Inkomensontwikkeling 2000-2002
Schiedam, december 2005 Gemeente Schiedam Onderzoek & Statistiek Telefoon: E-mail:
010-2465597 of 2465598
[email protected]
Inhoud 1.
Inleiding......................................................................................................................3
2.
Het inkomensbegrip .................................................................................................4
3.
Inkomens in Schiedam..............................................................................................6
4.
Inkomens en inkomensontwikkeling in regionaal perspectief...........................9
5.
Herkomst van inkomsten.......................................................................................13
6.
Verschillen tussen wijken en buurten in Schiedam............................................14
7.
Conclusie ..................................................................................................................22
1
2
1.
Inleiding
Eens in de twee jaar stelt het CBS op basis van gegevens van de Belastingsdienst het Regionale InkomensOnderzoek (RIO) samen. Dat levert een zeer accuraat beeld op van de inkomenssituatie. Omdat er enige tijd over heen gaat voordat een belastingjaar definitief kan worden afgesloten, zijn de gegevens wel enige jaren oud. Zo zijn in september 2005 de gegevens over het (belasting)jaar 2002 beschikbaar gekomen. Voor Schiedam, als gemeente met meer dan 50.000 inwoners, zijn er ook enkele gegevens beschikbaar op wijk- en buurtniveau. Bovendien hebben de gemeenten die lid zijn van de Vereniging voor Statistiek en Onderzoek (onderdeel van de VNG) - waaronder Schiedam – de beschikking over een groot aantal extra gegevens, dit in het kader van een convenant tussen de VSO en het CBS. De beschikbare hoeveelheid datamateriaal maakt het mogelijk om, naast een vergelijking tussen gemeenten, ook binnen Schiedam de inkomensontwikkeling van de verschillende wijken en buurten te volgen. Voordat de inkomensgegevens worden gepresenteerd is het noodzakelijk eerst in het kort stil te staan bij de definities die het CBS ten aanzien van huishoudens en inkomens hanteert (paragraaf 2). Paragraaf 3 geeft vervolgens een beschrijving van de gemiddelde inkomens en inkomensverdeling in Schiedam in 2002, waarna in paragraaf 4 de ontwikkeling van het inkomen over de jaren 2000 en 2002 aan de orde komt. In paragraaf 5 wordt ingegaan op het soort inkomsten, en in paragraaf 6 worden de verschillen tussen de wijken en buurten in Schiedam beschouwd. Paragraaf 7 vormt de afsluiting.
3
2.
Het inkomensbegrip
In de Regionale Inkomensstatistiek wordt het begrip besteedbaar inkomen gehanteerd. Het besteedbaar inkomen is een afgeleide van het bruto-inkomen. Bruto-inkomen
=
winst uit onderneming, bruto-inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals aow, wao, waz).
Besteedbaar inkomen =
bruto-inkomen verminderd met premies sociale zekerheid, andere betaalde overdrachten (zoals alimentatie) en loon-, inkomstenen vermogensbelasting.
Daarnaast wordt de term ‘laag inkomen’ gebruikt. Dit is als volgt bepaald: Laag inkomen
=
besteedbaar (huishoud)inkomen, verminderd met eventueel ontvangen huursubsidie en aangevuld met kinderbijslag en koopkrachttoeslag binnen de IHS-regeling (het inkomen is terugberekend naar het prijsniveau van 1990 om vergelijken mogelijk te maken).
Huishoudens In de inkomensonderzoeken van het CBS worden het individu en het huishouden als inkomenseenheden gebruikt. Huishoudens worden daarbij onderverdeeld in particuliere en institutionele huishoudens. Een particulier huishouden bestaat uit een of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien. Een institutioneel huishouden is gedefinieerd als een uit één of meer leden bestaande verzameling van personen, woonachtig in een tot bewoning bestemd gebouw of in een andere bewoonde ruimte, die daar door derden wordt voorzien van huisvesting en van dagelijkse levensbehoeften. Databronnen Van personen van vijftien jaar en ouder zijn via de fiscale administratie inkomensgegevens verzameld. Deze gegevens zijn aangevuld met een aantal, uit andere bronnen verzamelde, niet belaste inkomensbestanddelen. Het gaat hierbij om de huursubsidie die is verkregen via het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en om studiefinancieringgegevens die door de Informatie Beheer Groep (IBG) zijn geleverd.
4
52 weken inkomen Personen die het gehele jaar inkomen hebben, worden tot de categorie ‘met 52 weken inkomen’ gerekend. De categorie zelfstandigen behoort tot de groep die het gehele jaar inkomen hebben. Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een qua tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden samengenomen in de groep 'minder dan 52 weken inkomen'. Studenten, dat wil zeggen personen met een studiebeurs in het kader van de Wet Studiefinanciering, worden altijd tot deze groep gerekend, ook al hebben zij het gehele jaar een baan. Uitzondering op deze algemene regel vormen de studenten die naast hun studiebeurs ook nog winst uit onderneming hebben. Deze groep wordt altijd ingedeeld bij de categorie '52 weken inkomen'. Ook personen die uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming studiekosten ontvangen worden bij de categorie '52 weken inkomen' buiten beschouwing gelaten. Vanuit het grondmateriaal is het niet mogelijk om de groep parttime werkers van de fulltimers te onderscheiden. Hierdoor zullen bij de personen met 52 weken inkomen ook lage inkomens voorkomen. Aandachtsgroepen VROM Voor het volkshuisvestingsbeleid worden doelgroepen afgebakend op basis van het belastbaar inkomen, leeftijdsgroep jonger dan 65 jaar of ouder en “type” particulier huishouden. De navolgende indeling is van toepassing voor particuliere huishoudens die tot de aandachtgroep gerekend worden: • eenpersoonshuishouden; leeftijd < 65 jaar; belastbaar inkomen < 17.560 euro. • eenpersoonshuishouden; leeftijd >64 jaar; belastbaar inkomen < 15.279 euro • meerpersoonshuishouden; leeftijd < 65 jaar; belastbaar inkomen < 23.309 euro. • meerpersoonshuishouden; ; leeftijd >64 jaar; belastbaar inkomen < 20.481 euro
5
3.
