Hieronder volgt een selectie van klachten met betrekking tot het thema Wonen uit Amsterdam (2e kwartaal 2015) KIM 25546 (start 2014 Q3) Een man vertegenwoordigt een buurtvereniging. Eind juli 2014 stuurt hij een klacht over (geluids)overlast van een moskee naar Stadsdeel West cc naar de ombudsman. De ombudsman laat de man weten dat eerst het stadsdeel op klacht moet reageren. In reactie daarop vertelt de man dat de zaak al enkele jaren bekend is bij het stadsdeelbestuur en dat hij zaak graag in persoonlijk gesprek aan ombudsman wil toelichten. Twee medewerkers van de ombudsman bezoeken de man op 3 december 2014. De man vertelt op een aantal vragen aan het stadsdeel geen antwoord te hebben gekregen. De ombudsman vraagt de man om de onderliggende correspondentie om in beeld te krijgen wat de man precies aan het stadsdeel heeft gevraagd en wat daarop de reactie daarop was. Aangezien de man niets meer van zich laat horen, sluit de ombudsman begin mei 2015 het dossier. KIM 26455 (start 2015 Q1) Een man woont in Stadsdeel Nieuw-West en ondervindt geluidoverlast van een airco-unit op dak iets verderop. Hij neemt contact op met het stadsdeel en met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG). In januari 2015 ontvangt hij bericht van de gemeente dat zijn melding over Overlast Bedrijven en Horeca uiterlijk 20 augustus 2015 wordt afgehandeld. De man kan zich daarin niet vinden omdat deze lange afhandelingtermijn betekent dat hij in ieder geval de hele zomer 2015 overlast zal hebben van de airco-unit. Hij dient in maart 2015 een klacht in bij de gemeente met het verzoek handhavend op te treden. De ombudsman legt de zaak aan Stadsdeel Nieuw-West voor. Het stadsdeel laat weten dat de betreffende airco-unit niet over de vereiste vergunningen beschikt en illegaal is geplaatst. Het stadsdeel heeft de eigenaar van de airco-unit in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 20 augustus 2015 een omgevingsvergunning aan te vragen. ODNZKG heeft de klacht over geluidsoverlast in behandeling. Indien de eigenaar niet voor 20 augustus 2015 een aanvraag omgevingsvergunning heeft ingediend, zal het stadsdeel handhavend optreden. De ombudsman vindt de periode die het stadsdeel de eigenaar heeft gegund erg lang, maar dit is een voldongen feit. De ombudsman laat de man weten dat de overheid eigenaren van illegaal geplaatste airco-units in de gelegenheid moet stellen de installatie te legaliseren. In de eventueel op te leggen vergunningvoorwaarden kunnen eisen worden gesteld aan de isolatie van de airco-unit. De ombudsman geeft de man in overweging om de publicaties omtrent aanvraag vergunning en de vergunningverlening op de internetsite van het stadsdeel in de gaten te houden. Tegen de aanvraag kan hij zijn zienswijze indienen en tegen de vergunningverlening kan hij in bezwaar gaan. Aangezien de ombudsman niet bevoegd is over ODNZKG, adviseert de ombudsman de man zelf bij ODNZKG naar de voortgang van de afhandeling van zijn melding te informeren. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26497 en KIM 26497 (2015 start Q1) De ombudsman ontvangt twee verzoeken over hetzelfde onderwerp. Beide verzoeken gaan over het feit dat Amsterdammers met een lange woonduur, zich voor 1 juli 2015 voor € 50,- bij Woningnet dienen in te schrijven en jaarlijks € 10,- moeten betalen, om hun woonduur bij een toekomstige verhuizing te kunnen verzilveren. Dit heeft te maken met de verandering van de regels omtrent woonruimteverdeling en de nieuwe Huisvestingswet die met ingang van 1 januari 2015 van kracht is. Beide klagers voelen zich op kosten gejaagd. Zij leggen hun verzoek aan de ombudsman voor. Aangezien de gemeente nog niet op de verzoeken heeft kunnen reageren, stuurt de ombudsman de
verzoeken naar Ruimte en Economie, Wonen door. De afdeling Wonen beantwoordt het ene verzoek op 12 februari 2015. De beantwoording van het andere verzoek wordt opgeschort omdat de regeling voor de afdeling Wonen zelf op dat moment onduidelijk was. Het tweede verzoek wordt op 1 april 2015 alsnog beantwoord. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26793 (start 2015 Q1) Een vrouw dient een uitgebreide klacht in over het handelen van Wonen Amsterdam. Zij is het niet eens met de in rekening gebrachte kosten voor een vergunning voor tijdelijke verhuur. De betrokken ambtenaar stelt, dat de nota niet meer kan worden ingetrokken. De ombudsman stuurt in overleg met de vrouw haar klacht door naar Wonen Amsterdam. Gedurende de afhandeling van de klacht wordt de incasso opgeschort. Bij die stand van zaken is er geen rol voor de ombudsman weggelegd. KIM 26797 (2015 start Q1) Een man heeft om een ligplaatsvergunning te verkrijgen verschillende (bezwaarschrift) procedures gevoerd waarbij Stadsdeel Centrum en Waternet zijn betrokken. De man heeft een klacht over een medewerker van Waternet over de wijze waarop hij zich in die procedures heeft opgesteld. Hij legt zijn klacht aan de ombudsman voor. De ombudsman bestudeert de stukken en ziet geen aanleiding onderzoek te doen. Een deel van zijn klachten heeft Stadsdeel Centrum afgehandeld. Voor wat betreft de integriteitklacht over de betrokken medewerker is er een gesprek met Waternet geweest. Daarnaast had de man zijn bezwaren over de medewerker ook in de gerechtelijke procedure naar voren kunnen brengen. Uit de door de man aan de ombudsman overgelegde stukken wordt niet duidelijk op welke wijze hij in zijn belangen is geschaad. Alles overziende komt de ombudsman tot de conclusie dat hij geen aanleiding om de integriteit van de betrokken ambtenaar te onderzoeken. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26824 (2015 Q2) Deze klacht gaat over de afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning van Waternet en Vesting Finance. Een man kan zich niet vinden in de wijze waarop Waternet en Vesting Finance zijn brieven/klachten hebben afgehandeld. Hij is van mening dat Waternet ten onrechte Vesting Finance voor de inning van een factuur heeft ingeschakeld en dat Vesting Finance hem ten onrechte incassokosten in rekening heeft gebracht. Verzoeker wil de zijns inziens onverschuldigde incassokosten gerestitueerd krijgen. De ombudsman vraagt Waternet om een reactie. Waternet stuurt de ombudsman een kopie van de verzonden factuur, de betalingsherinnering en de aanmaning. Aangezien betaling uitbleef, heeft Waternet de vordering aan Vesting Finance ter incasso overgedragen. Vesting Finance heeft vervolgens € 30,- incassokosten in rekening gebracht op grond van de staffel Rapport Voorwerk II. Daarnaast mag een bedrag van € 30,- aan registratiekosten in rekening worden gebracht. Waternet stelt zich op het standpunt dat de incassokosten terecht in rekening zijn gebracht. Vesting Finance stond op het punt een brief van de man te beantwoorden maar zag daar vanaf toen bleek dat de man de hoofdsom en incassokosten volledig had betaald. Hiermee is het dossier gesloten. Er was geen aanleiding om de betaalde buitengerechtelijke kosten terug te betalen. De ombudsman legt de reactie van Waternet aan de man voor met de vraag of hij de desbetreffende factuur en aanmaningen etc. heeft ontvangen. De ombudsman vindt wel dat Waternet de brief van de man had moeten beantwoorden. De man laat niets meer van zich horen. De ombudsman sluit het dossier.
