I
N
F
O
R o
v
M e
A
T
I
r
borstsparende operatie met of zonder poortwachtersklier
E
U hebt met uw arts besproken dat u binnenkort geopereerd moet worden vanwege borstkanker. Ook besproken is dat u in principe in aanmerking komt voor een borstsparende behandeling. In deze folder wordt eerst beschreven wat een borstsparende behandeling inhoudt en wat de voor- en nadelen zijn van borstsparende behandeling. N.B. Daar waar zij staat kan ook hij gelezen worden. Vervolgens wordt beschreven hoe de gang van zaken rondom de operatie is. De informatie in deze folder is medischtechnisch en praktisch gericht. Als u na het lezen van de folder vragen heeft dan kunt u die stellen aan uw chirurg. Om de chirurg te kunnen spreken kunt u het beste een afspraak maken via zijn secretaresse. Kies het algemene nummer (0597 459111) en de telefoniste kan u doorverbinden. U zult voor de operatie ook een gesprek hebben met de verpleegkundig specialist oncologie van de Ommelander Ziekenhuis Groep. Tijdens dat gesprek hebt u ruim de gelegenheid vragen te stellen. Wat houdt de behandeling in? Bij een borstsparende operatie verwijdert de chirurg alleen het gezwel en een schil omringend gezond weefsel uit de borst. Om te kunnen onderzoeken of er uitzaaiingen zijn, verwijdert hij naar aanleiding van de afgesproken operatie of alleen de poortwachtersklier of alle lymfeklieren uit de oksel. Meestal gebeurt dit via een aparte incisie (snede). Na de operatie wordt u bestraald in het AZG in Groningen. Dit hoort standaard bij de borstsparende behandeling. De poortwachtersklier procedure kunt u nalezen in de folder van de Ommelander Ziekenhuis Groep. Een bijverschijnsel dat kan ontstaan na het wegnemen van de okselklieren is ‘lymfoedeem’. Dit houdt in dat de arm lymfevocht onvoldoende kan afvoeren en daardoor dik wordt. Bij de huidige operatie en behandelingstechnieken is de kans op het ontstaan van lymfoedeem minder groot dan
2
vroeger. Er zijn oefeningen en leefregels die helpen lymfoedeem te voorkomen. Meer informatie hierover krijgt u op de verpleegafdeling of kunt u nalezen in de folder ‘Het voorkomen van lymfoedeem’. Wanneer is borstsparende behandeling mogelijk? Borstsparende behandeling is alleen mogelijk als het gezwel: (in verhouding tot de totale borst gemeten) • niet te groot is • niet op meer dan één plaats aanwezig is • niet te grillig of onvoorspelbaar groeit • niet op een ongunstige plaats zit Voordat de operatie vaststaat, brengt u vooraf nog een bezoek aan de radiotherapeut van het UMCG. Deze onderzoekt en beoordeelt of borstsparende behandeling de juiste behandeling is. De radiotherapeut geeft zijn bevindingen door aan de chirurg van de Ommelander Ziekenhuis Groep. Overigens moet wel vermeld worden dat de mogelijkheid bestaat dat na de borstsparende operatie alsnog een amputatie kan volgen. Dit is dan het gevolg van de uitslag van het weefselonderzoek. De keuze borstsparend of borstamputatie Als u voor borstsparende in aanmerking komt, dan blijft het toch ook mogelijk om te kiezen voor een amputatie. Uw wens geeft in dit geval de doorslag. Als uw chirurg u voor deze keuze stelt, dan maakt het voor het verloop van uw ziekte niet uit welke behandeling u kiest. Enkele punten ter overweging: • Bij een borstsparende behandeling moet u na de operatie altijd standaard een bestralingskuur van ongeveer zeven weken volgen. Na een amputatie is radiotherapie niet standaard. (Afhankelijk van de om-
3
standigheden kan bestraling als nabehandeling wel nodig blijken). • Het resultaat van een borstsparende behandeling is niet altijd even mooi; ook kunnen de vorm, de kleur en de consistentie (de manier waarop de borst aanvoelt) veranderen door de bestraling. • Voor vrouwen met vrij zware borsten kan een borstsparende operatie beter zijn, omdat de symmetrie van het lichaam beter bewaard blijft. Door het verschil in gewicht tussen links en rechts kunnen schouderen nekklachten optreden. Neem de tijd voor het nemen van een beslissing en laat u goed informeren over de keuze. Zie hiervoor ook de adressen achterin deze folder. De gang van zaken rondom de operatie Voordat u geopereerd wordt heeft u een gesprek met de anesthesist. U krijgt telefonisch/schriftelijk bericht van de afdeling opname wanneer u geopereerd wordt. Opname Gewoonlijk worden vrouwen voor een borstsparende behandeling op de dag van de operatie of de dag ervoor opgenomen in het ziekenhuis. Advies: Wilt u een b.h. meenemen die goed en prettig zit (geen nieuwe), om te dragen kort na de operatie. Een beugelbeha is geen bezwaar. Voorbereiding voor de operatie U moet nuchter zijn als u geopereerd wordt. Dat houdt in dat u vanaf zes uren voor de operatie niets meer mag eten, drinken of roken. Medicijnen kunt u innemen met een slokje water. Als u de avond tevoren opgenomen bent en slaapproblemen hebt, kunt u vragen om een slaaptablet. De operatie Indien mogelijk komt de fysiotherapeut al voor de operatie langs en be-