Inkomens in Schiedam
Inkomens van personen In 2002 waren er in Schiedam 50.400 mensen die het gehele jaar inkomen hebben gehad, hetgeen overeenkomt met 66,4 procent van de bevolking (zie tabel 1). Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde (64,3%) en ook binnen de regio Rijnmond relatief hoog; dit komt onder meer door het feit dat Schiedam naar verhouding weinig kinderen telt. Het persoonlijk inkomen van de bewoners met 52 weken inkomen bedroeg gemiddeld € 18.200,-. Tabel 1 Netto besteedbaar inkomen van huishoudens en individuen in Schiedam en Nederland, ultimo 2002 (afgerond op tientallen) Aantal in Schiedam
Gemiddeld inkomen Schiedam Nederland
Persoonlijk inkomen Bevolking per ultimo 2002
75.850 pers.
€ 12.600
€ 12.900
50.400 pers.
€18.200
€ 18.600
38.400 pers. 12.000 pers. 3.900 pers. 8.100 pers.
€ 18.700 € 16.700 € 18.800 € 15.700
€ 18.700 € 17.700 € 19.300 € 15.900
man vrouw
26.500 pers. 23.900 pers.
€ 21.900 € 14.300
€ 22.500 € 14.200
zelfstandig werknemer pensioenontvanger werkloos of bijstand arbeidsongeschikt
2.860 pers. 27.600 pers. 12.360 pers. 3.050 pers. 2.610 pers.
€ 21.300 € 21.000 € 15.000 € 12.200 € 14.100
€ 21.400 € 20.800 € 16.200 € 12.400 € 14.200
33.990 huish.
€ 27.700
€ 30.300
Bevolking met 52 weken inkomen waarvan: autochtoon allochtoon - westers - niet-westers
Huishoudensinkomen (part.) huishoudens per ultimo 2002 Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Wat opvalt in tabel 1 is dat de inkomens van werknemers, zelfstandigen en uitkeringstrekkers in Schiedam vrijwel gelijk zijn aan het landelijk gemiddelde.
6
Er is wel een fors verschil bij de pensioenontvangers: het inkomen van deze groep ligt in Schiedam € 1.200 lager dan landelijk. Dit is dan ook de belangrijkste oorzaak dat het gemiddelde inkomen van alle Schiedammers achterblijft bij het Nederlands gemiddelde. Ruim een vijfde van het aantal individuen met 52 weken inkomen bestaat uit allochtonen. De zogenaamde westerse allochtonen (uit o.a. de EU-landen, de overige rijke OESO-landen en Indonesië) hebben een vergelijkbaar gemiddeld inkomen als Schiedammers met een Nederlandse achtergrond. De niet-westerse allochtonen blijven achter in de hoogte van het inkomen. Opvallend is wel dat personen met een niet-westerse allochtone achtergrond een sterkere inkomensgroei doormaken (+18,0%) dan de autochtone (+14,4%) en de westers-allochtone groep (+16,8%). De verschillen worden hierdoor kleiner, maar zijn er nog wel. Tabel 1 laat verder zien dat het besteedbaar inkomen van mannen gemiddeld nog altijd aanzienlijk hoger is dan dat van vrouwen, respectievelijk € 21.900,- en € 14.300,-. Deels is dit historisch bepaald: veel vrouwelijke ouderen ontvangen slechts een AOW-uitkering, terwijl mannen die ouder dan 65 jaar zijn in veel gevallen een aanvullend pensioen hebben. Inkomens van huishoudens Het aantal huishoudens met een inkomen is uiteraard lager dan het aantal individuen met inkomen, omdat in veel huishoudens beide partners werken. Gemiddeld bedroeg het besteedbaar inkomen van huishoudens in 2002 afgerond € 27.700,-, hetgeen naar landelijk maatstaven (€ 30.300,- op jaarbasis) nog steeds benedengemiddeld is. Overigens ligt ook in Vlaardingen en Rotterdam het besteedbaar inkomen van huishoudens onder het landelijk gemiddelde. Samenstelling van het huishouden Voor een deel wordt het naar verhouding lage huishoudensinkomen verklaard door het relatief grote aandeel alleenstaanden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Zo hebben meerpersoonshuishoudens enkele duizenden euro’s extra te besteden voor iedere persoon met inkomen die erbij komt. Meerpersoonshuishoudens (waaronder veel tweeverdieners) zijn daardoor relatief sterk vertegenwoordigd in de hogere inkomensklassen.
