Hoofdkantoor Princenhof Park 3 3972 NG Driebergen Postbus 232 3970 AE Driebergen T 030-751 80 00 F 030-751 80 01 E
[email protected] www.ciz.nl
Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer
Korte inhoud In dit document worden de veranderingen weergegeven in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de bijbehorende bijlagen. Ook zijn de wijzigingen in de CIZ Indicatiewijzer toegelicht. De veranderingen gelden per 1 januari 2013.
Documenteigenaar
Manager afdeling Beleid & Juridische Zaken
Ingangsdatum Versie/status/datum Documentbeheerder Pagina’s
01-01-2013 1.0 / 01-2013
[email protected] 15
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
1.0
Veranderingen in de Beleidsregels 2013
In deze paragraaf wordt weergegeven welke veranderingen in de Beleidsregels, geldend per 1 januari 2013, hebben plaatsgevonden ten opzichte van de Beleidsregels geldend per 1 januari 2012.
In dit document wordt allereerst per veranderd onderwerp (alleen die onderwerpen die op meerdere Beleidsregels van toepassing zijn) aangegeven waar dit per Beleidsregel van invloed is geweest op de tekst. Vervolgens wordt per bijlage weergegeven wat er is veranderd met daarbij ook de ‘kleine’ veranderingen die niet op meerdere Beleidsregels van toepassing zijn.
Inhoudsopgave 1.0 Veranderingen in de Beleidsregels 2013 ..................................................................... 2 1.1 Veranderingen op onderwerp .................................................................................... 3 1.2 Veranderingen per bijlage bij de Beleidsregels ............................................................ 4 1.2.1 Algemeen ................................................................................................................. 4 1.2.2 Grondslagen.............................................................................................................. 5 1.2.3 Gebruikelijke zorg...................................................................................................... 5 1.2.4 Persoonlijke Verzorging .............................................................................................. 5 1.2.5 Verpleging ................................................................................................................ 5 1.2.6 Begeleiding ............................................................................................................... 5 1.2.7 Behandeling .............................................................................................................. 6 1.2.8 Verblijf ..................................................................................................................... 6 1.2.9 Kortdurend Verblijf .................................................................................................... 7 2.0 Veranderingen per hoofdstuk van de CIZ Indicatiewijzer ............................................. 8 2.1 Algemeen .................................................................................................................... 8 2.2 Grondslagen ................................................................................................................ 9 2.3 Gebruikelijke zorg......................................................................................................... 9 2.4 Persoonlijke Verzorging ................................................................................................. 9 2.5 Verpleging ................................................................................................................. 10 2.6 Begeleiding................................................................................................................ 10 2.7 Behandeling............................................................................................................... 11 2.8 Verblijf ...................................................................................................................... 11 2.9 Kortdurend Verblijf ..................................................................................................... 12 2.10 Palliatief terminale zorg ............................................................................................. 13 2.11 Thuisbeademing ....................................................................................................... 13 2.12 AWBZ-zorg in het onderwijs ....................................................................................... 13 2.13 ADL-assistentie ........................................................................................................ 13
2
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
1.1
Veranderingen op onderwerp
Per gewijzigd onderwerp wordt aangegeven waar dit op de Beleidsregels van invloed is geweest. Hier worden alleen de onderwerpen genoemd die betrekking hebben op meerdere bijlagen van de Beleidsregels.
Onderwerp
Algemeen
1.
Extramuralisering/ vervallen § 2.1, § 2.7, leveringsvoorwaarden §3
2.
Langdurige zorgbehoefte
§ 2.1, § 2.6, § 2.7
3.
