IFRS 11 ‘Joint arrangements’: meer dan het schrappen van een keuze De IASB heeft de langverwachte IFRS 11 ‘Joint arrangements’ gepubliceerd, als onderdeel van een ‘pakket’ van vijf nieuwe verslaggevingstandaarden. Deze nieuwe standaard wijkt op een aantal belangrijke onderdelen af van de huidige IAS 31 ‘Belangen in joint ventures’ en is van toepassing vanaf 1 januari 2013. Rik van Hal, Accounting & Valuations Advisory Services - Assurance Erik Roelofsen, Accounting & Valuations Advisory Services - Assurance
1. Redenen nieuwe standaard
behandeld in het artikel ‘Nieuwe consolidatiestandaard geeft handvatten voor complexe praktijksituaties’ op pagina 16 van deze Spotlight. In dat artikel is figuur 1 overigens eveneens opgenomen.
die de verslaggevingvereisten voor de verslagleggende onderneming (de ‘reporting entity’) weergeven. Figuur 1 geeft de relaties weer tussen de diverse standaarden voor de verslagleggende onderneming. Deze relaties zijn nader
In mei 2011 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) IFRS 11 ‘Joint arrangements’ gepubliceerd. Deze standaard is onderdeel van een pakket van verslaggevingstandaarden
Figuur 1. Interactie tussen de nieuwe standaarden Interactie tussen IFRS 10, 11, 12 en IAS 28 Is sprake van ongedeelde beschikkingsmacht?
nee
ja
Is sprake van gedeelde beschikkingsmacht (’joint control’)?
Consolidatie volgens IFRS 10 Toelichtingen volgens IFRS 12
ja
nee
Definieer het type van de joint arragement volgens IFRS 11
‘Joint Operation’
22
Is sprake van significante invloed?
‘Joint Venture’
ja
Verantwoord de activa, passiva, opbrengsten en kosten
Verantwoord het belang volgens IAS 28
Toelichtingen volgens IFRS 12
Toelichtingen volgens IFRS 12
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3
nee Behandel het belang als financieel actief volgens IAS 39 (of IFRS 9)
De huidige IFRS-standaard inzake joint arrangements (IAS 31 ‘Belangen in joint ventures’) is in 1990 gepubliceerd. De IASB is van mening dat deze standaard een aantal belangrijke tekortkomingen bevat en niet meer van de gewenste hoge kwaliteit is. Zo stelt IAS 31 dat de juridische structuur van een joint arrangement de enige determinant is om vast te stellen welke verschijningsvorm van een joint arrangement van toepassing is. Rechten en verplichtingen die een onderneming heeft ten opzichte van de joint arrangement spelen op dit moment nagenoeg geen rol. Hiernaast biedt IAS 31 een keuzemogelijkheid voor de verwerking van het belang in een joint arrangement: proportionele consolidatie of equity accounting. Bij equity accounting, ook wel de equitymethode genoemd, wordt het belang in de joint venture aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs. Vervolgens wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd met het aandeel van de participant in de winst of verlies van de deelneming na de datum van acquisitie. Zowel de beperkte analyse als de keuzemogelijkheid leiden ertoe dat in de praktijk de verwerking van gelijksoortige joint arrangements in de geconsolideerde jaarrekening op basis van IAS 31 per onderneming kan verschillen. Tot slot waren de toelichtingvereisten van joint arrangements beperkt en afwijkend van de toelichtingvereisten die van toepassing zijn op belangen in deelnemingen. Hoewel IFRS 11 oorspronkelijk onderdeel was van het convergentieproject met de Amerikaanse Financial Accounting Standards Board (FASB) wijkt de standaard op enkele belangrijke aspecten nog steeds af van de verslaggevingregels die van toepassing zijn in de Verenigde Staten (US GAAP). De IASB heeft dan ook bij deze standaard prioriteit gegeven aan het adresseren van de belangrijkste tekortkomingen in plaats van volledige convergentie na te streven. De nieuwe standaard resulteert wel in minder
verschillen met US GAAP dan de huidige IAS 31. De resterende verschillen worden voornamelijk veroorzaakt door de diverse branchespecifieke bepalingen en uitzonderingen van US GAAP. Dergelijke branchespecifieke elementen kent IFRS 11 niet. De nieuwe standaard zal leiden tot consistentie in de verwerking van joint arrangements in de geconsolideerde jaarrekening van de participanten. Hierdoor zal de vergelijkbaarheid tussen ondernemingen toenemen. Tot slot wordt de jaarrekening begrijpelijker omdat van slechts één principe wordt uitgegaan bij de verwerking van belangen in joint arrangements, namelijk de rechten-enverplichtingenbenadering.
