Kenmerken en voorwaarden PFZW netto ouderdomspensioen Het PFZW netto ouderdomspensioen is een product van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Over deze kenmerken en voorwaarden Het doel van dit document is u een beeld te geven van de kenmerken van de regeling PFZW netto ouderdomspensioen (hierna: PFZW netto ouderdomspensioen) en de voorwaarden die daarvoor gelden. Leest u deze goed door. PFZW netto ouderdomspensioen maakt onderdeel uit van de collectieve pensioenregeling van PFZW. PFZW netto ouderdomspensioen is een vrijwillige pensioenregeling en een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. De voor u geldende rechten en plichten betreffende PFZW netto ouderdomspensioen vindt u in deze voorwaarden. Met ingang van 1 januari 2016 vindt u ze in het pensioenreglement van PFZW. Het pensioenreglement kunt u vanaf dat moment bij PFZW opvragen of downloaden van pfzw.nl. Wat houdt het PFZW netto pensioen op hoofdlijnen in? Met ingang van 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om over het deel van het salaris boven de € 100.000,- in de collectieve basisregeling pensioen op te bouwen. In 2016 is dit bedrag € 101.519,-. Met het PFZW netto ouderdomspensioen kunt u voor het deel van uw salaris boven de € 100.000,(in 2016 € 101.519,-) vrijwillig een aanvullend netto ouderdomspensioen afsluiten. De premie hiervoor betaalt u uit uw netto loon. De premie is niet aftrekbaar en de uitkering vindt onbelast plaats. Het kapitaal dat wordt aangewend voor PFZW netto ouderdomspensioen is vrijgesteld van vermogensrendementsheffing in box 3. De premies worden belegd door PFZW, het beleggingsrisico loopt u zelf. Uiterlijk bij het bereiken van uw AOW-leeftijd wordt met het daarmee bereikte kapitaal een netto ouderdomspensioen voor u aangekocht in de collectieve basisregeling van PFZW. U ontvangt een levenslange netto aanvulling op uw ouderdomspensioen uit de collectieve basisregeling, die in maandelijkse termijnen wordt uitbetaald. U kunt er op dat moment ook voor kiezen om het kapitaal bij een pensioenverzekeraar van uw keuze aan te wenden voor een pensioenuitkering. Als u overlijdt, wordt van het kapitaal een netto partnerpensioen aangekocht in de collectieve basisregeling van PFZW (dan wel bij een pensioenverzekeraar) Artikel 1 1.
Deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen
Deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen is vrijwillig. U kunt deelnemen als u aan de volgende voorwaarden voldoet: - U bent deelnemer in de collectieve basisregeling van PFZW; - U heeft een pensioengevend salaris zoals dat geldt of zou gelden bij een volledige werktijd in de collectieve basisregeling van PFZW dat meer bedraagt dan € 100.000,- (bedrag 2015) (in 2016 € 101.519,-); - U heeft voldoende fiscale premieruimte. In de bijlage vindt u een overzicht van de maximale premiepercentages, die de fiscale premieruimte bepalen. Als deze percentages wijzigen, wijzigt ook uw maximale premieruimte. Als u premie betaalt voor een netto partnerpensioenproduct (PFZW of anders) dan vermindert dit uw fiscale premieruimte.
2.
Het bedrag van € 101.519,- kan jaarlijks door de overheid aangepast worden en is van invloed op de mate waarin u kunt deelnemen aan PFZW netto ouderdomspensioen.
3.
De deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen begint per de eerste dag van een kalendermaand.
4.
De deelname eindigt uiterlijk op de dag voor het bereiken van uw AOW-leeftijd.
5.
U kunt binnen dertig dagen na de datum die vermeld staat op de brief bij uw Bewijs van deelname, uw deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen met terugwerkende kracht beëindigen. U dient dit schriftelijk te doen. Als er inmiddels premie is overgemaakt dan wordt die via uw werkgever terug betaald. Is de premie inmiddels belegd, dan ontvangt u, via uw werkgever, het bedrag retour dat, na verkoop van de beleggingen en onder aftrek van de kosten, resteert.
6.
U kunt niet meedoen aan PFZW netto ouderdomspensioen als uw werkgever een vrijstelling van deelname aan de nettopensioenregeling van PFZW heeft verkregen als bedoeld in artikel 4a van het Vrijstellings-en boetebesluit Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;
Artikel 2
Premie
1.
PFZW netto ouderdomspensioen is een premieovereenkomst zonder beleggingsvrijheid en zonder beleggingsgarantie. Dat wil zeggen dat PFZW de premie belegt en bepaalt waarin de premie wordt belegd. Er is geen sprake van een garantie op een rendement. De hoogte van uw uiteindelijke kapitaal wordt bepaald door de premie(s) die u heeft betaald, de rendementen daarop en de kosten.
2.
De premie is een maandelijks dan wel vierwekelijks overeengekomen bedrag naar uw keuze van minimaal € 50,-.
3.
De hoogte van de maximale premie wordt gebaseerd op de beschikbare gegevens die PFZW van uw werkgever ontvangt inzake uw deeltijdfactor en uw pensioengevend salaris. Er gelden fiscale grenzen ten aanzien van de maximaal te betalen premie. De uitgangspunten bij het vaststellen van de premie, vindt u in de bijlage.
