ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Het eigen interieuradviesbureau (vaardigheidstoets)
MODULE 4: LOGISTIEK & VERKOOP Inhoud: • Technische en economische voorraad • Voorraadkosten • Servicegraad • Bestellen • Verkopen en brutowinst • Handelen • Verkopen en nettowinst • Gemiddelde voorraad en omzetsnelheid
Opleiding Naam
Klas
1
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Inleiding Je zit op een ondernemersschool. Ongeacht het product dat je verkoopt, of de dienst die je levert moet je na de opleiding in staat zijn om een eigen winkel of bedrijfje te runnen. Daarbij hoort ook LOGISTIEK en VERKOOP Wat is Logistiek Volgens de geleerden:
Logistiek is de leer van het plannen en het effectief en efficiënt uitvoeren van bevoorrading. De hedendaagse logistiek richt zich op de organisatie, planning, besturing en uitvoering van goederenstromen, geldstromen en informatiestromen. Dus gaat het over • inkopen van goederen • de voorraad • bestellen van goederen • verkopen van goederen De goederenstroom dus En dat gaat altijd gepaard met geld (geldstroom) en formulieren (informatiestroom) Heel simpel: Ik bestel bij BOL.com een boek via een in te vullen formulier (informatiestroom) Ik krijg een bevestiging = informatiestroom Twee dagen later krijg ik het boek via de post (goederenstroom) En ik maak het geld over (geldstroom) Over de telefoon vertel ik mijn schoonzus over dat boek (informatiestroom) Zij vertelt me dat ze dat graag van me wil kopen als kadootje voor mijn broer (informatiestroom) Ik breng dat boek (goederenstroom) en zij betaalt me contant (geldstroom) Effectief is doelmatig. Dat boek geef ik niet aan mijn kleine neefje want die vouwt van de bladzijden vliegtuigjes. Efficient is zo goedkoop mogelijk, dus breng ik dat boek zelf even in plaats van via de post. Mijn broer woont 2 straten verder.
2
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
We beginnen met de voorraad. Twee soorten: -
Technische voorraad Economische voorraad
Technische voorraad is de totale hoeveelheid artikelen die voor de verkoop bestemd zijn en liggen opgeslagen in jouw magazijn en in jouw winkel.
De waarde van de technische voorraad bereken je om te bepalen voor welk bedrag je het moet verzekeren. Er ligt nogal wat aan geld in je winkel! Economische voorraad is de totale hoeveelheid artikelen dat je eigendom is en waarover je risico loopt
Dat is niet hetzelfde als de technische voorraad, want artikelen die besteld zijn door de klant en nog in jouw magazijn liggen om naar de klant te brengen zijn niet meer jouw eigendom! Jij loopt er geen risico meer over. Ze zijn van de klant. Hetzelfde geldt voor de artikelen die jij bij de leverancier besteld hebt maar nog bij de leverancier in het magazijn liggen. Die zijn wel jouw eigendom en ze zijn voor jouw risico. Formule: Economische voorraad = technische voorraad + voorinkopen – voorverkopen
Voorbeeldje: Je hebt voor ! 20.580 aan meubels in je winkel en voor ! 18.750 in je magazijn. In het magazijn staan om afgeleverd te worden aan de klanten 9 stoelen, 3 tafels, 2 banken, 2 lampen en een feauteuil met een gezamenlijke waarde van ! 5760,Bij de leverancier heb je een bestelling geplaatst van 3 banken,12 stoelen en 2 tafels. De waarde ervan is ! 2050,De technische voorraad is wat in bij jouw in de winkel en in het magazijn staat en heeft een waarde van: ! 20.580 + 18.750 = ! 39.330,De economische voorraad is: ! 39.330 + ! 2050 - ! 5760 = ! 35.620,We gaan nu enkele sommetjes maken aan de hand van het assortiment dat je in een excel bestand hebt gemaakt Bij deze module heb je steeds dat bestandje nodig. Zorg dat je die erbij hebt!
