vraagouders via intake c.q evaluatiegesprekken, de website, e-mail, social media (Facebook en Twitter) en telefonisch. Daarnaast worden minimaal vier keer per jaar digitale nieuwsbrieven verstuurd. Vraag- en gastouders hebben een eigen inlogcode om informatie op het beschermde gedeelte van de website in te zien. Hier zijn onder andere de volgende zaken beschikbaar: een videopresentie (introductie met Dadim Gastouders), het pedagogisch beleidsplan, de risico-inventarisaties, de meldcode kindermishandeling, de klachtenregeling. Het niet beschermde gedeelte van de website geeft vooral informatie over de subsidieregeling, enkele veelgestelde vragen en het aanvraagformulier voor verklaring omtrent het gedrag voor de continuescreening. Het gastouderbureau is op werkdagen zowel telefonisch als per e-mail, bereikbaar. Aandachtspunt Het inspectierapport is te vinden op het beveiligd gedeelte van de website, zodat deze alleen voor de vraag- en/of gastouder inzichtelijk zijn. Een inspectierapport dient openbaar te zijn voor alle belangstellenden en niet een specifieke groep. Oudercommissie Het reglement is opnieuw vastgesteld op 21 februari 2010. De oudercommissie bestaat uit vier vraagouders. Drie leden komen uit Tilburg en een uit Den Bosch. In 2013 en 2014 zijn de volgende onderwerpen, onder andere, besproken de continuescreening, het uurtarief, het klachtenjaarverslag en de controle door Toeslagen.

Klachten Dadim gastouderbureau is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) en bij de klachtenkamer oudercommissie van de SKK. Er zijn in 2012 en 2013 geen externe klachten ingediend. De GGD heeft op 2 april 2014 het klachtenjaarverslag 2013 ontvangen.



Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder gastouderbureau (ontvangen op 22 september 2014)  Vragenlijst oudercommissie  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Interview anderen (Mw. Y de Laat, hr Kilinc, mw. Turna)  Notulen oudercommissie (11-09-2013; 13-12-2013; 7-5-2014; 1-10-2014)  Informatiemateriaal voor ouders  Website (www.dadim.nl in klantenportaal)  Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (ontvangen op 2 april 2014)  Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (ontvangen op 2 april 2014)  Klachtenvrijbrieven SKK en klachtenkamer, relatienummer 710, 27-01-2014



Kwaliteit gastouderbureau Inleiding Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van het gastouderbureau, de wijze waarop zij de gastouders begeleidt en de kwaliteit van de opvang bewaakt. Ook gelden er normen voor een adequate en inzichtelijke administratie. Kwaliteitscriteria Uit de steekproef blijkt dat de houder de kwaliteitscriteria voldoende toepast. Er zijn jaarlijkse themabijeenkomsten betreffende: pedagogisch beleid, meldcode kindermishandeling en risico's veiligheid en gezondheid. Alle gastouders worden regionaal uitgenodigd. Indien zij niet kunnen worden ze in Eindhoven uitgenodigd of er wordt een extra huisbezoek gepland. Administratie gastouderbureau Uit de steekproef blijkt dat de houder de administratie inzichtelijk georganiseerd heeft. Op de website bij het kopje "Tarieven"heeft de houder de volgende tekst opgenomen ten aanzien van de uitvoeringskosten: "Dadim Gastouders werkt vanuit de overtuiging dat kwalitatief hoogwaardige en betaalbare kinderopvang voor iedereen beschikbaar moet zijn. Dit vertaalt zich in een zeer scherp tarief per maand dat, in tegenstelling tot collega gastouderbureaus, niet afhankelijk is van het aantal opvanguren. Het bemiddelingstarief is namelijk een vast bedrag per kind per maand en start met 100 euro voor het eerste kind, 50 euro voor het tweede kind en 25 euro voor ieder volgend kind. Deze bedragen zijn de basis en uitgangspositie, kunnen vergoed worden vanuit uw kinderopvangtoeslag, en u weet waar u maandelijks aan toe bent Wat krijgt u voor het geld:  Bemiddeling en registratie van de gastouder (inclusief alle administratieve handelingen)  Twee bezoeken per jaar aan de opvangplek (waaronder een risico-inventarisatie)  Cursusaanbod voor gastouders  Registratie van de gastouder in het Landelijk Register Kinderopvang  Evaluatie van de opvang met de vraagouder en gastouder  Toegang tot het klantgedeelte op www.dadim.nl waar u zaken makkelijk en snel zelf kunt regelen  Regio consultant die altijd in de buurt is en klaar voor u staat als u bijvoorbeeld een vraag heeft.  Tot slot; u kunt altijd terecht op ons hoofdkantoor voor al uw overige vragen." Tijdens de inspectie van 5 november 2014 heeft de houder de betalingsoverzichten van vraag- en gastouders laten zien. Daarnaast heeft de houder via bankafschriften van Stichting Derdengelden en de bankafschriften van Dadim de betalingsstromen inzichtelijk gemaakt. De houder heeft twee verschillende rekeningnummers, namelijk een voor de kassiersfunctie en een voor bemiddelingskosten. De houder heeft hiermee geregeld dat er bij, bijvoorbeeld, een faillissement de gastouders en vraagouders niet de dupe worden. Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder gastouderbureau (ontvangen op 22 september 2014)  Interview houder gastouderbureau (Heer A. Gökçe, houder)  Interview anderen (Mw. Y de Laat, hr Kilinc, mw. Turna)  Website (www.dadim.nl in klantenportaal)  Inhoudsopgave gastouder map  Intakeformulier koppeling  Overzicht oudercommissie  Overzicht personeel  Steekproef 2 dossiers voorafgaande aan inspectie  Steekproef op lokatie 7 dossiers  Vragenlijsten gastouder 15 verstuurd, 5 retour ontvangen en 8 gestopt 12 van 21 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-10-2014


