Herfstzitting van de Parlementaire assemblee van de OVSE te Tirana (5 - 6 oktober 2012) *** INHOUD A. Inleidende uiteenzettingen B. Conferentie over “De OVSE: het bevorderen van goed bestuur en integratie als basis voor stabiliteit en veiligheid” 1. Het bevorderen en beschermen van multi-etnische en multiculturele samenlevingen in de OVSE-regio 2. Het hoofd bieden aan de economische en financiële crisis: bezuinigingspolitiek tegenover heropleving van de economie 3. De rol van de media bij het bevorderen van goed bestuur C. Vergadering van de Permanente Commissie van de PA-OVSE Van 5 tot 6 oktober 2012 organiseerde de Parlementaire assemblee van de OVSE (hierna afgekort als “PA OVSE”) te Tirana (Albanië) een Conferentie over ““De OVSE: het bevorderen van goed bestuur en integratie als basis voor stabiliteit en veiligheid”.
A. — INLEIDENDE UITEENZETTINGEN (5 oktober 2012)
De heer Riccardo Migliori, voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de OVSE, heet de deelnemers welkom en dankt gastland Albanië voor haar gastvrijheid. Een jaar na de herfstzitting in Dubrovnik, blijft de regio van de Adriatische Zee een belangrijke rol spelen in de OVSE bij het promoten van samenwerking. Sinds haar lidmaatschap van de OVSE in 1991 heeft Albanië, waar verschillende geloofsgemeenschappen vredig naast elkaar leven, duidelijk vooruitgang geboekt, onder meer op het vlak van democratisering, wetgeving en mensenrechten. De voorzitter onderstreept ook het belang van dergelijke parlementaire vergaderingen: ze laten toe bruggen te bouwen tussen naties. Mevrouw Jozefina Topalli, voorzitster van het Albanese Parlement, herinnert eraan hoe Albanië, op korte tijd, geëvolueerd is van één van de meest geïsoleerde en arme staten naar een democratisch land, waar grote waarden als respect, universele vrijheid en mensenrechten terug hun plaats hebben. Hiervoor heeft Albanië veel obstakels moeten overwinnen. Er is nog veel werk aan de winkel, maar de Albanezen zijn vastberaden de moeilijke weg naar democratie en economische groei verder te bewandelen, alsook de weg naar de Europese Unie. 1
De heer Lamberto Zannier, secretaris-generaal van de OVSE, merkt op dat Albanië één van de historische field missions van de OVSE huisvest en onderstreept het belang van een goede samenwerking om conflicten te voorkomen en de multi-etnische gemeenschappen in de regio te beschermen. In de aanloop naar Helsinki +40 roept hij de Parlementaire Assemblee op aandacht te hebben voor de hervorming van de agenda van de OVSE en de voorbereidingen voor de ministeriële raad die in december 2012 in Dublin zal plaatsvinden. De OVSE moet haar rol internationaal blijven waarmaken, onder meer tijdens de waarneming van verkiezingen. Ook de heer Sali Berisha, eerste minister van Albanië, drukt zijn waardering uit voor het werk van de OVSE en haar parlementaire assemblee, in het bijzonder bij de democratische ontwikkelingen die Albanië doorgemaakt heeft sinds de val van het totalitaire regime. Het land heeft nu ook meer vriendschappelijke banden met de buurlanden. B. — CONFERENTIE OVER “DE REGIONALE ONTWIKKELING IN ZUIDOOST EUROPA” (5 en 6 oktober 2012) 1. Het bevorderen en beschermen van multi-etnische en multiculturele samenlevingen in de OVSE-regio De heer Artan Fuga, Professor in de communicatiewetenschappen aan de universiteit vanTirana, wijst op de religieuze en culturele diversiteit in Albanië. De Albanese Grondwet heeft zich op het liberale model geïnspireerd. Elke gemeenschap heeft recht op respect voor zijn cultuur of godsdienst en het recht op vrije meningsuiting mag niet worden gehinderd. Ambassadeur