Thuisbeademing ook voor volwassenen
§ 3.4
Grondslagen
Gebruikelijke Persoonlijke zorg verzorging
Verpleging
Begeleiding
Behandeling
Verblijf
Kortdurend Verblijf
§ 2.2, § 2.3, § 2.4
§ 5.4
3
§ 4.1
§ 4.1
§ 4.1
Veranderingen bijlagen/beleidsregels indicatiestelling AWBZ
1.2
Veranderingen per bijlage bij de Beleidsregels
In dit hoofdstuk wordt per bijlage van de Beleidsregels weergegeven wat er is veranderd met daarbij ook de ‘kleine’ veranderingen die niet op meerdere Beleidsregels van toepassing zijn.
1.2.1 Algemeen 1. In paragraaf 2.1 definities zijn twee definities toegevoegd, te weten: a. “Langdurige zorgbehoefte; Een zorgbehoefte van de verzekerde die ten minste een jaar zal bestaan vanaf het moment dat de zorgvrager volgens het indicatiebesluit op zorg is aangewezen.” Deze is toegevoegd aangezien in het Zorgindicatiebesluit (Zib) nieuw is dat het CIZ vast moet stellen of sprake is van een langdurige zorgbehoefte. b. “Leefklimaat; Leefomgeving waarop de verzekerde is aangewezen in verband met noodzakelijk samenhangende zorg. Het leefklimaat kan bestaan uit een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat of er wordt permanent toezicht geboden.” Deze is toegevoegd om duidelijk te maken dat de leefklimaten het indicatiecriterium zijn voor de functie Verblijf. 2. In paragraaf 2.5 geldigheidsduur is een tekst opgenomen betreffende het antedateren van de startdatum van de zorg. Bij SIP’s en Indicatiemeldingen wordt op de datum van aanvraag al wel zorg verleend, maar beslist het CIZ nog niet op die datum. Het CIZ beslist in die gevallen binnen twee weken. In bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld als de zorg is gestart op een feestdag), moet de aanvraag zo spoedig mogelijk, maar maximaal 5 (kalender)dagen na de start van de zorg bij het CIZ worden ingediend. De ingangsdatum van de geïndiceerde zorg is dan de datum waarop de zorg is gestart. 3. De langdurige zorgbehoefte is beschreven in paragraaf 2.6. In het Zorgindicatiebesluit (Zib) is nieuw dat het CIZ vast moet stellen of sprake is van een langdurige zorgbehoefte. Bij een kortdurende zorgbehoefte is, volgens de Regeling subsidies AWBZ, de toekenning van een pgb niet mogelijk. 4. In paragraaf 2.7 wordt beschreven dat de voorkeur van de verzekerde voor een leveringsvorm als aanvullende informatie bij het indicatiebesluit kan worden vermeld. Met ingang van 1 januari 2013 kan de verzekerde bij het CIZ ook (weer) bij extramurale functies de voorkeur uitspreken voor de leveringsvorm pgb of ZIN. De voorkeur staat als advies in de brief met het indicatiebesluit. Het zorgkantoor toetst een verzoek om een pgb en beslist of dit wordt toegekend. In de Regeling subsidies AWBZ worden de (nieuwe) voorwaarden voor de toekenning van een pgb beschreven. 5. Stap 4 van het indicatieonderzoek (beslissing: AWBZ-zorg met of zonder Verblijf), beschreven in paragraaf 3.4, is aangepast aan het vervallen van de leveringsvoorwaarden. De toeleiding naar de functie Verblijf geschiedt vanaf heden op basis van de leefklimaten. “Als de zorg waarop de verzekerde is aangewezen noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een van de volgende leefklimaten: beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat dan wel permanent toezicht, dan is er sprake van AWBZ-zorg met Verblijf.”
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
6. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
1.2.2 Grondslagen Er zijn geen wijzigingen in de bijlage Grondslagen.
1.2.3 Gebruikelijke zorg 1. Paragraaf 3 geeft de richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot AWBZ-zorg weer. Hierin is voor kinderen van 12 tot 18 jaar aangepast dat zij tot een leeftijd van 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig hebben. Hier stond voorheen ‘tot in ieder geval 17 jaar’.
