Claus vijftig I HET THEATER VAN HUGO CLAUS
Dat hij zopas 50 werd, is voor Claus, als auteur, niet zo belangrijk. Rimbaud had reeds, voor hij 20 was, gezegd wat hij literair te zeggen had. En overigens kan 50 jaar in feite 30 of 70 betekenen. Nu is Claus — anders dan bijv. een Rimbaud — het type van auteur dat tijd nodig heeft. Dat blijkt uit zijn werkwijze. Wie zich onmiddellijk gaaf en definitief manifesteert, opbrandt in een heftig, helder vuur, heeft geen lang artistiek leven nodig. Bij Claus voelt men mogelijkheden in reserve, die het onlogisch maken dat hij, 50, niet meer de jaren voor zich zou hebben (al beschikken daarover de goden, en ze maken wel eens een fout). De ontwikkeling van Claus maakt het, minder dan bij andere toneelschrijvers, of auteurs, mogelijk een zinnige prognoze te stellen voor zijn later werk. Maar enkele karakteristieken, of konstanten, werden ondertussen wel duidelijk. Moest men het werk van Claus — voor wat het teater betreft — thans als afgesloten beschouwen, dan zou men hem, met Heijermans en Buysse (deze dan wel met slechts één stuk: Het Gezin Van Paemel), op internationaal niveau stellen. Wellicht, overigens, heeft hij nog stukken in portefeuille, die nieuwe facetten van zijn teater tonen, maar teater dat men niet gezien heeft, is voor een toeschouwer onbestaande. Een relatief-definitief oordeel — wisselend volgens de omstandigheden — zal later, door anderen geformuleerd worden. Zoals men het thans, met de gegevens waaróver men beschikt, kan beoordelen,, lijkt wel een periode in het toneelwerk van Claus afgesloten: wat men de laatste jaren van hem zag, kon wijzen op een afnemende kreativiteit; het kan even goed een rustpauze betekenen, een inkubatietijd.
Voor wat het niveau van dit taalgeZe is op bruik betreft, ziet men niet direkt iede ademhaling geschreven, vanuit mand in de buurt die oververgelijkbare een lichaam als geheel, in de gegeven middelen zou beschikken. Dichtstbij situatie, hijgend of rustig, geduldig lijkt nog Brecht te liggen. kommunikatie zoekend. Ze is eerst Claus is een speler met mogelijkhegezegd, en dan genoteerd. Het taalden, een systematisch aftaster gebruik van Claus is van eensouverein meesterschap, dikwijlsvan sluw, parogrenzen. Hij experimenteert met de diërend. Het is niet vast te leggen in middelen — in die zin dat hij tracht ze een «manier». Zo wordt hem wel eens, De taal van Claus als medium volledig in de hand te krijook lettend op zijn werkwijze die variaHet woord, de taal van Claus, staat gen —, maar absurd teater, een nontie kultiveert als normale werkwijze, sensikaal spel met woorden, is niet zijn centraal in zijn teater. Teater is aktie, een gebrek aan een eigen, herkenbare zaak. spektakel, goed. Maar kan men het stijl verweten, door lieden die graag de scherper stellen dan Claus het zelf Teater is slechts één van de middeauteurs netjes klasseren, ze plaatsen formuleerde: «Voor mij is het woord len waarnaar Claus regelmatig grijpt. in het vakje of hokje waar hij hoort, en En dan wanneer hij een direkter konnog altijd een nobele aktie»? ook best zou blijven. Virtuoziteit, die bij takt wil, of zich te sterk bedreigd voelt Claus schrijft gekontroleerd-barok. deze taalvaardigheid kon dreigen, door de middelpuntvliedende krachHij kan dus ook samenballen tot een krijgt geen kans. Gratuïet taalgebruik ten, die de bron zijn van met zijn kreativiteit, ekstreme soberheid. Die taal put hij uit blijft Claus vreemd, omdat zijn norm«autenticiteit» is,gekombineerd maar die tot de destruktie van eenpersoonlijkheidk zeer verschillende bronnen: devolks-taal,elliptisch engaafheid. doorlopendkreatief, formele beeldend, poëtisch, én de grammatikaal uitgebouwde konstruktie.
Het kan sommigen lijken dat hij zo maar op Politiek geëngageerd is hij zeker Daar papier zet wat hem te binnen valt (zijn niet, tenzij men een volledig achter- afwegend blijkt dan niet een knabbelen aan alinterview-stijl), maar hij is een zeersekuur auteur, zorgvuldig haald antiklerikalisme daar zou willen gemeenheden, of een spitsvondig vadoen voor doorgaan. Zijn Leopold II, riëren, maar een sterke gegrepenheid, — ook, en vooral waar hij het extreme een zeer boeiend stuk overigens, blijft een souverein beheersen — nemen, formuleert—, die allerminst een blind zonder reële konkluzie; Tand om tand aanpassen, interpreteren, én laden vertrouwen heeft in een soort genialikon heilzaam werken, ware het niet teit, inspiratie, of iets wat hemtoegeseindwordt. Een verbluffende inven-met de eigen sensibiliteit— die tot een te duidelijk afreageren. groots en overtuigend teater leiden. tie, een oeverloos lijkende kulturele Wat men het maatschappelijk enGrijpt hij terug naar het onmiddellijk bagage, een zeer ruime informatie gagement van Claus kan noemen, is bekende, dagelijks geobserveerd miwaaruit hij dan onmiddellijk het bruikzijn geëngageerd zijn in «de zaak van lieu, als in Vrijdag, dan vindt men die bare zift, konden tot misverstanden de mens». Zijn sympatie (in de sterkeruimere vizie ook daar. leiden. Maar hij is een vakman, hij re, etymologische betekenis van het bouwt zijn teater lettend op efficiëntie, Meestal blijft Claus in zijn bewerkinwoord). Hij misbruikt de personages bruikbaarheid. Men voélt het ambachgen zeer dicht bij het oorspronkelijk niet om er teater of literatuur van te telijke. Dat is de bescheidenheid van stuk. Waar teatraal moét ingegrepen maken. Hij staat met vaak voelbaarClaus, en voor iemand die over zijn worden, te veel dood materiaal aanbeheerste patetiek, naast, achter of middelen beschikt, is dat haast wezig is dat enkel voer voor filologen voor deze personages. Ze zijn voor merkwaardig, en een bewijs van kan zijn, levert Claus zijn beste bewerhem geen bedenksels die een verhaal meesterschap. kingen. Zo: Vossejacht (Volpone van moeten mogelijk maken: het verhaal Ben Jonson), De Spaanse Hoer (de komt er door, omwille van de personaRojas). Verplicht een krachtig en geges. bald stuk als Macbeth hem tot zeer De bescheidenheid van Claus grote bescheidenheid (of voelt hij dat Het is evenmin een schilderen van «Bescheidenheid» kon hier het verzo aan: leest men de originele tekst, het dagelijkse leven. Maar een doorkeerde woord lijken. Ook wanneer lichten ervan. Bekijkt hij zichzelf, men zijn interviews niet meeinkalkuleert (maar die hebben nietsdan te is makendan vraagt men zich inderdaad doorlopend af, wat men er zou aan wijzigen de reaktie van Claus verbazing en met zijn kreatief werk) lijkt «berekende of toevoegen, wat men er kon in verwondering. Bekijkt hij de anderen, agressiviteit» juister. Maar het teater schrappen), dan is het rezultaat ook dan is er een diepe verbondenheid, van Claus — ik bedoel dat deel ervan minder bevredigend. Dat blijft zweven een fundamentele solidariteit met de dat ons, nù, definitief lijkt— is niet tussen bewerking en vertaling. En er mens. Teater-technisch wordt deze eens agressief. Het klinkt autentiek. zijn volledige, onbegrijpelijke mislukvizie opgelegd met een kracht, een En autenticiteit kan door heel wat kingen, als Warm en koud(Crommelynck),die subtiliteit en een gaafheid die uniek mensen als een persoonlijke beledikans kan noemen. Krijgt zijn kreativiteit een ruim zijn. ging opgevat worden. feestelijk: Het Goudland (ConscienAansluitend bij wat hij zijn oorspronce), dat een soepele, inventieve show kelijk «naturalisme» noemt (bij geleIn zijn interviews is die agressiviteit werd. Gewoon goed teater. genheid opgefleurd door fantazie en berekend in die zin dat de vooropgegeestige invallen) ontwikkelde Claus zette bedoeling ervan is te kwetsen. een facet dat wellicht het belangrijkste Schrijven is ook een vorm van afreageis van zijn teater zoals dat thans voor ren, en ten slotte de enige die ons hier Minder belangrijk, en een beetje geons ligt: het direkt-Vlaamse. Voor interesseert. In zijn interviews, is het sofistikeerd is Blauw Blauw (naar Vrijdag achtte hij het scheppen van een nonchalant afreageren van ergerNoel Cowards Private Lives). een specifieke taal — tussen dialekt nis of ongenoegen. Daar slaat Claus Het meest opvallend zijn de beweren algemeen Nederlands — niet volbeledigende taal uit, met een zo opvalkingen die Claus maakte van klassieke doende. Hij bouwde er een religieuze lende boosaardigheid, dat ze enkel stukken, en vooreerst van Seneca's symboliek in die gelukkig enkel uit bewijst hoe gevoelig en kwetsbaar de Thyestes (daar breekt volledig de kommentaar achteraf blijkt. Want man is. Het grootste deel van die inter«cruauté» door van Artaud — Claus Claus is een te autentiek toneelauteur views kan men rustig naast zich legkende hem, althans hij bekeek het om de struktuur van een stuk te breken gen. Maar minstens één is er bij dat wrak dat de man geworden was). door «interpretaties». enkel menselijk akseptabel wordt — en dan nauwelijks — door hetteater in datis ook Oedipus (naar SeGroot perspektief te zien. En daar precies neca) en Orestes (naar Euripides). wenste hij een zo ruim mogelijk lezersBewerkingen van Claus Claus spreekt ergens van zijn «wepubliek. Het is wel te gemakkelijk dat Vanaf zijn eerste werk voor het teareld in scherven». Maar in deze bemen zegt: dat kon hij laten. Want wie ter, was duidelijk dat met Claus een werkingen kan men een duidelijke pozal voor anderen beslissen wat ze no«ontdekker» aan het woord gekomen laire spanning zien tussen zijn dig hebben om het leven draaglijk te was. Aanvankelijk hield hij zich wel nieuwsgierigheid en exploratiedrift, maken. aan overgeleverde strukturen (al was zijn keuze voor de mens, en zijn angst, er toch reeds zeer vroeg ( M o r a t o zijn onrust (die ook in Vrijdag aanwerium, voorbode van een «vrij» teater). zig is). Die interviews werken zekerterapeutisch voor Claus. Men moet hem Maar Claus neemt enkel berekende dus maar laten doen. Maar ondertusrisico's. Naargelang hij echter de taal sen verleiden ze hem ook tot uitspraals een soepeler en efficiënter instruken als «Een stuk als V r i j d a g , zo kan ment ging beheersen, maakte dat een ik er drie per jaar maken». De feiten ruimere, meer gevarieerde keuze van personages en situaties mogelijk. En — T h u i s , Jessica — bewijzen het teeen vrijere technische uitwerking. gendeel. Met Tijl I kwam, plots, dat keerpunt. Langs bewerkingen om, ging Claus ruimere terreinen verkennen, zich meClaus doet meer dan observeren, ten met beperkt, personages vaststellen dat de mens nu eenmaal zois:vaak mentaal ronduit die begrippenwerden,ensituatiesdiewealsdwingend ondervinden en als zich door de boosaardig, of een weerloos slachtofeeuwen heen geldig aanvoelen. fer.
Het engagement van Claus
De eenzaamheid van Claus
niveau, geen kring rond zich (en kreëert Heel dit werk had kunnen ontstaan niét op zijn niveau leeft) zoals auteurs in een rustige, heldere werkkamer. Bij in Frankrijk, Duitsland, Engeland (al een glas wijn, met vrienden, in een klagen de auteurs ook daar) toch nog verhouding met de omgeving die seeven vinden. reen blijft omdat de anderen weten: hij is een schrijver, we mogen hem dit of Dat verklaart zijn interviews, en veel dat niet kwalijk nemen. Maar Claus waarvan hij zich later zelf zal afvragen: lééft ook teatraal. Hij konkretizeert in hoe was het godsmogelijk? Het sluit zijndagelijkslevendespanningendieandere auteurs kunnen af- de kwaechter voldoende ook heel wat in dat voor reageren in hun artistiek werk. Zo is er liteit van zijn werk een direkte bedreizijn verhuislust. Hij kon in het benepen ging kon vormen, als een soms voelVlaanderen niet wonen, verbleef een bare bedoeling Vlaanderen in Holland beetje overal, meende het tenslotte in te gaan verkopen als exotische attraktie. de «Republiek Amsterdam» gevonden te hebben, en woont nu terug in VlaanMaar wie het formaat van Claus deren — omdat daar de bodem is heeft, moet maar zijn gang gaan. Dat waarin hij wortelt, omdat er de bron ligt doet hij overigens toch. En dan zullen van zijn kreativiteit. Al het andere — en we wel zien. wie komt soms niet in de verleiding om V.R. dit land waar men zich doorlopend ergert, waar men telkens weer kwetsu- (foto: Claus' Vrijdag in Londen) ren oploopt aan ridikule situaties, voorgoed vaarwel te zeggen? — kon toch niet meer zijn dan een opgepepte vorm van toeristiek. Belangrijk, in dit verband, is wel dat Claus, door zijn talent, in Vlaanderen zeer eenzaam staat. Hij heeft, op zijn
er dan maar, bij vlagen, een die
Hugo Claus vijftig
II. HUGO CLAUS ROMANCIER
Hij wil nog uitleggen wat in feite vanzelf moet spreken uit desubjektie voelt zich nog te zwak om zichzelf als auteur helemaal het zwijgen op te leggen.
Dit tema wordt bij Claus Het verhalend werk van Claus herWat achteraf ontgoochelt, is niet zoaltijd verweven met dat van de onlezen is fascinerend en ontgoochelend zeer de begrijpelijke onhandigheid van schuld; er is meer oprechtheid enautenticiteit aanwezig in het zwangere tegelijk; beide, tegenstrijdige gevoede jonge auteur; veeleer is het de someisje en haar achterlijke broer dan in lens gaan terug op één en dezelfde ciale situering; het is iets te gemakkede veel geslepener en meer ervaren ervaring. Claus is op zijn best waar hij lijk, vage en mytische randfiguren, volwassenen. Wel zal zowel in de romet de hem eigen taal ingaat op de stropers en Houtekiet-achtigemannetjesdieren, man als op de planken deze onschuld ervaringen, reakties, impulsen van wen (de Moeder) en ontroerende de taboe-overschrijding met de dood bepaalde personages en daarbij de jonge meisjes (Ana) in al hun primitivibetalen. Ook in Omtrent Deedee zal sociale of historische kontekst slechts teit voor te stellen. Veel sociologische de «niet normale» Claude in de zelfzijdelings aanraakt. Zijn beste boeken relevantie heeft de inhoud van dit eermoord vluchten. zijn ik-romans, ook al komen doorste werk juist daardoor niet. Wanneer gaans verschillende ikken aan het het vandaag nog fascineert, dan is het woord. Met Omtrent Deedee (1963) Toch is De Metsiers nog lang niet vooral door het vertelperspektief: het heeft hij in die kunst van het weergeuitgegroeid tot 'n hecht en levensverhalen vanuit de fragmentaire vizie ven vanuit de personages een zeldecht geheel. Neem deze inleidende van zeer bekrompen personages; zaam hoogtepunt gehaald, waarsubjektieve ervaring beschrijving zinnen van Mon: «Waten zij samen heb- van daardoor was Claus de literatuurweeen sociologische feitelijkheid wonben uitgevoerd, het kan mij niet schetenschap voor die zich pas na 1958 derwel samenhangen. Dit portret van len, Ana is mijn dochter niet, maar voor dit vertelperspektief begon te ineen eenvoudige Vlaamse familie is om onze jacht kan die Vette Smelders zo teresseren in ons land (al dateert de nog vele andere redenen één van de maar niet in de war brengen. Waar blijft internationale, o.m. Angelsaksische sterkste verhalen van onze moderne de bastaard nu? Het kan mij wel schebelangstelling al van vroeger). Het is literatuur. len wat zij met een ander uitvoert, wellicht niet onaardig in dit verband te waarom mijzelf nu nog bedriegen?» vermelden dat De Verteller in de EnHieruit blijkt dat Mon kwaad is omdat gelse Roman van Herman Servotte, Het verbrokkelde ik de Vette Smelders, die hij soms met waarschijnlijk het eerste inlandse, Met zijn debuut, De Metsiers Ana ziet optrekken, niet tijdig opdaagt akademische werk over het vertelper( 1950), nu alweer dertig jaar oud, maar voor de jacht; dat is in orde. Maar de spektief, slechts van 1965 dateert. even fris bij het herlezen als toen, mededeling dat Ana niet zijn dochter is greep Claus naar de Faulkner(wat de lezer zou kunnen afleiden uit De Hondsdagen (1952), geeft de techniek uit As I Lay Dying. Dit was de verhouding tussen Mon, de Moetweede krachtlijn aan van het vertelwerk van C meteen een schot in de roos, want de der, Ana en Bennie), komt hier nogal zeer om de fragmentatie van een gewerkelijk hedendaagse roman vergeforceerd in zijn innerlijke monoloog beuren, een verhaal, in de bewustdraagt de alwetende verteller niet; de terecht. En ook het Amerikaanse zijnsstromen van verschillende indivitijd van de grote moralisten zoals Tolmode-scheldwoord «bastaard» verduen als wel om de weerspiegeling stoï of Dostojevski is nu eenmaal voorstoort de mooie illuzie dat je werkelijk van het verbrokkelde verhaal in de bij en met hen zijn ook de alleseen ouder-wordende stroper zou zitverbrokkelde psyche van één hoofdfibegrijpende, alless-beoordelende verten afluisteren. guur. Die heet in De Hondsdagen Phitellers verdwenen; er bestaat geen Hoeveel raker zijn niet de uitleilip en is een jongeman die erg op Claus kans meer dat een betweterige verteldende zinnen van Ana? «Hij ligt naast lijkt en die zich inzet voor de «redding» ler een moreel of sociaal standpunt mij, in het dubbelbed van de Moeder. van het meisje Bea, dat bedreigd wordt zou hanteren dat