______
INHOUDSOPGAVE
1.
KARAKTERISTIEK
7
2.
ONDERWIJS INHOUDELIJK
10
3.
EIGENTIJDS ONDERWIJS
27
4.
LEVENSBESCHOUWELIJK ONDERWIJS
28
5.
RESULTATEN
29
6.
BELEIDSVOORNEMENS/STUKKEN
33
7.
SCHOOLORGANISATIE
38
8.
ALLE DATA OP EEN RIJTJE
42
9.
SPORTROOSTER
45
10.
BIJZONDERE REGELINGEN
47
11.
OUDERS EN SCHOOL
49
12.
GEZONDHEIDSZORG EN EXTERNE RELATIES
54
Kees Hoevenaars Rianne Huberts Drukkerij Zeeland
S
c
h
o
o
l
g
i
redactie correcties / foto’s / lay-out druk
d
s
-
1
3
/
1
4
-3-
______
EEN WOORD VOORAF
Acht jaar lang, in totaal ruim 7500 uur, gaat uw kind naar de basisschool. Dat is een groot deel van zijn of haar kinderleven. Het is dan ook belangrijk dat u een basisschool met zorg kiest. Is uw keuze op de Uilenbrink gevallen of moet u nog een keuze maken, dan heeft u gekozen of kiest u voor een basisschool waarvan het team trots is op de volgende kernpunten: De Uilenbrink … … heeft aandacht voor hoofd, hart en handen in een positieve sfeer. … investeert niet alleen in cognitieve ontwikkeling, maar juist ook in sociaal-emotionele ontwikkeling, leefstijl en creatieve ontplooiing. Dit laatste in allerlei vormen van expressie. … biedt de beste kansen voor alle kinderen, passend bij leeftijd en ontwikkelingsniveau. … biedt ook de beste ontwikkelingskansen voor alle medewerkers, versterkt de kwaliteit en staat open voor vernieuwing. … heeft een deskundig team met veel specialismen zoals (ortho)pedagogiek, school video interactiebegeleiding, remedial – teaching, coaching, lichamelijke opvoeding, muziek, handvaardigheid, meerbegaafdenbegeleiding, sociale vaardigheidstraining. … heeft een gekwalificeerd zorgteam dat onderscheidend is in optimale zorg voor het kind. … communiceert zorgvuldig met ouders en betrekt ouders bij de organisatie. … is een school waar uit toetsresultaten en uitstroomgegevens blijkt dat de leerlingen goed presteren en een goede aansluiting vinden bij het vervolgonderwijs. Kortom … … als uw kind naar de Uilenbrink gaat, heeft u gekozen voor een basisschool met een goede sfeer waarin kinderen, ouders en leraren zichzelf kunnen zijn en respectvol omgaan met elkaar.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-4-
Scholen verschillen in hun aanpak en dat is vaak niet duidelijk te zien. Basisscholen maken een schoolgids die ouders helpt bij de schoolkeuze. In de gids schrijven scholen over hun werkwijze, de sfeer, de zorg voor uw kind en de behaalde resultaten. Indien u dat wenst kunt u na het lezen van deze gids een afspraak maken voor een toelichting of om een kijkje te nemen in de verschillende groepen. De gids is er niet alleen voor ouders die nog een school moeten kiezen. Ook voor ouders van wie hun kind de school al bezoekt, bevat deze gids veel informatie en is het een handig naslagwerk. Veel van die informatie keert terug in het contactblad school – ouders, het Uiltje, dat wekelijks verschijnt. Daarnaast is veel informatie te vinden via www.obsdeuilenbrink.nl Deze gids is samengesteld door de directie van de school en vastgesteld door het Bevoegd Gezag. Wij hopen dat u deze schoolgids doorleest en als naslagwerk gebruikt. Met vragen of voor een toelichting kunt u altijd bij de leerkracht van de groep van uw kind en/of ondergetekende terecht.
Kees Hoevenaars directeur
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-5-
______
ALGEMEEN
Adres: Openbare basisschool ‘De Uilenbrink’ Melisselaar 1 5467 BM Veghel T 0413-310578 of 332940 E
[email protected] www.obsdeuilenbrink.nl Leidinggevend team: Directeur Kees Hoevenaars De Heun 50 5261 AX Vught T 073-7505883 E
[email protected] Plaatsvervangend directeur en zorgcoördinator Marly de Jong T 0413-319575 Coördinator onderbouw en intern begeleider (1 en 2) Will Vissers Coördinator middenbouw(3, 4 en 5) Carolien Hulsbergen Coördinator bovenbouw (6, 7 en 8) Mechiel de Wit Intern begeleider (3 t/m 8) Berdien van der Meijden – Wessels Boer
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-6-
Stichting OOG (Openbaar Onderwijs Groep): De Uilenbrink is samen met zeventien openbare basisscholen ondergebracht in een stichting. Het college van bestuur en staf zetelen op het Stadhuisplein 98 (5461 KS) te Veghel.
Schooltijden: Groepen 1 t/m 8: 08.45-12.00 uur 13.15-15.30 uur Woensdag: 08.45-12.30 uur
Postbus 4 5460 AA Veghel Tel: 0413 321248 E
[email protected] www.stichtingoog.nl
Vrijdag: Groepen 1 t/m 4: ’s middags vrij
Aantal leerlingen De Uilenbrink: 01-10-2011: 408 01-10-2012: 405
Inlooptijd: Groepen 1 t/m 5: 08.35 uur (ouders/ verzorgers mogen kinderen mee naar binnen begeleiden)
Aantal groepen: 17 13.05 uur (alle kinderen gaan zelfstandig naar binnen) Groepen 6 t/m 8: Geen inlooptijd. Pauze: Groep 3 t/m 5: 10.30-10.45 uur Groep 6 t/m 8: 10.15-10.30 uur.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-7-
______
1.
KARAKTERISTIEK
1.1 De identiteit De Uilenbrink is een openbare school waar iedereen welkom is, zonder onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging of ander kenmerk. De school moet een veilige ontmoetingsplaats zijn met een leef- en leerklimaat waarin voortdurend aandacht en respect is voor anderen en andersdenkenden. 1.2 De missie van de Uilenbrink MISSION STATEMENT Het maximale halen uit hoofden, handen en harten van de kinderen Wij zorgen er allereerst voor dat kinderen zich thuis voelen op school. Dat kan alleen wanneer zij zich veilig voelen. Ieder kind recht heeft op een veilige plaats waar het kan rekenen op vertrouwen, uitdaging en ondersteuning.
Vanuit onze identiteit, openbare school, zien wij het als een opdracht een leef- en leerklimaat te scheppen waarin voortdurend aandacht en respect is voor andersdenkenden. Het bordje ‘School zonder racisme’, verdiend door allerlei activiteiten op dit gebied symboliseert dat.
Uitgaande van de verschillen die er tussen kinderen zijn, willen wij ieder kind die kansen bieden die nodig zijn zichzelf maximaal te kunnen ontwikkelen op verstandelijk, sociaal-emotioneel en creatief gebied. 1.3 Vakmanschap Als school hebben wij ons ten doel gesteld het maximale uit hoofden, handen en harten te halen van de ons toevertrouwde kinderen. Deze missie geldt ook voor de leerkrachten: ‘Het maximale uit jezelf halen.’ Het is beleid van de school om leerkrachten de gelegenheid te geven zich te specialiseren. Deze specialisten brengen ideeën in en ondersteunen collega’s in de uitvoering daarvan. Het leren van en met elkaar is voorwaarde voor verdere ontwikkeling van het individu als wel voor de school als organisatie. Op de werkvloer wordt het
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-8-
samenwerken en samen leren methodisch aangepakt met behulp van School-Video-Interactie-Begeleiding (SVIB), paralleloverleg en bouwoverleg. 1.4 SVIB Bij SVIB wordt gefilmd in de groep. Er kan gelet worden op de kwaliteit van de instructie, het managen van de groep of het omgaan met een leerling die speciale aandacht vraagt. In de nabespreking worden de beelden met de leerkracht bekeken en besproken. Dit leidt dan meestal tot werkpunten en afspraken. 1.5 Paralleloverleg Regelmatig wordt met de collega van de parallelgroep teruggekeken op de afgelopen periode en werkpunten vastgesteld voor de komende weken.
- Paralleloverleg 1.6 Bouwoverleg We kennen drie zogenaamde bouwen: De groepen 0/1 en 2 noemen we de onderbouw (OB), de groepen 3, 4 en 5 vormen de middenbouw (MB) en de bovenbouw (BB) bestaat uit de groepen 6, 7 en 8. Eenmaal in de vier weken zijn er bouwvergaderingen. Aan de orde komen zowel organisatorische als onderwijskundige zaken.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
-9-
Zo willen wij van en met elkaar leren, met als doel een betere of nog betere vakman te worden. 1.7 Zorggroep centraal Deze groep bestaat uit Berdien van der Meijden, intern begeleider voor leerlingen en leraren van de groepen 3 t/m 8, Marly de Jong (coördinator zorg en intern begeleider voor kinderen en leerkrachten van de groepen 1 t/m 8), houdt zich bezig met gedragsproblematiek en het coachen van leraren op de werkplek, Will Vissers, intern begeleider voor kinderen en leraren van de groepen 1 en 2, Marian van Mierlo, remedial teacher voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8, Marion Krol, speciaal belast met de ondersteuning en begeleiding van de kinderen die meer kunnen en Rogier Huijsmans voor individuele- en groepsondersteuning. De zorggroep ondersteunt en begeleidt groepsleerkrachten en leerlingen. Zij is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van het leerlingvolgsysteem m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling en de schoolvorderingen.
- De Zorggroep Marian van Mierlo, Rogier Huijsmans, Marion Krol, Berdien v.d. Meijden,Will Vissers, Marly de Jong De zorggroep speelt op De Uilenbrink een centrale rol. Zij bepaalt mede het onderwijskundig beleid. Het zijn collega’s met een gekwalificeerde opleiding: Marly Bogers, pedagogiek universitair. Berdien van der Meijden, opleiding voor intern begeleider en remedial teaching. Marian van Mierlo, orthopedagogiek. Will Vissers, opleiding voor speciaal basisonderwijs. Marion Krol-van Doremalen heeft in Nijmegen een speciale opleiding voor onderwijs aan hoogbegaafden gevolgd. Zij is in het bezit van het diploma ‘Specialist in Gifted Education’. Rogier Huijsmans is intern getraind m.b.t. aanpak spellingsproblematiek.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 10 -
______
2.
ONDERWIJS INHOUDELIJK
2.1 Het onderwijs- en zorgsysteem 2.1.1 Leerstofjaarklas Er wordt in principe volgens het leerstofjaarklassensysteem gewerkt. Daarbinnen wordt echter volop gedifferentieerd en dat moet ook wel, want de verschillen tussen de leerlingen kunnen groot zijn. 2.1.2 Rekening houden met verschillen Van de leerkracht wordt verwacht dat hij het onderwijs in zijn klas zo weet te organiseren dat er recht wordt gedaan aan die verschillen. 2.1.3 Grote groep, kleine groep We werken met het zogenaamde ‘grote groep, kleine groep’ model. De grote groep krijgt dezelfde leerstof aangeboden. De kinderen die wat meer moeite met de leerstof hebben komen in de kleine groep. Deze probeert aansluiting met de grote groep te houden. Daartoe geeft de leerkracht bijvoorbeeld voorinstructie of een verlengde instructie als de grote groep al aan de slag is.
