Indicatieprotocol
Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Indicatieprotocol
Voorzieningen
maatschappelijke
ondersteuning
22 november 2006
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
inhoudsopgave
nul .
voorwoord
2
één .
inleiding
3
indicatie huishoudelijke verzorging
4
drie .
indicatie woonvoorziening
6
vier .
indicatie rolstoelvoorziening
7
vijf .
indicatie vervoersvoorziening
9
zes .
slotwoord
11
activiteiten, klassen en tijdnormering huishoudelijke verzorging factoren meer/minder huishoudelijke hulp
12
15
twee .
bijlagen
één . twee .
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
nul .
voorwoord
De Wmo en individuele voorzieningen in Breda Alle inwoners van Breda moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen, daar waar zij zich prettig voelen. En iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. Dat geldt voor jonge en gezonde mensen, maar ook voor ouderen, voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, chronische ziekte en voor mensen met psychische problemen. Sommige mensen hebben daar hulp bij nodig. Een rolstoel bijvoorbeeld, of iemand die helpt in het huishouden of bij het boodschappen doen. Soms krijgen ze hulp van familie, buurtgenoten of vrijwilligers. Maar er zijn ook mensen die afhankelijk zijn van professionele hulp. En daar zijn verschillende instanties verantwoordelijk voor, waar door het voor mensen niet altijd duidelijk is waarvoor zij waar moeten zijn. Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is dat wel duidelijk. Vanaf 1 januari 2007 kunt u voortaan bij de gemeente terecht voor advies, hulp of ondersteuning, de Gemeente Breda opent hiervoor loket Wegwijs De gemeente is verantwoordelijk voor het regelen van de Wmo-voorzieningen, waaronder vanaf 1 januari ook de huishoudelijke verzorging. Verzoeken moeten zorg vuldig worden afgewogen, met een menselijke maat. Hiervoor heeft de Gemeente Breda een indicatieprotocol opgesteld, met de stappen van het indiceren. De criteria die bepalen of de gemeente iemand daadwerkelijk een voorziening kan aanbieden staan in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. U vindt dit document ook op www.wegwijsbreda.nl en www.breda.nl. Heeft u vragen, aarzelt u dan niet en bel naar loket Wegwijs (telefoonnummer: 076 529 97 00). Heeft u voor zieningen, en dus een contactpersoon bij de gemeente, dan kunt u met hem of haar contact opnemen. Onze medewerkers helpen u graag verder.
Marja Heerkens,
Wethouder Sociale Zaken, Wmo en grondbeleid
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
één .
inleiding De (nieuwe) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) stelt gemeenten verplicht om voorzieningen te treffen voor mensen, die door ziekte of gebrek beperkt zijn in zelfredzaamheid en deelname aan de maatschappij. Het doel van deze voorzieningen is het compenseren van beperkingen, zodat deze mensen in staat zijn: • een huishouden te voeren • zich te verplaatsen in en om de woning • zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel • medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan Hierbij gaat het om de volgende personen (bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4°, 5° en 6° van de Wmo): 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en hulp bij het vinden van geschikte oplossingen als zij hun taken tijdelijk niet kunnen uitvoeren, en het ondersteunen van vrijwilligers. 5. Mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem stimuleren om zelfstandig te functioneren en deel te nemen aan het maat schappelijk verkeer. 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking, een chronisch psy chisch probleem of een psychosociaal probleem om hun zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer te behouden of te bevorderen. De gemeente Breda voldoet aan deze verplichting met voorzieningen op het gebied van huishoudelijke verzorging, woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen en vervoers voorzieningen. Huishoudelijke verzorging geeft ondersteuning aan mensen die niet in staat zijn zelfstandig een huishouden te voeren. Rolstoelvoorzieningen en vervoers voorzieningen maken het mogelijk zich te verplaatsen in en om