Innovatief groen in Brabant: ‘Groene daken, groene gevels, groen Brabant’
dr. ing. H. van Bohemen ir. H. Swaagstra
Augustus 2008
Met dank aan de heer M. Bakker, mevr. I van der Linden, mevr. M. Hallingse en de heer G. Verlind voor het leveren van commentaar op het concept alsmede dank aan mevr. T. van de Weyer voor het beschikbaar stellen van gegevens betreffende de gemeente Tilburg.
1
Inhoudsopgave
H.1 Inleiding H.2 Waarom aandacht voor innovatief groen, w.o. groene daken en groene gevels? H.3 Beleving versus realiteit H.4 Wat kan de Provincie doen? H.5 Samenvatting en conclusies
Bijlage 1 Inventarisatie van initiatieven in Brabant Bijlage 2 Enkele voorbeelden van initiatieven in Nederland en buitenland Bijlage 3 Wie zijn de spelers in Brabant (vragers en aanbieders) Bijlage 4 Nadere regels subsidie aanleg van groene daken in Rotterdam Bijlage 5 Milieu investeringsaftrekregeling
2
H.1 Inleiding Toekomstbeeld “De gebouwen en wijken van de toekomst zullen wat de constructie betreft niet sterk afwijken van hetgeen nu gebouwd wordt, maar wel zal op het gebied van groene functies en esthetisch bezien veranderingen gaan opvallen. Meer zonnecellen en zonnecollectoren zullen herkenbaar aanwezig zijn. Je zult veel meer groen zien in onze toekomstige wijken in de vorm van groene daken en groene gevels, faunavoorzieningen en kleinschaliger gebruik van ecologische principes zoals bijvoorbeeld bij het zuiveren van vervuild water. Goed voor de biodiversiteit, goed voor de gezondheid, goed voor de leefbaarheid, goed voor het bergen van water en goed voor de portemonnee. Wijken zullen minder versteend zijn, open bestratingen voor afvoer van water, meer schaduw van bomen tegen extremere temperaturen en veel meer groene daken en gevels voor vogels, insecten, waterberging en een lagere energierekening.” De Provincie Noord-Brabant zet in op innovatief groen. Kort samengevat een slimme samenwerking tussen mensen en natuur ten voordelen van beide. Naast ecoducten, dassentunnels, groene geluidswallen, levende machines, insectenhotels zijn groene daken en groene gevels daar belangrijke voorbeelden van. Groene daken en groene gevels komen meer en meer in de belangstelling. Ze zijn mooi en leveren een positieve bijdrage aan ons comfort en onze gezondheid. Ze worden al decennialang in de ons omringende landen veelvuldig toegepast en zeer locaal in Nederland. Zowel voor groene daken als groene gevels geldt dat de bouwtechniek volgroeid is zodat eventuele nadelige effecten grotendeels voorkomen kunnen worden. Het rapport Deze rapportage geeft een overzicht van toegepaste maatregelen in de provincie NoordBrabant en geeft aan op welke wijze negatieve effecten in de stedelijke omgeving, in het algemeen civieltechnische werken, te voorkomen, te beperken, te verzachten, dan wel in positieve zin omgebogen kunnen worden. Het gaat om aandacht vragen voor de betekenis van ecologische principes die bij het plannen, ontwerpen en realiseren van gebouwen een rol kunnen spelen, alsmede toepassing stimuleren van ecosysteem diensten te samen met technische oplossingen. In deze notitie ligt het accent op het belang om groene daken en groene gevels onderdeel te laten zijn van een integrale ecologische stedelijke groenstructuur (w.o. parken, stadsrandgebieden, lanen, kleine landschapselementen, e.d.). Het is echter van groot belang om groene daken en groene gevels in een breder kader van innovatief groen of ecological engineering te plaatsen waarmee de Provincie Noord-Brabant zich kan onderscheiden. Het gaat om integrale benaderingen en uit de studie blijkt dat er nog veel winst op dit gebied te halen valt wanneer de provincie daarvoor beleid maakt en anderen stimuleert tot het toepassen van slimme groene oplossingen.
3
H.2 Waarom aandacht voor innovatief groen, w.o. groene daken en groene gevels? Het kader: ecological engineering ofwel ‘ innovatief groen’ Door de vergrote aandacht voor ecologische effecten van menselijk handelen op het ons omringde milieu is er meer aandacht gekomen voor integrale oplossingen. Ecological engineering, ofwel natuurtechniek in brede zin, kan een bijdrage leveren aan een integrale oplossingen. In het bestuursakkoord ‘Vertrouwen in Brabant’ is hiervoor de inspirerende term ‘innovatief groen’ gekozen. Wat is ecological engineerig, ofwel ‘innovatief groen’? Bij ecological engineering gaat het om het integreren van menselijke activiteiten met de natuurlijke omgeving, zodat beide daar voordeel van hebben het ontwerpen. Het herstellen en ontwikkelen van duurzame ecosystemen centraal staat centraal, echter worden gekoppeld aan menselijke functies. Natuurtechnieken worden toegepast in de woningbouw, wegenbouw, geluidwering, waterzuivering en het reinigen van vervuilde bodems. De natuurfunctie wordt gekoppeld aan bijvoorbeeld de woonfunctie (groene daken en groene gevels), de werkfunctie (planten in kantoorruimten), de luchtzuiveringsfunctie (groene daken en muren), de waterzuiveringsfunctie (natuurvriendelijke oevers, helofytenfiltersystemen, levende machines), waterberging en bodembescherming (planten en bacteriën in wegbermen die vervuilde stoffen opruimen).