ook bij zijn publiek Het witte laken, waarin hij gehuld ligt, door een perverse oudere heer,Hens geldt. De fragmentatie van het verhaal volgt elke vouw van zijn lichaam, met in de elkaar doorkruisende flarden van plooien, als van een wit liggend beeld. de stroper Mon, de achterlijke Bennie, En waar het hoofd is, naast mijn arm, is zijn zwangere zuster Ana, de in godshet laken strakker gespannen. Er is Niet zonder ironie ontmaskert de audienstig fanatisme vervallen Jules, de een blinkende bloedvlek, waar ik zijn teur de «nobele» bedoelingen van Amerikaanse soldaat uit het bezetmond raad. — Ik heb hem niet anders «maagdenredder» Philip als erotische tingsleger Jim Braddok, de schijnbaar gekend dan met bloed of bloedkorsten fixatie op de ongerepte Bea. Het tema lijdzame, maar sluwe moeder, die hele in zijn gezicht.» Doorheen de zakelijkvan de onschuld speelt ook hier intens versnippering laat aan de auteur heid van de observaties komt de intenmee, al botst het op de verwarringen weinig kansen over om zelf aan het siteitvan Ana's emoties, die hier het lijk van de «maagdenredder» Philip die woord te komen. Van in zijn eerste van haar geliefde Bennie beschrijft, nogal erg verwant is met de«maagdenbedreigende»Hensen. verhaal verschool de auteur Claus zich biezonder sterk aan bod; de opmerbrokkeling van het verhaal De Metachter enkele nogal primaire personaking dat Bennie altijd bloed op zijn gesiers in verschillende personages ges. zicht had, is schrijnend in al haar zakewordt in De Hondsdagengekanalizeerd lijkheid, tekent de waakzame tedereen in zichzelf verbrokkeld personage. De relatie tussen broer en zuster, heid van Ana voor haar broer als het Ook dat is een Angelsaksische metotussen de achterlijke Bennie en de ware met de dichterlijke taal van teaterman Claus. de alverte literaire de : Faulkner splitste deAlleen alwetende jonge Ana, heeft destijds— en niet ten vergelijking van het in een laken geteller in uiteenlopende personages; onrechte — enkele critici doen denken huld lijk met «een wit liggend beeld» James Joyce gaf de versprokkeling aan Of Mice and Men van die andere doorkruist de zuiverheid van de schrifvan het ik weer in één personage, dat Amerikaan John Steinbeck. Tegelijk tuur. Claus is nog niet aan de kunst van van Leopold Bloom in Ulysses. bracht dit verhaal echter ook een inhet verzwijgen toe, die in Omtrent Daarom is het tweede boek van Claus tens Claus-tema naar voor, dat bijDeedee zo'n indringend effekt zal eveneens een schot in de roos: na deopsplitsing voorbeeld in Een Bruid in de Morgen, hebben en die zijn grootste kracht uit-maakt. in primaire en onwetende personages het eerste toneelstuk, een even grote (De Metsiers) brengt hij een in zichzelf rol zal spelen, het tema van deinces-tueuzeliefde. verdeeld en verward personage (De Hondsdagen).
In al zijn volgend verhalend werk zal hij één van de twee hier geschetste procedees toepassen. In zijn globale oeuvre blijft hij m.a.w. aarzelen tussen de konsekwenties van zijn vizie: een extreem maar bevrijdend individualisme à De Metsiers enerzijds of een globalizerende, anti-traditionele, maar in zichzelf verbrokkelde synteze anderzijds, zoals met de Philip in De Hondsdagen.
Komt de bewustwording van het beDan drog en het verraad niet veel schokzouden ook jeugdzondes zoals de kender over in een zo ontluisterend verhalen uit Natuurgetrouw (1954) verhaal als de familie-orgie in het huis ernstig moeten genomen worden. Ervan de dienstdoende, en daarom ger nog: dan zouden biezonder sterke Deedee gedoopte pastoor? Is de verhalen zoals die gebundeld in De zelfmoord van de om reëlekommunikatie en echt kontakt smekende, onZwarte Keizer (1958), Natuurgeevenwichtige, «verwonderde» Claude trouwer (1969) en Gebed om Geweld uit Omtrent Deedee niet veel sterker (1972) in dubieus gezelschap verzeiverwoord dan de dromerig-geleerde len. De verhalen in De Zwarte Keizer hellevaart van Victor Denijs De RijcTwee meesterwerken (waaronder het verfilmde Het Mes, de kel? Hierop valt ja noch nee te antaanloop tot het toneelstuk Suiker over Daarom heeft Claus ook twee meeswoorden, zodat we Claus twee meesde seizoenarbeiders in Frankrijk en het terwerken: één voor de naïeve lezer, terwerken moeten toekennen. Steinbeckiaanse Gebed om Geweld), Omtrent Deedee, en een tweede voor verdienen beter. Hier is een niet nukde meer gesofistikeerde kenner, De kig, maar gevoelig enfant terrible aan Verwondering (1962). Terug naar het woord, een Claus met een welige Victor Denijs de Rijckel, de overhet volk ? moederbinding (die tot in de kitsj van spannen leraar uit De Verwondering De Vluchtende Atalanta meeis alleen schijnbaar een personage. In Indien we de korte verhalen buiten spreekt). Wie Claus wil leren kennen zijn rijke speurtocht naar alluzies en beschouwing laten, heeft Claus buiten vindt hier niet de kompozitorische hekparafrazes, Hugo Claus,Devotissimus doctissimus ontmashet et genoemde geen doctor echt groot werk in sentoeren uit zijn grote werken, maar kert professor J. Weisgerber de alluromanvorm meer gebracht. Wel sloot wel kleine pareltjes waarin de vele fazies in de naam alleen al als volgt: «Na De Koele Minnaar (1956) nauw aan cetten van dit oeuvre weerspiegeld veel zoeken herkent men Dionysius bij De Hondsdagen en opende het liggen. cartusianus (1402 — 12 maart 1471) perspektieven voor de latere, meer die te Rijkel (B. Limburg) werd geboren realistische romans overakteursmilieu,Het filmwereld Metbeis logischendatdergelijke. het in zichzelf en te Roermond in het klooster trad»; Schaamte (1972) raakt Claus ons nog perkte en onvolledige kortverhaal beWeisgerber verbindt daaraan een wel even; de televizieploeg die hij in dit antwoordt aan de vizie van een auteur konkluzie voor wat de opbouw van het boek dropt op een exotisch eiland, tedie hetzij één ik versprokkelt in citaten, boek betreft: «De levensloop van Diomidden van Derde-Wereldterreur, bijalluzies en fragmenten, hetzij één genysius maakt dus een tweedehoofdstramien waar de auteur geloof enuitarmoede, maakt averechts een ware beuren fragmenteert in de vernauwde op voortborduurt». Het eerste stramien hellevaart in het eigen binnenste mee. perspektieven van enkele personais immers de Danteske hellevaart uit Maar in Het Jaar Van De Kreeft ges; het is jammer dat Claus niet altijd de Divina Commedia, waarbij o m. de (1972), een sleutelroman over het teatermilieu Nederland, het lich-heeft eveninernstig aan ditmoet mineurgenre jongen die de leraar gidst, «Verzele» tjes skandaleuze, dat ook in gewerkt. Zijn kracht ligt niet in het doorheet, wat een alluzie op Vergilius is. Schaamte meespeelde, helemaal de lichten van grote, dikke teorieën over Uiterst rijk en gevarieerd voer voorintellektuelen, dus. Maar wat stelt het oude kracht vervangen. mens en maatschappij, zoals blijkt uit allemaal voor? wat hij over fascisme en oorlog te ver-
tellen heeft in De Verwondering; zijn kracht ligt veel meer in het bitsig en Een gelukkige terugkeer naar de eigevoelig aanwezig stellen van kleine genlijke bron van Claus, de volkstaal details. En dat is in de genoemde kortuit zijn eigen streek, de zeer eigen moOngetwijfeld is het boek een worsteverhalen zo meesterlijk, dat ze vertoriek van de volksmens, lijkt de laatste ling met de Tweede Wereldoorlog, al plichte lektuur dienden te zijn in het roman Het Verlangen. De vraag is alkan het niet vergeleken worden bij een middelbaar onderwijs. Maar dat zal leen maar, of Claus nog wel terug kan, veel direkter aanpak zoals die van Ivo want na zijn dertig jaar schrijven is hij Michiels, Heinrich Böll of Günter ander mens geworden dan hij Grasz, zelfs niet bij demytologizerendeeen en psychologizerende doorlichwas; het celluloid van de filmNederlandse en het tingen van mensen als de kineastSyberberg of de jongere stof op de teaterplanken hebben zijn auteur Louis Ferron. Weisgerber stelt Hoe belangrijk is het werk vandaag adem en stem veranderd. Toch is het terecht dat «Almout, de schim van Jonog van een man die al zijn energie verkeerd Het Verlangen af te doen als ris van Severen en de vergadering van heeft besteed aan het romantische een terugval; dit verhaal over twee de gewezen SS'ers maar een schijnimago van duivelskunstenaar en engokkers uit het Gentse die het ook bare bestemming zijn, die slechts safant terrible? Het antwoord ligt in de eens in Las Vegas gaan proberen en menhangt met één van de