1.2.4 Persoonlijke Verzorging Er zijn geen wijzigingen in de bijlage Persoonlijke Verzorging.
1.2.5 Verpleging 1. In paragraaf 3.1 stond voorheen dat ‘de zorg zoals een medisch specialist die pleegt te bieden’ niet onder de aanspraken van de AWBZ valt, maar onder de Zvw. De tekst is nu gewijzigd in: “De verpleging die noodzakelijk is in verband met medisch specialistische zorg, valt niet onder de aanspraken van de AWBZ maar onder de Zvw.” 2. In de tabel met gemiddelde tijden (paragraaf 4.4) is een kleine aanpassing gedaan. Bij activiteit 4.1 is de toevoeging ‘bij kinderen tot 18 jaar’ verwijderd, aangezien thuisbeademing per januari 2013 ook mogelijk is voor volwassen verzekerden. De activiteit heet nu ‘Toezicht i.v.m. thuisbeademing’. 3. Paragraaf 5.4 (Criteria voor het indiceren van individueel verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing) is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf januari 2013 ook voor volwassen verzekerden mogelijk is. In deze paragraaf wordt algemene informatie gegeven en daarna worden achtereenvolgens de criteria, de omvang en de doelmatigheid/ doeltreffendheid beschreven.
1.2.6 Begeleiding 1. In verband met het vervallen van de leveringsvoorwaarden is de passage over kinderen van 0-12 maanden in paragraaf 3 (Indicatiecriteria) aangepast: “Bij een kind in de leeftijd van 012 maanden, dat als gevolg van een somatische aandoening of beperking aanspraak heeft op Persoonlijke Verzorging of Verpleging in combinatie met het leefklimaat permanent toezicht zoals beschreven in bijlage 8 Verblijf en bij wie deze zorgbehoefte leidt tot (dreigende) overbelasting van de ouder(s), is er tevens toegang tot de functie Begeleiding.”
5
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
2. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
1.2.7 Behandeling 1. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
1.2.8 Verblijf 1. De teksten over de leefklimaten in de paragrafen 2.2, 2.3 en 2.4 zijn zodanig aangepast dat deze zo goed mogelijk aansluiten bij de grens tussen de ZZP’s die per 1 januari 2013 geëxtramuraliseerd worden voor nieuwe verzekerden en de ZZP’s die niet worden geëxtramuraliseerd (de grens tussen ZZP 2 en 3). Cliënten worden voortaan langer in hun eigen omgeving geholpen. “Een beschermende woonomgeving is een veilige en afgeschermde woon- en leefomgeving waar samenhangende zorg wordt geboden aan verzekerden die door hun beperkingen niet in staat zijn zelfstandig te leven en een mogelijk gevaar voor zichzelf of anderen vormen. De bescherming richt zich primair op de verzekerde zelf, niet op zijn omgeving of de maatschappij.” De mogelijke redenen voor het ontstaan van het gevaar zijn vervolgens beschreven. 2. Een uitzondering op de extramuralisering is gemaakt voor jongeren tussen 17 en 23 jaar: “Daarnaast hebben jongeren van 17 tot 23 jaar die vanwege hun aandoeningen, stoornissen en beperkingen nog niet in staat zijn zelfstandig te wonen, maar dat wel kunnen leren, gedurende een afgebakende periode (maximaal tot hun 23e verjaardag) aanspraak op een beschermende woonomgeving met als doel om zich verder te ontwikkelen naar zelfstandig wonen.” 3. De tekst over therapeutisch leefklimaat in paragraaf 2.3 is aangepast. De tekst is meer op de verzekerde gericht en niet meer zozeer op de inrichting van de setting: “De verzekerde heeft vanwege zijn stoornissen/beperkingen behoefte aan specifieke Behandeling en een multidisciplinaire aanpak waaraan Verblijf onlosmakelijk verbonden is. Het behandelprogramma is ingebed in het hele zorgprogramma, behandelaars en zorgmedewerkers hanteren continu dezelfde therapeutische aanpak, zodat de noodzakelijke interventies optimaal (zo nodig direct en continu) gepleegd kunnen worden.” 4. In paragraaf 4 is de tekst over permanent toezicht uitgebreid met de volgende tekst: “De verzekerde is gezien zijn aandoeningen, stoornissen en/of beperkingen aangewezen op een omgeving die toezicht biedt op regelmatige en onregelmatige momenten, zodat de zorgverlening goed kan inspelen op de (frequent voorkomende) zorgvraag. Dit toezicht moet worden geboden op basis van actieve observatie, en heeft als doel dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig te signaleren, waardoor tijdig ingegrepen kan worden en escalatie van onveilige/gevaarlijke/(levens)bedreigende gezondheids- en/of gedragssituaties voor verzekerde kan worden voorkomen.”