- Werken aan de instructietafel -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 11 -
2.1.4 Aangepast programma Kinderen die het gewone programma niet kunnen volgen, worden eerst besproken met de zorgcoördinator. Daarna wordt de leerling ingebracht in de zorgvergadering van de desbetreffende bouw. Samen bekijken de leerkrachten op welke manier het kind het best kan worden geholpen. Met de uitkomsten van het onderzoek kan er een handelingsplan opgesteld worden waarin afgesproken en vastgelegd wordt hoe de groepsleerkracht het kind in de klas zal begeleiden. 2.1.5 Kinderen die meer kunnen Voor de groep kinderen die erg goed kan leren kan het demotiverend zijn als ze, in het tempo van de klas, zich alles eigen moeten maken. Meer uitdagende leerstof is voor hen juist van groot belang. Met het beleidsplan ‘Schoolbeleid voor (hoog)begaafde kinderen’ zorgen we ervoor dat er binnen de school een doorgaande lijn is waardoor leerkrachten weten hoe ze deze kinderen zo goed mogelijk kunnen begeleiden. De Uilenbrink is één van de 10 pilotscholen uit Veghel en omgeving geweest die deelgenomen hebben aan het project Mind. Dit was een 2-jarig project met als doel passend onderwijs te realiseren voor cognitief getalenteerde (onder presterende) leerlingen. Het was een initiatief van Samenwerkingsverband WSNS Veghel en is tot stand gekomen m.b.v. de subsidieregeling “Excellentie in het basisonderwijs”. In het komend schooljaar wordt vanuit het samenwerkingsverband project Mind gestuurd. Het project heeft geresulteerd in: 1. passend onderwijs voor cognitief getalenteerde, onder presterende leerlingen, in het bijzonder op de pilotscholen, met een onderwijsarrangement 3 tot 8 jarigen en 8 tot 12 jarigen; 2. een systeem van vroegsignalering van cognitief getalenteerde leerlingen in de leeftijd van 2 t/m 8 jaar; 3. een kenniscentrum Mind voor kinderen, ouders en leraren. 2.1.6 Leerlingvolgsysteem De zorgcoördinator en de directeur zien erop toe dat de leerlingen in hun ontwikkeling gevolgd worden middels het leerlingvolgsysteem voor cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden. Naar aanleiding van observaties, resultaten van toetsen en testen worden kinderen extra geholpen of bijgestuurd. In het (digitale) leerling-dossier wordt alles nauwgezet geregistreerd.
2.1.7 Zorgvergaderingen Het zwaartepunt van de leerlingenzorg ligt in de groepen 1 t/m 4: vroegtijdige signalering van kinderen met een ontwikkelingsachterstand of -voorsprong, met opvallend gedrag, is uitermate belangrijk. Alle leerkrachten van de groepen 1 t/m 4 nemen deel aan de zogenaamde zorgvergadering die één maal per vier weken door de zorgcoördinator wordt uitgeschreven. Dit wordt ook gedaan voor de collega’s van de groepen 5 t/m 8.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 12 -
2.1.8 Extern onderzoek Veel onderzoeken kunnen intern plaatsvinden. Er zijn situaties waar, in overleg met ouders, gekozen wordt voor het verrichten van onderzoek door een externe instantie. In de situatie waarin de school dit onderzoek initieert zal de school verantwoordelijk zijn voor de financiële vergoeding van het onderzoek. De school zal het onderzoeksverslag bespreken met de extern deskundige en/of de ouders en de informatie indien nodig gebruiken in de aanpak van het kind. Het verslag wordt opgenomen in het dossier en er wordt zorg gedragen voor de overdracht naar de volgende leerkracht. Indien de school geen meerwaarde/noodzaak ziet voor het verrichten van extern onderzoek, maar de ouders zelf het initiatief nemen een externe instantie in te schakelen, dan is de financiële vergoeding voor rekening van de ouders. Leerkracht en zorgcoördinator nemen kennis van het onderzoeksverslag, gebruiken indien mogelijk de informatie om aanpak af te stemmen en nemen het verslag op in het dossier. Er vindt een gesprek plaats met de extern deskundige indien de zorgcoördinator en/of leerkracht dit noodzakelijk achten. 2.1.9 Externe hulp tijdens schooltijd Door het ruime aanbod van begeleidingsmogelijkheden vindt veel ondersteuning, voor kinderen met een achterstand maar ook voor kinderen met een voorsprong, op school plaats. De Uilenbrink heeft de voorkeur dat extra begeleiding, in welke vorm dan ook, zoveel mogelijk ín de klas plaatsvindt. Er zijn situaties dat ouders gebruik wensen te maken van externe hulp (remedial teaching, psychomotorische therapie, etc.) Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. De externe is verantwoordelijk voor de inhoud van de training. Sporadisch komen we voor de keuze te staan om kinderen onder schooltijd externe begeleiding te laten krijgen. Wanneer ouders dit willen organiseren dient overleg te zijn met leerkracht en intern begeleider om samen de juiste afweging voor het kind te maken. Deze afweging wordt ieder jaar opnieuw gemaakt; ieder jaar kunnen er immers andere belangen meewegen.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 13 -
2.1.11 Groepsbesprekingen Twee keer per jaar bespreekt de groepsleerkracht zijn groep met de zorgcoördinator en een lid van de directie. Ter sprake komen dan: Het functioneren van de groep als groep. De plaats van het individuele kind daarin. De schoolvorderingen van de groep en van de individuele kinderen. Uit deze besprekingen kunnen weer allerlei acties voortkomen. 2.1.12 Rapportage Per schooljaar vinden 2 rapportageavonden plaats. De leerkracht bespreekt dan het rapport met de ouders van alle leerlingen. Dit vindt voor de groepen 1 en 2 plaats in december en juni en voor de groepen 3 t/m 7 in januari en juni. Voor kinderen waarvoor de leerkrachten en/ of ouders het nodig achten, worden bovendien tussentijdse rapportagegesprekken gevoerd in november en april (groepen 3 t/m 7) en in maart voor de groepen 1 en 2. Voor de kinderen van de groepen 8 is er in verband met de schoolkeuze een andere gesprekscyclus. Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar worden de ouders/verzorgers van deze kinderen hierover geïnformeerd.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 14 -
2.2. De sociaal – emotionele ontwikkeling 2.2.1 Gewenst en ongewenst gedrag Er is dagelijks gewenst en ongewenst gedrag van onze leerlingen: kinderen helpen elkaar, er is trouw, vriendschap, samenwerking en beloftes worden nagekomen. Maar kinderen worden ook gepest, er wordt vals gespeeld, er worden bezittingen kapot of kwijt gemaakt, er zijn ruzies, kinderen kunnen agressief benaderd worden, negatieve aandacht vragen of te veel positieve belangstelling willen, zich nauwelijks uiten en toch alles doen wat hen gevraagd wordt. Dit vraagt om begrip, oplossingen, hulp en waardering. De momenten van gewenst en ongewenst gedrag zijn leermomenten. Het is de taak van de volwassenen deze grenzen van gedrag te bewaken. Het protocol ‘Grenzen aan gedrag’ geeft hiervoor handreikingen.
-Veilige ontmoetingsplaats2.2.2 Het fundament: de veilige ontmoetingsplaats Wij zullen er als schoolteam alles aan doen om van de school in het algemeen en van de groep in het bijzonder een veilige ontmoetingsplaats te maken: ieder kind heeft recht op vertrouwen, uitdaging en ondersteuning. Om dat te bereiken moeten we veel over ieder kind weten, dat in kaart brengen en het kind volgen (leerlingvolgsysteem). 2.2.3 Vragenlijst gedragskenmerken Alle leerkrachten vullen ieder jaar, na zo’n 6 weken onderwijs, over ieder kind digitaal een uitgebreide vragenlijst in m.b.t. gedragskenmerken en karaktereigenschappen. De uitkomsten worden in de zorgvergaderingen besproken en zijn ook onderwerp van gesprek tijdens de groepsbespreking.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 15 -
2.2.4 Sociogram De groepsleerkracht verzamelt ook gegevens die noodzakelijk zijn om een sociogram te kunnen maken van zijn/haar groep. De uitkomsten worden door de zorgcoördinator geanalyseerd en vervolgens ingebracht in de groepsbesprekingen en zorgvergaderingen. 2.2.5 Schoolvragenlijst Ouders spelen een belangrijke rol bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind. Zij kunnen bijtijds signalen over mogelijk ongewenst gedrag of zorgen anderszins aan ons doorgeven. Daarnaast vullen alle leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 de schoolvragenlijst in en zo weten we meer over het welbevinden van de kinderen zelf. 2.2.6 Plan van aanpak Indien noodzakelijk wordt voor de groep en/of individuele leerlingen een plan van aanpak gemaakt met als uiteindelijk doel om van de groep een voor ieder kind veilige thuisbasis te maken. 2.2.7 Leefstijl De methode Leefstijl helpt bij het verder ontwikkelen van de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen. Vaardigheden als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, jezelf uiten en van je fouten leren zijn onmisbaar voor het goed functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten. Ook werken deze vaardigheden preventief bij ongewenst gedrag. De methode richt zich niet alleen op sociaal-emotionele vaardigheden, maar ook op gezondheidsvaardigheden, waarbij preventie een grote rol speelt. Met het onder 2.2.8 genoemde mediation, het beleid m.b.t. normen en waarden (2.2.11), de in de methode Natuurlijk aanwezige lessen over gezond gedrag en milieu, het instellen en functioneren van de leerlingenraad, lessen over de wereldgodsdiensten, etc. voldoen we aan de voor het basisonderwijs vastgestelde nieuwe kerndoelen ‘Burgerschap en sociale integratie‘. Ook u als ouder kunt bij de methode Leefstijl betrokken worden, omdat er verschillende huiswerkopdrachten zijn die u samen met uw kind kunt doen.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 16 -
2.2.8 Mediation Mediation staat voor bemiddelen. Bij sommige conflicten is de hulp van de ander nodig. We ervaren dat dit niet altijd de leerkracht hoeft te zijn. Kinderen zijn in staat om te bemiddelen in een conflictsituatie van andere kinderen: een gesprek op kindniveau heeft meerwaarde en kan gemakkelijk leiden tot de oplossing voor de betrokken partijen. Kinderen leren waardevolle vaardigheden, leren op een verantwoorde manier met conflicten om te gaan, krijgen meer zelfvertrouwen doordat ze het met elkaar oplossen en het oplossen steelt minder van lestijd. Er bestaan schoolbrede afspraken hoe mediation ingezet wordt. De leerkracht bepaalt in hoeverre mediation toepasbaar is in de groep.
2.2.9 Normen en waarden Ouders en school moeten hier elkaar helpen en aanvullen! Wij vinden het belangrijk dat: Iedereen respectvol met elkaar om gaat; Iedereen zich aan de gemaakte afspraken houdt en daar zelf verantwoordelijk voor is; Iedereen zuinig is op het materiaal en de omgeving; Iedereen zorgt voor rust in de school; Tijdens leefstijlbijeenkomsten en besprekingen rondom grenzen aan gedrag zijn regels met het team opgesteld. Deze regels zijn omgezet in voor kinderen concrete en begrijpelijke woorden. De regels staan op posters in de gang en in de klas en worden o.a. in het begin van het schooljaar onder de aandacht gebracht.
Jij mag er zijn Gewoon praten oké, dan luister ik mee Jouw school, zorg ervoor
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 17 -
Naast deze schoolregels heeft iedere klas afzonderlijk nog eigen afspraken. Het feit dat alle kinderen meewerken aan het opstellen van deze regels, vergroot de sociale controle op de naleving ervan. Trots zijn we nog steeds op het bordje ‘School Zonder Racisme’ dat wij met nog zo’n 90 andere basisscholen verdiend hebben door voortdurend aandacht te hebben voor discriminatie, pestgedrag en vooroordelen. De schooluitwisseling van de groepen 6 met de Neulingschule uit Bochum (Duitsland) is daar een voorbeeld van.
- Uitwisseling Neulingschule -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 18 -
2.2.10 Kinderen met gedragsproblematiek Ook voor deze kinderen proberen we oplossingen te vinden. In extreme gevallen, wanneer bijvoorbeeld de kinderen van een groep zich stelselmatig bedreigd voelen en/of de kwaliteit van het onderwijs in het geding is, kan er besloten worden tot schorsing van de betreffende leerling. Op de schorsing kan verwijdering volgen. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het protocol ‘Schorsing en verwijdering’. 2.2.11 Het gevoel ‘We gaan er samen voor’ ‘Samen iets aanpakken’ krijgt veel aandacht bij tal van activiteiten: vieringen, weeksluitingen en bonte avonden, schoolkoor, kleuterfeest, schoolkamp, kerstmaaltijd, musicals, fancy fair, schoolreizen, het schoolbrede cultuurproject met de expositie tot besluit. Door kinderen actief, kritisch en creatief bezig te laten zijn vergroot je hun betrokkenheid en krijgen zij zicht op hun eigen talenten en op die van andere kinderen. Het zelfstandig handelen en onderzoeken heeft al een begin in de kleutergroepen. In de groepen 3 en 4 wordt deze lijn doorgetrokken: met regelmaat wordt er gewerkt met een centraal thema. De verwerking gebeurt dan, net als bij de kleuters, in hoeken: een knutselhoek, teken en schilderhoek, toneelhoek, opdrachtenhoek, leeshoek enz.