4.
Uw werkgever houdt de premie in op uw netto loon en draagt de premie af aan PFZW op een door PFZW opgegeven bankrekeningnummer. De werkgever doet dit gelijktijdig met de betaling van uw loon.
5.
U kunt de premie (binnen de fiscale premieruimte) verhogen, verlagen of stopzetten. Hiertoe doet u een schriftelijk verzoek aan PFZW. U ontvangt informatie van PFZW over de gevolgen van de wijziging van de premie. PFZW zal uw werkgever verzoeken de gewijzigde premie in te houden op uw loon en af te dragen aan PFZW. De wijziging van de premie gaat op zijn vroegst in per de eerste dag van kalendermaand volgend op het moment waarop het verzoek is ontvangen.
6.
U kunt geen premie meer betalen: a. Als de deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen eindigt; b. In de drie kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt; c. Als er niet meer voldoende fiscale ruimte is; d. Per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin uw werkgever een vrijstelling heeft gekregen voor nettopensioen als bedoeld in artikel 4a van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000.
7.
Na beëindiging van de premiebetaling blijft, zolang u deelnemer bent, het aanwezige kapitaal belegd volgens het PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid.
8.
Als u in enig jaar de maximale fiscale premieruimte niet of niet volledig benut, heeft u de mogelijkheid om deze later alsnog te benutten. Deze premie, ook wel inhaalruimte, wordt door PFZW berekend.
9.
Zolang er geen premie is ontvangen door PFZW bestaat er geen recht op een netto pensioenuitkering.
10.
Als uw fiscale premieruimte wijzigt omdat uw pensioengevend salaris of deeltijdfactor wijzigt, kunt u mogelijk niet langer de overeengekomen premie betalen. Iedere wijziging in uw situatie dient u zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan PFZW. Als uw fiscale premieruimte als gevolg hiervan wijzigt waardoor u minder of geen premie meer kunt inleggen, wordt u hiervan door PFZW op de hoogte gesteld en zal de premie hierop aangepast worden. Indien achteraf blijkt dat de premie de fiscale premieruimte heeft overschreden, wordt die premie via de werkgever terug betaald. Als de premie nog niet is belegd dan wordt deze via uw werkgever teruggestort. Als de premie wel is belegd, dan is het daarover gelopen beleggingsrisico voor uw rekening.
Artikel 3
Beleggen
1.
De premie inzake PFZW netto ouderdomspensioen wordt door PFZW belegd conform het PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid, zoals weergegeven in de bijlage. U heeft hierbij geen beleggingsvrijheid. De samenstelling van de beleggingen is afhankelijk van uw leeftijd waarbij het beleggingsrisico wordt afgebouwd naarmate u de AOW-leeftijd nadert. Als de AOW leeftijd in de toekomst wijzigt dan wordt, indien nodig, het PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid hier op aangepast. PFZW bepaalt het beleggingsbeleid en de beleggingskosten. Het netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid en de beleggingskosten kunnen in de toekomst wijzigen. PFZW is eigenaar van de beleggingen en het bestuur van PFZW heeft de volledige beschikking over de beleggingen.
2.
Er wordt voor u een pensioenkapitaal gevormd. Het kapitaal bestaat uit de som van de ingelegde premie(s) en het gerealiseerde rendement, verminderd met de kosten. De premie wordt belegd in daartoe bestemde PFZW beleggingsportefeuilles die corresponderen met de beleggingscategorieën van het netto
ouderdomspensioenbeleggingsbeleid. De waarde van het pensioenkapitaal is gelijk aan de waarde van de beleggingen inclusief het rendement op die beleggingen verminderd met de in rekening gebrachte kosten. 2.
Er worden door PFZW eenmaal per maand beleggingen aan- en verkocht. Dit vindt plaats op de handelsdag. De handelsdag is de laatste werkdag van de maand waarop banken normaliter geopend zijn in Nederland. Aan- en verkopen worden uitgevoerd tegen de op de handelsdag geldende waarde. Na ontvangst van de premie wordt deze per de eerst volgende handelsdag belegd. Indien de premie echter minder dan zes werkdagen voorafgaand aan de eerstvolgende handelsdag wordt ontvangen, dan wordt de premie op de handelsdag van de volgende kalendermaand belegd. PFZW is niet aansprakelijk voor de niet tijdige ontvangst van de premie. Vanaf het moment dat de premie belegd is, loopt u beleggingsrisico. Over de periode gelegen tussen de ontvangst van de premie en de aankoop van de beleggingen wordt geen rente vergoed.
3.
Maandelijks wordt de actuele verdeling van de beleggingen over de beleggingscategorieën vastgesteld en vergeleken met de verdeling die nagestreefd wordt volgens het PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid. Waar nodig wordt de verdeling zo goed mogelijk in overeenstemming gebracht met het beleggingsbeleid door aan- of verkopen in de verschillende beleggingscategorieën uit te voeren.
4.
