het oranje huis
blijf
van
m’n
lijf
nieuwe
s tijl
Colofon
Deze uitgave verscheen in 2005 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Stichting Blijf van m’n Lijf Alkmaar. In deze herziene druk is een aantal hoofdstukken geactualiseerd.
Tekst: Pieter van Dijk, Instituut voor Maatschappelijke Innovatie Vormgeving: Lies van den Berg, Ontwerpstudio Groot Fotografie: Lies van den Berg (schelpen), Jeroen Oerlemans, Eric Brinkhorst, Women’s Center Waukesha, V.S. Beeldredactie: Ellen Janssen Ideële Producties Druk: Finesse Druk, Heerhugowaard Deze uitgave werd gerealiseerd dankzij financiële steun van de gemeente Alkmaar. © 2008 Blijf Groep www.blijfgroep.nl
Inhoud
Voorwoord
4
Oranje Huis: Blijf van m’n Lijf nieuwe stijl
5
Groen licht voor een Oranje Huis
7
Naomi's Oranje Huis
11
Praten én poetsen
13
'Na de eerste klap kan het snel gaan'
17
Voormalig Blijfbewoonster Sita: 'Kijk hoe ik er nu over kan vertellen!'
20
Veiligheid voorop
23
Huiselijk geweld doet ook de schatkist pijn
28
Hedy d’Ancona over het Oranje Huis
31
Huiselijk geweld door de eeuwen heen
33
Going public in Waukesha
37
Eerste hulp bij huiselijk geweld
43
‘Hoe moeilijk het ook is...’
45
Onderzoek: is een Oranje Huis wenselijk en mogelijk?
46
Missie Blijf Groep
48
Voorwoord door Cokky Roel
Het waren vechters, de vrouwen die de eerste Blijf van m’n Lijfhuizen hebben opgericht. Tegen de stroom in zorgden zij ervoor dat geweld achter de voordeur uit het privé-domein werd gehaald en als probleem werd erkend. Inmiddels zal niemand het probleem nog ontkennen. Maar de strijd is nog lang niet gestreden. Het is daarom tijd voor een Blijf van m’n Lijfhuis nieuwe stijl: een Oranje Huis. Een Oranje Huis is een herkenbaar Blijf van m’n Lijfhuis dat eerder en completer hulp biedt bij huiselijk geweld. Completer omdat niet alleen opvang, maar ook advisering, informatievoorziening en laagdrempelige hulpverlening tot de kerntaken behoren. Eerder omdat het door z’n zichtbaarheid het probleem van huiselijk geweld niet langer ‘verstopt’, waardoor slachtoffers van huiselijk geweld sneller hulp weten te vinden. De naam Oranje Huis verwijst naar het zichtbare karakter van het pand, met misschien wel een fel oranje voordeur. Maar het verwijst ook naar de drie kleuren van een stoplicht. Groen betekent: er is geen geweld, niets aan de hand. Rood betekent: de situatie is geëscaleerd en het slachtoffer is in groot gevaar. Strikt geheime opvang is nodig, dus niet in een Oranje Huis. Oranje staat voor: let op! Er is sprake van huiselijk geweld, maar is er nog veel aan te doen. Een Oranje Huis, met daarin het regionale Steunpunt Huiselijk Geweld, biedt advies, weerbaarheidstrainingen, hulpverlening en opvang. Voor elke vraag zoekt het naar een passend antwoord. Zowel slachtoffers, kinderen, professionals, als ook plegers die mee willen werken aan het oplossen van de problemen in het gezin, kunnen er terecht. Als het slachtoffer behoefte heeft aan een ‘time out’ en kiest voor opvang in het Oranje Huis, dan staat die opvang in het teken van voorbereiding op een toekomst zonder geweld. Ook hier is hulpverlening aan het hele gezinssysteem mogelijk, als de situatie dat toelaat. Het primaire doel is niet om per se de relatie te beëindigen, maar om de geweldspiraal te doorbreken. Je zou kunnen zeggen dat het Oranje Huis eerste hulp bij huiselijk geweld biedt aan iedereen die dat nodig heeft. Daarnaast is het, in de woorden van Hedy d’Ancona, een ‘maatschappelijk uitroepteken’; huiselijk geweld is nog steeds een groot en ernstig probleem. Dit boekje verscheen eerder in 2005, ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Blijf van m’n Lijf Alkmaar. Omdat het idee nog springlevend is en de vraag naar dit boekje onverminderd groot blijft, is er nu een tweede druk met een aantal geactualiseerde hoofdstukken. Inmiddels is Blijf van m’n Lijf Alkmaar samengegaan met een groot aantal zusterorganisaties in Noord-Holland, onder de noemer: Blijf Groep. Thuis in huiselijk geweld. Ikzelf heb in 2007 afscheid genomen van Blijf van m’n Lijf Alkmaar. Het doet mij veel plezier te zien dat het idee van een Oranje Huis door velen wordt gesteund. Ik hoop van harte dat het eerste Oranje Huis binnenkort haar deuren kan openen! Cokky Roel was tot eind 2007 directeur van Stichting Blijf van m’n Lijf Alkmaar en initiatiefneemster van het Oranje Huis.
4 | Het Oranje Huis
Oranje Huis: Blijf van m'n Lijf nieuwe stijl Wat is een Oranje Huis? Een Oranje Huis biedt eerder en completer hulp bij huiselijk geweld. De drie belangrijkste verschillen met Blijf van m’n Lijfhuizen zoals we die nu kennen, zijn: 1. Zichtbaarheid en herkenbaarheid: het probleem van huiselijk geweld wordt niet langer verstopt op een geheime locatie; 2. Opvang en Steunpunt Huiselijk Geweld op één plek: een geïntegreerd aanbod van advies, coördinatie, hulpverlening en opvang; 3. Directe hulp voor alle gezinsleden: doel is het stoppen van geweld, niet per se het beëindigen van de relatie. Waarom dit initiatief? Om eerder en beter hulp te bieden aan mensen die met huiselijk geweld te maken hebben. Onderzoek wijst uit dat slachtoffers die in de vrouwenopvang belanden, gemiddeld zes jaar met geweld thuis te maken hebben gehad. Een herkenbare en laagdrempelige plek voor iedereen uit buurt, stad en regio, zorgt ervoor dat de neerwaartse spiraal van huiselijk geweld eerder wordt doorbroken. Door het aanbieden en coördineren van advies, hulpverlening en opvang vanuit één centrale plek, kan deze hulp beter worden afgestemd op iedere individuele hulpvraag. Veiligheid is onze eerste zorg Een zichtbare locatie heeft niets te verbergen en kan professioneel worden beveiligd. Zo zal er dag en nacht, zeven dagen per week personeel aanwezig zijn. Bovendien wordt samen met iedere cliënt die opvang zoekt, bij binnenkomst een risicoscreening gemaakt. Bij levensgevaar wordt direct een veilige oplossing gezocht, bijvoorbeeld een opvanglocatie elders in het land of in het programma Buiten Beeld. Er wordt nauw samengewerkt met de politie, zoals ook nu al gebeurt. Voor wie is een Oranje Huis bedoeld? Voor iedereen die met huiselijk geweld te maken heeft en advies of hulp nodig heeft. De term Oranje Huis verwijst naar het zichtbare karakter, maar ook naar de doelgroep: mensen die tussen groen (geen geweld) en rood (levensgevaar) inzitten. Een Oranje Huis heeft in eerste instantie een lokale en regionale functie, maar biedt ook opvang aan cliënten uit andere delen van het land. Voordelen Oranje Huis 1. Zichtbaar hulp bieden. Huiselijk geweld gaat ‘van kwaad tot erger’. Door een zichtbare en laagdrempelige locatie kan eerder hulp worden geboden. Bovendien wordt het maatschappelijk probleem niet langer ‘verstopt’. 2. Hulp voor iedereen. Een Oranje Huis biedt hulp in alle fasen van het proces. Van weerbaarheidstrainingen voor vrouwen die dat nodig hebben, via hulp en begeleiding voor gezinnen waar ‘de eerste klap’ net is gevallen, tot de mogelijkheid
Het Oranje Huis | 5
3.
4.
van een ‘time-out’ in de vorm van tijdelijke opvang voor vrouwen met hun kinderen. Het aanbod sluit nauw aan bij de behoeften van de cliënten. Centraal staat het werken aan een toekomst zonder geweld. Iedereen met een (hulp)vraag kan een Oranje Huis bellen of bezoeken. Beter voorbereid op toekomst zonder geweld. Ook als je vlucht voor huiselijk geweld, zul je op een gegeven moment de draad weer moeten oppakken. In een Oranje Huis kunnen gezinnen zich beter voorbereiden op een toekomst zonder geweld. Bijvoorbeeld omdat er hulpverlening mogelijk is waarbij ook de pleger van huiselijk geweld betrokken is – uiteraard alleen wanneer de situatie dat toelaat. De meeste vrouwen (én mannen) willen namelijk geen eind maken aan de relatie, ze willen een eind maken aan het geweld. Geen slachtofferschap maar empowerment. Onderduiken op een geheime locatie betekent isolement en een gevoel van je moeten verstoppen. Van de regen in de drup, aldus sommigen. Bij opvang in een Oranje Huis kunnen vrouwen en kinderen in contact blijven met vrienden en familie. Uit ervaringen in het buitenland blijkt dat een zichtbaar en goed beveiligd pand alleen al positieve invloed heeft op de trots en het zelfvertrouwen van de vrouwen die daar tijdelijk verblijven.
Oranje Huis is een initiatief van Blijf Groep www.blijfgroep.nl
6 | Het Oranje Huis
Groen licht voor een Oranje Huis Sinds 1974 kent Nederland opvanghuizen voor slachtoffers van huiselijk geweld, onder de alom bekende naam Blijf van m’n Lijfhuis. De adressen van deze huizen zijn geheim, en dat is niet voor niets. Waarom zou je dan kiezen voor een herkenbaar pand op een algemeen bekend adres? En hoe zit het met de veiligheid van cliënten en medewerkers in zo’n Oranje Huis? Om mogelijke misverstanden direct weg te nemen: slachtoffers van huiselijk geweld die levensgevaar lopen, verblijven niet in een Oranje Huis. Na de risicoscreening worden zij opgevangen in kleinschalige, strikt geheime locaties. Voor alle andere betrokkenen bij huiselijk geweld – slachtoffers, plegers, kinderen, omstanders en professionals – is er het Oranje Huis. Geheimhouding op de helling Het meest in het oog springende verschil met de Blijf van m’n Lijfhuizen zoals die sinds 1974 in Nederland bestaan, is het niet langer geheim houden van de locatie. In de Verenigde Staten zijn herkenbare opvanghuizen voor slachtoffers van huiselijk geweld al een feit, waarvan het Open Women’s Center in Waukesha, Wisconsin, een goed voorbeeld is. ‘It’s time to bring the problem out of the closet’, aldus directeur Marie Kingsbury van het opvangcentrum. Publieke apathie en weinig aandacht voor huiselijk geweld en de gevolgen ervan, worden door haar en anderen gezien als een deel van het probleem. ‘Uit de kast komen’ door middel van een publiekelijk bekend opvanghuis is één van de antwoorden hierop. Het is volgens Marie Kingsbury een belangrijke stap voorwaarts in de publieke erkenning voor het probleem. Maar het heeft ook een persoonlijke kant. Een jonge moeder van drie kinderen, op de vlucht voor haar ex-vriend die haar stalkte, was maandenlang constant op weg van het ene naar het andere geheime opvanghuis. Steeds jezelf moeten verstoppen op geheime Het Oranje Huis | 7
locaties verergerde haar gevoel van hulpeloosheid. ‘Niemand zou in angst moeten leven. Ik heb me zo lang verstopt, en verstopte wat er met me gebeurde. Tot ik opstond en zei: ‘Nu is het genoeg.’ Zulke geluiden zijn niet nieuw. Alhoewel geheimhouding veel vrouwen een gevoel van veiligheid geeft, blijft het probleem van huiselijk geweld op deze manier onzichtbaar en makkelijker te negeren. In een publicatie ter gelegenheid van het twintig-jarig bestaan van Blijf van m’n Lijf Amsterdam stelt Ellin Robles dat er ‘een teneur is neergezet van wegmoffelen van vrouwen- en kindermishandeling... Het is in een sfeer van stil zijn, stiekem, zelfs achterbaks zijn getrokken.’ Schijnveiligheid Daar komt bij dat de veiligheid van de huidige Blijfhuizen op geheime adressen vaak wordt betiteld als ‘schijnveiligheid’. Scholen, uitkerende instanties of gemeentelijke diensten gaan soms onzorgvuldig om met de vertrouwelijke behandeling van informatie, waardoor adressen bekend raken. Bovendien maken internet en andere electronische zoeksystemen het steeds makkelijker om achter adressen te komen. Ook komt het voor dat via familieleden of vrienden die bij een gemeentelijke instantie werken, het adres van een Blijfhuis wordt achterhaald. En in sommige stadswijken of dorpen kunnen taxichauffeurs, postbodes, buurtbewoners of toevallige voorbijgangers je zonder problemen de weg wijzen naar het Blijfhuis in de wijk. Een Oranje Huis biedt op verschillende manieren bescherming. Doordat de locatie niet langer geheim is, kan het pand professioneel en duidelijk zichtbaar worden beveiligd. Ook de indeling van het pand draagt bij aan een veilige opvangplek, bijvoorbeeld door het creëren van een aantal zones die alleen toegankelijk zijn met speciale toegangspassen. Daarnaast is er 24 uur per dag, zeven dagen per week personeel aanwezig. Ook moet het mobiel AWARE-systeem tegen die tijd in gebruik zijn, waardoor cliënten met één druk op de juiste knop op hun mobiele telefoon, contact krijgen met de meldkamer van de plaatselijke politie. Daarnaast heeft veiligheid ook een duidelijke sociale kant. In de Verenigde Staten blijkt dat de buren van het Open Women’s Center in Waukesha een oogje in het zeil houden. Tot slot werkt het Oranje Huis nauw samen met de politie. Nieuwe inzichten in huiselijk geweld 1 Toen in de jaren zeventig de eerste Blijf van m’n Lijfhuizen werden opgericht, stonden twee zaken centraal. Blijfhuizen boden individuele vrouwen en hun kinderen de mogelijkheid om te ontsnappen aan het geweld. En de komst van Blijfhuizen maakte de samenleving bewust van geweld in de privé-sfeer en de structurele oorzaken ervan. Huiselijk geweld werd gezien als een uitdrukking en gevolg van ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Deze definitie is onder druk gekomen door een aantal inzichten dat de afgelopen decennia is opgedaan. Bijvoorbeeld dat óók vrouwen geweld kunnen plegen. En dat er ook mannelijke slachtoffers zijn. Bovendien wordt nu algemeen erkend dat huiselijk geweld in veel gevallen een proces is, dat 1
Deze paragraaf is gebaseerd op de Visie op veiligheid en de Visie op geweld van Blijf Groep.