indirekte fascinatie die uitgaat van de kleine dedie de kleine hel van een Gents café oorzaken van de 'verwondering', met tails en de ontgoocheling over de gemeedragen naar en herkennen in de name het oorlogstrauma. In feite bemiste kansen in de meer intellektuele, woeste glitter van het Amerikaanse schrijft Claus een hellevaart». Daarbij meer doordachte en gekunstelde wer«goudland», is ook een brutale breuk blijkt: «De Rijckel is zowel de SS'er als ken. Slechts één keer bereikte Claus met de snobistische marginalia de de Jood», waaruit Weisgerberkonkludeert: «Het is duidelijk dat deenverwoneen synteze die meer zegt over de wat sensationele smartlappen als Het dering gelukstaat met aliënatie, verVlaamse samenleving dan de rest van Jaar Van De Kreeft. vreemding van de anderen en van zijn werk: Omtrent Deedee. Maar dat zichzelf, versnippering en verlies vanhetik,endatdezetoestandrechtboek blijft dan ook een eenzaamhoogtepu streeks wordt teweeggebracht door Kortverhalen het zich bewust worden van, ja zelfs Moet er ingegaan worden op margikritisch staan tegenover de gruwel, het nale werkjes zoals De Groene RidderinhetWildeWesten,DeGroene LEO GEERTS bedrog en het verraad die achter de Ridder aan de Evenaar en De door iedereen aanvaarde werkelijkGroene Ridder en de Paladijnen heid schuilen». (1974) of het nog recente, in beperkte oplage en in een (eigenlijk veel te goedkope) mooie editie door de Pink Poets uitgegeven «episch feuilleton» De Vluchtende Atalanta (1977)?
Hugo Claus vijftig
III PRACHT- EN PRULWERK VAN DE DICHTER HUGO CLAUS Van het eigengereide naar het merkbare gaat de beschouwing. Woorden, gekleurd of niet, Worden sleutels. Bereikt de brand der keel Het snelle van de lans, de slachting En de nacht - spreek dan niet tegen: Woorden openen de beschouwing Als messen de huid.
Wie Maar die revolte daar nog mocht aan twijfelen, moet wordt verinnerlijkt, niet gekanaliseerd maar eens nagaan hoe Claus zijn in de richting van een maatschappelijk Oidipoes-komplex herkauwt. Of hoe alternatief; er is geen uitweg: «Het hij, de antikristen, zijn toevlucht moet moeras waarin je nu al dertig jaren nemen tot allerlei mythen vankristelij schrikt/ werd je soortelijk gewicht», node zondeval, de erfzonde of de teert Claus in die andere lyrische «schuldige schrei» van de pasgeborehoogvlieger, Een Geverfde Ruiter ne, de kindermoord in «Het land (EgypOnder dit motto plaatste Hugo Claus (1961). Toegegeven: het koude oortisch)») om zich een wereldbeeld te in 1955 zijn eerste door de kritiek als logsklimaat en de beginnendewelvaartsroes kreëren. van Als toen een volbloed-Vijftiger bemoeilijkten een toppunt van de naoorlogse poëzie aanzienlijk elke poging tot artistiek enheeft de jonge Claus gewed op de begroete dichtbundel, Oostakkerse gagement. Maar Claus maakt er zich emancipatorische kracht van de door Gedichten. Wat tot het bewustzijn al wel makkelijk van af als hij waarhet bewustzijn verdrongen impulsen, dan niet doordringt wordt gekonditioschuwt: «Reken dus niet op mij voor maar wat wordt blootgelegd zijn de neerd door de taal. Maar niet dàt beeen klachtenboek./ (...) schat zelf uw mechanismen van onze psychische doelt Claus: niet de taal als overgeleaverij.» Niet het konkrete hier-en-nu slavernij. Daadwerkelijke bevrijding verd apparaat; wél de «woorden» van interesseert deze poëzie, maar het arveronderstelt een maatschappelijke de dichter en hun bevrijdende werking. chetypische. in het spoor van de surinzet, ook bij de dichter. De bevrijding ligt in de «beschouwing» realisten die geloofden in een«kollektiefonderbewustzijn», probeert ook (en niet in het zintuiglijk zien, het ideVijftig in het driftleven de op grote aal van die andere revolterende dichOp 1 januari 1962 leest Hugo Claus schaal verdrongen weerstanden aan tersgeneratie aan het einde van de in het Hotel Krasnapolsky te Amsterte scherpen tegen de platvloerse, denegentiende eeuw: de sensitivistische dam een «oproep in zeer vage dichtprimerende rationaliteit van het laatTachtigers). Welke «Illuminations» vorm» voor, getiteld Bericht aan de burgerlijke tijdperk. «Een kramp is de (Rimbaud), welk «Innerlijk Behang» Bevolking. Voor de lezer van vanliefde», weet Claus; zij is de «wolfsklem in de wielen/ Van mijn verstand». (Lodeizen) worden dan zichtbaar? In daag een wel erg gedateerde tekst, Wat Claus verheerlijkt is niet zozeer de navolging van de Duitse expressioniswaarvan begin en einde weinig meer liefde als wel de sexuele impuls, Eros, ten en de Franse surrealisten gaan zijn dan middelmatige pastiches op én een bijna strindbergiaanse oorlog Claus en zijn generatiegenoten op exEluard («La poésie doit avoir pour but tussen de geslachten, gaande «van ploratietocht in het onderhuidse (dat la vérité pratique» uit Poèmes Politihecht/ En kinderlijk paren over afgrontot in den treure herhaalde trefwoord ques, 1948) en Prévert (het «Pater delijke haat». De monogame binding van de jaren vijftig), op zoek naar het Noster» uit Paroles), maar toen een wordt ervaren als een abdikatie. Merkonderbewuste, het instinkt, het schuleerste duidelijk symptoom van een powaardig is wel dat Claus zijn eigen, deloze «dier». In deze heidense myslitieke bewustwording bij Claus. Heel nooit bevredigde scheppingsdrang tiek, deze profane mysteriegodswat belangrijker vanuit een poëtisch verklaart vanuit een gevoel van afdienst, wordt de poëzie een instrument gezichtspunt is het bijna 35 bladzijden gunst op de vrouwelijke vruchtbaartot Kennis van het onuitsprekelijke: tellende gedicht Het Teken van de heid — wat men recentelijk in het fe«De ingewijde heeft geen lippen, de Hamster, een echte summa waarin ministische jargon baarmoedernijd is kraamvrouw zwijgt,» zo luidt het in het alle thema's uit de vroegere lyriek vergaan heten: «De maan die de vrouwen begingedicht, «De Ingewijde». En werkt zijn, verrijkt met een nieuwe proen de tij, het bloed en de lippen «Marsua», het volgende, gaat over de blematiek. De literaire hamsteraar regeert,/ Ontbreekt mij, heeft in mij barbaarse faun die de god Apollo (vaClaus (het gedicht bevat talrijke citageen handen». Maar dergelijke bekender, orde, beschaving) had uitgedaagd ten, parafrases en andere referenties) tenissen zijn schaars. Overheersend en door hem levend wordt gevild; het trekt hard van leer tegen dewelvaartshamsteraarsdie zich is een toon van agressieve argwaan gedicht besluit met de regel'. «In mijn menigvuldigen. Het gedicht verhaalt 'n t.a.v. het vrouwelijke: «Vergeving is kelders is de delfstof der kennis aantreinreis van Gent naar Brugge (Claus' mannelijk en vrouwelijk is vergif». De gebroken». Want een andere wezensgeboortestad) en terug: bij deze minnaar wordt vaak stereotiep vertrek van deze poëzie is de revolte, tot «Tweede Komst» stelt de dichter zich beeld als de «jager»; het liefdesspel machteloosheid gedoemd, maar de vraag of hij zal «emigreren» of «inwordt in een van de bekendste gedichdaardoor des te intenser. Zoals Paul tegreren». Eerst probeert hij zich af te ten («Een Vrouw») op een bijna karikaRodenko in een merkwaardig essay sluiten voor de bekrompen werkelijkturale, hanige manier geëvoceerd: heeft aangetoond, knoopt Vijftig opheid van het kleinburgerlijke «Gestrekt als een geweer en nieuw aan bij de 19de eeuwse traditie flamingantisch-klerikale Vlaanderen, onherroepelijk/ in staat van aanval en van de «poète maudit» (in dit opzicht is dank zij «het vlies dat men over zijn van moord ik» ... Dit is wel duidelijk: als Pernath misschien de meest typische ogen trekt», maar iemand anders kennis-instrument onthult deze poëzie vertegenwoordiger van de beweging). (een medereiziger? een voorbijganwat men zonder haar ook al wist, nl. De irrationaliteit van Vijftig is een uitger?) vraagt hem met aandrang in zijn dat de mens — élke mens, ook de gesproken romantisch verschijnsel. ogen te kijken, waar iets aan scheelt. kreatief begaafde — het produkt is vandekultuurenvandetijdwaarinhijleeft, Vijftig verwoordt de revolte van een De dichter wil hem eerst ontvluchten, tot in zijn dromen en driftleven toe. generatie die haar jeugd heeft zien maar gaat er langzaam aan toe over vergallen door de oorlog (in het geval zich met de ander te vereenzelvigen,alsofhij—ee van Claus komt daar nog de revolte bijtegeneendompigklerikaalkatholilijk — de zonde van de «wereld» (hier: cisme en de sexuele taboes die daarVlaanderen) op zich laadt. mee gepaard gaan).