3
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 1 Economische voorraad 1 Ga naar je bestand. Noteer hieronder de technische voorraad in aantallen en en totale waarde. Let op: ga altijd uit van de INKOOPWAARDE Mij technische voorraad is:..........................................................................stuks Dat is in waarde: ! .............................................................................................. 2 Stel dat van artikel 12 t/m 18 er van elk 1 gekocht is door klanten, maar nog niet door ze zijn opgehaald. Verder heb je van artikel 3 en 5 elk 6 besteld bij de levenacier. Die komen volgende week binnen. Bereken A de technische voorraad B
de economische voorraad
3 De waarde van de voorraad van een meubelzaak is ! 555.000,Van de voorraad is voor ! 195.000 verkocht aan klanten, maar moet nog bezorgd worden. Bij de groothandel zijn bestellingen gedaan voor een bedrag van ! 225.000. Die bestellingen moeten nog binnen komen. Bereken A de technische voorraad B
de economische voorraad
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
4
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Voorraadkosten Voorraad kost geld. Want: Goederen moeten gekocht worden van een leverancier. Die leverancier wil zijn geld het liefst binnen 30 dagen. Anders betaal je meer (administratiekosten of erger) Meestal gaat het om veel geld dat je niet zelf hebt, maar moet lenen van de bank. Dat lenen kost geld (rente) Als een bank of lamp of broek of jas niet verkocht wordt en te lang in de winkel blijft liggen raakt hij uit de mode. Klanten willen hem dan niet meer. Dan moet je afprijzen of in de uitverkoop doen. Dat levert minder geld op. Dat kost dus ook geld Als je steeds heel veel inkoopt of bestelt, heb je heel veel magazijnruimte nodig. Hoe meer magazijnruimte des te minder winkelruimte. En dat is jammer want in de winkel verkoop je. Dus hoe groter de voorraad des te minder je verkoopruimte. En dat kost ook alweer geld. Samenvattend: Voorraadkosten zijn de 3 Rʼs RENTE ( van het geld dat je moet lenen om in te kopen) RUIMTE (het geld dat je had kunnen verdienen als je magazijn kleiner en je winkel dus groter is RISICO ( het geld dat je verliest door af te prijzen)
5
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 2 Voorraadkosten Meet de oppervlakte van je magazijn. Hoeveel m2 meter is dat?
Dat is …………………m2
Stel je verkoopt per jaar voor € 20.000 aan goederen per m2 winkeloppervlakte. Voor hoeveel verkoop je dan meer als je magazijn voor de helft kleiner is? Antwoord…………………………………………………………………………… Op welke kosten bespaar je nog meer als je magazijn kleiner wordt? Antwoord…………………………………………………………………………… Wat is de totale waarde van jouw beginvoorraad (zie excel bestandje met jouw artikelen) De beginvoorraad waardeer je tegen de inkoopprijs. De totale waarde van mijn beginvoorraad is: €……………………………………….. Hoeveel geld moet je daarvoor lenen bij de bank? Antwoord: €…………………(afronden op 500) Stel de rente is 8% per jaar, hoeveel moet je dan aan rente betalen per jaar? De rente is dan: €……………………….per jaar Dat is: €……………………….per maand Kies een aantal artikelen uit die best wat minder in aantal mogen zijn. Kies 10% minder dan het totaal aantal. Reken uit hoeveel rente je dat per maand scheelt. Antwoord: ………………………………………………….. De eerste 10 artikelen verkopen maar niet. Je moet ze 20% afprijzen. Dus de verkoopprijs wordt 20% lager. Hoeveel geld verlies je? Antwoord:…………………………………………………… Verlies van waarde wordt ook wel derving genoemd. Kun je nog meer voorbeelden van derving noemen naast het uit de mode raken? Voorbeeld a………………………………………………… Voorbeeld b………………………………………………… Voorbeeld c………………………………………………… Dus zou je zeggen: dan maar helemaal geen voorraad! Waarom is dat onverstandig? Antwoord: …………………………………………………………………………………………
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
6
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Wat is het verschil tussen inkopen en bestellen. Makkelijk. Inkopen is in één keer een hele grote partij kopen. Je onderhandelt dan over de prijs en de levertijd. Bestellen is steeds je voorraad aanvullen tegen de prijs en leveringsvoorwaarden die je met de leverancier had afgesproken. Inkopen doe je meestal op een beurs bij de levenancier. Bestellen doe je bij diezelfde leverancier telefonisch of per fax of mail. Als artikelen uitverkocht zijn moet je nee zeggen tegen klanten die het willen kopen. Daarom heet dat ook Nee-verkopen. Zorg dus dat je altijd voldoende in voorraad hebt om nee-verkopen te vermijden. Als je altijd genoeg hebt, heb je dus geen nee verkoop. Dat is een geweldige service! Je hebt dan een service-graad van 100% De servicegraad kun je berekenen door het aantal aanwezige artikelen van een artikelgroep te delen door wat je daarvan normaal gesproken in voorraad hebt. En in procenten: Servicegraad =
Aantal aanwezige artikelen ---------------------------------- x 100% Normale voorraad
7
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 3 Servicegraad Wat kan een voordeel zijn van veel inkopen? ………………………………………………………………………………………………………… En een nadeel? ………………………………………………………………………………………………………… Wat is nee-verkopen ................................................................................................................................................ Wat wordt bedoeld met de servicegraad ................................................................................................................................................ Ga weer naar je excel-bestandje van je artikelen De laatste 5 artikelen zijn allemaal uitverkocht. Bereken je servicegraad.