8 | Het Oranje Huis
uiteindelijk leidt tot fysiek geweld. Er ontstaat een dynamiek, waar vaak beide partners een aandeel in hebben, die uit de hand loopt omdat men niet goed om weet te gaan met elkaars en eigen grenzen. Door alleen te kijken naar het perspectief van slachtoffers die bescherming nodig hebben en daders die moeten worden gestraft, wordt geen recht gedaan aan deze dynamiek. Bovendien is een van de basisregels van individuele hulpverlening dat iedere cliënt haar of zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. Door de pleger uitsluitend als dader neer te zetten wordt hij onbereikbaar. En door degene die het fysieke geweld heeft moeten ondergaan, uitsluitend als slachtoffer te beschouwen, wordt zij of hij passief gemaakt. Toekomst zonder geweld In een Oranje Huis ligt de nadruk op het werken aan een toekomst zonder geweld. Dat kan betekenen dat een bewoner uit de regio eens per week meedoet aan een weerbaarheidstraining. Het kan ook betekenen dat een jong stel waarbij de relatie dreigt te ontsporen, een aantal keer langs komt voor advies over hoe je de escalatie van conflicten kunt voorkomen. Maar het kan ook inhouden dat een vrouw die in de opvang zit, met haar partner een intensief therapietraject volgt waarbij wordt gekeken of het mogelijk is om het geweld definitief te stoppen, zonder de relatie te beëindigen. Juist omdat nu veel cliënten uit Blijfhuizen op een gegeven moment teruggaan naar hun partner, is het werken aan een toekomst zonder geweld van groot belang. Met of zonder aanwezigheid van de partner, de hulpverlening gaat steeds uit van een systeemaanpak waarin cliënten worden geholpen binnen de context van hun persoonlijke netwerk. Ook is er aandacht voor de plegers van huiselijk geweld. Als een pleger inziet dat hij of zij een probleem heeft en daaraan wil werken, dan is het Oranje Huis de plek van waaruit hulpverlening en trainingen voor plegers worden gecoördineerd. Hulpverlening aan ‘plegers’ staat los van de strafrechtelijke aanpak van ‘daders’. Dat is en blijft een zaak van politie en justitie, waar het Oranje Huis nauw mee samenwerkt. Hoe ziet een Oranje Huis eruit? Een Oranje Huis kan het Amerikaanse voorbeeld als beginpunt nemen. Op de benedenverdieping zien we dan een receptie voor ons, net als ruimtes voor maatschappelijk werk en andere hulpverlening. Ook is daar het Steunpunt Huiselijk Geweld gevestigd waar iedereen, van bezorgde buurman of politieagent die met vragen zit, tot een slachtoffer van al geëscaleerd geweld, terecht kan. Op de 1e verdieping is er de crisisopvang. En daarboven plekken voor vervolgopvang waar vrouwen tot zes maanden kunnen verblijven. Zowel in de crisisopvang als de vervolgopvang hebben vrouwen en kinderen meer privacy dan in de huidige Blijfhuizen. ‘Je moet er eerder bij zijn’ Huiselijk geweld staat de afgelopen jaren veel in de belangstelling. Media besteden er veel aandacht aan, het ministerie van Justitie richtte de website www.huiselijkgeweld.nl op, en ook het expertisecentrum van Transact, inmiddels opgegaan in Movisie, bestaat nu een aantal jaar. Ook wordt er meer geld vrijgemaakt voor safe houses die veiligheid bieden voor slachtoffers die in levensgevaar verkeren. Bovendien zal naar verwachting
Het Oranje Huis | 9
in 2008 de wet Tijdelijk Huisverbod voor plegers in werking treden, waardoor niet het slachtoffer, maar de pleger van geweld het huis moet verlaten. Tot slot zit ook de hulpverlening niet stil. Er wordt steeds meer gewerkt vanuit een systeemaanpak, waarin cliënten worden geholpen binnen de context van hun persoonlijke netwerk. Tegelijkertijd weten we ook dat voorkomen beter is dan genezen. Het bestrijden van het probleem is van belang, maar preventie is minstens even belangrijk. Hoe eerder mensen inzien dat ze een probleem hebben waar ze iets aan kunnen doen, hoe eerder ze weten waar ze hulp kunnen krijgen en die stap ook echt zetten, hoe meer leed, energie, tijd en geld kan worden bespaard bij iedereen die door geweld thuis wordt geraakt. Een Oranje Huis is juist door de combinatie van herkenbaarheid en een geïntegreerd hulpaanbod –van advies, hulpverlening tot opvang – een veelbelovende nieuwe stap in de aanpak van huiselijk geweld, nu en in de toekomst!
In 2005 liet de Stichting Blijf van m’n Lijf Alkmaar een onderzoek uitvoeren onder ketenpartners, over de vraag of een Oranje Huis wenselijk en mogelijk is. Een aantal reacties uit dit onderzoek: Positieve verwachtingen 1. Eigen kracht bewoonsters zal centraal komen te staan; stimuleert zelfredzaamheid 2. Gewenst contact met (ex-)partners wordt eenvoudiger te organiseren 3. Grotere bekendheid maakt stap om hulp te zoeken kleiner voor slachtoffers 4. Door snellere hulpverlening minder kans op escalatie 5. Meer betrokkenheid en controle door omgeving 6. Minder isolatie van vrouwen en kinderen 7. Beveiliging kan zichtbaarder en dus beter, dit geeft rust en vertrouwen Zorgen 1. Veiligheid van de bewoonsters, vooral buiten het pand 2. Intake wordt ingewikkelder omdat direct een betrouwbare risicoscreening moet worden gemaakt 3. Willen slachtoffers wel in een herkenbaar Oranje Huis? Schaamte mag geen barrière vormen
10 | Het Oranje Huis
Naomi’s Oranje Huis Naomi woont in een Blijfhuis. Wat vindt zij van het idee van een herkenbaar Blijfhuis? Zou ze er zelf naar toe zijn gegaan? En hoe ziet haar ideale Oranje Huis eruit? "Ik zie het Oranje Huis als iets positiefs. Maar je moet het wel goed uitleggen, het is ingewikkelder dan hoe het nu is. Ook is de intake moeilijker, want sommigen moeten in een geïsoleerde locatie worden opgevangen. Zelf zou ik niet minder snel naar een Blijfhuis zijn gegaan als het niet geheim was geweest. Alles was beter dan thuis blijven. Ik denk dat een herkenbaar Blijfhuis je zwak, kwetsbaar kan doen laten voelen, maar het kan je tegelijkertijd ook juist sterker maken. Niet iedereen denkt zo, sommigen zullen bang zijn. Voor hen is het goed als er trainingen zijn om daar wat aan te doen. Vergeet niet: iedereen komt hier zwak binnen. Zelf ben ik hier nu acht maanden. Een weerbaarheidscursus heb ik nog niet gedaan. In het begin had ik een grote mond, zo van: dat heb ik niet nodig. Je wilt je toch niet zwak opstellen. Maar misschien was het toch goed geweest. Als je het verplicht zou stellen, dan denk ik dat bijna iedereen er beter uitkomt. Nu worden we soms te veel met fluwelen handschoenen aangepakt. Thuis, voordat je in een Blijfhuis terecht komt, leefde je geïsoleerd en leerde je niet voor jezelf op te komen. En als je straks weer terug naar buiten gaat, weg uit het Blijfhuis, dan moet je dat wel kunnen. Steeds blijven wachten om die drempel over te gaan is niet goed. Hoe mijn gedroomd Oranje Huis eruit ziet? • Een afwasmachine in de keuken • Kinderopvang in huis, in ieder geval een paar uur per dag zodat je naar afspraken kunt en tijd hebt voor jezelf • Een sleutel of electronisch pasje zodat je zelf naar binnen kunt. Nu moet altijd iemand de deur voor je open doen • In je eigen kamer een wasbak met stromend water en een grotere klerenkast • Een keer in de week iemand die voor iedereen kookt • Schoonmaakdienst die twee of drie keer per week langskomt • Een portier die 24 uur per dag aanwezig is • Mobiele telefoon waarmee je met een druk op de knop de politie kunt waarschuwen • Misschien een hek om het pand, maar het mag niet voelen als een gevangenis • Tv op je eigen kamer voor als je je even wilt terugtrekken."
