Ingezonden vragen voor de Nationale Wetenschapsagenda, gebundeld door de Wetenschappelijke Raad Zeeland (WRZ). Afzenders respectievelijk: a) b) c) d)
WRZ/ vragen na oproep in PZC en bij Omroep Zeeland: mediapubliek/burgers WRZ/Zeeuwse Bibliotheek/SCOOP WRZ/IMARES/WUR WRZ/Wetenschappelijke agenda Zeeland (o.a. ook UCR en NIOZ)
De door de organiserende kenniscoalitie voorgeschreven aanmeldvorm is een drieslag, als volgt (https://vragen.wetenschapsagenda.nl/): VRAAG TOELICHTING TREFWOORDEN/KERNWOORDEN ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Inzendingen: a) Mediapubliek/burgers/Zeeland (N.B. Niet elke vraag is door de inzenders van een toelichting voorzien.) 1. VRAAG: hoe komt het dat Zeeuwen zich t.o.v. de rest van Nederland zich zo gelukkig voelen? TOELICHTING: Dit is geconcludeerd in een factsheet van het CBS.
TREFWOORDEN: Zeeland, geluk 2. VRAAG: Onder welke voorwaarden en met welke effecten kon Middelburg in de jaren ’70 en ’80 uitgroeien tot een internationaal centrum van avant-garde kunst en muziek? Welke sporen heeft dat nagelaten, regionaal, nationaal en internationaal? En welke leerpunten levert dat op voor het actuele culturele klimaat? TOELICHTING: Middelburg was in de jaren ‘70 en ’80 door de inzet van de Nieuwe Muziek Zeeland en Forum en de stimulerende aanwezigheid van kunstenaars als Marinus Boezem, Nico van den Boezem, Willem Buys en William Verstraeten een brandpunt van internationale kunst- en cultuur. De beeldende en muzikale avant-garde ontmoette hier publiek en elkaar. Dat leidde tot spraakmakende optredens, exposities en ontmoetingen. Het beantwoorden van de vraag kan impulsen geven aan het actuele debat over kunst, cultuur en samenleving. Tenslotte kan zo een bijzonder hoofdstuk Zeeuwse cultuurgeschiedenis worden ontsloten. 3. VRAAG: Is er bij de slag om Baarland in 1295 gebruik gemaakt van landingsvaartuigen? TOELICHTING: Bijvoorbeeld beschreven in John H. Pryor, 'Transportation of Horses by Sea During the Era of the Crusades: Eighth Century to 1285 A.D.: Part I: To c 1225'. Daarin worden roeiboten beschreven waar 20 paarden gezadeld en met geharnaste ridder op het strand konden landen in de middellandse zee. Om de vraag breder te stellen, Zeeland was allemaal eilandjes, terwijl er altijd paarden waren, er in gehandeld werd en ermee gevochten werd. Er woonden hier ook meerdere tournooiridders. Hoe deden die hier hun paardentransport? 4. VRAAG: Waarom is Staats Vlaanderen tweehonderd jaar geleden überhaupt bij Zeeland gekomen? Welke connectie heeft Hollands Vlaanderen met Zeeland, behalve dat het in 1814 door de eilandbewoners geannexeerd werd? Had het gebied onder de Westerschelde gezien haar geografische ligging niet beter Generaliteitsland kunnen blijven; een provincieloos gebied bestuurd vanuit Den Haag?
1
TREFWOORDEN: geschiedenis, cultuur, Zeeland 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
15.
16. 17. 18. 19.
20. 21. 22.