Ecological engineering is interdisciplinair: hoe meer disciplines bij elkaar, hoe beter. Behoud en ontwikkeling van biodiversiteit staan daarbij centraal. Hoe richt je de omgeving in? Hoe ga je om met parken? Hoe reguleer je verkeer in kwetsbare situaties en pas je de beplanting zodanig toe dat luchtvervuilende stoffen (zoals fijnstof) zoveel mogelijk worden opgevangen? Cyclisch denken en handelen, het denken en handelen in kringlopen, waarbij hergebruik van goederen, componenten en materialen (cradle to cradle) zo efficiënt mogelijk wordt gerealiseerd is een belangrijk thema van ecological engineering. De voordelen van Groene daken en Groene gevels Het toepassen van groene daken en groene wanden is een goed voorbeeld waarbij functiekoppeling mogelijk is. Voordelen zijn: - energiebesparing door betere isolatie, waardoor verkoeling in de zomer; - minder water op het oppervlakte water of in de riolering, omdat 50-70 % van het hemelwater dat op het dak valt door de planten wordt gebruikt en wordt verdampt en piekafvoer van regenbuien vertraagd wordt; - beschermen van dakbedekkingen tegen UV-licht en vorst; - een begroeid dak biedt voor veel planten en kleinere dieren geschikte habitats; het draagt bij aan de vesterking van biodiversiteit in de bebouwde omgeving; - luchtzuiverende werking (opvang van fijnstof); - verbetering van het microklimaat en het verminderen van het zogenaamde ’warmte eiland’ effect in urbane gebieden. Bij een groen dak of groene gevel is er sprake van esthetische kwaliteit, verhoging van de leefomgevingskwaliteit en ecologische kwaliteit. Zij kunnen belangrijke habitats en stepping stones voor inheemse planten en dieren vormen en onderdeel worden van de ecologische structuur van de stad en omgeving. In Groot-Brittannië zijn er al vogelsoorten die vanwege
4
de uitbreiding van het vossenbestand bij voorkeur op groene daken nestelen. Voor kansen voor biodiversiteit zijn groene daken en gevels nog een onontgonnen terrein. Een extra functionele waarde is de extra ruimte (bruikbaar buitengebied), zoals daktuin, terras, vijvers op het dak, kantoor-uitloop etc. Elke invulling is dan mogelijk: zo is in Hoofddorp een schoolplein op het dak gemaakt, maar je kunt ook denken aan een golfbaan (meestal blijft dat bij een putting green) of een horecafunctie. Meervoudig ruimtegebruik dus. In die zin heeft een groen dak ook economische waarde. Aangezien grond tegenwoordig kostbaar is (zowel in beschikbaarheid als in prijs) kan stapeling van functies economisch zeer interessant zijn. Soorten groene daken Er zijn twee soorten groene daken te onderscheiden: Intensieve groene daken: Tuinen, parkjes, kantoordakterassen, speelvelden, volkstuinen, vijvers Extensieve groene daken: Sedum-matten, overgroeide daken met klimplanten, gras- en kruidendaken met meer of minder substraat
Ook het op grotere schaal toepassen van gevelbegroening draagt bij aan een duurzame, gezonde en mooie leefomgeving. Er zijn vele mogelijkheden van gevelbegroening van het gebruik van zelfhechtende klimplanten tot en met ‘verticale tuinen’.
Groene gevels
Groene daken
Wat zijn groene gevels? Bij het begroenen van gevels gaat het veelal om planten die verticale oppervlakten bedekken dan wel galerijen uit het zicht kunnen onttrekken. Het gaat om planten die wortelen in de bodem of in de grond van aangebrachte plantenbakken. De planten zijn vaak zelfhechtende klimplanten (klimop, wilde wingerd), planten die m.b.v. klimhulpconstructies (houten latwerk of draden) worden geleid (slingerplanten, rankvormige soorten of steunklimmers). Begroeide gevels hebben dezelfde voordelen (positieve invloed op biodiversiteit, geluidsdemping, luchtzuiverende werking, klimaatregulatie, e.d.) als begroeide daken. Ook bij groene muren, zoals bij groene daken, zijn verschillende ontwerpen en uitvoeringsvormen mogelijk.