6
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
5. Naast het vaststellen van het zorgzwaartepakket, specificeert het CIZ of de verzekerde is aangewezen op Begeleiding in groepsverband. Hierbij is nu opgenomen dat het CIZ dit alleen doet bij de ZZP’s VG, LG, ZGvisueel, ZGauditief, GGZ-B en GGZ-C.
1.2.9 Kortdurend Verblijf 1. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
7
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
2.0
Veranderingen per hoofdstuk van de CIZ Indicatiewijzer
De wijzigingen die zijn aangebracht in de CIZ Indicatiewijzer versie 6.0 ten opzichte van versie 5.0 zijn veelal een gevolg van aanpassingen in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. De wijzigingen die hierin plaats hebben gevonden zijn in hoofdstuk 1 te lezen en zijn nogmaals opgenomen in dit hoofdstuk. Naast wijzigingen voortkomend uit de aanpassing van de Beleidsregels zijn er teksten gewijzigd in de CIZ Indicatiewijzer ter verduidelijking of ter volledigheid. Alle doorgevoerde wijzigingen zijn in de CIZ Indicatiewijzer gemarkeerd met een tekst in de kantlijn. Deze tekst geeft weer wat er is gewijzigd en waarom de tekst is gewijzigd.
2.1 Algemeen 1. In paragraaf 2.2.1 definities zijn twee definities toegevoegd, te weten: a. “Langdurige zorgbehoefte; Een zorgbehoefte van de verzekerde die ten minste een jaar zal bestaan vanaf het moment dat de zorgvrager volgens het indicatiebesluit op zorg is aangewezen.” Deze is toegevoegd aangezien in het Zorgindicatiebesluit (Zib) nieuw is dat het CIZ vast moet stellen of sprake is van een langdurige zorgbehoefte. b. “Leefklimaat; Leefomgeving waarop de verzekerde is aangewezen in verband met noodzakelijk samenhangende zorg. Het leefklimaat kan bestaan uit een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat of er wordt permanent toezicht geboden.” Deze is toegevoegd om duidelijk te maken dat de leefklimaten het indicatiecriterium zijn voor de functie Verblijf. 2. In paragraaf 2.2.5 geldigheidsduur is een tekst opgenomen betreffende het antedateren van de startdatum van de zorg. Bij SIP’s en Indicatiemeldingen wordt op de datum van aanvraag al wel zorg verleend, maar beslist het CIZ nog niet op die datum. Het CIZ beslist in die gevallen binnen twee weken. In bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld als de zorg is gestart op een feestdag), moet de aanvraag zo spoedig mogelijk, maar maximaal 5 (kalender)dagen na de start van de zorg bij het CIZ worden ingediend. De ingangsdatum van de geïndiceerde zorg is dan de datum waarop de zorg is gestart. 3. De langdurige zorgbehoefte is beschreven in paragraaf 2.2.6. In het Zorgindicatiebesluit (Zib) is nieuw dat het CIZ vast moet stellen of sprake is van een langdurige zorgbehoefte. Bij een kortdurende zorgbehoefte is, volgens de Regeling subsidies AWBZ, de toekenning van een pgb niet mogelijk. 4. In paragraaf 2.2.7 wordt beschreven dat de voorkeur van de verzekerde voor een leveringsvorm als aanvullende informatie bij het indicatiebesluit kan worden vermeld. Met ingang van 1 januari 2013 kan de verzekerde bij het CIZ ook (weer) bij extramurale functies de voorkeur uitspreken voor de leveringsvorm pgb of ZIN. De voorkeur staat als advies in de brief met het indicatiebesluit. Het zorgkantoor toetst een verzoek om een pgb en beslist of dit wordt toegekend. In de Regeling subsidies AWBZ worden de (nieuwe) voorwaarden voor de toekenning van een pgb beschreven. 