Infobrief “Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht” : 2. Onderhoud van doorvoeringen
Infobrief 2: Onderhoud van doorvoeringen “In gebouwen dient aan diverse installaties, zoals een lift, een brandmeldinstallatie en een rook- en warmte afvoerinstallatie onderhoud te worden gepleegd. Dit onderhoud vinden wij allen heel normaal. De resultaten van dit onderhoud worden opgenomen in een logboek. Onderhoud aan doorvoeringen wordt echter vaak vergeten, terwijl dit toch belangrijk is. In dit artikel wordt aangegeven welke eisen aan onderhoud aan doorvoeringen gelden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de ‘oude’ (Model)bouwverordening en het ‘nieuwe’ Gebruiksbesluit.”
ZO WAS HET “Onderhoud aan doorvoeringen cf. Bouwverordening” In artikel 17 van bijlage 3 van de Bouwverordening waren eisen gesteld aan het onderhouden van rook- en brandscheidingen. De eisen richtten zich hierbij specifiek op doorvoeren. Zie het kader. Voorbeelden van brand- cq. rookwerende voorzieningen zijn brandkleppen en manchetten. De resultaten van genoemde controles dienden te worden opgenomen in een logboek, dat in het bouwwerk ter inzage moest liggen.
Bijlage 3, artikel 17 “onderhoud van rook- en brandscheidingen” 1. Voorzieningen in doorvoeren door een wand waarvoor een rookwerendheidseis en/of brandwerendheidseis geldt, worden ten minste eenmaal per maand gecontroleerd op een goede werking en zo nodig gerepareerd. 2. Ten minste eenmaal per jaar wordt door een ter zake kundige het nodige onderhoud verricht en een controle gehouden op de goede werking van de voorzieningen in doorvoeren door een wand waarvoor een rookwerendheidseis en/of een brandwerendheidseis geldt.
pagina pagina1/5 1/5
Infobrief “Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht” : 2. Onderhoud van doorvoeringen
ZO IS HET NU “Onderhoud aan doorvoeringen cf. het Gebruiksbesluit” Sinds 1 november 2008 is het Gebruiksbesluit in werking getreden. Met de inwerkingtreding van dit besluit zijn de gemeentelijke eisen in het kader van brandveilig gebruik (hoofdstuk 6 van Bouwverordening) landelijk geüniformeerd. Artikel 17 van de (Model)Bouwverordening is in dit gebruiksbesluit in gewijzigde vorm opgenomen. Er is alleen een controle nodig na aanbrengen van de brandwerende voorziening of na het wijzigen hiervan; zie het kader. Conform artikel 2.10.1 (lid 2) dienen de resultaten van de controles te worden vastgelegd in een logboek dat in het bouwwerk ter inzage ligt.
Artikel 2.1.6 Branddoorslag en brandoverslag bij leidingdoorvoeren Na het aanbrengen of wijzigen van kabels of leidingen in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van de afdelingen 2.13, 2.14, 2.19, 2.22 en 2.23 van het Bouwbesluit 2003 een eis met betrekking tot de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag geldt, wordt de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de scheidingsconstructie op adequate wijze gecontroleerd. Artikel 2.3.4 Rookdoorgang bij leidingdoorvoeren Na het aanbrengen of wijzigen van kabels of leidingen in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van de afdelingen 2.16, 2.22 en 2.23 van het Bouwbesluit 2003 een eis met betrekking tot de rookdoorgang geldt, wordt de weerstand tegen rookdoorgang van de scheidingsconstructie op adequate wijze gecontroleerd. Artikel 2.10.1 Logboek 1. In een bouwwerk waarop voorschriften uit dit hoofdstuk van toepassing zijn, is een logboek aanwezig. Dit logboek ligt evenals een afschrift van de gebruiksvergunning en een afschrift van de gebruiksmelding ter inzage van degenen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de voorschriften in dit besluit. 2. Een logboek als bedoeld in het eerste lid bevat een volledig en chronologisch overzicht van buitengebruikstellingen en van op grond van dit besluit uitgevoerde onderhouds- en controle-activiteiten en storings- en alarmmeldingen van installaties als bedoeld in dit besluit alsmede van andere werkzaamheden aan deze installaties. 3. Een logboek als bedoeld in het eerste lid bevat voorts: a. Het document, bedoeld in de artikelen 2.1.7, 2.2.1, negende lid, 2.3.9 en 2.5.1; b. Het ontruimingsplan, bedoeld in artikel 2.3.6, vijfde lid, en c. Het verslag van de ontruimingsoefeningen.
