Hersenoperatie (trepanatie)
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een operatie binnen de schedel, ook wel trepanatie genoemd. Deze operatie vindt plaats op de afdeling Neurochirurgie van het Radboudumc. Om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de operatie ontvangt u uitgebreide mondelinge informatie van uw behandelend arts. Deze folder is een aanvulling op deze informatie, zodat u alles nog eens rustig kunt doorlezen. Deze folder gaat vooral over de voorbereiding op en herstel van de operatie en geeft algemene informatie. Uw behandelend neurochirurg geeft u specifieke informatie over uw situatie. Ongetwijfeld heeft u ook na het lezen van deze folder nog vragen. Stel deze gerust aan uw arts of verpleegkundige.
Tumor
Een operatie binnen de schedel kan nodig zijn als u een tumor in of buiten uw hersenen, hersenvlies of schedelbot heeft. Binnen de schedel kunnen verschillende soorten tumoren voorkomen. We onderscheiden tumoren die in het hersenweefsel zelf ontstaan (glioom) en tumoren die in ander weefsel binnen de schedel ontstaan. Een voorbeeld hiervan is een tumor van de hersenvliezen (meningeoom). Daarnaast onderscheiden we primaire en secundaire tumoren. Een primaire tumor ontstaat in de cellen van het hersenweefsel zelf. Een secundaire tumor is een uitzaaiing (metastase) van een tumor elders in het lichaam. Uw behandelend arts vertelt u waar het bij u om gaat.
Symptomen
De symptomen die u ervaart als gevolg van een hersentumor zijn sterk afhankelijk van het gebied in de hersenen waar de tumor is ontstaan en de groeisnelheid van de tumor. De symptomen variëren van vage klachten tot uitgebreide lichamelijke uitvalsverschijnselen. Er zijn grofweg vier symptoomgroepen: Uitvalsverschijnselen De hersenen zijn het centrum dat het functioneren van ons lichaam regelt. Als een tumor het omringende hersenweefsel beschadigt of verdringt, kan de functie van dit hersengebied uitvallen waardoor er uitvalsverschijnselen optreden. Afhankelijk van de plaats van de tumor in de hersenen kunnen er verschillende problemen ontstaan, zoals verlies van kracht in één of meer lichaamsdelen, problemen met
1
het spreken of begrijpen van taal , vergeetachtigheid of problemen met horen of zien (zie figuur 1).
Figuur 1: Schematische voorstelling van de linkerhersenhelft met de centra voor beweging, gevoel, spraak en zien. Epilepsie Een ander verschijnsel dat bij een hersentumor kan optreden is een ‘toeval’. Toevallen worden aangeduid met de term ‘epilepsie’ en zorgen voor een bewustzijnsdaling en/of samentrekking van de spieren. Irritatie van de zenuwcellen in het hersenweefsel veroorzaakt epileptische aanvallen. Daardoor produceren de zenuwen te veel activiteit. Druktoename in de schedel Een toename van de druk binnen de schedel zorgt voor andere symptoomverschijnselen. Binnen de schedel is er een beperkte ruimte voor hersenen, hersenvocht (liquor) en bloed. Het volume van de schedelinhoud kan bij een hersentumor toenemen door: de aanwezigheid en groei van de tumor;
--
2
----
vochtophoping rond de tumor; blokkade van de circulatie van het hersenvocht door de tumor; een bloeding in of rond de tumor. Omdat de schedelgrootte niet kan toenemen, geeft volumetoename in de schedel een drukverhoging binnen de schedel. Daardoor kunt u last hebben van aanhoudende hoofdpijn, braken en sufheid. Hoofdpijn ontstaat vooral bij drukverhogende activiteiten, zoals bukken, niezen of persen. Psychische veranderingen De tumor kan groeien in een neurologisch ‘stil’ gebied. Dat wil zeggen het deel van de hersenen waar de uitval ontstaat minder snel opvalt. De verschijnselen bestaan vaak uit psychische veranderingen, zoals trager worden of minder geremd zijn.
