Hoe kan ik mijn niveau verbeteren? Tips
Welke vaardigheid wil je verbeteren?
Bepaal je niveau voor deze vaardigheid: o Lees de schema's op de volgende pagina's o Doe de zelftest op www.erk.nl/leerling/zelftest o Vraag je docent.
Lees de tips die hier per vaardigheid zijn opgenomen.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
1
Hoe en waarnaar luister ik?
Ik kan alleen hele korte voorspelbare mededelingen begrijpen – deze gaan over heel eenvoudige en vertrouwde onderwerpen uit het dagelijkse leven.
Ik kan de grote lijn in gesprekken en luisterteksten wel begrijpen maar details vaak niet – de teksten gaan over eenvoudige en vertrouwde onderwerpen die voor mij van belang zijn.
Ik begrijp alleen heel eenvoudige woorden. Tussen de zinnen zitten korte pauzes.
Ik begrijp woorden en zinnen vooral over alledaagse zaken.
Ik kan eenvoudig taalgebruik goed volgen en de betekenis van onbekende woorden wel afleiden uit de rest van het betoog.
Ik kan ook complexe stukken tekst volgen. Ik kan uit woorden ook opmaken hoe een ander zich voelt.
Ik versta alleen iets als de ander zorgvuldig, langzaam en duidelijk spreekt en het vaak herhaalt.
Ik versta iets als er rustig en duidelijk gesproken wordt.
Ik versta het allemaal redelijk goed, en dat terwijl er in normaal tempo wordt gesproken.
Ik versta alles zonder daar moeite voor te moeten doen als de ander standaardtaal spreekt in normaal tempo.
De teksten waarnaar ik luister zijn kort.
De teksten waarnaar ik luister zijn kort.
De teksten zijn niet al te lang
De teksten kunnen lang zijn.
Ik kan radio en tv redelijk volgen en ook in alledaagse gesprekken alles wel goed begrijpen. De teksten die ik hoor gaan over vertrouwde onderwerpen, vallen binnen mijn persoonlijke belangstelling of hebben betrekking op het dagelijkse leven.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
Ik kan lezingen volgen, heb geen moeite met niet ondertitelde films, en kan ook gesprekken volgen over ingewikkelde problemen wanneer het onderwerp mij redelijk vertrouwd is.
2
Tips Luisteren Bekijk het schema. wat klopt voor jouw niveau? Werk aan die elementen waarmee je nog moeite hebt, bijvoorbeeld:
Om van B1 naar B2 te gaan, zou je naar films zonder ondertiteling kunnen kijken of geregeld een lezing op internet kunnen volgen. Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/kijken-en-luisteren/ Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/luisteren/ Frans: http://wp.digischool.nl/frans/ Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/home/luisteren/
Vraag aan je docent of hij zoveel mogelijk in de vreemde taal wil spreken.
Stel jezelf een doel: vandaag ga ik .... minuten kijken/luisteren.
Voor tips woorden onthouden, zie pagina 13.
Zet eens luisterfragmenten uit je lesboek of iets dat je op internet hebt gevonden, op je I-pod.
Kijk naar films op dvd en zet in plaats van de Nederlandse ondertiteling de ondertiteling in het Engels, Duits, Frans of Spaans aan.
Volg op je computer of op de tv een buitenlandse tv- of radiozender; begin vanaf B1 met een programma dat vertrouwd is. Zet eventueel ondertiteling voor doven aan (dit kan ook op buitenlandse tv-zenders): Duits
http://www.ard.de/ http://www.daserste.de/ http://bfu.goethe.de/a1_sd1/hoeren.php
Engels
http://www.bbc.co.uk/worldservice/learningenglish/ http://www.bbc.co.uk/worldservice/ http://edition.cnn.com/video/
Frans
http://www.tv5.org/ http://www.rtbf.be/
Spaans
http://www.rtve.es/ http://www.e-spanyol.hu/en/radio.php
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
3
Hoe en wat lees ik?
Ik lees alleen hele korte teksten over praktische zaken en over vertrouwde, alledaagse situaties, bijvoorbeeld op borden langs de weg.
Ik lees over onderwerpen die alledaags, bekend en vertrouwd zijn, zoals advertenties, korte berichten en teksten met info.
Ik lees teksten die gaan over vertrouwde, alledaagse of aan school of werk gebonden onderwerpen, zoals kranten, mails, leuke boeken en teksten.
Ik lees met gemak teksten over eigentijdse problemen, stukken in kranten, boeken, en allerhande (literaire) teksten.