Een speciaalzaak voor woninginrichting verkoopt 4 verschillende merken behang. Van elk merk zijn er normaal gesproken 10 soorten van aanwezig. Als de Interieuradviseur een klant uit een stalenboek een klant een bepaald soort behang wil adviseren, blijkt die niet meer aanwezig. Als ze verder kijkt blijkt dat drie andere soorten ook uitverkocht zijn. Bereken de servicegraad.
Het kaarsenassortiment van Interieurspeciaalzaak “Candel-light” omvat 100 verschillende soorten kaarsen in 10 verschillende variaties. Op een gegeven moment blijken er van 12 soorten gemiddeld nog maar 3 variaties te zijn. Bereken de servicegraad
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
8
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Bestellen Om nee-verkopen te voorkomen moet je dus op tijd bestellen. Wanneer doe je dat? Niet als je van een bepaalde artikel niets meer hebt. Dan ben je te laat. Want je moet dan bestellen en wachten tot de nieuwe artikelen binnen zijn. Dat heet levertijd. En dat kan soms weken duren. En al die weken moet je nee zeggen tegen je klanten. Je bestelt als je nog een paar artikelen hebt en je verwacht dat die binnenkort ook verkocht worden. Het punt waarop die paar artikelen er nog zijn heet Bestelpunt Dan moet je dus bestellen. Hierbij moet je ook rekening houden met de levertijd. Het aantal dat je normaal gesproken verkoopt en een paar artikelen die je achter de hand wil houden als het druk wordt. Dat laatste heet Veiligheidsvoorraad Stel je verkoopt 5 lampen per week. De levertijd is 2 weken. En je wilt altijd 2 lampen achter de hand houden. Dan moet je bestellen als je 5 x 2 = 10 + 2 = nog maar 12 lampen hebt. Dus als je nu nog 20 lampen hebt, dan wacht je tot het er 12 zijn en dan bestel je! Want vanaf het moment van bestellen duurt het nog twee weken voordat de bestelling binnen is In die tussentijd verkoop je er 5 per week – dus 10 voor die twee weken, en als de bestelling binnen is hou je er nog twee over!
9
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 4 Bestellen 1 De levertijd van artikelen van een meubelzaak is 4 weken. Van een mooie barokke kussen worden er elke week 10 van verkocht. Je wilt er altijd 2 achter de hand houden voor als het extra vraag naar is. Bereken het bestelpunt van deze kussen. 2 Wooncentrum “Kwadrant” verkoopt in de assortimentsgroep keukenstoelen een bepaalde stoel onder private label. De levertijd van deze stoel is 3 weken. Gemiddeld worden er per week 12 verkocht. De veiligheidsvoorraad is 6 stoelen. Bereken het bestelpunt voor deze stoel. 3 Interieuradviesbureau “Inbetween” verbruikt elke maand 12 pakken Kopieerpapier A4. Om nooit zonder te zitten worden er altijd 3 pakken achter de hand gehouden. De levertijd is een week. Bereken het bestelpunt. Bestellen kost geld. Daarom wil de directeur van het adviesbureau niet te vaak bestellen. Als hij een palet bestelt van 16 pakken scheelt hem dat 10%. 32 pakken bestellen scheelt hem 15% Hoe vaak per jaar gaat hij bestellen. Hoeveel pakken bestelt hij dan die keren? 4 Je start met je interieuradviesbureau Voor het ontwerpen heb je de volgende materialen nodig: 12 pakken kopieerpapier, minimale afname 10 pakken, levertijd 3 dagen, verbruik 2 pakken per week 6 doosjes potloden, tekenmateriaal divers, tekenpapier, levertijd 2 weken, hier kun je twee maanden mee vooruit. foamboard, minimale afname pak van 20 stuks, levertijd 8 dagen, verbruik 4 platen per week. Je wilt zoveel mogelijk tegelijk bestellen tegen de laagste kosten. Wat heb je nog na een maand? Wat ga je dan bestellen, als je van alles een veiligheidsvoorraad van 20% wilt aanhouden?