5
H.3 Beleving en realiteit Zowel voor groene daken als groene gevels geldt dat de bouwtechniek volgroeid is zodat eventuele nadelige effecten grotendeels voorkomen kunnen worden. Toch gelden er nog een aantal mythes. Deze zullen we bespreken in dit hoofdstuk. Past een groen dak in het stedenbouwkundige beeld? Stedenbouwkundige uitgangspunten voor een straat, wijk of dorp worden geformuleerd vanuit een gewenst beeld: landelijk of stedelijk, open of dicht bebouwd, wonen en/of werken, hoog en/of laag, etc. Aan deze beelden is gewoonlijk een referentie gekoppeld, plaatjes van andere plekken met eenzelfde sfeer. Op deze plaatjes staat zelden een groen dak, want die zijn er in ons blikveld niet zo veel. Vanuit de cultuurhistorie is de plaggenhut het enige voorbeeld, en daar willen we niet aan herinnerd worden. We hebben het dus over nieuwe beelden. Bij plannen aan de rand van steden worden wel eens nieuwe creatieve oplossingen gezocht, in dorpen en binnensteden ligt dat gevoeliger. De meeste potentiële bewoners in Brabant hebben zoals overal een klassiek referentiekader, het straatbeeld zoals ze dat kennen, met de huizen zoals ze die kennen. Het zijn vaak de ontwerpers van buiten die beelden van buiten voorstellen. Dat wil niet zeggen dat er alleen maar gebouwd moet worden in bekende vormen, en ook niet dat bouwvormen met een klassiek materiaalgebruik allemaal goed zijn. Bij doorvragen zijn het vooral de stedenbouwkundige massa en setting die bepalen of iets in de context passend is, en komt het materiaalgebruik op de tweede plaats. Beeldvorming, woontrots en bedrijfsimago Esthetische kwaliteit wordt veelal niet door de eigenaar beleefd, maar door omwonenden die niet bijdragen in de kosten. Maar, daarentegen kan een voor iedereen zichtbaar groen dak ook gebruikt worden om een eigenschap van de eigenaar te tonen. De overheid kan met een begroend gebouw tonen dat ze het milieu een warm hart toedraagt, een woning met een groen dak toont de bevlogenheid van de eigenaar, een school, een ziekenhuis, een kantoorgebouw, alle zijn beelddrager van een manier van denken, van een bewuste instelling met zorg voor de wereld om ons heen en voor de gezondheid van de gebruikers. En een heleboel daken zien we ook nooit: te hoog en te plat, maar het kan vanuit het vertragen en verminderen van regenwaterafvoer toch zinvol zijn te bezien of begroening mogelijk is. Angst voor lekkages Er bestaat soms angst voor lekkages, dat overigens ook bij conventionele daken speelt. Door juiste materiaalkeuze en indien nodig aangepaste constructie zijn lekkages te voorkomen en indien nodig snel op te sporen. Eventuele lekkages zijn bij een afgedekt dak soms lastig traceerbaar en zoeken naar het lek haalt de daktuin overhoop. Hoewel de kans daarop met de huidige dakdekkerstechniek en -materialen zeer gering is zijn er ook goed hanteerbare lekdetectie systemen op de markt. Is mijn dakconstructie wel zwaar genoeg? Dit is een belangrijke vraag die beantwoord moet worden voordat een groen dak wordt aangelegd. In constructieve zin zijn vrijwel alle daken geschikt om er een lichte variant van dakbegroening op te zetten. Als er nu grind op ligt kan het in ieder geval, want
6
sedumbeplanting is lichter dan grind. Daken die echt op minimale belasting berekend zijn, zoals veel bedrijfshallen, kunnen in het midden niet extra belast worden, maar aan de randen wellicht wel. Bij alle aanpassingen is een check door een constructeur zinvol en bij grotere gebouwen noodzakelijk, want het is volgens de bouwregelgeving een wijziging in belastingaannames. Bij de beoordeling van de mogelijkheden is de gewichtsbepaling essentieel. De huidige beschikbare technische handleidingen geven hierover voldoende informatie; het gaat om het nagaan of er extra verzwaringen nodig zijn. Alleen gras/kruiden met een substraatdikte van 7-10 cm of sedum-matten zijn in principe toepasbaar op platte daken zonder extra verzwaringen van de constructie. Is mijn dak niet te steil voor een groen dak? Niet alle daken zijn geschikt om groen te maken. Schuine daken, steiler dan 45 o, bijvoorbeeld niet, en ook daken in een historische context zien we het liefst met pannen of leien bedekt. Steiler dan 45o is alleen verantwoord met een watergeefsysteem. Waar bij platte daken er een minimale mate van afschot moet zijn om regenwater bij de regenpijp te krijgen, werkt bij hellende daken contraproductief. Bij daken boven 15 o moeten extra maatregelen genomen worden om het water niet te snel af te laten vloeien, en bij nog steilere daken moeten maatregelen genomen worden om het hele pakket op zijn plaats te houden. Dit gebeurt met horizontale latten of schotjes en met gaas, kortom met profilering en verankering. Hoe steiler het dak, hoe meer droogteminnende beplanting toegepast moet worden. Hoe zit het met onderhoud? Net zo goed als elk dak van tijd tot tijd gecontroleerd moet worden op technische kwaliteit geldt dit ook voor een groendak. Een goed uitgevoerd dak krijgt dezelfde garanties mee als elk ander dak. Toch zijn er een paar kanttekeningen. Beplanting verdient verzorging. In ieder geval moet de beplanting jaarlijks nagelopen worden: diep wortelende zaailingen moeten verwijderd worden, want die kunnen bij doorgroei de dakhuid mogelijk beschadigen, en dode planten zouden vervangen moeten worden. Het dak is gebaat bij vitale planten met een goede doorworteling. Maar dat geldt in een tuin op maaiveld ook. Ook de afvoer van het regenwater moet goed blijven functioneren. Op een drijvend groen dak zit niemand te wachten. Wat kosten groene daken? Aanlegkosten en levensduur De aanleg van groene daken is ongeveer twee keer zo duur als een bitumen- of kunststofdak. Daarentegen is de levensduur van een groen dak ook minimaal twee keer zo lang als een bitumendak (40-60 jaar versus 15-20 jaar). Extreme temperatuurverschillen en UV-straling kunnen hun verouderingsinvloed niet meer uitoefenen. Gemiddeld kost een dakbedekking € 15, - per m2. De extra kosten bedragen voor een extensief groendak ca. € 20,-/25,- – € 65,-/70,- per m21 (met een dakhelling van 0-4 graden),
1
De prijs is afhankelijk van de te kiezen dikte en soort van het substraat en de soort vegetatie (mossedum, mos-sedum-kruiden, gras-kruden) en de totale oppervlakte (hoe meer m2, hoe lager de prijs).
