Lesbrieven: Schematiseren bij de MVA Docentenhandleiding
Elsbeth van der Laan, Saskia Bergsma, Roland Angenent en Theun Meestringa Enschede: SLO, december 2005
Inleiding Bij de Multimediale Vaktaal Assistent (MVA) op www.vaktaal.net zijn lesbrieven ontwikkeld. De lesbrieven geven leerlingen de mogelijkheid om te oefenen met de vakwoorden. De lesbrieven zijn door de docent te bewerken. Deze handleiding geeft algemene informatie over de achtergronden en opbouw van de lesbrieven.
Voorwaarden Om te kunnen werken met de lesbrieven moeten docenten en leerlingen beschikken over de volgende vaardigheden: - Word: tabellen maken, schema's kunnen tekenen met behulp van de 'autovormen'-functie. - Powerpoint: basiskennis voor het maken van een powerpointpresentatie zoals dia's aanmaken, dia's afspelen, huisstijl kiezen en schema's tekenen met de 'flowchart'functie.. Zie verder de voorwaarden in elke lesbrief.
Sleutelschema's In iedere lesbrief is de centrale opdracht het maken van een sleutelschema. Een sleutelschema is een visuele weergave van de belangrijkste vaktermen en hun onderlinge relaties. Het maken en invullen van sleutelschema's zet leerlingen diep aan het denken en praten over de vakinhoud, wat het leren van de vakinhoud en van de vaktaal zeer bevordert. Dit is vooral aan de orde als twee of meer leerlingen samen werken aan de lesbrief en als ze het resultaat moeten presenteren aan anderen. Sleutelschema's zijn bovendien goed inzetbaar als basis voor andere taken zoals het maken van een werkstuk of het houden van een presentatie. In de lesbrieven is het maken van een sleutelschema dan ook altijd gekoppeld aan een presentatie en een beoordeling, zodat leerlingen met elkaar in gesprek komen over de vakinhoud. In het met elkaar praten komen de vaktermen en hun onderlinge relaties aan de orde komen, Deze zullen dan beter beklijven. Het bevordert het leren van de vakinhoud en van de vaktaal.
1
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
William Glaser heeft dit ooit als volgt weergegeven: We leren…. - 10% van wat we lezen - 20% van wat we horen - 30% van wat we zien - 50% van wat we zien en horen - 70% van waar we over gediscussieerd hebben met anderen - 80% van wat we persoonlijk ervaren hebben - 95% van wat we uitleggen aan anderen. De vorm van het schema geeft snel een beeld van de relaties tussen de belangrijkste (sleutel) begrippen. In de lesbrieven maken leerlingen de volgende schema's: Soort schema T-schema
Ziet er zo uit
Gebruik Hoofd- en bijzaken scheiden
onderwerp deelonderwerp
details
deelonderwerp
details
Tabelschema
a
b
c
1 2 3
Venndiagram
Met dit schema zie je meteen wat de belangrijke onderwerpen zijn (links) en wat daarover verteld wordt (rechts). Zaken met elkaar vergelijken Met dit schema kun je snel zien of dingen verschillen of op elkaar lijken. In de linkerkolom zet je de dingen de je wilt vergelijken (bijvoorbeeld de bewerkingen). In de bovenste rij zet je de kenmerken waarmee je ze vergelijkt (bijvoorbeeld materialen, handgereedschappen en machines ). Zaken met elkaar vergelijken Met dit schema kun je snel zien op welke manier twee dingen overeenkomen (overlapping) en verschillen (buitenste ringen).
Stroomschema
Volgorde van zaken, oorzaak en gevolg Met dit schema kun je snel zien in welke volgorde zaken plaatsvinden.