VRAAG: Heeft de Zeeuw een speciaal DNA? VRAAG: Waarom zijn Zeeuwen zuinig, en waarom wordt gezegd dat Zeeuwen stug zijn? VRAAG: Ik vraag mij af welk DNA de Zeeuws Vlaming heeft? Zeeuws? Vlaams? Nederlands? VRAAG: Welke elementen van de natuur in Zeeland hebben een positieve invloed op welzijn en gezondheid van Zeeuwen? VRAAG: Is het eten van Zeeuwse mossels gezond en waarom? VRAAG: Welke vergeten groenten kent Zeeland? VRAAG: Waar komt het zogenaamde eilanddenken vandaan? En is dit echt anders dan in andere provincies? VRAAG: Welke families in Zeeland hebben vanuit de geschiedenis de meeste invloed gehad op Zeeland. Economisch gezien en maatschappelijk? VRAAG: Zijn Zeeuwen nuchterder dan mensen uit de rest van het land? En heb je hier iets aan? VRAAG: Waar en hoe (wanneer en met wie) kunnen wij met onze Zeeuwse eigenschap om dijken te kunnen bouwen, polders te kunnen ontginnen, landbouw te kunnen bedrijven en Biobased te ondernemen op onze aardbol van zout zeewater zoet drinkwater of irrigatiewater maken? Wij kunnen dan bestaande en toekomstige woestijngebieden, samen met de plaatselijke bewoners, op een duurzame manier (ook voor o.a. energie) omvormen tot vruchtbare voedsel producerende gebieden, voor de komende generaties. Waarom staan wij in dit proces, als Zeeuwen (nog) niet vooraan in de rij van vernieuwende ondernemers? Onze traditie heeft ons m.i. wel het DNA gegeven dat voor dit wereldwijde en toekomstgerichte onderwerp een stimulerende werking kan hebben. VRAAG: Wat is de kwaliteit van lucht, zeewater en drinkwater in Zeeland, in vergelijking met andere provincies c.q. andere landen? Denk daarbij niet alleen aan smog vanuit Randstad of Londen maar ook aan pH van het zeewater, hardheid en kalkafzettend vermogen van het water. Alkaliserend drinkwater (ph 9-10) met hoog orp (oxidatie reductie potentieel) heeft enorme gezondheidsvoordelen. VRAAG: Is Zeeland ontstaan uit een krater? VRAAG: Bestaat er nieuwe lucht?(Hier in Zeeland is de lucht een groot onderdeel van het landschap. VRAAG: Is er een mogelijkheid om chlorella (algensoort) in Zeeland te kweken? Chlorella heeft enorme gezondheidsvoordelen. VRAAG: Waarom luiden in zoveel Zeeuwse dorpen de torenklokken (gemeente), iedere dag’, 's ochtends om 8 uur, ’s middags om 12 uur en ’s avonds om 18u. 0f 19 uur naast de tijden voor erediensten en begrafenissen? Waarschijnlijk niet op basis van religieuze motieven. Zijn het tijden die met het vroegere boerenbedrijf te maken hebben en de schafttijden aanduiden? VRAAG: Is Het Zeeuwse DNA is ook wel zo van, ja dat hoort er nou eenmaal bij……… VRAAG: Waarom wordt er van Zeeuwen altijd gezegd dat ze zo zwijgzaam zijn? Op z'n Zeeuws: " Zwieg dē van stille" VRAAG: Is de (min of meer) algemene behoudende, conservatieve mentaliteit van de (gemiddelde) Zeeuw te verklaren?
TREFWOORDEN: DNA, Zeeland, Zeeuwen
23. VRAAG: Welk ander gebied in de wereld (naast Zeeuws Vlaanderen) heeft geen grens met het moederland, is er mee verbonden door een tunnel, en waar ook nog voor betaald moet worden? 24. VRAAG: Waarom wordt het voorstel om een spoorwegtunnel (desnoods voor enkelspoor) aan te leggen tussen Vlissingen-Souburg en Breskens niet onderzocht? Het ‘ondergrondse’ station in Vlissingen ligt dan dicht bij het centrum en zal veel meer reizigers genereren, terwijl ook de ‘krimpregio’ West Zeeuws Vlaanderen dan veel beter bereikbaar wordt en de toeristenstroom dus zal groeien.