5. Stap 4 van het indicatieonderzoek (beslissing: AWBZ-zorg met of zonder Verblijf), beschreven in paragraaf 2.3.4, is aangepast aan het vervallen van de leveringsvoorwaarden. De toeleiding naar de functie Verblijf geschiedt vanaf heden op basis van de leefklimaten. “Als de zorg waarop de verzekerde is aangewezen noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een van de volgende leefklimaten: beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat dan wel permanent toezicht, dan is er sprake van AWBZ-zorg met Verblijf.”
8
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
6. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
2.2 Grondslagen 1. Het hoofdstuk grondslagen is aangepast op geleide van de omschrijving van het begrip grondslag in de Beleidsregels: ‘een aandoening, beperking of handicap als gevolg waarvan de verzekerde op één of meerdere vormen van zorg kan zijn aangewezen.’ In verband hiermee is de tekst in het hoofdstuk (op meerdere plekken) aangepast om eenduidiger te zijn en een scherper onderscheid tussen ‘toegang’ en ‘aanspraak’ te maken. 2. De passage over de ter zake deskundige in paragraaf 3.3.2 is aangepast ter verduidelijking. 3. In paragraaf 3.4.1 wordt het begrip ‘fysieke aandoening’ verduidelijkt: “Een fysieke aandoening kan, maar hoeft niet, met het gemis van een lichaamsdeel en/of disfunctionerende lichaamsdelen gepaard gaan.” Dit betekent dat cliënten met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en daaruit voortkomende stoornissen, zonder motoriek/mobiliteit stoornissen (zoals gemis van een lichaamsdeel en/of disfunctionerende lichaamsdelen), als gevolg van een fysieke aandoening de grondslag Lichamelijke handicap kunnen krijgen. 4. In paragraaf 3.4.3 (Psychiatrische aandoening of beperking) is de volgende tekst toegevoegd: “De grondslag psychiatrie kan ook worden aangenomen wanneer psychische klachten en beperkingen het gevolg zijn van de op as I vermelde problemen die een reden voor zorg kunnen zijn (zie ook bijlage 1, tabel ‘DSM-IV-TR: de Assen I tot en met V’; as I: ‘andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn’). 5. De passage over de DSM-IV-TR in bijlage 1 is aangepast ter verduidelijking. De wijzigingen zijn tekstueel van aard.
2.3 Gebruikelijke zorg 1. De passage over substantieel meer zorg is aangepast vanwege het vervallen van de leveringsvoorwaarden. Tevens is de tekst verduidelijkt om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de Beleidsregels. De wijzigingen zijn voornamelijk van tekstuele aard. Een uitzondering is de situatie waarbij binnen een gezin meerdere kinderen zijn met een AWBZ-zorgvraag. Dan wordt de totale zorgvraag van deze kinderen bij elkaar in kaart gebracht om te bepalen welke bijdrage van de ouders in redelijkheid kan worden verwacht met betrekking tot het uur substantieel. Dit is inhoudelijk een wijziging ten opzichte van versie 5.0. 2. De bijlage bij hoofdstuk 4 geeft de richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot AWBZ-zorg weer. Hierin is voor kinderen van 12 tot 18 jaar aangepast dat zij tot een leeftijd van 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig hebben. Hier stond voorheen ‘tot in ieder geval 17 jaar’.