de woning en lokaal per vervoermiddel. Rolstoel- en vervoersvoorzieningen kunnen bovendien bijdragen aan het ontmoeten van medemensen en het leggen van sociale contacten. Met woon voorzieningen wil de gemeente Breda een normaal gebruik en bereik van de woning mogelijk te maken. Voordat een voorziening verstrekt kan worden, wordt bekeken of een voorziening nodig is en of er beperkingen zijn die gecompenseerd moeten worden. Met andere woorden: we onderzoeken of er een indicatie is voor een voorziening. Uitgangspunt hierbij is individueel na te gaan wat iemand zelf nog kan en waar iemand ondersteu ning bij nodig heeft. Belangrijk in het proces van indicatiestelling is individualisering en maatwerk. Bij de indicatiestelling wordt uitgegaan van de ICF-classificatie (International Classification of Functions, Disabillities and Health). De ICF sluit aan bij het compensatiebeginsel in de Wmo. De gemeente Breda wil haar burgers graag duidelijkheid geven over de manier waar op indicaties tot stand komen. Daarom is dit indicatieprotocol voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2007 opgesteld. Het doorlopen van een vragenlijst maakt duidelijk wanneer er mogelijk wel of geen indicatie is voor een voorziening. Op deze manier ligt vast dat gelijke gevallen ook gelijk behandeld worden. In dit indicatieprotocol staat eerst de indicatiestelling beschreven van de huishoudelij ke verzorging, daarna voor de woonvoorzieningen, dan de rolstoelvoorzieningen en tot slot de vervoersvoorzieningen. Dit protocol is bedoeld om te laten zien hoe indicaties tot stand komen en om op die manier bij te dragen aan rechtszekerheid. Het is niet bedoeld om in alle details de werkwijze te beschrijven.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
twee .
indicatie huishoudelijke verzorging Zijn er aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of
nee
gebrek, waardoor de cliënt niet in staat is een goed huishou
Er is geen indicatie voor huishoudelijke verzorging.
den te voeren? Is dit op te lossen (te compenseren) met huishoudelijke verzorging?1 ja Is de benodigde voorziening algemeen gebruikelijk? (Zie2 voor uitleg ‘algemeen gebruikelijk’)
ja
Er is geen indicatie voor huishoudelijke verzorging.
nee Is er sprake van gebruikelijke zorg? (Zie3 voor uitleg ‘gebruikelijke zorg’) ja Heeft de huisgenoot of partner zodanige gezondheidsproblemen dat hij/zij geen gebruikelijke zorg kan nee
nee
geven?
Er is geen indicatie voor huishoudelijke verzorging.
Dreigt de huisgenoot of partner door de combinatie van werk en verzor ging van de zieke partner/huisgenoot overbelast te raken?4 ja Er is een indicatie voor huishoudelijke verzorging.5
1
De volgende vragen kunnen hierbij onder andere gesteld worden:
• Zijn er hulpbehoevende kinderen aanwezig? Zo ja, is de cliënt in staat deze goed te verzorgen? Wat zijn de beperkingen hierbij? (Hoe gaat het wassen en aankleden van de kinderen, is er hulp nodig bij eten en/of drinken, hoe gaat het voorbereiden van de maaltijd, sfeer scheppen, spelen en opvoedingsactiviteiten?) Het gaat hier om situaties waarbij de ouder tijdelijk niet in staat is om de ouderrol te vervullen. • Heeft de cliënt beperkingen bij het zorgen voor eten en drinken? (Kan de cliënt zelf boodschappen doen, hoe gaat het bereiden van voedsel, het eten en drinken zelf, kan de cliënt afwassen?) • Heeft de cliënt beperkingen bij het zorgen voor de essentiële hygiëne van de huishou ding (schone bedden, kleding, sanitair, vloeren, stofzuigen en dweilen, kan de cliënt zelf vuilnis afvoeren)? • Hoe gaat het verzorgen van dieren en planten? Wat zijn de beperkingen hierbij? • Wat zijn de beperkingen bij het zorgen voor incidentele werkzaamheden als het schoonhouden van ramen, kasten enz.? • Zijn er beperkingen bij de dagelijkse organisatie van het huishouden? Hoe gaan de administratieve werkzaamheden voor de klant? Hoe gaat de organisatie van de huis houdelijke activiteiten, hoe gaat het plannen en beheren van middelen voor het huis houden? • Is psychosociale begeleiding nodig om een goed huishouden te kunnen voeren? • Is advies, instructie en/of voorlichting gericht op het huishouden nodig om een goed huishouden te kunnen voeren?