2
25. VRAAG: Waarom wordt de grote hoeveelheid waterkracht die door de Oosterschelde-kering gaat - bijv. bij Neeltje Jans- niet benut voor het opwekken van energie? Denk dan bijv. aan turbines onder het wateroppervlak, vlak voor de openingen in de kering. Ze zouden kunnen meebewegen met eb en vloed. 26. VRAAG: Hoe draagt een basisinkomen voor ieder individu bij aan een gunstiger werk-en leefklimaat in Zeeland? 27. VRAAG: Waar komt armoede vandaan? 28. VRAAG: Waarom zijn zonnepanelen zo glad en dus niet lensvormig geslepen? Zou dat de opbrengst niet aanzienlijk vergroten? TOELICHTING Zeeland is de provincie met de meeste zonuren. Je zou dus verwachten: met de meeste zonnepanelen (grote boerenschuren e.d.). Als ik naar zonnepanelen kijk dan zie ik grote gladde glasplaten met daaronder allerlei bedrading. Als kind speelden wij vroeger met een vergrootglas om de zonnestralen op te vangen. Door de zonnestralen op die manier te concentreren konden we zelf allerlei dingetjes in brand steken. Want met een lensvormig glas kan je een sterk brandpunt maken. 29. VRAAG: Waarom is er geen of nauwelijks wetenschappelijk onderzoek verricht naar de effecten van de watersnoodramp 1953 op de volgende generaties? Waarom is er geen wetenschappelijk onderzoek verricht naar de effecten op de tweede generatie waarvan de ouders twee overstromingen (inundatie tweede wereldoorlog en watersnoodramp 1953) doorstaan hebben? Wat zijn de effecten van twee evacuaties van vele Zeeuwen (door inundatie tweede wereldoorlog en watersnoodramp) op de tweede generatie? Waarom worden symposia over verlies (rouw) en veerkracht altijd buiten Zeeland gehouden? Waarom richt het watersnoodmuseum zich alleen op technologie van het water en niet mede op expertisecentrum verlies en veerkracht na rampen? 30. VRAAG: Wat is de feitelijke reden dat de hevel in de Grevelingendam slechts voor zo’n korte periode is gebruikt? Wat zou nu de waterkwaliteit in het Grevelingenmeer zijn geweest wanneer de mogelijkheden van deze hevel maximaal waren benut? TOELICHTING: De kwaliteit van het water in het Grevelingenmeer is op de diepere gedeelten van het Grevelingenmeer slecht. Vooral door het zeer lage zuurstof gehalte. Naarmate de tijd verstrijkt komt het niveau van het water met zuurstofgebrek steeds hoger te liggen. Teneinde de waterkwaliteit te verbeteren wordt gedacht aan het op beperkte schaal herstellen van de getijden in het Grevelingenmeer. Dit kan gerealiseerd worden door een grotere doorlaat in de Brouwersdam en een mogelijke doorlaat in de Grevelingendam. Uiteindelijk doel verversen van het water in het Grevelingenmeer waardoor de waterkwaliteit weer wordt zoals deze behoord te zijn. Voorgeschiedenis: Als milieumaatregel is tijdens de werkzaamheden van het realiseren van een afsluitbare doorlaatdam in de Oosterschelde een hevel in de Grevelingendam gerealiseerd. Doelstelling: - het op peil houden/beheersen van het zoutgehalte in het Zijpe - verversen van het water in het Grevelingenmeer door inlaten van Noordzeewater via de doorlaatsluis in de Brouwersdam en spuien via de hevel. De hevel in de Grevelingendam was eind 1983 gereed. Capaciteit van de hevel 80 m3/sec.. Deze hevel is slechts korte tijd in gebruik geweest. 31. VRAAG: Hoe en waar (wanneer en met wie) kunnen wij op onze meer zilt wordende (Zeeuwse) landbouwgronden (zeespiegelrijzing en landdaling + toename kwel) aquacultuur binnendijks op een duurzame en wervende manier geaccepteerd krijgen? (Zeekraal in plaats van tarwe).