- Coöperatief (= samenwerkend) leren -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 19 -
Een aantal maal per jaar vinden er zgn. groepsoverstijgende activiteiten plaats. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 worden dan gekoppeld aan een van de groepen 5 t/m 8. Bij groepsoverstijgende activiteiten denken we aan: voorlezen, spelletjes doen, weeksluiting, drama, buitenspel, muziek, gym, tekenen, knutselen, vieringen. Dit schooljaar zijn de volgende groepen aan elkaar gekoppeld:
Groep 0/1 Nan/Anoeshka Groep 0/1 Lucie/Tonnie Groep 0/1 Lieke Groep 2 Berdien/Patricia Groep 2 Cindy/Will Groep 3 Ellen/Marion Groep 3 Roel Groep 4 Tonny/Ellen Groep 4 Thea/Linda
Groep 7 Bram Groep 7 Mechiel/Thijs Groep 7 Mechiel/Thijs Groep 5 Chantal/Carolien Groep 5 Trix/Madelon Groep 6 Marion/Jorine Groep 6 Lieke/Hanneke Groep 8 Lieke/ Suzan Groep 8 Joost
2.2.12 De Leerlingenraad Eén maal per zes weken vergaderen de gekozen klassenvertegenwoordigers uit de groepen 5 t/m 8. (De vertegenwoordigers worden voor minimaal 2 jaar gekozen in de Leerlingenraad.) Samen met de vertegenwoordiger van het team en de directeur wisselt de Raad over zeer uiteenlopende onderwerpen met elkaar van gedachten. De Leerlingenraad stelt na iedere vergadering alle groepen op de hoogte van hetgeen besproken is en vraagt de leerlingen naar hun ideeën welke ook ingeleverd kunnen worden via de ideeënbus bij de ingang van de school. Tevens wordt regelmatig gepubliceerd in het Uiltje. 2.2.13 Actuele schoolprojecten Ieder schooljaar wordt een cultureel project (ateliers) gekozen waaraan alle kinderen een paar weken werken. Het project/ de ateliers worden afgesloten met een tentoonstelling.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 20 -
-Ateliers en expositie-
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 21 -
2.3 De verstandelijke ontwikkeling 2.3.1 Een veilige basis Ieder kind heeft recht op een veilige plaats waar het kan rekenen op vertrouwen, uitdaging en ondersteuning. Vanuit die veilige basis ontwikkelt het kind zich verder. Om goed te kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van het kind hebben we gegevens nodig. 2.3.2 Vragenlijst voorschoolse periode Zeven weken voordat het kind vier jaar wordt, krijgen de ouders een aantal vragen over de voorschoolse ontwikkeling en wordt gevraagd het verslag van de peuterspeelzaal te overleggen. Zo krijgt de groepsleerkracht een beeld van het kind en kan dan beter aansluiten bij de ontwikkeling en de ondersteuning. 2.3.3 Extra begeleiding Wanneer er een achterblijvende ontwikkeling wordt gesignaleerd, wordt er extra begeleiding opgestart. Voor kinderen met een duidelijke voorsprong geldt hetzelfde: ook zij hebben de uitdaging nodig voor hun verdere ontwikkeling en ook dit wordt door de intern begeleider opgepakt. 2.3.4 Doorstroom kleuters Aan het eind van groep 0/1 en groep 2 wordt voor elk kind bepaald of het door mag stromen naar de volgende groep. Medebeslissend zijn: het welbevinden, motivatie, zelfstandigheid, taakgerichtheid, zelfvertrouwen, concentratie, sociale vaardigheden en motoriek. In de besluitvormingsprocedure rondom de overgang naar een volgende groep is de mening van de ouders ook belangrijk. Argumenten van ouders kunnen er toe leiden dat de besluitvormingsprocedure nogmaals doorlopen wordt. De uiteindelijke beslissing ligt bij de school. 2.3.5 Groep drie Ieder kind komt met zijn eigen ‘bagage’ groep 3 binnen: de meeste kinderen kunnen bijvoorbeeld een aantal letters benoemen, sommigen kunnen al eenvoudige woordjes lezen, enkelen kunnen al lezen. We houden rekening met deze verschillen. 2.3.6 Model ‘Grote groep, kleine groep’ De leerkracht houdt rekening met de verschillen maar speelt daarbij zeker in het begin van het schooljaar op safe: we werken in de groepen 3 t/m 8 in beginsel met het ‘grote groep, kleine groep’ model. 2.3.7 Leerlingvolgsysteem Op onze school maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem; de kinderen worden vooral op het gebied van lezen, taal en rekenen regelmatig getoetst. Per leerjaar zijn er voor verschillende vakken streefniveaus vastgesteld.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 22 -
2.3.8 Extra hulp Kinderen die extra hulp behoeven krijgen voor het betreffende leergebied extra aandacht. Zij krijgen bijvoorbeeld voorinstructie of een verlengde instructie bij bepaalde lessen. Zo wordt het kind zo dicht mogelijk bij het streefniveau (CITO B-niveau) gebracht. 2.3.9 Entreetoets CITO In groep 7 wordt ieder jaar in mei/juni de CITO Entreetoets afgenomen. De bedoeling hiervan is een beeld te krijgen van de prestaties van het kind tot dan toe. Ook laat de toets zien waar in groep 8 nog aan gewerkt dient te worden. 2.3.10 Het maximale eruit halen Natuurlijk is het begrip ‘goed onderwijs’ relatief. Voor ons betekent het dat we elk kind een voor hem of haar zo hoog mogelijk eindniveau willen laten bereiken, afgestemd op de mogelijkheden van het kind. Het gaat om de totale leerwinst die een kind weet te maken. 2.3.11 ‘Totale’ ontwikkeling Daarnaast zijn er belangrijke ontwikkelingsgebieden die moeilijker meetbaar zijn, maar zeker niet van ondergeschikt belang zijn. De muzikale, creatieve en sportieve, alsmede de sociale en emotionele ontwikkeling vindt u niet in deze cijfers terug. Zij vormen wel een zeer wezenlijk deel van ons programma. 2.3.12 Protocol ‘Leesproblemen en Dyslexie’ Al geruime tijd wordt veel aandacht besteed aan vroegtijdig signaleren en werken met kinderen die moeite hebben met het lees- en/of spellingproces. Om nog meer zicht te krijgen op deze problematiek gebruiken we de uitgave ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’. 2.3.13 Vroegtijdig ingrijpen Voor een belangrijk deel kunnen de problemen dankzij vroegtijdig ingrijpen binnen het regulier onderwijs verholpen worden. In sommige gevallen zijn de problemen dermate complex en hardnekkig dat hulp van buitenaf noodzakelijk is om tot een nadere diagnose te komen. N.B.: Uitdrukkelijk vermelden we hier dat voor het vaststellen van dyslexie een diagnose noodzakelijk is en daarbij werkt de school samen met externe deskundigen. 2.3.14 Doorstroom in midden- en bovenbouw Voor ieder kind wordt vóór de laatste tussentijdse rapportage de tussenbalans opgemaakt. Kinderen met een achterblijvende ontwikkeling op wat voor gebied dan ook, zijn gevolgd door de zorgcoördinator en worden in eerste instantie door de betreffende groepsleerkracht nog eens met de zorgcoördinator besproken.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 23 -
2.3.15 Verlengde leerperiode Er zijn kinderen die meer tijd nodig hebben om zich de leerstof van een bepaald leerjaar eigen te maken. Voor die kinderen kan het goed zijn om een extra jaar in dat leerjaar te blijven. Het kind krijgt dan meer tijd om de leerstof van dat leerjaar onder de knie te krijgen. 2.3.16 Besluit Het besluit tot een verlengde leerperiode wordt in nauw overleg met ouders, leerkracht (en), zorgcoördinator, directeur en een afvaardiging van de zorgvergadering genomen. Het uiteindelijke besluit wordt genomen door de school. 2.3.17 Verwijzing Een enkele keer maakt een leerling onvoldoende vooruitgang door in zijn verstandelijke en/of sociaal-emotionele ontwikkeling. Wanneer wij niet de noodzakelijke zorg kunnen bieden wordt samen met de ouders bekeken of een andere vorm van onderwijs beter aansluit bij de mogelijkheden van het kind. Wanneer de conclusie is dat een verdere begeleiding van het kind niet langer op De Uilenbrink kan plaats vinden, volgt aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL). Deze commissie bepaalt na bestudering van het onderwijskundig rapport van de basisschool en een eventuele toelichting daarop door de zorgcoördinator van de school, of het kind toegelaten kan worden tot een speciale school voor basisonderwijs. Afgelopen schooljaar zijn twee leerlingen naar een speciale basisschool verwezen. 2.3.18 Onderwijskundig rapport Voor alle kinderen die naar een andere school vertrekken, wordt een onderwijskundig rapport geschreven dat naar de betreffende school verzonden wordt.
- Chemie- en techniek les -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 24 -
2.4 Creatieve ontwikkeling 2.4.1 Tweedimensionaal Creatieve vakken zoals tekenen en schilderen, krijgen volop aandacht in de klas en worden planmatig verwerkt. De methode ‘Moet je doen’ vormt de rode leidraad. Er wordt gewerkt met plakkaatverf, vetkrijt, ecoline, kleurpotlood, houtskool enz. 2.4.2 Driedimensionaal Tijdens de handvaardigheidlessen werken de kinderen in groepjes met diverse technieken aan de opdrachten. Vanaf groep 4 gebeurt dit onder leiding van de vakleerkracht.
- Handvaardigheid -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 25 -
2.4.3 Cultuurthema Ieder schooljaar werken alle groepen rond een bepaald thema. De resultaten van de kinderen zijn te bewonderen tijdens de afsluitende expositie.
- Schoolkoor 2.4.4 Drama Regelmatig worden er in de klassen weeksluitingen georganiseerd. Kinderen mogen individueel of in groepjes een dans-, toneel-, of muziekstuk presenteren aan hun klasgenootjes. Tijdens de bonte avonden treden de kinderen op voor hun ouders en eventueel opa’s en oma’s. Tevens worden er verschillende musicals opgevoerd. Ook het optreden van het schoolkoor maakt in de kersttijd onderdeel uit van de activiteiten.
- Om op te vreten -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 26 -
- Kerstmusical groepen 6 -
2.4.6 Cultuuraanbod BISK (Brabants Instituut Kunstzinnige vorming) Er wordt gebruik gemaakt van het programma dat door BISK wordt aangeboden. Een werkgroep waarin van iedere school een vertegenwoordiger zit, bespreekt onder leiding van de coördinator van PLEIN 23 het aanbod en een keuze wordt gemaakt. Onder andere dans, toneel, film en bezoek aan tentoonstellingen behoren tot de activiteiten.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 27 -
______
3.
EIGENTIJDS ONDERWIJS
3.1 Nieuwe methoden Cognitieve vakken als rekenen, taal en de wereldoriënterende vakken nemen op onze school de belangrijkste plaats in. Na zorgvuldige analyse op bruikbaarheid vernieuwen wij ons methodebestand met regelmaat. In actuele methoden zijn de nieuwste inzichten op het gebied van leerstof en lesgeven verwerkt. De methoden voldoen aan de nieuwe kerndoelen. 3.2 Computers in de school Het computeronderwijs zorgt ervoor dat elk kind op een actieve wijze in aanraking komt met nieuwe technologie. De computers zijn met elkaar verbonden en surfen op het Internet is, binnen de afgesproken regels, mogelijk. Inmiddels beschikken we over een eigen website waarop de nodige informatie te vinden is. Een apart computerlokaal biedt leerkrachten de mogelijkheid (computer)les te geven aan hun hele groep. 3.3 Mediatheek De computers in de mediatheek worden dagelijks gebruikt. In de kleutergroepen mogen de kinderen zelf kiezen of ze wel of niet gaan computeren. Vanaf groep 3 werken de kinderen er systematisch mee. Vanaf groep 5 werken de leerlingen in een opbouwende lijn aan spreekbeurten. Via internet kan informatie worden opgehaald over een bepaald onderwerp. Ouders assisteren de leerkrachten en kinderen hierbij. 3.4 Digitaal schoolbord In alle groepen hangt een digitaal schoolbord/ touchscreen. Deze borden maken het mogelijk de lessen meer interactief en visueel te maken. De borden hebben dezelfde mogelijkheden als een regulier computer, daarnaast kan er op geschreven worden. Een mooie aanvulling op de lessen is de speciale software voor het digibord die voor de meeste methodes ontwikkeld is. Kinderen kunnen tijdens een spreekbeurt ook gebruik maken van het digibord.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 28 -
______
4.