Of dat voor hem een winstpunt was, valt achteraf ten zeerste te betwijfelen. De parlando-poëzie Het tranend Toch die Claus van toen af met grote regeloog is hier een erg komplexe metafoor: kun je je afvragen of een begrip als maat over zijn publiek uitstrooit, zit vol ze verwijst naar «de splinter in het oog «jansenisme» — een Frans fenomeen voorspelbare tics en gemakkelijkeeffekten.De thematiek is gauw samenvan de ander en de balk in eigen oog» (al w a s Jansenius dan bisschop van gevat: veel variaties op «Dit volk dat uit de Schrift, maar is tegelijk het symleper) — in een Vlaamse of Noordnenaar men beweert/ tussen twee (zobool van de kastratie-angst. Dekastrerende instantie zich is hier de moeder derlandse kontext operatief kan worpolen -beweegt,/ het vette en het vrowel de reële moederfiguur als de moeden gemaakt. Boeiender is de vrij me», maar weinig satire op de echte derstad Brugge en Moeder de H. lange cyklus, «Hecate spreekt», machthebbers (tenzij men zich tevreKerk). Ook het thema van de baarwaarin Claus opnieuw aanknoopt bij den stelt met wat goedkoop geschimp moedernijd duikt weer op, als een ateen thematiek die sinds Een Geverfde op de franje van het establishment: tribuut van de poenerige vader: «en de Ruiter niet meer in deze termen was Hof, Leger, Kerk). Het beeld van veldheer, mijn vader, wordt naar de behandeld: de konfrontatie met de Vlaanderen dat telkens weer wordt rundogig barende/ geleid. In spijt.» Dit vrouw. De ambivalente (liefde-haat) opgevoerd, stemt in grote lijnen (en thema krijgt dan weer een mythische verhouding die men vroeger al kon andere zijn er nauwelijks) overeen met dimensie door de verwijzingen naar vaststellen, is hier geëvolueerd tot een wat die andere gevierde bard, Jacques Agamemnon, de Griekse koning die gelaten verslaafdheid aan de «ander», Brel, ervan maakt in zijn «Les Flaminzijn dochter Iphigeneia offerde maar die «vrucht van ijs» die zelfs in bed gants». De taal die Claus in de mond door zijn vrouw Clytaemnestra wordt ongenaakbaar blijft en zingt: van zijn «domme Belgen» legt, klinkt vermoord. Het Teken v a n de Ham'Blijf van mij af. omdat zij nergens ster, met zijn voortdurendeperspektiefwijzigingenenongeloofwaardig, zijn openmontagestruktuur, levert een overtuigend be- meeuw, Ik draag een getuigt van een reële aandacht voorde wijs van funktioneel aangewende eruik draag een kind van sneeuw. ' volkstaal (een Vlaming laten zeggen: ditie en van Claus' talent o m ook lanHecate, de maan-godin met de drie «Wij trekken ons niets an./ Wij trekken gere gedichten met een zekere epigezichten, was ook de godin van de onze plan.» klinkt natuurlijk alleen sche allure te komponeren. De zwakke heksen: in dit negatief beeldprojektee maar Vlaams in Amsterdam). Politiek plek is het geringeabstraktievermogenvan de dichter, waardoor hij telvrouw. Hecate is de hysterica, de pingezien maakt Claus pas op de plaats. kens weer terugvalt op persoonlijke up of de terroriste, die allerlei symboMet de toenemende apathie van de rancunes wanneer hij de maatschappij len draagt als evenveel vergeefse bejaren zeventig ebt zijn maatschappeop de korrel wil nemen: de lezer hoopt zweringen tegen haar onvruchtbaarlijke belangstelling langzaam maarzeop een groothoekopname, maar wordt heid en identiteitsverlies: ker weg. Had hamster Claus zichzelf zijns ondanks ooggetuige van een Ik draag van alles, brood, kaas omgetoverd tot een kameleon die korrel op het netvlies van de dichter, een bom of een verminkte kat. — weliswaar met enige vertraging — uitvergroot in close-up. Bovendien is Dragen is mijn redding. de schutkleur had aangenomen van de beeldspraak zo kompakt en meerOok van binnen draag ik, de politiek bewogen zestiger jaren? duidig dat het gedicht op geen enkele vragen, tranen, gedaas wijze als politieke poëzie kan funktioneren. en een karrevracht solaas. Als ik niet draag In De W a n g e b e d e n (De Bezige Bij, is er een gemis 1978), de jongste dichtbundel van dat niet te dragen is. Hugo Claus, is de politieke betrokkenHet dood dier dat ik droeg heid inderdaad versmald tot haar heeft mij gelikt kleinste noemer. Zij leverde deinspiratiestofvoor twee cykli, de allereerste tot ik geen gezicht meer had. die zijn naam heeft gegeven aan de Dat moet Claus zelf ook beseft hebMaar de sterkste reeks in deze nieuwe hele bundel en voorts «Drie Vlaamse ben, want na het verschijnen van zijn bundel van Claus is de slotcyklus «Het Emblemata», allebei van zo'n bedroeverzamelbundel G e d i c h t e n 1948Graf van Pernath». vend niveau dat je je afvraagt waar de 1963 duurt het tot 1970 voordat er Ook ik hef vanavond als MALLARME bij kritische zin gebleven zijn van auteur nieuwe poëzie van hem op de markt het graf van GAUTIER en uitgever. Zo lees je, in een als parokomt. Hij doet het dan maar meteen een waanzinnige toast op het niets, die bedoeld «Sanctus»: met twee bundels tegelijk: Van h o r e n in het kunstmatig vuur van ons métier. z e g g e n en Heer Everzwijn. De eerste Je graf omvat je helemaal. bevat o.m. het nogal provocerende Hij vermenigvuldigde brood Je stof is het enige antwoord «Aan de Gecensureerden (ondertitel: met zijn éne kloot. op het vuur van de sterfelijke zon. «Retorico-historisch gelegenheidsrijm Hij scheurde de mooiste pagina In de tuinen van deze planeet verloren voorgelezen op 15 maart 1968 tijdens uit elke vagina. eer ik verder de kalme katastrofe van deze de Anti-Censuurbetoging te AntwerHij liep vooraan in de stoet, aarde pen»), waarin Claus zijnmedegecensureerdenduchtig mantelonder uitveegt: zes de bommen zijn hoed. Op de blauwe berg van Golgotha o.a. omdat ik nog je geraaskal kan horen deed hij trouw zijn god nog na. Terecht vind ik dat men verbiedt over kristal en diamanten vervalen regen. Als je op goede vrijdag durft te poepen, Je schaduw verduistert nog steeds krijg je vast een kind met sproeten. Uw eenzelvig lied. (hoelang nog?) mijn smal geloof in voor en tegen, Etcetera. En toch bevat deze bundel, Terecht wordt gevangen gezet bijvoorbeeld, voor de tij naast deze evidente prullen, lyriek die en de tijd van jouw leven op aarde, je gerust bij het allerbeste kan onderWie zo lamlendig spreekt uit bed! en tegen de woedende wind van woorden brengen van wat Claus ooit heeft die je niet zei. voortgebracht. De korte cyklus «Het En verder: Bij lyriek van dit gehalte en over een Jansenisme» zou ik daar nog niet bij Wat is er voor een stem te censureren dergelijk tema past alleen nog stilte. rekenen, al maakt hij wel de vette antiZullen we de muze van Hugo Claus paapse nonsens die eraan voorafgaat Als wij niet spreken haar nukkig geflirt en geflater en haar grondig overbodig. Het is een bekennooit gestand gedane w a n g e l o f t e n tenis van onmacht t.o.v. de verpletteTenzij in raadsels vol klankgenot? dan maar vergeven? rende historische konstante die men STEFAAN V A N DEN BREMT Katholieke Kerk heet; de meest radi-kale revolte tegenhetInstituutproduAlsof het dagelijkse dat je ziet ceert in het beste geval een nieuwe vorm van tirannieke orthodoxie. Niet gekleurder is dan een liefdeslied! Had Claus zich bekeerd tot het nieuwrealisme (zoals even later ook Paul Snoek met zijn Gedrichten)? Als dat niet het geval was, dan gaf hij potentiële kritici uit die hoek toch maar bijvoorbaatgelijk.
