Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning p/a Vermeersdwarsweg 5 7391 JN Twello www.clientenraad-voorst.nl Email -
[email protected] Voorzitter F.W. van der Vegte – 06 53 97 61 13 Secretaris A.H.A. Janssen – 06 50 66 66 15
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Voorst H.W. Iordensweg 17 7391 KA TWELLO Betreft :
Kopie:
Advies - Beleidsnotitie voor het Sociaal Domein – ‘Eigen regie, ondersteuning en vangnet’, juli – oktober 2014. - Concept Modelverordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Afdeling WZB (per e-mail)
Twello, 10 augustus 2014. Geacht College, Bovengenoemde notitie en verordening is door de CMO besproken. Naar aanleiding hiervan willen wij het volgende onder uw aandacht brengen: Algemeen De burger of ingezetene van de Gemeente Voorst wordt nu ook cliënt. Iemand die 24 uur en 7 dagen per week om hulp of advies kan vragen terwijl het fysieke loket daar voor beperkt geopend is. De burger/cliënt denkt niet vanuit wettelijke kaders of beleidsnota’s. De CMO-raad pleit daarom voor “denken en werken zonder hokjes” en adviseert het College om meer samenhang aan te brengen in de verschillende beleidsstukken. De burger/cliënt heeft baat bij een eenduidige benadering. Uiteindelijk zou het streven moeten zijn om te komen tot één integraal beleidsplan en één verordening voor alle beleidsterreinen. Hier wil de CMO raad graag aan mee werken. Specifiek Uit de notitie blijkt duidelijk de intentie om de transities goed te regelen, de CMO mist de vertaalslag naar de burger/cliënt. De CMO mist daarnaast specifieke ijkpunten; wanneer is de cliënt in zijn eigen kracht gezet? Hoe is verloopt proces van aanmelding, begeleiding en ontslag precies georganiseerd? Hoe gaat de terugkoppeling (managementrapportage) er uit zien, op welke wijze wordt werkwijze en beleid bij gesteld en vastgesteld? De cliënt moet niet de dupe worden van problemen. Verwarrend bijvoorbeeld in de verordening is dat het College wordt genoemd als de plaats waar (artikel 5 – Registratie en Vooronderzoek) wordt geregistreerd en verzameld. In de uitwerking en beleving wordt hier het Zorgloket genoemd. Het is belangrijk veel aandacht te schenken aan de bescherming van de privacy, zeker nu, van verschillende kanten, (zorg)dossiers en mogelijk vanuit veeschillende formats, bij de gemeente worden ondergebracht. Pagina 1 van 5
Maak burgers/cliënten duidelijk op welke wijze de gemeente omgaat met de bescherming van de gegevens. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens bij de gemeente veilig zijn. De, in de zorg al jaren geleden ontwikkelde gedachte van vraaggericht in plaats van aanbodgericht denken en werken, dient veel explicieter benoemd te worden. Cliëntervaringsondertzoek Het ‘cliëntervaringsonderzoek’, acht de CMO een goed instrument. De CMO is van mening dat eenmalig een jaarlijks onderzoek voor de korte termijn te beperkt is. Zij adviseert het College om dit de eerste drie jaar eenmaal per kwartaal te doen. Het advies is om actief na te gaan hoe cliënten de dienst/hulpverlening ervaren; wat gebeurd er tijdens het proces van aanmelding tot realisatie, , waar lopen mensen tegen aan, welke knelpunten komt men tegen? Dit geldt in het algemeen, maar in het bijzonder voor de meer kwetsbare cliënten als jeugdigen en personen met psychische problemen, mensen die vaak met complexe problemen en met meerdere organisaties te maken hebben. Ook voor hen geldt dat zij, indien zij daartoe in staat zijn, zichzelf als volwaardig ervaren als er een tegenprestatie wordt gevraagd. Door in de beginfase goed te volgen wat een inwoner kan en nodig heeft, dit te toetsen en zo nodig bij te stellen, kan de kwaliteit van de ondersteuning gewaarborgd blijven (Plan, Do, Check, Act). Daarnaast pleit de CMO voor afstemming van de tevredenheidonderzoeken met de betrokken organisaties daar waar het gaat over welzijn van de burger en de tevredenheid met de dienstverlening. Uiteindelijk zouden, op jaarbasis de ervaringen gebundeld en bekend gemaakt dienen te worden. De CMO maakt daarnaast onderscheidt in klachten die door de verschillende Inspecties (bijvoorbeeld, Onderwijs, Volksgezondheid)worden geregistreerd. In het kader van goede dienst/hulpverlening en vaststelling van beleid, is het van belang dat de gemeente hier zicht op heeft. De CMO acht het belangrijk dat deze punten in de nota worden opgenomen en wil graag geïnformeerd worden over de wijze waarop de onderzoeksmethodiek die inmiddels is ontwikkeld er uit ziet. Uitgangspunt is de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van mensen. Aangezien deze term voor meer interpretaties vatbaar is, zou deze nader gedefinieerd moeten worden. In dit kader wijst de CMO er ook op dat mantelzorg en de inzet van het eigen