LEVENSBESCHOUWELIJK ONDERWIJS
4.1 Openbaar De Uilenbrink is een openbare school. We zijn toegankelijk voor iedereen; kinderen van alle gezindten vinden een plaatsje bij ons. Kinderen leren respect te hebben voor elkaar en elkaars overtuiging, om zo een basis te leggen om samen te werken, te leren en te leven. We maken gebruik van de levensbeschouwelijke achtergronden van de kinderen: eerste communie, ramadan, Suikerfeest. Op onze school is er de mogelijkheid om facultatief christelijke levensbeschouwing (groep 3 t/m 5) of islamitische levensbeschouwing (5 t/m 8) te volgen. Jaarlijks geven de ouders hun keuze op. Kinderen, wier ouders hier niet voor kiezen, worden door de leerkracht opgevangen. 4.2 Christelijke levensbeschouwing Christelijke levensbeschouwing wordt aan kinderen uit de groepen 3 t/m 5 gegeven aan de hand van thema's uit de belevingswereld van het kind, zoals blijdschap en jaloezie. Een project is opgebouwd in vier fasen: Kennismaken met het onderwerp; Inleven vanuit het kind; Wat reikt de Bijbel ons aan; Hoe leven we praktisch met deze woorden tussen onze vriendjes op school en daarbuiten. 4.3 Islamitische levensbeschouwing Kinderen uit de groepen 5 t/m 8 kunnen Islamitische levensbeschouwing volgen. De methode Islamitisch godsdienstonderwijs wordt tijdens de lessen toegepast. Deze methode is ontwikkeld door de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) en de Islamitische Scholen Besturen Organisatie (ISBO). Het gaat in de lessen over zaken als: - normen en waarden. De leerling krijgt mee dat goede omgang met elkaar en met de ander belangrijk is in de Islam. - de feest- en gedenkdagen en bijzondere gebeurtenissen zoals Ramadan, Suikerfeest, Offerfeest enz. komen aan bod. De begrippen die bij de thema’s horen worden uitgelegd en besproken. De leerling wordt gestimuleerd haar/ zijn eigen ervaring rondom de thema’s te vertellen.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 29 -
______
5.
DE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS
5.1 Een eerlijke vergelijking Wij zijn zeer tevreden dat onze school al jaren rond het landelijke gemiddelde scoort. In onderstaande cijfers kunt u dit aflezen. In rapporten wordt onze school vergeleken met de scholen die eenzelfde soort schoolbevolking hebben en dat geeft dus een eerlijke vergelijking. Schoolscore 536,2 536,2
2013 2012
Landelijk gemiddelde 534,7 535,1
2013 2012
5.2 Schoolverlaters Interessant is het ook om te weten naar welke scholen onze schoolverlaters in de jaren 2012 en 2013 zijn gegaan. 2012 2013 VMBO VMBO -praktijk -praktijk -basis 2 -basis 4 -kader 9 -kader 8 -mavo 13 -mavo 12 HAVO-MAVO 6 HAVO-MAVO 5 HAVO 11 HAVO 14 VWO (Atheneum) 6 VWO (Atheneum) 8 VWO (Gymnasium) 6 VWO (Gymnasium) 7 53 58
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 30 -
In onderstaande tabel de uitstroomgegevens van 2010 en de resultaten van deze uitstromers na één en twee jaar voortgezet onderwijs: Bij het samenstellen van deze schoolgids waren de gegevens van 2012/2013 nog niet verstrekt door de scholen van voortgezet onderwijs. 2010 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium)
2011 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium) Onbekend
1 5 6 13 4 10 8 7
2 4 7 12 11 14 3 1
2012 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium) Onbekend
In onderstaande tabel de uitstroomgegevens van 2011 en de resultaten van deze uitstromers na één en twee jaar voortgezet onderwijs: Bij het samenstellen van deze schoolgids waren de gegevens van 2012/2013 nog niet verstrekt door de scholen van voortgezet onderwijs. 2011 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium)
S
c
h
o
o
l
g
i
d
2012 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium) Onbekend
7 10 7 4 12 14 5
s
-
1
3
/
1
4
- 31 -
In onderstaande tabel de uitstroomgegevens van 2012 en de resultaten van deze uitstromers na één jaar voortgezet onderwijs: Bij het samenstellen van deze schoolgids waren de gegevens van 2012/2013 nog niet verstrekt door de scholen van voortgezet onderwijs. 2012 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium)
2013 VMBO -praktijk -basis -kader -mavo HAVO-MAVO HAVO VWO (Atheneum) VWO (Gymnasium) Onbekend
2 9 13 6 11 6 6
5.3 Een kanttekening De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen de laatste jaren ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de kinderen mag worden verwacht. Ook de resultaten op de tussenmomenten voldoen aan de gestelde norm. 5.4 Zorg op maat Het streven is om met zorg op maat zoveel mogelijk kinderen op de school te houden. Het verwijzingspercentage naar het speciaal onderwijs ligt gemiddeld genomen al jaren ruim onder de 1%. Dat betekent wel dat we voor een aantal kinderen het streefniveau voor 8 jaren basisonderwijs bijstellen. Zo zijn er kinderen die aan het eind van de rit tot en met de basisstof van groep 6 komen. Ook zijn er kinderen die in groep 7 de leerstof van groep 8 al doorgewerkt hebben. In groep 8 worden deze kinderen nog verder uitgedaagd met extra stof bijv. wiskunde en studietaken. 5.5 Onderwijsinspectie Op 25 mei 2010 heeft de Inspectie de Uilenbrink voor het laatst bezocht. Tijdens het bezoek heeft de Inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 32 -
De Inspectie kwam tot het volgende oordeel: Op de basisschool de Uilenbrink is de kwaliteit van het onderwijs voor verreweg de meeste onderzochte indicatoren op orde. Behaalde opbrengsten De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen de laatste 2 jaren op een niveau dat past bij de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Voor de resultaten op de tussenmomenten geldt dat die ruimschoots voldoen aan de stelde norm. De aandacht voor leerlingen met specifieke ontwikkelingsbehoeften is een verbeterpunt. De inspectie kan op basis van de huidige documentatie namelijk nog niet vaststellen of de school bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de gewenste resultaten bereikt. Dit verbeterpunt geldt zowel voor leerlingen met zogenaamde rugzakjes, als voor leerlingen met een structurele achterstand op één of meer leergebieden. Opzet en uitvoering van de zorg en begeleiding Basisschool de Uilenbrink heeft op het gebied van de zorg en begeleiding een praktijk ontwikkeld die zeker voldoet aan de door de inspectie gestelde normen. Verder heeft de inspectie vastgesteld dat de evaluatie van de uitgevoerde begeleiding in de meeste gevallen adequaat is geregeld. Kwaliteit van kwaliteitszorg Basisschool De Uilenbrink voldoet aan alle in dit onderzoek meegenomen indicatoren omtrent de kwaliteitszorg. Een eerste positieve kanttekening hierbij is dat de planning van de ontwikkelingsactiviteiten laat zien dat de school goede thema’s heeft geselecteerd en daar daadkrachtig invulling aan geeft. Ook besteedt de school veel energie aan het borgen van gemaakte afspraken. Verdere ontwikkelingskansen op het gebied van de kwaliteitszorg signaleert de inspectie op het terrein van de jaarlijkse evaluatie van de resultaten van de leerlingen en het onderwijsleerproces. De school heeft zelf nog geen ervaring opgedaan met longitudinale trendanalyses. Ondanks dit aandachtspunt voldoet de school toch aan de minimale norm voor deze indicator. De school beschikt over voldoende informatie, via enkele instrumenten en verschillende bronnen. Zo neemt de school regelmatig gestructureerd kennis van de ervaringen van ouders, leerlingen en teamleden. Een eerste aandachtspunt hierbij is, dat een flink deel van de verzamelde informatie vooral gericht is op meningen en denkbeelden en minder op wat hardere gegevens. Een tweede kanttekening bij deze procedure is dat er nog niet voluit nieuw, schoolbreed beleid wordt afgeleid uit de zo verzamelde gegevens. Ook dit proces moet nog steviger worden verankerd in de schoolorganisatie als geheel. De Inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op de Uilenbrink op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement toezicht gehandhaafd. Ook voor het schooljaar 2013-2014 handhaaft de inspectie het basisarrangement voor het toezicht.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 33 -
5.6 Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs (KMPO) In het schooljaar 2010-2011 heeft het 2-jaarlijks kwaliteitsonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek bestond uit vragenlijsten voor leerlingen, ouders en teamleden. Ouders waardeerden de school met een gemiddeld cijfer van 7,9 en de kinderen van de groepen 6 t/m 8 gaven een gemiddelde waardering van 8,3. Naar aanleiding van dit onderzoek hebben in het schooljaar 2011-2012 de volgende acties plaatsgevonden: 1. De vertegenwoordigers van de Leerlingenraad houden intensiever contact met de achterban (b.v. door middel van de ideeënbus); 2. De bestaande afspraak “Start de ochtend in de groep met wat kinderen willen delen” is herhaald; 3. De uitslag van de enquête is besproken met het schoonmaakbedrijf; 4. De vertrouwenspersonen hebben zichzelf weer onder de aandacht gebracht. In de eerste maanden van het schooljaar 2013-2014 zal door alle scholen van Stichting OOG het 2-jaarlijks kwaliteitsonderzoek uitgevoerd worden.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 34 -
______
6.
BELEIDSVOORNEMENS EN BELEIDSSTUKKEN
6.1 Beleidsstukken Onderwijskundig Het beleid is er op gericht goed om te gaan met de verschillen die er tussen de leerlingen zijn. Om daar vorm aan te kunnen geven, moeten leerkrachten bereid zijn veel ván en ook mét elkaar te leren. Het samen werken, samen leren wordt methodisch aangepakt m.b.v. werkmethodieken als coaching, klassenbezoek, lesobservatie, en video-interactie-begeleiding. De bouwcoördinatoren hebben een cursus ‘coachen’ gevolgd en zetten de verworven vaardigheden in bij de begeleiding van de groepsleerkrachten. Ervaringen met het gebruik van methodes moeten ook uitgewisseld worden. Door de teamleden is een vragenlijst over onderwijskundige onderwerpen ingevuld om voor de komende schoolplancyclus voornemens vast te stellen. Enkele speerpunten zijn: Leerstofaanbod Om zo optimaal mogelijk spelling en rekenonderwijs aan te bieden gaan we ook komend jaar aanbod, leerlijnen en doelen beter op elkaar afstemmen. Dit mede op basis van gedetailleerde trendanalyses. Onderwijs afstemmen op de verschillende niveaus Gedifferentieerd onderwijs is al jaren gemeengoed binnen De Uilenbrink. In het kader van passend onderwijs en de 1-zorgroute werken we aan verbetering van ons concept. Begrijpend- en studerend lezen Evenals voor spelling en rekenen zullen we dit jaar ook aanbod, leerlijnen en doelen voor begrijpend- en studerend lezen beter op elkaar afstemmen. Ook dit mede op basis van gedetailleerde trendanalyses. Nieuwe methode Afgelopen schooljaar is er gewerkt met de nieuwe methode voor rekenen, ‘Pluspunt’, in de groepen 3 t/m 7. Dit schooljaar wordt een start gemaakt met de nieuwe versie van Pluspunt in de groepen 8. Rapportage Dit schooljaar zal er overgegaan worden naar een vorm van digitale rapportage. Cultuureducatie Het cultuur- en erfgoedbeleid wordt vastgesteld. De Uilenbrink gaat o.a. hiervoor als voorloperschool participeren in het provinciaal traject ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’. Computers In de groepen 1-2 wordt het laatste touchscreen geplaatst. Het werken door het team met het SharePoint zal geïntensiveerd worden.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 35 -
Verbreding techniek basisonderwijs (VTB) Sinds schooljaar 2010-2011 behoort De Uilenbrink ook tot de groep VTB voorhoede scholen, dankzij een afgerond en goedgekeurd beleidsplan. De techniekworkshops zullen voortgezet en uitgebreid worden. Brabants Verkeersveiligheid Label (BVL) In het schooljaar 2012/2013 heeft de Uilenbrink het Brabants Verkeersveiligheidslabel behaald. Het BVL biedt scholen en gemeenten de helpende hand om structureel en meer op de praktijk van alledag gerichte verkeerseducatie te geven. Het BVL is een parapluproject voor verkeerseducatie van de Provincie NoordBrabant gericht op jongeren tussen 4 en 18 jaar. Dit is een waardering voor de geleverde kwaliteitsverbetering op het gebied van verkeersveiligheid. Bij kwaliteitsverbetering die tot toekenning van het BVL heeft geleid, gaat het voor scholen in het basisonderwijs om o.a. de volgende onderdelen waaraan gewerkt kan worden: -verkeerseducatie in de klas, -verkeerseducatieprojecten, -praktische verkeerseducatie, -verkeersveilige scholomgeving, -betrokkenheid van ouders bij verkeerseducatie. In de werkgroep BVL hebben zowel ouders al leerkrachten zitting.