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
2 Als er hulpmiddelen zijn die de cliënt voldoende helpen om zichzelf te kunnen redden (denk aan een afwasmachine of droogtrommel), dan komt hij niet in aanmerking voor huishoudelijke verzorging. Een aantal voorzieningen wordt als algemeen gebruikelijk beschouwd: • kinderopvang (crèche, overblijfmogelijkheden op school) •
voor- en naschoolse opvang
•
oppascentrale
• maaltijddienst • hondenuitlaatservice • boodschappendienst 3 Op gebruikelijke zorg kan geen aanspraak gemaakt worden. Het is de normale, dage lijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen elkaar onderling bieden, omdat ze een gezamenlijk huishouden voeren en daar gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn. Ongeacht of ze de gebruikelijke zorg wel of niet willen geven. Iedere vol wassen burger wordt verondersteld naast een volledige baan of opleiding een huis houden te kunnen voeren. Een baan of een opleiding is geen reden om geen gebrui kelijke zorg te leveren. Gebruikelijke zorg gaat vóór op andere activiteiten. Indien er sprake is van kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden gerekend. Een soortgelijke positie wordt ingenomen door mensen die omwille van hun zorgbehoefte op één adres ieder zelfstandig wonen. Denk hierbij aan woongemeenschappen van kloosterlingen, ouderen of gehandicapten. Ook hier is dus geen sprake van een huishouden en geen sprake van gebruikelijke zorg. 4 Als een persoon overbelast dreigt te raken door de combinatie van werk en verzor ging van de zieke partner/huisgenoot, kan een indicatie worden gesteld op de onder delen die normaal gesproken onder gebruikelijke zorg vallen. Die indicatie zal in principe van korte duur zijn om het gezin de gelegenheid te geven de onderlinge taakverdeling aan de nieuwe situatie aan te passen. 5 Aandachtspunt is mantelzorg. Er wordt bekeken of er sprake is van mantelzorg. Mantelzorg is zorg voor mensen waarmee je een sociale relatie hebt, dit kan familie zijn, maar ook vrienden of kennissen. Deze zorg is zwaarder, langduriger of intensie ver dan normale (gebruikelijke) zorg. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwillig heid. Bij mantelzorg gaat het om zorg waarop de cliënt wel aanspraak heeft, en waar dus een indicatie voor is. Als de mantelzorger overbelast dreigt te raken kan de beno digde zorg zo snel mogelijk worden ingezet. In bijlage 1 zijn de activiteiten, klassen en tijdnormering omschreven die bij de indicatie
stelling voor huishoudelijke verzorging horen.
Bijlage 2 geeft de factoren aan wanneer er meer/minder hulp geïndiceerd wordt.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
drie .
indicatie woonvoorziening indicatiestelling voor woningaanpassingen en verhuis- en inrichtingskosten
Is de cliënt, als gevolg van ziekte of gebrek, beperkt nee
in het normale gebruik of het bereiken van de
Er is geen
woning?1
indicatie voor een
Zijn deze beperkingen te verhelpen (compenseren)
woonvoorziening
met een woonvoorziening? ja
Is de benodigde woonvoorziening algemeen
ja
Er is geen
gebruikelijk? (algemeen gebruikelijke voorzieningen
indicatie voor een
zijn bijvoorbeeld: een keramische kookplaat, een
woonvoorziening
thermostatische mengkraan, een hendelmengkraan e.d.) nee Is de benodigde woonvoorziening langer dan zes
nee
Er is geen
maanden noodzakelijk om de beperkingen op het
indicatie voor een
gebied van wonen te verhelpen (te compenseren)?