pagina 2/5
Infobrief “Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht” : 2. Onderhoud van doorvoeringen
Uit het vergelijken van de voorschriften uit het Gebruiksbesluit met de Bouwverordening blijkt dat het aantal controlemomenten aanzienlijk wordt gereduceerd. Moesten de brandwerende voorzieningen bij doorvoeringen volgens de Bouwverordening nog elke maand visueel en elk jaar door een terzake kundige worden gecontroleerd, nu hoeft dat alleen nog maar bij aanbrengen van de voorzieningen en daarna bij elke wijziging die hieraan plaatsvindt.
Voor de typen doorvoeringen waarover wordt gesproken (kabels en leidingen, met brandwerende voorzieningen als brandwerende coating, manchetten, isolatieschalen) is het reduceren van het aantal controlemomenten een logische. Dergelijke voorzieningen hebben (in een normaal milieu) een lange levensduur en behoeven daarom niet maandelijks of zelfs jaarlijks te worden gecontroleerd. Alleen bij het aanbrengen van bijvoorbeeld extra kabels is deze controle benodigd; deze controle wordt ook geëist.
Uit de voorschriften wordt niet duidelijk of brandkleppen ook moeten worden gecontroleerd. Er wordt alleen gesproken over kabels en leidingen (kunststof en metaal). Dit is onlogisch; juist kleppen vragen om regelmatig onderhoud, omdat deze na verloop van tijd aan de binnenzijde kunnen vervuilen. Voor brandkleppen wordt een jaarlijkse controle door een deskundige daarom wel geadviseerd.
Om de controles mogelijk te maken, dienen de voorzieningen gemakke- lijk bereikbaar te zijn. Het aanbrengen van bijvoorbeeld voorzieningen in de schachtvloer zonder het voorzien van een luikje in de schachtwand ten behoeve van het controleren van deze voorzieningen is geen werkbare situatie. In het ontwerp van de installaties en de positionering van brandscheidingen (en dus van positie van brandwerende voorzieningen bij doorvoeringen) dient derhalve met dit aspect rekening te worden gehouden.
pagina 3/5
Infobrief “Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht” : 2. Onderhoud van doorvoeringen
Foto 1: (te) moeilijk bereikbare brandklep. De foto is genomen via een schachtluik, half hangend in de schacht. In de schacht is geen begaanbare vloer aanwezig. Het luchtkanaal met brandklep aan schachtzijde bevindt zicht boven de met armaflex geïsoleerde leidingen. Hoe gaan wij deze klep controleren op goede werking?
Het gewenste jaarlijkse onderhoud aan brandkleppen door een externe partij is (voor grotere gebouwen) een tijdrovend karwei. Zeker bij brandkleppen met smeltlood, waaraan echt onderhoud moet worden gepleegd (binnenzijde kleppen visueel controleren, handmatig controleren of klep goed sluit etc), kunnen de kosten voor dit onderhoud aardig oplopen. Bij projecten met veel brandkleppen biedt in dit kader het toepassen van rookmeldergestuurde brandkleppen een groot voordeel. Dergelijke kleppen kunnen (ook als ze moeilijker bereikbaar zijn) op afstand worden gecontroleerd op goede werking. Foto 2: Afstandsgestuurde brandklep
Toepassing van rookmelder gestuurde kleppen heeft nog een ander voordeel. Er wordt ‘koude’ rook mee geweerd. Dit sluit beter aan bij de brandsituatie tijdens het vluchten. In de vluchtfase (in welke fase rookscheidingen van grote nut zijn) is in de ruimte nog sprake van een lokale brand en daarmee is de temperatuur van de rooklaag nog relatief koud.
pagina 4/5
Infobrief “Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht” : 2. Onderhoud van doorvoeringen
In de toekomst zal de realisatie van de rookwerendheid (in NEN 6075) ook wijzigen in het weren van ‘warme’ rook (wat nu wordt gedaan door te stellen dat de 30 minuten rookwerendheid gelijk is aan 20 minuten brandwerendheid gelet op het criterium ‘afdichting’), in het weren van ‘koude’ rook. Deze eis kan niet met brandkleppen met smeltlood worden gerealiseerd; hier zijn gemotoriseerde kleppen voor nodig.
pagina 5/5