2.4 Persoonlijke Verzorging 1. In paragraaf 5.3 onder E. (wettelijk voorliggende voorzieningen) is een aantal voorbeelden gegeven van wettelijke regelingen die onder een ander domein dan de AWBZ vallen. Hier is de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) toegevoegd. Een voorbeeld van zorg die onder deze wet valt is tuberculosebestrijding.
9
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
2. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 5.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS.
2.5 Verpleging 1. In paragraaf 6.3 E onder de kop ‘Afbakening Zorgverzekeringswet/AWBZ stond voorheen dat ‘de zorg zoals een medisch specialist die pleegt te bieden’ niet onder de aanspraken van de AWBZ valt, maar onder de Zvw. De tekst is nu gewijzigd in: “De verpleging die noodzakelijk is in verband met medisch specialistische zorg, valt niet onder de aanspraken van de AWBZ maar onder de Zvw.” 2. In de tabel met gemiddelde tijden (bijlage bij hoofdstuk 6) is een kleine aanpassing gedaan. Bij activiteit 4.1 is de toevoeging ‘bij kinderen tot 18 jaar’ verwijderd, aangezien thuisbeademing per januari 2013 ook mogelijk is voor volwassen verzekerden. De activiteit heet nu ‘Toezicht i.v.m. thuisbeademing’. 3. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 6.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS. 4. Bijlage 2 bij hoofdstuk 6 Verpleging (intensieve kindzorg) is ingrijpend gewijzigd. In verband met het vervallen van de leveringsvoorwaarden heeft het ministerie van VWS de profielen binnen de doelgroep intensieve kindzorg gewijzigd.
2.6 Begeleiding 1. In verband met het vervallen van de leveringsvoorwaarden is de passage over kinderen van 0-12 maanden in paragraaf 7.3 onder B. (doelstelling/indicatiecriteria) aangepast: “Bij een kind in de leeftijd van 0-12 maanden, dat als gevolg van een somatische aandoening of beperking aanspraak heeft op Persoonlijke Verzorging of Verpleging in combinatie met het leefklimaat permanent toezicht zoals beschreven in hoofdstuk 9 Verblijf, en bij wie deze zorgbehoefte leidt tot (dreigende) overbelasting van de ouder(s), is er tevens toegang tot de functie Begeleiding.” Deze passage staat ook in dezelfde paragraaf onder het kopje ‘uitzondering toegang Begeleiding voor kinderen van 0-12 maanden’. 2. Het kopje ‘toezicht’ is in paragraaf 7.3 toegevoegd om volledig te zijn. Dit toezicht wordt ook beschreven in de tabel ‘activiteiten Begeleiding’. 3. In dezelfde paragraaf onder de kop ’Wet op de jeugdzorg en overige wetten met betrekking tot opvoedingsondersteuning’ is een nieuwe voetnoot opgenomen in verband met een wijziging in de afbakening tussen het CIZ en Bureau Jeugdzorg: “Voor kinderen tot 18 jaar met een psychiatrische grondslag is Bureau Jeugdzorg altijd het bevoegde orgaan. Voor jongeren van 18 tot 23 jaar is Bureau Jeugdzorg bevoegd als het gaat om voortgezette zorg of hervatting van zorg. Van voortgezette zorg is sprake als de zorg (dit kan ook alleen AWBZ-zorg zijn) is gestart voor het 18e levensjaar en verlengd moet worden. Er is sprake van hervatting van zorg als de zorg als de zorg die eerder was toegekend door Bureau Jeugdzorg binnen 6 maanden na beëindiging van de zorg moet worden hervat.” 4. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.”
10
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
5. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 7.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS.