woonvoorziening
ja
Er is een indicatie voor een woon voorziening
1 Hierbij kunnen onder andere de volgende vragen gesteld worden: • Hoe lang kan de cliënt staan? Kan de cliënt het volhouden om een bepaald aantal minuten te staan? • Heeft de cliënt moeite met het op- en overstappen van drempels? (Welk hoogte verschil kan de cliënt hierbij overbruggen?) • Heeft de cliënt steun nodig bij het opstaan en gaan zitten? • Heeft de cliënt moeite met traplopen? (Hoe vaak maakt de cliënt gebruik van de trap en hoeveel keer per dag is de cliënt in staat de trap op en af te lopen?)
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
vier .
indicatie rolstoelvoorziening indicatiestelling voor een handbewogen rolstoel en een elektrische rolstoel
Is de cliënt grotendeels1 aangewezen op zittend
nee
Er is geen
vervoer? Kan de behoefte aan verplaatsing opgelost
indicatie voor een
2
(gecompenseerd) worden met een rolstoel?
rolstoel
ja Is de rolstoelvoorziening langer dan zes maanden
nee
Er is geen
noodzakelijk, om zich in en om de woning te
indicatie voor een
verplaatsen?
rolstoel
ja Is de cliënt geholpen met een handbewogen rolstoel, om zich in en om de woning te verplaatsen? ja
nee
Is er sprake van een
Is de cliënt geholpen met een elektrische rolstoel3,
regelmatig (wekelijks)
om zich in en om het huis te verplaatsen?
gebruik van de rolstoel?
nee
ja
ja
nee
Er is een
Er is geen
Is de cliënt rijvaardig en
Er is geen indicatie
indicatie voor
indicatie voor
is het verplaatsen met
voor een elektri
een handbewo
een handbewo
een elektrische rolstoel
sche rolstoel.
gen rolstoel 4
gen rolstoel 1
verkeersveilig te noemen? nee
ja
Er is geen indicatie voor een elektrische
Er is een indicatie
rolstoel. De indicatie voor een handbewogen
voor een elektri
rolstoel moet nogmaals bekeken worden. In
sche rolstoel 4.
hoeverre is de cliënt hiermee geholpen? (een zogenoemde second best solution).
1 Als slechts af en toe een handbewogen rolstoel nodig is - dat wil zeggen minder dan wekelijks - dan is er geen indicatie voor een handbewogen rolstoel. Als een enkele keer een rolstoel nodig is, dan kan deze geleend worden via de Kruisvereniging. 2 De volgende vragen komen hierbij naar voren: • Heeft de cliënt een rolstoel nodig om sociale contacten te kunnen onderhouden? • Heeft de cliënt een rolstoel nodig om te kunnen deelnemen aan de samenleving samen met het gezin/familie en vrienden? • Heeft de cliënt een rolstoel nodig om zich te kunnen verplaatsen in en om de eigen woning?
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
3
Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van de cliënt (loopafstand). Als de cliënt niet of zeer beperkt kan lopen, kan er een indicatie zijn voor een elektri sche rolstoel. In dat geval moet de cliënt wel rijvaardig zijn en moet het gebruik van een elektrische rolstoel verkeersveilig zijn. Het kan voorkomen dat de cliënt zowel een elektrische rolstoel als een handbewogen rolstoel nodig heeft. Als de cliënt slechts een korte afstand kan lopen, dan kan een scootmobiel of een elektrische rolstoel een oplossing bieden. Is de cliënt nog in staat naar de stalling van de scootmobiel te lopen, dan is er geen indicatie voor een elektrische rolstoel. In dat geval wordt bekeken of er een indicatie is voor een scootmobiel.