Er wordt belegd conform het PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid uiterlijk tot de handelsdag in de maand die is gelegen drie maanden voorafgaand aan uw AOW-leeftijd. Op dat moment worden de beleggingen verkocht tegen de dan geldende waarde en staat de omvang van het voor u beschikbare pensioenkapitaal vast.
Artikel 4
Kosten
1.
De administratiekosten bedragen € 70,- per kalenderjaar, maar nooit meer dan 1,5% van het gemiddelde kapitaal per kalenderjaar. Daarnaast wordt 0,1% van het gemiddelde kapitaal per kalenderjaar in rekening gebracht. De administratiekosten worden maandelijks naar rato achteraf in mindering gebracht op het kapitaal.
2.
De beleggingskosten bestaan uit: - aankoopkosten en verkoopkosten. De hoogte van de aankoopkosten en verkoopkosten wordt uitgedrukt als percentage van de waarde van de aangekochte/verkochte beleggingen. Het kostenpercentage verschilt per beleggingscategorie (zie onderstaande tabel). De aankoopkosten worden in mindering gebracht op de waarde van het voor de aankoop van beleggingen beschikbare bedrag. De verkoopkosten worden in mindering gebracht op het na de verkoop van beleggingen resulterende bedrag. - beheerkosten. De hoogte van de beheerkosten wordt uitgedrukt als percentage van het beheerd vermogen.
Het kostenpercentage verschilt per beleggingscategorie (zie onderstaande tabel). Deze kosten worden doorlopend in mindering gebracht op de waarde van de beleggingen.
Tabel: Aandelen
Aandelen
Obligaties
Longduration Beleggingen
Klassieke markten Opkomende markten Aankoopkosten 0,09%
0,19%
0,075%
-*
Verkoopkosten
0,04%
0,22%
0,075%
-*
Beheerkosten
0,16%
0,28%
0,17%
0,50%
*) Aan- en verkoopkosten voor deze belegggingscategorie zijn in de aan- en verkoopwaarde verwerkt en bedragen maximaal 0,35% 3.
Op het moment van aankoop van een PFZW netto pensioen in de collectieve basisregeling van PFZW worden er eenmalig excassokosten in mindering gebracht op het kapitaal waarvoor een pensioenrecht wordt aangekocht. De hoogte van deze kosten bedraagt 2% van de waarde van het aan te kopen netto pensioenrecht.
4.
Het bestuur van PFZW is bevoegd om de hoogte van de kosten voor de toekomst aan te passen.
Artikel 5
Omzetten van het pensioenkapitaal in netto pensioen
1.
Onder een (pensioen)kapitaal wordt in deze voorwaarden verstaan: het bedrag dat ter beschikking komt voor de aankoop van netto pensioen op het moment dat de beleggingen worden verkocht tegen de dan geldende waarde; Onder een pensioenaanspraak wordt in deze voorwaarden verstaan: een recht op netto een pensioen dat nog niet is ingegaan; Onder een pensioenrecht wordt in deze voorwaarden verstaan: een recht op een netto pensioen dat is ingegaan.
2.
In de volgende situaties wordt het kapitaal, aangewend om een nettopensioenaanspraak en/of nettopensioenrecht in de collectieve basisregeling van PFZW voor u aan te kopen: - Bij het bereiken van uw AOW-leeftijd: Op de handelsdag van de maand gelegen drie maanden voorafgaand aan de maand waarin u uw AOW-leeftijd bereikt, worden de beleggingen verkocht. Het kapitaal dat hieruit voortvloeit, wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt, omgezet in een nettopensioenrecht in de collectieve basispensioenregeling van PFZW.
- Eerder dan de AOW-leeftijd: a. Als uw deelneming in de collectieve basisregeling van PFZW geheel eindigt: uiterlijk per de handelsdag gelegen drie maanden na de maand waarin de deelneming in de collectieve basisregeling is geëindigd, worden de beleggingen verkocht. Het kapitaal dat hieruit voortvloeit, wordt omgezet in een nettopensioenaanspraak in de collectieve basisregeling van PFZW; b. Als u uw netto ouderdomspensioen vóór uw AOW-leeftijd laat ingaan, uiterlijk per de handelsdag in de maand voorafgaand aan de maand waarin uw netto ouderdomspensioen in gaat. c. Als u overlijdt. De beleggingen worden per de handelsdag in de maand van het overlijden verkocht. Het kapitaal dat daaruit voortvloeit, wordt omgezet in een direct ingaand levenslang netto partnerpensioen in de collectieve basisregeling van PFZW ten behoeve van uw partner.
3.
Bij omzetting van het kapitaal naar een netto pensioenaanspraak of nettopensioenrecht, wordt deze berekend op naar de op het moment van omzetting geldende pensioenrekenleeftijd. De huidige pensioenrekenleeftijd is de dag waarop u 67 jaar wordt. Als de pensioenrekenleeftijd wijzigt dan worden de pensioenaanspraken herrekend naar die gewijzigde pensioenrekenleeftijd. De pensioenaanspraken worden vervolgens collectief actuarieel gelijkwaardig herrekend naar de voor u geldende AOW-leeftijd of de door u gewenste pensioeningangsleeftijd.
4.