sociale netwerk ook in de nieuwe Wmo vrijwillig dient te blijven. Met het in kaart brengen van mogelijkheden en het stimuleren hiervan is niets mis, het mag echter nooit een reden zijn voor afwijzing van een hulpvraag. Specifiek vraagt de CMO hierbij aandacht voor een kwalitatief goed sociaal vangnet. Huishoudens Het is belangrijk dat huishoudens met een meervoudige ondersteuningsvraag meteen een casemanager krijgen die zorgt voor samenhang tussen de diverse soorten van zorg, maar ook voor afstemming tussen informele en formele zorg, waarbij de informele zorg leidend zou moeten zijn. De CMO is van mening dat de casemanager als professional voldoende bevoegdheden moet hebben om zijn/haar taak goed te kunnen uitvoeren en, in voorkomende gevallen, vanuit zijn/haar professionaliteit, ook zelfstandig moet kunnen beslissen. Cliëntondersteuning De CMO citeert hieronder de landelijke afspraken met betrekking tot cliëntondersteuning. Zij adviseert het College om dit op te nemen. Verder adviseren wij het College om, eerder dan nu gepland afspraken te maken met de MEE – organisaties en te komen tot afspraken die onafhankelijke cliëntondersteuning waarborgen.
Pagina 2 van 5
“Het Ministerie van VWS, de VNG en MEE Nederland hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over de toekomst van de cliëntondersteuning. Deze is nu vanaf 2015 geborgd binnen de Wmo. De nieuwe Wmo verplicht gemeenten de beschikbaarheid van adequate cliëntondersteuning te verzorgen en deze zo te organiseren dat het belang van de cliënt het uitgangspunt is. De cliëntondersteuner (zoals nu verzorgd vanuit MEE) staat iemand ter zijde en handelt vanuit diens perspectief; de ondersteuning staat los van de belangen van de aanbieder of financier. Afgesproken is dat gemeenten en MEE-organisaties voor 1 mei 2014 afspraken maken over de continuïteit van de cliëntondersteuning. Gemeenten werken samen om tot langdurige, regionale afspraken te komen. Op die manier blijft expertise behouden en worden frictiekosten vermeden. Dergelijke afspraken zijn, zo vinden de cliëntorganisaties, ook nodig ook binnen de langdurige zorg, de Jeugdwet en de Participatiewet. Het gaat immers niet om wetten maar om mensen met een ondersteuningsvraag op vaak meerdere terreinen. Ongeacht zorgvraag of beperking moet cliëntondersteuning voor iedereen toegankelijk en beschikbaar zijn”.
De CMO is van mening dat eerder dan genoemd, contact en afspraken gemaakt dienen te worden met de MEE / organisaties PGB De op bladzijde 20 vermelde doelstelling om het PGB-gebruik terug te dringen is voor zover de CMO bekend nieuw. Het PGB biedt mensen juist de vrijheid en ruimte om de noodzakelijk geachte zorg in te kunnen kopen. De CMO zou het betreuren als erop wordt ingezet om mensen, die uitstekend in staat zijn tot het regelen van eigen zorg, de mogelijkheid daartoe te ontnemen. Er bestaat geen bezwaar tegen maatregelen die een goed gebruik van het budget waarborgen, maar de voorwaarden moeten niet zover voeren dat er nauwelijks gebruik van kan worden gemaakt. Uitgangspunt zou moeten zijn te bezien op welke wijze het beste maatwerk kan worden geleverd en als dat onder eigen regie kan gebeuren, is dat alleen maar winst. Verder acht de CMO een regeling, volgens welke naast de gebruikelijke zorg nog eens 14 uur onbetaalde mantelzorg (per dag/week/maand ?) verricht moet worden, in zijn algemeenheid niet juist. De draaglast en draagkracht van inwoners verschillen. Altijd moet in het gesprek bekeken worden wat een mantelzorger wil en redelijkerwijs kan doen. Alleen dan kan maatwerk geleverd worden en houden mantelzorgers het vol. Het CMO pleit voor specifieke ondersteuning, training en ervaringsuitwisseling voor de mantelzorgers. Wijkverpleegkundigen In het voorstel krijgen de wijkverpleegkundigen een prominente rol. Wij ondersteunen deze basisgedachten. De CMO vraagt zich wel af hoe en of er in korte tijd voldoende gekwalificeerde medewerkers beschikbaar zijn. Uitvoeringsnota In de Uitvoeringsagenda -punt 26 (blz. 31), is opgenomen dat de komende periode gebruikt wordt om te onderzoeken in hoeverre volledige uittreding uit de gemeenschappelijke regeling een optie is. De CMO wil graag een toelichting op dit punt ontvangen. Zij wil geïnformeerd worden over het belang dat de client-burger hierbij heeft. Couleur Locale / 24-uurs bereikbaarheid De CMO raad wil graag geïnformeerd worden over de wijze waarop de 24-uurs bereikbaarheid voor burgers wordt gerealiseerd. In zijn algemeenheid is ´de Gemeente´ fysiek beperkt bereikbaar. De ervaring leert dat crisis vaak buiten ´kantoortijd´ ontstaat. Dan is het van belang dat zowel bij organisaties als cliënten/burgers bekend is waar en hoe zij zich kunnen melden. Mogelijk pleiten voor een landelijk nummer?