3
TOELICHTING: Bij de communicatie over dit onderwerp dient de discussie zoals bij het onderwerp ‘ontpolderen’ natuurlijk te worden voorkomen (passende en tijdige communicatie!) en zou het streven kunnen zijn dat ‘alle vlaggen uit gaan’ voor plannen, die zeer gewenst worden door ondernemers en bewoners, waarbij de plannenmakers op een rijke manier de suggesties van ondernemers en bewoners weten te vertalen in een vernieuwend en duurzaam, veilig en welvarend aantrekkelijk Zeeland. TREFWOORDEN: Zeeland, water, energie
32. VRAAG: Wat is de oorzaak van ALS? Erfelijkheid of omgeving? TOELICHTING: Mijns inziens komen er in Zeeland verhoudingsgewijs veel ALS-patiënten voor. Tijdens mijn opleiding werden omgevingsfactoren uitgesloten als oorzaak, tegenwoordig is men nog niet zo zeker. Ik ben nu 15 jaar verpleegkundige en heb al zo'n 6 ALS patiënten verpleegd. Ik ben benieuwd of bijvoorbeeld de vijver in Oost-souburg (waar de vissen dood in ronddreven en waar rond enige ALS patiënten woonden) of een fabriek als Thermphos of DOW in oorzakelijk verband kan worden gebracht met ALS. TREFWOORDEN: gezondheid, ziekte
33. VRAAG: Waar ligt het middelpunt van het heelal? TOELICHTING: In 2008 werd het 400 jarige bestaan gevierd van de uitvinding van de telescoop door Lippershey of Sacharias Jansen, woonachtig beiden in Middelburg, Walcheren. (Uit Wikipedia) Galileo Galilei (geb. 15 Febr.1564, gest.8 Jan.1642) verbeterde de Hollandse kijker in 1609. Door de Hollandse kijker werd het mogelijk het universum te bestuderen op een wetenschappelijke manier. Daardoor zijn we nu op een punt gekomen mede door de Hubble telescoop dat wij menen de grens en het begin van onze ruimte met al zijn wonderen te hebben ontdekt. De opnames van de Hubble zijn spectaculair, beslist naar kijken. 13 miljard lichtjaren ver (deep space opnames) kunnen we nu kijken, het begin, kort na de big bang theorie. Dus een lichtstraal 13 miljard jaar geleden begonnen aan zijn reis naar de Hubble telescoop. Die lichtstraal is in wezen dus een reis terug in de tijd, 13 miljard jaar. Wat ik mij nu afvraag is, Als we nu precies de andere kant van het universum, ten opzichte van onze aarde dan, ook een deep space opname maken. Zien wij dan ook 13 miljard lichtjaren ver. Als dat zo is, wat ik niet verwacht, ikzelf verwacht een andere afstand, want anders bevinden wij ons precies in het midden tijdens het big bang gebeuren. Dat impliceert dat we dan dezelfde fout maken als vroeger, alles draait om de aarde, en als dat niet zo is, waar was dan het middelpunt van de big bang. Trefwoorden: heelal, big bang
4
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------b) vragen ZB/SCOOP 34. VRAAG: Hoe kan de inrichting van het onderwijs optimaal aansluiten bij de toekomstige kennis- en competentiebehoefte in de maatschappij? TOELICHTING: Onderwijs vormt mensen in de verschillende fase van hun leven. De maatschappij verandert, en ook de vorm en technologische mogelijkheden om het onderwijs effectief in te richten. De wetenschappelijke uitdaging ligt bij deze vraag in het combineren van inzichten uit diverse wetenschapsgebieden opdat mensen optimaal zijn voorbereid en tegelijk geprikkeld worden om een leven lang te leren. Het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt kan structureel worden gedicht, maar vereist slimmere oplossingen. Hier zijn we tot nu toe maar ten dele geslaagd. 35. VRAAG: Welke factoren beïnvloeden het optimaal haalbare onderwijsniveau voor de opgroeiende kinderen? 36.VRAAG: Wat betekent schaalvergroting en digitalisering in het primair (PO) en voortgezet onderwijs (VO en MBO) voor school/studiekeuze? 37. VRAAG: Hoe kunnen bijvoorbeeld ‘coding skills’ worden aangeleerd zoals dat nu al voor taal en tekenen gebeurt? 