4
Als er een indicatie is voor een verblijfsrolstoel en de cliënt beoefent een sport, dan kan er een indicatie zijn voor een sportrolstoel. Dit geldt alleen als de sportrolstoel noodzakelijk is voor het beoefenen van de sport. Om in aanmerking te kunnen komen voor een sportrolstoel moet de cliënt lid zijn van een sportvereniging.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
vijf .
indicatie vervoersvoorziening indicatiestelling voor deeltaxipas, persoonsgebonden budget vervoerskosten, scoot mobiel, rijwiel bijzondere uitvoering en autoaanpassing.
Is er een reële alledaagse behoefte aan vervoer?1
nee
Er is geen indicatie voor een vervoersvoorziening
ja
Zijn er lichamelijke/verstandelijke beperkingen waardoor de
nee
cliënt geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer?
Er is geen indicatie voor een vervoersvoorziening
Is dit op te lossen (te compenseren) met een individuele vervoersvoorziening?2 ja Is de cliënt geholpen met een algemeen gebruikelijk middel,
ja
zoals een fiets, een brommer of fiets met hulpmotor?
Er is geen indicatie voor een vervoersvoorziening
nee Is de vervoersvoorziening langdurig noodzakelijk, om te
nee
kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer?
Er is geen indicatie voor een vervoersvoorziening
ja Er is geen indicatie voor de Is het verstrekken van de vervoersvoorziening verkeersveilig
nee
te noemen?
gevraagde vervoersvoorzie ning. Bekeken moet worden in hoeverre een
ja
andere vervoersvoorziening een oplossing biedt
Er is een indicatie voor een
(zogenoemde second best
vervoersvoorziening
solution).
Is er een andere (second best) vervoersvoor ziening die een oplossing zou bieden? ja
nee
Er is een indicatie voor een
Er is geen indicatie voor
vervoersvoorziening
een vervoersvoorziening
1
Onder reële vervoersbehoefte wordt o.a. verstaan:
•
het onderhouden van sociale contacten (op bezoek gaan bij familie en vrienden e.d.)
•
boodschappen doen
•
winkelen NB: Voor een vervoersbehoefte buiten de regio heeft de gemeente geen zorgplicht.
2
De volgende vragen kunnen hierbij o.a. gesteld worden:
•
Kan de cliënt verder dan een bepaald aantal meters lopen?
•
Kan de cliënt de bus instappen?
•
Kan de cliënt de bus uitstappen?
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
• Hoe lang kan de cliënt staan? Kan de cliënt het volhouden om een bepaald aantal minuten te staan? • Geeft het wachten op de bus problemen? • Is er sprake van verstandelijke beperkingen waardoor de cliënt het bussysteem niet begrijpt, daardoor niet op de juiste plaats van bestemming aan kan komen en het hem ook niet aan te leren is om het bussysteem goed te begrijpen?
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p 0
Gemeente Breda
zes .
slotwoord Het is belangrijk te weten dat een indicatie voor een voorziening nog niet wil zeggen dat de voorziening ook automatisch toegekend wordt. Het indicatieprotocol bevat alleen het indicatieproces. Het beleid is hierin niet verwerkt. Of verstrekking mogelijk is, wordt nagegaan op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Breda en het beleid zoals beschreven in deze veror dening. Dit geldt voor alle voorzieningen. Het kan voorkomen dat op basis van het beleid een aanvraag al vóór de indicatiestelling wordt afgewezen. Om een voorbeeld te geven: als een verhuizing algemeen gebruikelijk is gezien leeftijd, gezins- of woon situatie, ook als er géén handicap zou zijn, dan wordt er geen woonvoorziening ver strekt in de vorm van verhuis- en inrichtingskosten. Als de cliënt een leeftijd heeft bereikt waarop verhuizen algemeen gebruikelijk is, worden geen verhuis- en inrich tingskosten toegekend. Er wordt in dat geval ook geen indicatieprocedure gestart. Het is bovendien niet zo dat wanneer een voorziening wordt geïndiceerd, ook altijd de gevraagde voorziening verstrekt wordt. Gekeken wordt naar de meest adequate, goedkope oplossing, die iemand in staat stelt om deel te nemen aan de samenleving. Bijvoorbeeld: als iemand vraagt om een persoonsgebonden budget voor vervoerskos ten, en er is een positieve indicatie toegekend, dan zal gekozen worden voor de meest adequate, goedkope oplossing, bijvoorbeeld een deeltaxipas. Factoren die meespelen bij het wel of niet verstrekken van een voorziening zijn terug te vinden in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Breda en het beleid zoals beschreven in deze verordening. De verordening gaat in op 1 januari 2007. De verordening kunt u raadplegen op www.breda.nl, of aanvragen bij uw contactpersoon bij de gemeente.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
bijlage een.