Claus vijftig
IV. PRATEN MET HUGO CLAUS
U hebt de jongste nogal wat interviews Ja. Vindt U dat Neen.
tijd her en der afgestaan...
prettig?
Waarom doet U het? Om te beginnen doe ik het vrij zelden. Enkel in bepaalde periodes. Over het algemeen weiger ik elk interview. In één geval, als er een of ander v a n mijn toneelstukken opgevoerd wordt, vind ik het loyaal tegenover de onderneming, tegenover de akteurs en het gezelschap, dat je probeert er de aandacht op te vestigen. Dan doe ik het wel. Voor romans doe ik het niet en voor poëzie ook niet. Meestal voor toneel, ja. En nu ik vijftig jaar geworden ben, nu ik toch van overal lastig gevallen word, dacht ik, dat ik er beter aan deed de hele serie in één rits af te werken. Dan ben ik e r v a n af. Vanaf zes april is het weer uit voor een jaartje. Hebt U de interviews, die U toegestaan hebt en die gepubliceerd zijn, achteraf ook gelezen? Soms, een enkele keer, als ik dacht dat er toch wel iets verrassends in kon steken.
Het enige wat mij van anderen onderscheidt is dat ik soms probeer mijn waanbeelden en wensdromen te fixeren.
Kan Hugo Claus buiten Vlaanderen? U bent al ettelijke keren weggeweest, maar U keert altijd terug. Vandaag woont U in Gent. Ik kan ongeveer buiten alles. Ik ben hier komen wonen om praktische redenen. Wel vind ik het spannend en boeiend om Vlaamse mensen te ondergaan. Dat is mijn favoriete omgeving. Als echter puntje bij paaltje komt, dan kan ik er natuurlijk buiten. Ik kan ook buiten whisky, buiten vrouwen, als het echt moet.
zekere tederheid. Dat zijn allemaal diverse aspekten v a n mij. Ik kan niet al deze verschillende facetten onder een noemer vangen. Dus ben ik verplicht om daaraan verschillende vormen te geven. Het zou al te verlammend en te verdorrend zijn indien ik dat deed via één bepaalde onderneming.
Doet U aan politiek? Neen, natuurlijk niet. Neen. Politiek betekent ofwel in de Kamer gaan zitten en door dat moeras ploeteren dat men kent, ofwel een staatsgreep voorbereiden. Ik doe geen van beide. Ik doe wel aan politiek in de zin dat ik besef dat elke daad politiek bepaald is. In zekere zin ben ik ergens ter plaatse op een politiek veld.
Is dat uw alternatief, die staatsgreep of... U altijdbiezondergeïntrigeerd... Ja, ik zou benieuwd zijn te horen welke andere mogelijkheden er overTenslotte ben ik er g e b o r e n . . . ik Wat ziet U dat dan heb hier mijn opvoeding gehad. En ikbedienblijven. mijvandat rarejargon, het als . . . Vlaanderen
heeft
Vlaamse Nederlands is. Ik ben geen kosmopoliet, of geen banneling.
Hebt U de indruk, als U alle toegestane interviews samenlegt, dat daaruit iets belangrijks gekomen is? Neen. Ik krijg altijd dezelfde vragen, en daarom geef ik ook altijd opnieuw dezelfde antwoorden. Ik heb een kistje vol met antwoorden en stelt men mij een vraag, dan pik ik er eentje uit dat past. Het hangt er ook vanaf hoe mijn muts staat. Ik ben helemaal niet vies van tegenspraak en leugens.
Het komt me voor, dat dit dan ook de schuld van de journalisten is aangezien ze steeds dezelfde vragen stellen? Ja. Ook omdat ze hun huiswerk niet goed doen. En zelfs al stellen ze intelligente vragen, dan nog zijn het meestal vragen die totaal onbelangrijk zijn. Het enige wat mij interesseert, dat zijn de vragen van technische aard. BijMaar U hebt wel een ambigue voorbeeld :waarom hebt U dit adjektief verhouding tegenover Vlaandedaar gebruikt, in deze regel; waarom doet dit personage een dergelijke ren ... handeling op pagina drieëntwintig en Ik probeer zoveel mogelijk facetten een ander die handeling op pagina van mijn wezen uit te drukken. Mijn verhouding tot Vlaanderen bestaat uit tweeënveertig. Dit zijn de vragen die zoveel diverse en anderssoortige elemij eigenlijk interesseren. Waar ik menten dat ik de ene keer razend word vandaan kom, mijn psychologie, wat ik en mij dan uitdruk in een soort pamflet het liefste lees en dergelijke zaken, dat zoals T a n d o m Tand. Een andere zijn vragen die ik totaal onbelangrijk keer ben ik wat ironischer. Nog een vind. Dat wordt vrijblijvend gekeuvel. andere keer onderscheidt ben ik begaan met een Dat zijn immers vragen naar mijn ego,datzich nietwezenlijk van het ego van de andere mensen.
Ik zal mijn vraag anders stellen: hebt U een mening over de... Neen, U moet de vraag niet anders stellen, ik stel U voor één keer ook een vraag: geef mij een ander alternatief om politiek bezig te zijn, tenzij via de gewone dorpspolitiek, of door de boel in brand te steken en revolutie te maken . . .
U gebruikt het woord «dorpspolitiek», en dat verraadt toch al een zwaar geladen politieke mening ... Geef toch toe dat het een beschamend spektakel is, wat men doorlopend in de politiek onder ogen krijgt.
Dat wou ik U toch vragen... Wel goed, het is weerzinwekkend. Je ziet de onmacht e n het eigenbelang en het meest ridikule, kleine,hypokrie zichten van de politici afdruipen. Ik schaam me rot. Kunt U dat iets konkreter, harder maken? Neen, ik bedoel, ik laat mij nu overmeesteren door mijn gevoel. En dat is een gevoel van schaamte . . . Is dat een latent gevoel, of is het een gevoel dat U meer bevangt dan voorheen? Ik heb het altijd gehad. Maar het wordt wel gekonkretizeerd op sommige krizismomenten, zoals nu.
Wat beschaamt U precies? Ik zie praktisch g e e n enkele uitzondering in de groep v a n politici. Ik vertrouw die mensen niet. Ik reageer als de gemiddelde Vlaming, ik ben degewonemanvande
En ik denk dat ik uitspreek wat zij denken. De gewone man vertrouwt die politici niet, men weet dat datgene, wat zij zeggen, niet waar is. Men weet dat datgene, wat de politici zeggen, ingegeven is door strategie, soms van de meest doorzichtige aard. Dat is het wat de gewone mensen daarover denken. Dat is de stem van het volk.
En U voelt zich daar machteloos tegenover? Ja natuurlijk. Tenzij ook ik in de politiek zou gaan. Men moet de wapens van de vijanden hanteren. Voor de rest kan ik mij een kwartiertje per dag overgeven aan allerlei utopieën. U hebt het talent om iets te doen... Ik heb geen enkel talent om aan politiek te doen, ik heb geen enkel talent als onderhandelaar, als spreker, als opruier van het volk. Dat talent heb ik
Waarom niet? (Lacht). Dan ben ik, denk ik, een beetje een racist. Ik geloof dat ik nogal anti-Waals ben. Er is iets van 1302, dat bovenkomt. Geen rationele redenen? Neen, weinig ratio. Ik ben een dichter. Als ik vraag, mogen de Vlamingen Brussel laten vallen, en U zegt neen, dan zou men ook graag horen: daarom niet. Geef mij eens een paar argumenten, dan zal ik zeggen ja of neen. Vlaanderen gaat bijvoorbeeld een provincialistische kuituur tegemoet. .. Omdat Brussel zou ontbreken? Wat heeft Brussel in godsnaam aan de Vlaamse kultuur bijgedragen sinds de vorming van de Belgische staat? Ik niet.zou het niet weten. Iemand heeft me ooit eens een paar uur uitgelegd om welke ekonomische redenen het federalisme een ramp was voor België. Ik was het helemaal met hem eens, hoewel ik nu totaal vergeten ben waarover het ging. Maar het klonk heel goed. In Brussel zit het Belgisch kapitaal gekoncentreerd... Ja precies. Daarom mogen de Vlamingen Brussel niet laten vallen?