38. VRAAG: Hoe kan kwaliteit groeien bij afnemende leerlingaantallen (PO, VO en MBO)? TOELICHTING: Zeeland kan een uitstekende proeftuin zijn om tot betere inzichten te komen over het onderwijs. TREFWOORDEN: onderwijs, kennis, proeftuin Zeeland, krimp 39. VRAAG: Hoe kan de kwaliteit van leven gezamenlijk worden geoptimaliseerd? TOELICHTING: Kwaliteit van leven is de belangrijkste ‘eindterm’ van onze maatschappelijke ontwikkeling. Het is ook het motto van Zeeland 2040. We hebben nog niet echt een fatsoenlijke en algemeen geaccepteerde oplossing om gezamenlijk op optimalisatie van kwaliteit van leven te sturen. Er ligt onder meer een heikele uitdaging in het laten samenvallen van technologische mogelijkheden, betaalbaarheid, tegengestelde belangen en het elkaar ‘prikkelen’ tot een verandering van levensstijl. Enerzijds is optimalisatie van de kwaliteit van leven een collectieve uitdaging (optimale randvoorwaarden, voorzieningen, publieke goederen), anderzijds is het ook een permanente individuele uitdaging met steeds weer terugkerende externe effecten op persoonlijke keuzes. TREFWOORDEN: Gezondheid, Zeeuwse proeftuin 40. VRAAG: Hoe zorg je voor een regionale kennisinfrastructuur die het maximale brengt voor economische en maatschappelijke ontwikkeling? TOELICHTING: Voor een optimale maatschappelijke en economische ontwikkeling is een belangrijke uitdaging dat iedereen een zo goed mogelijke toegang tot kennis en informatie heeft. Het internet biedt uiteraard ongekende mogelijkheden om kennis en informatie te delen, maar wetenschappelijk onderzoek toont aan dat regionale systemen en met name persoonlijke netwerken doorslaggevend zijn in de kans dat er ook daadwerkelijk innovatieve en productieve dingen met kennis worden gedaan. Regio’s hebben een bepaalde kritische massa nodig en de netwerken moeten een dusdanige schaal krijgen dat het ‘loont’ om elkaar op te zoeken. Zeeland maakt op dit terrein zo haar eigen ontwikkeling door. Onderbouwd inzicht in de optimale inrichting van het kennissysteem ontbreekt. Met name het versterken en bestendigen van kennisnetwerken in een proces dat wel enige ondersteuning lijkt te behoeven. TREFWOORDEN: kennissysteem, economie, maatschappij
5
41. VRAAG: Wat is de optimale ruimte voor fundamenteel onderzoek? TOELICHTING: Ruimte voor wetenschappelijk onderzoek ZONDER directe toepassing is belangrijk voor de lange termijn van de wetenschappelijke ontwikkeling. Er moet (ook) vrij kunnen worden gewerkt aan nieuwe inzichten. Dit geldt voor alpha, beta én gamma-wetenschappen. Zonder fundamentele denkers worden op allerlei terreinen nooit de juiste connecties gemaakt. De grote vraag is echter: wie moeten dit doen, met welke onderliggende afspraken over ‘prestaties’? TREFWOORDEN: kennissysteem, fundamenteel onderzoek 42. VRAAG: Hoe kan het historisch besef van de wetenschap worden verbeterd? TOELICHTING: Historisch onderzoek is belangrijk om niet tegen dezelfde stenen te stoten als wetenschappers in het verleden. Dit geldt ook op maatschappelijk en economisch terrein. We moeten op de een of andere manier beter slagen in het niet vergeten wat kan worden geleerd vanuit de economische, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen uit het verleden. Goed voorbeeld hiervan zijn de onderzoeken bij het Roosevelt Study Center over internationale betrekkingen. De technologie staat hierbij niet stil. In de analyse en stapeling van inzichten uit het verleden kan steeds meer ‘automatisch’, met ‘big data’. Het is goed denkbaar dat inzichten uit het verleden steeds beter zullen kunnen worden gekoppeld aan de behoefte bij nieuwe ontwikkelingen en dus in de oplossing van nieuwe problemen, d.w.z. maatschappelijke en wetenschappelijke problemen. TREFWOORDEN: kennissysteem, historie, big data 43. VRAAG: Hoe zorg je voor regionale systemen (‘kringlopen’) als basis voor een houdbare en duurzame ontwikkeling voor Zeeland en Nederland? 44. VRAAG: Aan welke voorwaarden dient Zeeland te voldoen om een blauwe energiecentrale op basis van energieopwekking in de uitwisseling van zout en zoet water te kunnen plaatsen? 