7
Wanneer een intensief groen dak, zoals een daktuin, wordt toegepast zijn de kosten hoger, maar biedt danook extra verblijfs- en recreatiemogelijkheden. Onderhoudskosten De onderhoudskosten van een extensief groendak hangen sterk af van het type groendak, de methode waarop de vegetatielaag is aangebracht en het gewenste eindresultaat. Bij een extensief groen dak kan na aanslaan van de begroeiing worden volstaan met een zeer beperkt jaarlijks onderhoud. Bij gebruik van een dikkere substraatlaag met een combinatie van vetplanten, kruidachtigen en grassen is meer onderhoud nodig. Verborgen winsten - Beter binnenklimaat Als warmte-isolatie in de winter levert het niet zoveel op: als het grondpakket doorweekt is en het is koud, is de warmteweerstand in de winter laag. De winst zit vooral in de zomer: doordat de dakhuid niet rechtstreeks bestraald wordt blijft die koel en zonder temperatuurschommelingen (op een zonnig dak kan de temperatuur makkelijk tot boven de 50oC oplopen) en kan geen warmte naar binnen doorgegeven worden. Een betere woon- en werktemperatuur dus en verminderde koellasten. Voor groene gevels geldt dit ook. Het hangt van de oriëntatie, de gebruikte materialen en bouwwijze van een gebouw af hoeveel geld dit oplevert. - Waterbufferend vermogen Volgens de uitgave van de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) en Plant Publicity Holland (PPH) “Groen boven alles” (uitgave van Triple E) is de grootste maatschappelijke waarde van een groen dak het waterbufferend vermogen. De dakbedekking werkt als spons: vollopend bij zware regenval en langzaam weer leegsijpelend zorgt het dak er voor dat rioleringssystemen niet meer op die enorme piekbelastingen bij noodweer berekend hoeven te worden. Voor de gebouweigenaar scheelt het al in de dimensionering van zijn buitenriolering, maar voor de overheid als riooleigenaar scheelt het nog veel meer. In bovengenoemde uitgave wordt de maatschappelijke waarde van het waterbergend vermogen van een extensief groen dak gesteld op € 8,10 per m2 en van een intensief dak op € 14,25 per m2, hetgeen maatschappelijke terugverdientijden van de meerprijs van een groen dak oplevert van 3,1 tot 7,4 jaar (bij complexe dure daken hoger). Samenvattend: Met name onbekendheid vormt een belangrijke belemmering. De huidige bouwtechniek is volgroeid, zodat eventuele nadelige effecten grotendeels voorkomen kunnen worden. Wanneer alleen naar de aanleg- en beheerkosten wordt gekeken is het financieel voordeel van groene daken pas op termijn merkbaar. Aanlegkosten zijn ca. tweemaal zo hoog als een bitumen dak, maar wanneer over een totale levenscyclus (incl. beheer) van 40-60 jaar wordt gekeken zijn extensieve groene daken per m2 tweemaal zo goedkoop. Overigens zijn de beheerkosten sterk afhankelijk van het type groendak.
8
H.4 Wat kan de Provincie Noord-Brabant doen? Vergroeningspotentie van een wijk of plangebied. Een dorp is geen stad, een binnenstad is geen buitenwijk, een woonbuurt is geen bedrijventerrein. Plaatselijk zijn er grote verschillen in dichtheid van bebouwing en kansen op vergroening. Er zijn gebieden waar de overheid de volledige regie heeft, maar ook locaties in beheer bij particulieren of ondernemingen. Niet elk gebied heeft dezelfde mogelijkheden of kansen.
Flatwijk Middelhoogbouw Laagbouw in middelhoge dichtheid Laagbouw in lage dichtheid Compacte buurten in het groen Villawijk Historisch stadscentrum Modern stads(winkel)centrum Kantorencentrum city Traditioneel bedrijventerrein Kantoren in groene setting Transport/distributieterrein
Niet-uitgeefbaar Verhard Onverhard 45% 25% 30% 10%
Uitgeefbaar Bebouwd 25% 40%
Onbebouwd 5% 20%
25%
25%
25%
25%
20%
20%
30%
30%
25%
35%
20%
20%
15% 30%
10% 10%
15% 45%
60% 15%
40%
5%
45%
10%
35%
5%
55%
5%
40%
5%
45%
10%
15% 35%
25% 10%
25% 30%
35% 35%
Bron: Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw, SEV/Novem
De bovenstaande tabel geeft inzicht in de variatie aan verhard en onverhard alsmede bebouwd en onbebouwd oppervlak bij verschillende bebouwingstypen. De percentages in de kolom ‘uitgeefbaar bebouwd’ gebied geven een indicatie van de begroeningspotentie. In een modern stads(winkel)centrum is bijvoorbeeld 45% in principe (mits platte daken) te vergroenen. De begroeningspotentie van een gebied hangt dus sterk samen met de functie en de beheerssituatie. Uit de publicatie Markt voor platte daken in Nederland (2007) blijkt dat de totale voorraad m2 platte daken in Nederland 35.000.000 bedraagt. Voor de woningbouw en utiliteitsbouw en renovatie geven de onderstaande gegevens een goed inzicht. markt Woningbouw Utiliteit en renovatie
Potentieel totaal 3.300.000 m2 16.000.000 m2
Potentieel voor groen 1.000.000 m2 10.000.000 m2
Gerealiseerd in groen 20.000 m2 70.000 m2
Noord Brabant potentieel 50.000 m2 850.000 m2
Noord Brabant gerealiseerd 2.000 m2 8.000 m2
Bron: Markt voor platte daken in Nederland, 2007.