Ik ken een klein aantal woorden en eenvoudige uitdrukkingen. De zinnen in de teksten zijn kort en eenvoudig.
Ik ken veel voorkomende woorden en woorden die ik uit mijn eigen taal al ken of internationale woorden die vaak gebruikt worden. De zinnen zijn eenvoudig en helder van opbouw.
Ik heb een woordenschat die toereikend is om over deze onderwerpen te lezen. Ik kan de betekenis van onbekende woorden wel afleiden uit de rest van de tekst.
Ik ken zoveel woorden dat ik geen beperkingen meer ervaar bij het lezen van teksten.
Ik begrijp een tekst vooral door de foto's en tekeningen die erbij staan.
Ik begrijp wel zo ongeveer in grote lijnen waar teksten over gaan. Ik word daarbij geholpen door de indeling in alinea's en kopjes boven stukken tekst.
Ik begrijp hoofdzaken en ook details redelijk goed omdat de tekst goed gestructureerd is.
Ik begrijp ook ingewikkelde teksten als ik tenminste specialistische woorden kan opzoeken (internet, woordenboek).
De teksten zijn kort.
De teksten zijn kort.
Teksten kunnen ook langer zijn.
Tekstlengte speelt geen rol meer.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
4
Tips lezen
Bekijk het schema. wat klopt voor jouw niveau? Werk aan die elementen waarmee je nog moeite hebt, bijvoorbeeld:
Om van A2 naar B1 te gaan, zou je meer kranten en boeken kunnen gaan lezen, en vooral werken aan je woordenschat. Engelshttp://wp.digischool.nl/engels/oefenen/lezen/ Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/lezen/ Frans: http://wp.digischool.nl/frans/?page_id=687&preview=true Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/oefenen/lezen/
Algemene leestips:
Lees vooral de titel boven een tekst en bekijk de illustraties. Dan heb je een beetje idee waarover het kan gaan.
Lees in eerste instantie over de moeilijke woorden heen.
Zoek alleen woorden op in een woordenboek of op internet als je anders de draad helemaal kwijtraakt.
Lees vooral de eerste en laatste zin van een alinea heel zorgvuldig.
Schrijvers van teksten gebruiken voorbeelden, verhaaltjes en anekdotes om moeilijke passages uit te leggen - maak er handig gebruik van.
Betekenis van woorden raden: strategische aanpak
Veel moeilijke woorden zijn in alle - aan elkaar verwante - talen bijna hetzelfde. Denk aan woorden als allergie, communisme, politiek enz. Kijk dus eerst of je het woord toch al kent.
Kijk of je kunt zien welke functie het woord heeft: is het een zelfstandig naamwoord (de/het woord), een werkwoord (geeft het een actie weer?) of een bijvoeglijk naamwoord? Dat helpt al bij het raden van de mogelijke betekenis.
Is het een positief of negatief woord? Gebruik dat idee bij het lezen van het stuk tekst. Als je het woord opzoekt, maak er dan een aantekening van. Als je twee zintuigen gebruikt, lezen en schrijven, onthoud je een woord langer! Voor tips woorden onthouden, zie pagina 13.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
5
Hoe en waarover voer ik gesprekken?
Ik praat over onderwerpen die eenvoudig en heel vertrouwd zijn en die gaan over dingen die ik nodig heb.
Ik praat over onderwerpen die alledaags en vertrouwd zijn.
Ik gebruik vooral (losse) woorden en eenvoudige uitdrukkingen.
Ik gebruik veel voorkomende woorden en uitdrukkingen die ik uit het hoofd heb geleerd over onderwerpen die horen bij dit niveau.
Ik ken voldoende woorden om eventueel met behulp van omschrijvingen te praten over de onderwerpen op dit niveau.
Ik ken voldoende woorden om duidelijke beschrijvingen te geven en meningen te verkondigen over de onderwerpen op dit niveau.
Ik pas eenvoudige grammaticaregels toe maar maak daarbij ook nog veel fouten.
Ik maak gebruik van veel voorkomende constructies en pas de basisgrammaticaregels behoorlijk goed toe.
Ik kan ook meer ingewikkelde grammaticaregels redelijk correct gebruiken en herstel fouten vaak uit mezelf.
Ik heb steeds steun nodig van de ander, ik gebruik graag een spiekpapiertje.
Ik begrijp de ander wel. Ik heb steun nodig van de ander maar neem af en toe zelf initiatief.
Ik kan het gesprek eenvoudig zelf beginnen, voeren en afsluiten. Ik kan gedeeltelijk herhalen wat de ander heeft gezegd om aan te geven dat ik het begrepen heb.