Boomschema
Hiërarchie van zaken Met dit schema kun je snel zien welke zaken bij elkaar horen. Bovenaan staat bijvoorbeeld 'zoogdieren', daaronder 'apen' en 'mensen'. onder apen bijvoorbeeld 'mensapen' en 'andere soorten'. Onder mensapen bijvoorbeeld 'chimpansees' en 'orang oetangs'
2
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
De leerling krijgt in de lesbrieven steeds de opdracht een bepaald sleutelschema te maken over een onderwerp. De vaktermen waarmee hij het sleutelschema moet vullen, kan hij vinden in de Multimediale Vaktaal Assistent. Afhankelijk van de mate van sturing en hulp bij de opdracht gaan leerlingen zelfstandig op zoek op de vaktaal.net of krijgen ze aanwijzingen over het zoeken van vaktermen.
Vier versies Er zijn vier versies: een versie A, B, C en D. De D-versie is een bekorte versie van de andere versies. De opdrachten hierin zijn zeer beknopt en bevatten weinig uitleg. Deze versie is geschikt als u ervoor kiest om de lesbrieven klassikaal te behandelen. De docent speelt hierbij een belangrijke rol. De andere drie versies zijn uitgebreider en geschikt om de leerlingen zelfstandig te laten werken. We adviseren om versie A, B of C te gebruiken omdat bij deze door de opbouw het meeste leerrendement wordt behaald bij de leerlingen. Zo is er bijvoorbeeld taalsteun voor de leerlingen ingebouwd.
Onderdelen van de lesbrief versie A, B en C Alle lesbrieven bestaan uit dezelfde onderdelen. Hieronder staan deze onderdelen met een korte toelichting.
Inleiding De leerling krijgt in het begin van de lesbrief altijd een korte inleiding wat ze gaan doen. Hierin staat: - Welk soort schema hij gaat maken. - Een voorbeeld en een korte toelichting op de vorm en functie van het betreffende schema. - De belangrijkste hulpmiddelen waarmee hij het schema gaat maken, meestal de programma's Word, PowerPoint en www.vaktaal.net - De punten waarop de leerling beoordeeld wordt. Deze punten komen aan het einde van de lesbrief terug in een beoordelingsformulier.
Wat ga je maken? Hierin leest de leerling wat de precieze opdracht is (alleen het schema maken, of ook uitprinten en presenteren bijvoorbeeld).
Aan de slag In dit onderdeel van de lesbrief krijgt de leerling een overzicht op welke manier hij de opdracht aan kan pakken. De leerling krijgt steeds de volgende stappen: - voorbereiden: Hier staat wat de leerling nodig heeft om de opdracht te maken (bijvoorbeeld een computer met PowerPoint, Multimediale Vaktaal Assistent en een printer) en wat hij al moet kunnen (een PowerPointpresentatie maken en een document kunnen opslaan. - uitvoeren: Hier staat wat de leerling achtereenvolgens moet doen bij het maken van zijn werkstuk. Bijvoorbeeld vaktermen zoeken in vaktaal.net, afbeeldingen in het schema zetten en de presentatie van zijn schema oefenen. - controleren: Hierin staat wat de leerling moet doen als het schema helemaal af is. In ieder geval vergelijkt de leerling in deze stap altijd zijn schema met de beoordelingscriteria uit het onderdeel 'voorbereiden'.
3
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
-
presenteren: Afhankelijk van de opdracht levert de leerling bijvoorbeeld een werkstuk in, houdt hij een presentatie of presenteert hij een poster. reflecteren & beoordelen: In dit onderdeel krijgt de leerling een formulier met de beoordelingcriteria uit het onderdeel 'voorbereiden'. Hij doet uitspraken over het schema en de presentatie aan de hand van deze criteria en geeft desgewenst een beoordeling. Hij kan zijn eigen werkstuk beoordelen, maar ook dat van een ander.