6.2 Beleidsstukken Algemeen 6.2.1 Aannamebeleid Voor een openbare school geldt - en is wettelijk vastgelegd - dat iedereen welkom is, zonder onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging of wat voor ander kenmerk dan ook. Er zijn twee mogelijkheden om kinderen te weigeren: 1.Wij kunnen aan het aangemelde kind niet de vereiste zorg bieden en dat moet dan blijken uit bijvoorbeeld een advies van een Medisch Kinderdagverblijf of een P.C.L (=permanente commissie leerlingenzorg). 2.Als de school ‘vol’ zit en dat is nogal subjectief. Er is door de rechter een aantal uitspraken gedaan: als de school te vol wordt en dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs dan mag het bestuur van de school de kinderen op de wachtlijst zetten. Wel moet er dan voldoende openbaar onderwijs in de buurt zijn waar de ouders ook terecht kunnen. Ouders/ verzorgers hoeven hier echter weer geen genoegen mee te nemen: als zij schriftelijk te kennen geven dat zij de voorkeur geven aan deze school dan moet het kind worden toegelaten. 6.2.2 Toelatingsprocedures In februari zijn er voor de Veghelse basisscholen twee centrale aanmeldingsdagen voor ouders van wie het kind in het volgend schooljaar vier jaar wordt. Op deze dagen of, op verzoek ervoor, ontvangen de ouders/verzorgers een informatiepakketje, bestaande uit de schoolgids en een infoblad van de school. Voorafgaand aan de aanmeldingsdagen is er een Open Dag. Ouders/verzorgers die hun kind aanmelden ontvangen een brief waarin de aanmelding wordt bevestigd en waarin staat wat men kan verwachten tot aan het moment dat hun kind op school komt.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 36 -
6.2.3 Moment van instromen Kinderen stromen in op of kort na de dag dat zij vier jaar worden. Vanaf drie weken ervoor mogen ze gebruikmaken van de zgn. instroommorgens op dinsdag en donderdag. Voor kinderen die in de vakantieperiode vier jaar worden zijn er geen instroommorgens. Kort voor de zomervakantie wordt voor deze kinderen een kennismakingsbijeenkomst georganiseerd. De ouders/verzorgers van kinderen die in de loop van het nieuwe schooljaar vier jaar worden krijgen zeven weken voordat hun kind vier jaar wordt een brief met het verzoek om het formulier over de voorschoolse periode binnen een week in te vullen en te retourneren. Vijf weken voordat het kind vier jaar wordt, worden de ouders/verzorgers geïnformeerd over de groepsindeling en worden er zes kennismakingsochtenden ingepland. 6.2.4 De verdeling van de kinderen over de groepen De Uilenbrink heeft homogene leeftijdsgroepen. Binnen deze groepen streven we naar een evenwichtige verdeling met betrekking tot een aantal aandachtspunten zoals een ontwikkelingsvoorsprong of juist een achterblijvende ontwikkeling en gedrag. De school bepaalt de indeling. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het aanmeldingsformulier, het door de ouders ingevulde formulier over de voorschoolse periode en van het verslag, indien aanwezig, van de peuterspeelzaal. 6.2.5 Redenen om aan te melden Verhuizing Bij een verhuizing volgt informatie over de school waarbij de schoolgids centraal staat, een rondleiding door het gebouw en een kijkje in de groepen, het invullen van het aanmeldingsformulier dat door de administratie verwerkt wordt. Wanneer de ouders/verzorgers nog geen onderwijskundig rapport van de vorige school kunnen overleggen en er ook nog geen contact geweest is met de school van herkomst kan besloten worden tot een voorlopige inschrijving. Onvrede over de school waar het kind is ingeschreven In het gesprek met de ouders/ verzorgers moet duidelijk worden waarop de onvrede gestoeld is. Er wordt altijd gevraagd naar wat er besproken is met de groepsleerkracht van het kind alsook met de directie van de school. De ouders/ verzorgers wordt verzocht de directie te informeren over de contacten met de Uilenbrink. Wanneer dit is gebeurd, wordt door de directie contact opgenomen met de school waarop het kind zit en spreken e.e.a. door. 6.2.6 De toelating Als uit de gevoerde gesprekken blijkt dat er sprake is van leer- of gedragsproblematiek wordt eerst met de zorgcoördinator en de betrokken groepsleerkracht over een eventuele plaatsing gesproken. Als duidelijk wordt dat wij het kind niet de vereiste zorg kunnen bieden, wat blijkt uit bijvoorbeeld een advies van Jeugdzorg of de PCL (permanente commissie leerlingenzorg), dan wordt het kind geweigerd. Wanneer er geen sprake is van een dergelijk advies moeten we varen op de informatie van de school en van de ouders/verzorgers. Wettelijk gezien hebben we dan geen mogelijkheid het kind te weigeren. We kunnen echter wel ‘drempels’ bouwen wanneer er in onze ogen sprake is van zware problematiek op sociaal-emotioneel en/of leerstoftechnisch
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 37 -
gebied. De directie ontraadt na overleg met de zorgcoördinator en de betrokken groepsleerkracht(en), de ouders/ verzorgers het kind hier op school te plaatsen wanneer in hun ogen de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt. Een andere mogelijkheid is om in overleg met de ouders/ verzorgers te besluiten tot een proefplaatsing en dit wordt in een contract vastgelegd. Het schoolbestuur wordt hiervan in kennis gesteld. De ouders/ verzorgers verbinden zich aan een gemotiveerd besluit van de school m.b.t. een mogelijke afwijzing van een definitieve plaatsing. Het bestuur wordt van deze afwijzing in kennis gesteld. 6.2.7 Kinderen met een rugzakje De rugzak, officieel heet het ‘leerling gebonden financiering’ (LGF), is bedoeld om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs voor hun kind. Bij de invoering van de LGF gaat het om een rechtregeling voor ouders die hun kind in het regulier onderwijs willen plaatsen. De invoering van ‘Passend Onderwijs’ zal ook de leerling gebonden financiering doen veranderen. 6.2.8 Protocol schorsing en verwijdering Het bestuur van de school is gemachtigd een leerling tijdelijk en/of definitief van school te sturen indien het gedrag van een leerling of diens ouders/verzorgers daartoe aanleiding geeft. Tijdelijk van school sturen noemen we schorsen, definitief noemen we verwijdering. Het kan hierbij gaan om leerlingen die: een voortdurend, storend en/of agressief gedrag laten zien, waardoor de voortgang van het onderwijs wordt verstoord; ouder(s)/verzorger(s) hebben, die zich bedreigend of agressief gedragen, zich schuldig maken aan verbaal geweld, waarbij herhaling niet is uitgesloten en waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van personeel en/of de leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs; een onevenredig groot deel van de schoolorganisatie vergen, waarbij niet of nauwelijks doelen worden bereikt. Als het schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, dan moet het bestuur daarover met de ouder(s)/verzorger(s) overleggen. Levert dat overleg niets op, dan kunnen ouder(s)/verzorger(s) aan de onderwijsinspectie om bemiddeling vragen. Blijft het schoolbestuur bij haar besluit, dan kunnen de ouder(s)/verzorger(s) binnen zes weken nadat het besluit kenbaar is gemaakt, schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken, eveneens schriftelijk, op dat bezwaarschrift reageren. Wanneer het schoolbestuur dan nog vasthoudt aan het besluit de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouder(s)/verzorger(s) in beroep gaan bij de rechter.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 38 -
6.2.9 Protocol vervanging bij ziekte In dit protocol wordt aangegeven hoe er bij een ziekmelding van een leerkracht moet worden gehandeld. Belangrijk voor de ouders is te weten dat op de eerste dag van een ziekmelding nooit een groep naar huis mag worden gestuurd. Op één van de volgende dagen mag dat wel als blijkt dat er geen mogelijkheden zijn voor vervanging. De ouders van de kinderen van de betreffende groep worden hier dan eerst schriftelijk over geïnformeerd. De kinderen van een groep mogen nooit langer dan één dag thuis zijn. Mocht het probleem van de vervanging niet opgelost zijn dan is een andere groep aan de beurt om een dag thuis te blijven. 6.2.10 Protocol hoe te handelen bij ernstige ziekte/ overlijden van een leerling, ouder of leerkracht In dit protocol is uitgewerkt wie er initiatieven neemt en wat er zoal gedaan moet en kan worden. 6.2.11 Protocol hoe te handelen bij bedreiging van een leerkracht en/of kinderen door een ouder. Dit protocol is uitgewerkt met daarin o.m. ruime aandacht voor verwerkingsmogelijkheden bij leerkrachten en kinderen. 6.2.12 Ontruimingsplan/ veiligheidsplan In deze plannen is aangegeven hoe er gehandeld dient te worden bij calamiteiten bijv. brand. Ieder schooljaar vinden er ontruimingsoefeningen plaats.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 39 -
______
7.
SCHOOLORGANISATIE
De Uilenbrink vormt met De Tuimelaar, in oorsprong als dependance begonnen, nog steeds, wettelijk gezien, een administratieve eenheid. Sinds schooljaar 2007-2008 wordt De Tuimelaar door de Stichting OOG beschouwd als een zelfstandige school en heeft het de beschikking over eigen middelen. Van de inkomsten die de Stichting ontvangt voor alle scholen krijgt De Tuimelaar nu ook het deel als ware het een zelfstandige school. 7.1 Enkele cijfers Op 1 oktober 2012 zaten er op de Uilenbrink 405 leerlingen en dat waren er op 1 oktober 2011 408. In het schooljaar 2013-2014 zijn bij aanvang van het schooljaar 17 groepen geformeerd. De Uilenbrink heeft een personeelsbestand van 35 personen: Groepsleerkrachten, vakleerkrachten, interne begeleiders, administratief- en huishoudelijk personeel. Het is het streven om niet meer dan 2 leerkrachten in één groep te laten werken. 7.2 Organisatie De Uilenbrink De school is verdeeld in zogenaamde ‘bouwen’: De groepen 1 en 2 vormen de onderbouw, 3 t/m 5 de middenbouw en 6 t/m 8 de bovenbouw. De ‘bouwvergaderingen’, vooral praktisch en onderwijsinhoudelijk van aard, worden voorbereid en geleid door de bouwcoördinator. De verantwoordelijkheden worden op deze manier zo laag mogelijk in de organisatie gelegd, wat de betrokkenheid vergroot. De bouwcoördinatoren, aangevuld met de zorgcoördinator (intern begeleider), de plaatsvervangend directeur en de directeur, vergaderen één keer per vier weken over beleids-, algemene- en bouwspecifieke zaken. Zij vormen het leidinggevend team.