Het Oranje Huis | 11
"Weerbaarheid is als een gereedschapskist waar vrouwen uit kunnen putten als dat nodig is." Pyrrha Singerling, medewerker Blijf Groep
12 | Het Oranje Huis
Praten én poetsen De afgelopen jaren is de aandacht voor de weerbaarheid van slachtoffers van huiselijk geweld sterk toegenomen. Zonder aan blaming the victim te doen, beseffen steeds meer betrokkenen dat slachtoffers vaak een aandeel hebben in de escalatie van geweld. Een assertieve, weerbare houding kan in sommige gevallen geweld zelfs doen laten stoppen. In het hele land – van Groningen tot Limburg, van Overijssel tot Zeeland – worden er daarom cursussen en trainingen op dit gebied aangeboden. Maar wat verstaan we eigelijk onder weerbaarheid? Wie zijn er bij gebaat? En is verplichte deelname voor vrouwen in de opvang een goed idee? Weerbaarheidsdeskundige van Blijf Groep Pyrrha Singerling: 'De winst zit 'm in de eerste plaats in een positiever zelfbeeld en een groter gevoel van eigenwaarde.' Bij huiselijk geweld wordt het slachtoffer nog te vaak beschouwd als een machteloze partij die het geweld uitsluitend ondergaat. Alhoewel dit deels klopt, dreigt men met dit eenzijdige beeld voorbij te gaan aan twee aangrijpingspunten om geweld te voorkomen, te verminderen of te stoppen: • Huiselijk geweld is een proces: het is er niet 'opeens'. Vaak is er sprake van een geweldspiraal die met kleine signalen en incidenten begint. Als deze signalen op tijd worden herkend, dan kan iemand in een vroeg stadium eruit stappen door zich weerbaarder op te stellen of hulp te zoeken. De kans dat het geweld uit de hand loopt, neemt daardoor af. • Slachtoffers kunnen een aandeel hebben in de escalatie van het geweld. Uit praktijkverhalen blijkt dat twee mensen in een escalatieproces van actie-reactie terecht kunnen komen waar ook het uiteindelijke slachtoffer een actieve rol in speelt. Wat is weerbaarheid? Pyrrha Singerling, medewerker van Blijf Groep die het aanbod van weerbaarheidstrainingen coördineert, ziet weerbaarheid als het vullen van een 'gereedschapskist' waar vrouwen uit kunnen putten als dat nodig is. 'Het uitgangspunt is dat je leert steviger in je schoenen te staan, waarbij het aan de vrouwen is om te bepalen wanneer ze het geleerde toepassen. Het vergroten van weerbaarheid kent zowel een fysieke als een mentale kant. Fysiek gaat het over in contact staan met je eigen lichaam, letterlijk stevig in je schoenen staan. Over hoe je je stem gebruikt, wat je met je lichaamshouding uitstraalt, of hoe je jezelf kunt beschermen als iemand je een klap wil geven. Mentaal gaat het over het ontwikkelen van een positief zelfbeeld, van het gevoel van eigenwaarde en zelfrespect en vooral over het herkennen, erkennen en leren stellen van grenzen. ‘De kern ligt in het bewust worden van eigen en andermans grenzen. Vroeger had men nogal eens het beeld van de brute man en de zielige vrouw, terwijl er vaak sprake is van een wederzijds versterkend proces. Dat laat overigens onverlet dat de man in de meeste
Het Oranje Huis | 13
gevallen fysiek sterker is en de vrouw vaker slachtoffer is van fysiek geweld, als we het hebben over heteroseksuele relaties.' 'Weerbaarheidstrainingen bieden mensen inzicht in hoe deze processen van escalatie werken. Met woorden kan iemand jouw grenzen al overschrijden. Een bepaalde opmerking kan al aanvoelen als een klap in het gezicht. Door te werken aan zelfinzicht en het vergroten van mentale en verbale vaardigheden om voor zichzelf op te komen zullen vrouwen eerder de mogelijkheid hebben en bereid zijn om verbaal, mentaal en fysiek in verzet te komen. Een voorwaarde daarvoor is een positief zelfbeeld: ik mag er zijn.' Verschillende doelgroepen In de vrouwenopvang is steeds meer aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid van cliënten. Het 'weerbaarheidsdenken' wordt geïntegreerd in de diensten die worden aangeboden en in de wijze waarop hulpverleners en cliënten met elkaar om zouden moeten gaan. Op verschillende plekken is weerbaarheid een belangrijk element geworden van de visie van de organisatie. Voor de groepen die Blijf Groep bedient, zijn er verschillende soorten trainingen op dit vlak. Zo zijn er intensieve trainingen voor vrouwen die zich niet in een acute crisissituatie bevinden maar thuis wonen en zich via het Steunpunt hebben aangemeld. Ook zijn er workshops gericht op de fysieke en mentale basisvoorwaarden voor weerbaarheid voor vrouwen in de crisisopvang. Daarnaast zijn kinderen een belangrijke doelgroep voor weerbaarheidscursussen. 'Let op de kleintjes' is een project dat op verschillende plekken in Nederland is uitgevoerd, waaronder in Amsterdam en Alkmaar. Het is een psycho-educatieve cursus voor kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. In Amsterdam heette het 'En nu ik..!!', in Alkmaar 'de verhalenkring.' De aanpak was steeds zeer laagdrempelig, waarbij kinderen van zeven tot elf jaar leren dat huiselijk geweld niet normaal is, waar ze hun ervaringen kunnen verwerken en waar ze weerbaarder leren te zijn. Ondanks de zeer positieve ervaringen blijkt het op sommige plekken moeilijk om de financiering van nieuwe projecten rond te krijgen. Is het kind in de systeemgerichte aanpak van huiselijk geweld een ondergeschoven kindje? Weerbaarheid in de wijk Weerbaarheidstrainingen voor vrouwen die niet in de opvang verblijven, vinden in Amsterdam plaats in de wijk. Singerling: 'Vrouwen komen er terecht via het Steunpunt Huiselijk Geweld, maar ook via onder meer het maatschappelijk werk, buurtwerk, consultatiebureaus, opvoedingsondersteuning en de politie. Het is een intensief traject van twaalf bijeenkomsten en wordt gerealiseerd door een samenwerking van buurtwerk en maatschappelijk werk. Per bijeenkomst is er een training van zo'n anderhalf uur, waarin de fysieke en mentale aspecten van weerbaarheid aan bod komen. Na de training, het 'lesgedeelte' is dan afgelopen, wordt er nog een uur gepraat met een maatschappelijk werker. Het kan over verschillende onderwerpen gaan. Soms wordt op verzoek van de deelneemsters een deskundige uitgenodigd, bijvoorbeeld een sociaal raadsman of de buurtregisseur. 'De samenstelling van de groep is divers. Sommigen hebben te maken gehad met huiselijk geweld, maar niet allemaal. De gemeenschappelijke noemer is dat de vrouwen moeite hebben met het stellen van grenzen. Naast het weerbaarder worden, zijn het
14 | Het Oranje Huis
verkleinen van het isolement van de deelneemsters en het vereenvoudigen van de toegang tot andere (hulp)organisaties belangrijke doelstellingen van het traject. De 'outreachende' aanpak en het bespreken van problemen die deelneemsters in hun eigen leven tegenkomen, maken dat ze meer inzicht krijgen in hun eigen situatie en daadwerkelijk stappen zetten om deze te veranderen. Voor de een is dat het doen van aangifte na jarenlange mishandeling, voor de ander het zoeken van werk. Maar ook meer voor zichzelf opkomen bij familie of het durven aangaan van conflicten zijn volgens de deelneemsters belangrijke resultaten van de cursus.' Aanbod crisisopvang Voor vrouwen in de crisisopvang ziet het aanbod van weerbaarheid-workshops er anders uit. Singerling: 'Het gaat minder om het leren van strategieën en technieken, maar meer om in je lijf komen, je leren uit te leven, of je beter te kunnen ontspannen. Het doel is uiteindelijk beter in staat te zijn de keuzes te maken waar de vrouwen in de crisisopvang voor staan. Ze zitten teveel in crisis om uitgebreid in te gaan op de onderwerpen die in de ambulante weerbaarheidstraining wel worden behandeld, zoals het inschatten van bedreigende situaties, het hanteren van emoties en het bedenken en uitvoeren van oplossingen in situaties van grensoverschrijding en machtsmisbruik. 'Het gaat meer om de fysieke en mentale basisvoorwaarden voor weerbaarheid. Dus: werken aan een positief zelfbeeld, eigenwaarde en zelfrespect. Maar wel door het behandelen van thema's die in deze situatie voor de vrouwen belangrijk zijn. Denk daarbij aan fysieke en mentale ontspanning, in contact komen met je gevoel, de eigen kracht, het innemen van ruimte, etcetera. Wat we willen is dat vrouwen er iedere keer uitkomen met een gevoel van: wow!' Niet iedereen denkt bij de term 'weerbaarheid' aan hetzelfde. Sommigen denken dat je bij een weerbaarheidscursus vooral leert om terug te slaan. Volgens Pyrrha Singerling is dat niet het geval, alhoewel er wel aandacht aan zelfverdediging wordt besteed. 'Het aanleren van goede technieken om jezelf te verdedigen is een serieuze zaak, in sommige gevallen kan het levens redden. Daarom moeten het ook echt betrouwbare technieken zijn die zorgvuldig worden geoefend. 'Maar je moet geen vals gevoel van veiligheid creëren door te suggeren dat je plotseling je belagers helemaal de baas kunt zijn. De winst zit 'm in de eerste plaats in het feit dat je er een positiever zelfbeeld door krijgt, meer eigenwaarde voelt. Een voorbeeld is een vrouw die tijdens een training leert hoe ze een wurging kan breken. De kracht die ze op dat moment voelt, maakt dat ze daarna sneller nee kan zeggen wanneer haar partner bijvoorbeeld vraagt of ze ergens mee naar toe wil gaan terwijl ze daar geen zin in heeft.' Verplichte deelname? Ronduit lastig is de vraag of deelname aan cursussen en trainingen voor meer weerbaarheid verplicht moet zijn. De ervaring is namelijk dat veel vrouwen die eerst niet wilden, na afloop van een training blij zijn dat ze het hebben gedaan. Maar je kunt je ook afvragen of mensen die er niet uit zichzelf voor kiezen, gemotiveerd zullen zijn. Singerling, die in het verleden zelf trainingen heeft gegeven, vindt dwang in principe
Het Oranje Huis | 15
geen goed idee. 'Het kan heel confronterend zijn, sommige vrouwen zijn er gewoon niet aan toe. En niet iedereen heeft er evenveel behoefte aan. Daarnaast is het zo dat mensen met weerstand of zelfs weerzin zich vaak afsluiten, waardoor je je kunt afvragen hoe gemotiveerd men nog is. Ik stond ooit om negen uur 's ochtends in de gymzaal van een middelbare school, tegenover een groep meiden die er waren omdat het verplicht was. Dat werkte dus niet zo goed. 'Wat wel een probleem is, is dat de meeste vrouwen van tevoren niet precies weten wat ze onder de term 'weerbaarheid' moeten verstaan. Als het gaat om vrouwen die de Nederlandse taal niet of nauwelijks spreken, is het natuurlijk helemaal ondoenlijk om je iets voor te stellen bij dat woord. Om die reden hebben we in Amsterdam afgesproken dat alle vrouwen die in de crisisopvang komen, na een aantal dagen – als ze zich oriënteren op het aanbod van trainingen – verplicht meedoen aan een proefles. Zo ervaren de vrouwen zelf wat het inhoudt. Daarbij geldt, zoals in iedere les, de regel dat een deelneemster bij elke oefening kan aangeven dat ze niet mee wil doen. 'In principe ben ik dus tegen dwang, ook vanuit professionele overwegingen. Als we vrouwen willen leren om beter hun grenzen aan te geven, dan moeten we niet zelf over hun grenzen heengaan als ze aangeven niet mee te willen doen aan een training. Als medewerkers van Blijf Groep hebben we een gidsfunctie, dat gaat niet goed samen met het verplichten van deelname. 'Aan de andere kant heb ik soms ook mijn twijfels. Die ontstaan wanneer weerstandgedrag onderdeel van het proces lijkt te zijn. De vraag is wanneer er sprake is van weerstand om de weerstand en wanneer iemand er echt niet aan toe is en om die reden niet wil. Dat is soms een heel dun randje. In het eerste geval heeft iemand vaak een duwtje in de rug nodig. Sommige mensen moeten leren hun grenzen te verleggen om te kunnen groeien. Ik vind dat zelf soms erg lastig om te beoordelen. Het is in ieder geval belangrijk dat de hulpverleners die direct met de vrouwen werken dat onderscheid goed weten te maken.'
16 | Het Oranje Huis
Psychotherapeute en relatiedeskundige Carolien Roodvoets
'Na de eerste klap kan het snel gaan' Relatiedeskundige Carolien Roodvoets over de geweldspiraal "Twee mensen komen bij elkaar met hoge verwachtingen wat betreft hun relatie. Beiden hebben vaak al het nodige meegemaakt; geweld in hun jeugd, verwaarlozing of niet geleerd assertief te zijn. Ze hebben een zeer romantisch beeld van hun huwelijk en denken: 'nu zal hij/zij me gelukkig maken!' De relatie begint vol hoop en verwachtingen. Al snel vertonen zich de eerste barsten. 'Hij gaat toch vaker naar voetbal dan ik had gehoopt.' 'Ze zeurt toch meer dan ik dacht.' Het idee dat ze voor elkaar geschapen zijn, verdwijnt langzaam maar zeker. Je ziet dan een verschil tussen mannen en vrouwen in de manier waarop iemand hiermee omgaat. Vrouwen verwoorden wel hun teleurstellingen, maar veel minder hun wensen. Vaak wordt een verwijtende toon gebruikt, zo van: 'Je bent ook nooit thuis.' Mannen reageren vaak ook niet adequaat. Ze gaan in de verdediging – 'ik kan ook niets goed doen' – en trekken zich gekrenkt terug of gaan juist fel in de aanval. De spanning stijgt.
Vaak zie je dat de vrouw na een aanvaring de relatie probeert te herstellen. Ze verontschuldigt zich, zegt dat het niet had mogen gebeuren. Zonder dat het probleem wordt opgelost, gaat het weer een tijdje goed. Maar niet voor lang. Er komt weer een conflict, het patroon herhaalt zich. Dat gebeurt een paar keer. Tot bij haar het gevoel ontstaat van 'hoe vaak heb ik het nu al geprobeerd?' Hij belooft beterschap, maar houdt zich er niet aan. Ook hij voelt zich onmachtig. De spanning stijgt nog verder. Het besmet andere delen van de relatie zoals de seksualiteit. Dan komt de eerste klap. Voor beiden is dat een zeer belangrijk moment. Ze gaan een grens over die daarvoor nog niet was overschreden. Het doet iets met hun relatie. Op dat moment zijn er twee mogelijkheden. Of ze schrikken erg, gaan zich bezinnen op wat er eigenlijk aan de hand is en zoeken hulp. Of de spiraal gaat verder naar beneden, en er ontstaat angst en depressie: 'Het is al zo slecht met me gesteld dat ik geslagen wordt.' Er ontstaat
Het Oranje Huis | 17
woede, zowel bij haar ('hij slaat me') als bij hem ('zij heeft me ertoe gedreven'). Ook zijn er gevoelens van schaamte over wat er is gebeurd. Ze praten er niet over. Na die eerste klap kan het snel gaan. Eerst is er een gewelddadig incident eens in de twee maanden, daarna iedere maand, en voor je weet vallen er iedere week klappen. Het gebruik van geweld is onderdeel van het gedragsrepertoire geworden. De emoties lopen bij beide partners hoog op. Zij raakt steeds meer verbitterd, hij steeds gekrenkter. Het gezin gaat op allerlei terreinen dysfunctioneren; er wordt niet meer gekookt, hij trekt zich terug in zijn werk of gaat teveel naar de kroeg, en de kinderen worden niet meer naar school gebracht. Je ziet het hele systeem uit elkaar vallen. De vrouw komt bij de huisarts met klachten, maar durft niet te vertellen waar het echt om gaat. Jantje eet op school zijn boterhammen niet meer. Er zijn signalen die soms wel, soms niet worden opgepikt door de omgeving. Ergens in deze fase komt men bij de hulpverlening terecht, voor de vrouw kan dat een Blijfhuis zijn. Haar aanvankelijke hoop dat ze de situatie kon veranderen, is dan al lang omgeslagen in angst voor zijn gewelddadige gedrag. 'Hij is zo over de rooie, als ik nu bij hem weg ga, dan loop ik misschien wel groot gevaar.' In veel gevallen hebben beide partijen een aandeel in de spiraal van geweld. Voor vrouwen is het belangrijk dat ze leren om een korte 'ik-boodschap' af te geven, bijvoorbeeld 'als je zo doet kwets je me', en zich dan terug te trekken. Duidelijk 'ja' en 'nee' leren zeggen. Dat soort dingen werken preventief goed, zeker bij mannen met een kort lontje die makkelijk eigen en andermans grenzen overschrijden.