De hoogte van de pensioenaanspraken en/of pensioenrechten na omzetting is afhankelijk van het verworven pensioenkapitaal, de gehanteerde rentestand, tarieven en grondslagen. De gehanteerde rentestand, tarieven en grondslagen kunnen maandelijks worden herzien.
Artikel 6
Aanwenden van het pensioenkapitaal bij een pensioenverzekeraar
1.
U, of uw partner in geval van uw overlijden, heeft op het moment van omzetting van het kapitaal in nettopensioen als bedoeld in artikel 5 het recht om het kapitaal aan te wenden voor aankoop van een nettopensioen bij een op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001 toegestane pensioenverzekeraar.
2.
U, of uw partner in geval van uw overlijden, krijgt een schriftelijke opgave van PFZW met daarin vermeld de hoogte van het kapitaal dat aangewend kan worden voor een nettopensioen.
3.
PFZW zal na ontvangst van uw verzoek tot overdracht het kapitaal overdragen naar de door u opgegeven pensioenverzekeraar.
4.
Als u niet binnen de gestelde termijn zoals vermeld op de opgave, bedoeld in lid 2, uw reactie schriftelijk kenbaar heeft gemaakt, wordt het kapitaal aangewend voor aankoop van een pensioenaanspraak en/of –recht in de collectieve basispensioenregeling van PFZW.
Artikel 7
Overschrijding fiscale maxima
1.
De nettopensioenaanspraken en/of nettopensioenrechten die voortvloeien uit het pensioenkapitaal mogen niet meer bedragen dan is vastgelegd in artikel 5.17a en 5.17b van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2.
Indien de berekende aanspraken of rechten hoger liggen dan het voornoemde fiscale kader, vervalt het pensioenkapitaal dat deze overschrijding veroorzaakt aan PFZW. De toetsing vindt plaats op de volgende momenten: a. b. c. d.
3.
In geval van toetsing bij ingang van het netto partnerpensioen dat voortvloeit uit het PFZW netto ouderdomspensioen wordt tevens rekening gehouden met een eventueel netto partnerpensioen uit het PFZW netto partnerpensioen.
Artikel 8 1. 2.
3.
4.
5.
6.
Bij ingang van het netto ouderdomspensioen of netto partnerpensioen Omzetting van netto ouderdomspensioen in netto partnerpensioen en vice versa; Echtscheiding of beëindiging van het (niet) geregistreerd partnerschap anders dan wegens dood of vermissing; Bij iedere relevante wijziging van de fiscale regelgeving.
Ingang, flexibilisering en einde netto ouderdomspensioen
Het netto ouderdomspensioen gaat in op de dag waarop u de AOW-leeftijd bereikt. U heeft de mogelijkheid om het pensioen geheel of gedeeltelijk te vervroegen. U dient hiertoe een schriftelijk verzoek te doen. Het netto ouderdomspensioen gaat niet eerder in dan op de eerste dag van de maand die vijf jaar voor uw AOW-leeftijd ligt. Als u geboren bent vóór 1 januari 1965 geldt, in uitzondering op het tweede lid, dat het nettoouderdomspensioen niet eerder in kan gaan dan op de eerste dag van de maand waarin u 55 jaar wordt. Vervroeging van het netto ouderdomspensioen naar een leeftijd die meer dan vijf jaar ligt voor uw AOW-leeftijd is alleen mogelijk, indien en voor zover u, uw werkzaamheden beëindigt om een andere reden dan arbeidsongeschiktheid. De vervroeging mag niet leiden tot een inkomen dat meer bedraagt dan 100% van uw pensioengevend salaris voor zover dit het bedrag van € 100.000,- (bedrag 2015) (in 2016 € 101.519,-) overschrijdt. U heeft de mogelijkheid om het netto ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk uit te stellen tot uiterlijk 5 jaar na uw AOW-leeftijd. U dient hiertoe een verzoek te doen. Uitstel is alleen mogelijk indien en voor zover u werkzaam blijft en het totale netto ouderdomspensioen niet uitgaat boven het fiscale maximum.
7.
8. 9.
U kunt het netto ouderdomspensioen dat resteert na een eventuele ruil van nettoouderdomspensioen in netto partnerpensioen eenmalig in hoogte laten variëren binnen de fiscale grenzen. Hierbij kunt u gedurende een periode van vijf of tien jaar een netto ouderdomspensioen kiezen waarbij er gedurende de door u gekozen periode een hoog netto ouderdomspensioen gevolgd door een laag netto ouderdomspensioen wordt uitgekeerd of andersom. De verhouding tussen het hoge en lage netto ouderdomspensioen bedraagt hierbij 100:75. Het netto ouderdomspensioen wordt vervroegd en uitgesteld op basis van actuariële factoren die PFZW vaststelt. Het netto ouderdomspensioen eindigt op de laatste dag van de maand van uw overlijden.
Artikel 9
Keuze netto ouderdomspensioen of netto ouderdomspensioen plus nettopartnerpensioen
1.
Onder netto partnerpensioen wordt verstaan: het netto partnerpensioen zoals dat kan voortvloeien uit het PFZW netto ouderdomspensioen, tenzij expliciet anders wordt vermeld.