KIM 26832 (2015 Q2) Namens een Vereniging van Eigenaren wendt een man zich zowel tot zijn Stadsdeel Nieuw-West als tot de ombudsman inzake een verzoek om handhaving brandveiligheid. De ombudsman vraagt het stadsdeel of het verzoek in behandeling is genomen vanwege het veiligheidsaspect. Dit blijkt het geval te zijn. Nu de kwestie is opgepakt door het stadsdeel, ziet de ombudsman geen rol voor zich weggelegd en sluit het dossier. KIM 26837 (2015 Q2) Deze zaak speelt zich af in Stadsdeel Nieuw-West. Een man wendt zich tot de ombudsman en vertelt hij door problemen met zijn buren bang is gebruik te maken van het trapportaal. De man zit in een rolstoel en voelt zich bedreigd. Om naar de lift te gaan moet hij langs de deur van de buren met wie de onenigheid is. Daar komt bij dat deze buren spullen in de gang hebben staan waardoor hij er met zijn rolstoel niet goed langs kan. De ombudsman doet navraag bij het stadsdeel die op de hoogte blijkt te zijn met de situatie. Er zijn afspraken met alle betrokkenen gemaakt over het gebruik van het trapportaal en het niet meer mogen plaatsen van spullen. Ook is er een contactpersoon bij de woningbouwvereniging en bij het stadsdeel die rechtstreeks benaderd mogen worden als de gemaakte afspraken geschonden worden. Gezien deze feiten en omstandigheden ziet de ombudsman geen taak voor zich weggelegd. KIM 26850 (2015 Q2) Dit verzoek gaat over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning en Vesting Finance. Een vrouw is het niet eens met een vordering van Waternet, die volgens haar al door haar zoon is betaald. Via het Maatschappelijk Werk heeft zij bewijsstukken naar Waternet gestuurd. Haar maatschappelijk werkster ontving een mail van Waternet met alleen de bedragen die zij nog moet betalen met aanmaningskosten. De ombudsman adviseert de vrouw om in overleg met haar maatschappelijk werkster bij Waternet een klacht in te dienen, als zij er met de betrokken afdeling niet uitkomt. Vooralsnog is er nog geen rol voor de ombudsman weggelegd. KIM 26854 (2015 Q2) Deze zaak speelt zich af in Stadsdeel West. Een vrouw wendt zich namens haar VvE tot de ombudsman. Na funderingsonderzoek in 2003 had hun pand code II (binnen 25 jaar geringe maar acceptabele schade te verwachten). Zonder dat de VvE het wist, is in 2012 weer een funderingsonderzoek geweest en is code III toegekend (binnen 10 tot 15 jaar geringe maar acceptabele schade te verwachten). Een paar bewoners willen verhuizen maar hun woning is met code III niet of moeilijk verkoopbaar. Banken verstrekken namelijk geen hypotheek aan potentiële kopers. Volgens de VvE is er aanleiding voor het stadsdeel om alsnog code II toe te kennen. Het stadsdeel laat weten dat de gemeente al jaren geen funderingscodes meer afgeeft en geeft de VvE in overweging om zelf een gespecialiseerd bedrijf opdracht te geven om een funderingsonderzoek te laten uitvoeren. De vrouw legt de zaak aan de ombudsman voor die bij het stadsdeel informeert. Dan blijkt het stadsdeel bereid om een bureau opdracht te geven om de fundering op kosten van het stadsdeel te onderzoeken. Als de uitkomst negatief voor de VvE uitpakt, dient de VvE wel op korte termijn met funderingsherstel te beginnen. KIM 26857 (2015 Q2) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman aangezien Stadsdeel Noord volgens haar onterecht twee naast elkaar liggende zelfbouwkavels aan één huishouden heeft vertrekt. Volgens de vrouw is de
bedoeling van het aanbod dat verschillende huishoudens de mogelijkheid krijgen hun voor eigen bewoning bedoelde huis te ontwikkelen en te bouwen. De vrouw is de eerste op de wachtlijst en wil dat één van deze kavels alsnog aan haar wordt toegewezen. Uit onderzoek door de ombudsman komt naar voren dat het stadsdeel de kavels conform de tekst van de bijbehorende brochure heeft verstrekt. Om in vervolg eventuele miscommunicatie te voorkomen zegt het stadsdeel toe om de informatieverstrekking te verbeteren. De ombudsman ziet verder geen rol meer voor hem weggelegd en sluit het dossier. KIM 26858 (2015 Q2) Een man bezoekt het spreekuur van de ombudsman. Hij is directeur van een onderneming die short stay-appartementen verhuurt. Hij spreekt ook namens de belangenvereniging van short stayappartementenverhuurders. De man vraagt aandacht voor de wijze waarop de gemeente handhavend optreedt tegen hem en zijn concullega’s. Aangezien het beleid lacunes vertoont en aanbieders van short stay-appartementen zich op dit moment niet aan alle – soms tegenstrijdige – voorschriften kunnen houden, kunnen handhavers altijd wel overtredingen constateren die tot sluiting kunnen leiden. De man vraagt de ombudsman ook aandacht voor een ander probleem. Het komt voor dat omwonenden bij Zoeklicht een klacht indienen over bijvoorbeeld overlast van short stayhuurders. De man zou graag willen dat deze klachten direct ter ore komen van het short staybedrijf om deze in gelegenheid te stellen aan de overlast een eind te maken. Uit onder meer privacyoverwegingen was Zoeklicht daar tot op heden niet toe bereid. De ombudsman legt de man uit dat hij geen onderzoek kan doen naar het beleid van de gemeente. De man mag de ombudsman bellen als er weer sprake is van een handhavingsactie van de gemeente die zijns inziens onterecht is. De ombudsman zal dan bezien of er aanleiding is om de gemeente binnen 24 uur om een reactie te vragen. Daarnaast zal de ombudsman de clusterdirecteur Ruimte en Economie en de manager Wonen vragen of het wil meewerken aan een experiment door binnengekomen klachten direct aan verzoeker door te spelen (zo nodig geanonimiseerd) zodat verzoeker of een van zijn aangesloten ‘providers’ direct op de klacht kan reageren en deze mogelijk kan verhelpen. KIM 26861 (2015 Q2) Een man verhuist in oktober 2014 naar zijn huidige woning. De woning is maar 37 m2 groot en de man wil op termijn met zijn vriendin samenwonen. De woning is daarvoor te klein. Hij wil daarom graag gebruik maken van de regeling Tijdelijk behoud inschrijfduur. Wanneer hij zich (opnieuw) bij Woningnet wil inschrijven, verneemt hij dat de regeling wordt afgeschaft. Dit, terwijl hem eerder verschillende malen was verzekerd dat de regeling blijft bestaan. Hij vraagt zich af waarom hij zo slecht is voorgelicht. Hij legt zijn probleem aan de ombudsman voor die bij Wonen informeert. Dan blijkt dat er een overgangsregeling in de maak is, maar omdat nog niet precies bekend is hoe deze er komt uit te zien, is dat nog niet via de internetsite van Woningnet gecommuniceerd. Wonen adviseert de man om zich voor 1 juli 2015 bij Woningnet in te schrijven om van de overgangsregeling gebruik te kunnen maken. De ombudsman geeft dit advies door en sluit het dossier. KIM 26871 (2015 Q2) Dit verzoek heeft betrekking op de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Zaanstad. Uit privacyoverwegingen, licht de ombudsman deze zaak niet verder toe. KIM 26877 (Start 2015 Q2)