18 | Het Oranje Huis
De spreuk 'Waar twee kijven, hebben twee schuld' gaat echter niet altijd op. In de eerste plaats omdat de pleger van geweld volledig verantwoordelijk is voor het eigen gedrag. Daar komt bij dat je je aan fysiek geweld niet kunt onttrekken, terwijl je bij verbaal geweld nog je oren kunt dichtstoppen en jezelf ervoor afsluiten. In de tweede plaats omdat het ook voorkomt dat vrouwen zich simpelweg vergissen en een gestoorde man in huis halen. Omwille van het kind of uit angst blijft ze bij hem. Terwijl het enige wat ze moet doen is zo'n man zo snel mogelijk aan de kant zetten. Ook spelen culturele aspecten een rol. Het gebeurt gewoon dat leuke, gezonde vrouwen worden uitgehuwelijkt aan een gek. De vrouw kan zich daar dan aan proberen te onttrekken, maar dat is lang niet altijd mogelijk. Alhoewel in de meeste gevallen beide partijen een aandeel hebben in het ontstaan van een geweldspiraal, moeten we dat ook niet overdrijven. Sommige vrouwen zijn, om uiteenlopende redenen, gewoon in de val gelopen. Een Oranje Huis als herkenbaar Blijfhuis vind ik een heel goed idee. Waarom zou je je moeten verstoppen? Het is eigenlijk te gek voor woorden dat de samenleving niet méér kan bieden dan geheime opvang. Openbaarheid maakt het probleem veel zichtbaarder. Onder bewoonsters kan het bovendien leiden tot een collectieve sfeer van: 'wij laten ons niet wegmoffelen!' Het is alleen niet voor alle vrouwen geschikt. Laten we niet vergeten dat er ieder jaar vrouwen worden vermoord door hun expartner of familielid. Maar voor tachtig procent van de vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld kan een Oranje Huis helpen bij het doorbreken van de angstspiraal waarin ze terecht zijn gekomen.
Daarnaast moeten we er ook gewoon sneller bij zijn. Dan heb ik het over de reguliere hulpverlening zoals huisartsen, die in bepaalde gevallen standaard de vraag zouden moeten stellen of er sprake is van geweld en agressie in de relatie. Nu hebben ze niet altijd voldoende kennis en vaardigheden om signalen op te pikken. Dit is belangrijk omdat er vrouwen zijn die zich eenvoudigweg niet realiseren dat de klachten die ze hebben, voortkomen uit het geweld in hun relatie. Hoe vaak heb ik niet een depressieve vrouw in mijn praktijk gehad die haar probleem totaal niet koppelde aan het feit dat ze werd geslagen.
Minstens even belangrijk is de samenwerking tussen ketenpartners. De lijnen moeten kort zijn. Snel signaleren, goede doorverwijzingsmogelijkheden voor huisartsen. Beleidsmatig is dat nu soms nog een zooi. Bijvoorbeeld een huisarts die doorverwijst naar een Riagg. Bij de intake aldaar wordt niet gevraagd of er sprake is van huiselijk geweld, terwijl de huisarts dat duidelijk heeft doorgegeven. Dan worden er drie maanden lang allerlei onderzoeken gedaan en krijgt het stel te maken met vijf verschillende hulpverleners. Vervolgens komen ze op een wachtlijst en zijn na driekwart jaar wachten pas aan de beurt. Kijk, zo werkt het dus niet!"
Het Oranje Huis | 19
Voormalig Blijfbewoonster Sita:
‘Kijk hoe ik er nu over kan vertellen!’ Sita verbleef een aantal jaar geleden in het Blijfhuis van Alkmaar. Inmiddels woont ze zelfstandig en kan ze terugblikken op die periode, waarin ze een weerbaarheidstraining deed. Wat betekende het voor haar? Heeft ze er iets aan gehad? En waarom wilde niet iedereen meedoen? "Toen ik bij het Blijfhuis binnenkwam, was ik gebroken, helemaal kapot. Dat is bij iedereen zo. Tot dat moment pikte je alles en hoorde je steeds dat je niks waard was. In het begin was het best moeilijk, de vrouwen in het Blijfhuis hebben veel stress en reageren dat soms op elkaar af. Ik vond het moeilijk daarmee om te gaan. Na twee maanden in het Blijfhuis te hebben gezeten, ging het langzamerhand beter. Ik deed mee aan de gewone activiteiten, zoals de wekelijkse gesprekken met alle bewoonsters. Op een gegeven moment hoorde ik dat er een training werd gegeven voor meer assertiviteit en weerbaarheid. Ik twijfelde of ik wel mee wilde doen, want je wilt niet dat alle andere vrouwen met wie je woont, jouw verhaal te weten komen. Dat heeft ook te maken met gevoelens van schaamte. Maar op een gegeven moment besloot ik het toch te doen, met nog drie andere vrouwen. De cursus bestond uit tien lessen, iedere week één. Eerst wordt uitgelegd wat je tijdens de cursus gaat doen. Je hoeft niet direct zelf te beginnen, er wordt eerst goed met je gepraat. Dan doe je kleine oefeningen. Op een gegeven moment doe je een rollenspel met elkaar. Eén van de andere vrouwen was dan mijn man, waarmee ik situaties moest naspelen. Bijvoorbeeld dat hij thuis kwam en iets niet goed was in het huis. Het gevoel komt weer terug: je bent bang voor hem, je laat hem alle macht uitoefenen. We werkten met tekeningen waarop een ladder stond, met verschillende tredes. Onderaan had je geen macht, bovenaan alle macht. Je moest proberen om op de bovenste trede te komen. Ik dacht in het begin dat het moeilijk zou zijn omdat alle gevoelens weer boven zouden komen, maar het ging goed. Het lukt me uiteindelijk om op de bovenste trede te komen! Na afloop had ik het gevoel veel meer te kunnen. Ik voelde me meer mens. Je wordt er sterker door. Tijdens de training kon ik me uiten, wat erg opluchtte. Ik schreef ook op wat ik allemaal had meegemaakt, waardoor ik veel minder ging piekeren. Ik ben blij dat ik het heb gedaan, mensen zeggen dat er een andere Sita naar buiten is gekomen. Het helpt ook veel om te zien dat je niet de enige bent. Vroeger dacht ik altijd: het ligt aan mij. Maar na een tijdje in het Blijfhuis besef je ineens dat anderen hetzelfde hebben meegemaakt. Je kunt elkaar dan helpen en steunen. Na afloop zei ik tegen de directeur van het Blijfhuis dat ze op alle vrouwen zou moeten inpraten om zo'n cursus te doen, omdat je er zoveel sterker door kunt worden.
20 | Het Oranje Huis
Desnoods moet je het verplicht stellen. Ik snap wel dat veel vrouwen het moeilijk vinden, want je moet veel over jezelf vertellen, waardoor alles weer naar boven komt. Maar mijn ervaring is dat als je het niet doet, je al die gevoelens opkropt. Als je het kunt uiten, dan is het weg. Iets anders is vertrouwen. Je bent bang dat op een later moment, in het Blijfhuis, anderen over jouw problemen gaan praten. Wij hadden daarom de afspraak dat alles waar we over hadden gepraat, niet buiten de cursus mocht worden besproken. Ik denk dat bij iemand die helemaal niet geconfronteerd wil worden met haar verleden, het misschien niet werkt. Maar anderen hebben een duwtje in de rug nodig. Ik denk dat ook vrouwen die misschien eerst niet willen, dat gevoel wel loslaten als ze eenmaal aan de slag gaan. Je begint niet direct met het rollenspel, je wordt er eerst op voorbereid. Het zou ook goed zijn als tijdens de wekelijkse gesprekken in het Blijfhuis de docent van de training uitleg komt geven, en duidelijk maakt dat je niet alles hoeft te vertellen. En dat je altijd mag stoppen als je niet verder wilt. Zo'n training is vaak het begin van het proces om er weer bovenop te komen. In mijn groep was er een vrouw die maar moeilijk mee kon komen, ze moest veel huilen. Uiteindelijk is het toch gelukt. Ik denk dat het niet geeft als je niet met alle oefeningen mee kunt doen, want je kunt je toch uiten. Vroeger praatte ik helemaal niet over wat ik had meegemaakt, en kijk hoe ik er nu over kan vertellen!"
Het Oranje Huis | 21
"Na een aantal maanden in een Blijfhuis is het vaak heel angstig om weer op jezelf te gaan wonen. Aware is dan een goede tussenstap." Berber Speelman, Aware-coördinator Steunpunt Huiselijk Geweld Noord Kennemerland
22 | Het Oranje Huis
Veiligheid voorop Als je vlucht voor huiselijk geweld, dan zoek je een veilige plek. Dat is al veertig jaar de gedachte achter Blijf van m’n Lijfhuizen op geheime locaties. Maar zijn deze locaties daadwerkelijk geheim te houden? En is opvang op een geheime plek voor iedereen de beste oplossing? In een Oranje Huis blijft het belang van veiligheid voorop staan. Bij de intake krijgt iedere cliënt een risicoscreening. Het pand zelf wordt goed beveiligd en er is altijd personeel aanwezig. Ook buiten het pand blijft veiligheid van belang, zoals bij het doen van aangifte en bij de terugkeer van vrouwen naar een zelfstandige woning. Daar kan ‘Aware’ uitkomst bieden, een systeem waarbij je met een druk op de knop de politie kunt inschakelen. Slachtoffers van huiselijk geweld en eventuele kinderen worden nu vaak opgevangen op een geheime locatie. De geweldplegers vormen immers een bedreiging, waardoor bescherming in een anonieme, geheime opvanglocatie nodig is. De vraag is echter of de veronderstelling ‘geheim = veilig’ daadwerkelijk klopt. Een term die betrokkenen vaak gebruiken is ‘schijnveiligheid’. Schijnveiligheid • Locaties zijn bekend bij uitkerende instanties, scholen, gemeentelijke diensten, etc. Soms worden daar fouten gemaakt bij de vertrouwelijke behandeling, waardoor adressen bekend raken. ‘Instanties werken soms langs elkaar heen. Bij een paspoortaanvraag door een vrouw voor haar kinderen, werd de vader per brief door de gemeente X om toestemming gevraagd. Deze man wist toen dat zijn vrouw in de gemeente X zat. Door het Nederlandse systeem van registratie bij gemeenten, ziektekostenverzekeraars en andere uitkerende instanties is absolute geheimhouding bijna onmogelijk.’ • Internet en andere electronische zoeksystemen maken het vinden van adressen steeds makkelijker, ook als het gaat om de locaties van Blijfhuizen. • Er zijn gevallen bekend waarin familieleden of vrienden die werken bij gemeentelijke instanties adressen door hebben gespeeld naar plegers van huiselijk geweld. • Buschauffeurs, taxichauffeurs, postbodes, buurtbewoners, toevallige voorbijgangers en soms zelfs hele dorpen of steden zijn op de hoogte van een locatie. ‘Vraag aan iemand in Y waar het Blijf van m’n Lijfhuis is en iedereen stuurt je naar ons.’ (medewerker Blijfhuis Y) • Ook bewoonsters of hun kinderen kunnen onzorgvuldig zijn. Strenge huisregels ten spijt kun je niet altijd voorkomen dat vrouwen of kinderen contact zoeken met familie of de vader en daarbij het adres van de locatie prijsgeven. Bij binnenkomst in de Vrouwenopvang instellingen krijgen vrouwen sinds kort een Veiligheidskaartje met de belangrijkste do’s en don’ts en het alarmnummer van de politie en het centraal nummer
Het Oranje Huis | 23
van het Steunpunt Huiselijk Geweld. • Vrouwen kunnen niet de hele dag in een Blijfhuis opgesloten zitten. Ze doen boodschappen, regelen persoonlijke zaken en brengen hun kinderen naar school. Met name op die momenten zijn ze kwetsbaar. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er bij veel Blijfhuizen sprake is van een vorm van schijnveiligheid. De enige manier om vrouwen te beschermen die in levensgevaar verkeren, is strikt anonieme opvang in de voorziening Buiten Beeld, ook wel bekend als safe house. Respondenten uit het onderzoek schatten deze groep op 5 à 10% van het totaal, een percentage dat wordt bevestigd door onderzoek van de Federatie Opvang. Buiten Beeldlocaties zijn echt geheim en bieden de grootste garantie op onvindbaarheid. Maar de prijs voor de bewoonsters is hoog: het gaat bijna om leven in ballingschap voor vrouw en kinderen. Dat het onmogelijk is om de locatie van opvanghuizen geheim te houden heeft men ook ervaren in Amsterdam, waar al een tijd geleden is afgestapt van het klassieke Blijf van m’n Lijfconcept. Aleid van den Brink, directeur van Blijf Groep, maakt duidelijk dat dat ook onmogelijk zou zijn. ‘We hebben in Amsterdam totaal zo’n 200 bedden, waarvan een deel in grote locaties. Op die plekken weet de hele buurt ervan. Ik zie dat trouwens eerder als een vorm van bescherming door je omgeving, dan als bedreiging.’ Het is overigens niet zo dat er een bord naast de deur hangt met daarop vermeld wie er in het huis wonen. De bewoonsters verblijven er op anonieme basis. Maar krampachtige geheimhouding wordt niet langer nagestreefd, met als uitzondering de cliënten in de Buiten Beeld voorziening. De Steunpunten Huiselijk Geweld en ook het bedrijfsbureau hebben wel een bord naast de deur en een bekend adres. Risicoscreening bij intake Dat een goede inschatting van de risico’s cruciaal is voor het waarborgen van de veiligheid van bedreigde slachtoffers, wordt door niemand betwijfeld. Om die reden heeft de Federatie Opvang een risicoscreening-instrument laten ontwikkelen door het Verwey Jonker Instituut, dat al veel onderzoek heeft gedaan naar veiligheidsaspecten van huiselijk geweld. 1 Hoe werkt dit instrument? Hoe is het ontwikkeld? Karen van Brunschot, projectleider ontwikkeling risicoscreening bij de Federatie Opvang: ‘Het gaat om een vragenlijst, bestaande uit een aantal blokken met vragen over bijvoorbeeld familiesituatie, land van herkomst, het al dan niet in het spel zijn van wapens of drugs en of er eerder geweld is gebruikt. Deze vragenlijst wordt afgenomen tijdens de intake, als een vrouw zich voor het eerst meldt. Op basis van de antwoorden op de vragen kan een eerste inschatting worden gemaakt van de reële risico’s die de persoon in kwestie loopt. Na de eerste check op veiligheid kan dan worden bepaald of de politie wordt ingeschakeld – bij twijfel wordt de situatie in ieder geval aan hen voorgelegd – en welke vorm van opvang het meest gepast is: moet iemand naar een geheime locatie, of misschien naar een andere regio? Ook kan dan het vervolgtraject worden ingezet: welke vorm van hulpverlening sluit aan bij de situatie en behoeften van de cliënt?’ Het instrument is niet het ei van Columbus. Maar het helpt wel. Van Brunschot: ‘Het zorgt ervoor dat je op een aantal punten doorvraagt, je objectiveert zo veel mogelijk. Degenen die de intake doen, kunnen zich daardoor wat zekerder voelen bij de keuzes 1 De ontwikkeling van het instrument voor risicoscreening is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van VWS.
