~.
-..-
-~
H-A.
~
rogramma
"'KJ
REVUE 1945-'46 ...
]3i.Si ons
'in GQsstsT"n IN DRIE BEDRIJVEN
TEN BATE VAN EEN NIEUW ORGEL .
"
MUZIEK: "THE PAPSLEVlANS BAND"
.....
~
~.
\,
"
,
i J __
___
IN DE R.K.KERK.
.----..
REVUE 1945.'46. \
.
'Eisi ons .
in Gssstsr' n .
..
pl.
J
Programma. le Bedrijf: I
1. 2. 3. 4.
Openingslied Intocht der Duitschers Den boet ol? Eigenverbouw
lIe Bedrijf: 1. Afscheid 2. No@rd~Oost~Polder 3. Crisis-ContrÖle.
PAUZE
IIIe Bedrijf: 1. 2. 3. 4. 5.
In memoriam Geldsaneering Dansles Helpt Indië Slotzang.
. .L
Beleefd
verzoeken
wij:
voor de Pauze. niet te roken:
EERSTE .BEDRIJf OPENINGSZANG. Weer bieden wij U een revue.. Wij vragen: amuseert. ti nu, Bij woord en spel. om gein en jool; "Bie} oöns in Geesternis 't parool! Wij zwegen vijf jaar voor den mof. Nu zijn we vrij! Is het geen bof?! Zet oorlogswee maar aan de kant!
Geen . leed meer; weg de zorgen, want: Hier zijn we weer met een revue, Die heet: "Bie} oöns in Geestern!"
INTOCHT
DER DUITSCHERS.
In ons vredelievend landje. Werd de rust plots wreed Verstoord. Want een vijand trok hier binnen,
Bruut geweld
~ 't
was ongehoord! Refrein:
Neerland, wat hebt gij gedaan? Duitsers, waarom komt gij slaan, De dorpen, de steden?I Och laat ons toch in vrede, in vred.e! "Wel, wij komen U beschermen:' Sprak de. Duitser met veel trots. ..Gij zult heus niet hoeven kermen, Land en volk blijff als ~en rots." Maar de Duitsers' bleken moffen, Want zij knechten ~el ons volk, Roofd,en welvaart, voedsel. mensen. Landverraders waren tolk.
--
I! DENt~'BOER OP. ., ~', 1 We hadden niets te ete~,. Wegingen naar den bOer. '} .
W e vroegen aan zo veIen ij
om een beetje krachtig voer. We kregen soms wat heédijkIV We kregen ook vaak niets En dan ging je maar weer verder met je autobandenHets. Refrein: Alle dagen moesten Oeed je 't niet, dan Alle dagen moesten En maar hopen. dat
'\
wij~:t maar wagen : bleefl>je maagje leeg I wij weer vragen je'n 'beetje kreeg. 2
De eerste vroeg om boter. De tweede vroeg om spek. De derde vroeg om klerèn, had geen dàs 'meer om zijn nek. De. vierde vroeg een eitje. De vijfde vroeg om kaas. En de zesde was in 't vra~en alle anderen de baasl '3 Boer Hein was mede deelzaam. Boer Serend goed van ha~. ,
Boer Gerrit was een kni~perd en deed stevig in 't zwart. Boer Jens kon heel wat miSsen. Boer Hendrik nog niet dat. Ja zelfs enkele boeren zeiden: "Wi'; hebt %unef ok nicl1 watl"
\
--
--
EIG~N VERBOUW. 1 Onder. de Duitse bezetting Was ~r slechts weinig tabak. 't Roken werd zachtjes aan minder 'k Had niets meer in mijn zak Dan alleen maar een dun sigaretje van Belgische shag! Maar 't was viezig bocht, Wat ik kocht! Rommel van peukies en Weet ik veel; 't was heus geen Refrein: Eigen verbouw, waar je heerlijk je pijp mee kunt stoppen, Eigen verbouw. wel daar kan er geen mens je mee foppen! Ik blief geen rommel! Waar' ik van hou? Kun je wel raden, dat is: Eigen verbouw!! 2 Toen ben ik wat beters, begonnen: 'k Huurde een klein stukje grond; Waar na verloop van een maandje Aardig tabak op stond! 'k Sneed zelf en ik gaf ze een geurtje V irginia~saus! Toen was 't heerlijk spul. Fijne krul! 't Zal nooit meer anders zijn:
Sinds die tijd rook ik mijn
'
3 Jongens, wat rookt ie weer Ieid<er! Jongens. wat smaakt ie weer fijn! Dit heb ik liever dan peukies, Die toch niet smaaklijk- zijn. De bevrijding bracht weer sigaretten
Maar die zijn zo duur. I(jjk niet %uur! Er is een middeltJe Namelijk: rook toch je
uit Engeland aan.
