Inhaalverslag Moerputten In dit document het verslag van de inhaalopdracht die is gedaan in de Moerputten bij Den Bosch. Het is een verslag dat een vervanging is voor een volledige veldwerkdag. Er is een gebiedsbeschrijving toegevoegd, samen met een verslag van het bezoek aan het gebied.
Gebiedsbeschrijving: Het gebied dat bezocht is, is deel van het object (zoals Staatsbosbeheer dat noemt) De Overlaat en ligt aan Den Bosch. Het object omvat de volgende gebieden: Het Bossche Broek Moerassige rivierklei en veengronden direct gegrensd aan het centrum van Den Bosch, van origine een natuurlijk verdedigingswerk in de 12e eeuw. Vanwege die functie is het gebied door de eeuwen heen zo goed als onaangetast gebleven. Biessertpolder Gebruikt als waterbergingsgebied gecombineerd met natuurontwikkeling. Broedgebied van de patrijs Sompen en Zooislagen Een klein natuurgebied met een aantal bijzondere planten waaronder grote pimpernel, echte koekoeksbloem en waterdrieblad. Veel bijzondere soorten kevers en allemaal op een klein oppervlak Moerputten Een prachtig gevarieerd gebied met hooilanden, rietvelden, moerassen, open water en wilgenstruwelen. Ook hier komen de grote pimpernel en echte koekoeksbloem voor, waardoor het ook beschermd gebied is voor het pimpernelblauwtje
Wij hebben ons gefocust op de Moerputten. Het bijzondere aspect aan dit landschap is dat het vormgegeven is door zowel turfwinning als een oude spoordijk met een prachtig gerestaureerde spoorbrug, waar bijzondere muurvegetatie (zoals de steenbreekvaren) nog te vinden is. Het veengebied is typisch voor een Brabants veenlandschap, met trekakkers en willekeurige veenwinningen door vele particuliere boeren. De afgestoken turf werd afgevoerd over water, waardoor weinig paden gevormd zijn in het gebied. Veel sporen zijn echter volledig opgegaan in het dichte moerasbos dat gevormd is. Waar de sporen wel duidelijk zijn is in de middelste veenplas, wat een gebied is met gele watergentiaan, gele plomp en Figuur 1: Moerasbos
schitterende waterlelies. Ook kan je veel verschillende vlinders, vogel en amfibieën er vinden. Dit alles wordt prachtig gesierd door de okergele spoorbrug die eroverheen loopt. Een belangrijk aspect, de grootste reden dat het gebied een Natura2000 status heeft gekregen, is de aanwezigheid van de Grote Pimpernel. Een zeldzame plant uit de rozenfamilie, die de waardplant is voor het in Nederland tot kort verdwenen Pimpernelblauwtje. Hier zijn speciale gebieden voor afgezet, waar wandelaars absoluut niet mogen komen.
Eigen veldwerk: Wandeling: We hebben om het gebied te onderzoeken een wandeling gemaakt door het gebied. We hebben eerst de rode lijn gevolgd tot aan de spoordijk, waarna we de gele lijn verder zijn gaan lopen, om op het eind weer de spoordijk af te lopen, dat met de rode lijn weer verder staat aangegeven. Deze hebben we gedaan tot aan het punt dat we achter het ziekenhuis weer terug gaan. Deel 1: Moerasbos We zijn als eerste door een moerasbos gekomen, waar het vol staat met zwarte elzen en het barst van alle amfibieën. Het
Figuur 2: Gefotografeerde kaart bij binnenkomst van het gebied
gebied staat ver onder water, waar op sommige plekken riet begint te groeien, maar op veel plekken de vegetatie laagt blijft staan. In de poelen die er staan kwamen we veel bruine kikkers tegen. Deze waren veruit het grootst in getalen, maar we hebben ook nog groene kikkers gespot en zelfs nog een heikikker. De sfeer is prachtig, dichte begroeiing, veel diversiteit en mooie slingerende paadjes. Vooral met de zon door de Figuur 3: Bodemvegetatie moerasbos
begroeiing is het prachtig.
Deel 2: De spoordijk Een prachtig, ver doorlopende spoordijk siert dan het landschap. Hoge bomen en prachtige gradiënten langs de kanten waar we een hoop plantensoorten hebben gevonden die we zelf nog niet kenden. Het zorgde voor een mooie namiddag waar lang over de Heukels gebogen hebben gezeten.