24 | Het Oranje Huis
die ze daarna moeten maken.’ Alhoewel de aanleiding voor het ontwikkelen van het instrument lag in incidenten van eergerelateerd geweld – tijdens de ontwikkelingsfase is dan ook goed afgestemd met eerwraak-deskundige Willem Timmer en collega’s van de Politie Haaglanden – is het nadrukkelijk bedoeld voor alle gevallen van huiselijk geweld waarbij sprake is van grote veiligheidsrisico’s. Het kan dus ook gaan om plegers uit het criminele circuit of psychiatrische patiënten. Bij de ontwikkeling is goed gekeken naar risicoscreening in andere sectoren, zoals de reclassering (inschatting van kans op recidive) en de psychiatrie. Van Brunschot: ‘Een verschil is dat bij die instrumenten een inschatting wordt gemaakt van de veiligheidsrisico’s die een persoon zelf veroorzaakt. Terwijl bij huiselijk geweld een inschatting moet worden gemaakt van de risico’s die uitgaan van de ander: de partner of ex-partner, dus iemand die zelf niet aanwezig is. Dat maakt het erg ingewikkeld.’ De vragenlijst is inmiddels op verschillende manieren getest en in het hele land in 2007 geïmplementeerd. Er is een expertmeeting georganiseerd met de politie, over de vragenlijst. Tijdens enkele landelijke bijeenkomsten voor managers en medewerkers van de Vrouwenopvang-instellingen is men nog eens geïnformeerd. Ook zijn er steeds vragen gesteld: klopt ‘ie en staat alles erin? Daarbij hebben ook mensen die zelf intakes van cliënten doen hun mening kunnen geven. Tot slot: hoe betrouwbaar is de risicoscreening? Van Brunschot: ‘Het biedt geen absolute garanties. Maar ik zou de vraag willen omdraaien, hoe betrouwbaar is de inschatting van risico’s zoals die eerder overal plaatsvond? Er zijn allerlei verschillende vragenlijsten ontwikkeld die sterk uiteenlopen. Het nieuwe instrument heeft een gedegen basis en zorgt ervoor dat we met elkaar dezelfde kant opgaan. Bovendien is de politie betrokken geweest bij de ontwikkeling ervan, dus zal het vanuit die kant ook sneller worden geaccepteerd. We leren steeds meer dezelfde ‘taal’ te spreken, begrijpen elkaar sneller. Dat komt de veiligheid van vrouwen en kinderen zeker ten goede. Aangifte zonder plaatsnaam Een ander onderwerp dat geregeld zorgt voor veiligheidsproblemen is het aangifte doen van huiselijk geweld. In het proces-verbaal wordt doorgaans melding gemaakt van de plaatsnaam waar de aangifte is gedaan. Aangezien de verdachte dit onder ogen krijgt, weet deze meteen in welke plaats de (ex-)partner moet worden gezocht. Om die reden is gezocht naar mogelijkheden om de plaatsnaam weg te laten uit de aangifte en alleen te vermelden dat de aangifte in Nederland heeft plaatsgevonden. Ellen Zentveld, projectleider huiselijk geweld bij de Politie Noord-Holland Noord, is hiermee bezig geweest, met succes. ‘We hebben contact gezocht met justitie, en gekeken of het juridisch kon. Het bleek inderdaad mogelijk, we zijn tot nu toe nog niet op juridische problemen gestuit. Lastiger dan justitie was het trouwens om onze eigen medewerkers zo ver te krijgen, simpelweg omdat ze gewend waren altijd de plaatsnaam te vermelden. Maar nadat we het hadden uitgelegd zag iedereen het belang ervan in. Een voorwaarde is wel dat er sprake is van een reële dreiging. Maar zodra het in het belang van het slachtoffer lijkt, dan doen we de aangifte zonder plaatsnaam. Bij bedreigde getuigen loop je altijd tegen dit soort problemen aan, nu hebben we dat probleem mooi omzeild. Eigenlijk had het al veel eerder gekund.’ Aangifte doen namens een vrouw door een medewerker is ook een optie. Echter, in sommige gevallen vormt de angst bij medewerkers voor de partner of ex-
Het Oranje Huis | 25
partner van de cliënt een belemmering. In overleg met politie en Openbaar Ministerie zal moeten worden gekeken hoe hier beter mee om te gaan. Aware Aware staat voor Abused Women Active Response Emergency. Het is een alarmsysteem dat is ontwikkeld ter bescherming van slachtoffers van huiselijk geweld en hun eventuele kinderen, die worden lastiggevallen door een ex-partner/gezinslid of familielid. Op dit moment kan het systeem alleen vanuit huis gebruikt worden. In andere regio’s wordt gewerkt met een mobiele variant van Aware. Hiermee kunnen slachtoffers die zich bedreigd voelen vanuit iedere willekeurige plek in de regio, via hun mobiele telefoon, snel de politie inschakelen. Het Steunpunt Huiselijk Geweld Noord Kennemerland onderzoekt momenteel samen met de politie wat de mogelijkheden zijn voor mobiel Aware. In samenwerking met de politie Noord-Holland Noord en het beveiligingsbureau van Blijf van mijn Lijf Alkmaar, is Blijf Alkmaar in 2001 gestart met Aware. De coördinatie van het project ligt bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Slachtoffers kunnen zich daar aanmelden voor een Aware-aansluiting. Middels een intake-gesprek en een risicoscreening met het Steunpunt en de politie wordt er gekeken of het Aware systeem een passende oplossing is. Gedurende de periode dat het slachtoffer is aangesloten op Aware, wordt er met een maatschappelijk werker van het Steunpunt gekeken welke hulp er nodig is om uiteindelijk verder te kunnen zonder alarmsysteem. Deze hulp wordt vanuit het Steunpunt gecoördineerd. Centraal staat de installatie van een elektronisch alarmsysteem bij het slachtoffer thuis. Daarnaast krijgt het slachtoffer een zender die zij met zich mee kan dragen in en rondom huis. Als het slachtoffer wordt bedreigd of lastigvallen, dan kan zij met één druk op de knop verbinding maken met de meldkamer van de beveiligingsdienst die het systeem heeft aangelegd. De beveiligingsdienst geeft de melding direct door aan de politie. Deze stuurt vervolgens met de hoogste prioriteit een surveillancewagen naar het adres. Op dit moment zijn er in Noord-Holland circa vijftig actieve aansluitingen, waarvan ongeveer twintig in Alkmaar, de plek waar het in 2001 begon met een pilot. De ervaringen zijn positief. Berber Speelman, die vanuit het Steunpunt de aanmeldingen voor Aware in de regio coördineert, geeft aan dat het systeem het veiligheidsgevoel sterk vergroot. Dit geldt ook voor de vrouwen die in Blijf van mijn lijf zitten en weer op zichzelf gaan wonen. ‘Als je als vrouw een aantal maanden in een Blijfhuis hebt gezeten, dan is het vaak heel angstig om weer op jezelf te gaan wonen. Aware is dan een goede tussenstap, vrouwen ervaren het als iets heel veiligs. Een goed voorbeeld is een vrouw die onenigheid kreeg met haar ex-partner toen deze de kinderen ophaalde, waarbij hij haar sloeg. Het gebeurde op een treinstation, zodat Aware zelf niet beschikbaar was. Maar ze belde met haar mobiele telefoon 112 en meldde dat ze Aware had. De politie kwam toen direct.’ Het aantal meldingen waarbij vrouwen in levensgevaar het alarm in werking stelden, is laag. Wel kwam het een aantal keer voor dat een ex-partner voor de deur stond te schreeuwen of op de ruiten aan het bonken was. In die gevallen functioneerde het systeem zoals het bedoeld is en stond er snel politie op de stoep. Maar soms is er ook sprake van ‘vals alarm’. Annemieke Bakker van de meldkamer Politie Noord-
26 | Het Oranje Huis
Holland-Noord: ‘Een vrouw gaat behangen, haalt de stroom eraf, waardoor het alarm automatisch afgaat. Of een kat springt op de kast en activeert daardoor het alarm.’ Een enkeling gaat er bovendien iets te makkelijk mee om. Bakker: ‘Slachtoffers moeten zich aan de afspraak houden dat de ex-partner de woning niet vrijwillig wordt binnen gelaten. We hebben een keer gehad dat iemands ex toch op visite mocht komen, een hapje mee at voor de gezelligheid, en vervolgens niet wilde vertrekken toen de vrouw daarom vroeg. Zij drukte toen de alarm-knop in. Deze manier van omgaan met het alarmsysteem wordt door ons niet gewaardeerd en kan ertoe leiden dat we iemand afsluiten.’ Al met al is Aware echter een succes, zowel vanuit het perspectief van het Steunpunt, de politie, als vanuit de betrokken vrouwen zelf. Wel geeft Ellen Zentveld aan nog een stap te willen zetten in het ‘objectiveren van de dreiging’, om preciezer te kunnen vaststellen wie Aware nodig heeft en wie niet. Annemieke Bakker ziet daarnaast dat Aware steeds bekender wordt en meer instanties ernaar verwijzen. Om het systeem als geheel werkbaar te houden, wordt daarom vanuit het Steunpunt regelmatig met de cliënten geëvalueerd of het alarm systeem nog effectief en nodig is. Ook overlegt het Steunpunt regelmatig met de politie om de aansluitingen te volgen en te evalueren. Berber Speelman: ‘Sommige cliënten vinden het moeilijk om het los te laten. Toch stuur ik daar wel op aan, omdat ze anders te afhankelijk worden van zo’n apparaat. Er is dan wel altijd de mogelijkheid om bijvoorbeeld een weerbaarheidstraining te volgen.’ Veelzijdige veiligheid Het preventieve werk van de Steunpunten Huiselijk Geweld zorgt ervoor dat er minder onveilige situaties ontstaan. Risicoscreening tijdens de intake van cliënten zorgt ervoor dat voor iedereen bij de veiligheidsrisico’s passende opvang wordt gevonden. Het tijdelijk huisverbod voor plegers, dat naar verwachting medio 2008 van kracht zal zijn, kan ook uitkomst bieden. Ook hier speelt het Steunpunt een coördinerende rol. Als opvang van het slachtoffer de enige uitweg is, dan is een geheime locatie vaak niet nodig. Geheimhouding kan zelfs een belemmering vormen voor cliënten om zich weerbaarder te maken en zich goed voor te bereiden op een toekomst zonder geweld. Als cliënten na opvang weer op zichzelf gaan wonen, dan biedt het Aware-systeem bescherming en een gevoel van veiligheid. Bij opvang in een herkenbaar Oranje Huis blijft veiligheid voorop staan. Doordat de locatie niet langer geheim is, kan het pand professioneel en duidelijk zichtbaar worden beveiligd met camera’s e.d. Ook de indeling van het pand draagt bij aan veilige opvangplekken, bijvoorbeeld door het creëren van een aantal zones die alleen toegankelijk zijn met speciale toegangspassen. Daarnaast is er 24 uur per dag, zeven dagen per week personeel aanwezig. Ook zal binnenkort het mobiel Aware-systeem in gebruik zijn, waardoor cliënten met één druk op de juiste knop op hun mobiele telefoon, contact krijgen met de meldkamer van de plaatselijke politie. Daarnaast heeft veiligheid ook een duidelijke sociale kant. De ervaringen van het Amerikaanse Open Women’s Center in Waukesha leren dat de buren een oogje in het zeil houden. In een Oranje Huis hoeven slachtoffers zich niet langer te verstoppen en te isoleren. Ze blijven dichter bij de samenleving staan, kunnen bezoek ontvangen en met behulp van systeemgerichte hulpverlening, waarbij in veel gevallen ook de pleger in beeld is, werken aan een veilige toekomst.
