INHOUD
Inleiding
Biografische schets
2
Literatuur
4
Verantwoording inventarisatie
Aanwijzingen voor gebruik
CATALOGUS
Ontwerpen Gosschalk
6
5
5
Inleiding
INLEIDING
Biografische schets Isaac Gosschalk
Isaac Gosschalk werd op 18 april 1838 geboren te Amsterdam als zoon van een joodse arts. Hij studeerde aan Academie van Beeldende Kunsten te München en tussen 1852 en 1862 in Zürich, aan het Eidgenössisches Polytechnikum. Op dat moment bestond er nog geen bouwkunde-opleiding in Nederland. Gosschalk ontving in Zürich het diploma van ingenieur-architect. Aan het Polytechnikum kreeg hij ook les van Semper. Na zijn opleiding maakte Gosschalk tussen 1863 en 1867 verschillende reizen door Nederland en België en hij legde zijn waarnemingen tijdens deze reizen ook in schetsen vast.1
oeuvre
In de periode 1879-1885 was Gosschalk als architect het meest actief, en had hij een bloeidende architectenpraktijk. Voor grote opdrachten, bijvoorbeeld voor het Nederlands Israëlietisch Ziekenhuis (1881-1884) en de beide gasfabrieken aan de Haarlemmerweg (1883-1885) en bij de Linnaeusstraat (1884-1887) in Amsterdam, had hij vele tekenaars en assistenten in dienst. Als zijn belangrijkste werk wordt wel de Westergasfabriek aan de Haarlemmerweg genoemd, maar ook het station van Groningen is een bekend ontwerp. Een van Gosschalks eerste werken was de in 1867 gebouwde Heinekenbrouwerij aan de Stadhouderskade in Amsterdam. In de jaren 1878-1880 ontwierp hij voor dezelfde stad een Panorama-gebouw aan de Plantage Middenlaan, naar aanleiding van een prijsvraag uitgeschreven door de Panoramamaatschappij.2 Dit gebouw kon op veel bewondering rekenen. Het had een ronde koepelzaal met een ijzeren kapconstructie. Het gebouw past in de reeks van Panorama-gebouwen die in de jaren zeventig van de negentiende eeuw overal in Europa verrezen. Als een nieuw negentiende-eeuws massamedium werd het beschouwd als voorloper van de bioscoopfilm. Het gebouw werd in 1935 gesloopt. Ook het Nederlands Israëlietisch Ziekenhuis is gesloopt. Andere gebouwen van Gosschalk bestaan nog wel. Een voorbeeld is het Amsterdamse restaurant Die Port van Cleve aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1870, 1871, 1885-1888). Het station te Groningen (1893-1896), waarin vormen uit de renaissance en de gotiek werden gecombineerd, werd enkele jaren geleden nog gerestaureerd.3 Omdat de overheid in die tijd aan het ontwerpen van station een aantal beperkende voorwaarden stelde, kozen architecten van stations in Amsterdam, Nijmegen, Den Bosch en Vlissingen voor een stationsgebouw met torens, die het gebouw een 1 2
De schetsen werden gepubliceerd in de Volksalmanak. Een schetsontwerp van dit Panoramagebouw bevindt zich in de collectie Gosschalk (aanvr.nr. GOSS t 1).
2
Inleiding
imposant uiterlijk moesten geven, Gosschalk koos daar bewust niet voor en zag een station, in tegenstelling tot veel tijdgenoten, dan ook niet als een monumentale poort tot de stad. Net als Gugel pleitte Gosschalk voor het gebruik van architectonische vormen uit de zestiende- en vroeg-zeventiende-eeuwse Hollandse Renaissance. Gosschalk publiceerde hierover een groot aantal artikelen. De Nederlandse bouwkunst uit de periode 1550-1650 diende bij het ontwerpen voor hem als voorbeeld. Tegelijkertijd had hij kritiek op de bouwkunst van zijn eigen tijd. In zijn gebouwen zijn vooral neo-renaissance, maar ook andere stijlvormen te herkennen.
nevenactiviteiten
Gosschalk was lid van onder andere Arti et Amicitiae en de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Bovendien was hij voorzitter van de afdeling Amsterdam van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in de jaren zeventig. In 1875 trad Gosschalk toe tot de Amsterdamse gemeenteraad, waarin hij tot 1887 zitting nam.
eigen woonhuis
Gosschalk ontwierp ook zijn eigen huis, aan de Weteringschans 113 te Amsterdam. Het was onderdeel van een door hem gebouwd blok van woonhuizen aan de Weteringschans 113-129, dat hij in 1867 had ontworpen. Hij verbouwde het pand en woonde er van 1882 tot 1887, twee jaar nadat hij getrouwd was met Elizabeth Feis. In dit huis waren de functies van woning en kantoor gecombineerd. Gosschalk had er bovendien een grote fotocollectie opgebouwd van zijn eigen gebouwen, die op tentoonstellingen veel bewondering oogstten. Van 1891 tot 1895 woonde hij in het belendende pand, aan de Weteringschans 115. Beide panden waren toen zijn eigendom. Het station in Groningen was zijn laatste opdracht. Gosschalk verhuisde naar België en vestigde zich daar in Brussel, vlakbij de Avenue Louise. Vanuit Brussel was hij alleen nog als architectuurtheoreticus actief. Hij schreef nog verschillende artikelen, onder andere kritieken op het Beursgebouw van H.P. Berlage. Op 10 oktober 1907 overleed hij.
3
Tekeningen in druk van dit ontwerp bevinden zich in de collectie Gosschalk (aanvr.nrs t 2 – t 5).
3
Inleiding
Literatuur
Gosschalk, I., ‘Museum Willem I’, De Nederlandsche Spectator (1864), 164. Gosschalk, I., ‘In welken stijl moeten wij bouwen?’, Volksalmanak van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1876), 146. Gosschalk, I., ‘Iets over bouwen met gebakken steen’, Volksalmanak van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1867), 174-190. Gosschalk, I., ‘De ruïne van het kasteel van Brederode ten behoeve van naaischolen’, De Nederlandsche Spectator (1866), 231. Gosschalk, I., ‘Bij de platen betreffende het nieuwe station te Groningen’, Bouwkundig Tijdschrift (1899), 59, 60, 64. Gosschalk, I., ‘Onze hedendaagsche wijze van bouwen, vergeleken met die van den tijd der Renaissance’, Volksalmanak van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1868), 185. Krabbe, C.P., Ambacht Kunst Wetenschap. Bevordering van de bouwkunst in Nederland (1775-1880), Zwolle 1998. Leeuwen, W.R.F. van, Isaac Gosschalk (1838-1907): een tovenaar met berg- en baksteen, Amsterdam 1985, doctoraalscriptie Vrije Universiteit Leeuwen, W.R.F. van, ‘Isaac Gosschalk (1838-1907), Weteringschans 113, Amsterdam (1882)’, Het huis van de architect, De Sluitsteen Jaarboek 1999, 30-31. Leeuwen, W.R.F., ‘Rationeel en schilderachtig. Isaac Gosschalk en het begin van de neo-renaissance in Nederland’, Archis (1987) 2, 30-39. Leliman, J.H., Verzameling der bouwkundige schetsen en ontwerpen van moderne Nederlandse architecten, 1865-1866, deel III, 21. Woud, A. van der, The Art of Building. From Classicism to Modernity: The Dutch Architectural Debate 1840-1900, Hants/Burlington 2002. Woud, A. van der, Waarheid en karakter. Het debat over de bouwkunst 1840-1900, Rotterdam 1997.
4
Inleiding
Verantwoording inventarisatie
Acquisitie
Over de verwerving van deze collectie tekeningen is helaas niets bekend. Het is mogelijk dat de collectie ooit onderdeel uitmaakte van de verzameling van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst (code MBBO).
Bewerking
Omdat niet met zekerheid is te zeggen of de vijf tekeningen afkomstig zijn uit de collectie van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, worden ze als aparte collectie beschreven. De tekeningen, van twee projecten, namelijk een prijsvraagontwerp voor een Diorama en Panorama te Amsterdam en ontwerpen voor het Centraal Station in Groningen, zijn per stuk en chronologisch beschreven. Daarbij zijn het onderwerp, de techniek, de signatuur, de datering, de schaal en eventuele opschriften op de tekening vermeld.
Aanwijzingen voor gebruik
U kunt de tekeningen in dit archief raadplegen met behulp van de aanvraagnummers, die u bij de beschrijvingen aantreft. Vermeld deze aanvraagnummers, mét de code GOSS, op de aanvraagbriefjes aan de balie van de NAi-studiezaal.
5
Aanvragen als: GOSS + aanvr.nr.
CATALOGUS
Ontwerpen Gosschalk
1877
Prijsvraagontwerp voor een Diorama & Panorama te Amsterdam.
Documenten
Aanvraagnummer
tekening
t1
Toelichting 1 blad: lengtedoorsnede, in inkt en waterverf op transparant, gedateerd ‘Amsterdam september 1877’, ondertekend ‘I. Gosschalk’, schaal 1 op 100, met vermelding van: ‘no. 3’.
1892
Ontwerpen voor een Stationsgebouw te Groningen.
Documenten
Aanvraagnummers
tekeningen
t 2, t 3, t 4, t 5
Toelichting 4 bladen: plattegrond van de begane grond, van de eerste verdieping en een kapplan, zwartwit-litho, met een, schaal 1 op 200, met vermelding van: ‘blad no. 1, bestek no. 601, M. t. E. v. S. S.’ (t 2); voorgevel en doorsneden, kleurenlitho, gedateerd ‘Amsterdam 30 juni 1892’ (t 3); voorgevel en doorsnede, zwartwit-litho’s, met vermelding van: ‘bestek no. 601, blad no. 2, M. t. E. v. S. S.’ (t 4, t 5)
6