7
Figuur 1:
Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen in Schiedam naar samenstelling van het huishouden (bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002)
alle huishoudens gemiddeld
27700
paar met kinderen
38400
paar zonder kinderen
31500
eenoudergezin
21400
eenpersoonshuish.
17900 0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
45000
Vooral gezinnen met kinderen hebben een aanzienlijke verbetering van de inkomenssituatie weten te realiseren. Waarschijnlijk is dit voor een deel te verklaren doordat tweeverdieners steeds vaker blijven doorwerken na de geboorte van kinderen. Leeftijd van de hoofdkostwinner De hoogte van het inkomen verandert gedurende de levensloop. Bij jongeren is sprake van een sterke inkomensstijging, doordat zij (beter) betaald werk vinden of hun loon op grond van leeftijd en ervaring stijgt. Op oudere leeftijd stoppen steeds meer mensen geheel of gedeeltelijk met werken, waardoor hun inkomen daalt. Figuur 2:
Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen in Schiedam naar leeftijd van de hoofdkostwinner (bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002)
gem. inkomen 35000 30000 25000 20000 15000 15-24 jr.
25-44 jr.
leeftijd
45-64 jr.
65+
Het hoogste gemiddeld inkomen is te vinden bij huishoudens met een hoofdkostwinner in de leeftijd van 50 tot 55 jaar. Deze en aangrenzende leeftijdsgroepen zijn dan ook relatief sterk vertegenwoordigd onder de hoge inkomens.
8
4.
Inkomens en inkomensontwikkeling in regionaal perspectief
Inkomensontwikkeling van personen Voor de 22 Rijnmondgemeenten is in figuur 3 weergegeven hoe het gemiddeld besteedbaar (persoonlijke) inkomen in vergelijking met 2000 is toegenomen. Figuur 3:
Inkomensstijging van het gemiddeld besteedbaar inkomen van personen met 52 weken inkomen in de periode 2000-2002, in procent
Bergschenhoek
18,6%
Dirksland
18,4% 15,9%
Schiedam
15,6%
Rotterdam Bleiswijk
14,3%
Goedereede
14,3%
Albrandswaard
14,1%
Maassluis
14,0%
Spijkenisse
14,0%
Brielle
13,8%
Middelharnis
13,8%
Vlaardingen
13,6%
Westvoorne
13,6%
Hellevoetsluis
13,5%
Capelle a/d IJssel
13,2%
Oostflakkee
13,2%
Krimpen a/d IJssel
13,0%
Rozenburg
12,9%
Ridderkerk
12,7% 12,3%
Bernisse
11,3%
Barendrecht
10,1%
Berkel en Rodenrijs
14,1%
Nederland
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
De inkomensontwikkeling in Schiedam is zeer goed te noemen. De toename is nog groter dan tussen 1998 en 2000 het geval was. De Schiedamse inkomensgroei ligt nu zelfs boven de landelijke ontwikkeling. Ook binnen de regio Rijnmond is de inkomensgroei in Schiedam ruim bovengemiddeld. Na Bergschenhoek en
9
Dirksland staat de stad zelfs in de top 3 van sterkste groeiers. Gedurende vele jaren was Schiedam binnen de regio Rijnmond na Rotterdam de stad met het laagste gemiddeld besteedbaar inkomen per persoon. De gunstige ontwikkeling van de laatste jaren heeft hier verandering in gebracht. Tabel 2: Gemiddeld besteedbaar inkomen van personen met 52 weken inkomen, ultimo 2002
Bergschenhoek Westvoorne Albrandswaard Bleiswijk Barendrecht Berkel en Rodenrijs Brielle Bernisse Krimpen a.d. IJssel Capelle aan den IJssel Dirksland Hellevoetsluis Rozenburg Goedereede Maassluis Ridderkerk Spijkenisse Vlaardingen Schiedam Middelharnis Oostflakkee Rotterdam
2002 Rangorde 2002 € (2000) 22.300 1 (2) 21.700 2 (1) 21.000 3 (5) 4 (6) 20.800 20.700 5 (4) 20.700 6 (3) 7 (7) 20.600 20.100 8 (8) 9 (9) 20.000 19.700 10 (10) 11 (17) 19.300 19.300 12 (12) 13 (11) 19.300 19.200 14 (13) 15 (15) 18.700 18.700 16 (14) 17 (16) 18.700 18.400 18 (18) 18.200 19 (21) 18.100 20 (19) 18.000 21 (20) 17.800 22 (22)
Nederland
18.600
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Schiedam is in de periode 2000-2002 twee plaatsen op de ranglijst gestegen. Daarmee heeft de stad aansluiting gekregen met een grote middengroep. Zo is het verschil met gemeenten als Vlaardingen, Spijkenisse, Ridderkerk en Maassluis veel kleiner dan voorheen. Inkomensverdeling De verdeling over inkomensklassen is een iets andere benadering dan die van het gemiddelde besteedbare inkomen. In tabel 3 is deze verdeling voor enkele Rijnmondgemeenten weergegeven ten opzichte van het Nederlandse
10
gemiddelde. Daarbij is gebruik gemaakt van de op de landelijke verdeling gebaseerde inkomensquintielen. Het eerste quintiel bevat personen met een inkomen waarmee ze landelijk tot de 40 procent ‘laagste inkomens’ behoren, terwijl het tweede en derde quintiel bestaat uit de daaropvolgende 40 en 20 procent. Zo heeft in Nederland 40 procent van de personen met 52 weken inkomen een besteedbaar inkomen van maximaal € 14.200,-, 40 procent tussen €14.200,- en €25.200,- en 20 procent meer dan € 25.200,-. Tabel3 :Inkomensverdeling van personen met 52 weken inkomen in Schiedam en enkele Rijnmondgemeenten, ultimo 2002 (bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002) Gemeente