Het Oranje Huis | 27
Huiselijk geweld doet ook de schatkist pijn Huiselijk geweld is in de eerste plaats een persoonlijk drama: voor slachtoffers, familie en vrienden. En vaak ook voor plegers. Maar niet alleen de direct betrokkenen lijden onder agressie en geweld in huiselijke kring. Ook de maatschappij als geheel betaalt een hoge prijs, letterlijk. Een aantal jaar geleden onderzochten het Criminologisch Instituut Bonger en Stichting voor Economisch Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam de jaarlijkse economische kosten van huiselijk geweld, in opdracht van de Federatie Vrouwenopvang. De cijfers zijn niet nieuw, maar belangwekkend genoeg om nog een keer te laten zien. Er is daarbij gekozen voor de ‘meest waarschijnlijke kosten’, het maximum ligt nog een stuk hoger. Bovendien zullen de bedragen sinds 1997 eerder hoger zijn geworden dan lager.
Bron: Economische kosten van thuisgeweld tegen vrouwen. D. Korf, E. Mot, H. Meulenbeek, T. van den Brandt. Criminologisch Instituut Bonger in samenwerking met Stichting Economisch Onderzoek (SEO), 1997
28 | Het Oranje Huis
Politie
€
2,0 miljoen
Justitiële afdoeningen
€
1,2 miljoen
Vrijheidsstraffen
€
6,0 miljoen
TBS
€ 20,1 miljoen
Overige justitie
€
Totaal politie en justitie
€ 32,3 miljoen
Huisarts
€
3,0 miljoen
Poliklinische hulp/specialist
€
1,3 miljoen
Eerste hulp
€
0,3 miljoen
Ziekenhuis
€
2,5 miljoen
Totaal medische hulp
€
7,1 miljoen
Vrouwenopvang
€ 27,2 miljoen
Algemeen Maatschappelijk Werk
€
2,0 miljoen
Riagg
€
4,0 miljoen
Gezinszorg
€
2,1 miljoen
Ambulante FIOM
€
0,2 miljoen
Totaal psycho-sociale hulp
€ 35,5 miljoen
Ziekteverzuim betaald werk
€
Ziekteverzuim onbetaald werk
€ 10,2 miljoen
Bijstand
€ 60,3 miljoen
Huursubsidie
€
Totaal arbeid en sociale zekerheid
€ 75,3 miljoen
Totaal kosten thuisgeweld op jaarbasis
€ 150,2 miljoen
3,0 miljoen
3,2 miljoen
1,6 miljoen
Het Oranje Huis | 29
"Ik zie zeker een verband tussen het maatschappelijke uitroepteken van een herkenbaar Blijfhuis en empowerment." Hedy d’Ancona
30 | Het Oranje Huis
Hedy d’Ancona over het Oranje Huis Wat vindt u van het idee van een herkenbaar Blijfhuis? 'Mijn eerste, spontane reactie was: zijn Blijf van m'n Lijf-huizen niet juist onherkenbaar vanwege het gevaar dat vrouwen en kinderen lopen? We maakten het toch geheim om bescherming te kunnen bieden? Dat is de associatie die ik heb met geheimhouding en anonimiteit. 'Tegelijkertijd zijn de argumenten om tot een Oranje Huis te komen best overtuigend. Zeker als de praktijk uitwijst dat het ook anders kan. Zoals blijkt uit het Amerikaanse voorbeeld waarbij openbaarheid van een opvanghuis niet heeft geleid tot meer ongelukken. In de huidige situatie komen plegers er vaak toch achter waar vrouwen zitten. Als de opvanglocatie niet langer geheim is, kan de rechter wellicht ook makkelijker straatverboden rondom Blijfhuizen opleggen. 'Op de eerste plaats staat voor mij de vraag wat het meest veilig is voor de slachtoffers. Maar tegelijkertijd gaat van geheimhouding iets van schaamte uit. In
de zin van: wie zich verstopt heeft iets om zich voor te schamen. Het lijkt iets abnormaals. De situatie in opvanghuizen is trouwens vaak ook niet normaal, waardoor veel vrouwen toch weer terug gaan naar hun man. 'Het idee van een Oranje Huis is meer een soort tijdelijke vluchthaven voor wie het niet kan uithouden met haar partner. Prettig is dat het lijkt op een vorm van beschermd wonen, van waaruit bewoonsters kunnen kiezen om naar een nieuwe, eigen woning te gaan, of terug naar hun partner. Ik hoop dat vrouwen in zo’n toekomstig Oranje Huis meer vrijheid voelen bij het maken van deze afweging.' Hoe kijkt u aan tegen het Oranje Huis als maatschappelijk statement tegen huiselijk geweld? 'Dit hangt natuurlijk samen met de individuele kant van je niet schamen, je niet verstoppen. Een herkenbaar Blijf van m'n Lijf-huis kun je dan zien als een soort maatschappelijk uitroepteken. Het gaat me wel een beetje ver om er een soort protestdemonstratie van te maken. Je mag
Het Oranje Huis | 31
mensen niet gebruiken als actiemiddel. 'Het begint in ieder geval bij het wegnemen van de schaamte die slachtoffers individueel ervaren. Empowerment, het vergroten van iemands weerbaarheid is daarbij een goede zaak. Zo zorg je ervoor dat vrouwen beter in staat zijn om hun eigen keuzes te maken. Ik zie zeker een verband tussen het maatschappelijke uitroepteken van een herkenbaar Blijfhuis en empowerment.' In het huidige publieke debat is er veel aandacht voor de harde aanpak van huiselijk geweld. Wat vindt u van de toon van het debat? 'Het debat wordt vooral getrokken in de sfeer van het debat over allochtonen. Daar ben ik niet zo blij mee. Toen de eerste Blijfhuizen werden opgericht, waren de bewoonsters allemaal van autochtone afkomst. Nu zie je veel meer allochtone vrouwen. Door velen wordt dat opgevoerd als bewijs van de achterlijkheid van delen van de allochtone bevolking. In mijn ogen kun je het zien als een stap in het emancipatieproces van allochtone vrouwen. Bovendien stigmatiseer je een hele groep wanneer je net doet alsof huiselijk geweld alleen daar voorkomt, wat niet waar is. 'Wat me opvalt is dat de fractie in de Tweede Kamer die op dit gebied het hardst
32 | Het Oranje Huis
roept, de VVD, tégen een onafhankelijke verblijfsvergunning voor buitenlandse slachtoffers van huiselijk geweld is. Terwijl je weet dat vrouwen extra kwetsbaar zijn als ze zo afhankelijk zijn van de dader. De kwestie speelt al sinds ik staatssecretaris van emancipatiezaken was, toen huiselijk geweld voor het eerst op de politieke en maatschappelijke agenda kwam. Nog steeds is er geen onafhankelijke verblijfsvergunning voor die groep vrouwen. U zult begrijpen dat ik daar niet zo enthousiast over ben.' Moet er meer gebeuren op Europees niveau als het gaat om de bestrijding van huiselijk geweld, zoals internationale uitwisseling van slachtoffers die zeer grote veiligheidsrisico's lopen? 'Een Europees netwerk voor de uitwisseling van expertise en het mogelijk maken dat bedreigde slachtoffers terecht kunnen in andere landen lijkt me een goed idee. Het zou überhaupt goed zijn als het probleem meer op Europees niveau zou worden aangepakt. Er zijn nu al wel rapporten over geschreven, maar het onderwerp valt niet onder de bevoegdheden van de Europese politiek. Daardoor komt het niet tot concrete actie in de vorm van bijvoorbeeld richtlijnen op dit gebied.'
Huiselijk geweld door de eeuwen heen
1500
Tijdens de renaissance mogen echtgenoten hun vrouwen slaan, maar het moet wel binnen de grenzen van het redelijke blijven. Een regel uit de stadswet van de Franse stad Villefranche luidt: 'Alle inwoners van Villefranche hebben het recht hun vrouw te slaan, zo lang dat niet leidt tot de dood.'
1600
In Italiaanse steden als Florence en Bologna bestaan opvanghuizen voor mishandelde vrouwen. Zij vallen onder de noemer 'malmaritate', dat staat voor 'ongelukkig getrouwd', waarbij het zowel om mishandelde als door hun man verlaten vrouwen gaat. De malmaritate is een bekende en populaire figuur in de vroeg-moderne literatuur. 'Ongelukkig getrouwd' is overigens uitsluitend het probleem van de vrouw: ’s mans ontrouw en geweld zijn niet iets waar hij verantwoordelijk voor is, maar omstandigheden waar zij mee moet leren leven.
1873
Het Hoge Gerechtshof van North Carolina, V.S., stelt dat 'een echtgenoot niet het recht heeft om zijn vrouw te kastijden, onder geen enkele omstandigheid.' De aap komt echter uit de mouw als daaraan wordt toegevoegd: 'Echter als er geen blijvend letsel is toegebracht, noch sprake is van kwaadaardigheid, wreedheid of gevaarlijk geweld door de echtgenoot, dan is het beter om de gordijnen dicht te trekken, de blik van buiten uit te sluiten en beide partijen te laten vergeven en vergeten.'
Het Oranje Huis | 33
1917
Algemeen actief en passief kiesrecht voor mannen. Vrouwen krijgen alleen het passieve kiesrecht; ze mogen zich wel verkiesbaar stellen, maar zelf niet stemmen. Twee jaar later krijgen vrouwen ook het actieve kiesrecht.
1971
Erin Pizzey opent het eerste opvanghuis voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld in Chaswick, Engeland. Zij schrijft ook het eerste boek over vrouwenmishandeling vanuit het perspectief van het slachtoffer, Schreeuw zacht, anders horen de buren het. Later krijgt ze het aan de stok met feministen die volgens haar het thema van huiselijk geweld hebben gekaapt om haat tegen mannen te zaaien en bovendien niet willen inzien dat ook vrouwen plegers en mannen slachtoffers kunnen zijn van huiselijk geweld.
1974
In Amsterdam kraken Dorith Vinken, Noor van Crevel en Martine van Rappard een pand en richten onder grote mediabelangstelling het eerste Blijf van m'n Lijf-huis op. Twee jaar later volgt een tweede in Zwolle en weer acht jaar later zijn er vijftien Blijfhuizen en is er sprake van een Blijf van m'n Lijf-beweging. Het eerste Blijfhuis in Amsterdam heeft een duidelijke feministisch-activistische instelling. In de jaren tachtig komt er meer aandacht voor onderzoek en de eigen organisatie. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig vinden er reorganisaties plaats en staat professionalisering centraal. Het Blijfhuis is veranderd van een ideologische vrijwilligersorganisatie naar een professionele instelling voor maatschappelijke gezondheidszorg.
1980
Blijf van m’n Lijf Alkmaar opent haar deuren. In hetzelfde jaar neemt het parlement de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen aan.
1981
Hedy d’Ancona wordt staatssecretaris van Emancipatiezaken. Ze treft bij haar aantreden direct de voorbereidingen voor een werkconferentie voor politici, ambtenaren en deskundigen uit de vrouwenbeweging over de bestrijding van seksueel geweld.
1983
In Nederland wordt verkrachting binnen het huwelijk strafbaar gesteld.
34 | Het Oranje Huis
1984
Na eerst 10 duizend vragenlijsten en voorlichtingsbrochures te hebben gedrukt en 300 enquêtrices intensief te hebben getraind, blaast de directeur-generaal van het CBS een grootscheeps onderzoek naar geweld van de partner danwel seksueel misbruik in de kindertijd af. Reden: het zou niet verantwoord zijn om vrouwen zulke persoonlijke vragen te stellen. Psychische problemen die daaruit zouden kunnen volgen wilde het CBS niet voor haar rekening nemen. Dat er een vooronderzoek had plaatsgevonden waarin was getest of invulling door zwaar getraumatiseerde vrouwen verantwoord was, wist hij niet maar deed voor hem ook niet terzake.
1989
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties neemt het Verdrag inzake de rechten van het kind aan. Kinderen hebben door hun kwetsbaarheid recht op bijzondere zorg en bijstand. Grote nadruk wordt gelegd op de verantwoordelijkheid van het gezin voor de zorg en bescherming van kinderen.
1997
In Rotterdam gaat een experiment met Aware van start, een alarmeringssysteem voor vrouwen die te maken hebben met extreme bedreiging en stalking door hun ex-partners. Samenwerking tussen justitie, politie en hulpverlening blijkt moeizaam maar cruciaal voor het slagen van het project.
2002
Het kabinet formuleert in de nota Huiselijk geweld. Privé probleem, publieke zaak haar beleidsvoornemens voor een brede aanpak van huiselijk geweld. Het bewustzijn voor de problematiek wordt groter, wat onder andere resulteert in meer kennisoverdracht en trainingen voor politiemedewerkers.
2005
In verschillende steden in Nederland worden Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld opgericht. Zowel slachtoffers, vrienden of familie, professionals, maar ook plegers kunnen hier terecht voor informatie en hulp. Het functioneert als een 'marktmeester' die weet welke hulp en ondersteuning waar te halen valt. De eerste geluiden zijn positief; er wordt veel gebruik van gemaakt.
2010
Het Oranje Huis, een herkenbaar opvanghuis voor slachtoffers van huiselijk geweld, wordt geopend.
Het Oranje Huis | 35
"The whole idea is kind of shocking. It takes time to think through." Marie Kingsbury, directeur van The Women's Center in Waukesha, V.S.
36 | Het Oranje Huis
Marie Kingsbury, The Women's Center, Waukesha, V.S.