2.
Als het kapitaal wordt omgezet in een netto pensioenaanspraak en/of recht kunt u kiezen uit: - een levenslang netto ouderdomspensioen of - een levenslang (lager) netto ouderdomspensioen in combinatie met een netto partnerpensioen van 70% van het netto ouderdomspensioen.
3.
Indien u geen keuze maakt binnen de gestelde termijn, wordt er bij aankoop van een netto pensioenrecht (bij pensioeningang eerder dan AOW-leeftijd) of netto aanspraak en/of recht op de AOW-leeftijd in de collectieve basisregeling van PFZW een levenslang (lager) netto ouderdomspensioen in combinatie met een netto partnerpensioen van 70% van het netto ouderdomspensioen aangekocht, indien bij PFZW een partner bekend is.
4.
In overige situaties wordt een levenslang netto ouderdomspensioen aangekocht.
5.
In geval er bij ingang van het netto ouderdomspensioen dan wel uiterlijk op uw AOW-leeftijd sprake is van eerder aangekochte netto partnerpensioenaanspraken kunt u er voor kiezen om deze te ruilen naar PFZW netto ouderdomspensioenaanspraken. Hiervoor is instemming van uw partner vereist. Daarnaast heeft u op dit moment de keuze om voor eventueel eerder aangekochte PFZW netto ouderdomspensioenaanspraken te ruilen voor een (lager) netto ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen van 70% van het netto ouderdomspensioen.
6.
Bij ruil worden de nettopensioenaanspraken en/of het nettopensioenrecht berekend op de pensioenrekenleeftijd, als bedoeld in artikel 5 lid 3. Als het PFZW netto ouderdomspensioen wordt vervroegd of uitgesteld heeft dit geen invloed meer op de hoogte van het eventueel al vastgestelde uit het PFZW netto ouderdomspensioen voortvloeiende netto partnerpensioen.
7.
Eenmaal bij pensioeningang aangekochte nettopensioenrechten kunnen niet meer worden geruild.
Artikel 10 1.
2.
3.
4.
5.
6. 7.
Overlijden
Als u overlijdt en er is sprake van een pensioenkapitaal, dan wordt dit kapitaal aangewend voor de aankoop van een levenslang netto partnerpensioen in de collectieve basisregeling van PFZW ten behoeve van uw op het moment van overlijden aanwezige partner. Op de overlijdensdatum wordt vastgesteld of er een partner is. Onder partner wordt verstaan, een persoon waarmee u: - bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft, óf - samenwoont op basis van een notariële samenlevingsovereenkomst, en uw partner heeft aangemeld bij PFZW. Heeft u op het moment van overlijden geen partner, dan wel voldoet uw partner niet aan de bovenstaande definitie van partner dan volgt geen uitkering. Het kapitaal vervalt aan PFZW. Als u overlijdt en er is sprake van een netto partnerpensioenaanspaak of netto partnerpensioenrecht in de collectieve basisregeling van PFZW, dan wordt deze aan uw partner uitgekeerd. Het nettopartnerpensioen uit netto ouderdomspensioen komt tot uitkering op de eerste dag van de maand volgend op uw overlijden en eindigt op de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt. Als het netto ouderdomspensioen is ingegaan en de uitkeringsgerechtigde overlijdt, dan ontvangt de partner een uitkering ineens. Deze uitkering bedraagt drie maandtermijnen van het ingegane netto ouderdomspensioen. Als er geen partner is, maar wel een wees of wezen, dan wordt de uitkering toegekend aan de wees of de wezen gezamenlijk. Onder een wees wordt verstaan: a. De persoon tot wie de overleden uitkeringsgerechtigde als vader of moeder in familierechtelijke betrekking stond; b. De persoon voor wie de overleden mannelijke uitkeringsgerechtigde onderhoudsplichtig was zonder hem als kind te hebben erkend; c. De persoon die door de overleden uitkeringsgerechtigde ten tijde van het overlijden, als eigen kind werd opgevoed en onderhouden. Als er geen partner of wees is, dan kan de uitkering ineens worden uitbetaald aan de natuurlijke persoon die kosten heeft gemaakt in verband met het overlijden PFZW kent de uitkering ineens toe nadat deze door de rechthebbende is aangevraagd en deze de stukken heeft bijgevoegd waar PFZW om heeft gevraagd.
Artikel 11
Geen recht op een netto partnerpensioen
1. In afwijking van het bepaalde in deze voorwaarden is er geen recht op netto partnerpensioen als: a. u opzettelijk door uw partner, dan wel met medeplichtigheid van uw partner, van het leven bent beroofd; b. u overlijdt binnen een jaar na aanvang van de partnerrelatie en het overlijden op basis van uw gezondheidstoestand op het moment van aanvang van de partnerrelatie te voorzien was. c. uw netto pensioenaanspraken en/of –rechten in het kader van waardeoverdracht uit de collectieve basisregeling van PFZW zijn overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder; d. uw pensioenkapitaal is overgedragen naar een pensioenverzekeraar;
e. uw partnerrelatie is aangevangen na uw AOW-leeftijd.