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
10
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Verkopen Verkopen is handelen. Je koopt zelf iets, je verkoopt het aan je vriend voor iets meer en wat je over houdt is winst!. Sommige maken daar hun beroep van. Handelaren. Als je zelf meubels verkoopt doe je het precies op dezelfde manier: je koopt meubels in en verkoopt het met winst aan klanten. Dat is het bestaansrecht van alle woonwinkels en daar leven hele gezinnen van. Maar als je nou een zelfstandige interieuradviseur bent zonder eigen winkel. Dan verdien je je geld met het geven van adviesen. Per uur vraag je bijvoorbeeld ! 50,- Je moet dan wel veel en vaak opdrachten krijgen. De meeste interieuradviseurs verdienen er behoorlijk bij door hun klanten meubels te adviseren van bepaalde winkels. Als de klant dan daadwerkelijk op jouw advies meubels bij die winkel koopt, kun jij daarvoor provisie krijgen! Soms 10% of meer van de prijs van zo’n meubel. Sommige interieuradviseurs hebben om die reden vaak een showroom met meubels van die winkels. We gaan rekenen. De inkoopprijs van een private label- stoel van wooncentrum Kwadrant is ! 60,De eigenaar wil er ! 120,- voor hebben. Hij moet er 19% btw over berekenen. Hoeveel verdient hij er dan op? Antwoord: Inkoopprijs = ! 60 Verkoopprijs = ! 120 120 – 60 = 60 Brutowinst = ! 60,We noemen dit Brutowinst, omdat alle kosten er nog vanaf moeten. Dan heet het Nettowinst
11
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Die ! 120,- verkoopprijs is niet wat op het prijskaartje staat, want er moet nog btw over heen. Dus 120 + 19% btw 120 Ofwel: ------- x 19 = 22,80 Dat is de btw De consumentenprijs is dan 120 + 22,80 = 142,80 100 Of in één keer: 120 x 1,19 = 142,80 En op een rijtje: Consumentenprijs = 119% = ! 142,80 btw = 19% = ! 22,80 ----------------------------------------------------------------------------Verkoopprijs = 100% = ! 120 Inkoopprijs = 50% = ! 60 ----------------------------------------------------------------------------Brutowinst = 50% = ! 60 Hij verkoopt er 12 per week Dan is de omzet 12 x 120 = ! 1440,Want omzet = aantal verkochte artikelen x verkoopprijs aantal verkochte artikelen x inkoopprijs = I.W.O (Inkoopwaarde van de omzet) En op een rijtje: Consumentenomzet = 119% = ! 1730,60 btw = 19% = ! 273,60 -----------------------------------------------------------------------------------------Omzet = 100% = ! 1440 (12 x 120) I.W.O = 50% = ! 720 (12 x 60) -----------------------------------------------------------------------------------------Brutowinst = 50% = ! 720
De brutowinstpercentage (marge het het ook wel) ligt meestal tussen de 40 en 60% Hoe duurder je assortiment, des te hoger je marge. Hoe goedkoper je assortiment des te lager je marge.