2.7 Behandeling 1. In paragraaf 8.3 E. onder de kop ’Wet op de jeugdzorg en overige wetten met betrekking tot opvoedingsondersteuning’ is een nieuwe voetnoot opgenomen in verband met een wijziging in de afbakening tussen het CIZ en Bureau Jeugdzorg: “Voor kinderen tot 18 jaar met een psychiatrische grondslag is Bureau Jeugdzorg altijd het bevoegde orgaan. Voor jongeren van 18 tot 23 jaar is Bureau Jeugdzorg bevoegd als het gaat om voortgezette zorg of hervatting van zorg. Van voortgezette zorg is sprake als de zorg (dit kan ook alleen AWBZ-zorg zijn) is gestart voor het 18e levensjaar en verlengd moet worden. Er is sprake van hervatting van zorg als de zorg als de zorg die eerder was toegekend door Bureau Jeugdzorg binnen 6 maanden na beëindiging van de zorg moet worden hervat.” 2. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.” 3. De tekst betreffende de geldigheidsduur van de somatische revalidatie is verwijderd. Dit in verband met de overheveling van de somatische revalidatie naar de Zorgverzekeringswet. 4. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 8.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS. Daarnaast is in hier weergegeven dat Behandeling alleen in de vorm van zorg in natura kan worden toegekend.
2.8 Verblijf 1. De teksten over de leefklimaten in paragraaf 9.3 zijn zodanig aangepast dat deze zo goed mogelijk aansluiten bij de grens tussen de ZZP’s die per 1 januari 2013 geëxtramuraliseerd worden voor nieuwe verzekerden en de ZZP’s die niet worden geëxtramuraliseerd (de grens tussen ZZP 2 en 3). Cliënten worden voortaan langer in hun eigen omgeving geholpen. “Een beschermende woonomgeving is een veilige en afgeschermde woon- en leefomgeving waar samenhangende zorg wordt geboden aan verzekerden die door hun beperkingen niet in staat zijn zelfstandig te leven en een mogelijk gevaar voor zichzelf of anderen vormen. De bescherming richt zich primair op de verzekerde zelf, niet op zijn omgeving of de maatschappij.” De mogelijke redenen voor het ontstaan van het gevaar zijn vervolgens beschreven. 2. Een uitzondering op de extramuralisering is gemaakt voor jongeren tussen 17 en 23 jaar: “Daarnaast hebben jongeren van 17 tot 23 jaar die vanwege hun aandoeningen, stoornissen en beperkingen nog niet in staat zijn zelfstandig te wonen, maar dat wel kunnen leren, gedurende een afgebakende periode (maximaal tot hun 23e verjaardag) aanspraak op een beschermende woonomgeving met als doel om zich verder te ontwikkelen naar zelfstandig wonen.”
11
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
3. De tekst over therapeutisch leefklimaat in paragraaf 9.3 is aangepast ter verduidelijking. De tekst is meer op de verzekerde gericht en niet meer zozeer op de inrichting van de setting: “De verzekerde heeft vanwege zijn stoornissen/beperkingen behoefte aan specifieke Behandeling en een multidisciplinaire aanpak waaraan Verblijf onlosmakelijk verbonden is. Het behandelprogramma is ingebed in het hele zorgprogramma, behandelaars en zorgmedewerkers hanteren continu dezelfde therapeutische aanpak, zodat de noodzakelijke interventies optimaal (zo nodig direct en continu) gepleegd kunnen worden.” 4. De passage over permanent toezicht in paragraaf 9.3 is aangepast. De tekst is nu consistent gemaakt met de tekst uit Kortdurend Verblijf. 5. De weging Verblijf is aangepast in verband met het vervallen van de leveringsvoorwaarden. De leefklimaten zijn nu het indicatiecriterium voor de functie Verblijf. 6. In paragraaf 9.3 is de tekst onder D. (aanpassingen van de omgeving) aangepast ter verduidelijking. 