Het Leidinggevend Team (LT) bestaat uit (v.l.n.r.): Mechiel de Wit (bovenbouw), Berdien van der Meijden (intern begeleider 3 t/m 8), Kees Hoevenaars (directeur) Will Vissers (onderbouw), Marly de Jong (plaatsvervangend directeur en zorg coördinator), Carolien Hulsbergen (middenbouw)
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 40 -
Het team van De Uilenbrink bestaat verder uit: Groep 1 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7
8 8
S
c
h
o
Leraar Nan Nouwens Anoeshka Gabriël Lucie van Oort Tonnie Ariaans Lieke van Lamoen Berdien v.d. Meijden Patricia Wagemakers Cindy Megens Will Vissers Roel van Gastel
Werkdagen Maandag en dinsdag Woensdag t/m vrijdagochtend Maandag en vrijdagochtend Dinsdag t/m donderdag Gehele week Maandag en dinsdag Woensdag t/m vrijdagochtend Maandag t/m woensdag Donderdag en vrijdagochtend Gehele week
Ellen v.d. Schuit Marion Krol Thea Schellekens Linda Visser Tonny Smits Ellen v.d. Schuit Chantal van Schaijk Carolien Hulsbergen Trix Hogeboom Madelon Rood Lieke v.d. Velden Hanneke Walboomers Marian van Mierlo Jorine van Marrewijk Bram Versteegde Mechiel de Wit Thijs Dijksterhuis (Leraar In Opleiding) Lieke van Heeswijk Suzan Peters Joost v.d. Biggelaar
Maandag en dinsdag Woensdag, donderdag en vrijdagochtend Maandag, dinsdag en vrijdagochtend Woensdag en donderdag Maandag t/m donderdag Vrijdagochtend Maandag en dinsdag Woensdag t/m vrijdag Maandag t/m woensdag Donderdag en vrijdag Maandag t/m woensdag Donderdag en vrijdag Maandag en dinsdag Woensdag t/m vrijdag Gehele week Gehele week Maandag t/m woensdag
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
Maandag en dinsdag Woensdag t/m vrijdag Gehele week
- 41 -
Overige functies/ taken: Remedial teaching Handvaardigheid Intern begeleider Intern begeleider + bouwcoördinator onderbouw Bouwcoördinator middenbouw Bouwcoördinator bovenbouw Onderwijsassistent Meerbegaafden Administratief medewerker Plaatsvervangend directeur en zorgcoördinator Directeur Conciërge Interieurverzorging
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
Marian van Mierlo Marian van Mierlo Berdien v.d. Meijden Will Vissers
Woensdag Donderdag Woensdag (1x per 2 weken) Woensdag en vrijdagmiddag
Carolien Hulsbergen Mechiel de Wit Rogier Huijsmans Marion Krol Rianne Huberts Marly de Jong
Gehele week Vrijdagmiddag Dinsdag t/m donderdag Maandag t/m woensdag
Kees Hoevenaars Carin van Doorn Roel v.d. Heuvel Anja Braken
Dinsdag t/m vrijdag Alle ochtenden Gehele week Dinsdag t/m vrijdag
- 42 -
-Team OBS De UilenbrinkVan links naar rechts en van boven naar beneden: Kees Hoevenaars, Jorine van Marrewijk, Carin van Doorn, Mechiel de Wit, Joost v.d. Biggelaar, Bram Versteegde, Lieke van Heeswijk, Marian van Mierlo, Chantal van Schaijk, Patricia Wagemakers, Hanneke Walboomers, Cindy Megens. Lieke v.d. Velden, Marly de Jong, Berdien v.d. Meijden, Thijs Dijksterhuis, Roel van Gastel, Rogier Huijsmans, Veronica Konings, Tonnie Ariaans, Trix Hogeboom, Nan Nouwens, Tonny Smits. Will Vissers, Madelon Rood, Ellen v.d. Schuit, Lucie van Oort, Anoeshka Gabriël, Femke Romijnders, Lieke van Lamoen, Linda Visser, Thea Schellekens, Marion Krol. Op deze foto ontbreken: Carolien Hulsbergen, Annemarie Bosch, Suzan Peters en Rianne Huberts.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 43 -
______ 8.
ALLE DATA OP EEN RIJTJE
Er zijn nogal wat data in een schooljaar waar u als ouders en wij als team, rekening mee moeten houden. Daarom vindt u hier een overzicht voor uw agenda. Vakantierooster Herfstvakantie Sinterklaas Kerstvakantie
14 oktober t/m 18 oktober 6 december 23 december t/m 3 januari (Aanvang vakantie vrijdag 20 december om 12.00 uur)
Voorjaarsvakantie
3 maart t/m 7 maart (Aanvang vakantie vrijdag 28 februari om 11.30 uur)
Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
21 april 28 april t/m 9 mei 29+30 mei 9 juni 14 juli t/m 22 augustus (Aanvang vakantie vrijdag 11 juli om 11.30 uur)
Vrije vrijdagen groepen 1 t/m 4 30 augustus 27 september 15 november 24 januari 14 februari 11 april 27 juni Overige vrije dagen groepen 1 t/m 4 (Studiedagen team) Donderdag 14 november Woensdag 26 maart Dinsdag 10 juni Overige vrije (mid)dagen groepen 5 t/m 8 (Studiedagen team) Donderdagmiddag 14 november Woensdag 26 maart Dinsdagmiddag 10 juni
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 44 -
Data om te onthouden: Eerste schooldag Informatieavonden Jaarvergadering Ouderraad Fancy fair (alle kinderen ’s middags vrij) Kijkmoment Kinderboekenweek Bonte avond groepen 7 Studiedag/ middag team (1 t/m 4 hele dag vrij – 5 t/m 8 middag vrij) Sinterklaasfeest Kerstmusical groepen 6 Kerstdiner (kinderen ’s middags vrij) Indoor voetbal groepen 7 Indoor basketbal groepen 7 Bonte avond groepen 5 Open Dag Aanmeldingsdagen Bonte avond groepen 1 en 2 Carnavalsfeest Basketbaltoernooi groepen 6 Studiedag team (alle kinderen vrij) Expositie cultuurproject Entree toets groepen 7 Bonte avond groepen 3 en 4 Schoolreis groepen 4 Schoolreis groepen 3 Schoolfotograaf Praktisch verkeersexamen groepen 7 Schoolreis groepen 5 Schoolreis groepen 7 Spelsportakel groepen 7 Studiedag/ middag team (1 t/m 4 hele dag vrij – 5 t/m 8 middag vrij) Avondwandelvierdaagse Schoolreis groepen 1-2 Laatste schooldag /uitvoering sprookje (van 09.30-11.30 uur)
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
12 augustus Week 37 + 38 24 september 4 oktober 8 oktober (17.00-18.00 uur) 2 t/m 11 oktober 12 november 14 november 5 december 12 + 17 december 19 december (17.00-19.00 uur) 2 januari 3 januari 28 januari 29 januari 3 + 4 februari 19 + 20 februari 28 februari ( 09.30- 11.30 uur) 7 maart 26 maart 4 april Week 16 en 17 23 + 24 april 15 mei 15 mei 22 mei 22 mei 23 mei 27 mei 6 juni 10 juni 10 t/m 13 juni 3 juli 11 juli
- 45 -
Activiteiten groep 8 Infoavond Voorlopig schooladvies Voorlichtingsavond V.O. Veghel CITO Eindtoets CITO uitslag Definitief schooladvies Voet- en handbaltoernooi Schoolverlaterkamp Musical Afscheidsavond
17 september 19 en 20 november 25 + 26 november 11 t/m 13 februari 10 maart 11 + 12 maart 16 april 17 t/m 20 juni 1 + 3 juli 9 juli
Rapportage groepen 1 en 2 Rapportage 1 Tussentijdse rapportage Rapportage 2
2 + 12 december Week 13 12 + 16 juni
Rapportage groepen 3 t/m 7 Tussentijdse rapportage 1 Rapportage 1 Tussentijdse rapportage 2 Rapportage 2
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
Week 45 6 + 10 februari Week 15 26 + 30 juni
3
/
1
4
- 46 -
______
9.
SPORTROOSTER
9.1 Gymnastiek De groepen 3 t/m 8 maken voor het bewegingsonderwijs gebruik van sporthal De Bunders. De kinderen die aan het begin van de ochtend of middag gymnastiek hebben, mogen rechtstreeks naar de sporthal komen of lopen. Deze kinderen kunnen ook om 08.35 uur met de leerkracht vanaf school naar de sporthal lopen. Wie aan het eind van de ochtend of middag gymt, kan meteen na het sporten naar huis. (Let op: de vertrektijd vanaf school aan het begin van de morgen of middag kan per groep variëren.) Na het sporten in de sporthal is vanaf groep 6 douchen verplicht. In de groepen 3 t/m 5 wast men alleen de voeten. De kinderen moeten een handdoek en eventueel badslippers meebrengen. Graag aparte gymschoenen voor in de sporthal, dus geen schoenen waar ook buiten mee gelopen wordt. groep 3
Roel
groep 3
Ellen/Marion
groep 4
Tonny
groep 4
Thea/Linda
groep 5
Chantal/ Carolien
groep 5
Trix/Madelon
groep 6
Marian/Jorine
groep 6
Lieke/ Hanneke
groep 7
Mechiel/Thijs
groep 7
Bram
groep 8
Lieke/Suzan
groep 8
Joost
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
Dinsdag Vrijdag Dinsdag Vrijdag Dinsdag Woensdag Woensdag Vrijdag Woensdag Vrijdag Woensdag Vrijdag Dinsdag Woensdag Woensdag Vrijdag Woensdag Vrijdag Dinsdag Vrijdag Dinsdag Vrijdag Dinsdag Vrijdag
3
/
1
4
13.15 uur 10.15 uur (vanaf herfstvakantie) 14.00 uur 11.00 uur (vanaf herfstvakantie) 14.45 uur 08.45 uur 08.45 uur 08.45 uur 10.15 uur 10.15 uur 11.00 uur 09.30 uur 09.30 uur 11.00 uur 09.30 uur 08.45 uur 10.15 uur 11.00 uur 08.45 uur 09.30 uur 10.15 uur 11.00 uur 11.00 uur 10.15 uur
- 47 -
9.2 Toernooien Voor de groepen 6 van alle basisscholen wordt een basketbaltoernooi georganiseerd in de voorjaarsvakantie. De groepen 7 hebben een basketbal- en voetbaltoernooi in de kerstvakantie. Ook doen de groepen 7 mee aan de Spelsportakeldag, waaraan alle Veghelse basisscholen deelnemen. Er is een handbal- en voetbaltoernooi voor de groepen 8 in het Willem-Alexandersportpark. Dit toernooi wordt georganiseerd in het voorjaar voor alle basisscholen in de gemeente Veghel.