Artikel 12
Uitbetaling netto pensioentermijnen en vakantiegeld
1.
Het netto ouderdomspensioen en eventueel een uit netto ouderdomspensioen voortvloeiend netto partnerpensioen worden in maandelijkse termijnen uitgekeerd.
2.
Jaarlijks wordt in de maand mei het voor u gereserveerde vakantiegeld uitgekeerd. Het vakantiegeld bedraagt 8% van de uitgekeerde maandbedragen over de periode mei van het voorafgaande jaar tot en met de maand april van het huidige jaar.
3.
Bij overlijden wordt het tot de overlijdensdatum gereserveerde vakantiegeld als nabetaling uitgekeerd.
4.
Bij de uitbetaling wordt geen loonheffing ingehouden
Artikel 13 1.
2.
3.
Voorwaardelijk recht op indexering (Houdt uw pensioen zijn waarde?)
Zolang de premies belegd zijn en er nog geen omzetting van het pensioenkapitaal in een netto aanvullend pensioen in de collectieve basisregeling van PFZW heeft plaatsgevonden, is er geen sprake van indexering of korting van pensioenaanspraken. Hiervan is wel sprake als van het pensioenkapitaal netto pensioen is aangekocht in de collectieve basisregeling van PFZW. Voor de indexering van de netto pensioenregeling geldt als uitgangspunt de indexering van de collectieve basisregeling van PFZW. PFZW probeert de pensioenen jaarlijks te verhogen zodat uw pensioen de loonontwikkeling in de sector zorg en welzijn kan volgen. Dit heet indexering. Er was geen ruimte om het pensioen per 1 januari 2015 te verhogen. Het bestuur besluit per jaar of de pensioenen worden verhoogd. Daarbij wordt gekeken naar de loonontwikkeling in de sector (2014: 0,48%) en of er financiële ruimte is om de pensioenen geheel of gedeeltelijk mee te laten stijgen. De afgelopen vijf jaar heeft PFZW uw pensioen als volgt verhoogd. Datum 01-01-2014 01-01-2013 01-01-2012 01-01-2011 01-01-2010
4.
Verhoging/indexering 0,94% 0% 0% 0% 0,72%
Loonstijging 1,88% 1,67% 1,43% 1,56% 2,85%
Prijsstijging 2,5% 2,5% 2,3% 1,3% 1,2%
PFZW nettopensioen volgt de collectieve basisregeling van PFZW. a. Bij een goede financiële positie: het pensioen wordt verhoogd op basis van de loongroei in de sector zorg en welzijn (indexering). b. Bij een minder gunstige financiële positie: het pensioen wordt niet of slechts gedeeltelijk geïndexeerd.
5.
c. In bijzonder ongunstige omstandigheden: het bestuur van het pensioenfonds kan zich vanuit financieel perspectief gedwongen zien om het pensioen te verlagen (ook wel ‘korten’ genoemd). In dat geval geldt deze verlaging ook voor PFZW nettopensioen. d. In gunstigere tijden: er wordt naar gestreefd eventuele eerdere kortingen alsnog te compenseren en gemiste indexeringen in te halen. Dit geldt ook voor PFZW nettopensioen. Als de levensverwachting van de deelnemers aan PFZW netto ouderdomspensioen sneller toeneemt dan die van de deelnemers aan de collectieve basisregeling van PFZW dan vermindert PFZW de indexering van de nettopensioenaanspraken en nettopensioenrechten totdat de toename van de verplichtingen bij het nettopensioen is gecompenseerd. Het betreft hier zowel netto ouderdomspensioen als netto partnerpensioenaanspraken en/of -rechten.
Artikel 14 Vrijstelling vermogensrendementsheffing 1. Het pensioenkapitaal dat wordt gebruikt voor de aankoop van netto ouderdomspensioen is vrijgesteld van vermogensrendementsheffing. 2. De vrijstelling zoals bedoeld in het eerste lid vervalt als op enig tijdstip: a. een aanspraak op een nettopensioen niet langer als zodanig is aan te merken; b. een aanspraak ingevolge een nettopensioen geheel of gedeeltelijk wordt afgekocht of vervreemd dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid wordt; c. de verplichtingen met betrekking tot een aanspraak op een nettopensioen overgaan op een andere verzekeraar dan bedoeld in de Wet inkomstenbelasting 2001; d. de belastingplichtige een bijdrage van een inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting heeft ontvangen ten behoeve van het nettopensioen, terwijl deze inhoudingsplichtige niet in dezelfde mate aan zijn overige werknemers die voor het overige in dezelfde omstandigheden verkeren een bijdrage heeft verstrekt; 3. PFZW is niet aansprakelijk voor de belasting die u verschuldigd bent door het vervallen van de vrijstelling als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 15 Afkoop De aanspraken die voortvloeien uit het PFZW netto ouderdomspensioen dan wel netto partnerpensioen kunnen niet worden afgekocht, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. Artikel 16 Waardeoverdracht 1. U kunt een schriftelijk verzoek doen tot inkomende of uitgaande waardeoverdracht. In geval van uitgaande waardeoverdracht wordt de waarde van uw netto pensioenaanspraken overgedragen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. Als er sprake is van een pensioenkapitaal, dan wordt dit aanwezige kapitaal overgedragen. Uitgaande waardeoverdracht is alleen mogelijk als de nieuwe pensioenuitvoerder eveneens over een netto pensioenregeling beschikt. Als dit niet het geval is, blijft het nettopensioen bij PFZW ondergebracht. 2. In geval van inkomende waardeoverdracht van netto pensioen wordt de waarde van het overgedragen netto pensioen aangewend voor aankoop van beleggingen in PFZW netto ouderdomspensioen. Artikel 17 1.