9
Wat kan de Provincie doen? In bijlage 1 en 2 zijn concrete overzichten opgenomen van gerealiseerde en voorgestelde plannen voor groene daken in de provincie Noord-Brabant en enkele initiatieven in Nederland resp. in het buitenland. De Provincie Noord-Brabant kan op het gebied van innovatief groen een nog belangrijkere initiërende en uitvoerende rol vervullen. De hierna volgende opsomming dient ter nadere gedachtevorming ten aanzien van prioriteiten op dit terrein. *A. Kennisdeling - Kennispunt stimuleren en coördineren. De Stichting Viba Expo (SVE) met haar permanente duurzaam bouwen tentoonstelling in het voormalige Gruyter complex in Den Bosch kan hier voor Brabant een sleutelrol in spelen. Van belang is de vele van kennis en ervaring te bundelen en op een eenvoudige manier ter beschikking te stellen. Een en ander in samenwerking met deskundigen uit andere delen van het land. Een fysiek kennispunt en een virtueel kennispunt die samen vele mogelijkheden bieden voor kennisoverdracht. Als voorbeeld kan de website koudewarmteopslag KWO-Brabant dienen. Bestaande initiatieven hogeschool Larenstein en Fontys versterken. o Studiedagen organiseren en stimuleren (voorbeeld 4 november 2008 hogeschool Larenstein over innovatief groen; de provincie is mede initiatiefnemer en steunt deze dag. Het benutten van de faciliteiten en mogelijkheden van de SVE moet ook tot de mogelijkheden behoren). o Modellenboek met inspirerende voorbeelden laten maken. o Brochure vanuit verschillende gezichtspunten (vanuit bestuurders, aanbieders, vragers) laten samenstellen. - Voordracht voor Culturele hoofdstad in 2013 of 2014. Het Europees Parlement kiest elk jaar een culturele hoofdstad van Europa. De resultaten van innovatief groen zou als onderdeel van een brede culturele stroming voor een stad in Brabant een prima uitstraling geven en samenwerking met andere steden kunnen bevorderen. - In overleg treden met Universiteit Eindhoven, faculteit bouwkunde voor aandacht / studie voor innovatief groen in de stedelijke omgeving. studenten van verschillende universiteiten en hogescholen inventarisaties en monitoring laten verrichten dan wel ontwerpbijdragen te leveren. - Houden van serie voordrachten bij geïnteresseerde gemeenten / raadsleden voor regio’s. - Groendiensten betrekken bij kennisontwikkeling. - Stimuleren van naast grootschalige institutionele toepassingen van kleinschalige toepassingen (beschikbaarheid bij tuincentra van zelfbouwpakketten van groene daken bijvoorbeeld voor carports en schuurtjes, alsmede voor meer natuurlijke erf afscheidingen). - Gratis advies en ontwerprichtlijnen beschikbaar stellen. B. Samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstellingen etc - Denk- en doetank voor twee jaar oprichten met vertegenwoordigers uit verschillende belangengroepen (vertegenwoordigers van woningbouwverenigingen, architecten
10
met en zonder groene vingers, projectontwikkelaars, groendakspecialisten, stads- en landschapsecologen en constructeurs). Deze ‘tank’ adviseert gevraagd en ongevraagd partijen over innovatief groen. Bijvoorbeeld bij de bouw van een ziekenhuis wordt men geattendeerd op de mogelijkheden. Dit idee zou gekoppeld moeten worden aan het kennispunt. C. Slimme financiering Financiële impuls. De provincie zou kunnen zorgen voor een oplossing voor de hogere aanvangsinvestering en het niet kunnen doorberekenen van de hogere investering door de bouwende of verhurende partij. - in overleg met financiële instellingen zoals Rabo bank, de belastingdienst, het rijk, etc., zodat er financiële productontwikkeling wordt gestimuleerd waarin de verschillende mogelijkheden worden ondergebracht en op elkaar worden afgestemd zoals: Subsidiëring. Wanneer gekeken wordt naar de terugverdientijden, die relatief kort zijn, zou in eerste instantie niet aan een subsidieregeling behoeven te worden gedacht. Maar gezien de maatschappelijke baten kan een financiële regeling toch een te beargumenteren stimuleringsmaatregel zijn. Vaak worden namelijk een deel van de voordelen door anderen genoten terwijl zij financieel niet bijdragen (uitzicht, beleving, bijdrage ecologische structuur in de wijk, minder belasting van de riolering door verminderde afstroming). Korting van de rioolheffing dan wel waterschapslasten. Aanbieden van groene hypotheken. Investeringsaftrek voor groene daken (zie bijlage 5). Bij aanleg van groene daken zou het lage BTW tarief gehanteerd moeten kunnen worden. D. Inzet in proeftuinen nieuwbouwwijk/herstructureringswijk Bij proeftuinen nieuwbouwwijk/herstructureringswijk liggen vele mogelijkheden om innovatief groen toe te passen. E. Voorkeur voor landmarks (bijvoorbeeld scholen). Het lopende project Frisse scholen van de provincie richt zich op het duurzaam ontwikkelen van nieuwbouwscholen en renoveren van bestaande gebouwen. In samenwerking met gemeenten, scholen, Astmafonds en GGD. Een gezond binnenklimaat, juiste verlichting, energiebesparing, inzet innovatief groen (groen dak, groene gevel, ecologische schooltuin, schoolwerktuin en levende machines) en ‘verduurzamen’ van lesprogramma. De betrokken scholen vervullen een voorbeeldfunctie voor alle basisscholen in Brabant. Zet bij deze scholen in op innovatief groen als landmark. F. Gezamenlijke ambitie grote steden / gemeenten - B5 / M7 steden gezamenlijke ambitie/ aanpak: convenant afsluiten waarin bijvoorbeeld concrete ambities in worden afgesproken: 50 ha groen dak in 2010. Voor gemeenten zijn groene daken en gevels een goede manier om invulling te geven aan de Countdown doelstelling over biodiversiteit.