Ja. Akkoord. Het is echter niet omdat ik een auteur ben, dat ik daarover met meer autoriteit zou mogen spreken dan mijn buurman, dan de eerste de beste architekt of chirurg.
Ik zou een boerenkinkel zijn indien ik het tegenovergestelde zou beweren.
U benadert de politiek wel eens langs de buitenkant in uw kursiefjes. Dat heb ik een keer gedaan, door letterlijk de kostumes van de politieke figuranten, die op het televiziescherm verschenen, op te tekenen. Dat is mijn terrein. De analyzes, de diepgaande voorbeschouwingen, de profetieën: dat is voor andere mensen. Ik heb overigens niet de minste zin om daaraan mijn tijd te spenderen.
Mogen de Vlamingen Brussel laten vallen? Mogen de Vlamingen Brussel laten vallen? (lange stilte). Nu moet ik eens goed nadenken. De vraag is: «Mogen z e . . . » Neen, natuurlijk niet.
De maatschappelijke uitstraling van een goed auteur is toch van een andere dimensie... Die is nihil. Althans, dat is mijn opinie. Wat ik gemerkt heb van de weerslag van wat ik doe, is miniem. Enfin, dat is onbestaande. Terwijl ik dan toch nog een van de auteurs ben die inhaken op bepaalde aktualiteiten, meen ik. Die zich soms heel alleen, geavanceerd, strijdbaar, opstellen. Heb ik daarvan ooit een of andere weerklank gehad? Neen. Dat is ook niet causaal, waar te nemen. Waarom niet?
direkt,
Ook in de journalistiek of in de opinievorming weet men zelden welk aandeel men heeft in de verandering. Dat kan men niet meten, dat kan men nauwelijks evalueren. Je zou er toch een bacil, een virus, de schaduw van een huid van een muizekloot mogen van ontwaren. En dat ontwaart U niet? Neen. ik kan wel een zekere ontroering opwekken, of bijval bij andere geergerden.
Blijft dan enkel de waardering over? Het klinkt misschien nihilistisch. Daarvan merk ik niets. Applaus in een schouwburg bijvoorbeeld, dat merk je. Je doet iets, en je wordt beloond, of je krijgt een cadeautje, want de mensen applaudisseren. Z e applaudisseren echter evengoed voor om het even welke Franse zeepbel van een komedie. Aan de oplagen, die mijn boeken krijgen, merk ik, dat de mensen mij lezen, of dat zij tenminste mijn boeken kopen. Maar wat betekent dat? Als er morgen een boek van mij verschijnt, dan kan ik zo de kritieken zelf schrijven, omdat ik weet dat die recensent dit en een andere dat zal schrijven. De balans is vrij grauw. Voor een aantal jaren heb ik mij dat nog aangetrokken ook. Ik dacht, ochgod, voor wie? Voor wat? Dat ben ik te boven gekomen. Je moet schrijven, iets doen, journalistiek bedrijven of wat dan ook. Niettegenstaande . . . Maar je moet niet om waardering vragen.
Ik schrijf boeken die soms over Vlaanderen gaan, een literair gemanipuleerd en gedroomd Vlaanderen. Het is niet het echte Vlaanderen, maar het Vlaanderen dat ik maak is een wereld die toevallig in zulk een boek past. Als ik een deel van dat wereldje kan verkopen, is dat mijn recht. T e n tweede is het geenszins zo, dat dit smalend bedoeld is, dat ik misprijzend sta tegenover dat wereldje. In elk geval niet smalender of misprijzender dan de attitude die ik heb tegenover andere volkeren of andere gemeenschappen, die ik ook in mijn boeken gebruik. Dat ik in Nederland publiceer heeft ermee te maken dat zij daar, met moeite w e liswaar, een auteur in leven kunnen houden, wat hier niet het geval is.
Terwijl het voor de hand zou moeten liggen dat iemand die een beetje aandacht schenkt aan wat ik doe, of die pretendeert die aandacht te hebben — w a n t ze hebben daar allemaal hun opinie over — dat die zoiets ziet of aanhaalt.
Men kan ook nog door iets anders getroffen zijn dan door het cerebrale ... Dat is niet cerebraal, dat is organisch, een levende materie. Het is ook niet de bedoeling, dat je daar met de neus op gedrukt wordt. Ik ga de mensen in de schouwburg niet lastig vallen met rare kwasi erudiete hints naar de struktuur. Het moet eruit zien, alsof het bijna echt is. Maar d e mensen die daarvoor betaald worden, die tot proU zat vroeger meer in de volkscafé's... fessor benoemd worden en die als kunstvlooien leven v a n de originele Produkten van de auteurs, hùn plicht is Dat is ook zo. Vroeger zat ik ook het om dergelijke zaken te zien. Dat is meer achter de vrouwen aan, dronk ik hun werk. Als de universiteiten jaarlijks ook veel meer, spendeerde ik mijn zoveel mensen afleveren die op dat nachten met allerlei spelen. Nu doe ik terrein werkzaam zijn, dan is het mindat minder. Daaruit kan men enkel beste wat ik kan vragen dat ze de meest sluiten dat ik veranderlijk van natuur voor de hand liggende elementen in ben. Denkt U dat de waardering voor een literair werk ontdekken. Stel U uw werk elders groter is dan in Ik kan mij voorstellen dat U uw hetzelfde voor in de scheikunde of in Vlaanderen? stof voor een werk als V r i j d a g de g e n e e s k u n s t . . . Dat zal ik niet zeggen, maar toen ik waar de outlaw aan bod komt, uit in Amsterdam woonde ging ik wel om U loopt niet erg hoog op met de die kontakten met het volksleven met een aantal mensen — geen geput hebt... literaire kritiek in Vlaanderen... schrijvers — , maar ambtenaren, archiDie is praktisch onbestaande. Hier Dat is een algemeen verspreide tekten, musici, en voelde dat er een en daar is er een uitschieter. Het is om misvatting. Alsof een auteur iets ziet, klimaat was, waarin opinies konden bij te huilen. iets meemaakt, naarmeningen huis gaatkon entoetsen. dat uitgewisseld worden, waarin menelkaars Er is in de gauw weergeeft. Zo funktioneert dat Uw literair talent, gepaard met dagelijkse omgang een bepaald geesniet. Ik heb V r i j d a g een achttal jaar telijk klimaat, dat ik hier niet vind. Misuw werkkracht, botst in Vlaandegeleden geschreven. Welnu, niet één schien is het er. ren op geen konkurrentie. Dit is alrecensent heeft, noch toen het stuk licht een van de redenen, waarom gepubliceerd was, noch toen het opU zich literair op allerlei terreinen Je voelt het niet, U hebt geen gevoerd werd, ook maar het beginsel kunt wagen zonder grote riziko 's te bekenden hier? van de struktuur van dit stuk ontdekt, of lopen. Voelt U zich nooit door uw Neen, helemaal niet. terdege uitgelegd. De hele struktuur is eigen talent bedreigd? gebazeerd op de mis. Als er ergens in Dan voelt U zich toch vreemd in Wat zou ik dan moeten doen? Voorhet begin gezegd wordt: «jamaar Vlaanderen? zichtig uitkijken en (lacht) onder de Georgke, ge gaat toch water in uwe O ja, als ik iemand zie, dan is het maat gaan schrijven in de hoop dat er wijn moeten doen», is dat 't moment meestal een schilder of een beeldiemand komt met wie ik een duel moet waarop in de mis wijn vermengd wordt. houwer. Men is hier aanzienlijk schichaangaan? Ik riskeer bij elk boek iets Als de personages in het midden van tiger, de mensen zijn wantrouwiger teanders. Mijn terrein gaat van bijna je het stuk, met een glaasje jenever in de genover elkaar, men kijkt goed uit voor reinste flauwekul tot kwasihand, zeggen: «santé, santé, santé», men precies vertelt waarom men een diepzinnige gewrochten. Ik zou mijnvan de mis is dat de echo van het sanctus,sanctus, sanctus in het midden hekel heeft aan die of die op bazis van pozitie kunnen vestigen op een heel Zo een stuk zit zeer maniëristisch in die en die redenen. vertrouwde bazis. Dan z o u ik zeggen: elkaar. Ik gebruik daarvoor, als vorm, ik schrijf boeken zoals De Metsiers, ik Een gebrek aan haar op de tanals medium, een bepaald realisme, schrijf toneelstukken zoals Vrijdag, den? maar dat is een even grote chinoiserie Suiker en een B r u i d i n de Morgen. Een gebrek aan vertrouwen in je eials mijn meest hermetische gedichten. En dat is het dan. Dan lever ik er eentje g e n mening, en, precies omdat alles Van minder belang is dat ik in een af o m de drie jaar, zodat het lijkt alsof samenhangt met de dorpspolitiek, volkscafé dit of dit verhaal heb gehet o m het bezinksel gaat van vele angst om je pozitie te laten kennen. hoord, want ik had ook andere anekdouren arbeid, want dat wordt ook altijd tes kunnen nemen. Belangrijk vind ik Dus toch een frustratie tegengewaardeerd. Dat interesseert mij het doordesemen van een bepaalde over Vlaanderen, terecht of niet. niet. U kunt mij wel de beste auteur van religieuze en nu totaal verwaarloosde Vandaar allicht de beschuldiging Vlaanderen noemen, maar ik heb een kultuur in de gedragingen van menaan uw adres, dat U Vlaanderen in vrij goed geheugen voor beledigingen. sen, voorgesteld met de meest literaire U hebt geen idee van de karrevrachten het buitenland als een exotisme limiddelen die er vorm aan geven. Ik van perfiede onzin die men over mij terair verkoopt... en dat U daar kom in een moeilijke, zelfs een beetje geschreven heeft. Ik geloof niet dat er sukses mee heeft... in de onhoffelijke pozitie, om dat zelf temoeten verklaren. één auteur is, over wie zulke lagedin-gengeschrev Neen. Dat verwijt heb ik al eerder gehoord.