Een vrouw wendt zich tot de ombudsman met een kreet om hulp. Er is onder meer wegens een schuld bij Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning beslag gelegd op haar bankrekening, waar de kinderbijslag op wordt gestort. Zij heeft contact met schuldhulpverlening. De ombudsman verneemt van schuldhulpverlening, dat er een inhoudelijk verschil van mening is over deze beslaglegging. Hierover heeft schuldhulpverlening telefonisch contact opgenomen met de deurwaarder. Schuldhulpverlening wil dit schriftelijk aankaarten bij de deurwaarder, maar heeft daarvoor bankafschriften nodig van de vrouw. De ombudsman adviseert de vrouw deze aan schuldhulpverlening te verstrekken. Mocht schuldhulpverlening er niet uitkomen met de deurwaarder, dan kan opnieuw contact worden opgenomen met de ombudsman. De ombudsman zal dan bezien of en wat hij voor de vrouw kan betekenen. KIM 26882 (2015 Q2) Dit verzoek gaat over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning. Een man wendt zich tot de ombudsman, omdat hij niet eens is met de eindafrekening, die Waternet hem gestuurd heeft na zijn verhuizing. De data van afrekeningen zouden niet overeenkomen met de periode dat de man op het betreffende adres woonde. De ombudsman stelt hier vragen over aan het Waternet. Waternet geeft nadere uitleg en stuurt die ook naar de man. De ombudsman vraagt aan de man of zijn klacht hiermee afgehandeld is. De man laat niet meer van zich horen. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26886 (2015 start Q1) Een man mailt de ombudsman dat zijn klacht over geluidsoverlast niet goed wordt opgepakt door Stadsdeel Oost. Er is een meting verricht waaruit blijkt dat de normen worden overtreden, maar de toegezegde actie richting de overlast veroorzakende ondernemer blijft uit. De man doet meerdere keren telefonisch navraag, maar krijgt steeds geen antwoord. Uiteindelijk laat het stadsdeel weten dat de kwestie bij de Omgevingsdienst thuis zou horen. Ook daarna waagt de man verschillende pogingen om telefonisch informatie te krijgen, maar dit is vergeefs. De man wendt zich tot de ombudsman. Wanneer de ombudsman telefonisch contact opneemt met de man, blijkt de zaak te zijn opgelost. De Omgevingsdienst heeft de ondernemer aangeschreven en de ondernemer heeft de installatie vervangen. De man ervaart geen overlast meer. Wel maakt hij zich zorgen over de afstemming tussen het stadsdeel en de Omgevingsdienst. Dat signaal neemt de ombudsman mee bij eventuele volgende klachten hierover. KIM 26891 (2015 Q2) Deze klacht heeft betrekking op het Schadeloket van Waternet. Een man heeft sinds 2000 last van schimmel in zijn woning. Via 14020 vraagt hij regelmatig bij Waternet aandacht voor dit probleem. De man vertelt de ombudsman dat Waternet niet adequaat op zijn meldingen heeft gereageerd. De man weet niet of het aan Dienstverlening (14020) of aan Waternet ligt of aan de communicatie tussen beide organisaties. Pas begin 2014 ziet Waternet aanleiding onderzoek te doen. Dan komt vast te staan dat de oorzaak van de schimmeloverlast bij een verstopte kolk ligt bij de man voor zijn woning. De verzekeraar van Waternet laat een expertisebureau onderzoek doen naar de schade. Het bureau stelt de schade vast op € 6.500,-. Volgens de man is de schade € 30.000,- maar hij kan dit niet met facturen en bonnen onderbouwen. De ombudsman laat de man weten dat hij geen onderzoek kan doen naar de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter. Wat betreft de klacht over de communicatie van Dienstverlening en Waternet, wijst de ombudsman de man op de voorliggende klachtenprocedure. De ombudsman vraagt de man
onderliggende stukken op te sturen om te bezien of Waternet al in de gelegenheid is geweest op de klacht te reageren en of er voor de ombudsman aanleiding is onderzoek te doen. De man laat niets meer van zich horen. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26892 (2015 Q2) Een man huurt een woning in Stadsdeel Centrum en ondervindt geluidsoverlast van een beneden hem gevestigde club. Hij meldt dit meerdere keren bij het stadsdeel. Als hij geen reactie krijgt, wendt hij zich tot de ombudsman. Deze informeert bij het stadsdeel dat inmiddels een meting heeft gedaan waarbij is geconstateerd dat de geluidsnormen zijn overschreden. Naar aanleiding hiervan is het stadsdeel een handhavingtraject opgestart. Er is gesproken met de uitbater van de club en deze is bereid mee te werken. De ombudsman sluit hierop het dossier. KIM 26897 (2015 Q2) Een man beklaagt zich over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning wat betreft de gang van zaken bij het doorgeven van de meterstand van zijn waterverbruik. Hij ontvangt digitaal een telefonische herinneringen om zijn meterstanden door te geven. Hij belt met klantenservice van Waternet, omdat hij geen opgave kaart heeft ontvangen en ook geen e-mail met het verzoek de stand door te geven. De enige mogelijkheid volgens klantenservice is het telefonisch doorgeven van de meterstand. De man neemt de meterstand op wil deze doorbellen. Hij wordt geconfronteerd met een enorme wachttijden aan de telefoon. Desgevraagd laat de man de ombudsman weten dat hij digitaal een klacht hierover