activiteiten, klassen en tijdnormering huishoudelijke verzorging Voor de huishoudelijk verzorging (HV) is een indeling in activiteiten te maken: Huishoudelijke verzorging Aard van de activiteiten
Activiteiten
Personeel
Boodschappen doen Broodmaaltijd bereiden Warme maaltijd bereiden Huishoudelijke werkzaamheden
Licht huishoudelijk werk
HV1
Zwaar huishoudelijk werk De was doen Huishoudelijke spullen in orde houden
Organisatie van het huishouden
Anderen helpen in huis met zelfverzorging
HV2
Anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd
HV2
Dagelijkse organisatie van het huishouden
HV2
Advies, instructie, voorlichting
HV2
Hulp bij ontregelde huishouding i.v.m. psychische stoornis
De huishoudelijke verzorging is ingedeeld in klassen. De klasse geeft aan op hoeveel zorg iemand recht heeft. Het gemiddeld aantal uren zorg wordt vertaald naar een klasse, die meetelt bij de indicatiestelling. We onderscheiden de volgende klassen: Klasse
Uren per week
1
0 - 1,9
2
2 - 3,9
3
4 - 6,9
4
7 - 9,9
5
10 - 12,9
6
13 - 15,9
7
> 16
Naast de indeling in klasse en activiteiten, is er ook een standaard indeling gemaakt van de hoeveelheid tijd die huishoudelijke verzorging kost (tijdnormering). De tijdnor mering is een inschatting, met goede redenen kan hiervan afgeweken worden. Huishoudelijke verzorging (HV) alleenstaande (seniorenwoning/ flat) Nr.
Activiteiten
Minuten
Uren
Klasse
1.1
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
60 per week
1u
K1
1.2
Broodmaaltijd bereiden
15 per keer
1u45
K1
1.3
Warme maaltijd bereiden
30 per keer
3u30
K2
1.4
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen, etc.)
60 per week
1u
K1
90 per week
1u30
K1
1u
K1
1.5
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen, etc.)
1.6
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
60 per week
1.7
Huishoudelijke spullen in orde houden
-
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
Minuten
Uren
Klasse
1.4 + 1.5
Licht + zwaar
150
2u30
K2
1.4 + 1.6
Licht + was
120
2u
K2
1.5 + 1.6
Zwaar + was
150
2u30
K2
1.4 + 1.5 + 1.6
Licht + zwaar + was
210
3u30
K2
1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6
Brood (7x) + licht + zwaar + was
315
5u15
K3
Veel voorkomende combinaties
Huishoudelijke verzorging (HV) alleenstaande (eengezinswoning) Nr.
Activiteiten
Minuten
Uren
Klasse
1.1
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
60 per week
1u
K1
1.2
Broodmaaltijd bereiden
15 per keer
1u45
K1
1.3
Warme maaltijd bereiden
30 per keer
3u30
K2
1.4
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen, etc.)
60 per week
1u
K1
180 per week
3u
K2
1u
K1
1.5
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen, etc.)
1.6
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
60 per week
1.7
Huishoudelijke spullen in orde houden
-
Veel voorkomende combinaties
Minuten
Uren
Klasse
1.4 + 1.5
Licht + zwaar
240
4u
K3
1.4 + 1.6
Licht + was
180
3u
K2
1.5 + 1.6
Zwaar + was
240
4u
K3
1.4 + 1.5 + 1.6
Licht + zwaar + was
300
5u
K3
1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6
Brood (7x) + licht + zwaar + was
405
6u45
K3
Huishoudelijke verzorging (HV) twee- of meerpersoonshuishouden (woonsituatie is niet van belang) Nr.