Voorbereiding op de operatie
Scheren Het is erg belangrijk dat u vijf dagen voor de ingreep uw hoofd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg het nodig vindt om te scheren, gebeurt dit op de operatiekamer. Crème Op de dag van de operatie mag u geen (gezicht-)crème gebruiken. Sieraden, piercings, etc. U mag geen nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (piercings) dragen tijdens de operatie. Verwijder ook acryl- of gelnagels voor de operatie van uw wijsvinger. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voor de start van de operatie neemt het gehele operatieteam bijvoorbeeld een ’Time out’. Tijdens dit moment controleert het team uw naam, geboortedatum, het lichaamsdeel dat zij gaan operen en de operatiebenodigdheden.
3
Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en met welke u moet stoppen. Uw behandelend arts overlegt met u of u bloedverdunners kunt blijven gebruiken of niet. Heeft u hierover vragen? Stel ze dan gerust aan uw behandelend arts. 5-ALA In sommige gevallen krijgt u enkele uren voor de operatie het drankje 5-ALA. Uw chirurg zal dit met u bespreken. Het drankje helpt om de tumorcellen beter zichtbaar te maken.
Anesthesie
Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek beoordeelt de anesthesioloog uw gezondheidstoestand. Als het nodig is, bespreekt hij aanvullende onderzoeken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over anesthesie, nuchter zijn, de verkoeverafdeling en pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’.
Dag van opname
Voor de opname heeft u contact met de behandelend arts, anesthesist, zaalarts en de verpleegkundige van de verpleegafdeling Neurochirurgie. Tijdens de opnamedag vangt een verpleegkundige u op en wijst u de weg op de afdeling. Hij of zij neemt een korte vragenlijst met u door. U bespreekt met de anesthesist vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten en drinken (nuchter zijn). U krijgt een bed toegewezen en wordt vervolgens voorbereid op de operatie. De operatie kan pas beginnen als zeker is dat er een bed op de afdeling Medium Care (MC) of Intensive Care (IC) beschikbaar is. Dit is noodzakelijk voor extra bewaking na de operatie. Voorafgaand aan de operatie wordt er een speciale MRI van het hoofd gemaakt, de Navigatie-MRI (zie folder Navigatie-MRI). De neurochirurg gebruikt deze scan om bij de operatie een betere oriëntatie te hebben en zo nauwkeuriger te kunnen werken.
4
De operatie
Wanneer u onder anesthesie bent, wordt een zo klein mogelijk stukje van uw hoofdharen weggeschoren. Bij een hersenoperatie maakt de neurochirurg een soort luikje in de schedel. Via die opening vindt de operatie plaats. De neurochirurg neemt soms alleen een stukje tumorweefsel (biopt) weg voor microscopisch onderzoek. De chirurg probeert altijd om zoveel mogelijk tumorweefsel weg te halen als verantwoord is. Vóór de operatie bespreekt de chirurg met u (en uw familie) wat voor u geldt. Als het weefsel verwijderd is, maakt de chirurg het luikje weer dicht. Als daar behoefte aan is, neemt de neurochirurg na de operatie telefonisch contact op met uw partner of naaste familielid om het verloop van de operatie te bespreken.
Complicaties
Zoals na iedere operatie en narcose kunnen er ook na een hersenoperatie complicaties optreden. De kans op bepaalde complicaties hangt sterk af van een aantal factoren. De neurochirurg informeert u voor de operatie over mogelijke complicaties.
Medium Care/Intensive Care
Na de operatie gaat u naar de afdeling Medium Care of Intensive Care. Gespecialiseerde verpleegkundigen controleren regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk en pupilreflexen. Met behulp van een bewakingsmonitor observeren zij u om eventuele complicaties vroegtijdig te ontdekken en te behandelen. Als u wakker wordt, merkt u dat u verbonden bent aan een aantal slangen. Dit zijn onder andere een blaaskatheter, een infuus, een maagslang en eventueel een wonddrain. Op de wond zit soms een drukverband. Als uw toestand stabiel blijft en zich geen problemen voordoen, gaat u de volgende dag weer terug naar de afdeling.