Arbeidsongeschiktheid
Als u arbeidsongeschikt bent of wordt en u recht heeft op premievrije voortzetting van de deelneming in de collectieve basisregeling van PFZW dan heeft u het recht om voor het deel
2.
dat u recht heeft op premievrije voortzetting deel te nemen aan PFZW netto ouderdomspensioen. De premie voor deelname aan PFZW netto ouderdomspensioen kunt u rechtstreeks aan PFZW voldoen als de arbeidsovereenkomst met uw werkgever is beëindigd.
Artikel 18 1.
Einde partnerrelatie
Onder ex-partner wordt verstaan: a. persoon van wie het huwelijk met u is beëindigd door echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; b. persoon van wie het geregistreerde partnerschap met u is beëindigd of is ontbonden; c. persoon van wie de gemeenschappelijke huishouding met u is beëindigd anders dan door overlijden of het aangaan van een huwelijk of geregistreerd partnerschap; d. In de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (Wet VPS): de ex-partner als bedoeld onder a. en b. en de persoon die van u is gescheiden van tafel en bed. 2. Onder partnerrelatie wordt verstaan: huwelijk, geregistreerd partnerschap of gemeenschappelijke huishouding. De partnerrelatie moet aangevangen zijn voor uw AOWleeftijd. 3. In geval de partnerrelatie eindigt en er is kapitaal aanwezig ten behoeve van uw nettoouderdomspensioen dan heeft de ex-partner in de zin van de Wet VPS recht op de helft van het kapitaal dat tijdens de partnerrelatie is opgebouwd. Dit deel voor de ex-partner wordt op de ingangsdatum van het netto ouderdomspensioen aangewend ten behoeve van de inkoop van netto ouderdomspensioen in de collectieve basisregeling van PFZW. De ex-partner heeft recht op rechtstreekse uitbetaling van het netto ouderdomspensioen door PFZW als u of uw ex-partner, binnen twee jaar na scheiding, de scheiding bij PFZW heeft gemeld. In geval de partnerrelatie eindigt en er is netto ouderdomspensioen aangekocht, dan heeft de ex-partner recht op uitbetaling van een deel van het netto ouderdomspensioen op grond van de bepalingen van de Wet VPS. 4. Als uw ex-partner overlijdt voordat netto ouderdomspensioen is aangekocht, wordt het deel van het kapitaal ten behoeve van de ex-partner toegevoegd aan uw kapitaal. 5. Als uw partnerrelatie eindigt en er is een netto partnerpensioenaanspraak of –recht dan heeft uw ex-partner een aanspraak op bijzonder netto partnerpensioen. Het bijzonder netto partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin u overlijdt. 6. Het bepaalde in de voorgaande leden vindt geen toepassing als u en uw partner bij huwelijkse voorwaarden of in het (echtscheidings)convenant anders overeenkomen en PFZW het uit de afwijking voortvloeiende pensioenrisico heeft aanvaard. 7. De ex-partner die recht heeft op bijzonder netto partnerpensioen als bedoeld in lid 5 heeft het recht dit te vervreemden aan uw eerdere of latere partner als: a. PFZW bereid is hieruit voortvloeiende afwijkende risico’s te dekken, b. de vervreemding onherroepelijk is; c. dit wordt overeengekomen bij notariële akte, en d. het verzoek tot vervreemding binnen drie maanden na uw overlijden bij PFZW is ingediend.
PFZW heeft het recht om aan de ex-partner die het recht op bijzonder netto partnerpensioen wil vervreemden, medische waarborgen te vragen. 8. De ex-partner heeft recht op een bijzonder netto ouderdomspensioen als bij huwelijkse voorwaarden of in het (echtscheidings)convenant is overeengekomen dat de pensioenaanspraak op bijzonder netto partnerpensioen en het recht op uitbetaling van een deel van het netto ouderdomspensioen worden omgezet in een pensioenaanspraak op netto ouderdomspensioen voor de ex-partner. De omzetting is geldig als PFZW daarmee heeft ingestemd. Het bijzonder netto ouderdomspensioen gaat in op de AOW-leeftijd van de expartner en eindigt op de laatste dag van de maand waarin de ex-partner overlijdt.
Artikel 19 Klachtenprocedure Klachten kunt u schriftelijk indienen via het klachtenformulier op onze website: www.pfzw.nl/klachten. Wij proberen altijd samen met u tot een oplossing te komen. Mocht dit niet naar uw tevredenheid lukken, dan zullen wij u doorverwijzen naar de onafhankelijke Commissie van Beroep. Artikel 20 Toepasselijk recht Op dit product is het Nederlands recht van toepassing.