bij Waternet heeft ingediend. Daarop vraagt de ombudsman hem de reactie van Waternet af te wachten. Als hij daarover niet tevreden is, dan kan hij opnieuw contact met de ombudsman opnemen. KIM 26902 (2015 Q2) Deze zaak speelt zich af in Stadsdeel Centrum. Een man heeft stankoverlast van de rookafvoer van een restaurant bij hem om de hoek. De rookafvoer bevindt zich aan de achterkant van de woning dicht bij verzoekers slaapkamerraam. Het gaat om dampen en gassen als gevolg van de bereiding van voedsel. Het restaurant beschikt over een ontgeuringsinstallatie maar die werkt volgens de man niet naar behoren. De man legt zijn klacht aan de ombudsman voor die bij het stadsdeel informeert. Dan blijkt dat het stadsdeel het restaurant in mei 2015 een bestuurlijke waarschuwing en vier weken de tijd heeft gegeven om geconstateerde gebreken op orde te brengen. Er is dus een handhavingtrajecten opgestart. De ombudsman volgt de vervolgacties van het stadsdeel. KIM 26910 (2015 Q2) Deze zaak heeft betrekking op DZS Woonvoorzieningen. Twee vrouwen wonen in hetzelfde pand in verschillende woningen op de derde verdieping. Beiden hebben een traplift aangevraagd. DZS Woonvoorzieningen kent de ene vrouw een traplift toe voor de begane grond naar de eerste verdieping op voorwaarde dat ze zelf de kosten draagt voor een traplift naar de twee andere verdiepingen. De andere vrouw krijgt een afwijzing: ‘Gezien uw medische situatie zult u in de toekomst drie trapliften nodig hebben. Daarom biedt de gevraagde woonruimteaanpassing onvoldoende oplossing bij uw woonprobleem’. De vrouw erkent dat een traplift om een verdieping te overbruggen geen oplossing is, maar vraagt in haar bezwaar een traplift toe te kennen voor de eerste naar de tweede verdieping. Samen met de buurvrouw zorgen ze dan voor een traplift van de tweede naar de derde verdieping. Hiermee zijn twee mensen geholpen en kan zij sterven in het huis waar ze niet weg wil. Zij legt de zaak aan de ombudsman voor. Uit de stukken is het voor de
ombudsman onduidelijk waarom DZS Woonvoorzieningen de ene vrouw wel een traplift toekent en de andere niet. Na interventie door de ombudsman is DZS Woonvoorzieningen alsnog bereid om een traplift toe te kennen. Beide buren zijn daar erg content mee en delen de kosten voor de traplift van de tweede naar de derde verdieping. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26926 (2015 Q2) Schuldhulpverlening wendt zich voor een cliënte tot de ombudsman met het volgende: De vrouw woont met kinderen in een vrije sectorwoning van een particuliere verhuurder en ontvangt tot 1 april 2015 woonkostentoeslag van DWI. Daardoor kan zij de huur niet meer betalen met alle gevolgen van dien. DWI heeft de toeslag al een keer verlengd en stelt dat opnieuw verlengen niet meer mogelijk is. Het lukt de vrouw niet om passende woonruimte te vinden. Een aanvraag bij Wonen Amsterdam om urgentie is afgewezen, omdat haar schulden nog niet zijn gesaneerd en dat is niet mogelijk, zolang de vrouw geen passende woonruimte heeft gevonden. Over deze afwijzing is nog een klacht in behandeling. De ombudsman vraagt DWI om bij hoge uitzondering de toeslag toch nog voor drie maanden te verlengen. DWI komt tegemoet aan dit verzoek. Hierdoor is ruimte gecreëerd om toch nog een oplossing te vinden. De ombudsman dankt DWI voor de medewerking. KIM 26929 (2015 start Q2) Een vrouw bezoekt het spreekuur. In 2013 is zij van Amsterdam naar Ouderkerk aan de Amstel verhuisd. Zij kan daar niet aarden en wil terug naar Amsterdam. Zij maakt gebruik van de regeling Tijdelijk behoud woonduur die inhoudt dat zij met behoud van haar oude woonduur op woningen in Amsterdam kan reageren. Zij verneemt dat de regeling met in gang van 1 juli 2015 wordt afgeschaft. Zij komt daardoor in grote problemen omdat zij veel op woningen reageert maar steeds achter het net vist. Zij vreest voor 1 juli 2015 geen geschikte woning te kunnen vinden. Zij bezoekt het spreekuur van de ombudsman die bij Wonen Amsterdam informeert. Dan blijkt dat de gemeente aan een overgangsregeling werkt maar dat nog niet bekend is hoe die wordt uitgewerkt. Het ziet er dus naar uit dat de vrouw ook na 1 juli 2015 van de regeling gebruik kan maken. De vrouw dient de publicaties daaromtrent om de internetsite van Woningnet in de gaten te houden. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26934 (2015 Q2) Dit verzoek gaat over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning. Een man wendt zich tot de ombudsman aangezien er volgens hem een onjuiste verrekening van facturen met de jaarrekening heeft plaatsgevonden. Vanwege een verhuizing heeft hij zich per 1 januari 2015 uitgeschreven bij Waternet. Desondanks ontvangt hij rekeningen van Waternet. De man dient een klacht in bij Waternet. Over de afhandeling daarvan is hij niet tevreden. Volgens hem haalt Waternet de jaren 2014 en 2015 door elkaar. Hij overweegt aangifte van diefstal te doen. De brief van Waternet naar aanleiding van de klacht van verzoeker is onduidelijk. Het lijkt er inderdaad op dat de jaren 2014 en 2015 door elkaar worden gehaald. Op grond van de beperkte informatie die de ombudsman heeft, lijkt het inderdaad of 2014 en 2015 door elkaar worden gehaald. De ombudsman stelt een onderzoek in om te bekijken wat er precies aan de hand is. KIM 26940 (2015 Q2) Deze klacht heeft betrekking op Stadsdeel West. Een man heeft een woning waar in het verleden een chemische fabriek en een verf- en asfaltfabriek heeft gestaan. Om die reden is bij de bouw in