7. In dezelfde paragraaf is onder de kop ‘AWBZ-Verblijf of verblijf op grond van de Wet op de Jeugdzorg?’ een tekst toegevoegd ter verduidelijking: “Ook als sprake is van een (aanvraag voor een) machtiging uithuisplaatsing van een kind omdat de ouders geen veilig thuis kunnen bieden, moet worden afgewogen of het hier gaat om een aanspraak op AWBZ-Verblijf of verblijf op grond van de Wet op de Jeugdzorg.” 8. Onder de kop ‘Best passend cliëntprofiel’ in paragraaf 9.4 is de tekst bij het ‘voorbeeld’ aangepast. Onder andere het voorbeeld van verzekerden met NAH is verwijderd. 9. De criteria voor het indiceren van ZZP VV 10 zijn aangepast. De criteria zijn nu duidelijker beschreven. 10. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 9.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS. Daarnaast is in hier toegevoegd dat ZZP VV 09b alleen in de vorm van zorg in natura kan worden toegekend. 11. De tekst betreffende dagbesteding (Begeleiding groep) onder paragraaf 9.5 (specifieke punten) is aangepast. De tekst is consistent gemaakt met de teksten in de hoofdstukken 7 (Begeleiding) en 13 (AWBZ-zorg in het onderwijs). 12. In dezelfde paragraaf is de tekst onder de kop ‘wachten op woningaanpassing of aangepast wonen’ aangepast. De tekst in de vorige versie was niet meer actueel.
2.9 Kortdurend Verblijf 1. De weging Kortdurend Verblijf, beschreven in paragraaf 10.3, is aangepast in verband met het vervallen van de leveringsvoorwaarden. 2. De 18-dagdelen regeling is aangepast aan het feit dat thuisbeademing vanaf heden ook mogelijk is voor volwassen cliënten. De toevoeging ‘bij kinderen’ is uit deze passage verwijderd: “Wanneer Kortdurend Verblijf, Begeleiding groep, Behandeling groep en/of Verpleging in de vorm van verpleegkundig toezicht i.v.m. thuisbeademing wordt geïndiceerd, dan kan dit voor maximaal 3 etmalen (= 18 dagdelen) per week.” 3. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 10.4 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS.
12
Veranderingen in Beleidsregels indicatiestelling AWBZ en CIZ Indicatiewijzer
2.10 Palliatief terminale zorg 1. De criteria voor het indiceren van ZZP VV 10 zijn aangepast. De criteria zijn nu duidelijker beschreven.
2.11 Thuisbeademing 1. Hoofdstuk 12 is ingrijpend gewijzigd naar aanleiding van de wijzigingen in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ over verpleegkundig toezicht bij thuisbeademing. Thuisbeademing, en hiermee ook verpleegkundig toezicht bij thuisbeademing, is per 1 januari 2013 ook mogelijk voor volwassen verzekerden, en niet alleen voor kinderen.
2.12 AWBZ-zorg in het onderwijs Er zijn geen wijzigingen in de het hoofdstuk AWBZ-zorg in het onderwijs.
2.13 ADL-assistentie 1. In paragraaf 14.5 (indiceren van functies naast de aanspraak ADL-assistentie) is de volgende tekst toegevoegd: “Een indicatie voor verpleegkundig toezicht (activiteit 4.1) is naast de aanspraak ADLassistentie niet mogelijk. De functies worden geïndiceerd volgens de vigerende Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. 2. In verband met het wijzigen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van een pgb per 1 januari 2013 is de tekst onder D. (leveringsvorm) in paragraaf 14.7 aangepast. Voor inhoudelijke informatie omtrent het pgb en de werkwijze van het CIZ in deze wordt verwezen naar hoofdstuk 2, algemene uitgangspunten, welke een exacte weergave is van bijlage 1 bij de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS. Daarnaast is in hier weergegeven dat de aanspraak ADL-assistentie alleen in de vorm van zorg in natura kan worden toegekend.
13