Figuur 4: Spoordijk
We zijn hier doorgelopen tot we naar beneden liepen om opnieuw het moerasbos, die aan de andere kant van de spoordijk ligt in te gaan. Hier lagen vlonders waar we boven het water konden lopen. Watermunt kwam hier boven, nog niet bloeiend, maar wel ruikend. Wat apart was is dat we hier steeds vaker Prei zagen groeien, vaak in combinatie met Smeerwortel en Pitrus. Het is dus minder voedselarm en zuur dan het bos zou moeten zijn. Deel 3: Hooilanden
Figuur 5: Lisa aan het verzamelen in het hooiland
Hier zijn we echt mooi het veld in kunnen gaan om te zoeken naar mooie planten. Tussen het moerasbos en de blauwgraslanden kwamen we dit veldje tegen. We hebben hier prachtige bloemen, zoals Akkervergeet-me-nietjes, Gewoon biggenkruid, Zwarte zegge, Scherpe boterbloem, Knolboterbloem, Herderstasje en nog veel meer. Het zijn allemaal soorten die horen bij voedselrijke akkers. Deel 4: Blauwgraslanden In dit deel kwam het beheerbeleid van Staatbosbeheer het beste tot uiting. De grondwaterspiegel is hoog gelegd, waardoor er een nat schraalland ontstaat, wat in deze tijd van het jaar goed te zien is aan de Dotterbloemen die te zien zijn in de foto hiernaast. We hebben lang gezocht in dit gebied, waar we ook nog Moerasvergeet-me-nietje vonden als mooie soort. Vanaf eind juni is het hier qua planten erg mooi, de Spaanse ruiter en Echte koekoeksbloem gaan hier mooi omhoog komen. Op dit moment staat er nog wel veel Pinksterbloem, dat vorig jaar ook al duidelijk naar voren kwam. Wat ons opviel, wat we zelf niet goed kunnen verklaren, is dat er een soort geulen waren gegraven, waar het dus lager is dan de rest van het grasveld.
Figuur 6: Dotterbloem in nat schraalland Figuur 7: Nat schraalland
Deel 5: Beschermde graslanden Een stukje verder op de gele route vonden we een deel waar we niet in mochten. Hier zagen we een heel veld van Veenpluis staan, samen met een bord van Staatsbosbeheer. Dit is het gebied dat is afgesloten vanwege de Grote pimpernel en de pimpernelblauwtjes. Het is een droger stuk van het gebied, wat ook gelijk is bestempeld als bijengebied. We zijn een heel klein stukje het gebied in geweest om de foto hiernaast te kunnen maken, wat maar een paar meter hoefde te zijn gelukkig.
Figuur 8: Veenpluis met dotterbloem
Op het bord staat ook mooi omschreven hoe de levenscyclus van het Pimpernelblauwtje ook afhankelijk is van een bepaalde mierensoort, die mutualistisch leven met de larves van deze mooie vlinder. Figuur 9: Informatiebord bij het afgesloten gebied
Vondsten die het waard zijn te vermelden: We zijn een aantal plantensoorten qua kennis rijker geworden. Hieronder de meest bijzondere die we hebben gevonden. Plant 1: Hiernaast een plant gevonden op een zandhoop naast een akker. Het is een vlinderbloemige, met gele bloemen. Het was verwarrend om deze op te zoeken vanwege de slecht ontwikkelde hauwtjes in deze tijd van het jaar. Vandaar dat we eerst op Knopherik uitkwamen, terwijl we na een extra onderzoek en hulp over Facebook uiteindelijk achter de juiste naam kwamen: Herik Sinapis arvensis
Plant 2: Dit is overduidelijk een Wolfsmelk, waar de soorten best op elkaar kunnen lijken binnen deze familie. Na goed kijken en uit eigen ervaring van de week ervoor kwamen we al snel uit bij de juiste soort met de Heukels. Door het ontbreken van wratten op het vruchtje en het gebrek aan halve maantjes in de bloem, kwamen we uit op: Kroontjeskruid Euphorbia helioscopia
Plant 3: De foto is iets onduidelijk, maar deze viel ons meteen op vanwege de ongebruikelijke steunblaadjes die onder de bloeivorm zitten. De familie was lastig toe te komen in de Heukels, dus wederom met wat hulp via Facebook gekomen tot de Posteleinfamilie en van de weinige soorten in Nederland was het dan snel te vinden: Winterpostelein Claytonia perfoliata
Overige curiosa:
Voor ons een onbekende alg groei door het Riet heen. We hebben geprobeerd te zoeken, maar komen er niet uit waarom en hoe deze algen op deze manier vormen.
Evaluatie: De dag is erg succesvol geweest. We hebben met alle kennis die we hebben opgedaan deze veldwerkminor een goed beeld kunnen maken van de landschapstypen die er zijn, met de vegetatie die we kunnen verwachten in een gebied als dit. Er zat nog een twijfel in om een veldwerkmogelijkheid te verwerken in de uitwerking, maar vanwege tijdgebrek zijn we hier niet aan toegekomen. Ideeën zijn wel besproken, zoals een veldwerkdag met een sprokkellijst, waar leerlingen belangrijke elementen uit het landschap moeten verzamelen (zoals stukje veengrond, bepaalde planten, diersporen) en daarmee punten kunnen verdienen, die ze kunnen gebruiken met een finalespel op de brug. Het gebied is verder perfect voor veldwerk, omdat het compact is, veel verschillende landschappen heeft en een rijke historie. Het is overzichtelijk om leerlingen in het gebied zelfstandig te laten werken. Samenwerking ging, naar verwachting, helemaal prima. De focus van Lisa op amfibieën en van Koen op de planten heeft elkaar goed aangevuld, om een breder beeld van het landschap te krijgen.