1996/1997 van het blok huizen waar de woning deel vanuit maakt een waterdichte laag aangebracht zodat het grondwater niet aan de oppervlakte kan komen. Stadsdeel Westerpark heeft destijds tevens een beheersplan opgesteld waarin onder meer staat dat de luchtkwaliteit en het grondwater iedere vijf jaar wordt gecontroleerd. De man treft grondwater in de kruipruimte aan en vraagt zich af en maakt zich zorgen. Op 3 januari 2015 meldt hij de aanwezigheid van het grondwater in de kruipruimte bij Stadsdeel West en vraagt naar de uitslag van de vijfjaarlijkse onderzoeken. Dan blijkt dat niemand bij Gebruik, Bouw en Milieu binnen het stadsdeel bekend is met het beheersplan van voormalig Stadsdeel Westerpark. Stadsdeel West verwijst de man naar de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebeid (ODNZKG) als opvolger van de Milieudienst. Het stadsdeel verwijst hem ook naar RVE Grond & Ontwikkeling. Een andere ambtenaar van het stadsdeel die bij ODNZKG informatie heeft ingewonnen, verwijst de man een projectontwikkelaar/bouwer die aan de overkant damwanden heeft geslagen en de overlast daardoor zou zijn ontstaan. Tot slot wordt de man naar Waternet verwezen omdat Waternet een grondwaterzorgtaak heeft. De man stelt vast dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Hij is van mening dat Stadsdeel West als opvolger van Stadsdeel Westerpark in beginsel verantwoordelijk is voor de nakoming/uitvoering van het beheersplan. De man wendt zich tot de ombudsman die een onderzoek instelt. Het stadsdeel erkent dat het niet goed op de melding heeft gereageerd. Het stadsdeel laat weten dat de afdeling Grond en Ontwikkeling ‘GenO’ belast is met de nazorg van dit bodemsaneringsproject. De pomp die onderdeel is van de aangelegde maatregel is in overleg met de Omgevingsdienst in 2012 uitgezet. Er wordt door GenO momenteel gewerkt aan een nieuw beheersplan. Het grondwater dat in de kruipruimte staat is naar verwachting schoon. GenO heeft opdracht gegeven voor bemonstering en zal daartoe met de man een afspraak maken. Uit de reactie van het stadsdeel blijkt dat de melding van de man alsnog goed is opgepakt. De ombudsman sluit het dossier maar laat de man weten dat als hij niet tevreden is over het vervolg van de procedure hij zich weer kan melden. KIM 26945 (2015 Q2) Deze zaak gaat over DWZS. Een vrouw wendt heeft een aangepaste rolstoel toegekend gekregen. De leverancier laat haar echter weten dat de rolstoel niet aan de juiste configuratie voldoet. Er is een nieuwe rolstoel aangevraagd maar het kan nog 5 á 6 weken duren voordat deze klaar is. Momenteel maakt de vrouw gebruik van een geleende slecht passende rolstoel, die haar rugklachten geven waardoor zij zich niet meer zelfstandig kan aan- en uitkleden. De ombudsman ziet aanleiding de dienst om een oplossing te vragen. De dienst laat weten, dat de rolstoel inmiddels alsnog is geleverd binnen de tijd, die de dienst heeft afgesproken met de leverancier. Het probleem is hiermee opgelost en de ombudsman sluit het dossier. KIM 26954 (2015 Q2) Deze zaak gaat over Stadsdeel Centrum. Een man vertelt dat zijn buurman een vergunning heeft aangevraagd om aan zijn schuur, een woonbestemming te mogen geven. Uit het conceptbesluit blijkt dat het stadsdeel voornemens is de aanvraag af te wijzen, maar tevens lijkt gebruik van de schuur voor andere doeleinden dan wonen, met een maximum van twaalf uur per dag, wel te worden toegestaan. Hierbij verwijst de gemeente naar het gebruik van de schuur in het recente verleden. De woning van de man wordt door een eensteensmuur gescheiden van de schuur en hij ondervindt van de bedrijfsmatige activiteiten geluidsoverlast. Hij wil dat het stadsdeel handhavend optreedt tegen dit gebruik. De ombudsman adviseert de man een verzoek tot handhaving te richten aan de afdeling Handhaving van het stadsdeel. Met betrekking tot het conceptbesluit geeft de ombudsman in
overweging om al dan niet met behulp van een advocaat zijn zienswijze in te dienen. Voor de ombudsman is er op dit moment geen rol weggelegd. KIM 26967 (2015 Q2) Deze zaak gaat over het Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam. Een aannemer heeft een conflict met de gemeente over de oplevering van een aantal grote bouwprojecten die hij in opdracht van de gemeente heeft gebouwd. Volgens de gemeente zijn de projecten niet tijdig opgeleverd. De gemeente legt hem om een forse vertragingboete op. De aannemer stelt dat hij de projecten wel tijdig heeft opgeleverd. Er was bij de inspectie wel sprake van een klein gebrek, maar dat was op te lossen met een kleine ingreep. De bouwwerken konden gewoon in gebruik worden genomen. Volgens de aannemer had de gemeente haar toestemming aan de opleveren nooit mogen onthouden. Sterker nog, de gemeente is hem nog geld schuldig voor enkele werkzaamheden. De aannemer kan zich niet vinden in de opstelling van de gemeente in deze kwestie. Die zou alleen willen onderhandelen maar niet over de inhoud van de kwestie willen praten. De aannemer heeft een finaal aanbod gedaan waar de gemeente niet meer akkoord is gegaan. De aannemer legt de zaak aan de ombudsman voor. Die oordeelt dat de kwestie zowel juridisch als technisch zeer complex van aard is. Hij is van mening dat door naar het procedurele aspect (de opstelling van de gemeente) te kijken bijna niet voorbij gegaan kan worden aan de inhoud. De vraag of de gemeente juridisch gezien haar goedkeuring aan de oplevering van de projecten mocht onthouden en de vraag of de vordering van de aannemer een grond heeft, dienen in een juridische procedure te worden beslecht. De Gemeentelijke Ombudsman sluit het dossier. KIM 26968 (2015 Q2) Een echtpaar uit IJburg in Stadsdeel Oost leeft in onmin met de buren. Ze voelen zich getreiterd doordat de buren zonder toestemming stellages voor verbouwingen in hun tuin hebben geplaatst en hun auto voor de oprit van het echtpaar hebben geparkeerd. Half april ontvangt het echtpaar een brief van de buren. Hierin wordt aangekondigd dat zij gedurende acht weken gebruik willen maken van hun oprit voor het plaatsen van een steiger. Het stadsdeel zou een vergunning hebben verleend voor het plaatsen van een dakopbouw. Het echtpaar begrijpt niet dat de steiger niet in de tuin van de buren zelf kan staan. Het gaat immers om een vrijstaande woning. Bovendien willen zij zelf gebruikmaken van hun oprit. Ze zijn echter bang dat de buren toch over zullen gaan tot de plaatsing van de steiger. Dit is volgens hen in het verleden immers ook al gebeurd. De ombudsman legt het echtpaar uit dat zij niet akkoord hoeven te gaan met de plaatsing