< € 14.200
€ 14.200-25.200
> € 25.200
Rotterdam Schiedam Vlaardingen Ridderkerk Maassluis Spijkenisse Hellevoetsluis Capelle a/d IJssel Barendrecht
42,1% 39,2% 38,9% 38,6% 38,5% 36,4% 36,2% 35,0% 33,7%
42,3% 43,6% 41,8% 40,8% 40,5% 42,4% 41,1% 41,8% 37,8%
15,6% 17,2% 19,3% 20,6% 21,0% 21,2% 22,7% 23,2% 28,5%
Nederland
40,0%
40,0%
20,0%
In Schiedam ligt deze verhouding iets anders: 39,2 procent heeft een inkomen van maximaal € 14.200. In voorgaande jaren scoorde Schiedam overigens nog ruim boven de 40 procent. Dat betekent dus dat het aandeel personen met een laag inkomen afgenomen is. Verder heeft 43,6 procent € 14.200 tot € 25.200 te besteden. In 2000 behoorde nog 40,7 procent tot de middeninkomensgroep. Daaruit kan worden afgeleid dat er een behoorlijke verschuiving heeft plaats gevonden van de laagste inkomensgroep naar de middengroep. De hoogste inkomensgroep is met een aandeel van 17,2 procent precies gelijk gebleven. Daarmee blijft deze groep nog wel achter bij het landelijk gemiddelde van 20 procent. Lagere inkomens in Schiedam Een tweetal termen wordt meestal gehanteerd in de discussie over huishoudens met lage inkomens. Ten eerste zijn er huishoudens die binnen de ‘lage inkomensgrens’ vallen en ten tweede kan men binnen de ‘beleidsmatige grens’ vallen. Binnen de eerste grens vallen veel meer huishoudens, waaronder vrijwel de gehele groep die ook binnen de tweede grens valt.
11
De lage inkomensgrens wordt vastgesteld door de koopkracht die een bijstandstrekker in 1979 had (toen was de koopkracht hiervan het hoogst) door te rekenen naar het huidige prijsniveau. De beleidsmatige grens is het wettelijke bestaansminimum volgens de Wet Werk en Bijstand, vermeerderd met 5 procent. Deze grens kan variëren naar huishoudenssituatie, maar is lager dan de eerst genoemde grens. De groep huishoudens die binnen de beleidsmatige grens valt, wordt ook wel aangeduid met de term ‘sociale minima’. Voor een alleenstaande gaat het om een bedrag van € 820 en voor een gezin met twee kinderen om € 1.360 netto per maand. Omdat binnen de gemeentelijke organisatie meer gewerkt wordt met de term sociale minima en de daarbij behorende grenzen, zal hier het aandeel van de huishoudens die leven op of onder het sociaal minimum verder worden uitgewerkt (zie figuur 4). Figuur 4:
Aandeel van huishoudens levend op of onder het sociale minimum, ultimo 2002 (Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002)
Nederland
Rotterdam
Schiedam
Maassluis
Capelle a/d IJssel 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
In Schiedam behoort 11,3 procent van de huishoudens tot de sociale minima. Dit is lager dan in 2000 want toen lag dit aandeel nog op 11,8%. Het aandeel huishoudens met een sociaal minimuminkomen is in Schiedam nog wel hoger dan gemiddeld in Nederland, maar het verschil wordt steeds kleiner. Vergeleken met drie andere regiogemeenten waarvan deze gegevens bekend zijn, ligt het aandeel van de sociale minima in Schiedam hoger dan in Maassluis en Capelle a/d IJssel maar behoorlijk lager dan in Rotterdam.
12
5.
Herkomst van inkomsten
Verschillen in besteedbare inkomens tussen gemeenten kunnen voor een deel verklaard worden uit verschillen in de sociaal-economische positie. De inkomens van mensen die afhankelijk zijn van een uitkering of pensioen zijn immers in het algemeen lager dan die van werkenden. In totaal verkrijgt zo’n 64 procent van de Nederlanders inkomen uit betaalde arbeid (tabel 4). In Schiedam is het percentage inkomenstrekkers uit betaalde arbeid 3,3 procent lager dan het landelijk gemiddelde (dat was in 2000 overigens nog 5%): er zijn relatief gezien meer pensioengerechtigden en mensen die werkloos zijn of afhankelijk van de bijstand. Tezamen met het relatief hoge aandeel alleenstaanden (zie paragraaf 3) vormt dit een deel van de verklaring waarom de inkomenscijfers op een iets lager niveau liggen dan landelijk het geval is. Tabel 4: Personen met 52 weken inkomen naar sociaal-economische categorie in de regio Rijnmond, ultimo 2002 in procent betaalde arbeid
werkloos, bijstand
gepensioneerd
arbeidsongeschikt + overig niet-actief
Rotterdam Vlaardingen Schiedam Ridderkerk Maassluis Capelle a/d IJssel Spijkenisse Hellevoetsluis Barendrecht
55,2% 59,4% 60,5% 63,3% 64,2% 66,4% 67,8% 69,4% 73,7%
11,0% 4,7% 6,0% 2,5% 4,5% 3,8% 4,0% 3,5% 0,9%
23,5% 27,4% 24,6% 26,6% 21,9% 22,1% 19,2% 19,0% 18,5%
10,4% 8,5% 8,9% 7,6% 9,4% 7,7% 9,0% 8,1% 6,9%
Nederland
63,8%
3,6%
22,3%
10,3%
Gemeente
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
13
6.