45. VRAAG: Hoe kan Zeeland zichzelf ontwikkelen tot een van de mondiale proeftuinen voor een biobased-economie? 46. VRAAG : Hoe kan de waterhuishouding worden geoptimaliseerd? 47. VRAAG: Hoe kan de biodiversiteit worden gewaarborgd? TOELICHTING Het economisch en maatschappelijk systeem is momenteel gebaseerd op het ‘ouderwetse’ dogma van ‘take-make-dispose’. We zitten al enkele eeuwen in dit op productieve efficiëntie gerichte systeem. De houdbaarheidsdatum van dit systeem is in zicht. Het opraken van grondstoffen en de maatschappelijke uitdagingen in de wereld vragen om nieuwe uitgangspunten waarbij bijvoorbeeld transport en energie- en warmteverliezen worden afgebouwd. Ook sociale vraagstukken moeten echt lokaal worden opgelost om verder te komen. De gewenste ontwikkeling heeft hier nog een flinke weg te gaan en de wetenschappelijke uitdaging ligt in het banen van een optimale weg op de diverse ontwikkelniveaus. TREFWOORDEN: circulaire economie, kringloop, duurzaamheid, Zeeland
6
------------------------------------------------------------------------------------------------------c) WRZ/ IMARES/WUR 48. VRAAG: Welke rol spelen filterfeeders in de schelpdierkweek? TOELICHTING Draagkracht voor schelpdierkweek wordt vooral bepaald door de primaire productie. Hierbij speelt feedback door de filterfeeders via filtratie en nutriënten regeneratie een belangrijke rol. Meer kennis hierover is nodig ten behoeve van een meer efficiënte en duurzame exploitatie van deze systemen voor de schelpdiercultuur en voor het bepalen van de draagkracht voor kweek en natuur. TREFWOORDEN: ecosysteem, schelpdieren 49. VRAAG: Hoe verhogen we het kweekrendement in de aquacultuur TOELICHTING: Schelpdiercultuur is een extensieve vorm van aquacultuur die afhankelijk is van natuurlijke processen voor voedselvoorziening, grondstof voor kweek via broedval, en kweekruimte. Onder deze omstandigheden treedt er doorgaans een hoge mortaliteit op, en het verhogen van kweekrendement is een centrale VRAAG in de schelpdiercultuur. Kennis is nodig van de factoren die hierop van invloed zijn en de cultuurtechnische maatregelen om dit te verbeteren
TREFWOORDEN: schelpdier, kweekcyclus, aquacultuur 50. VRAAG: Hoe versterken we de natuurwaarden d.m.v. schelpdierkweek? TOELICHTING: Schelpdierbanken zijn hotspots voor biodiversiteit. D.m.v. kweek kunnen schelpdierbanken worden gecreëerd op locaties waar deze niet - of niet meer - van nature voorkomen. Herstel van deze banken biedt mogelijkheden voor een combinatie van natuurontwikkeling en exploitatie, a la agrarisch natuurbeheer. Kennis hierover is nodig om dit verder te ontwikkelen
TREFWOORDEN: schelpdierkweek, biodiversiteit, natuurbeheer 51. VRAAG: Hoe verbeteren we groei en weerstand tegen ziektes in de schelpdiercultuur? TOELICHTING: Selectie van specifieke eigenschappen en veredeling van populaties voor betere groei en weerstand tegen ziektes is een innovatieve ontwikkeling in de schelpdiercultuur. Daartoe wordt gebruik gemaakt van hatchery/nursery systemen. Deze zijn in de praktijk ontwikkeld maar behoeven verbetering, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe technieken voor houderij en genetica. Toepassing van deze kennis voor schelpdierkweek vereist verder onderzoek. TREFWOORDEN: Selectie, veredeling, schelpdierkweek 52. VRAAG: Welke rol spelen biobouwers in het duurzaam kustbeheer (Building with Nature)? TOELICHTING: Voor kustbeheer wordt meer en meer gebruik gemaakt van natuurlijke processen voor sedimentdynamiek en accretie, onder meer met behulp van biotische processen. Oesters zijn als rifbouwers potentieel van groot belang voor het vastleggen van sediment en het faciliteren van natuurlijke flora en fauna, die op zich ook weer sediment kunnen vastleggen. Kennis van deze processen is nodig om deze principes onder uiteenlopende omstandigheden te kunnen toepassen, in binnen- en buitenland. TREFWOORDEN: kustbeheer, sediment, flora, fauna, building with nature
7