van een steiger op terrein dat in hun eigendom is. In het uiterste geval zou het echtpaar een kort geding bij de rechter kunnen aanspannen om de plaatsing tegen te gaan. Nu het om een langlopend conflict lijkt te gaan, verdient het echter voorkeur om eerst contact te zoeken met buurtbemiddeling. Mocht dat niets uithalen en de steiger wordt toch geplaatst, dan kan het echtpaar ook nog terecht bij de buurtregisseur. Het stadsdeel gaat echter alleen over de verlening van de vergunning voor de dakopbouw. Zaken als het plaatsen van steigers dienen met de buren onderling te worden afgestemd. De ombudsman verwijst het echtpaar warm door en sluit hierop het dossier. KIM 26970 (2015 Q2) Een man heeft een woning gekocht in Stadsdeel Centrum. In de koopakte staat de woning omschreven als winkelhuis met een daar bovengelegen woning. De man is het pand aan het verbouwen en wel zodanig, dat de benedenverdieping als winkel wordt ingericht en dat de bovengelegen woning als zelfstandige woning verhuurd zal gaan worden. De man krijgt een aanzegging
van de gemeente dat de verbouw gestaakt moet worden omdat er in strijd met een aantal bepalingen verbouwd wordt. De klacht van de man, ingediend bij de ombudsman, richt zich tegen de bestemming van de woning bij de gemeente. De woning staat beschreven als ‘wonen met bedrijvigheid’. Dit betekent, dat de bovengelegen woning geen zelfstandige woning is en niet als zodanig verhuurd mag worden. De ombudsman ziet op dit moment geen aanleiding om een nader onderzoek in te stellen, aangezien de man ook een klacht bij de gemeente heeft ingediend. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26984 (Start 2015 Q2) Dit verzoek gaat over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning. Een man ontvangt in april 2015 de jaarafrekening van Waternet waar uit blijkt dat hij geld terugkrijgt. Omdat de man het geld goed kan gebruiken en op de afrekening niet staat wanneer hij het bedrag op zijn rekening kan verwachten, belt hij naar Waternet. Waternet laat weten dat het geld is overgemaakt maar een week later staat het nog niet op zijn rekening. Een nieuw telefoontje brengt aan het licht dat het geld naar een verkeerd rekeningnummer is overgemaakt. De man maakt zich zorgen en vraagt de ombudsman behulpzaam te zijn. Als de ombudsman bij Waternet naar deze zaak informeert, blijkt het probleem te zijn opgelost. De bank heeft het geld teruggestort naar Waternet omdat het was overgemaakt naar een opgeheven rekeningnummer. Waternet laat zowel de man als de ombudsman weten dat het om een systeemtechnische fout ging. Waternet biedt excuses aan en zorgt voor een spoedbetaling naar de bankrekening van de man. Als blijkt dat de man het geld heeft ontvangen, sluit te de ombudsman het dossier. KIM 26993 (2015 Q2) Deze zaak speelt zich af in Stadsdeel Nieuw-West. Een vrouw wendt zich tot de ombudsman met een klacht over geluidsoverlast veroorzaakt door een sportschool. Het stadsdeel lijkt de meldingen te hebben opgepakt, maar de zaak is gestagneerd bij de inspecteur die een geluidsmeting zou komen doen. Het lukt de vrouw niet om contact met hem te krijgen. De ombudsman stuurt de klacht door naar het stadsdeel met het verzoek om op korte termijn contact op te nemen met de vrouw om verdere afspraken te maken over de geluidsmeting. Mocht dat geen soelaas bieden, dan kan de vrouw dat uiteraard aan de ombudsman laten weten. KIM 27005 (2015 Q2) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman, omdat zij geluidsoverlast ondervindt van verbouwingswerkzaamheden aan nabijgelegen woningen. Het gaat haar voornamelijk om de tijdstippen van de werkzaamheden. De vrouw heeft haar klacht ook gericht aan Stadsdeel Centrum waar zij woont. Het stadsdeel reageert snel op haar klachten en schrijft dat diegene die verantwoordelijk zijn voor de verbouw zijn aangeschreven en zijn gewezen op de geldende regelgeving en het herhaaldelijk geconstateerde overtreden daarvan. Naast deze verbouw wordt een aantal woningen intern verbouwd. Dit kan vergunningsvrij worden uitgevoerd. Deze verbouwingen geven vooralsnog geen aanleiding om maatregelen te nemen. De ombudsman vraagt aan de vrouw of het stadsdeel haar klacht hiermee voldoende heeft beantwoord. Wanneer hij geen reactie krijgt, sluit hij het dossier. KIM 27017 (2015 Q2) Een man wendt zich namens een aantal bewoners tot de ombudsman over het uitblijven van een inhoudelijke reactie op een verzoek aan Stadsdeel Oost om in overleg te treden over wateroverlast in hun woningen. De ombudsman doet navraag bij het stadsdeel en verneemt dat een
reactie abusievelijk is uitgebleven, omdat niet duidelijk was welke afdeling dit zou oppakken. Het stadsdeel voldoet alsnog per omgaande aan het verzoek van de man om een gesprek en zal daarin bezien wat het stadsdeel voor hem kan betekenen. Nu de kwestie alsnog opgepakt is door het stadsdeel, is er geen rol meer voor de ombudsman. De ombudsman sluit het dossier. KIM 27023 (2015 Q2) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman voor hulp inzake haar probleem met de verlenging van haar urgentie en de beëindiging van de maatschappelijke opvang in juni. De ombudsman vraagt haar om contact op te nemen om haar klacht toe te lichten. Zij bezoekt het spreekuur en blijkt net een woning via Woningnet te hebben geaccepteerd. Haar probleem is dus opgelost. Zij is echter niet tevreden over het feit, dat zij geen woning mag weigeren en vindt de slaapkamer van de woning te klein voor haar en haar dochter. De ombudsman legt uit, dat een urgentie slechts in noodgevallen wordt verstrekt en dat een weigering dan niet wordt geaccepteerd. Zij geeft zelf aan dat zij met haar contactpersoon gaat bekijken of de berging geschikt is als slaapkamer voor haar dochter. Geen vermoeden van onbehoorlijk handelen en dus geen rol voor de ombudsman, die het dossier sluit. KIM 27047 (2015 Q2) Een vrouw dient een klacht in tegen het handelen van Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning, die na vier jaar een eindafrekening waterverbruik stuurt. Zij reageert in