Going public in Waukesha Amerikaans Blijfhuis komt uit de kast Vlakbij de Amerikaanse stad Milwaukee, Wisconsin, ligt het welvarende voorstadje Waukesha. In een drukke straat in het centrum, down-town, bevindt zich The Women's Center, een opvanghuis voor slachtoffers van huiselijk geweld. Het is ook een therapiepraktijk voor vrouwen en een centrum voor de preventie van kindermishandeling. En vrouwen worden actief ondersteund bij het vinden van een baan. Bijzonder is dat het gaat om een herkenbaar, publiekelijk bekend opvanghuis. Na jaren van huisvesting op een geheime locatie vond men het tijd om het probleem van huiselijk geweld 'uit de kast te halen.' Nu, ruim twee jaar na de opening, is het aantal veiligheidsincidenten niet gestegen in vergelijking met de periode daarvóór en is men zeer tevreden over de public shelter. Directeur Marie Kingsbury: 'Het hele idee is best schokkend.' Het Women's Center van Waukesha werd in 1977 opgericht. Net als Blijfhuizen in Nederland maakte het de afgelopen decennia een fundamentele ontwikkeling door; van grassroots-organisatie met veel vrijwilligers en weinig geld, naar een professionele instelling voor hulpverlening met een begroting van 1,6 miljoen dollar. 'We moeten nu meer als een bedrijf werken', aldus Kingsbury. 'Sommigen
van onze medewerkers missen wel de activistische inslag uit de begindagen. Maar zonder het geld dat we nu hebben zouden we nooit zoveel mensen kunnen helpen.' Sinds de begindagen van het Women's Center waren de functies van therapie, preventie van kindermishandeling en opvang verspreid over verschillende
Het Oranje Huis | 37
gebouwen, op acht tot tien blocks afstand van elkaar. De locatie van het opvanghuis was in 2003 niet erg geheim meer, aangezien het al tweeëntwintig jaar op dezelfde locatie was gevestigd. Toch moesten bewoonsters beloven om het adres geheim te houden en zich aan allerlei regels houden. Zo mochten ze zich bijvoorbeeld nooit voor het huis laten afzetten, maar altijd ergens in de buurt. Als ze de regels overtraden, moesten ze vertrekken. De medewerkers kregen daardoor soms het gevoel dat ze het de bewoonsters op deze manier moeilijk maakten om hun normale leven weer op te pikken, terwijl ze juist om die reden naar de shelter waren gekomen. Nieuwe locatie Rond 1998 ontstond er ruimtegebrek. Dit probleem kon worden opgelost door een nieuwe locatie te bouwen op een stuk land dat ze al in bezit hadden. Na maandenlang overleg met bewoonsters, medewerkers, sleutelfiguren uit de lokale maatschappij en anderen is dit gebeurd. Centraal in dit langdurige besluitvormingsproces stond de vraag of ze de drie activiteiten bij elkaar onder één dak zouden onderbrengen. Dit zou namelijk betekenen dat de opvanglocatie bekend zou worden.
38 | Het Oranje Huis
In de Verenigde Staten is er al een tijd een langzame trend gaande van opvanghuizen die herkenbaar en openbaar worden. Andere opvanghuizen in de staat Wisconsin waren Waukesha al voorgegaan. Voordat de beslissing werd genomen, is daarom kennis genomen van de ervaringen van drie andere shelters die recent de keuze voor 'open' hadden gemaakt. Hoe gingen zij om met het veiligheidsvraagstuk? Het bezoek aan deze opvanghuizen en het horen van hun positieve ervaringen, heeft de betrokkenen uit Waukesha geholpen bij het maken van de keuze voor going public. Niet dat het zonder slag of stoot ging. Tijdens de interne discussie over al dan niet 'open' had een aantal medewerkers tijd nodig om aan het idee te wennen. Cliënten waren sceptisch. Tegelijkertijd geeft Kingsbury aan dat je nooit iedereen mee kunt krijgen en dat er verloop is onder medewerkers. Toen het nieuwe pand werd gebouwd, waren de meeste betrokkenen echter vóór het plan. En nieuwe cliёnten, voor wie openbaarheid vanzelfsprekend is, blijken er geen problemen mee te hebben. Het geeft hen juist het gevoel dat ze 'het recht hebben er te mogen zijn.'
Waarom openbaar? Alhoewel de aanleiding om een openbaar Blijfhuis te worden voortkwam uit het praktische probleem van ruimtegebrek, geeft Kingsbury twee meer fundamentele argumenten voor openbaarheid. 'Het eerste is principieel van aard: huiselijk geweld is zo lang verzwegen, dat we het gevoel hadden dat het in de openbaarheid moest komen, out of the closet. Naast deze principiële, maatschappelijke kant van de zaak, is er een psychologische kant. Namelijk: het voelt zoveel beter om je niet te hoeven verschuilen, zowel voor bewoonsters als voor het personeel. Want waarom zouden bewoonsters en personeel zich eigenlijk moeten verstoppen? Zij hebben toch niets gedaan?' De nieuwe situatie gaf de vrouwen een gevoel van vrijheid en bevrijding en leidt tot veel steun uit de maatschappij. Bewoonsters kunnen het adres aan mensen geven en bezoek ontvangen. De shelter is niet langer omgeven door een verkrampte sfeer. Toekomstige bewoonsters kunnen bovendien langsrijden om te kijken hoe het eruit ziet. Het is daarmee voor velen een stuk makkelijker om aan te kloppen bij het opvanghuis. De vrouwen zelf putten trots uit het feit dat ze er zichtbaar mogen zijn: dit is mijn terrein waar mijn ex-partner niet mag komen. Ze komen meer voor zichzelf op. Veiligheid Maar wat moeten we ons eigenlijk voorstellen bij een openbaar opvanghuis? In de eerste plaats dat het adres simpelweg in het telefoonboek staat en er een bord aan het hek bij de straat hangt waarop staat 'Vrouwenopvang'. Open is ook het campus-achtige terrein waarop het opvanghuis zich bevindt; auto's en bezoekers kunnen gewoon
de parkeerplaats en het terrein op. Het gebouw zelf, geopend in juni 2003 met veel hulp en geld van vrijwilligers, heeft op de begane grond onder meer een 'counseling' afdeling. Op de eerste verdieping is de (nood)opvang. Daarboven zijn appartementen waar vrouwen maximaal twee jaar kunnen blijven om hun leven weer op te pakken. Op het campusterrein staan nog vijf gewone woonhuizen, waarvan er vier worden bewoond door families die ook daar tot twee jaar kunnen verblijven. In het vijfde huis is de administratie gehuisvest. Het gebouw is zeer veilig ontworpen. Zo zijn er camera's die de buitenkant in de gaten houden, aan alle kanten van het gebouw. Ook is er een intercom met camera en 'buzzers' en moeten mensen een sluis door om binnen te komen. Veiligheid wordt ook geput uit de omgeving; de campus ligt in een druk gebied in het centrum van Waukesha. 'A ls we buiten de stad op een geïsoleerde plek hadden gezeten, hadden we waarschijnlijk niet gekozen voor openbaarheid,' aldus Kingsbury. Veiligheid zit 'm dus niet alleen in het gebouw zelf. Het feit dat de omgeving weet van het Women's Center, biedt ook bescherming. In de woorden van Kingsbury: 'A ls je buren weten dat je er bent, dan houden ze een oogje in het zeil. Ook de goede relatie met de politie is een belangrijke voorwaarde geweest om de stap naar openbaarheid te zetten. Als we bellen, dan zijn ze er onmiddellijk.' De politie wil bovendien daadwerkelijk leren van de ervaringen van vrouwen. Daarom komen ze iedere maand langs om met de bewoonsters te praten. Ze begrijpen daardoor steeds beter de dynamiek van huiselijk geweld, hoe ze bepaalde reacties moeten plaatsen. Maar
Het Oranje Huis | 39
bijvoorbeeld ook dat ze een man die over de rooie is niet na twee uur al weer vrij moeten laten, maar beter eerst een tijdje tot rust kunnen laten komen in de cel. Er wordt dus veel geïnvesteerd in een goede verstandhouding tussen de politie en de vrouwen van het Women's Center. Een druk op de knop De veiligheid binnen laat onverlet dat de vrouwen buiten het gebouw kwetsbaar zijn. Hier is iets op gevonden. In heel de Verenigde Staten krijgen vrouwen in shelters die zich onveilig voelen een mobiele telefoon mee waarmee ze met één druk op de knop de politie kunnen bellen. Dat is ook het enige dat die mobieltjes kunnen. Niet lang geleden is daar gebruik van gemaakt door een vrouw die werd belaagd door haar ex-partner. Hij kwam naast haar rijden in zijn auto toen ze terug liep naar het opvanghuis. Ze belde 911 en de politie kwam er snel aan. De man was toen al weer vertrokken. Maar doordat de camera's rond het gebouw het incident hadden opgenomen, kon de man alsnog worden opgepakt vanwege de overtreding van het straatverbod dat hij opgelegd had gekregen. Veiligheid is ook een belangrijk aandachtspunt bij de intake. Als een vrouw
binnenkomt, dan wordt een standaard intakeprocedure doorlopen. Daarbij wordt gekeken naar de veiligheidrisico's die ze loopt. In principe is daarbij de inschatting van risico's door de vrouw zelf het uitgangspunt, maar ze wordt daar wel bij geholpen door de medewerkers. Slachtoffers zijn namelijk niet altijd even realistisch op dat gebied. Wanneer het nodig is wordt een vrouw in een ander Blijfhuis opgenomen, in Wisconsin of zelfs in een andere staat. Daartoe wordt nauw samengewerkt met andere shelters. In de ergste gevallen van bedreiging kan de identiteit van vrouwen worden veranderd, maar het is eenvoudiger om naar een andere staat te gaan. Ervaringen tot nu toe Kingsbury is tevreden over hoe het nu loopt en kan weinig zaken bedenken die beter hadden gekund. Het aantal veiligheidsincidenten is niet gestegen sinds het Women's Center uit de kast is gekomen. Doordat ze zichtbaarder werden, kregen ze meer vrijwilligers. Er zijn nieuwe bronnen voor structurele financiering aangeboord. Ook kreeg het publiek meer informatie, en is huiselijk geweld een thema geworden waar meer over wordt nagedacht. Daarnaast is het
Blijfhuis • • • • • • •
40 | Het Oranje Huis
wel telefoonnummer, geen adres in telefoonboek Blijfhuis onherkenbaar op geheime locatie vrouwen in isolatie, kunnen geen bezoek ontvangen steeds meer aandacht voor empowerment en weerbaarheid onopvallend beveiligd geen portier kinderen van vrouwen spelen alleen met elkaar
huis makkelijker te vinden voor de groep vrouwen voor wie het bedoeld is.
relatie met de politie. Daarnaast kost de stap naar openbaarheid gewoon tijd.
Bovendien kwamen ze sneller omdat ze geen deel hoefden uit te maken van een 'groot geheim'. Er komen veel meer donaties binnen in de vorm van geld en voedsel van particulieren en bedrijven uit de directe omgeving. Met diezelfde omgeving onderhoudt men overigens nauwe contacten in het kader van arbeidsbemiddeling voor de bewoonsters. En met succes: het werkt goed en helpt vrouwen bij hun reïntegratie in de samenleving.
'Het hele idee is best schokkend. Je moet het tot je nemen en doordenken. We hebben vele gesprekken gevoerd. Met de politie, met mensen uit de omgeving, met onze vrijwilligers, etcetera. Je moet een open dialoog houden over de zorgen die onder betrokkenen leven, ingaan op de vragen die ze hebben. De voors en tegens inventariseren en tegen elkaar afwegen. Praten, praten en nog eens praten. Daarom zeg ik: deel de informatie die je hebt. En wees eerlijk als je niet op alle vragen de antwoorden weet.
Wat zou Kingsbury zeggen tegen hen in Nederland die vrezen dat de openbaarheid van een Oranje Huis de veiligheid van bewoonsters in gevaar brengt? 'Het is een hele legitieme zorg. De mogelijkheid om openbaar te worden als opvanghuis is afhankelijk van de plek waar je zit – in een druk gebied of juist geïsoleerd op het platteland – maar bijvoorbeeld ook van de
'In Waukesha was de uitkomst van dit proces dat de meesten vonden dat het tijd was om het probleem "uit de kast te halen". Een belangrijk argument daarbij was dat van de drie openbare shelters die we hadden bezocht, er geen enkele was die terug wilde naar de oude situatie.'