Onderdelen van de lesbrief D-versie De D-versie bestaat uit de volgende onderdelen: het maken en invullen van een sleutelschema en hieraan gekoppeld een presentatie en een beoordeling. In de inleiding wordt zeer kort uitleg gegeven over het desbetreffende sleutelschema. De eerste opdracht bestaat uit het maken van het sleutelschema. De volgende tips worden hierbij gegeven: • De leerling kan de docent vragen naar een onderwerp. • Er zijn verschillende informatiebronnen te gebruiken: vaktaal.net of boek. • Het stroomschema kan op papier gemaakt worden (bijvoorbeeld een poster) of op de computer (bijvoorbeeld met Word of Powerpoint). • Er kunnen afbeeldingen toegevoegd worden. (klik in vaktaal.net op het icoon n de afbeelding kan in vervolgens in een ander document geplakt worden) In de tweede opdracht moet de leerling het sleutelschema uitleggen aan anderen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld het geven van een presentatie, uitleg geven aan een klein groepje klasgenoten of in de vorm van een poster. Mochten de leerlingen eigen ideeën hebben kan dit uiteraard ook. De docent kan bij dit onderdeel taalsteun verlenen aan de leerlingen (zie versie A). Tenslotte wordt in opdracht 3 een beoordeling gegeven aan het sleutelschema en de uitleg hiervan. Ook kunnen leerlingen elkaar beoordelen aan de hand van de beoordelingscriteria.
Mate van sturing bij de opdracht Iedere lesbrief is er in vier versies. De a-versie biedt leerlingen de meeste aanwijzingen, de d-versie geeft het minste sturing. Deze sturing wordt zichtbaar in verschillende aspecten die hieronder zijn aangegeven. Versie Onderwerp a gegeven
4
Schema leeg, kloppend schema, voorbereid als werkblad.
Vulling de woorden zijn gegeven, leerlingen beslissen over de plaats in het schema
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
Werkwijze veel aanwijzingen wat en hoe leerlingen de taak aan kunnen pakken
Taalsteun gegeven
Versie Onderwerp b gegeven, met ruimte voor eigen beslissing
Schema soort is gegeven, leerlingen bouwen zelf het schema
Vulling leerling zoekt zelf naar de woorden die in het schema thuishoren
Werkwijze veel aanwijzingen wat en hoe leerlingen de taak aan kunnen pakken
aanwijzingen optioneel over wat de leerlingen moeten doen.
c
globaal gegeven
soort is gegeven, leerlingen bouwen zelf het schema
leerling zoekt zelf naar de woorden die in het schema thuishoren
d
niet gegeven, eventueel op vraag aan de docent
soort is gegeven, leerlingen bouwen zelf het schema
leerling zoekt weinig zelf naar de aanwijzingen woorden die in het schema thuishoren
Taalsteun gegeven
optioneel
Voorbeelden In de a-versie is de opdracht meer ingevuld. De kans dat een leerling iets over het hoofd ziet of niet weet waar hij moet beginnen wordt hierdoor kleiner. In de c-versie krijgen leerlingen meer ruimte om hun eigen oplossingen te bedenken en fouten te maken. In de korte d-versie is de opdracht nog minder voorgestructureerd. Voorbeelden van verschillen: a-versie De docent kiest een bewerking (in de voorbeeld-lesbrief 'zachtsolderen van een waterbuis')
b-versie In het onderdeel 'Wat ga je maken' krijgen de leerling de opdracht een stroomschema te maken van hardsolderen
c-versie In het onderdeel 'Wat ga je maken' krijgen de leerling de opdracht om te kiezen of ze een stroomschema te maken voor de bewerking die nodig is voor het verbinden van a) een waterleidingsbuis b) een plaat in de auto c) een bakje van een dakgoot
d-versie In de opdracht: Maak een stroomschema, krijgen de leerlingen slechts de aanwijzing: 'Weet je geen onderwerp, vraag dan aan je docent een onderwerp voor je stroomschema.',
In de voorbereiding krijgen de leerlingen een lijstje met concrete materialen en vaardigheden onder 'Wat heb je nodig' 'Dit moet je al kunnen'.
In de voorbereiding krijgen de leerlingen een lijstje met concrete materialen en vaardigheden onder 'Wat heb je nodig' 'Dit moet je al kunnen'.
In de voorbereiding moeten leerlingen opschrijven wat ze verwachten nodig te hebben en wat ze verwachten dat ze moeten kunnen om de opdracht goed uit te kunnen voeren.