12
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 5 Verkopen 1 Een artikel heeft een verkoopprijs van ! 18,75 De inkoopprijs is ! 12,50 Bereken A De brutowinst B De brutowinst in percentage van de omzet C de consumentenprijs (h-tarief) Regel 1: als het brutowinstpercentage berekend moet worden is dat altijd over de omzet, tenzij anders vermeld. Regel 2: als de btw berekend moet worden is dat altijd tegen hoog-tarief (19%), tenzij anders vermeld 2 Een Interieuradviseur koopt voor een klant bij een meubellevenancier voor ! 17.493 aan meubels. Dat is dus de inkoopfactuurprijs (inclusief Btw) De interieuradviseur wil op die meubels een brutowinst halen van 30% Bereken A Het btw bedrag dat de interieuradviseur aan de leverancier heeft betaald B De inkoopwaarde van de omzet C De omzet D De brutowinst E Het btw bedrag dat de klant moet betalen aan de interieuradviseur F Het btw bedrag dat de interieuradviseur aan de belastindienst moet afdragen. 3 Van een bank zijn de volgende gegevens bekend inkoopprijs is ! 460,brutowinst is 40% Bereken A Inkoopfactuurprijs B Verkoopprijs D Consumentenprijs Hij verkoopt in de maand maart 6 van die banken Bereken E F G
Omzet IWO Brutowinst
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
13
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 6 Handelen 1 Je bent interieuradviseur en je hebt je eigen winkel/adviesbureau Een klant wil een bank, een stoel en een lamp. Jij wil zelf een brutowinst (marge) van 30% Koop die artikelen van een klasgenoot. Bereken: A B C D E E F G
Inkoopprijs Inkoopfactuurprijs De verkoopprijs aan de klant De consumentenprijs aan de klant Jouw omzet Jouw brutowinst Het btw bedrag dat je hierover af moet dragen aan de fiscus (belastingdienst) Maak een btw-bon voor de klant
2 Je bent interieuradviseur en je hebt je eigen winkel/adviesbureau Een klant wil: - een moderne strakke felgekleurde bank - een aparte moderne lamp - een vloerkleed passend bij de bank - 2 kussens passend bij de bank - 2 stoelen passend bij de rest - een hele aparte stoel die helemaal afwijkt van de rest. Koop die spullen bij klasgenoten Jij wilt aan alles 20% verdienen, ofwel je brutomarge is 20% Bereken: A B C D E E F G
Inkoopprijs Inkoopfactuurprijs De verkoopprijs aan de klant De consumentenprijs aan de klant Jouw omzet Jouw brutowinst Het btw bedrag dat je hierover af moet dragen aan de fiscus (belastingdienst) Maak een btw-bon voor de klant
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
14
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Nettowinst Nettowinst = brutowinst min alle kosten Logisch, want je hebt huurlasten, gas en licht, je eigen arbeidsloon en misschien wel personeel dat je moet betalen. Kosten worden ook wel exploitatiekosten genoemd of soms ook wel bedrijfslasten. In de detailhandel heb je: huisvestingkosten loonkosten afschrijvingskosten rentekosten verkoopkosten overige kosten Hoe wordt het rijtje dan Consumentenomzet = 119% btw = 19% -----------------------------------------------------------Omzet = 100% I.W.O = 50% -----------------------------------------------------------Brutowinst = 50% Exploitatiekosten -----------------------------------------------------------Nettowinst. Regel: als je alleen Interieuradviseur bent en geen artikelen verkoopt heb je geen inkoop. Dus ook geen inkoopwaarde van de omzet. Jouw omzet is dan jouw uurtarief x aantal gewerkte uren Het uurtarief van een interieuradviseur ligt gemiddeld tussen de 40 en 60 euro Maar ook de provisie die je ontvangt van een leverancier/winkelier als je hun producten verkoopt. IWO is dan 0 Brutowinst is dan hetzelfde als de omzet.
15
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Prestatie 7 Nettowinst Je bent alleen Interieuradviseur en je verkoop zelf niets. Een klant wil een total make-over van de woonkamer. Je koopt al je spullen bij 1 of meer klasgenoten en je krijgt daarvoor een provisie van 15% Jij krijgt alles dus met een korting van 15% maar de klant betaalt de prijs die jouw klasgenoot heeft vastgesteld. De klant wil: - een bankstel - 3 lampen - 2 fauteuils - 6 kussens - salontafel - eettafel met 4 stoelen - grote Spiegel En alles in dezelfde stijl. Voor het advies en de ontwerpen ben je 12 uur bezig geweest Het regelen van de spullen duurde 4 uur Het plaatsen van de meubelen en de afwerking kostte je 4 uur Jouw uurtarief is ! 43,De reiskosten naar die klant en de leverancier waren ! 60,Voor alle andere bedrijfskosten reken je 40% van de omzet Bereken A B C
Jouw omzet De nettowinst Maak een rekening voor de klant.