Samenvatting Dit artikel behandelt de nieuwe verslaggevingvereisten voor joint arrangements volgens IFRS 11. Hiernaast worden de achtergronden voor het wijzigen van deze verslaggevingregels weergegeven alsmede de nieuwe aangescherpte toelichtingvereisten. Dit artikel bevat ook een korte weergave van de belangrijkste elementen van het onderzoek dat de IASB begin augustus heeft gepubliceerd inzake de effecten van deze nieuwe verslaggevingstandaard. Tot slot wordt het effect van de nieuwe standaarden met betrekking tot joint arrangements op ondernemingen behandeld.
2. Belangrijkste elementen en wijzigingen IFRS 11 definieert een joint arrangement als een overeenkomst tussen twee of meer partijen die contractueel overeenkomen de zeggenschap over een onderneming te delen. Deze gedeelde beschikkingsmacht (‘joint control’) heeft betrekking op de beslissingen over activiteiten die een aanzienlijke invloed hebben op de rendementen van de joint arrangement. Er is slechts sprake van gemeenschappelijke zeggenschap indien hierbij unanieme instemming vereist is van de partijen die gedeelde beschikkingsmacht hebben over de joint arrangement. Elke partij die participeert in een joint arrangement verantwoordt haar rechten en verplichten die voortvloeien uit de participatie in de joint arrangement. Leidend hierbij is de wijze waarop deze rechten en verplichtingen zijn verdeeld. Dit is anders dan de huidige situatie: IAS 31 vereist alleen dat de betreffende partijen naar de juridische structuur en verhoudingen kijken. IFRS 11 is meer gebaseerd op algemene principes (de rechten-en-verplichtingenbenadering), terwijl IAS 31 voornamelijk een juridische benadering bevat.
IFRS 11 geeft duidelijk weer dat de structuur en vorm van de joint arrangement slechts een van de te overwegen factoren is bij de beoordeling van de rechten en plichten in de joint arrangement. De participanten moeten afspraken die zij onderling hebben gemaakt (bijvoorbeeld een clausule die bepaalt dat de juridische structuur of vorm van de overeenkomst kan wijzigen) nadrukkelijk in overweging nemen, evenals mogelijke andere relevante feiten en omstandigheden. Veranderen de feiten en omstandigheden? Dan moeten de participanten opnieuw vaststellen of sprake is van gedeelde beschikkingsmacht en of de joint arrangement een joint operation of een joint venture is. Ook dit is anders dan de huidige situatie: volgens IAS 31 wijzigt de joint-arrangementclassificatie niet zolang het contract dat aan de joint arrangement ten grondslag ligt, niet wijzigt en gedeelde beschikkingsmacht behouden blijft. Categorieën IFRS 11 kent nog slechts twee jointarrangementcategorieën: ‘joint operations’ en ‘joint ventures’. Dit is een vereenvoudiging ten opzichte van de huidige standaard. IAS 31 onderkent
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3 23
namelijk ook nog de categorie ‘jointly controlled assets’. Joint arrangements die op basis van de huidige standaard als jointly controlled assets geclassificeerd zijn, worden op basis van IFRS 11 als joint operations geclassificeerd. Figuur 2 geeft de categorieën van joint arrangements weer volgens IAS 31, en laat zien hoe deze zich verhouden tot de categorieën die IFRS 11 onderkent. Joint operations IFRS 11 definieert een joint operation als een overeenkomst waarbij de betrokken partijen het directe recht hebben op de bezittingen en direct aansprakelijk zijn voor de schulden van een joint arrangement. De partijen die deelnemen in de joint operation verwerken het belang dat zij hebben in de joint operation op basis van de mate waarin zij bij de joint operation betrokken zijn. Samengevat verwerkt de participant zijn belang als volgt in de geconsolideerde jaarrekening:
•
Activa waarop de participant directe rechten heeft, verwerkt de participant volledig in de jaarrekening.