4
spreekt met u een aantal oefeningen en adviezen voor na de operatie. De verpleegkundige scheert uw oksel, schouder en borst. U kunt een douche nemen en daarna krijgt u operatiekleding aan. De verpleegkundige geeft u een rustgevende injectie of tablet. Dit noemt men ‘premedicatie’, die gegeven wordt voor de narcose. U wordt naar de operatieafdeling gebracht. Daar dient de anesthesist de narcose toe en de chirurg voert de operatie uit. De lymfeklier(en) uit de oksel en het gezwel met een schil gezond weefsel worden weggenomen en beide preparaten worden opgestuurd voor microscopisch onderzoek. De operatie zelf duurt gemiddeld ongeveer een uur; het bijkomen op de recovery ook. Na ongeveer twee uur bent u dus terug op de afdeling. Na de operatie Zodra de operatie achter de rug is belt de recovery verpleegkundige met uw contactpersoon om te melden hoe uw toestand op dat moment is. Over de precieze uitslag is dan nog niets te zeggen. Na de operatie zult u wondpijn hebben. Ook kunt u misselijk zijn als gevolg van de narcose. U kunt van de verpleegkundige pijnstillers en/of medicijnen tegen misselijkheid krijgen. U kunt een heel dun slangetje in uw neus hebben voor extra zuurstof. Dit wordt meestal na een paar uren verwijderd. In uw arm zit een infuus waardoor vocht wordt toegediend. Het infuus blijft meestal een dag zitten. In de wond kunnen één of twee slangetjes (drains) die vocht uit de wond afvoeren, zitten. Ze blijven een aantal dagen zitten en worden op advies van de chirurg verwijderd. Het kan zijn dat u een doof of pijnlijk gevoel ervaart aan de wond of aan de achterzijde van de bovenarm. Dit komt doordat een bepaalde zenuw
5
bij de operatie is doorgesneden. Dat dove gevoel is vaak blijvend. Na de operatie kan een bloeduitstorting in het wondgebied ontstaan. Dit trekt vanzelf weer weg. De uitslag van het weefselonderzoek Gewoonlijk is de uitslag van het weefselonderzoek binnen zeven dagen bekend. U hoort deze uitslag van de chirurg. Als u nog in het ziekenhuis bent, bespreekt de chirurg de uitslag met u op de verpleegafdeling. Het is de gewoonte dat voor dit gesprek een afspraak wordt gemaakt, zodat ook een verpleegkundige en een naaste aanwezig kunnen zijn. Meestal bent u alweer thuis en bespreekt de chirurg de uitslag wanneer u terugkomt op de polikliniek. Het is aan te raden om bij dit gesprek een naaste mee te nemen. De nabehandeling Na een borstsparende operatie moet u, zoals gezegd, in ieder geval een aanvullende bestralingskuur volgen. Daarnaast kan het zijn dat een andere nabehandeling nodig is (bijvoorbeeld een combinatie met chemotherapie en/of hormonale therapie). Dit hangt af van de uitslag van het weefselonderzoek. De chirurg zal dit verder met u bespreken. Wat in uw geval medisch gezien de beste behandeling is wordt niet door uw chirurg alleen bepaald. Uw situatie wordt mede beoordeeld door een team van consulenten (adviseurs) van het Integraal Kankercentrum NoordNederland (IKN). Controlebezoek op de polikliniek Bij uw ontslag krijgt u een afspraak mee voor de polikliniek. Daar controleert de chirurg de wond en verwijdert zonodig de hechtingen. Als dit nog niet gebeurd is dan bespreekt de chirurg ook de uitslag van
6
het weefselonderzoek. Het kan voorkomen dat zich na de operatie wondvocht ophoopt in de oksel, waardoor een verdikking ontstaat (seroomvorming). Dit is op zichzelf onschuldig en is geen lymfoedeem. De chirurg kan het teveel aan vocht weghalen met een naald. Meestal voelt u hier weinig van. Dit komt doordat een bepaalde zenuw bij de operatie is doorgesneden. Soms moet deze behandeling een aantal keren herhaald worden, maar op den duur verdwijnt het vocht volledig. Verdere begeleiding Binnen een maand na ontslag komt u op het spreekuur van de verpleegkundig specialist oncologie. Zij checkt de wond en zal u verder informeren over de adviesmogelijkheden bij de aanschaf van een eventuele deelprothese. Verder kunt u met haar uw ervaringen tot op dat moment bespreken. Tevens kan zij aanvullende informatie over de behandelingen geven. Hulp en informatie Voor meer informatie, advies en lotgenotencontact kunt u ook terecht bij: De Hulp- en Informatielijn van de Nederlandse Kankerstichting (KWF) Telefoonnummer: 0800 0226622 Telefonisch spreekuur maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 12.30 en van 13.30 tot 16.00 uur Borstkankervereniging Nederland Telefoonnummer: 030 2917220 (lotgenotencontact) 030 2917227 (contactgroep jonge vrouwen) Telefonisch spreekuur maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur.
7
Colofon Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Lucas, Gassingel 18, 9671 CX Winschoten. Postbus 30000, 9670 RA Winschoten. Telefoon: 0597 459111 E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.eu
1190193 • info borstbesp operatie • 06/10