11
- Gemeente Oss wil aan de slag (nieuw gemeentehuis, nme, projectontwikkelaars in Herpenduin). - Gemeente Roosendaal: voorstel in MOLO B voor gezamenlijke ambitie. - Gemeente Heusden positief in MOLO-B; voorts concrete innovatief groen ambities voor nieuwbouwwijk Geerpark geformuleerd. - Gemeente Breda ook: kans om richting project onwikkelaars afspraken te maken. - Gemeente Tilburg: in 2009 groen dak op deel van stadskantoor 1 en gestart met een onderzoek naar stimuleringsmogelijkheden van levend groen op daken in Tilburg. Raad en college moeten nog overtuigd worden van belang. - Stimuleren, bijvoorbeeld via het IPO, dat er een wettelijke regeling komt die het aantal m2 groen vastlegt. Bij nieuwbouw of renovatie zou dan ook een verplichting opgenomen kunnen worden om een bepaald percentage van de daken te voorzien van een begroeiing. - Opnemen van de betekenis van groene daken en groene gevels in groenstructuurplannen van provincie en gemeenten. De provincie kan in haar aanbestedingsbeleid een voorbeeldfunctie vervullen: - Afspraken maken in de vorm van convenanten dat bij overheidsgebouwen, woonwijken en op industrieterreinen een bepaalde hoeveelheid m2 groendak wordt aangelegd. De provincie heeft in het kader van haar biodiversiteitsdoelstelling (Countdown 2010) met 8 bedrijventerreinen al gesprekken lopen voor vergroening. - Samenwerken met andere overheden zoals waterschappen, Brabant water. Bij de eigen gebouwen van de provincie zou echte ambitie getoond moeten kunnen worden.
12
H.5 Samenvatting en conclusie Concluderend blijkt uit de bovenstaande rapportage dat bij de overweging om een groen dak of groene gevel wel of niet aan te leggen de volgende aspecten een belangrijke rol spelen – hierbij moet worden opgemerkt dat vaak geredeneerd wordt vanuit een negatieve argumentie - : De relatief hogere aanlegkosten van een groen dak ten opzichte van een bitumendak. Hierbij moet echter betrokken worden de verhoogde levensduur van de dakbedekking, de relatief lagere onderhoudskosten van een groen dak en de ‘verborgen winsten’. Vooral als over langere termijn wordt gerekend. De voordelen van een groen dak zijn vele, maar worden veelal door andere personen genoten dan de persoon die de kosten draagt. Het gaat om minder waterafvoer naar het riool, verhoging van de biodiversiteit, belevingskwaliteit en vermindering van het energie gebruik, door de isolerende werking vooral in de zomer. De angst voor lekkages die overigens ook bij een regulier dak speelt. Wanneer de aanleg zorgvuldig gebeurt, de juiste materialen worden gebruikt en er verantwoord beheer plaatsvindt kan in principe een lange probleemloze gebruiksduur gegarandeerd worden. Ontbreken van regelgeving. In Duitsland en plaatselijk in Nederland wordt in bepaalde situaties bij verdichting van de bebouwing het aantal m2 compensatiegroen voorgeschreven. Ontbreken van (financiële) stimuleringsregelingen. Het is van groot belang om de voordelen van een groene huid (groene daken en groene gevels) van gebouwen in het grote geheel van duurzame stedelijke ontwikkeling te bezien. Het gaat erom om locale, kleinschalige initiatieven op te schalen en te combineren met ontharden van verharde oppervlakten om regenwater op een duurzamere manier af te voeren, en ecologische zuivering van afvalwater te bevorderen (levende machines), bieden van voldoende habitats en verbindingen daartussen voor planten en dieren, natuurvriendelijke erf afscheidingen te bevorderen, natuurspeelplaatsen in te richten en ecologische school/werktuinen te realiseren. Niet alleen moet worden gekeken naar technische aspecten, het is ook van belang om de positieve psychologische aspecten en bron voor inspiratie niet te onderschatten. Het gaat erom steeds verbindingen te leggen tussen vermindering van energiegebruik en watergebruik, vermindering van afvalstoffen en vervuiling, het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en rekening te houden met de kwaliteiten van de genius locus, de plaats waar ingegrepen gaat worden als uitgangspunt te kiezen. De kansen en mogelijkheden die de vele vormen van innovatief groen bieden voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving zijn vele en vragen erom grootschaliger toegepast te worden. Cradle to cradle Binnen het hele verhaal van duurzaam bouwen, duurzame stedenbouwkundige inrichting, waterbeheer, klimaatbestendig bouwen, ecologie en biodiversiteit, tot en met de uitgangspunten van vermindering van materiaalgebruik o.m. door toepassing van het principe van cradle to cradle hebben groene daken en groene gevels een duidelijke, niet te
13
onderschatten functie. De voorwaarde is wel dat ze niet dienen als lekker sausje op een oneetbaar gerecht. Een slecht gebouw wordt niet opeens een goed gebouw als het dat groen wordt. Integraal denken en handelen is de enige duurzame manier. Met name wanneer de principes van innovatief groen onderdeel van beleid gaan vormen, niet alleen voor stedelijke gebieden, maar vooral ook op andere beleidsvelden als bedrijventerreinen, industrie, waterzuivering, verkeer en vervoer en weginfrastructuur en onderwijs) is er nog veel winst op het gebied van duurzame ontwikkeling te bereiken. De Provincie Noord-Brabant kan hierbij een belangrijke initiërende en uitvoerende rol vervullen.