Veel hangt, precies door het ruime veld dat U bestrijkt, af van het gebruik dat men van het talent maakt. Kunt U een maatschappelijke keuze maken? Ik heb stukken geschreven die onmiddellijk inenten op een gevoel dat de maatschappij zou moeten aanspreken. Neem mijn stuk over L e o p o l d II. Dat is een stuk waarin aan de lopende band, voor elke Belg en Vlaming, herkenbare situaties naar voren komen, waarin machtsmisbruik, korruptie, noem maar op, aan bod komen. Of neem het al genoemde stuk T a n d o m Tand, waarvan de politieke optiek misschien verkeerd is, maar het is de mijne. Iets dat meer maatschappelijk gericht is kan er niet zijn. Wat wil men nog meer? Wat moet ik doen? Moet ik op het Belfort met een vlag staan zwaaien?
en Contact/ Antwerpen. Het G o u d l a n d . Een spel naar de roman van Hendrik Conscience (1966), De Bezige Bij/ Amsterdam en Contact) Antwerpen. M a s s c h e r o e n , een spel van Hugo Claus (1968), De Bezige Bij/ Amsterdam. Wrraaak, naar Cyril Tourneur (1968), De Bezige Bij/ Amsterdam. De s p a a n s e hoer. Naar la Celestina van Fernando de Rojas (1970), De Bezige Bij/ Amsterdam. T a n d o m t a n d ! Een spiegelgevecht (1970), De Bezige Bij/ Amsterdam. O e d i p u s , naar Seneca (1971), De Bezige Bij/ Amsterdam. Interieur (bewerking van Omtrent Dedee) (1971), De Bezige Bij/ Amsterdam. De v o s s e j a c h t . Naar Volpone van Ben Jonson (1972), De Bezige Bij/ Amsterdam. O r e s t e s naar Euripedes (1976), De Bezige Bij/ Amsterdam en Contact/ Antwerpen. M a c b e t h (1979), De Bezige Bij/ A m sterdam en Contact/ Antwerpen.
Ik herinner mij een uitspraak van U, waarin U zegt dat U enkelk u n tdenkenalsUschrijft... Dat is ook zo, ik kan niet denken ... Betekent dit ook dat U niet nadenkt of kunt nadenken over een politieke keuze in het leven buiten POEZIE het schrijven... V A N HUGO CLAUS van Herman Teirlinck. Welke zijn de middelen waardoor ik ROMANS EN VERHALEN K l e i n e reeks (1947), Aurora/ MoesOntwikkeling/ Antwerpen en J.M. mee kom? De krant en VANer in H aanraking U G O CLAUS kroen. Meulenhoff/ Amsterdam. de televizie. Als ik het zie of lees, dan Registreren (1948), Carillon/ OostenHet Lied v a n de M o o r d e n a a r (1957), begint er een of ander raar mekanisme de. De M evan t s i eafweer r s (1950), A. Manteau N.V.I Ontwikkeling/ Antwerpen en De Bete werken. Ik ben eerder Zonder vorm van proces, Brussel. zige Bij/ Amsterdam. gefascineerd door de wijze waarop het pantomine-gedicht (1950), Draak/ CoSuiker (1958), De Bezige Bij/ AmsterDe hinoelkaar n d s d azitg e (1952), Dewaarop Bezige ofndoor de wijze ik bra, Brussel. dam en Ontwikkeling/ Antwerpen. Bij/ Amsterdam. denk dat het in elkaar zit, dan door De Blijde en Onvoorziene W e e k Mama, kijk z o n d e r h a n d e n ! Een koDe koele minnaar (1956), De Bezige datgene wat men mij eigenlijk voor(1950) met tekeningen van K. Appel, medie in vier bedrijven (1959), De BeBij/ stelt. Amsterdam. Als U mij vraagt, of de Vlamingen Cobra/ Parijs. zige Bij/ Amsterdam. De z w Brussel a r t e keizer (1958), verhalen, De moeten loslaten, dan is mijn Drie b l a u w e g e d i c h t e n v o o r Ellie De d a n s v a n de Reiger. Een nare Bezige Bij/ neen, Amsterdam. reaktie omdat ik gelezen en gekomedie in twee delen (1962), De Be(1952). De v e r w o n d heb e r i ndat g (1962), De Bezige hoord het ekonomisch niet zige Bij/ Amsterdam. T a n c r e d o i n f r a s o n i c (1952), A.A.M Bij/ Amsterdam. goed zou zijn. En waarom zouden de A c h t t o n e e l s t u k k e n (1966), De BeStolsI Den Haag. O m t Vlamingen r e n t Dedee Bezige Bij/ iets(1963), moetenDe opgeven waar zige Bij/ Amsterdam en Contact/ AntAmsterdam. Een h u i s dat t u s s e n nacht en m o r ze historisch recht op hebben? Veel werpen. De d aanalyzeren n s v a n de g e n staat (1953), De Sikkel-Daamen/ verder doereiger, ik niet. filmverhaal P.d.M. (1966), De Bezige Bij/ Amsterdam. Antwerpen. Vrijdag. Toneelstuk in vijf scènes De v i j a n d e n , cinéroman (1967), De Paal e n Perk (met tekeningen van (1969), De Bezige Bij/ Amsterdam. Bezige Bij/ Amsterdam en Contact/ Corneille) (1955), Bert Bakker/ Den Het leven en de w e r k e n v a n L e o p o l d Antwerpen. Haag en De Sikkel/ Antwerpen. II (1970), De Bezige Bij/ Amsterdam en S c h a a m t e (1972), De Bezige Bij/ AmDe O o s t a k k e r s e (1955), De Bezige Contact/ Antwerpen. sterdam. Bij/ Amsterdam. Pas de deux. Toneelspel in twee deHet Jaar v a n de kreeft (1972), De BeEen g e v e r f d e ruiter (1961), De Belen (1973), De Bezige Bij/ Amsterdam. zige Bij/ Amsterdam. zige Bij/ Amsterdam en Ontwikkeling/ B l a u w blauw. Een komedie (1973), De g r o e n e ridder 1, (verhalen), In het Antwerpen. De Bezige Bij/ Amsterdam. wilde westen (1973), Erven Thomas G e d i c h t e n 1948-1963 (1965), De BeT h u i s . Toneelspel in drie bedrijven Rapp en De Bezige Bij/ Amsterdam. zige Bij/ Amsterdam. (1975), De Bezige Bij/ Amsterdam. De g r o e n e ridder 2, De Paladijnen Heer E v e r z w i j n (1970), De Bezige Bij/ J e s s i c a (1977), Ziggurat/ Antwerpen, (1973), Erven Thomas Rapp en De Amsterdam. fascimile uitgave. Bezige Bij/ Amsterdam. V a n H o r e n z e g g e n (1970), De Bezige Het h u i s v a n L a b d a k o s (1977), De De g r o e n e ridder 3, Aan de evenaar Bij/ Amsterdam. Bezige Bij/ Amsterdam en Contact/ (1973), Erven Thomas Rapp en De Dag, jij (1971) losbladig in doos, De Antwerpen. Bezige Bij/ Amsterdam. Bezige Bij/ Amsterdam. Till, De Legende en de heldhaftige, Het v e r l a n g e n (1978), De Bezige Bij/ Figuratief (1973), De Bezige B i j / A m vrolijke en roemrijke avonturen van UiAmsterdam. sterdam. lenspiegel en van Lamme Goedzak in TONEELSTUKKEN De W a n g e b e d e n (1974), Pink EdiVlaanderen en elders. Naar het boek VAN HUGO CLAUS tions & Productions/ Antwerpen. van Charles de Coster (1965), De BeG e d i c h t e n (1979), De Bezige Bij/ AmEen b r u i d in de m o r g e n (1955), tozige Bij/ Amsterdam. sterdam en Contact/ Antwerpen. neelstuk in vier bedrijven met voorwoordThyestes (1966), De Bezige Bij/ Am-sterdam
Claus vijftig
V. BIBLIOGRAFIE