    

Vragenlijst vraagouders 15 verstuurd, 4 retour ontvangen Inzage op locatie op 5 november 2014: betalingsstromen Overzicht gastouders Overzicht bemiddelde kinderen Overzicht verschil bestand Dadim en LRKP



Inspectie-items Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. (art 1.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. (art 1.56 lid 1 en 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeel Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.56b lid 3 en 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Personeelsformatie per gastouder De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1,56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2, 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel. (art 1.51a lid 1 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.51a lid 1 en 4 en art 1.56 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. (art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en art 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)



De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 14 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken (art 1.56 lid 1, 1.56b lid 6 en 1.55 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Administratie gastouderbureau De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s. (art 1.56 en 1.56b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub e Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub f Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen

: Dadim Gastouders BV : http://www.dadim.nl : 000057461392 :

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Dadim Gastouders BV St Josephlaan 53 5642HA EINDHOVEN www.dadim.nl 57461392

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 M. van den Brand

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: EINDHOVEN : Postbus 90150 : 5600RB EINDHOVEN

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

08-10-2014 05-11-2014 21-11-2014 19-11-2014 25-11-2014

: 25-11-2014 : 10-12-2014



Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 17 november 2014 is onderstaande zienswijze per e-mail ontvangen. Aan GGD Brabant-ZuidOost Tav mevrouw Mirjam van den Brand Eindhoven, 14 november 2014 Betreft: zienswijze concept inspectierapport Beste mevrouw van den Brand, Naar aanleiding van het positieve concept inspectierapport betreffende ons gastouderbureau, waar u een regulier onderzoek heeft gedaan op 8 oktober 2014, treft u hieronder onze reactie aan. Wij vonden het prettig te lezen dat u gezien hebt dat wij sinds 2011 een grote kwaliteitsslag hebben gemaakt en op dit moment dan ook voldoen aan alle kwaliteitseisen binnen ieder domein. U heeft geconstateerd dat wij een overzichtelijke werkwijze hanteren en een deugdelijke, inzichtelijke administratie hebben. Ook vonden wij het prettig te lezen dat u van mening bent dat wij op pedagogisch gebied voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen, wat bij ons zeer hoog in het vaandel staat. U heeft gezien dat wij werken met gekwalificeerd en gemotiveerd personeel met als doel onze gastouders te begeleiden en ondersteunen in hun belangrijke rol en taken, waarbij het welzijn van het kind voorop staat. Verder heeft u gezien dat wij uw adviezen en tips positief en opbouwend ontvangen en dat deze door ons op zeer korte termijn worden verwerkt en geïmplementeerd. Wij hebben de inspectie als prettig en positief ervaren en wij zijn akkoord met de inhoud van het concept . Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen en/of opmerkingen hebben, vernemen wij dit graag van u. Met vriendelijke groet, Ahmet Gökçe en Yvonne de Laat Dadim Gastouders



Inspectierapport Dadim Gastouders BV (GOB) St Josephlaan HA EINDHOVEN Registratienummer

Recommend Documents