april per brief vraagt daarin tevens om een betalingsregeling, omdat zij dat bedrag niet in één keer kan betalen. Een reactie blijft uit. Vervolgens ontvangt zij in mei een brief, dat genoemd bedrag niet geïncasseerd kon worden van haar rekening en dat er € 10,- administratiekosten bijkomen als zij niet voor eind mei betaalt. Hierop neemt zij telefonisch contact op met Waternet en krijgt te horen dat het druk is, waardoor zaken blijven liggen. Zij vindt dit niet acceptabel. De ombudsman legt haar klacht voor aan Waternet. Waternet handelt de klacht af met excuses voor het niet beantwoorden van haar brief. Bij de klachtafhandeling blijkt, dat de beginstand van de meter niet correct was. De nota is daardoor aanzienlijk verlaagd. Bij die stand van zaken sluit de ombudsman het dossier. KIM 27051 (2015 Q2) Bij verkoop van zijn pand ontdekt een man dat Stadsdeel West de bestemming van zijn woning in 2006 in het bestemmingsplan is gewijzigd. De bestemming is gewijzigd van een woning met gemengde bestemming naar een pand met dubbele woonbestemming. Hiervan is de man nooit in kennis gesteld. Door deze wijziging lijdt de man een aanzienlijk financieel nadeel bij verkoop van het pand. De man neemt contact op met het stadsdeel om dit probleem aan te kaarten. Zolang het stadsdeel hierover nog geen uitspraak heeft gedaan is er geen rol voor de ombudsman weggelegd. KIM 27093 (2015 Q2) Een man woont in een drukke winkelstraat in Stadsdeel Centrum boven winkels. Hij ondervindt veel geluidsoverlast van de laad- en losactiviteiten van de bevoorrading van de winkels. Dit kost meestal anderhalf tot twee uren en gaat gepaard met veel kabaal. De man heeft eindeloos veel gesprekken gevoerd met de diverse winkels en na anderhalf jaar is eindelijk een rijplaat - die wordt gebruikt om over de drempel van de winkel te komen - voorzien van een extra dempende laag. Dit heeft iets geholpen maar de grote overlast blijft. Volgens de man is laden en lossen ter plaatse op zondag niet toegestaan maar gebeurt dat toch. De man heeft het stadsdeel tevergeefs gevraagd handhavend op te treden. Hij ervaart de bejegening door het stadsdeel als onaangenaam en frustrerend. Hij legt de zaak aan de ombudsman voor die besluit de zaak in onderzoek te nemen.
KIM 27126 (2015 Q2) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman en beklaagt zich over Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning die geen betalingsregeling met haar wil treffen. Daarnaast is ze niet tevreden over de bejegening van een medewerker. De vrouw is vorig jaar in de schuldhulpverlening toegelaten. De ombudsman adviseert de vrouw om het probleem met de betalingsregeling bij de schuldhulpverlening aan te kaarten. Schuldhulpverlening kent haar financiële situatie en kan haar over de mogelijkheden informeren. De ombudsman geeft haar in overweging om haar bejegeningklacht over een medewerker van Waternet aan Waternet voor te leggen. Indien zij niet tevreden is over de afhandeling van de klacht kan zij zich weer tot de ombudsman wenden. KIM 27133 (2015 Q2) Deze klacht heeft betrekking op de afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning van Waternet. Een man wendt zich tot de ombudsman en laat weten dat hij een aanmaning voor een factuur watergeld heeft ontvangen zonder dat hij eerst de factuur zelf en een herinnering heeft ontvangen. Waternet brengt hem aanmaningskosten in rekening. Hij kan zich daar niet in vinden en dient een klacht in bij Waternet. Waternet stelt zich op het standpunt dat de factuur en de herinnering zijn verstuurd en is niet van plan de aanmaningskosten ongedaan te maken. De ombudsman vraagt Waternet nog eens naar de zaak te kijken. Waternet doet onderzoek naar de postverzending maar kan geen verklaring vinden voor het feit dat de man de factuur noch de herinnering heeft ontvangen. Aangezien er geen sprake is van structureel te laat betalen ziet Waternet aanleiding om de in rekening gebrachte kosten aan de man terug te betalen. De man laat de ombudsman weten tevreden te zijn met de wijze waarop de zaak is afgehandeld. De ombudsman sluit het dossier. KIM 27148 (2015 Q2) Deze klacht heeft betrekking op de afdeling Bouwen en Wonen van Stadsdeel Zuid. Een man is eigenaar van een appartement in Stadsdeel Zuid. Het pand is in 2004 rijksmonument geworden. Hij wil een raam vervangen maar heeft daar op grond van de Monumentenwet 1998 een vergunning voor nodig. Hij heeft bij het stadsdeel om een voorgesprek gevraagd maar dit is hem geweigerd. Hij is verwezen naar het aanvraagformulier voor een bouwvergunning op de internetsite van het stadsdeel. Hij heeft het formulier ingevuld met de bedoeling om eerst een voorgesprek te hebben. Het was niet zijn bedoeling om een officiële aanvraag in te dienen. Het stadsdeel heeft de aanvraag in behandeling genomen en hem een rekening legeskosten gestuurd van € 250,-. Nergens stond vermeld dat dit bedrag direct in rekening zou worden gebracht. De man is ontstemd over de gang van zaken. Aangezien de man nog niet de voorliggende klachtprocedure bij het stadsdeel heeft doorlopen, verwijst de ombudsman hem daarnaar. Het stadsdeel dient namelijk eerst zelf nog in de gelegenheid gesteld te worden om op zijn klacht te reageren. Als de man niet tevreden is over de wijze waarop het stadsdeel zijn klacht afhandelt, kan hij zich weer tot de ombudsman wenden. De ombudsman sluit het dossier. KIM 27150 (2015 Q2) Een gezin woont in Stadsdeel Oost. Bij de voordeur in de stoep is een zogenaamde Struikelstenen of Stolpersteine geplaatst. Dit zijn stenen van 10cm x 10cm om slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog te gedenken. Het gezin maakt bezwaar tegen de locatie van de gedenksteen. Op de steen staat – weliswaar in het klein – het woord vermoord. De steen op die locatie doet afbreuk aan hun woongenot. Zij willen graag dat de steen naar een paar meter verderop voor hun woning wordt