Ik aarzel heel vaak; ik heb tijd nodig om te bedenken hoe ik iets moet zeggen of uitspreken.
Ik aarzel nog regelmatig. Ik moet vaak een zin opnieuw formuleren.
Ik ben goed te volgen. Al en toe moet ik even pauzeren om mezelf te verbeteren of de volgende zin te plannen, vooral als ik langer aan het woord ben.
Ik hoef haast niet na te denken hoe ik iets moet zeggen en er zijn nog weinig opvallend lange pauzes.
Ik gebruik ''en'' en ''dan''.
Ik gebruik ''en'', ''dan'', ''maar'' en ''omdat''.
Ik verbind woorden en stukken zin tot een samenhangend geheel.
Ik kan heldere en samenhangende zinnen maken, al lukt het in langere bijdragen soms minder goed
Door mijn uitspraak ben ik met enige inspanning door de ander te verstaan.
Mijn uitspraak is matig. De ander moet af en toe wel vragen iets te herhalen.
Ik gebruik een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uitdrukkingen die ik uit mijn hoofd heb geleerd.
Ik praat over onderwerpen die mijn persoonlijke belangstelling hebben of die gaan over het dagelijks leven, opleiding, werk of situaties tijdens een reis.
Mijn uitspraak is duidelijk verstaanbaar ondanks soms een verkeerd uitgesproken woord.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
Ik praat over algemene onderwerpen die wetenschappelijk of beroepsmatig van aard kunnen zijn.
Ik kan improviseren als het nodig is, soms op een minder elegante manier, en kan goed ingaan op wat de ander zegt.
Mijn uitspraak is duidelijk en natuurlijk.
6
Tips gesprekken voeren
Bekijk het schema. Wat klopt voor jouw niveau? Werk aan die elementen waarmee je nog moeite hebt, bijvoorbeeld:
Om van A1 naar A2 te gaan, kun je: - oefenen met gespreksonderwerpen die iets minder eenvoudig zijn; - veel oefenen met gesprekjes zonder van een papiertje iets op te lezen - zinnen maken met ''omdat''; - proberen zelf (langere) zinnen te bouwen; - werken aan je uitspraak - ...
Voor uitspraakoefeningen: Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/spreken/letters-en-klanken/hetfonetisch-schrift/ Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/spreken/uitspraak/ Frans: http://phonetique.free.fr/alpha.htm of http://www.lepointdufle.net/ressources_fle/exercices_de_prononciation.htm Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/home/spreken/uitspraak/
In een vraaggesprek, zie je vaak dat de geïnterviewde een (deel van) de vraag herhaalt. Dat kan een handige tactiek zijn om tijd te winnen...
Ook is het handig om een aantal 'stopwoorden'' paraat te hebben. Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/spreken/useful-sentences-handigezinnen/ Duits: http://www.duits.de/vaklokaal/oefenen/spreken/basis-spreekzinnen.php Frans: http://www.thefrenchexperiment.com/learn-french/fillers.php Spaans: http://educatie.ntr.nl/cursusspaans/kerntaal.html
Voer in je hoofd denkbeeldig een gesprekje. Welke woorden heb je nog (extra) nodig? Maak een eigen woordenlijstje. Zoek ze op via internet, je lesboek of een woordenboek.
Voor tips woorden onthouden, zie pagina 13.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
7
Hoe spreek ik (mensen toe)?
Ik gebruik eenvoudige woorden en uitdrukkingen om mijn woonomgeving en de mensen om me heen te beschrijven.
Ik gebruik een reeks eenvoudige uitdrukkingen en zinnen om b.v. een kort praatje te houden over familie, andere mensen, leefomstandigheden, opleiding, school of een bijbaantje.
Ik gebruik ook langere zinnen om ervaringen, gebeurtenissen, dromen en verwachtingen te beschrijven. Ik kan een verhaal vertellen, de plot van een boek of film weergeven of mijn reacties beschrijven.
Ik gebruik met gemak zinsconstructies om presentaties te geven over allerhande, actuele onderwerpen waarbij ik voor- en nadelen van diverse kwesties uiteen kan zetten.
Ik gebruik een klein aantal woorden en eenvoudige uitdrukkingen.
Ik gebruik veel voorkomende uitdrukkingen die ik uit het hoofd heb geleerd.
Ik ken voldoende woorden om eventueel met behulp van omschrijvingen te praten over de onderwerpen op dit niveau.
Mijn woordenschat is toereikend om duidelijke beschrijvingen te geven en meningen te verkondigen zonder opvallend naar woorden te hoeven zoeken.