14
Bijlage 1 Inventarisatie van initiatieven in Noord-Brabant Uit het onderstaande overzicht blijkt dat er veel losse initiatieven zijn, maar geen regelingen/structureel beleid wordt gevoerd. Dat laatste is essentieel willen de voordelen van innovatief groen, w.o. groene daken en groene gevels integraal benut worden. Voorbeelden van in Noord-Brabant gerealiseerde groene daken (in willekeurige volgorde en niet volledig): Tilburg: Natuurmuseum Zorgcentrum ‘het Laar’ (Gen. Winkelmanstraat) Holland Carre (Hart van Brabantlaan) Taludwoningen langs Baronielaan (Texelstroom) Reeshof (Ommenstraat, Oosterbeekstraat, Melickstraat, langs Dongewijkse dreef) Westpoint (hoek Ringbaar West en Hart van Brabant). Onder-Land-woningen 420 m2, hedera, 1996 Gepland in Tilburg: Bestuursvleugel van Stadskantoor 1 Kantine van Tilburgse Sportvereniging GUDOK Structuurplan Noordoost Tilburg met minimaal 10 % nieuwe bebouwing te voorzien van groene daken. Gepland in Heusden: Proeftuin Duurzame nieuwbouwwijk Geerpark: hoge ambitie gevelbegroeiing en vegetatiedaken, tevens afkoppeling van verharde oppervlakten. Gepland in Waalwijk: Duurzame school in het kader van het project Frisse scholen van de Provincie Oss:
Vegetatiedak bij Brabants/Gelderse Kabelmaatschappij
Gepland in Oss: Gedeelte uitbreiding nieuw gemeentehuis, sedumdak Uitbreiding kantine/kleedlokaal van een sportvereniging Mogelijk bij vervanging nieuwbouw kantoren op de gemeentelijke compostering Inbreidingslocatie in Berghem: bezien van mogelijkheid van daktuin Asten: Dak van een bedrijf op bedrijventerrein Nobisweg Op Beiaard- en Natuurmuseum Gepland in Boxmeer Klein deel van dak van nieuw te bouwen gemeentehuis,
15
Geldrop-Mierlo Op fietsenstalling bij gemeentehuis in Mierlo, sedumdak Eindhoven: ziekenhuis Eindhoven TU Eindhoven Gepland in Den Bosch: Bastionder, toegangspoort groene woud. Bedrijventerrein De Brand (mogelijk) Fietstenstalling Provinciehuis Voorts: uitgang parkeergarage Etten-Leur Chasseveld Breda Heusden (parkeergarage) Almkerk (bioscoop) Werkendam (scholencluster) diverse milieueducatiecentra in Noord-Brabant diverse gemeentewerven/fietsenstalling Bladel De Kleine Aarde te Boxtel, 900 m2 mos-sedum dak. Vakantiebungalows te Herperduin, 4200 m2 (150 m2/per bungalow), sedumdak, 1996/97 Woonproject Maaspoort te Den Bosch, meer dan 1000 m2, gras, 1987/88 Verspreid door Noord-Brabant: particuliere woningen
16
Bijlage 2 Enkele voorbeelden van initiatieven in Nederland en het buitenland: Nederland: Rotterdam wil groene daken bevorderen vooral i.v.m. de problemen van het opvangen, bufferen en geleidelijk afvoeren van regenwater in gebieden met een hoge bebouwingsdichtheid. Op 8 juli 2008 werd een subsidieregeling van kracht in de gemeente Rotterdam (zie bijlage 6). Amsterdam stimuleert eveneens groene daken. Zij heeft een handleiding uitgegeven en bij een aantal nieuwbouwprojecten worden groene daken voorgeschreven i.v.m. de waterproblematiek. In Amsterdam is ca. 100.000 m2 groendak aanwezig. Buitenland: In het buitenland is al veel langer ervaringen met de aanleg van groene daken en er zijn ook veel oppervlakte gegevens beschikbaar: Chicago 270.000 m2 Ford-gebouw in Michigan 40.860 m2 Basel 85.000 m2 Stuttgart 160.000 m2 Munster 12.000 m2 Antwerpen kent een subsidieregeling per m2 aangelegd groen dak (30 Euro/m2) Gent kent eveneens een subsidieregeling per m2 aangelegd groen dak (31 Euro/m2)
17
Bijlage 3 Wie zijn de spelers in Brabant (vragers en aanbieders) Spelers die een rol spelen bij beleid, ontwerp en realisatie van groene daken en groene gevels: 1. Als (potentiële) vragers: Rijk Provincie Gemeenten Projectontwikkelaars Woningbouwcorporaties Waterschappen Particuliere en zakelijke (bedrijven) opdrachtgevers 2. Ondersteuners Stedenbouwkundigen Ontwerpers Constructeurs Architecten Landschapsarchitecten Ecologen Milieudeskundigen 3. Aanbieders Aannemers Dakbedekkersspecialisten Leveranciers groendaksystemen Hoveniers Tuincentra De provincie heeft een uitgebreid netwerk van personen en instanties. Het is gewenst om die via het kenniscentrum meer zichtbaar te maken, zodat iedereen snel de weg naar innovatieve vormen van groen kan vinden.