.
TWEEDE BEDRIJf. AFSCHEID. Nog eenmaal haal ik mij 'Geestren voor den geest Met zijn weiden vol .grazend vee! Aan dierbre plekjes denk ik nog wEd het meest! Waar ik blij was. gelukkig en tevree.
.
Och Geestren. met je zOIlPigpaarse hei
.
Met je akkers vol ruiserla' graan. ' Je mooi geooomt' en je wallen nog" daarbij; Ach helaas, ik moet van jou vandaan. 'Refrein: Geesteren. ik groet U. Misschien dreigt mij een ramp. Ik vergeet U niet Wat er ook met mij geschiedt. In 't gevang of concentratiekamp. Gij ziet, de mannen der Deutsche Polizei Komen hier en halen miHweg. Een afscheid nemen. dat weigeren ze mij: Vertel thuis dat ik allen vaarwel zeg! Doet naar mijn wens: groet mijn vader. zusters. Allen die ik liefheb zo teer! Ik zie de toekomst omsluierd.met een floers Misschien' zie ik Geesteren ~immer weer............
" ..
broers
NOORD'..OOST -POLDER. 1 December vier en veer~jg Bracht Geestren in het nauw. De Duitsefs eisten jongens. Dat moest toen drommels gauw. Zij hoefden niet naar Duitsland: Het Polderwerk' lag lam! Dus werd er druk vergaderd. Daar anders razzia kwalI/.. Refrein: Ja. ja. ja. wij zijn de Polder moe: Wij gaan naar huis weer toe. Hola-dila-holala, hola..dila-dom. 2 Na 't woord van meester Vincken. Die zelf zou medegaan. Toen boden Iflinke jongens Zichzelf 'Vrijwillig aan. En iedereen moest helpen Met kleren. fietsen. spek: Tabak een hele wagen. Dus was er geen gebrek! 3 Wij dachten na drie maanden Voorgoed naar huis te gaan. Maar ziet. die sl';1we moff~ Zij vonden het niets gedaa"n. De eer aan meester Vincken: Hij pleitte voor ons al. Wij gingen wél ~iiar huis tOe, Al was .t een raar geval!
I
CONTRoLE. " .
Hanna: Dat is now den raa'n contreluur! I:Iij kwam a heel vroo an de duur, Greep mien' keezen, mooi van kluur, Och woàr, is dat now wier vuur? Controleur: Wel vröwke, dat zeg ik ow vlug: Um, da'j nig stil keezen mög. Want ie wet, daw onner Duutsers zucht, Die roombotter wilt op eer ,brug. .
Refrein: ./
Loat oons almoal mer hoppen, Dat dit lastig gedoo Gaauw 'n moal an de kaant is. 't Geet oöns nooit te vroo. Wat nen vrie'heid van lèffen Wil het dan vuur oons wèen As contröle wier fot is Dan boer'n wi'j 'wier gèen. Hanna:
2
I I
\
Zeg kèerl ie könt mie'n goodproat'n: Dat keezen en keer'n kaank nig loat'n. Mer 'k verkoop "nig pn soldoaten! En ik veentnig ,:langs de stróat'n! Controleur: Zeg wiefken mag ik die wat roa'n: Den zwathandel möt non de moan! Dènks. doe 9at de I;>u!ltsers die .lQat go~n Töt d' vOèdsel vûurzien.i~g' geet f)toan?
Hann~:" . 3.' 'r Wel nee,'ie bekiéki vàn ow kaant. Ze komt hier van h~l wied oet 't laand! Met lög ta"/;schtfs'jn eer haand: Zuk' .;..bleur,mOt.tooh,oei ,den br'aand! ..." ..':,.. ,-0'" '," COntttdeur: ". ..... Ida JX!..eèn.scbe. wat "za'.!...die rJfJ'wiegg'n1 'fÀt hef al zi~ \7Ut1ren. zien, tegg~n? West dow 'n' nis wat leépër an te less"n? Wi'j möt van 111. 'wat verdtegs'n!
\
'\
1
DERDE BEDRIJf BEDE TOT GOD. in memoriam Antoon H aselbekke
~
Jan Oude Voshaar ~Gerard Hemmer.
1 'God, wees de j ziel genadig Van die is heengegaan Want Antoon stierf onschuldig, Hij heeft zijn plicht gedaan! Hij deed zijn werk met ere; Wil zijne roem vermeren! Hij was' vol L~venslust, Gewetensvol. gerust! Och schenk hein thans Uw eeuwgen gIansf
2 Een ander werd lafhartig Door wrede liên vermoord. Ook hij stierf voor den lande De tweede in ,ons oord! Wil Jan genadig wezen. Laat hemlgeen pijn"meer vreezen: Och schenk ook hem zijn loon. Geef hem een eeuwgen kroon! Hij ruste thans In Uwen glans! 4 Nog eenmaàl wil ik bidden Voor één, die heel veel leed: Der ;:irme kleinen vader .Hoe knechtten zij hem wreed. . Hij is in. 't kaD;lPgebleven, Hij.mocht niet langer leven. . .