Verschillen tussen wijken en buurten in Schiedam
A. Wijken Voor een gemiddelde Schiedammer met 52 weken inkomen is het besteedbaar inkomen in de periode 2000-2002 toegenomen met 15,9 procent. In elke wijk is sprake van een toename van het besteedbaar inkomen. Huishoudens in Spaland/Sveaparken, Kethel, Centrum en Woudhoek hebben het meest te besteden. Met uitzondering van Spaland/Sveaparken is ook de groei in deze wijken beter dan gemiddeld.
Tabel 5: Gemiddeld besteedbaar inkomen van personen met 52 weken inkomen in Schiedam per wijk in 2002 en toename t.o.v. 2000
Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken
€ 20.700 16.800 19.100 17.600 16.500 17.200 21.000 19.900 21.100
toename t.o.v. 2000 in % 18,4% 14,9% 15,4% 13,5% 16,5% 17,1% 16,9% 20,8% 13,6%
Schiedam
18.200
15,9%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Hoewel in Nieuwland en Groenoord het inkomen nog altijd relatief laag is, valt op dat het inkomen zich gunstig ontwikkelt: de groei ligt in beide wijken rondom de 17 procent. Hierdoor wordt de achterstand op het stedelijk gemiddelde voor een deel ingelopen. De inkomensgroei in Zuid en Oost blijft enigszins achter.
14
Tabel 6: Personen met 52 weken inkomen in Schiedam naar sociaal-economische categorie en wijk, ultimo 2002 wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam
betaalde arbeid 74,2% 67,1% 65,7% 64,3% 43,8% 43,3% 52,5% 62,3% 86,8%
nietactief 25,8% 32,9% 34,3% 35,7% 56,2% 56,7% 47,5% 37,7% 13,2%
60,5%
29,5%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Ondanks de relatieve verbetering in Nieuwland, concentreren de lage inkomens in Schiedam zich nog altijd wel in deze wijk, alsmede in Oost en Groenoord. In Groenoord en Nieuwland gaat dit samen met een relatief laag aandeel werkenden en veel niet-actieven (een relatief hoog werkloosheidspercentage en een vrij hoog aandeel gepensioneerden). Oost kent een relatief jonge bevolking: het aantal pensioenontvangers is er veel lager dan elders. In tabel 7 staat de inkomensverdeling van personen met 52 weken inkomen per wijk weergegeven.
Tabel 7: Inkomensverdeling van personen met 52 weken inkomen per wijk, ultimo 2002 wijk < € 14.200 Centrum 30,5% Oost 40,4% West 36,9% Zuid 38,7% Nieuwland 45,0% Groenoord 43,2% Kethel 34,8% Woudhoek 37,8% 32,7% Spaland/Sveaparken Schiedam
39,2%
€ 14.20018.900 23,1% 25,5% 21,2% 23,9% 24,5% 23,3% 19,4% 19,2% 15,6% 22,2%
€ 18.90025.200 > € 25.200 25,1% 21,3% 22,1% 12,0% 23,3% 18,5% 23,5% 14,1% 19,6% 10,9% 20,2% 13,3% 19,6% 26,2% 20,1% 22,9% 20,6% 31,1% 21,4%
17,2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Ook hieruit blijkt dat de laagste twee inkomensgroepen geconcentreerd zijn in de wijken Nieuwland, Groenoord en Oost. De hoogste inkomens-
15
groep is het sterkst vertegenwoordigd in Spaland/Sveaparken, op enige afstand gevolgd door Kethel. Huishoudensinkomen Uit de hiervoor gepresenteerde tabellen bleek dat er verschillen tussen wijken bestaan als het gaat om het gemiddelde inkomen per persoon. Indien wordt gekeken naar de omvang van het totale huishoudensinkomen dan worden deze verschillen nog aanzienlijk groter. Want dan speelt mee hoeveel personen binnen het huishouden een inkomen hebben. Zo zijn in Nieuwland veel huishoudens afhankelijk van één inkomen terwijl in Spaland/Sveaparken juist veel tweeverdieners voorkomen.
Tabel 8: Gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens in Schiedam per wijk, ultimo 2002 wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken
€ 30.400 24.100 29.600 26.100 23.300 25.000 34.400 32.500 38.600
Schiedam
27.700
afwijking t.o.v. stedelijk gemiddelde + 9% - 13% + 7% - 6% - 16% - 10% + 24% + 17% + 39%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Dit heeft tot gevolg dat het netto besteedbaar huishoudensinkomen in Spaland/Sveaparken gemiddeld ruim 15.000 euro hoger uitvalt dan in Nieuwland. Maar ook in Oost en Groenoord is het huishoudensinkomen relatief laag. Wel is het zo dat de huishoudens in Spaland/Sveaparken gemiddeld groter zijn dan in de andere wijken: dat heeft tot gevolg dat in Spaland/Sveaparken gemiddeld 3 personen van het inkomen moeten rondkomen terwijl dit in Nieuwland, Oost en Groenoord gemiddeld twee personen zijn. Maar ondanks deze (kleine) kanttekening kan worden geconcludeerd dat de inkomensverschillen tussen de wijken in Schiedam fors zijn. Laag inkomen Een belangrijke aandachtsgroep van het beleid vormen de huishoudens met een laag inkomen (volgens definitie van het CBS). Dit aandeel ligt in Schiedam op iets meer dan 11 procent hetgeen overeenkomt met ruim 3.800 huishoudens.
16
Ondanks dat het aantal huishoudens is toegenomen, is dit een iets lager aantal dan in 2000, een gunstige ontwikkeling dus. Op wijkniveau is het bekende beeld zichtbaar: in Nieuwland komen naar verhouding de meeste huishoudens met een laag inkomen voor. Tabel 9: Huishoudens met een laag inkomen, ultimo 2002 (afgerond op tientallen) totaal aantal huishoudens
wijk
waarvan met een laag inkomen aantal %
Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken
2.050 5.140 4.990 2.980 6.960 4.690 1.600 3.220 2.370
200 660 440 360 1.260 560 70 200 80
10% 13% 9% 12% 18% 12% 4% 6% 3%
Schiedam
34.000
3.860
11%
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
Aandachtsgroep van de volkshuisvesting In het volkshuisvestingsbeleid zijn definities opgesteld voor wat betreft groepen in de samenleving die speciale aandacht behoeven (zie paragraaf 2, blz. 5). Landelijk behoort 29 procent van de huishoudens tot de aandachtsgroep. In Schiedam is dit aandeel met 34 procent enigszins hoger. Binnen de stad springt vooral Nieuwland er uit. Bijna de helft van de huishoudens in deze wijk behoort tot de aandachtsgroep.
Tabel 10: Aandachtsgroep van de volkshuisvesting, ultimo 2002 (afgerond op tientallen) totaal aantal huishoudens
met huursubsidie
zonder huursubsidie
totaal
in % van alle huishoudens
Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveap.
2.050 5.140 4.990 2.980 6.960 4.690 1.600 3.220 2.370
260 740 550 440 2.250 1.340 200 470 70
310 1.150 900 580 1.160 430 160 260 200
570 1.890 1.450 1.020 3.410 1.770 360 730 270
28% 37% 29% 34% 49% 38% 23% 23% 11%
Schiedam
34.000
6.300
5.190
11.490 (34%)
34%
wijk
waarvan Aandachtsgroep Volkshuisvesting
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
17
Wat opvalt in tabel 10 is dat in Nieuwland, Groenoord en Woudhoek een ruime meerderheid (minimaal tweederde deel) van de aandachtsgroep huursubsidie ontvangt. Daarentegen is dat met name in Oost, West en Spaland/Sveaparken juist niet het geval. In deze wijken ontvangt nog geen 40 procent van de aandachtsgroep huursubsidie. De verklaring hiervoor kan niet direct uit de gegevens worden opgemaakt. Maar vermoedelijk speelt een rol dat in Nieuwland, Groenoord en Woudhoek veel sociale huurwoningen van Woonplus te vinden zijn terwijl met name in Oost veel particuliere verhuurders actief zijn. Wellicht heeft dit effect op het gebruik van huursubsidie. Het relatief lage huursubsidiegebruik in Spaland/Sveaparken heeft te maken met het feit dat de woningvoorraad overwegend uit koopwoningen bestaat. In de meeste gevallen zal het daarom huishoudens betreffen met een laag inkomen die een koopwoning bewonen. Dat geldt in iets mindere mate ook voor West.
B. Buurten In tabel 11 staan de gemiddelde besteedbare inkomens van personen met 52 weken inkomen en die van huishoudens per buurt weergegeven, inclusief de rangorde van de buurten binnen Schiedam (plaats 1 is voor de buurt met het hoogste en plaats 45 voor de buurt met het laagste gemiddelde huishoudensinkomen). Van enkele buurten zijn geen gegevens beschikbaar omdat het aantal huishoudens te klein is om te mogen weergeven.
18
Tabel 11:
Gemiddeld besteedbaar inkomen in Schiedam van personen met 52 weken inkomen en van huishoudens per buurt, ultimo 2002
CBS-buurt
Wijk
76 37 96 95 36 97 44 93 92 38 94 23 11 21 35 65 62 00 32 71 91 22 75 31 41 77 12 74 66 17 73 13 42 33 61 68 64 14 63 34 43 15 16 72 67
Kethel West Spal./Sveap. Spal./Sveap. West Spal./Sveap. Zuid Woudhoek Woudhoek West Woudhoek Centrum Oost Centrum West Nieuwland Nieuwland Centrum West Kethel Woudhoek Centrum Kethel West Zuid Kethel Oost Groenoord Nieuwland Oost Groenoord Oost Zuid West Nieuwland Nieuwland Nieuwland Oost Nieuwland West Zuid Oost Oost Groenoord Nieuwland
Vogelbuurt Ziekenhuisbuurt De Vlinderh. / Sveaholm De Gaarden / Sveafors Nassaukwartier De Akkers / De Velden Maasboulevard Kastelenbuurt Ambachtenbuurt Julianalaan Botenbuurt Plantage Stadserf Schienoko v.Smaleveltstraat Delflandseweg v.Hogendorpstraat Hoogstraat Vondellaan Bijdorp v.Dalsumlaan Westvest Hof van Spaland Frans Halsplein Dwarsstraat Tuindorp Laurens Costerstraat Johann Straussplein Schiehart Boerhaaveplein E.v.Beinumlaan Singel Pernissestraat Fabriplein Slachthuisbuurt Dr.Wibautplein Henri Polakstraat Reaumurstraat v.Maanenstraat Brugmanstraat Abbenbroeksestraat Morsestraat Newtonplein Obrechtstraat Mgr. Nolenslaan Schiedam
Persoonsinkomen
Toename Huishoudenst.o.v. 2000 inkomen
€ 27.200 € 28.700 € 22.400 € 19.500 € 22.000 € 21.100 € 26.400 € 20.200 € 19.300 € 21.300 € 18.900 € 22.200 € 22.100 € 20.000 € 19.400 € 19.300 € 18.800 € 20.800 € 18.700 € 15.300 € 17.500 € 20.100 € 18.500 € 17.300 € 17.100 € 16.100 € 17.800 € 17.200 € 18.400 € 17.300 € 17.200 € 16.500 € 15.800 € 15.600 € 15.900 € 16.300 € 16.400 € 15.400 € 15.700 € 15.700 € 15.900 € 15.400 € 16.300 € 16.900 € 15.100
19,8% 18,6% 16,7% 8,3% 25,0% 14,1% 16,3% 13,5% 17,7% 15,8% 14,5% 19,4% 16,3% 18,3% 5,4% 8,7% 24,5% 22,4% 14,7% 1,3% 15,1% 8,1% 17,1% 13,8% 11,0% 14,2% 17,1% 17,8% 20,3% 12,3% 17,0% 15,4% 12,1% 9,1% 16,9% 15,6% 20,6% 12,4% 14,6% 12,1% 12,8% 16,7% 15,6% 12,7% 13,5%
€ 46.300 € 45.400 € 39.500 € 39.300 € 38.700 € 37.800 € 36.700 € 34.600 € 33.800 € 33.600 € 33.400 € 32.800 € 32.100 € 31.600 € 30.800 € 30.500 € 30.400 € 30.300 € 29.400 € 28.400 € 27.800 € 27.600 € 27.500 € 27.200 € 27.000 € 26.500 € 25.800 € 25.600 € 25.300 € 25.300 € 25.100 € 24.300 € 24.000 € 23.500 € 23.200 € 22.500 € 22.200 € 22.200 € 22.100 € 22.100 € 22.000 € 22.000 € 21.800 € 21.600 € 21.500
€ 18.200
15,9%
€ 27.700
Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
19
Rangorde 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 29 31 32 33 34 35 36 37 37 39 39 41 41 43 44 45
In alle buurten is sprake van een toename van het besteedbaar inkomen. In de Ziekenhuisbuurt in West, de Vogelbuurt in Kethel en de Maasboulevard in Zuid is het persoonlijk inkomen gemiddeld het hoogst. Toch staat de Maasboulevard voor wat betreft het huishoudensinkomen enkele plaatsen lager (7e): dit komt omdat in deze buurt naar verhouding wat meer alleenstaanden (en dus éénverdieners) wonen terwijl het in de Ziekenhuisbuurt en de Vogelbuurt wat vaker om tweeverdieners gaat. Overigens is het verschil in inkomen tussen de buurten onderling vrij fors. Zo hebben de huishoudens in de onderste 10 buurten van de ranglijst een gemiddeld netto besteedbaar inkomen dat nog niet de helft bedraagt van de huishoudens in de twee best scorende buurten. Wat verder opvalt is dat bij de top 5 van buurten waarvan het inkomen de afgelopen twee jaar het meest is toegenomen, drie buurten in Nieuwland behoren. Dat betreft buurt 62 (van Hogendorpstraat), buurt 64 (Henri Polakstraat) en buurt 66 (Schiehart). Het inkomen is het minst toegenomen in buurt 71 (Bijdorp) en buurt 35 (van Smaleveltstraat). In tabel 12 staat per buurt de omvang van de aandachtsgroep voor de volkshuisvesting weergegeven. Uitschieters zijn buurt 67 (Mgr Nolenslaan) en buurt 68 (Dr Wibautplein) waar rond de 55 procent van de huishoudens tot de aandachtsgroep behoort. Ook in buurt 63 (van Maanenstraat) en buurt 15 (Morsestraat) behoort (ruim) de helft van de huishoudens tot de aandachtsgroep.
20
Tabel 12:
Aandachtsgroep van de volkshuisvesting, ultimo 2002 (afgerond op tientallen) Aandachtsgroep Volkshuisvesting
CBS-buurt
Wijk
00 11 12 13 14 15 16 17 21 22 23 31 32 33 34 35 36 37 38 41 42 43 44 61 62 63 64 65 66 67 68 71 72 73 74 75 76 77 91 92 93 94 95 96 97
Centrum Oost Oost Oost Oost Oost Oost Oost Centrum Centrum Centrum West West West West West West West West Zuid Zuid Zuid Zuid Nieuwland Nieuwland Nieuwland Nieuwland Nieuwland Nieuwland Nieuwland Nieuwland Kethel Groenoord Groenoord Groenoord Kethel Kethel Kethel Woudhoek Woudhoek Woudhoek Woudhoek Spal./Sveap. Spal./Sveap. Spal./Sveap.