Ik gebruik een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uitdrukkingen die ik uit het hoofd heb geleerd.
Ik pas eenvoudige grammaticaregels toe, maar ik maak nog veel fouten.
Ik maak gebruik van veel voorkomende constructies en pas de basisgrammaticaregels behoorlijk goed toe.
Ik kan ook meer ingewikkelde grammaticaregels gebruiken en herstel fouten vaak uit mezelf.
Ik aarzel heel vaak. Ik heb tijd nodig om te bedenken hoe ik iets moet zeggen of uitspreken.
Ik aarzel nog regelmatig. Ik moet vaak een zin opnieuw formuleren.
Ik ben goed te volgen, maar ik moet af en toe pauzeren om mezelf te verbeteren of de volgende zin te plannen.
Ik hoef haast niet na te denken hoe ik iets moet zeggen. Ik kan improviseren als het nodig is.
Ik gebruik ''en'' en ''dan'' als voegwoorden.
Ik gebruik voegwoorden zoals: 'en', 'dan', ‘maar’ en ‘omdat’.
Ik verbind woorden en stukken zin tot een samenhangend geheel.
Ik kan heldere en samenhangende zinnen maken, al lukt het in langere bijdragen soms minder goed.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
8
Door mijn uitspraak ben ik alleen met enige inspanning te verstaan.
Mijn uitspraak is matig. De ander moet af en toe mij vragen iets te herhalen.
Ik lees teksten op van geheugensteuntjes of powerpointdia's.
Ik lees af en toe stukken voor van geheugensteuntjes of powerpointdia's.
Mijn uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een accent en af en toe een verkeerd uitgesproken woord.
Mijn uitspraak is duidelijk en natuurlijk.
Ik maak op redelijk natuurlijke wijze gebruik van geheugensteuntjes of powerpointdia's.
Ik presenteer op natuurlijke wijze met behulp van geheugensteuntjes of powerpointdia's.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
9
Tips spreken
Bekijk het schema. Wat klopt voor jouw niveau? Werk aan die elementen waarmee je nog moeite hebt, bijvoorbeeld: Om van A1 naar A2 te gaan kun je: o oefenen met hele korte spreekbeurten van zo'n 3 minuten; o digitale opnames maken van je eigen korte praatje, dit terugspelen en een vriend(in) om commentaar vragen; o werken aan je uitspraak Voor uitspraakoefeningen: Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/spreken/letters-en-klanken/hetfonetisch-schrift/ Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/spreken/uitspraak/ , Frans: http://phonetique.free.fr/alpha.htm, of http://www.lepointdufle.net/ressources_fle/exercices_de_prononciation.htm Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/home/spreken/uitspraak/
Om te oefenen met een spreekbeurt met alleen kaartjes met sleutelwoorden zie: Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/spreken/ Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/spreken/ Frans: http://wp.digischool.nl/frans/spreekvaardigheid/ Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/oefenen/hablar/
Tips spreekbeurt of presentatie houden Kijk of je op YouTube spreekbeurten van anderen kunt vinden - wat vind je goed? wat zou je wel of niet hetzelfde doen? Maak de opbouw in je spreekbeurt duidelijk: eerst vertel ik iets over...dan over...en tot slot...vragen graag na afloop... Werk met (kleine) spiekkaartjes met sleutelwoorden. Houd die in je hand. Niet gaan staan voorlezen, maar als geheugensteuntje gebruiken. Voor tips woorden onthouden, zie pagina 13. Zelfs de meest eenvoudige spreekbeurt, wordt leuker als je het aangenaam maakt om naar jou te kijken...
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
10
Hoe en wat schrijf ik?
Ik kan een korte eenvoudige mededeling schrijven, met losse woorden of hele korte zinnen, b.v. op een ansichtkaartje. Ik kan een eenvoudig formulier invullen.
Ik kan een heel eenvoudige persoonlijke e-mail of brief schrijven, b.v. om iemand voor iets te bedanken. Ook kan ik eenvoudige notities en boodschappen opschrijven.
Ik kan eenvoudige, samenhangende teksten schrijven over onderwerpen die vertrouwd zijn of die mijn belangstelling hebben, zoals e-mail, brieven en korte verslagen.
Ik kan over allerhande onderwerpen goede samenhangende lange teksten schrijven met eventueel daarin mijn mening verwerkt.
Ik maak gebruik van woorden en eenvoudige uitdrukkingen die gaan over persoonlijke zaken en vertrouwde situaties.
Ik maak gebruik van uitdrukkingen die veel voorkomen en die ik uit het hoofd heb geleerd. Deze gaan over mijn eigen omgeving of over eenvoudige alledaagse situaties.