De lesbrief geeft geen ruimte voor voorbereiding: de leerlingen moeten direct aan de slag.
In de a-versie krijgt de leerling veel tips hoe ze het schema moeten maken. In de c-versie beperken de aanwijzingen zich tot globale tips, de d-versie doet het met minimale aanwijzingen.
5
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
Bijvoorbeeld: a-versie In het onderdeel 'uitvoeren' krijgen leerlingen een werkblad (word- of powerpointsjabloon) met het stroomschema en de vaktermen die ze moeten zoeken in de Multimediale Vaktaal Assistent
b-versie In het onderdeel 'uitvoeren' krijgen leerlingen aanwijzingen over stappen (bijvoorbeeld: zoek vaktermen, klik door naar verwijzingen, schrijf de betekenis op een blaadje)
c-versie In het onderdeel 'uitvoeren' krijgen leerlingen globale aanwijzingen over het zoeken naar vaktermen. (bijvoorbeeld: kijk bij het schema in het scherm of de term over een bewerking gaat)
d-versie De leerlingen krijgen geen inhoudelijke aanwijzingen in opdracht 1, alleen procedurele.
N.B. Er zijn voorbeeldwerkbladen bijgevoegd. Wanneer u een specifiek onderwerp selecteert voor de leerling dan dient u bij de a-versie ook een bijpassend werkblad te maken.
Taalsteun bij de opdracht In de lesbrieven varieert de mate van taalsteun. Taalsteun is erop gericht het praten/luisteren of lezen/schrijven over de leerstof te faciliteren. Het gaat er niet om de taal te vergemakkelijken, maar om moeilijke taaltaken haalbaar te maken, óók voor leerlingen die niet zo goed zijn in taal. Wanneer in de lesbrieven de leerling bijvoorbeeld de opdracht krijgt om zijn schema uit leggen, dan geeft de a-versie voor de leerling taalsteun om dat te doen. In de lesbrief 'stroomschema solderen' moeten leerlingen hun schema uitleggen aan de klas. Met een stroomschema kun je een volgorde duidelijk maken. Voor solderen is dat een volgorde in handelingen (wat heb je eerst nodig, wat daarna). De taalsteun richt zich op het verwoorden van die volgorde. De taalsteun ziet er in de lesbrief 'Stroomschema solderen' als volgt uit. Oefen je presentatie
-
Probeer je schema na te vertellen. Vraag een klasgenoot om je te helpen met oefenen. Zorg dat je de vaktermen goed uitspreekt. Beluister vaktaal.net als je twijfelt over je uitspraak. Gebruik de goede woorden om de verbanden tussen de vaktermen uit te leggen: o Eerst moet je, daarna, tenslotte... o Je kunt ... dingen doen. Ten eerste..., ten tweede... o Om dit te....., heb je .... nodig o Als je ....., dan .....
Gebruik van a-, b- , c- en d-versies U kunt ervoor kiezen om de hele klas eenzelfde versie te geven, of u kunt binnen een klas differentiëren door de sterkere of meer ervaren leerlingen de c-versie aan te bieden en de leerlingen waarvan u verwacht dat ze veel sturing nodig hebben de b- of a-versie. U kunt er ook voor kiezen om de leerling te laten beginnen met de d-versie, en als hij vastloopt de c-, b- of a-versie te geven.
6
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven
Tot slot kunt u ervoor kiezen om delen uit de a-, b-, c- en d-versie samen te voegen tot een nieuwe versie. Wanneer u bijvoorbeeld verwacht dat uw leerlingen weliswaar goed uit de voeten zullen kunnen met de c-versie, maar wel steun kunnen gebruiken bij het bedenken van wat ze nodig hebben om de taak uit te voeren, dan kunt u het onderdeel 'voorbereiden' uit de a-versie met kopiëren en plakken aan de c-versie toevoegen. En zo voort.
7
Multimediale vaktaal Assistent Lesbrieven