Pagina 3 van 5
Intern veranderplan Naast datgene dat hier al is opgemerkt, vraagt de CMO zich af of en hoe de gemeente op korte termijn voldoende gekwalificeerde medewerkers gaat aanstellen. De doelgroepen die nu onder de verantwoordelijkheid van ´de Gemeente´ gaan behoren vragen in hun benadering om een specifieke deskundigheid en attitude.
Opmerkingen met betrekking tot de Verordening WMO Artikel 2. 2.1. Een hulpvraag kan – vervangen door –. Waar vindt melding plaats? Bij het College of bij het Loket? 2.2. Is te vaag. Geef aan dat men een bevestiging ontvangt en geef aan binnen welke tijdsbestek er gereageerd wordt. Artikel 3; cliëntondersteuning moet onafhankelijk zijn (van gemeente en/of zorgaanbieder). Voor de duidelijkheid in artikel opnemen. Artikel 5; in het gesprek moet goed gekeken worden wat een mantelzorger wil en redelijkerwijs kan doen. Mantelzorg is altijd vrijwillig. Hetzelfde geldt voor inzet van het sociaal netwerk. Bij het instrueren van gespreksleiders moet hiervoor aandacht zijn. Artikel 7: toevoegen: in geval van een meervoudige ondersteuningsvraag dient een coördinator de aanvraag af te stemmen met de cliënt zelf en met andere betrokken partijen en/of andere regelingen. NB Het is aan te bevelen het resultaat van de ondersteuning in een persoonlijk plan of het verslag van het onderzoek en de aanvraag zelf op te nemen. Hierin kan dan de samenhang met andere leefgebieden worden benoemd. Artikel 8; onduidelijk is wat wordt verstaan onder ‘gebruikelijke hulp’. Het woord ‘gebruikelijk’ past niet meer in deze tijd, is een rekbaar begrip geworden. Suggestie maak het concreet. Artikel 9: toevoegen dat advisering onafhankelijk is. Dit om te voorkomen dat het aanbod van een welzijns-of zorgaanbieder sturend wordt voor het advies Daarnaast moet vermeld worden dat de cliënt zelf altijd betrokken dient te worden bij het advies. Artikel 12: in dit artikel opnemen dat alle door of namens de gemeente opgelegde bijdragen aan het CAK worden gemeld in verband met cumulatie van de bijdragen. In artikel 12.1 wordt gesproken over het ‘vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot’. Het CMO wil geïnformeerd worden over het wetsartikel waarin vermogens worden opgeteld om voor deze verstrekking in aanmerking te komen. Verder adviseert zij om het woord echtgenoot te wijzigen in een meer passende context. Artikel 13: lid 1 sub c. : toevoegen dat informele zorg hieronder is begrepen. De formele zorg moet aansluiten bij de wijze waarop de zorgvrager en mantelzorger het thuis geregeld hebben. Als het eigen netwerk van mensen als eerste aan de beurt is om de zorg op te pakken, moet dit ook leidend zijn in de afstemming met de formele zorg. Het samenspel moet zich richten op de behoeften van de zorgvrager en mantelzorger/vrijwilliger.
Pagina 4 van 5
Artikel 14: de meldingsregeling moet ook gelden voor cliënten of hun belangenbehartigers. Artikel 19: Voorkom verdeel en heers; het advies van de CMO is advies om hier toe te voegen dat aanbieders jaarlijks de te gemeten kwaliteitsgegevens, conform wettelijke kaders tevredenheidonderzoek,beschikbaar stellen aan te gemeente. Bij de periodieke besprekingen vormen de uitslagen van de onderzoeken een vast agendapunt en worden waar nodig verbeterafspraken gemaakt. De CMO is uiteraard bereid tot een nadere toelichting en wacht uw reactie met belangstelling af.
Hoogachtend,
Voorzitter, F.W. van der Vegte.
Secretaris, A.H.A. Janssen.
Pagina 5 van 5