Fletcher Burton, Hoofd van de Field Mission van de OVSE in BosniëHerzegovina, merkt op dat de OVSE 40 % van haar middelen in de regio van de Balkan spendeert. De regio herbergt twee grote terreinmissies, in Kosovo en in Bosnië-Herzegovina. multiculturele diversiteit. De terreinmissie in Bosnië-Herzegovina is een basisbestanddeel geworden van de civiele architectuur van het land. De organisatie zendt haar boodschap uit naar de rechtszaal, het klaslokaal en de commissiezalen. Op het gebied van justitie waakt de terreinmissie over de eerlijke procesgang en de gelijkheid in rechte. Op het gebied van onderwijs wordt een grote waarde gehecht aan verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid in een multi-etnische samenleving. In haar betrekkingen met het parlement van BosniëHerzegovina spitst de terreinmissie haar aandacht toe op gendergelijkheid, grondwettelijke vrijheden en Europese integratie. Ambassadeur Fletcher Burton acht de drie activiteiten cruciaal voor het bevorderen en beschermen van multi-etnische en multiculturele samenlevingen in de OVSE-regio: het bevorderen (to promote) en het beschermen ( to protect) van de multi-etnische samenleving en de conflictpreventie (to prevent). Drie pilootprojecten betreffende conflictpreventie in BosniëHerzegovina (in Srebrenica, Brcko en Mostar) focussen op conflictpreventie.
2
De Hoge vertegenwoordiger voor de Nationale minderheden vervult een belangrijke rol en kan waarschuwen waar precies de spanningen kunnen leiden tot een conflict (early warning system). Ambassadeur Fletcher Burton merkt op dat 100 jaar geleden de Nobelprijs voor de vrede werd toegekend aan Elihu Root. Root wordt in verband gebracht met de Conventie van Den Haag, de Carnegie Foundation en de beginselen van internationale arbitrage en internationaal recht. In zekere zin was Root een voorloper van de internationale vredesinitiatieven in de Balkan. De internationale inspanningen, die na de conflicten in de Balkan werden geleverd, hebben geleid tot de akkoorden van Dayton in 1995, het Akkoord van Ohrid van 2001 (dat een einde stelde aan de conflicten tussen etnische Albanezen en het Macedonisch regeringsleger) en het plan van Athisaari voor Kosovo van 2007. Deze internationale akkoorden leggen de klemtoon op de multi-etnische en multiculturele samenlevingen en de noodzaak om instellingen, rechten, procedures en gegarandeerde vertegenwoordiging in te stellen die deze multi-etnische en multiculturele samenleving veilig stellen. De OVSE speelt een centrale rol in deze akkoorden, net zoals dat het geval is bij de opbouw van een civiele architectuur in de Balkan regio en bij de conflictpreventie. Volgens Adil Akhmeto , Vertegenwoordiger van het OVSE Voorzitterschap voor de bestrijding van onverdraagzaamheid en discriminatie van Moslims, is de interculturele dialoog een broos gegeven. Het recente YouTube-filmpje “Innocence of Muslims” dat de profeet Mohammed belachelijk maakt en de Deense cartoons van Mohammed kunnen, aldus de spreker, niet worden gerechtvaardigd door de vrijheid van meningsuiting. De spreker meent dat de OVSEStaten deze aanvallen op de Islam zouden moeten veroordelen. De interculturele dialoog is gebaseerd op bescherming van de mensenrechten en wederzijds begrip en tolerantie. De Moslims vertegenwoordigen een belangrijke gemeenschap, zowel in de wereld, als in het Westen onder de migranten. De spreker stelt vast dat de “hate speech” tegen Moslims toeneemt, dat de discriminatie op het gebied van tewerkstelling, huisvesting en gezondheidszorg nog groot is en dat Moslims soms worden aangevallen. De OVSE heeft de