Artikel 21 Overig Meer informatie over PFZW netto ouderdomspensioen kunt u vinden op de website. Heeft u vragen, raadpleeg dan de lijst met veelgestelde vragen of neem contact op met de klantenservice via www.pfzw.nl/info of (030) 277 55 77. Wij wijzen u erop dat de gegevens in dit document zijn gebaseerd op de huidige stand van zaken en dat de geboden informatie – gelet op de omvang van de productinformatie in relatie tot de complexiteit van het product – niet uitputtend kan zijn. PFZW aanvaardt daarom geen aansprakelijkheid voor schade welke het gevolg is van het op later moment niet meer actueel zijn dan wel het onvolledig zijn van de informatie. Deze voorwaarden en de daarin opgenomen informatie is bijgewerkt tot 1 oktober 2015.
Bijlage: Premiestaffel en weergave PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid
Premiestaffel voor de nettopensioenregeling: Het betreft de premiestaffel op basis van 3% rekenrente, zoals vastgesteld bij Besluit van 17 december 2014, nr. BLKB2014/2132M voor de nettopensioenregeling De hoogte van het percentage van de premie is mede afhankelijk van uw leeftijd op 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de premie wordt betaald. Onderstaande percentages betreffen het maximum voor netto ouderdomspensioen en netto partnerpensioen tezamen. Leeftijdsklassen tot 67 jaar
Percentage van uw pensioengevend salaris in de collectieve basisregeling van PFZW, voorzover dit meer bedraagt dan € 100.000,- (bedrag 2015) (in 2016 € 101.519,-)
15 tot en met 19
4,0
20 tot en met 24
4,6
25 tot en met 29
5,3
30 tot en met 34
6,0
35 tot en met 39
6,9
40 tot en met 44
8,0
45 tot en met 49
9,2
50 tot en met 54
10,6
55 tot en met 59
12,2
60 tot en met 64
14,0
65 tot en met 66
15,3
Weergave PFZW netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid Het netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid en de beleggingskosten kunnen in de toekomst wijzigen. PFZW is eigenaar van de beleggingen en het bestuur van de stichting heeft de volledige beschikking over de beleggingen. Onderstaand vindt u een weergave van het verloop van het netto ouderdomspensioenbeleggingsbeleid.
Asset allocatie op basis van de horizon (pensioenrekenleeftijd 2015: 67 jaar) De pensioenrekenleeftijd kan in de toekomst wijzigen. Als gevolg hiervan zal ook de horizon (de periode die ligt tussen uw leeftijd en de pensioenrekenleeftijd waarin de premies uiterlijk kunnen worden belegd) aangepast worden. Aantal jaar voor de pensioenleeftijd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Aandelen Klassiek
Aandelen klassiek
Staatsobligaties regulier
LongDurationportefeuille
Ontwikkelde markten 12,8% 12,8% 12,8% 12,8% 12,8% 12,8% 16,7% 20,7% 24,6% 28,6% 32,5% 36,5% 40,4% 44,3% 48,3% 52,2% 56,2% 60,1% 64,1% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0%
Opkomende markten 2,2% 2,2% 2,2% 2,2% 2,2% 2,2% 2,9% 3,6% 4,3% 5,0% 5,7% 6,4% 7,1% 7,8% 8,5% 9,2% 9,9% 10,6% 11,3% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0%
64,40% 67,20% 69,60% 72,40% 75,20% 77,60% 74,70% 71,70% 68,50% 65,50% 61,80% 57,10% 52,10% 47,90% 43,20% 38,60% 33,90% 29,30% 24,60% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00%
20,60% 17,80% 15,40% 12,60% 9,80% 7,40% 5,70% 4,00% 2,60% 0,90% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
34 35 36 37 38 39 40 41 42
68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0% 68,0%
12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0% 12,0%
20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Actuariële grondslagen Het bestuur van PFZW stelt jaarlijks de hoogte van de kosten vast. Tevens stelt het bestuur jaarlijks de hoogte van de grondslagen vast waartegen een deelnemer het pensioenkapitaal omzet in een netto pensioen in de collectieve basisregeling van PFZW. Het bestuur sluit aan bij de grondslagen uit de collectieve basisregeling van PFZW Daarbij wordt rekening gehouden met de afwijkende grondslagen voor sterfte en langleven die specifiek gelden voor de groep deelnemers met een inkomen hoger dan € 100.000,- (bedrag 2015) (in 2016 € 101.519,-). Voor wat betreft de rente wordt aangesloten op de maandelijks door DNB gepubliceerde Rente Termijn Structuur (RTS). Bij de omzetting van het kapitaal in netto pensioen in de collectieve basisregeling wordt een voorgeschreven opslag voor Vereist Eigen Vermogen in rekening gebracht. Deze wordt eens per kwartaal vastgesteld op basis van het voorafgaande kwartaal. De wijziging gaat in per de eerste dag van de tweede maand volgend op een kwartaaleinde. De opslag bedraagt per 1 november 2015: 26,6%. De percentages die gelden vanaf 1 januari 2016 staan (straks) in het Pensioenreglement 2016.