0 God. verhoor mijn b;e: Schenk Gerard U~en I~! Gref hem ee:Q,.krans'. Van eeuwgen: glans!
....
'f
IN PARADIS~M. '\'
, Vertaling: ~aar het Paradijs mogen de engelen U ,geleiden. Dae de martelaren U bij Uw komst ontvangen en U binnen~ voeren
in de heilige stad
Jeruzal,em.
Het
koor der engelen nême U op. En moogt gij met den eenmaal arme Lazarus de eeuwige rust'1)ezitten!
GELDSANEERING. Toen Nederland een 'poos bevrijd was, Toen kwam er een nieuw kabinet. En zwarte Piet dacht dat hij rijk was En droeg een hoed inplaats van pet! Maar één der vijftien hooge omen ,Had groote plannen met het geld: Hij zat een tijdlang stil, te droomen, En heeft toen Schermerhorn verteld:
'
Refrein: 'I
"Ik heb een plan van geldsanering: "Al 't oude, geld moet van' de baan! "Aan Zwarte Piet zeg ik tot lering: "Gij zult aan 't werk weer moeten gaan!" ,
En Zwarte Piet, die hier de baas was Door 't geld dat hij had opgehoopt, Dacht dat voor hem nog wel een m!las was In 't net dat Lieftinck had geknoopt. Maar spoedig. \\{ist hij het wel beter. Hij voelde: Hij juist was er bij! Van angst werd hij een sl~ch'te eter Wat spijt het hem, dat Lieftinck zei: /' , DANSLES.
Als Geestrens jeugd van sthöol gaat, is' ze groot! Als Geestrens jeugd qièt danst, dan 9~at. ze dood. 'Wie't nooit heeft:'geq.aa~, kan"het lèren -gaan! Op de dansles leer je 't al.Nan vooraf'áai1~ Wie 't nooit heeft gedàart' 'kan het "lëren gaàn; Kies een meisje pak aan, hup! één, twéé: /
';
netreln:, Anne~Marie, laat on~ eens heerlijk dansefi. Anne~Marie, laat ons ook even chancen. Daar is 't toch om te doen, Doe maar niet zoo mal! Straks krijg je 'n lekkre zoen, Straks, na het bal! Ja Geestrens jeugd is glad van dansen gek! Aan ijver voor de dans is geen gebrek. Want bij Bakkers~San ofbij Wolters~Jan Leert een ieder, die het dansen nog niet kan. . Want bij Bakkers~San of bij W olters~ Jan . Is het bal als 't ~ven kan, hup, één, twéé:
HELPT INDIE! Het heerlijk land Insulinde Was altijd vol tropische pracht. Waar ieder dit rijk om beminde, Wanneer hij in 'tlvaderland dacht Aan koffie~ theestruik en palmen. Die hij in de Oost had aanschouwd Aan bamboe; en suikerriethalmen En rijst op de sawah's verbouwd! I Refrein:
o schoon Insulinde, .Lànd van de heerlijkste tropenpracht, Schoon Insulinde. Spoedig weer bloeiëUw kracht, en pracht!
De oorlog der wrelér Japannezen
.
Heeft veel van dit mooie vernield! Yeel mensen naar kampen verdreven, De indo' s met tweedracht bezield. Het land wacht nog steeds op bevrijding! De vijand is aldoor aan 't werk. Zovelen zijn thans zonder leiding. Wat lijdt daar beschaving en Kerk! In NeerIand en Indië is spanning. Hoevelen reeds werden gedood. Wanneer komt het eind der verbanning? Hoe groot is d' ellende en nood! ~eeds velen zijn gind$ uit de kampen
Naar Holl~nd gerepatrieerd.
.
Spaart gij"ons voor verdere rampen! Uw gaven zijn zeer gewaardeerd!
SLOTZANG. Solo: "Nimmer meer oorlog!" Volschone leus! Weer staat de wereld voor deze keus: Oo~log of vrede: liefde of haat. Kieze zij 't goede: weg met het kwaad! (bis) Mannenkoor: De oorlog is weder voorbij. Verenigt U thans alle volken. De Volkenbond dood? De Uno leev' vrij! Verdrijve de donkere wolken, Die vrede beladen en voorspoed doen gaan. Dat leiders der mensen zich mogen,beraän Om leuzen in daad om te zetten. Hun Leider zij God, met Zijn wetten.
.,..!~~-=
,