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
16
Inlevermoment 2e kans:
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Gemiddelde voorraad en omzetsnelheid Stel je draait nu een jaar als interieuradviseur met een eigen kleine winkel. Je bent begonnen met een beginvoorraad van ! 25.000,Het hele jaar heb je verder niets ingekocht en niets bijbesteld. Aan het eind van het jaar ga je balansen (voorraad opnemen) en heb je nog een voorraad van ! 1250,Wat is dan je gemiddelde voorraad over dat jaar? 25.000 + 1250 Antwoord: ------------------------- = 13.125 2 Dat is handig om te weten, omdat je dan ook weet hoeveel geld je gemiddeld per jaar in je voorraad moet steken. In het bovenstaand voorbeeld wordt er niet tussentijds bijbesteld. Dat is heel dom natuurlijk, omdat je dan steeds vaker klanten moet teleurstellen als een artikel is uitverkocht. Stel je hebt dat jaar voor ! 38.000, bijbesteld en aan het eind van het jaar heb je nog voor ! 21.000,- aan voorraad over Voor hoeveel heb je dan verkocht? Antwoord: 25.000 + 38.000 – 21.000 = 42.000 Dus inkoopwaarde van de omzet = ! 42.000 Ofwel: Beginvoorraad + inkopen – eindvoorraad = inkoopwaarde van de omzet Je gemiddelde voorraad is
25.000 + 21.000 ------------------------ = 23.000 2
42.000 Dan heb je een omzetsnelheid van -------------- = 1,8 23.000 OMZETSNELHEID??? = de snelheid per jaar waarmee jouw gemiddelde voorraad wordt verkocht Dat wil zeggen dat jouw gemiddelde voorraad bijna 2x per jaar wordt verkocht Hoe hoger je omzetsnelheid van een artikel, des te minder lang ligt hij in de winkel Je begrijpt dat een populaire goedkope bank een veel hogere omzetsnelheid heeft dan een dure bank die heel bijzonder is en maar weinig klanten aanspreekt. Ikea heeft gemiddeld veel hogere omzetsnelheden dan Vesta 17
ECONOMIE VOOR DE EIGEN ZAAK OP HET ALFA-COLLEGE
Hennes & Mauritz een veel hogere omzetsnelheid dan Mexx
Prestatie 8 Gemiddelde voorraad en omzetsnelheid 1 Een zaak voor woninginrichting geeft de volgende informatie - voorraad op 1 januari 2008: ! 65.000,- voorraad op 31 december 2008 ! 70.600,- inkoopwaarde van de omzet ! 626.000,Bereken A de gemiddelde voorraad B de omzetsnelheid 2 Jij hebt een zaak voor woninginrichting Van jouw zaak is bekend: - voorraad Montel banken 1 januari: - voorraad Montel banken 31 december - Omzet Montel banken - Brutowinst op Montel banken
! 96.000,! 124.000,! 600.000,29%
Bereken A de gemiddelde voorraad aan Montel banken B de omzetsnelheid van deze banken C wat kost gemiddeld een voorraad banken van Montel aan rente per jaar als de bank 8% rente rekent? D zijn de banken van Montel fast-movers of slow-movers? 3 Verder is van jouw zaak bekend: - voorraad door jou gepimpte meubeltjes op 1 januari - voorraad van dezelfde meubeltjes op 31 december - consumentenomzet van jouw meubeltjes: - je rekent een brutowinst van: - jouw kosten bepaal je op :
! 44.000 ! 40.100 ! 122.689 37,5% 20%
Bereken A de gemiddelde voorraad aan gepimpte meubeltjes B de omzetsnelheid ervan C de nettowinst van dat jaar
Beoordeling docent (o/v)
Bij voldoende:
Bij onvoldoende 2e kans:
De student kan met de volgende prestatie beginnen
De prestatie moet over of aangepast
18
Inlevermoment 2e kans: