INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding ............................................................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
2
Calamiteitenorganisatie....................................................................................................... 6 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
Doelstelling .............................................................................................................................. 3 Opzet ....................................................................................................................................... 3 Leeswijzer ................................................................................................................................ 3 Versiebeheer ............................................................................................................................ 4 Referentiedocumenten ............................................................................................................ 4 Relatie met milieuvergunning .................................................................................................. 5 Bedrijfsvoering......................................................................................................................... 6 Calamiteitenorganisatie voor de spoorbranche.........................................................................7 Gezamenlijke Brandweer ..........................................................................................................7 Incidenten met gevaarlijke stoffen ............................................................................................7 Huisregels .................................................................................................................................7
Middelen .............................................................................................................................. 8 3.1 3.2 3.3
Voorzieningen op de emplacementen...................................................................................... 8 Alarmering en communicatiesystemen .................................................................................... 8 Oefeningen .............................................................................................................................. 8
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
2
1
Inleiding
1.1 Doelstelling Het hebben van een bedrijfsnoodplan is een verplichting die voortvloeit uit de vigerende milieu/omgevingsvergunning en uit het Arbeidsomstandighedenbesluit. De doelstelling van het bedrijfsnoodplan is om - gebruikers en betrokkenen in staat te stellen zich zo goed mogelijk te prepareren op mogelijke calamiteiten, - de effecten van een incident zoveel mogelijk te beperken doordat betrokkenen adequaat kunnen handelen, - mensen op het emplacement zoveel mogelijk te beschermen en te redden, en - persoonlijk letsel en schade aan het milieu door incidenten zoveel mogelijk te beperken door duidelijk te maken wat de procedures zijn en welke voorzieningen aanwezig zijn, - het beperken en voorkomen van gevolgen voor het milieu als gevolg van een calamiteit. 1.2 Opzet Omdat de risico’s voor alle spooremplacementen waar gerangeerd wordt met gevaarlijke stoffen vergelijkbaar zijn, is er voor gekozen om dit bedrijfsnoodplan op te bouwen uit een generiek deel, van toepassing op alle emplacementen, en een specifiek deel per emplacement. Dit document is het generieke deel. Het geeft een algemene beschrijving van de calamiteitenorganisatie, van toepassing zijnde procedures en beschikbare middelen. In de specifieke documenten per emplacement[2] worden, in combinatie met de ARIE[1], locatiespecifieke aspecten beschreven. Dit bedrijfsnoodplan wordt ter beschikking gesteld via een beveiligd gedeelte van de website van Keyrail, www.keyrail.nl. Bij het publiceren van (updates van) dit bedrijfsnoodplan worden de stakeholders (vervoerders, aannemers, toezichthouders, hulpdiensten) hier expliciet op gewezen. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de calamiteitenorganisatie geschetst, in hoofdstuk 3 wordt kort ingegaan op middelen en het melden van incidenten.
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
3
1.4
Versiebeheer
v0.2, juli 2012 v1.0, september 2012 v1.1 juli 2013 V1.2 april 2014
1.5 [0] [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7]
Volledig herziene versie ten behoeve van interne beoordeling. Vastgesteld. Review n.a.v. vergunning wijziging en wijziging versie huisregels Volledig herziene versie ten behoeve van interne beoordeling.
Referentiedocumenten Generiek bedrijfsnoodplan voor Keyrail emplacementen, versie 1.2 april 2014 Generieke ARIE voor Keyrail emplacementen versie 1.2 april 2014 Specifieke ARIE & Bedrijfsnoodplan voor Keyrail emplacementen versie 1.2 april 2014 Handboek Incidentmanagement Rail versie 2.0 november 2013 Samenwerkingsovereenkomst GB versie 1.4 januari 2013 De huisregels van Keyrail www.keyrail.nl, versie 2.0 25-03-2014 Keyrail zakkaartje versie 1.0 11-12-2013 Werkwijze treindienstleider versie: 01-02-2014
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
4
Eis vergunning: Het bedrijfsnoodplan bevat tenminste de volgende gegevens en beschrijvingen: a. de naam en functie van de personen die bevoegd zijn om noodprocedures in werking te laten treden en van de persoon die belast is met de leiding en coördinatie van de maatregelen ter bestrijding van een calamiteit binnen de inrichting;
H6.1 Bijlage 1 beslisboom Trdl
Handboek Incidentmanagement Rail versie 2.0
Zakkaartje Keyrailemplacementen versie 1.0
Samenwerkingsovereenkomst GB versie 1.4
Werkwijze trdl versie: 01-02-2014
Relatie met milieuvergunning Onderliggende documentatie
1.6
H3.1.2 ProRail incidentenregie blz. 6
b. op welke wijze wordt bewerkstelligd dat een bedrijfshulpverleningsploeg binnen 20 minuten na oproep bij een calamiteit inzetbaar zijn. Deze ploeg dient bij een calamiteit, zoals lekkages en brand, adequate maatregelen te kunnen treffen om verder milieuschade te voorkomen of te beperken. (Hieronder wordt geen brandbestrijding anders dan met draagbare blustoestellen verstaan.);
H3.2 BHV team blz. 6
c. het aantal personen waaruit de bedrijfshulpverleningsploeg bestaat, het opleidingsniveau van deze personen, de uitrusting, het aantal voertuigen, de beschikbare materialen en middelen en de tijd waarbinnen de bedrijfshulpverleningsploeg aanwezig en inzetbaar is. Dit dient in overleg met de brandweer te worden bepaald;
H3.2 BHV team blz. 6
d. de naam en functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de contacten met de verantwoordelijke autoriteiten;
H3.1.2 ProRail incidentenregie blz. 6
e. voor voorzienbare omstandigheden of gebeurtenissen die een doorslaggevende rol kunnen spelen bij het ontstaan van een calamiteit, een beschrijving van de te nemen maatregelen ter beheersing van de toestand of de gebeurtenis en ter beperking van de gevolgen daarvan, met inbegrip van een beschrijving van de beschikbare veiligheidsuitrusting en middelen;
Bijlage 2 treinincident scenario's
f. de maatregelen ter beperking van het risico voor personen binnen de inrichting, waaronder het alarmsysteem en de gedragsregels bij het afgaan van het alarm;
X
g. de regelingen om de autoriteit die verantwoordelijk is voor het in werking laten H6.1 Bijlage 1 treden van het externe noodplan bij een calamiteit snel in te lichten, de beslisboom inlichtingen die onmiddellijk moeten worden verstrekt en de regelingen voor het Trdl verstrekken van uitvoeriger inlichtingen, wanneer deze beschikbaar komen; H3.2.2 Preparatieve maatregelen en procedures blz. 7
h. de regelingen om de mensen (werknemers en de betrokken externen) op te leiden voor het vervullen van de taken die van hen verwacht worden en indien nodig de coördinatie hiervan met de externe hulpdiensten; i. de regelingen voor de verlening van steun aan externe hulpdiensten; j. de regeling om buurbedrijven binnen twee minuten na signalering van het incident telefonisch te waarschuwen. Het betreft de bedrijven die zich binnen de effectafstand van de Alarmeringsgrenswaarde (AGW) bevinden k. procedures ter naleving van voorschriften uit dit hoofdstuk.
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
X n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
X
X
X
X
5
2
Calamiteitenorganisatie
2.1 Bedrijfsvoering Exploitant : Keyrail Postadres : Postbus 108, 3330 AC Zwijndrecht Telefoon : 088-2333100 Fax : 088-2333150 De volgende partijen zijn betrokken bij de bedrijfsvoering op emplacementen: ProRail Verkeersleiding : ProRail Calamiteitenorganisatie: ProRail Projectenorganisatie Keyrail: Vervoerders: Aannemers:
treindienstleiders Algemeen Leider, medewerkers Ongevallenbestrijding personeel ten behoeve van aanleg van infrastructuur adviseurs milieu en veiligheid, inspecteurs AM en P&AC machinisten, wagencontroleurs, wagenreparateurs onderhoudspersoneel
In zijn algemeenheid kunnen de volgende activiteiten/handelingen plaatsvinden op de goederenemplacementen: -
het samenstellen en sorteren van treinen of rangeerdelen met behulp van (radiografisch bediende) (diesel)locomotieven, het wisselen of kopmaken van locomotieven, het overstaan van treinen, het controleren van treinen voor vertrek, aftanken diesellocomotieven, het uitvoeren van kleine reparaties aan materieel, het laden en lossen van (niet gevaarlijke) goederen, onderhoud en vernieuwing van de spoorbaan en spoorgebonden installaties en het opslaan van hiervoor benodigde materialen en stoffen.
De feitelijke aansturing op de emplacementen is in handen van de treindienstleiders die aanwezig zijn op de treindienstleiderspost te Kijfhoek, Zwijndrecht. Bij alle emplacementen zijn toegangshekken aanwezig die zijn afgesloten met een Viro-slot. Voor de brandweer zijn sleutelkastjes aangebracht waarin een Viro- sleutel te vinden is.