Ik maak gebruik van een woordenschat die toereikend om over alledaagse onderwerpen te schrijven, eventueel met behulp van omschrijvingen.
Ik heb voldoende woordenschat om duidelijke beschrijvingen te geven en meningen te verkondigen over de meeste algemene onderwerpen.
Ik gebruik een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uitdrukkingen die ik uit het hoofd heb geleerd.
Ik pas eenvoudige grammaticaregels toe, maar ik maak ook nog veel fouten.
Ik maak gebruik van veel voorkomende constructies en pas de basisgrammaticaregels behoorlijk goed toe.
Ik heb een vrij uitgebreide beheersing van de grammatica. Ik maak geen fouten meer die de begrijpelijkheid in de weg staan.
Ik schrijf bekende woorden en korte zinnen correct over, ik spel mijn eigen adres, nationaliteit en andere persoonlijke zaken foutloos. Ik weet van een aantal woorden hoe je ze moet spellen, maar schrijf ze anders op zoals ik denk dat het ongeveer moet.
Ik schrijf korte zinnen zonder fouten over, bijvoorbeeld bij een routebeschrijving maar probeer ook zelf zinnen te maken, waar dan nog wel vrij veel fouten in zitten. Ik spel woorden redelijk goed, ongeveer zoals je ze uitspreekt.
Mijn tekst is over het algemeen in het geheel goed begrijpelijk. Mijn spelling, het gebruik van leestekens en de lay-out zijn in de meeste gevallen voldoende correct om te volgen.
Ik kan een duidelijke, begrijpelijke, lopende tekst schrijven en mijn lange tekst in logische stukken opdelen.
Ik gebruik ''en'' en ''dan'' als voegwoorden.
Ik gebruik voegwoorden zoals "en", "dan" en "omdat".
Ik verbind woorden en stukken van een zin tot een samenhangend geheel.
Ik kan goed structureren hoewel dat in lange tekst niet altijd even goed lukt.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
11
Tips schrijven
Bekijk het schema. wat klopt voor jouw niveau? Werk aan die elementen waarmee je nog moeite hebt, bijvoorbeeld:
Om van A1 naar A2 te gaan zou je een e-mail partner kunnen zoeken en geregeld mailtjes kunnen gaan uitwisselen. - Engels: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/schrijven/ - Duits: http://wp.digischool.nl/duits/oefenen/schrijven/ - Frans: http://wp.digischool.nl/frans/schrijfvaardigheid/ - Spaans: http://wp.digischool.nl/spaans/home/schrijven/
Er zijn twee manieren om schrijven aan te pakken: o Je begint lukraak met schrijven en krijgt je ideeën al schrijvend. Vervolgens ga je alles nog een keer herordenen. Op een computer kan dit natuurlijk makkelijker dan wanneer je met de hand schrijft. o Je maakt een z.g. "mind map" dat wil zeggen een reeks ideeën die je met behulp van"takken" en ''wolkjes'' opschrijft. Dan stel je een schrijfplan op waarin je die ideeën in een logische volgorde zet. Als je klaar bent met schrijven, laat dan een ander lezen wat je hebt opgeschreven.
Verander datgene wat niet duidelijk is,
leg het dan nog even weg.
Goed geschreven werk is altijd een aantal keren herzien! In geschreven werk vallen grammaticale fouten en spelfouten veel meer op dan wanneer je praat.
Als je op een computer werkt, altijd de spelling checker je werk laten controleren!
Voor tips woorden onthouden, zie pagina 13.
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
12
Woorden onthouden
Wist je dat je een woord 10x moet hebben gebruikt en/of gelezen (en begrepen!) om het in je lange termijngeheugen op te slaan?
Leer je woorden vooral NIET alfabetisch. Je haalt ze dan snel door elkaar.
Neem je voor om minstens .....aantal nieuwe woorden op te pikken uit een bekeken film.
Maak gebruik van on-line overhoorprogramma's, b.v. www.woordjesleren.nl of www.wrts.nl.
Spreek op je mobiele telefoon of in je laptop / pc woordenlijsten in. Eerst het Nederlands, dan een pauze, dan het woord in de taal die je aan het leren bent. Eventueel je leraar vragen je uitspraak te controleren. Dit bestand op je I-pod afluisteren (onder je hoofdkussen leggen is toch wat minder...).
Bron: www.erk.nl/leerling/ © SLO - Anne Beeker, in samenwerking met: Jos Canton, Daniela Fasoglio en Bas Trimbos
13