•
Schulden waar de participant direct voor verantwoordelijk is, verwerkt de participant volledig in de jaarrekening.
•
De opbrengsten uit de verkoop van de output van de joint operation door de joint operation zelf en waarop de participant recht heeft, verwerkt de participant volledig in de jaarrekening (de joint operation is zelfstandig verantwoordelijk voor de verkoop van de output).
•
De opbrengsten van de verkoop van de output van de joint operation waarop de participant recht heeft en waar de participant zelf voor gezorgd heeft, verwerkt de participant volledig in de jaarrekening.
•
De kosten die direct aan de participant kunnen worden toegerekend, verwerkt de participant volledig in de jaarrekening.
24
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3
Figuur 2. Categorieën joint arrangements volgens IAS 31 en in verhouding tot IFRS 11
IAS 31 ‘Belangen in Joint ventures’
IFRS 11 ‘Joint arrangements’
Jointly controlled entities
Joint ventures
Jointly controlled operations Joint operations Jointly controlled assets
•
Activa, schulden, opbrengsten en kosten die niet direct aan de participanten kunnen worden toegerekend, worden op indirecte wijze aan de participanten toegekend op basis van hun relatieve aandeel in het belang in de joint operation.
In het algemeen zal de verwerking van een joint operation in de geconsolideerde jaarrekening van een participant overeenkomen met proportionele consolidatie. Wijkt het (relatieve) aandeel dat een participant heeft in het eigen vermogen van de joint operation, af van de netto-activa en -passiva waarop deze recht heeft, dan zal de verwerking in de geconsolideerde jaarrekening afwijken van een situatie waarin proportionele consolidatie wordt toegepast. Joint ventures Hebben de participanten in een joint arrangement geen directe rechten op de activa en zijn ze niet direct verantwoordelijk voor de schulden van de joint arrangement? Dan is er sprake van een joint venture. De participanten hebben dan slechts recht op de netto-activa (inclusief eventuele winsten) van de joint arrangement. Of op de output die de joint arrangement voortbrengt. De participanten verantwoorden de joint venture in de geconsolideerde jaarrekening op basis van de equitymethode in overeenstemming met IAS 28 ‘Investeringen in geassocieerde
deelnemingen’. De verslaggevingvereisten inzake de equitymethode blijven ongewijzigd ten opzichte van de huidige situatie. De nieuwe standaard staat proportioneel consolideren niet meer toe. Figuur 3 geeft schematisch de verwerkingvereisten van IFRS 11 weer. IFRS 11 geeft ook de verslaggevingvereisten weer voor ondernemingen die participeren in een joint arrangement maar geen gedeelde beschikkingsmacht hebben. De nieuwe standaard bevat een zeer uitvoerige ‘Application Guidance’. Hierin zit een praktische handreiking met diverse voorbeelden voor het toepassen van de nieuwe standaard.