18
Bijlage 4 Nadere regels subsidie aanleg groene daken in Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van de directeur van Gemeentewerken Rotterdam van 8 juli 2008, GW, nr. 08/32; overwegende dat het ter uitvoering van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 gewenst is nadere regels te stellen inzake het verlenen van subsidies voor de aanleg van groene daken; gelet op artikel 4, eerste lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2005; Besluit vast te stellen: Nadere regels subsidie aanleg groene daken Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze nadere regels wordt verstaan onder: a. beleidsdoel: de aanleg van groene daken, met als doel een bijdrage leveren aan het voorkomen van wateroverlast in het bebouwde gebied, het reduceren van CO2 door energie besparing, het binden van fijnstof, het terugdringen van geluidshinder, het tegengaan van de opwarming van de stad (heat-island effect) en het verhogen van de biodiversiteit; b. groendak: onder een groendak wordt verstaan een begroeid dak minstens bestaand uit een wortelwerende-, een drainage-, een substraat en een vegetatielaag; c. extensief groendak: groendak waarvan de begroeiingen zich grotendeels zelf in stand houden en verder ontwikkelen en beperkt is tot mossen, vetplanten, kruiden en grassen. Het gewicht van deze daken is relatief gering, 20 tot 200 kg/m², waardoor ze vaak geen aangepaste dakconstructie vergen en ook op bestaande gebouwen aangebracht kunnen worden; d. intensief groendak: Intensieve groene daken zijn – in de meest uitgebreide vorm – vergelijkbaar met wat tuinen op de grond zijn. De begroeiing bestaat meestal voor een groot deel uit grassen met daarnaast ook kruiden, struiken en eventueel bomen. Naast een begroeiing kunnen ook andere elementen zoals paden, terrassen en eventueel zelfs een vijver aanwezig zijn. Zowel qua uitzicht, gebruik als onderhoud zijn deze groene daken min of meer vergelijkbaar met gewone tuinen. Een dergelijk dak weegt al gauw 300 tot zelfs meer dan 1500 kg/m² en vergt een aangepaste dragende constructie; e. voorzieningen: onderdelen die bestemd zijn voor de aanleg en instandhouding van het begroeide deel van het groene dak, ten minste bestaande uit de onderdelen zoals benoemd onder lid b; f. eigenaar van een pand: onder eigenaar wordt mede verstaan:
19
degene die het recht van erfpacht heeft en de houder van het recht van opstal; g. college: college van burgemeester en wethouders; h. sociale verhuurder: toegelaten instelling krachtens artikel 70 van de Woningwet of bedrijf of tak van dienst als bedoeld in artikel 196 van de Gemeentewet; i. kosten van de voorzieningen: de door het college goedgekeurde geraamde kosten voor de aanleg van een groendak; 2. Onder de kosten van de voorzieningen worden begrepen: de kosten die worden gemaakt ter zake van: a. de aanneemsom; b. de ontwerpkosten; c. de verschuldigde en niet verrekenbare omzetbelasting. Artikel 2 Toepassingsbereik Het college kan op basis van deze nadere regels aan de eigenaar van een pand incidentele budgetsubsidie verlenen ter tegemoetkoming in de kosten van de aanleg van een groendak, indien: de eigenaar een aanvraag tot het verlenen van subsidie heeft ingediend die voldoet aan de bij deze nadere regels gestelde eisen. Artikel 3 Voorwaarden en verplichtingen bij de subsidieverlening 1. Het college kan op basis van deze nadere regels aan de eigenaar van een pand ter tegemoetkoming in de kosten van de voorzieningen subsidie verlenen, onder de volgende voorwaarden en verplichtingen: a. oppervlak aangelegde voorzieningen bedraagt minimaal 40 m2; b. ontwerp, aanleg en onderhoud van het groene dak dienen deugdelijk en zorgvuldig te worden uitgevoerd; c. met het treffen van de voorzieningen wordt het belang het vasthouden en vertragen van regenwater in voldoende mate gediend, door een minimale wateropslag van 15 l/m2 groendak; d. de kosten van de voorzieningen kunnen geacht worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat; e. uitvoering van de werkzaamheden, te weten het treffen van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voordat op de aanvraag is beslist door college, gebeurt op eigen risico van afwijzing; f. binnen dertien weken na de datum van subsidieverlening wordt met het treffen van de voorzieningen een aanvang gemaakt. Artikel 4 Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond voor het beleidsdoel bedraagt voor 2008 € 500.000,=, waarvan: a. € 100.000,= beschikbaar voor particulieren en, b. € 400.000,= beschikbaar voor sociale verhuurders en bedrijven. 2. De verdeling van subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van de
20
subsidieaanvragen. Artikel 5 Hoogte subsidie 1. De subsidie bedraagt voor particuliere eigenaren € 25,= per m2 aangelegde groendak voorzieningen. 2. De subsidie bedraagt voor sociale verhuurders en bedrijven 50% van de kosten tot een maximum van € 25,= per m2 aangelegd groendak voorzieningen. Artikel 6 Inwerkingtreding Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst. Artikel 7 Citeertitel Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidie aanleg groene daken. Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 juli 2008. De secretaris, De burgemeester, A.H.P. van Gils J. Kriens, l.b.
21
Bijlage 5 http://www.vrom.nl/docs/vamil/aanwijzingsregeling.pdf Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 december 2006, nr. SB2006341126, houdende regels inzake aanwijzing van investeringen die in het belang zijn van het Nederlandse milieu (Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2007) De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Ministers van Economische Zaken en, voorzover het betreft artikel 2, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001; 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieuinvesteringen 2007. 2. Investeringen van welke de code begint met een F of G behoren tot categorie I van de milieu-investeringsaftrek en komen voor 40% van het investeringsbedrag in aanmerking voor een investeringsaftrek. Investeringen van welke de code begint met een A of D behoren tot categorie II van de milieuinvesteringsaftrek en komen voor 30% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek. Investeringen van welke de code begint met een B of E behoren tot categorie III van de milieu-investeringsaftrek en komen voor 15% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek. Investeringen van welke de code begint met een A, B, C of F komen in aanmerking voor willekeurige afschrijving. Pag.18 F 7070 Vegetatiedak bestemd voor: het afdekken en isoleren van dakconstructies van gebouwen door een pakket van waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en fourageergelegenheid voor dieren, en bestaande uit: waterkerende folie, teeltlaag, (eventueel) drainagelaag, (eventueel) kunstmatige bevloeiing en verankering, (eventueel) constructieve aanpassingen bij bestaande daken, (eventueel) nestelvoorzieningen.
22