Hoogstraat Stadserf Laurens Costerstraat Singel Reaumurstraat Morsestraat Newtonplein Boerhaaveplein Schienoko Westvest Plantage Frans Halsplein Vondellaan Fabriplein Brugmanstraat v.Smaleveltstraat Nassaukwartier Ziekenhuisbuurt Julianalaan Dwarsstraat Pernissestraat Abbenbroeksestraat Maasboulevard Slachthuisbuurt v.Hogendorpstraat v.Maanenstraat Henri Polakstraat Delflandseweg Schiehart Mgr. Nolenslaan Dr.Wibautplein Bijdorp Obrechtstraat E.v.Beinumlaan Johann Straussplein Hof van Spaland Vogelbuurt Tuindorp v.Dalsumlaan Ambachtenbuurt Kastelenbuurt Botenbuurt De Gaarden / Sveafors De Vlinderh. / Sveaholm De Akkers / De Velden Schiedam
met huur- zonder huur- totaal (en in % subsidie subsidie van alle huishoud.) 140 x 110 140 60 160 80 170 x x x 60 30 190 230 x x x x 80 120 230 x 80 100 220 200 80 210 720 630 x 120 720 490 100 x 80 200 x 130 80 x x 50
140 x 90 270 110 150 220 300 x x x 180 240 120 150 x x x x 120 180 200 x 50 40 130 140 30 130 340 310 x 60 230 150 20 x 60 80 x 60 60 x x 100
6.300
5.190
x = aantal huishoudens te klein om weer te geven Bron: CBS: Regionale inkomensverdeling 2002
21
280
(33%) x
200 410 170 310 300 470 130 80 80 240 270 310 380
(33%) (39%) (43%) (50%) (41%) (29%) (25%) (23%) (25%) (32%) (25%) (42%) (42%) x x x
100 200 300 430 80 130 140 350 340 110 340 1.060 940
(26%) (24%) (39%) (47%) (24%) (38%) (39%) (51%) (46%) (31%) (43%) (55%) (54%) x
180 950 640 120
(47%) (37%) (37%) (35%) x
140 280
(32%) (28%) x
190 140
(19%) (26%) x x
150
(12%)
11.490 (34%)
7.
Conclusie
De ontwikkeling van het inkomen in Schiedam in de periode 2000-2002 is gunstig verlopen. Daarmee heeft de trend die zich in de periode 1998-2000 al voorzichtig aandiende, zich duidelijk voortgezet. In 2002 bedroeg het gemiddeld besteedbare inkomen per persoon € 18.200,- hetgeen een groei betekent van 15,9 procent. De toename is groter dan het landelijk gemiddelde (+14,1%). Bovendien ontwikkelde Schiedam zich beter dan de meeste andere Rijnmond-gemeenten. Omdat dit ook al in de periode 1998-2000 het geval was, heeft Schiedam de achterstand op steden als Vlaardingen, Maassluis en Spijkenisse grotendeels ingelopen. Evenals in de periode 1998-2000 hebben vooral niet-westerse allochtonen hun inkomenspositie weten te verbeteren. De (nog steeds bestaande) achterstand van deze groepen in de hoogte van het inkomen wordt hierdoor kleiner. Binnen Schiedam valt op dat de achterstandswijken Nieuwland en Groenoord zich goed hebben verbeterd. In deze wijken, waar toch voornamelijk huishoudens met lagere inkomens wonen, is de groei groter dan gemiddeld in Schiedam. Vermoedelijk is dit een gevolg van de herstructurering van de woningvoorraad in deze wijken. Hierdoor is het aantal huishoudens met een laag inkomen afgenomen terwijl er anderzijds hogere inkomensgroepen voor in de plaats zijn gekomen. In Schiedam behoort 11,3 procent van alle huishoudens tot de categorie die op of onder het sociale minimum leeft. Deze groep neemt naar verhouding in omvang af, desondanks is het aandeel nog wel hoger dan het landelijk gemiddelde dat 9,5 procent bedraagt. Voor de periode 2002-2004 valt te verwachten dat de ontwikkeling van de besteedbare inkomens waarschijnlijk wederom bovengemiddeld zal zijn. Juist omdat in deze periode de sloop van woningen in wijken als Nieuwland en Groenoord zich heeft doorgezet en er bovendien met name in Sveaparken duurdere nieuwbouw is bijgekomen, lijkt een verdere verbetering van de inkomenspositie reëel. Dat zal echter moeten blijken uit de belastinggegevens die in 2007 beschikbaar komen. Concluderend: • De inkomensgroei ligt boven het landelijk gemiddelde. • Schiedam heeft - evenals in de vorige onderzoeksperiode - de achterstand in de regio op andere gemeenten (deels) ingelopen. • Niet-westerse allochtonen boeken een bovengemiddelde stijging van het besteedbare inkomen. • De inkomens in de herstructureringswijken Nieuwland en Groenoord ontwikkelen zich relatief sterk. • Op basis van de gerealiseerde sloop en nieuwbouw van woningen is de verwachting dat in de periode 2002-2004 de inkomens zich wederom gunstig ontwikkeld zullen hebben.
22