Oranje Huis • • • • •
adres in telefoonboek herkenbare locatie voor advies, hulpverlening en opvang voor alle betrokkenen bereikbaar empowerment en weerbaarheid staan centraal goed en zichtbaar beveiligd met camera’s 24 uur per dag personeel aanwezig vrouwen en kinderen kunnen bezoek ontvangen
Het Oranje Huis | 41
"Ze blijven erbij tot we iemand hebben die ons verder helpt. Dat voelt veilig." Debby, cliënt Steunpunt Huiselijk Geweld
42 | Het Oranje Huis
Eerste hulp bij huiselijk geweld Huiselijk geweld gaat van kwaad tot erger. Daarom is het zo belangrijk om er vroeg bij te zijn. De Steunpunten Huiselijk Geweld die nu in alle regio’s en grote steden van het land zijn te vinden, bieden ‘eerste hulp bij huiselijk geweld’. De medewerkers verzorgen directe, kortdurende hulp en bepalen samen met de cliënt welke vervolgstappen nodig zijn. Ze houden daarbij de vinger aan de pols gedurende het gehele hulptraject. Het Steunpunt is er voor alle betrokkenen bij huiselijk geweld. De hulp die wordt geboden is beschikbaar voor degene die zich meldt (een slachtoffer, pleger of kind als getuige), voor de partner (pleger of slachtoffer), of voor andere direct betrokkenen (kinderen, familieleden of vrienden, hulpverleners). Vanuit het Steunpunt kan daadkrachtiger en doelgerichter worden gewerkt en kunnen de activiteiten van de vele betrokken organisaties worden gecoördineerd. Hulpvragers kunnen dus op één plek terecht voor vragen en directe hulp bij huiselijk geweld. Steunpunt Noord Kennemerland In Alkmaar heeft het Steunpunt Huiselijk Geweld Noord Kennemerland in 2005 haar deuren geopend. Een deel van de cliënten weet zelf de weg naar het Steunpunt te vinden, waarbij landelijke campagnes direct leiden tot meer cliënten. Daarnaast is de politie een continue bron van nieuwe aanmeldingen. Sinds kort worden door de politie alle gevallen (meldingen en aangiftes) van huiselijk geweld geregistreerd. Het Steunpunt krijgt die meldingen door en zoekt op eigen initiatief contact met de betrokkenen. Marieke Groen, coördinator van het Steunpunt Noord Kennemerland: ‘We krijgen van de politie alle meldingen en aangiftes van huiselijk geweld doorgestuurd. We gaan er vervolgens zelf op af. Tijdens het eerste contact leggen we uit welke hulp we kunnen bieden. Vaak is de reactie dan: “Is er dan hulp? Wat kan er dan allemaal?” Het werkt zeer drempelverlagend als je er op af gaat. En vergeet niet, huiselijk geweld is een groot maatschappelijk probleem dat je niet mag afdoen als een privé-zaak. Als mensen aangeven dat ze geen behoefte hebben aan hulp of advies, dan weten ze in ieder geval wat er mogelijk is op dat gebied.’ Andere cliënten vinden zelf hun weg naar het Steunpunt, zeker na landelijke campagnes als de ‘Nu is het genoeg!’-campagne uit 2007. Op werkdagen is het Steunpunt bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur, buiten deze tijden is de telefoon doorgeschakeld naar de telefonische hulpdienst. Een beller krijgt direct een hulpverlener aan de lijn die met de methodiek Eerste hulp bij huiselijk geweld werkt. De situatie wordt in kaart gebracht en er wordt gekeken naar de beste oplossing voor ieder individueel geval. Dit gebeurt meestal in maximaal drie persoonlijke gesprekken op het Steunpunt-kantoor. Ook worden er direct een aantal tips en adviezen gegeven als daar behoefte aan is.
Het Oranje Huis | 43
Tijdens de gesprekken wordt de hulpvraag verhelderd en gekeken welke andere instanties moeten worden ingeschakeld, zoals het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, de Forensisch Psychiatrische Afdeling, het maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg of de politie. Als een cliënt bij een van deze instanties verder wordt geholpen, dan blijft het Steunpunt deze cliënt volgen, in het maandelijkse casusoverleg met de bovengenoemde instanties, aangevuld met de Reclassering en het Vangnet & Advies van de GGD. Ook bemiddelt het Steunpunt bij opvang als de situatie daarom vraagt. Voor kinderen van zes tot elf jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld is er het project De Verhalenkring, dat vanuit het Steunpunt wordt gecoördineerd. Kinderen vinden er een veilige plek om te praten over hun ervaringen thuis en om die ervaringen spelenderwijs te verwerken. Strafbankje Als medewerkers van het Steunpunt zelf afstappen op betrokkenen bij huiselijk geweld, dan is er soms de nodige aarzeling bij betrokkenen. Marieke Groen: ‘Mensen vinden het gewoon eng. Al heel snel denken pleger en slachtoffer dat ze uit elkaar moeten om het probleem op te lossen. En het is ook gewoon moeilijk om de stap naar buiten te zetten en er over te moeten praten. Je stelt je immers kwetsbaar op als je erkent dat je hulp nodig hebt.’ Voor hulpverlening voor de pleger van geweld is steeds meer belangstelling. Maar ook daar is er soms weerstand. Groen: ‘De pleger is vaak toch bang dat hij op een strafbankje wordt gezet. Wij maken duidelijk dat wij ons richten op hulpverlening en dat politie en justitie gaan over eventuele strafrechtelijke vervolging als dat aan de orde is.’ Het Steunpunt is er dus niet alleen voor slachtoffers van huiselijk geweld. Het is er ook voor plegers, voor mensen die zich zorgen maken om een familielid die met geweld thuis te maken heeft, of voor professionals die er in hun werk mee te maken hebben. Van de 497 keer dat er in 2007 contact werd opgenomen met het Steunpunt, gebeurde dat 174 keer door het slachtoffer, 55 keer door familie of vrienden, 12 keer door plegers, en 256 keer door anderen, zoals hulpverleners, politie en andere professionals.
44 | Het Oranje Huis
‘Hoe moeilijk het ook is...’ Na de zoveelste uit de hand gelopen ruzie, besloten Miriam en Mark dat het zo niet langer kon. Ze zochten hulp. Het Steunpunt Huiselijk Geweld ging het gesprek aan en verwees de partners naar passende hulpverlening. Miriam en Mark zetten de eerste stappen in de goede richting. ‘Beseffen dat we een probleem hadden, dat was het moeilijkste.’ ‘Op een gegeven moment kon ik er niet langer omheen,’ vertelt Miriam. ‘Dit was niet normaal. Toen ik met Mark praatte, erkende ook hij dat we een probleem hadden waar we zelf niet uitkwamen.’ Dat besef was heel belangrijk voor Mark en Miriam. Maar er moest nog een drempel overwonnen worden, voor ze daadwerkelijk hulp zochten. Miriam: ‘Ik ben gaan surfen op het internet, om te kijken welke hulpverlening er was en om bevestiging te zoeken voor ons probleem. Ik kwam uit bij het Steunpunt Huiselijk Geweld.’ Miriam heeft vaak met de telefoon in haar handen gezeten maar vond het te moeilijk om te bellen. Uiteindelijk nam haar vriend het initiatief. Emotioneel Het telefoongesprek en de afspraak die volgde waren voor Miriam en Mark heel emotioneel. ‘Eigenlijk is het makkelijker om te doen alsof er niets aan de hand is,’ legt Miriam uit. ‘Er komen allerlei emoties los als je jezelf confronteert met de minder leuke kanten in je relatie. Als je over je problemen praat, lijken ze echter. Gelukkig werden we meteen vriendelijk, behulpzaam en ondersteunend te woord gestaan. Dat was een opluchting en gaf ons de moed door te zetten.’ De medewerker van het Steunpunt zorgde ervoor dat Miriam en Mark snel terecht konden. ‘Ze gaf ons het gevoel dat we open en eerlijk konden zijn en dat ze ons graag wilde helpen er sámen uit te komen. Dat was heel belangrijk voor ons, want we houden zielsveel van elkaar. Na het eerste gesprek bij het Steunpunt hadden we al het idee dat we anders met elkaar praatten over onze problemen en anders omgingen met elkaars gevoelens.’ Mark en Miriam hadden behoefte aan een vervolgafspraak. In de gesprekken die volgden presenteerde het Steunpunt een aantal mogelijkheden om het probleem aan te pakken en gaf daarin ook advies. Mark volgt nu een training voor geweldplegers. Miriam gaat met een maatschappelijk werker praten over haar gevoelens en samen spreken ze een aantal keer met een relatietherapeut. Toekomst ‘Het is allemaal heel snel in gang gezet,’ vindt Miriam, ‘en dat is natuurlijk alleen maar prettig. We staan nog helemaal aan het begin van een lang traject en we zullen het ongetwijfeld nog moeilijk krijgen. Maar ik vertrouw erop dat we er samen, met de hulp die we krijgen, goed doorheen komen. Wij hebben allebei het idee dat we op de goede weg zijn en kijken positief naar de toekomst. Hoe moeilijk het ook is, ik raad iedereen die te maken heeft met geweld in een relatie aan hulp te zoeken. Met of zonder partner. Dit is niet iets waar je alleen uitkomt!’ De namen Miriam en Mark zijn gefingeerd Het Oranje Huis | 45
Onderzoek: is een Oranje Huis wenselijk en mogelijk? In 2005 voerde het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie, in opdracht van de Stichting Blijf van m’n Lijf Alkmaar, een onderzoek uit naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een Oranje Huis. De centrale vraag van het onderzoek luidde: ‘Kunnen een herkenbaar Blijfhuis en een andere manier van denken over de aanpak van huiselijk geweld, een bijdrage leveren aan preventie, het doorbreken van de geweldspiraal en de reïntegratie van bewoonsters van Blijfhuizen in de maatschappij?’ Een serie groepsbijeenkomsten en individuele interviews met medewerkers en andere betrokkenen in het werkveld, leidden tot de volgende conclusies en aanbevelingen.
Conclusies 1. Differentiatie is gewenst. Sommige vrouwen in Blijfhuizen hebben geheimhouding nodig. Voor anderen is een soort ‘time out’-locatie voldoende. Bij vrijwel alle geïnterviewden is er draagvlak voor differentiatie in opvang voor de verschillende slachtoffers van huiselijk geweld. Wel maakt differentiatie de intake ingewikkelder. 2. Preventie en het doorbreken van de geweldsspiraal. Een Oranje Huis vormt een signaal naar plegers dat huiselijk geweld onacceptabel is en dat slachtoffers van huiselijk geweld zich niet hoeven te verbergen. Het versterken van de weerbaarheid van (potentiële) slachtoffers maken eerder ingrijpen bij escalatie mogelijk. 3. In de Verenigde Staten bestaan herkenbare Blijfhuizen. De ervaringen van het Open Women’s Center in Waukesha, Wisconsin zijn positief: meer aandacht voor het maatschappelijke probleem van huiselijk geweld. En een groter bereik voor
46 | Het Oranje Huis
4. 5.
6. 7. 8.
hulpverlening aan individuele slachtoffers. Statement. Het Women’s Center in Waukesha heeft door haar openheid huiselijk geweld als thema een nieuwe impuls in de publiciteit gegeven. Ook is er daardoor meer informatie verstrekt aan het publiek. Een Oranje Huis stimuleert reïntegratie. Een Oranje Huis biedt kansen voor de reïntegratie van bewoonsters van Blijfhuizen in de maatschappij. Bewoonsters kunnen in contact blijven met hun eigen sociale netwerk en hulpverlening volgens de systeemaanpak wordt mogelijk. Draagvlak bij stuurgroep. Er is draagvlak voor het concept Oranje Huis bij de stuurgroep Huiselijk Geweld Noord Holland-Noord. Weinig draagvlak bij landelijke politiek. Binnen de landelijke politiek lijkt er nog weinig draagvlak voor minder geheimhouding in de vorm van een herkenbaar Blijfhuis. 1 Blijfhuizen ‘schijnveilig’. De locatie van Blijfhuizen is niet zo geheim als wenselijk is. Er is sprake van ‘schijnveiligheid’.
Aanbevelingen 1. Experiment Oranje Huis. Start een experiment in Noord Holland om het concept Oranje Huis uit te testen. 2. Instrument voor risico-inventarisatie. Meer differentiatie in opvanghuizen betekent dat extra aandacht moet worden besteed aan het ontwikkelen, toepassen en continu verbeteren van een instrument voor de inventarisatie van risico’s die vrouwen lopen. 2 3. Lobby Tweede Kamer. Start een lobby richting Tweede Kamerleden om differentiatie in soorten opvang onder de aandacht te brengen vanuit de gedachte ‘Maak veilig wat echt veilig moet, maar streef naar normalisatie van verhoudingen waar dat mogelijk is’. 4. Betere afspraken over geheimhouding. Aangezien er een groep bewoonsters van Blijfhuizen bestaat die geheimhouding absoluut nodig heeft, moeten er betere afspraken over geheimhouding worden gemaakt tussen bij de opvang betrokken organisaties. 5. Uitwisseling slachtoffers met buurlanden. Voor zeer ernstige gevallen van bedreiging zou uitwisseling van slachtoffers van huiselijk geweld met partnerinstellingen in de buurlanden kunnen worden gezocht.
1
Inmiddels is de landelijke steun voor het concept sterk toegenomen. Zo heeft het ministerie van VWS met ingang van 2008 gedurende 3 jaar subsidie toegekend voor de inhoudelijke ontwikkeling van het Oranje Huis-concept. 2
Ook op dit punt is inmiddels voortgang geboekt: zie het hoofdstuk Veiligheid voorop op pagina 23
Het Oranje Huis | 47
Missie Blijf Groep Wij bieden, coördineren en organiseren directe hulp op maat, thuis of in de opvang aan iedereen die te maken heeft met uitbuiting in relaties en huiselijk geweld. Daarbij is onze eerste zorg veiligheid voor betrokkenen. Met de cliënt werken we verder aan oplossingen voor een toekomst zonder geweld. Ons werkgebied ligt in Amsterdam/Noord-Holland en Flevoland. Wij spelen actief in op veranderingen in de maatschappij, ontwikkelen en delen kennis over huiselijk geweld en vragen structureel steun en aandacht hiervoor van de Nederlandse samenleving. Wij realiseren ons dat we bij al onze activiteiten samen sterker zijn dan alleen. 48 | Het Oranje Huis