3. Toelichtingvereisten De nieuwe standaard bevat geen vereisten voor de toelichtingen in de jaarrekening die toezien op joint arrangements. De toelichtingvereisten voor joint arrangements zijn opgenomen in IFRS 12 ‘Toelichtingen op belangen in andere entiteiten’. IFRS 12 bevat de toelichtingvereisten die van toepassing zijn op de belangen van de onderneming in dochterondernemingen, joint arrangements en deelnemingen. De toelichtingvereisten in IAS 28 ‘Investeringen in geassocieerde deelnemingen’, IAS 27 ‘Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening’ en IAS 31 ‘Belangen in joint ventures’ komen te vervallen.
Figuur 3. Schema verwerkingvereisten IFRS 11 Is de joint arragement gestructureerd d.m.v. een juridische entiteit?
JA
Welke rechten en verplichtingen hebben de participanten m.b.t. de joint arragement?
NEE
Recht op de individuele activa en verplichtingen t.o.v. passiva?
Recht op het eigen vermogen?
Joint operation
Joint venture
De onderneming verwerkt de activa, passiva, opbrengsten en kosten in overeenstemming met haar rechten en verplichtingen zoals opgenomen in de joint arragement overeenkomst
De onderneming verwerkt haar belang in de joint venture o.b.v. equitymethode
Het doel van IFRS 12 is om informatie te verschaffen aan de gebruikers van de jaarrekening die inzicht geeft in de aard van de gehouden belangen in dochterondernemingen, joint arrangements en deelnemingen. Maar de jaarrekening moet ook inzicht geven in de risico’s die met deze belangen samenhangen, alsmede inzicht in wat de financiële effecten op de jaarrekening van de onderneming zijn wanneer zij deze belangen houden. De toelichtingvereisten in IFRS 12 zijn flink uitvoeriger dan de huidige toelichtingvereisten. Voor alle gehouden belangen geeft de onderneming weer wat de belangrijkste inschattingen en aannames waren bij het bepalen of sprake is van zeggenschap, gedeelde beschikkingsmacht of significante invloed. Hiernaast geeft de onderneming aan wat de belangrijkste inschattingen en aannames waren bij het bepalen of sprake is van een joint arrangement die als joint operation getypeerd moet worden of als een joint venture. Verder bevat de standaard specifieke vereisten voor toelichtingen inzake joint arrangements. De belangrijkste elementen van deze specifieke vereisten zijn in figuur 4 weergegeven.
Op basis van deze toelichtingen kan het effect van mogelijke proportionele consolidatie van de joint ventures voor een onderneming bepaald worden. Dit vereiste is opgenomen omdat er kritiek was op equity accounting. Deze zou minder inzicht geven in de waardecreërende activiteiten van een groep van ondernemingen.
IFRS 11 is van toepassing voor kalenderjaren die op 1 januari 2013 of daarna beginnen. De standaard moet retrospectief toegepast worden. De standaard geeft gedetailleerd aanwijzingen voor de initiële toepassing van de standaard. Bijvoorbeeld: hoe dient men initieel de verwerking van proportionele consolidatie naar equity accounting te verwerken. De onderneming mag IFRS 11 ook eerder toepassen, maar dan moet zij wel tegelijkertijd IFRS 10, IFRS 12 en de gewijzigde IAS 27 en IAS 28 toepassen. Vanzelfsprekend is eerdere toepassing slechts mogelijk indien de Europese Unie de standaard heeft bekrachtigd. Dit is op dit moment nog niet het geval. Echter, uit het ‘EU endorsement status report’ dat de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) heeft uitgebracht op 13 juli jongstleden, blijkt dat de Europese Unie nog steeds het voornemen heeft om deze voorafgaand aan 1 januari 2013 te bekrachtigen.