-Basketbaltoernooi voor de groepen 6-
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 48 -
______
10. BIJZONDERE REGELINGEN
Als uw kind om de een of andere reden niet aanwezig kan zijn op school door ziekte, verzuim of extra vakantie, dient u dit altijd door te geven/ aan te vragen. N.a.v. een jubileum, sterfgeval, bruiloft, e.d. heeft uw kind recht op een vrije dag. In geval van ziekte is een telefoontje naar school (voor aanvang van de schooltijd) al voldoende. Extra verlof vraagt u aan d.m.v. het aanvraagformulier dat te verkrijgen is op school of te downloaden via www.obsdeuilenbrink.nl 10.1 Extra verlof De directeur mag slechts 1 x per schooljaar verlof verlenen voor een vakantie van ten hoogste 10 dagen oftewel 2 schoolweken. Deze regeling is uitsluitend bestemd voor kinderen van ouders met een beroep dat het onmogelijk maakt binnen de vastgestelde schoolvakanties met vakantie te gaan. De werkgever moet dit aan kunnen tonen. Verlof wegens vakantie is niet mogelijk in de eerste twee weken van het schooljaar. Aanvragen voor een extra vakantie moet u altijd ruim van tevoren schriftelijk indienen bij de directeur van de school. Hiervoor gebruikt u het aanvraagformulier dat te verkrijgen is op school of te downloaden via www.obsdeuilenbrink.nl Let wel: Ongeoorloofd schoolverzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. 10.2 Klachtenregeling Alle scholen beschikken in het kader van de kwaliteitswet over een klachtenregeling voor alle mogelijke klachten die op een school kunnen afkomen: seksuele intimidatie, machtsmisbruik, pesten, verwijzing naar het speciaal onderwijs, kwaliteit van het onderwijs, schoon houden van het gebouw, enz. De gezamenlijke besturenbonden, schoolorganisaties, vakbonden en ouderorganisaties hebben één model klachtenregeling samengesteld. Deze modelregeling gaat er vanuit dat ‘lichtere’ klachten zoveel mogelijk binnen de school opgelost worden via directie en bevoegd gezag. Alle scholen van de stichting Openbaar Onderwijs Groep zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC) voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. Het adres is: L.K.C. Postbus 85191 3508 AD Utrecht 030-2809590 Voor nadere informatie kunt u terecht op de website : www.onderwijsgeschillen.nl
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 49 -
10.3 Schoolcontactpersoon Voor klachten aangaande machtsmisbruik, waaronder seksuele intimidatie, kan men terecht bij de schoolcontactpersoon, de externe vertrouwenspersoon of rechtstreeks bij de klachtencommissie. Schoolcontactpersonen voor onze school zijn Marian van Mierlo en Nan Nouwens. Hun taken zijn de volgende: Eerste opvang bij klachten; Doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon; Zelf signaleren van mogelijke intimidatie; Mede vormgeven aan preventief beleid. 10.4 Externe vertrouwenspersoon De externe vertrouwenspersoon is iemand die op basis van haar of zijn beroep deskundig mag worden geacht op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik en de gevolgen daarvan. Voor Stichting O.O.G. is dat Lisette Snaterse. (Bereikbaar via telefoonnummer: 0412-224100) 10.5 Preventiebeleid Op De Uilenbrink houden we ons bezig met preventiebeleid. Op ‘t gebied van seksuele intimidatie proberen wij, door het hanteren van een aantal regels, een veilige omgeving te creëren voor zowel leerlingen als leerkrachten. Bijvoorbeeld regels met betrekking tot uit- en aankleden, douchen, kinderen op schoot nemen, etc. Indien u contact wilt opnemen met de vertrouwensarts voor deze regio, dan moet dat via: Advies en meldpunt kindermishandeling 0492-508410 Bereikbaar van 9.00 tot 13.00 uur. Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwenscommissie 0900-1231230 N.B.: Op de Uilenbrink is een protocol ‘Klachtenregeling’ aanwezig.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 50 -
______
11. OUDERS EN SCHOOL
De Uilenbrink is rijk aan een grote groep actieve ouders die hulp biedt bij tal van activiteiten. Die hulp is van groot belang voor de manier waarop wij het onderwijs vorm willen geven. Zij ondersteunen leerkrachten bij tal van onderwijskundige activiteiten, bij de themawerkzaamheden in de hogere klassen en doen samen met de activiteitencommissie de organisatie van allerlei festiviteiten in en om de school, zoals het sinterklaas- en kerstfeest, de carnavalsoptocht en de avondvierdaagse. Een deel van hen zit in de Ouderraad en komt meerdere keren per jaar bijeen om deze zaken te regelen. Voor de ouders die ondersteuning bieden is er een speciaal protocol geschreven waarin benadrukt wordt zorgvuldig om te gaan met de privacy van de kinderen. 11.1 Overblijven Op De Uilenbrink draagt de directie de organisatie en zorg voor de opvang over aan de Oudervereniging van de school. De Oudervereniging heeft een overblijfcommissie in het leven geroepen bestaande uit twee personen waarvan één uit de oudervereniging en één uit het schoolteam. Zij dragen zorg voor een goede en verantwoorde tussenschoolse opvang. Voor administratieve ondersteuning wordt een beroep gedaan op de administratrice van de school. De overblijfcommissie bestaat uit de volgende personen: De overblijfcoördinator uit de Oudervereniging, Ardine Brinkman en één teamlid, Will Vissers. Het toezicht op de leerlingen wordt uitgeoefend door diverse overblijfkrachten die dagelijks aanwezig zijn. Met deze overblijfkrachten wordt een contract opgesteld. Hierin staat onder andere wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn. Alle overblijfkrachten hebben de basiscursus ‘tussenschoolse opvang’ gevolgd. Overblijfkosten Het bedrag van de incidentele overblijf is € 1,75. Blijft uw kind vaker over gelieve een overblijfkaart te kopen à € 1,40 per keer. De prijs van de overblijfkaart is: 5 voor € 7,= 10 voor € 14,= 20 voor € 28,= 30 voor € 42,= Het overblijfgeld kan ook voor het hele schooljaar overgemaakt worden (hieraan wordt de voorkeur gegeven). Voordeel is dat u niet elke keer weer ‘in de rij’ hoeft te staan en dat er een leuke korting aan vastzit. Tijdens de eerste 5 maandagochtenden van het schooljaar kunt u aangeven of u vooraf wilt betalen.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 51 -
Het kopen van losse kaarten kan op twee manieren: 1. Maandagochtend van 08.30 uur tot 09.00 uur aan de bibliotheektafel in de grote aula. 2. Via het e-mailadres
[email protected] Voorwaarde hiervoor is dat u uw zoon/dochter 24 uur voor het overblijven dient op te geven. Ook afmelden voor het overblijven dient 24 uur van te voren te worden gedaan. Het e-mailadres hiervoor is:
[email protected] Wordt uw zoon/dochter niet (op tijd) afgemeld, dan zal toch een ‘strip’ op de overblijfkaart worden afgetekend. Het protocol ‘Overblijven op school’ is te vinden op www.obsdeuilenbrink.nl 11.2 Buitenschoolse opvang (BSO) De school heeft de wettelijke plicht om voor- en naschoolse opvang te regelen voor de ouders die daar om vragen. De school heeft, in goede samenspraak met de Medezeggenschapsraad, ervoor gekozen deze opvang onder te brengen bij een organisatie voor BSO. De samenwerkingsovereenkomst met Kinderopvang ’t Kroontje is verlengd. In de overeenkomst staat ondermeer dat Kinderopvang ’t Kroontje garandeert dat de kinderen van onze school, na aanvraag door de ouders, bij voorrang geplaatst worden binnen 4 weken. Mocht er onverhoopt binnen de genoemde termijn geen plaats zijn dan zoekt Kinderopvang ‘t Kroontje met u naar een andere mogelijkheid. Kinderopvang ’t Kroontje: P.W.A. Sportpark 2 5461 XL Veghel. Tel.(0413) 310413 U vraagt naar Annemarie Op ten Berg. Zij regelt dan verder alles met u. www.kroontjeveghel.nl
[email protected] 11.3 Ouderbijdrage Er is een groot aantal zaken op school dat niet door de overheid bekostigd wordt, zoals o.a. het Sinterklaasfeest, kerstviering, carnavalsfeest, excursies, extra kosten t.b.v. thema's, sport- en spelactiviteiten etc. De onkosten hiervan worden betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage. Alle ouders krijgen jaarlijks een acceptgiro van de Ouderraad. De ouderbijdrage is vastgesteld op € 17,50 per kind. Tijdens de jaarvergadering van de Ouderraad wordt verantwoording afgelegd over de besteding van de ouderbijdrage.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 52 -
Daarnaast worden ouders nog geconfronteerd met de volgende kosten: Kleuterfeest Schoolreis Schoolkamp groep 8 Uitwisseling Neulingschule voor groepen 6 Foto’s compleet pakket
€ 8,00 ± € 20,00 € 60,00 € 30,00 € 10,00
N.B.: De bedragen hierboven zijn gebaseerd op het afgelopen schooljaar en kunnen dus in dit schooljaar iets afwijken. 11.4 Adressenlijst Elk jaar zal in alle groepen een adressenlijst van alle kinderen verspreid worden, dit om de mogelijkheid tot spelen bij vriendjes wat te vergemakkelijken. Mocht u bezwaar hebben tegen vermelding van uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres, neemt u dan contact op met de directie van de school. Geeft u wijzigingen in deze gegevens van u en uw kind altijd door aan de school. 11.5 Feesten Indien uw kind een kinderfeestje geeft, vragen wij u geen uitnodigingen op school uit te delen. Dit om teleurstellingen bij andere kinderen te voorkomen. 11.6 Website www.obsdeuilenbrink.nl De inhoud van de schoolgids, het Uiltje ( waarop u zich via de website kunt abonneren) , en vele andere informatie over de Uilenbrink is te vinden op het internet www.obsdeuilenbrink.nl Leerkrachten en ouders kunnen materiaal aandragen dat ze graag op de site willen plaatsen. Zijn er onoverkomelijke bezwaren dat een foto waarop uw kind te zien is verspreid wordt en/ of op de site wordt gezet, neemt u dan contact op met school en/ of de webmaster van de site via
[email protected]
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 53 -
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 54 -
11.7 Ouderraad (OR) De ouderraad is een verlengstuk van de handen van de ouders op het schoolplein. De ouderraad organiseert o.a. de avondvierdaagse, de carnavalsoptocht en verzorgt ook de leuke versieringen rondom Sinterklaas en Kerst. Daarnaast wordt door het team ook een beroep op de OR gedaan bij extra activiteiten, zoals het lustrumfeest van afgelopen jaar. Er wordt 6x per jaar vergaderd en gewerkt in kleine werkgroepjes aan de diverse activiteiten. Op dit moment hebben de volgende ouders zitting in de Ouderraad: Ardine Brinkman Ouder van Jorg en Niels Chantal Fassbender Ouder van Joppe, Linde en Senne Hannan Spierings Ouder van Retief Valerie Goorts Ouder van Merle en Chris
Florrie van Uden Ouder van Emma Debby de Kock (Secretaris) Ouder van Joes Elise Stap (voorzitter) Ouder van Ruud en Niek Marieke van Zwieten (penningmeester) Ouder van Koen
Als u ideeën of vragen heeft, kunt u altijd bij deze mensen terecht of een email sturen naar:
[email protected] Ook is het mogelijk om op afspraak een vergadering bij te wonen. Data vergaderingen Ouderraad (aanvang 20.00 uur): woensdag 28 augustus dinsdag 24 september (jaarvergadering) maandag 11 november donderdag 16 januari dinsdag 18 maart donderdag 22 mei
11.8 Medezeggenschapsraad (MR) Ook op bestuurlijk niveau is er een aantal ouders dat met ons meedenkt. Zij zijn vertegenwoordigd in de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad ofwel de MR. Meerdere malen per jaar overleggen zij samen met de personeelsgeleding van de MR over allerlei inhoudelijke zaken die de school en het onderwijs betreffen. De MR heeft t.a.v. het schoolbestuur vele instemmende en adviserende bevoegdheden.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 55 -
Samenstelling Medezeggenschapsraad Ouders Andeline Bekkers - Sleutjes Ouder van Isa en Sofie Jeroen van Puijenbroek Ouder van Siebe, Lieke en Mirthe John Rams Ouder van Eva
Team Tonny Smits Cindy Megens Chantal van Schaijk Kees Hoevenaars (adviserend lid)
De vergaderingen zijn openbaar. U bent dus van harte welkom op de volgende data (aanvangstijd 19.30 uur): maandag maandag maandag maandag maandag maandag
23 september 25 november 20 januari 10 maart 14 april 2 juni
11.9 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De G.M.R. van de 19 openbare scholen van de stichting OOG komt dit schooljaar 6 maal bij elkaar. Krachtens de nieuwe wet medezeggenschap onderwijs (WMO) is de GMR een zelfstandig orgaan. Er is gekozen voor een kleine G.M.R. van 8 leden: 4 ouders en 4 leraren. Data vergaderingen GMR dinsdag 3 september dinsdag 5 november dinsdag 26 november (extra) dinsdag 14 januari dinsdag 11 maart dinsdag 1 april (met MR) dinsdag 20 mei dinsdag 24 juni
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 56 -
______
12. GEZONDHEIDSZORG EN EXTERNE RELATIES