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
6
Op de emplacementen zijn diverse gebouwen aanwezig die gehuurd worden door vervoerders of aannemers. De BHV- zorg binnen deze gebouwen behoort tot de verantwoordelijkheid van de gebruikers. De gebruikers worden in staat gesteld om de BHV- plannen van de gebouwen af te stemmen op het Keyrail bedrijfsnoodplan. De (rangeer)activiteiten op de Keyrail goederenemplacementen mogen in principe1 24 uur per dag, 7 dagen per week plaatsvinden. 2.2 Calamiteitenorganisatie voor de spoorbranche Keyrail maakt voor de afhandeling van incidenten gebruik van de calamiteitenorganisatie van ProRail. De basis voor afhandeling van incidenten is vastgelegd in het Handboek Incidentmanagement Rail (zie [3], ook beschikbaar op www.prorail.nl). In dit plan wordt de scenariofilosofie, de organisatie en betrokken partijen en taken van overheidsdiensten beschreven. Een operationele uitwerking wordt gegeven voor de deelaspecten van incidentbestrijding binnen de matrix van incidentscenario’s. Het plan sluit aan bij de landelijk overeengekomen ‘Handreiking Voorbereiding Treinincidentbestrijding’ (zie www.nifv.nl). De rollen van onder meer Algemeen Leider (AL), Regionaal Beleidsteam Incidentmanagement (RBI), Landelijke Beleidsteam Incidentmanagement (LBI), Calamiteitenstaf, Ongevallenbestrijding en BackOffice worden beschreven. Voor Keyrail zijn de Veiligheidsregio’s Rotterdam Rijnmond en Gelderland Midden en de Milieudienst Rijnmond (DCMR) van belang. 2.3 Bedrijfsbrandweer Voor de havenemplacementen waar gerangeerd wordt met gevaarlijke stoffen (dit betreft dus Maasvlakte, Waalhaven Zuid, Pernis, Botlek en Europoort) is een aanwijzing bedrijfsbrandweer van toepassing. Hieraan wordt invulling door middel van contractering [4] met de Gezamenlijke Brandweer. 2.4 Incidenten met gevaarlijke stoffen Afhandeling van incidenten met gevaarlijke stoffen is integraal onderdeel van het Handboek Incidentmanagement Rail [3]. 2.5 Huisregels Voor alle medewerkers en bezoekers op emplacementen zijn huisregels [5] van toepassing, opgesteld door Keyrail om ongevallen en schade aan gezondheid of milieu te voorkómen. Deze huisregels zijn verplicht voor alle gebruikers van / aanwezigen op emplacementen.
1
Afwijkingen hierop zijn opgenomen in de specifieke ARIE en bedrijfsnoodplan voor Keyrail- emplacementen
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
7
3
Middelen
3.1 Voorzieningen op de emplacementen In het algemeen zijn de emplacementen voorzien van -
windvaan, nooddouche, aanrijdroutes en calamiteitenwegen, brandweeringangen, brandkranen en opzetstukken, vulpunten en afnamepunten droge brandblusleiding, sleutelkluizen met Virosleutels voor de toegangspoorten.
In een separaat document[2] zullen per emplacement de specifieke aspecten worden beschreven. De brandbestrijdingsvoorzieningen worden onderhouden en op goede werking geïnspecteerd conform de eisen in de milieu/omgevingsvergunning respectievelijk de aanwijzing bedrijfsbrandweer. 3.2 Alarmering en communicatiesystemen Alarmering en/of communicatie vindt plaats via portofoon, GSM-R , telefoon en semafoon. Het meldpunt voor incidenten is altijd de gebiedsverantwoordelijke treindienstleider. Een melding kan (bijvoorbeeld door aanwezig personeel) direct aan de treindienstleider gedaan worden, of (bijvoorbeeld door derden) via 112 – meldkamer KLPD Spoorwegpolitie – Back Office. Dooralarmering vanuit de treindienstleider vindt plaats conform beslisboom treindienstleider [7] Indien noodzakelijk kan op verzoek van de overheidshulpdiensten, door het Schakel- en MeldCentrum (SMC), de bovenleidingspanning afgeschakeld worden. Uitleg over de betekenis van gevarenetiketten, oranje kenmerking, herkennen van incidenten en de juiste en volledige wijze van het melden daarvan kan gevonden worden op het daartoe bedoelde zakkaartje [6] 3.3 Oefeningen Oefeningen van de noodorganisatie op emplacementen vinden plaats tijdens de reguliere BHVoefeningen. In overleg met de Gezamenlijke Brandweer en de betrokken veiligheidsregio’s wordt jaarlijks een oefenplanning opgesteld (de actuele versie is beschikbaar bij de afdeling Quality Safety & Environment (QSE) van Keyrail).
Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014
8