Activiteiten
Minuten
Uren
Klasse
1.1
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
60 per week (evt +)
1u
K1
1.2
Broodmaaltijd bereiden
15 per keer (evt +)
1u45
K1
1.3
Warme maaltijd bereiden
30 per keer (evt +)
3u30
K2
1.4
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen, etc.)
90 per week (evt +)
1u30
K1
180 per week (evt +)
3u
K2
1u30
K1
1.5
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen, etc.)
1.6
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
90 per week (evt +)
1.7
Huishoudelijke spullen in orde houden
-
Veel voorkomende combinaties
Minuten
Uren
Klasse
1.4 + 1.5
Licht + zwaar
270
4u30
K3
1.4 + 1.6
Licht + was
180
3u
K2
1.5 + 1.6
Zwaar + was
270
4u30
K3
1.4 + 1.5 + 1.6
Licht + zwaar + was
360
6u
K3
1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6
Brood (7x) + licht + zwaar + was
465
7u45
K4
‘evt +’ houdt in dat extra tijd geïndiceerd kan worden bij grotere leefeenheden, aanwezigheid kleine kinderen, extra bewassing etc.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
Huishoudelijke verzorging (HV) overige activiteiten alleenstaande/twee- of meerpersoonsleefeenheden Nr.
Activiteiten
2.1
Anderen helpen in huis met zelfverzorging
2.2
Anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd
2.3
Dagelijkse organisatie van het huishouden
3.1
Advies, instructie, voorlichting #
Minuten
Uren
Klasse
30 per week
0u30
K1
30 per keer (max 3 keer per week, 6 weken)
1u30
K1
Tot max 40 uur per week
# als Advies, instructie, voorlichting (AIV) nodig is om huishouden aan te leren; dan geen tijd voor AIV indiceren, maar aan te leren activiteiten indiceren in tijd en aange ven dat het om aanleren van die activiteiten gaat. Normtijden:
Bij de bepaling van de omvang van de indicatie worden de onderstaande normen
gehanteerd.
a. De tijd waarmee de huishoudelijke verzorging wordt geïndiceerd is noodzakelijk en niet meer dan nodig om verantwoorde huishoudelijke zorg (op het gebied van hygi ene, voeding en dergelijke) te bieden in de directe leefruimten van de verzekerde. b. De normtijden zijn gebaseerd op ‘normale’ huishoudens. Als er sprake is van bij voorbeeld medische of praktische problematiek bij de verzekerde en/of zijn huis houden, zoals dieet, (ernstige) vervuiling van het huis, incontinentie, speekselvloed, overmatige transpiratie, allergie, COPD en dergelijke wordt aanvullend op de basis minuten extra tijd berekend. c. Het is niet mogelijk om extra tijd te berekenen vanwege de persoonlijke voorkeur van de cliënt zonder dat daar een noodzaak voor is.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
bijlage twee. factoren meer/minder huishoudelijke hulp 1.1 Boodschappen doen Activiteiten: •
boodschappenlijst samenstellen
•
boodschappen inkopen en opslaan - wekelijks Factoren meer/minder hulp Als het gezin/de leefeenheid bestaat uit meer dan 4 personen, en/of er zijn kinderen jonger dan 12 jaar, dan kan er een indicatie gesteld worden voor twee keer per week boodschappen; + 30 minuten, wanneer de afstand tot de winkels groot is.
1.2 + 1.3
Broodmaaltijd bereiden en warme maaltijd bereiden Activiteiten:
•
broodmaaltijd klaarzetten
•
tafel dekken en afruimen
•
koffie/thee zetten
•
afwassen (machine – handmatig)
•
eten bereiden - voorbereiden - koken
•
opslaan en beheer levensmiddelenvoorraad
•
afwassen en opruimen Factoren meer/minder hulp Aanwezigheid kinderen jonger dan 12 jaar: + 20 minuten per keer.