Na de operatie
De eerste dagen na het verblijf op de Medium Care of de Intensive Care afdeling komt u, als dat mogelijk is, op een éénpersoonskamer te liggen. Ook hier controleert de verpleegkundige regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk en pupilreflexen. Vanaf 48 uur na de operatie mag u uw haren wassen met een milde shampoo. Tot zes weken na de operatie mag u uw haren niet permanenten of
5
kleuren. Afhankelijk van uw herstel en lichamelijke conditie kunt u vaak al snel weer beginnen met revalideren en mobiliseren. Hierbij kunnen een fysiotherapeut, logopedist of ergotherapeut worden ingeschakeld. Als u er behoefte aan heeft, kunt u contact opnemen met een maatschappelijk werker of een medewerker van de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat. Zij zijn aan de afdeling verbonden. De meeste patiënten zijn binnen drie tot vijf dagen na de operatie zover hersteld dat ze naar huis kunnen.
Uitslag weefselonderzoek
Na de operatie stuurt de neurochirurg het tumorweefsel naar de afdeling Pathologie voor verder onderzoek. Aan de hand van de uitslag van dit onderzoek kan de behandelend arts u meer vertellen over de aard van de tumor, de prognose en de nabehandeling. De uitslag van het weefselonderzoek komt meestal na zeven tot tien dagen binnen. Zodra de uitslag bekend is, nemen we contact met u op om een afspraak te maken. Het is verstandig dat bij dit gesprek uw partner of naaste familielid aanwezig is.
Naar huis
Afhankelijk van hoe snel het herstel verloopt, mag u naar huis. U krijgt een afspraak mee voor de polikliniek om op controle te komen bij de neurochirurg. Als u hechtingen heeft die niet oplosbaar zijn, kunt u deze bij uw huisarts laten verwijderen op de achtste dag na de operatie. Uw behandelend arts bespreekt met u het afbouwen van de pijnstilling en instructies ten aanzien van het hervatten van activiteiten zoals sporten en autorijden (raadpleeg voor meer informatie de folder ‘Rijvaardigheid met of na een hersentumor’).
Nazorg
Heeft u een van de onderstaande symptomen? Neem dan contact op met uw behandelend arts via het algemene telefoonnummer van Neurochirurgie (024 - 361 66 04). zwelling, roodheid of pijn van de wond; openspringen of pus uit de wond; hoge koorts; lekkage van helder vocht uit de wond;
• • • •
6
• • •
last van het licht (fotofobie); ernstige hoofdpijn; toenemende sufheid.
Vragen
Via het algemene telefoonnummer voor de afdeling Neurochirurgie kunt u met al uw vragen terecht over: operatieplanning; wachttijden; verpleegkundig spreekuur; (poli) afspraken; medische klachten; contact verpleegafdeling.
• • • • • •
Extra informatie
Raadpleeg voor meer informatie de volgende websites: www.hersentumor.nl www.kanker.nl/bibliotheek/hersentumoren www.nvvn.org/patienteninfo.php www.nccn.nl/nccn/patienteninfo
7
Ruimte voor uw notities
11-2015-3818
Adres Polikliniek Neurochirurgie C0 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 725, Poliplein C0, Balie A 6525 GA Nijmegen Postadres Radboudumc 727 Neurochirurgie / Plastische Chirurgie Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Adres Verpleegafdeling Neurochirurgie / Plastische Chirurgie C2 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 736, Zone C2 6525 GA Nijmegen Postadres Radboudumc 736 Neurochirurgie / Plastische Chirurgie (uw naam) Postbus 9101 6500 HB Nijmegen
Radboud universitair medisch centrum