Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; Gelet op het bepaalde in: •
artikel 1 en 9 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;
•
artikel 2 en 11 van de Verordening hondenbelasting;
•
artikel 3 en 13 van de Verordening rioolheffing Alphen aan den Rijn en artikel 3 en 12 van de Verordeningen rioolheffing Boskoop en Rijnwoude;
•
artikel 3 en 10 van de Verordening afvalstoffenheffing;
•
artikel 2 en 11 van de Verordeningen belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;
•
artikel 4 en 10 van de Verordening BIZ-bijdrage Boskoop en artikel 4 en 12 van de Verordening BIZ-bijdrage Alphen aan den Rijn;
•
artikel 24 Wet Waardering onroerende zaken.
Besluit vast te stellen de volgende:
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende in een keuzesituatie ten behoeve van de gemeentelijke belastingen en woz I. Algemeen 1. In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen
belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, roerende zaak, eigendom, perceel, hond).
In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag op naam van één van de belastingplichtigen stellen. Bij de aanwijzing van deze belastingplichtige hanteert de gemeente Alphen aan den Rijn een voorkeursvolgorde.
2. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering. Zij wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
II. Voorkeursvolgorde Onroerende-zaakbelastingen, Roerende ruimtebelastingen en Rioolheffing eigenaar en BIZ 1. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met
betrekking tot één onroerende of roerende zaak, perceel of één eigendom verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
1.1 categorie 1:de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt: 1.1.1
de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
1.1.2
de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan
wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van de onderof bovengrondse leidingen heeft;
1.1.3
de erfpachter.
1.2 categorie 2: de eigenaar of de appartementsgerechtigde; 1.3 categorie 3: degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.
2. Indien er binnen één categorie genothebbenden genoemd in artikel 1 personen zijn, die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Alphen aan den Rijn wonen of gevestigd zijn:
2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft; 2.2 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
2.3 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon; 2.4 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
2.5 degene die bij het team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is; 2.6 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
3. Indien er binnen één categorie genothebbenden genoemd in artikel 1 géén personen
zijn, die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Alphen aan den Rijn wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in
Nederland wonen of gevestigd zijn:
3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft; 3.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon; 3.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
3.4 degene die bij het team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is; 3.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
4. Indien er binnen één categorie genothebbenden géén personen genoemd in artikel 1
zijn, die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar
wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:
4.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
4.2 degene die bij het team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is; 4.3 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
5. Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die wordt geheven van gebruikers (niet-woningen), wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
5.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
5.2 degene die het huurcontract op naam heeft:
5.3 degene die bij de Kamer van Koophandel op bedoeld adres is ingeschreven; 5.4 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft; 5.5 de oudste in leeftijd;
5.6 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.
Afvalstoffenheffing en Rioolheffing gebruiker 6. Met betrekking tot de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: 6.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
6.2 degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie het langst op het betreffende adres staat ingeschreven;
6.3 de oudste bewoner in leeftijd die volgens de gemeentelijke basisadministratie op het desbetreffende adres staat ingeschreven;
6.4 de oudste man in leeftijd die volgens de gemeentelijke basisadministratie op het desbetreffende adres staat ingeschreven;
6.5 degene die de huur van het belastingobject betaalt aan een elders wonende verhuurder; 6.6 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;
6.7 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.
Hondenbelasting 7. Met betrekking tot de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: 7.1 degene die als houder in het aangiftebiljet hondenbelasting is vermeld;
7.2 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
7.3 degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie het langst op het betreffende adres staat ingeschreven;
7.4 de oudste bewoner in leeftijd die volgens de gemeentelijke basisadministratie op het desbetreffende adres staat ingeschreven:
7.5 de oudste man in leeftijd die volgens de gemeentelijke basisadministratie op het desbetreffende adres staat ingeschreven;
7.6 degene die de huur van het object waar de hond wordt gehouden betaalt aan een elders wonende wonende verhuurder;
7.7 degene die de nutsvoorziening van het object waar de hond wordt gehouden op naam heeft;
7.8 degene die op andere wijze als houder van de hond naar voren komt.
III. Overige bepalingen inzake de voorkeursvolgorde 1. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden
verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:
1.1 ingevolge de onderdelen 1 tot en met 4 van II Voorkeursvolgorde kan worden aangewezen;
1.2 ingevolge onderdeel 5 van II Voorkeursvolgorde kan worden aangewezen; 1.3 ingevolge onderdeel 6 van II Voorkeursvolgorde kan worden aangewezen; 1.4 ingevolge onderdeel 7 van II Voorkeursvolgorde kan worden aangewezen. 2. De onderdelen 1 tot en met 7 van II Voorkeursvolgorde vinden geen toepassing indien: 2.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de
aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;
2.2 bij het team belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de
desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.
3. Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing
van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
4. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
5. Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.
6. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.
7. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing.
8. In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn
de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.
IV. Inwerkingtreding 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende in een keuzesituatie ten behoeve van de
gemeentelijke belastingen en woz”. Zij treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werken, indien deze dag later ligt, terug tot en met 1 januari 2014.
2. De beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige, zoals vastgesteld op 26 februari 2013 door de oude gemeente Alphen aan den Rijn en de beleidsregels zoals
vastgesteld op 19 maart 2013 door de oude gemeente Rijnwoude, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2014 hebben voorgedaan.
3. De datum van ingang van de beleidsregels is 1 januari 2014.
Alphen aan den Rijn, 25 februari 2014 Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn; De secretaris,
De burgemeester,