1.4 Licht huishoudelijk werk Activiteiten: •
afwassen, als er geen indicatie is voor maaltijdvoorbereiding, handmatig 15-30 min per keer
•
machine in- en uitruimen: 10 minuten per keer
•
hand- en spandiensten
•
opruimen: totaal dagelijkse beurt interieur is afhankelijk van de grootte van de woning en de specifieke kenmerken van het gezin/de leefeenheid: 15 tot 40 minuten per keer
•
stof afnemen/ragen
•
bedden opmaken Factoren meer/minder hulp
•
persoonsgebonden problematiek/communicatieproblemen
•
aantal kinderen onder de 12 jaar
•
huisdieren (bij allergie eerst sanering)
•
allergie voor huisstofmijt, COPD: in gesaneerde woning
•
ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen
•
alleen de kamers die in gebruik zijn worden schoongehouden. Voor een cliënt zonder kinderen max. 20 minuten per keer, voor een cliënt met kinderen jonger dan 12 jaar maximaal 30 minuten per keer Frequentie: In principe maximaal 3 maal per week 20-30 minuten.
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
1.5 Zwaar huishoudelijk werk De hoeveelheid ondersteuning is meer afhankelijk van de grootte en inrichting van de woning dan van de aanwezigheid van een extra persoon. Activiteiten: • stofzuigen • schrobben, dweilen, soppen: sanitair en keuken •
bedden opmaken/verschonen
•
opruimen huishoudelijk afval
Hier worden de wekelijkse activiteiten bedoeld. Factoren meer/minder hulp: In grote woningen met veel bewoners, meer vervuiling, COPD-problematiek (na sane ring) of aanwezigheid van jonge kinderen kan een hogere klasse vastgesteld worden. Verzorgen van huisdieren is bespreekbaar.
1.6 De was doen Activiteiten: • kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine • centrifugeren, ophangen, afhalen • was drogen in droogmachine •
vouwen, strijken (alleen bovenkleding), opbergen
•
ophangen en afhalen wasgoed
Factoren meer/minder hulp:
• aantal kinderen jonger dan 16 jaar: + 30 minuten per kind per week • bedlegerige patiënten: + 30 minuten • extra wassen i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies enz.: + 30 minuten Frequentie: Eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3 keer per week.
2.1 en 2.2
Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen hel pen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden Activiteiten:
• wassen en aankleden • hulp bij eten en/of drinken • maaltijden voorbereiden •
sfeer scheppen, spelen
•
opvoedingsactiviteiten
Factoren meer/minder hulp:
• aantal kinderen • leeftijd kinderen • gezondheidssituatie/functioneren kinderen/huisgenoten • aanwezigheid gedragsproblematiek • samenvallende activiteiten Klasse is afhankelijk van de situatie. Bij kinderen jonger dan 6 jaar gecombineerd met HV-activiteiten kan tot maximaal 40 uur per week geïndiceerd worden .
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda
2.3 Dagelijkse organisatie van het huishouden Activiteiten: • administratieve werkzaamheden t.b.v. de klant (alleen in combinatie met andere huis houdelijke activiteiten, valt bij beperkt regelvermogen onder ondersteunende begelei ding) •
organisatie huishoudelijke activiteiten
• plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden Factoren meer/minder hulp: • communicatieproblemen • aantal huisgenoten, vooral kinderen jonger dan 16 • (psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden Frequentie: Eenmaal per week klasse 1-2.
3.1 Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden Activiteiten: • instructie omgaan met hulpmiddelen • instructie licht huishoudelijk werk • instructie textielverzorging
-boodschappen doen
-koken
Factoren meer/minder hulp: Communicatieproblemen Frequentie: Driemaal per week maximaal 6 weken
Vo o r z i e n i n g e n m a a t s c h a p p e l i j ke o n d e r s t e u n i n g
p
Gemeente Breda