12.1 Bestrijding hoofdluis Op onze school komt af en toe hoofdluis voor. Om dit probleem beheersbaar te houden, worden de leerlingen gecontroleerd op hoofdluis. Deze controles worden uitgevoerd door ouders van de luizenwerkgroep. Mocht er bij uw kind hoofdluis worden gevonden dan neemt de leerkracht contact met u op. Als u tussentijds zelf hoofdluis bij uw kind ontdekt behandel deze dan. Het advies is om het haar van iemand met hoofdluis gedurende twee weken dagelijks te kammen met een fijntandige kam. Eventueel combineert u het kammen met een antihoofdluismiddel. Verder is het belangrijk dat ouders huisgenoten controleren en op school, bij clubjes en vriendjes ook melden dat een kind hoofdluis heeft. Sinds enige tijd zijn in Nederland nieuwe antihoofdluismiddelen beschikbaar met als werkzaam bestanddeel dimeticon (een silicoonachtige stof). Dimeticon zorgt ervoor dat de hoofdluizen door een tekort aan zuurstof sterven. De werkzaamheid van dit middel is onomstreden en er ontstaat ook geen resistentie. Contactpersonen voor hoofdluiscontrole zijn: Ellen van der Schuit (leerkracht groep 3) en Debbie de Kock (lid ouderraad) 12.2 Schooltandarts De Stichting Jeugdtandverzorging heeft tot doel het bevorderen van de mondgezondheid van de jeugd van 2 tot 18 jaar. Zij biedt de deelnemende kinderen een vorm van tandheelkundige verzorging, waarbij het voorkómen van mond,- en tandziekten (waaronder tandbederf) voorop staat. Door uitgebreide voorlichting en persoonlijk advies wordt geprobeerd een gezonde mond en een gaaf gebit te behouden. Ouders ontvangen een uitnodiging voor de controle in het behandelcentrum Meijerijgaarde 7c-d, Veghel tel. 0413-353085. Alle door de Jeugdtandverzorging uitgevoerde behandelingen worden door de zorgverzekering in het basispakket vergoed en komen niet ten laste van eigen risico of no-claim. Aanmeldingsformulieren zijn beschikbaar op de school of op te vragen via de administratie van de Jeugdtandverzorging telefoonnummer 0412-625967 of via de website te downloaden. Meer informatie vindt u op de website www.jeugdtandverzorging.org 12.3 Hapjesbeleid Op De Uilenbrink hebben we een gezond hapjesbeleid. Dit houdt in dat iedereen in de ochtendpauze iets gezonds eet en/of drinkt. We hebben hierover de volgende afspraken: drinken: in een beker of andere recyclebare verpakking hapje: fruit/groente/rauwkost of een gezonde boterham in een recyclebare verpakking De volledige regeling vindt u op www.obsdeuilenbrink.nl
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 57 -
12.4 Jeugdgezondheidszorg op school Kinderen en jongeren moeten gezond en veilig kunnen opgroeien. Als ouder speelt u hierin een belangrijke rol. Maar gelukkig staat u er niet alleen voor. De jeugdgezondheidszorg van de GGD kijkt graag met u mee naar de ontwikkeling van uw kind. Zij geven antwoord op al uw vragen over de gezondheid, opvoeding en gedrag van uw kind. Bij de GGD werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, teamassistenten, logopedisten en andere professionals. Samen met school houden ze de gezondheid van uw kind tijdens de schoolperiode in de gaten. Dit gebeurt onder andere door:
gezondheidsonderzoek bij 5- tot 6-jarigen gezondheidsonderzoek 10- tot 11-jarigen gezondheidsonderzoek in klas 2 van het voortgezet onderwijs. Inloopspreekuur jeugdverpleegkundige op school Informatiebijeenkomsten op school
U ontvangt voor het onderzoek altijd een uitnodiging met uitleg thuis. Deze schoolonderzoeken dragen bij aan het vroegtijdig opsporen en aanpakken van eventuele problemen. De onderzoeken kunnen leiden tot een gericht advies, een vervolgafspraak of tot een verwijzing naar huisarts of specialist. Dat gebeurt altijd in overleg met u. Meer informatie De medewerkers van de jeugdgezondheidszorg helpen u graag! Heeft u vragen of hulp nodig? Neem dan contact op met de jeugdverpleegkundige van de school. De leerkracht en/of intern begeleider heeft haar contactgegevens. Of bel met het afsprakenbureau van Jeugdgezondheidszorg: 0900-46 36 443 (lokaal tarief). www.ggdhvb.nl/mijnkind
Surayda Mahboeb, jeugdarts
[email protected]
Sanne van Lokven, jeugdverpleegkundige
[email protected]
Karin Körschner, assistente
[email protected]
Carla van Heugten, logopediste
[email protected]
De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 58 -
12.5 Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor vragen en problemen bij de opvoeding en het opgroeien van kinderen en jongeren tot en met 17 jaar. U kunt contact opnemen voor informatie, advies of hulp. Bureau Jeugdzorg is iedere werkdag open: Van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur. Locatie Uden Aldentiendstraat 21b, Postbus 410, 5400 AK Uden 0413-253200
12.6 Schoolmaatschappelijk werk en Centrum voor jeugd en gezin Wie zijn wij? Wij zijn een team van schoolmaatschappelijk werkers verbonden aan uw school. Daarmee vertegenwoordigen wij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) op locatie. Door de inzet van het Schoolmaatschappelijk werk wordt getracht problemen te voorkomen door signalen in een vroeg stadium op te pakken. Waarom komen wij op school? Het kan zijn dat u als ouder (een aantal) vragen heeft over het gedrag van uw kind. In veel gevallen kunt u hiervoor terecht bij mensen uit uw directe omgeving. Toch kan het zijn dat u behoefte heeft aan iemand anders die luistert en meedenkt om samen met u op zoek te gaan naar een antwoord op uw vraag. Dit kan via het schoolmaatschappelijk werk. Wanneer u als ouder ziet of denkt dat het ontwikkelingsproces van uw kind niet verloopt zoals u dat verwacht, kunt u in eerste instantie contact opnemen met de leerkracht. Het kan zijn dat u en de leerkracht samen afspraken maken over uw kind, bijvoorbeeld om uw kind wat beter in de gaten te houden, of om een beloningsplan te maken. Mocht u er samen met de leerkracht niet uitkomen dan kan de Intern Begeleider (IB-er) van school ingeschakeld worden. De IB-er kan dan het contact met de schoolmaatschappelijk werkster (SMW) tot stand brengen. Vanzelfsprekend gebeurt dit allemaal in een sfeer van vertrouwelijkheid.Wij bieden consultatie, advies en kortdurende hulpverlening. Deze hulpverlening kan bestaan uit gesprekken met u als ouder en/of uw kind, huisbezoeken en observatie op school/thuis. Binnen deze gesprekken is er de mogelijkheid om u als ouders te ondersteunen in het zoeken naar oplossingen of indien nodig u te ondersteunen in de weg naar verdere hulpverlening. Indien wenselijk is er overleg met de desbetreffende leerkracht en/of IB-er.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 59 -
Mogelijke vragen waarvoor u bij het schoolmaatschappelijk werk terecht kunt: Bijvoorbeeld als uw kind slaapproblemen heeft, nog niet zindelijk is, gepest wordt, druk of weinig weerbaar gedrag laat zien, angsten heeft, of als er sprake is van gebeurtenissen (scheiding, overlijden, etc.) die uw kind beïnvloeden.Het Schoolmaatschappelijk Werk is een onderdeel van organisatie Aanzet (Maatschappelijk Werk). Samen met andere organisaties (GGD, MEE en Dommelregio) vertegenwoordigen wij het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) binnen uw gemeente. Schoolmaatschappelijk werk kantoor Veghel, Pater v.d. Elsenlaan 13, 5462 GG Veghel. Tel. 366986 www.aanzet.nu Het Centrum voor jeugd en gezin is op de volgende manieren bereikbaar: www.cjggeeftantwoord.nl
[email protected] 0800-2540000 Daarnaast kunt u op maandagmiddag van 13.30-15.30 en dinsdag t/m vrijdag van 9.00-11.30 terecht in het CJG inlooppunt Veghel, Stadhuisplein 47.
12.7 Bibliotheek Veghel “Lezen? Met de bibliotheek natuurlijk!” Lezen is een basisvaardigheid in het leven. De maatschappij richt zich steeds meer op mensen die het gewend zijn informatie te verzamelen. Als je goed kunt lezen, heb je het later ook gemakkelijk: denk maar aan het schrijven van een sollicitatiebrief, het lezen van de krant of het zoeken naar informatie op internet. Daarnaast is lezen natuurlijk ook hartstikke leuk. Je wereld wordt er groter door, je leert nieuwe woorden en je fantasie wordt geprikkeld. Gelukkig vinden heel veel basisschoolleerlingen lezen nog steeds ontzettend fijn. De bibliotheek is een schatkamer voor wie leuke boeken zoekt: van prentenboeken tot spannende detectives en van informatie voor je werkstuk tot strips. Verder kun je in de bibliotheek terecht voor puzzels, spelletjes, luisterboeken en dvd’s. Er is zelfs een speciaal Makkelijk Lezen Plein voor kinderen met bijvoorbeeld dyslexie. Het abonnement van de bibliotheek is gratis voor iedereen tot en met 17 jaar. Je betaalt alleen eenmalig 2 euro 50 inschrijfgeld. Met je bibliotheekpas kun je tien materialen tegelijk lenen; de meeste voor vier weken. Reserveren en verlengen zijn gratis. Dat kun je doen in de bibliotheek, maar ook op school of thuis via de website www.bibliotheekveghel.nl Zoek in de catalogus jouw favoriete boek en je ziet meteen welke bibliotheekvestiging het heeft en of het uitgeleend is. Vraag je een boek aan, dan wordt het bezorgd in je eigen bibliotheek. Als je inlogt bij ‘Mijn menu’ kun je heel handig opzoeken welke materialen je geleend hebt en wanneer ze ingeleverd moeten worden. Online verlengen kan daar ook.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 60 -
12.8 Onderwijsbegeleiding Wanneer de kennis van de school/ leerkrachten te kort schiet, kan een beroep gedaan worden op externe adviseurs. Voor ondersteuning in de leerlingenzorg op school kan een beroep gedaan worden op het Zorgondersteuningsteam Circum (een onderdeel van het Samenwerkingsverband Veghel e.o.). Ook kan voor leerling-zaken een beroep gedaan worden op diverse externe instanties. Deze instanties helpen ook bij inhoudelijke zaken (manier van lesgeven, het kiezen van en werken met methodes e.d.). Indien de school gebruik maakt van externe expertise met betrekking tot individuele kinderen, dan gebeurt dat altijd na overleg en met toestemming van de ouders/verzorgers. 12.9 Opleiden in school Op de Pedagogische Academie voor Basisonderwijs (Pabo) worden studenten opgeleid tot groepsleerkracht voor het basisonderwijs. Het is noodzakelijk dat deze studenten praktijkervaring op kunnen doen. De Uilenbrink biedt jaarlijks een aantal studenten de mogelijkheid om onder begeleiding van onze leerkrachten deze ervaring op te doen. Ook Leraar In Opleiding – stagiaires (LIO) kunnen op de Uilenbrink stage lopen. Hun stage is van een andere inhoud. Een LIO-stagiaire is bevoegd om zelfstandig een groep te leiden. De Uilenbrink is opleidingsschool van Pabo Fontys Eindhoven/ Veghel. Dit houdt in dat hoofdzakelijk studenten van deze Pabo de Uilenbrink bezoeken. Daarnaast zijn jaarlijks studenten van ROC de Leygraaf in de verschillende (onderbouw-)groepen. Deze opleiding leidt op tot klassen- of onderwijsassistent. Zij ondersteunen de leerkrachten in de groep. Incidenteel kunnen ook studenten van andere opleidingsinstituten de Uilenbrink bezoeken. 12.10 Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) De leerkrachten zijn via het schoolbestuur WA verzekerd. Ook ouders die binnen de school actief zijn, vallen onder deze verzekering. Ouders kunnen leerkrachten, directie maar ook het schoolbestuur aansprakelijk stellen voor geleden schade wanneer er sprake is van nalatigheid. School is niet aansprakelijk voor meegebrachte spullen. 12.11 Scholieren ongevallenverzekering De stichting O.O.G. heeft een scholierenongevallenverzekering afgesloten voor de scholen die dat wensten, waaronder ook De Uilenbrink. Een scholierenongevallen verzekering is een aanvullende verzekering en dekt alleen de kosten, waarvoor de ouders niet verzekerd zijn. Het gaat uitsluitend en alleen om medische kosten.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 61 -
De Uilenbrink … … heeft aandacht voor hoofd, hart en handen in een positieve sfeer. … investeert niet alleen in cognitieve ontwikkeling, maar juist ook in sociaal-emotionele ontwikkeling, leefstijl en creatieve ontplooiing. Dit laatste in allerlei vormen van expressie. … biedt de beste kansen voor alle kinderen, passend bij leeftijd en ontwikkelingsniveau. … biedt ook de beste ontwikkelingskansen voor alle medewerkers, versterkt de kwaliteit en staat open voor vernieuwing. … heeft een deskundig team met veel specialismen zoals (ortho)pedagogiek, school video interactiebegeleiding, remedial – teaching, coaching, lichamelijke opvoeding, muziek, handvaardigheid, meerbegaafdenbegeleiding, sociale vaardigheidstraining. … heeft een gekwalificeerd zorgteam dat onderscheidend is in optimale zorg voor het kind. … communiceert zorgvuldig met ouders en betrekt ouders bij de organisatie. … is een school waar uit toetsresultaten en uitstroomgegevens blijkt dat de leerlingen goed presteren en een goede aansluiting vinden bij het vervolgonderwijs. Kortom … … als uw kind naar de Uilenbrink gaat, heeft u gekozen voor een basisschool met een goede sfeer waarin kinderen, ouders en leraren zichzelf kunnen zijn en respectvol omgaan met elkaar.
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
-
1
3
/
1
4
- 62 -