53. VRAAG: welke rol kunnen wisselpolders spelen? TOELICHTING: in laaggelegen deltagebieden ontstaat er door inpoldering een tekort aan sediment, doordat sedimentafzetting niet meer mogelijk is. Dit natuurlijke proces kan worden benut door polders tijdelijk aan getijbeweging bloot te stellen en ze na verloop van tijd weer in te dijken. Kennis over dit proces en de interactie tussen getij, sediment en biota is nodig om dit mogelijk te maken. TREFWOORDEN: kustbeheer, (wissel)polder, sediment, biota, getij
8
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------d) WRZ/ Wetenschapsagenda Zeeland 54. VRAAG: Hoe bereiken we de vroegherkenning van Alzheimer? 55. VRAAG: Hoe voorkomen we infectieziekten TOELICHTING: Zeeland is de meest vergrijsde provincie van Nederland, met de hoogste levensverwachting en de meeste 100-jarigen. Het geldt daarmee als een Semi Blue Zone, waarin kennelijk erfelijke eigenschappen spelen in combinatie met omgevingsfactoren. Onderzoek kan achterhalen wat de kritische omgevingsfactoren zijn (kleinschaligheid, participatiegraad, fysiek en sociaal klimaat). Met het toenemen van de leeftijd nemen een aantal lichamelijke en geestelijke functies af waarbij afname van cognitie voorop staat. Afname van cognitie kan het eerste teken zijn van zich ontwikkelende dementie en daarom is vroegtijdige herkenning van belang. Vroegtijdige herkenning maakt ook vroegtijdige interventie mogelijk waarbij de kansen op succes mogelijk groter zijn. TREFWOORDEN: Healthy Aging,dementie, infectieziekten 56. VRAAG: Hoe krijgt retorisch burgerschap vorm in Zeeland, en daarbuiten? 57. VRAAG: Welke kenmerken heeft retorisch burgerschap hier en hoe verschilt dit van elders, en van het verleden? 58. VRAAG: Hoe kan onderwijs in de retorica burgerschap versterken? 59. VRAAG: Welke normen voor het publieke debat vallen te formuleren en hoe kunnen deze versterkt worden? 60. VRAAG: Wat zijn redelijke verschillen van inzicht en hoe hier constructief mee om te gaan? 61. VRAAG :Hoe presenteert en positioneert Zeeland zich momenteel versus de nationale overheid, en hoe overtuigend is deze benadering 62. VRAAG: Wat zijn effectieve discursieve strategieën geweest bij belangrijke politieke onderwerpen in het (recente) verleden? TOELICHTING: Het doel van dit onderzoeksproject zou zijn om kritisch redeneren, spreken in het openbaar en de algemene retorische vaardigheden in het Zeeuws onderwijs te verbeteren, om daarmee de kwaliteit van het democratisch debat in de provincie te versterken. Zeeland heeft, samen met Vlaanderen, een prachtige traditie op het gebied van de retorica middels de rederijkerskamers, die hier vanaf de vroege Middeleeuwen een belangrijke rol speelden. Ook vandaag de dag wordt er in het Zeeuwse onderwijs veel gedebatteerd. TREFWOORDEN: retorica, Zeeland, burgerschap 63. VRAAG: Wat weten we over historische Zeeuwse thema’s zoals slavenhandel en de Tweede Wereldoorlog in Zeeland? TOELICHTING: In heel Zeeland, bijvoorbeeld in het Zeeuws archief, bevindt zich veel onontgonnen archiefmateriaal. Dit terwijl de Zeeuwse geschiedenis niet alleen an sich interessant is, maar ook een boeiende casus vormt voor veel contemporaine wetenschappelijke discussies onder historici. Tot de onderwerpen die interessant zijn om, met extra steun, wetenschappelijk verder uit te diepen behoren de geschiedenis van de bijdrage van kennis aan de Zeeuwse regionale ontwikkeling, de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Zeeland, maar ook de geschiedenis van het slavernijverleden. TREFWOORDEN: archief, geschiedenis, Zeeland, slavenhandel, Tweede wereldoorlog 64. VRAAG: Hóe is de kwaliteit van bestaan van de Zeeuwse burgers?. 65. VRAAG: Hoe staat het met de bewustwording het belang en de (meer)waarde van inclusie en participatie van mensen met beperkingen bij: o Zeeuwse bevolking o Beleidsmakers o Vertegenwoordigers van maatschappelijke sectoren als onderwijs, transport, bedrijfsleven etc.