verplaatst. De nabestaanden van degene die met de steen wordt herdacht en die de steen heeft aangevraagd willen daar niet aan meewerken. De ombudsman neemt de zaak in onderzoek. KIM 27159 (2015 Q2) Een man heeft in 2013 een erfpachtkavel van de gemeente Amsterdam gekocht. De afdeling die hier overgaat is Grond en Ontwikkeling. Per 1 januari 2015 zijn de regels met betrekking tot overdracht ondermeer voor de erfpacht veranderd. In plaats van overdrachtsbelasting zal vanaf 1 januari btw worden geheven. Dit betekent voor de man dat hij in plaats van 6%, 21 % over de koopsom gaat betalen. De man beroept zich op het overgangsrecht waarbij contracten gesloten voor 1 januari 2015 van deze wijziging vrijgesteld kunnen worden. Partijen moeten dit wel overeenkomen en wel zodanig dat deze afspraak onderdeel uitmaakt van de overeenkomst. De man verzoekt de gemeente de overeenkomst overeenkomstig het overgangsrecht aan te passen. Omdat de gemeente geen reactie geeft op zijn verzoek wendt hij zich tot de ombudsman. De ombudsman informeert bij de gemeente waarom zij nog niet gereageerd hebben op het verzoek van de man. De gemeente antwoordt, dat zij de man op de hoogte hebben gehouden van de ontwikkelingen, maar dat de formele besluitvorming, mede door het inwinnen van extern advies, enige tijd heeft gevergd. De gemeente heeft inmiddels zijn standpunt bepaald en heeft de man hierover geïnformeerd. Omdat de man niet meer reageert op de vraag van de ombudsman of zijn klacht hiermee afgehandeld is, sluit de ombudsman het dossier. KIM 27171 (2015 Q2) Een man komt op het spreekuur van de ombudsman. Hij heeft een paar keer een medische urgentie bij Wonen Amsterdam aangevraagd en deze is tot twee keer toe mondeling afgewezen. De man vindt dat hij recht heeft op een medische urgentie. De ombudsman neemt contact op met Wonen. De man wordt alsnog een beslissing gestuurd waardoor hij de mogelijkheid krijgt om bezwaar te maken tegen de afwijzende beschikking. De ombudsman sluit het dossier KIM 27184 (2015 Q2) Een vrouw wendt zich tot de ombudsman. Haar klacht heeft betrekking op Waternet, afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning en Basisadministratie Amsterdam. Zij schrijft dat zij al 27 jaar alleen woont maar dat Waternet haar in 2014 desondanks een aanslag waterschapsbelasting heeft opgelegd voor twee personen. Er zou nog iemand op haar adres in dat jaar ingeschreven hebben gestaan. Dat kan volgens de vrouw niet omdat er een inboekingsbeperking voor haar adres geldt. De ombudsman informeert bij Basisinformatie Amsterdam die haar relaas bevestigt. Het klopt dat er een inboekingsbeperking op haar adres ligt. Abusievelijk heeft er in 2014 toch iemand op het adres ingeschreven gestaan. Basisadministratie kan niet meer achterhalen waarom die persoon zich op het adres heeft kunnen inschrijven. Waternet verklaart het bezwaarschrift van de vrouw tegen de aanslag waterschapsbelasting gegrond en vermindert de aanslag. De ombudsman gaat er vanuit dat de vrouw zich kan vinden in de gewijzigde aanslag en sluit het dossier. KIM 27185 (2015 Q2) Een vrouw woont nabij het Leidseplein in Stadsdeel Centrum. Zij ondervindt veel overlast van het uitgaanspubliek van het Leidseplein, van gedumpte vuilniszakken van restaurants voor haar woning en van taxi’s die geen gebruik maken van de officiële taxistandplaats maar met draaiende motor voor haar woning staan te wachten. De overlast is van 19.00 uur ’s avonds tot 06.00 uur ’s ochtends. De vrouw wil haar nachtrust en veiligheid terug. Zij wil dat Stadsdeel Centrum handhavend optreedt. Zij
legt haar klacht aan de ombudsman voor. Uit de klacht blijkt niet dat verzoekster het stadsdeel al heeft gevraagd om handhavend op te treden noch dat zij haar klacht aan het stadsdeel heeft voorgelegd. De ombudsman wijst haar op die mogelijkheid. Als zij niet tevreden is over de wijze waarop het stadsdeel met haar verzoek tot handhaving omgaat of haar klacht niet naar tevredenheid afhandelt, kan zij zich weer tot de ombudsman wenden. De ombudsman biedt aan om de klacht naar Stadsdeel Centrum door te sturen maar aangezien de vrouw niet reageert op dit aanbod, sluit de ombudsman het dossier. KIM 27227 (2015 Q2) Een man woont in Stadsdeel West en heeft overlast van het aanhoudende geblaf van de hond van de overburen. Met name als het mooi weer houdt de man noodgedwongen de ramen en deuren dicht en kan hij niet op het balkon zitten. In 2005 heeft hij de buren gevraagd maatregelen te nemen om de overlast te beperken. De buren negeren het verzoek en er is niets veranderd. De man heeft contact met het meldpunt Zorg en Overlast maar die laat weten verder geen klachten te hebben ontvangen en verwijzen de man naar de buurtregisseur en/of de buurtconciërge. De man legt de zaak aan de ombudsman voor die de zaak in onderzoek neemt. De ombudsman vraagt of het stadsdeel bekend is met deze klacht. Het stadsdeel laat weten dat de hond al tien jaar blaft en dat de man de enige in de buurt is die klaagt. Het stadsdeel vraagt Vangnet en Advies om poolshoogte te nemen bij de overburen. Het onderzoek loopt nog. KIM 27229 (2015 Q2) Deze klacht heeft betrekking op de afdeling Aansluiting, Verbruik & Inning van Waternet. Een vrouw huurt bedrijfsruimte. Normaal gesproken betaalt zij € 11,- per maand watergeld voor dat pand. In plaats van de maandelijkse afschrijving, incasseert Waternet drie kwartalen achter elkaar € 77,-.. De vrouw neemt telefonisch contact op met Waternet die laat weten dat de oorzaak is gelegen in een fout in het factureringsysteem en dat zij in oktober bij de jaarafrekening het teveel betaalde terug krijgt betaald. Waternet legt de verantwoordelijkheid bij haar omdat zij na ontvangst van de eerste factuur van € 77,- het termijnbedrag naar beneden had moeten bijstellen. De vrouw kan zich niet vinden in dit antwoord en wil niet wachten op de jaarafrekening. Zij vindt dat Waternet het teveel betaalde geld eerder moet terugbetalen. Zij dient een klacht in bij Waternet. De reactie van Waternet is dezelfde als die zij eerder telefonisch had vernomen. Zij kan zich in deze uitkomst niet vinden en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman stelt een onderzoek in.