Figuur 4. Toelichtingvereisten voor joint arrangements Toelichtingvereisten specifiek voor joint arrangements: Voor elke joint arrangement licht de onderneming toe: • naam, vestigingsland en plaats waar de joint arrangement wordt gedreven • relatieve belang die de onderneming heeft in de joint arrangement en de methodiek waarmee dit bepaald is • de aard van de relatie tussen de onderneming en de joint arrangement • samenvatting van de financiële informatie van de individuele joint arrangement • fair-valuewaarde van het gehouden belang in de joint arrangement (alleen indien beurskoersen beschikbaar zijn) • overzicht van de dividenden die de joint venture aan de onderneming heeft uitgekeerd • overzicht van de belangrijkste restricties die de joint arrangement verhinderen om geld over te maken naar de onderneming of om haar schulden af te lossen • datum einde boekjaar van de joint arrangement indien deze afwijkt van het boekjaar van de onderneming • het deel van de verliezen (en verplichtingen) van de joint arrangement die de onderneming niet heeft verantwoord (bijvoorbeeld omdat de equitywaarde al nihil is en de onderneming niet aangesproken kan worden voor de schulden van de joint arrangement).
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3 25
Figuur 5. Gevolgen van het verdwijnen van de mogelijkheid tot proportionele consolidatie Overzicht effecten van verdwijnen keuzemogelijkheid proportionele consolidatie op jaarrekening venturer Proportionele consolidatie Equity accounting Onderneming A Onderneming B Totaal TOTAAL (venturer) ( 50% jointventure) (prop. Gecons.) (EUR '000) (EUR '000) (EUR '000) (EUR '000) Balans: Vaste activa: Machines en gebouwen 750 300 900 750 Financiele vaste activa 50 0 0 50 Vlottende activa: Debiteuren Cash TOTAAL ACTIVA
Verschil TOTAAL (EUR '000)
-150 50
150 50 1.000
140 10 450
220 55 1.175
150 50 1.000
-70 -5 -175
Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Reserves Winst lopend boekjaar
150 235 165
40 0 60
150 235 165
150 235 165
0 0 0
Lang vreemd vermogen: Externe leningen
200
180
290
200
-90
200 50 1.000
120 50 450
260 75 1.175
200 50 1.000
-60 -25 -175
Resultatenrekening: Omzet Kostprijs verkopen Bruto winst
800 500 300
500 350 150
1.050 675 375
800 500 300
-250 -175 -75
Overige kosten Bedrijfsresultaat
100 200
50 100
125 250
100 200
-25 -50
30
0
0
30
30
230
100
250
230
-20
20 210 45 165
20 80 20 60
30 220 55 165
20 210 45 165
-10 -10 -10 0
(EUR '000) -10
Procentueel -17% -15% -20% -8% 20%
Kort vreemd vermogen: Crediteuren Overige kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA
Resultaat uit Joint ventures Winst voor financiele lasten (EBIT) Interest lasten Winst voor belasting Belastinglast Nettowinst Overzicht invloed op ratio's: Netto-werkapitaal Debt-ratio (VV/TV) EBITDA EBIT Interestcoverage ratio
26
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3
-50 -20
4. Impact IFRS 11 voor ondernemingen Doordat ondernemingen niet meer proportioneel kunnen consolideren, zal de samenstelling van de balans en resultatenrekening van de ondernemingen die proportionele consolidatie toepasten, anders worden. Zo geeft de onderneming de activa en passiva in de nieuwe situatie netto weer als ‘investeringen in joint ventures’. Hetzelfde geldt voor de resultatenrekening: die vertoont het resultaat uit de joint ventures nu separaat als ‘resultaat uit joint ventures’. Voorheen werd het resultaat uit de joint ventures bruto bij de opbrengsten en kosten van de onderneming opgeteld. Het verdwijnen van de mogelijkheid tot proportionele consolidatie heeft geen invloed op de winst van de onderneming. Wel kan dit gevolgen hebben voor de financiële ratio’s van de onderneming. Een vereenvoudigd illustratief voorbeeld van de mogelijke gevolgen is in figuur 5 weergegeven. Zoals ook uit figuur 5 blijkt, kunnen de gevolgen van het verdwijnen van de keuzemogelijkheid van proportionele consolidatie verstrekkender zijn dan initieel verwacht werd. Ondernemingen doen er goed aan om tijdig te bepalen wat de effecten zijn op haar geconsolideerde jaarrekening en ratio’s, en deze effecten tijdig te communiceren met de belanghebbenden van de onderneming zoals aandeelhouders en vreemdvermogensverschaffers. Een dergelijke dialoog is zeker van belang voor ondernemingen waarvan de opeisbaarheid van leningen afhankelijk is van het voldoen aan specifieke ratio’s die uit de geconsolideerde jaarrekening afgeleid worden. Dergelijke effecten zullen niet optreden bij ondernemingen die al equity accounting toepassen voor de participaties in joint ventures.
IFRS 11 kijkt primair naar de rechten en verplichtingen met betrekking tot een joint arrangement. Zoals eerder vermeld is, wijkt dit af van de huidige standaard waarbij de structuur van de overeenkomst tussen de participanten in de joint arrangement leidend was. Bovendien kent IFRS nog slechts twee in plaats van drie categorieën van joint arrangements. Door deze veranderingen zal de onderneming opnieuw moeten bepalen tot welke categorie een joint arrangement behoort. In principe moeten alleen de joint arrangements beoordeeld worden die onder de huidige standaard als een ‘ jointly controlled entity’ beschouwd worden. Deze kunnen onder de nieuwe standaard worden getypeerd als een joint operation of een joint venture. Jointly controlled assets en jointly controlled operation onder de huidige standaard worden altijd als een joint operation beschouwd onder IFRS 11. Zo moet een belang in een joint arrangement die op dit moment als een jointly controlled entity wordt beschouwd, en waarvoor equity accounting wordt toegepast, in de nieuwe situatie als een joint operation wordt getypeerd. Hierdoor moeten de activa en passiva waarop de onderneming recht heeft op de balans van de participant worden verantwoord. Ook deze effecten moet de onderneming tijdig in kaart brengen om te voorkomen dat zij door wijzigingen in classificaties verrast wordt. Aangezien IFRS 11 verwacht wordt van kracht te zijn voor boekjaren die beginnen vanaf 1 januari 2013, en dus met terugwerkende kracht op het vergelijkende jaar beginnende vanaf 1 januari 2012, hebben ondernemingen nog tot het eind van 2011 de tijd om hun jointarrangementovereenkomsten aan te passen en zo mogelijke ongewenste effecten te voorkomen.
Door de nieuwe toelichtingvereisten in IFRS 12 moeten ondernemingen significant meer toelichtingen in de jaarrekening opnemen. Ondernemingen zullen dergelijke informatie tijdig beschikbaar moeten stellen in haar informatiesystemen.
5. De effectanalyse zoals uitgevoerd door de IASB Begin augustus 2011 heeft de IASB een effectanalyse uitgevoerd naar de gevolgen van de implementatie van de nieuwe standaard en de bijbehorende toelichtingvereisten zoals weergegeven in IFRS 12. Deze analyse onderschrijft de effecten op de balans en resultatenrekening van ondernemingen zoals in de voorgaande paragraaf weergegeven. Het rapport geeft ook weer dat de totale impact per land zal verschillen. Zo is het in Frankrijk en Spanje gebruikelijk om de methode van proportionele consolidatie toe te passen terwijl de equitymethode meer gangbaar is in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het onderzoek geeft weer dat de gevolgen per sector zullen verschillen. Figuur 6 geeft het aandeel van verschillende sectoren weer in de joint arrangements die tussen 1990 en 2010 zijn opgericht. Naar verwachting zullen de effecten op de zakelijke dienstverlening dus relatief groot zijn omdat deze branche verhoudingsgewijs veel activiteiten met joint arrangements uitvoert. Hiernaast heeft de IASB op basis van een beperkte steekproef een analyse gemaakt van de invloed van de huidige methode van proportionele consolidatie op de gepresenteerde geconsolideerde activa en geconsolideerde omzet van ondernemingen. De resultaten hiervan staan in figuur 7. Deze geeft weer met welk percentage de gerapporteerde activa en omzet van ondernemingen dalen als gevolg van de nieuwe standaard. De daling in activa en omzet, leidt tot een navenante stijging in de gerapporteerde rentabiliteit
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3 27
Figuur 6. Aandeel van verschillende sectoren in joint arrangements tussen 1990 en 2010 Branche
Relatief belang
Zakelijke dienstverlening
20,45%
ICT
7,80%
Groothandel: duurzame goederen
6,78%
Investeringsmaatschappijen
5,78%
Elektronica ondernemingen
3,86%
Telecommunicatie
2,95%
Groothandel: niet duurzame goederen
2,67%
Mijnbouw
2,67%
Olie en gas
2,51%
Onroerend goed
2,07%
Overige
42,46%
Totaal transacties joint arrangement
100,00%
met significante operaties door middel van joint arrangements die nu proportioneel consolideren, kunnen de gevolgen verstrekkender zijn. Een tijdige dialoog hierover met belanghebbenden is voor die ondernemingen sterk aan te bevelen. Sommige ondernemingen zijn hier al mee begonnen. De ondernemingen met joint arrangements moeten tijdig vaststellen of huidige jointly controlled entities getypeerd moeten worden als joint operations of joint ventures op basis van de nieuwe standaard en wat de gevolgen van een gewijzigde classificatie betekent voor de onderneming.
van de activa en de gerapporteerde winstmarge. Het aantal observaties van de IASB was echter beperkt. Voor sommige sectoren was maar één observatie bruikbaar. De analyse kan daardoor slechts als illustratief worden beschouwd.
ruimschoots overstijgen. Over het geheel genomen schat de IASB in dat de implementatiekosten ’medium’ zullen zijn en de voordelen van de nieuwe standaard ’hoog’.
Tot slot geeft de IASB in haar rapport weer dat de kosten van de invoering van deze standaard eenmalig zullen zijn en voornamelijk gerelateerd aan de initiële implementatie. Na de initiële implementatie is de inschatting dat de kosten van deze standaard niet significant afwijken van de huidige kosten met betrekking tot ‘joint arrangement accounting’. De IASB is dan ook van mening dat de genoemde voordelen van de nieuwe standaard, zoals betere vergelijkbaarheid en toegenomen transparantie, de additionele kosten
Met IFRS 11 brengt de IASB een meer op principes gebaseerde standaard uit die de rechten en verplichtingen van een onderneming als uitgangspunt neemt. Deze nieuwe standaard leidt tot een eenduidiger verwerking van belangen in joint arrangements in de geconsolideerde jaarrekening.
De toelichtingvereisten zullen flink uitvoeriger zijn ten opzichte van de huidige situatie. Ondernemingen moeten vaststellen of de huidige informatiesystemen al alle vereiste informatie bevatten. Kortom: ondernemingen kunnen het beste nu alvast, nu de standaard definitief is, een analyse maken van de gevolgen en deze met de accountant bespreken. Zo worden zij niet verrast door de effecten van IFRS 11.
6. Conclusie
Op het eerste gezicht lijken de verschillen tussen IFRS 11 en IAS 31 beperkt. Dit geldt zeker voor ondernemingen die al equity accounting toepassen. Voor ondernemingen
Figuur 7. Daling gerapporteerde activa en omzet als gevolg van nieuwe standaard Sector
Aantal
Activa Min
Banken
3
Energiemaatschappijen
11
Telecommunicatie ondernemingen
1
Omzet Mediaan
Max
Min
3,9% 2,0%
10,9%
Mediaan
Max
14,3% 26,3%
2,8%
13,7%
15,8%
35,5%
28,1%
Industriële ondernemingen
2
8,6%
9,1%
9,6%
7,6%
11,6%
15,5%
Voedingsindustrie
2
1,7%
2,0%
2,3%
2,6%
2,9%
3,1%
TOTAAL
19
28
Spotlight Jaargang 18 - 2011 uitgave 3