9
66. VRAAG: Zijn er zichtbare en onzichtbare barrières voor toegankelijkheid / participatie: 1. Bouwkundige of structurele barrières (trappen, deuren, breedte van een gang, layout van een ruimte of omgeving….) 2. Barrières m.b.t. informatie en communicatie, waardoor mensen moeilijk informatie kunnen verkrijgen of verwerken (geschreven informatie, printgrootte, contrast tekst met achtergrond, taalgebruik etc.) 3. (Gebrek aan) technologie (computer, telefoon, tablet, smartphone) 4. Systemische barrières in beleid en procedures, regelgeving 5. Attitudes m.b.t. inclusie, attitudes m.b.t. mensen met beperkingen, onkunde, niet-weten, stereotypieën 67. VRAAG: Welke consequenties heeft het implementeren van het VN Verdrag voor Rechten van Mensen met een Beperking voor de Zeeuwse samenleving? 68. VRAAG: In hoeverre zijn in de Zeeuwse samenleving de voorwaarden aanwezig om te kunnen voldoen aan dit Verdrag?
TOELICHTING: in Zeeland is er op vele manieren uitdrukkelijk aandacht voor het onderwerp inclusie en inclusief onderwijs, en voor (onderzoek naar) kwaliteit van bestaan.
TREFWOORDEN: inclusie, mensen met beperkingen, rechten van de mens 70. VRAAG: Wat zijn de voorwaarden waaronder iedere leerling boven de verwachtingen uit kan stijgen (onderwijsexcellentie)? 71. VRAAG Hoe geven we wereldburgerschap vorm? TOELICHTING: Er is geen provincie die zoveel geld verdient over de grenzen als Zeeland. Zeeland valt te zien als een perifere provincie, maar ook als het voorportaal van Europa. Een dergelijke internationale blik begint met het onderwijs. Daarbij vestigt het thema ‘wereldburgerschap’, en de nadruk op de Four Freedoms, niet alleen de aandacht op de economische verbondenheid over de grens, maar ook op de politieke en morele verbondenheid. De erfenis van de Tweede Wereldoorlog, zo zichtbaar in het Zeeuws Landschap, en de vraag hoe een dergelijke oorlog in de toekomst te vermijden, staat dan bijvoorbeeld centraal. Maar ook de omgang met het slavernijverleden, en de wijze waarop daar vanuit de rest van de wereld tegenaan gekeken wordt. Terwijl veel over wereldburgerschap is geschreven, is er weinig wetenschappelijk onderzoek naar het begrip wereldburgerschap en de sociale invulling ervan. Hierin ligt dan ook de wetenschappelijke relevantie. TREFWOORDEN: excellent onderwijs, wereldburgerschap, Zeeland
72. VRAAG: Wat betekent een langdurige demografische transitie (in het bijzonder vergrijzing en veranderingen in beroepsbevolking) van een samenleving voor de leefbaarheid van een gebied? 73. VRAAG: Wat is de reisbereidheid naar welke vorm van voorzieningen onder uiteenlopende bevolkingsgroepen? 74. VRAAG: Welke typen voorzieningen zijn van belang voor de leefbaarheid in gebieden met een dalende en vergrijzende bevolking? 75. VRAAG: Wat is de relatie tussen leefbaarheid, aanwezigheid voorzieningen en sociale vitaliteit? 76. VRAAG:Wat betekent schaalvergroting en digitalisering in het primair (PO) en voortgezet onderwijs (VO en MBO) voor school/studiekeuze 77. VRAAG:Op welke wijze kan kwaliteit geborgd worden bij afnemende leerlingaantallen (PO, VO en MBO)? 78. VRAAG; Wat zijn de belangrijkste factoren in het realiseren van gezondheidswinst op het platteland? 79. VRAAG:Wat zijn kritische factoren bij het optimaliseren van zorg en preventie op het platteland? 80. VRAAG: Vraagt juist zorg op het platteland een populatiegebonden aanpak?
10
TOELICHTING: Het in stand houden van leefbaarheid is een leidende doelstelling van het plattelandsbeleid. Er wordt snel van uitgegaan dat leefbaarheid onder druk staat, bijvoorbeeld door een afkalvend voorzieningen niveau. Maar in de praktijk blijkt het lastig aan te tonen wat precies wordt verstaan wordt onder leefbaarheid en welke factoren er toe bijdragen dat bewoners en bedrijven een plek als goed of minder leefbaar beschouwen. Wel kent een ontgroenend platteland eigen uitdagingen, op het gebied van onderwijs en van zorg. Deze komen deels ook aan bod onder de thema’s Maintaning Health en Onderwijsexcellentie. TREFWOORDEN: leefbaarheid, platteland, gezondheid, zorg, onderwijs, voorzieningen
11