Staten aanbevolen deze gevallen van “hate crimes” en discriminatie te melden. Tot op heden heeft slechts één Staat deze gegevens aan ODIHR meegedeeld. Rabbi Andrew Baker, Vertegenwoordiger van het OVSE Voorzitterschap voor de bestrijding van antisemitisme, wijst op de impulsen die de parlementaire assemblee van de OVSE heeft gegeven om de strijd tegen het antisemitisme op de agenda te zetten. De aanbevelingen van de assemblee van 2002 te Berlijn hebben ertoe geleid dat ODIHR een bijzondere opdracht heeft gekregen in de opvolging van het probleem. Het probleem wordt tegenwoordig erkend en er is vervolging van de wandaden van het antisemitisme. Ondanks deze vooruitgang, blijven er uitdagingen wachten op een aanpak. Het antisemitisme dat op blogs en elektronische media wordt verspreid, de opiniepeilingen waaruit Jodenhaat blijkt, de bedreiging van de fysieke veiligheid van de Joodse gemeenschap en de opkomst van extremistische partijen met een antisemitisch discours (in Griekenland, Hongarije en Oostenrijk) verontrusten de Joodse gemeenschap. Soms is de steun van de regeringen om het antisemitisme te bestrijden gering. In een aantal gevallen slaagt het bestuursapparaat er niet in om de bedreiging te duiden en is er zelfs een zekere onverschilligheid. Een recent vonnis van de Rechtbank van Keulen dat stelt dat jongens die om religieuze reden worden besneden, een onherroepelijk lichamelijk letsel wordt toegebracht en van mening is dat de godsdienstvrijheid een dergelijke ingreep niet kan rechtvaardigen, maskeert, aldus de spreker, gevoelens van antisemitisme. Antisemitisme is een 3
grensoverschrijdend fenomeen en komt dikwijls voor op plaatsen waar weinig Joden wonen. Het antisemitisme is in dit geval eerder ingegeven door de politiek van Israël ten aanzien van Palestina. Rabbi Andrew Baker roept op tot een krachtig antwoord op het antisemitisme via wetgeving, opvoeding en effectieve uitvoering van het wettenarsenaal. Een dergelijke aanpak is noodzakelijk om de multi-etnische en multiculturele samenlevingen te beschermen.
2. Het hoofd bieden aan de economische en financiële crisis: bezuinigingspolitiek tegenover heropleving van de economie De voorzitter van het panel, de heer Wolfgang Grossruck, vicevoorzitter van de PA-OVSE, herinnert in zijn inleiding aan het verslag van de commissie Economie van de PA OVSE, waarin de impact van de ratingagentschappen werd aangeklaagd, alsook aan de Verklaring van Monaco, waarin een aantal aanbevelingen werden aangenomen onder meer op het gebied van economische zaken. Zo werd erop aangedrongen dat staten op een aanvaardbare en draagbare manier zouden terugkeren naar evenwichtige begrotingen. Bovendien moeten de inspanningen om de economie weer op gang te brengen worden verdeeld onder de verschillende actoren van de maatschappij. Het is tenslotte van essentieel belang dat de frequentie van financiële transacties verlaagd wordt door het invoeren van de Tobin-taks. Uiteenzetting door de heer Zef Preci, Executive Director, Albanian Center for Economic Research Om de financiële crisis te boven te komen, werden in Albanië sinds 2008 een aantal acties ondernomen en lessen getrokken uit de ervaringen van andere (kleine) landen. Zo kunnen vier inkomstenbronnen worden onderscheiden: 1. Financiering door stortingen uit het buitenland. Door de crisis werd hier wel een grote afname vastgesteld; 2. Investeringen in de bouwsector (huisvesting,…), de industrie en de wegenbouw; 3. Ontwikkeling van de toeristische sector, die voor werkgelegenheid heeft gezorgd; 4. Financiële programma’s op Europees en internationaal niveau.
Albanië beschikt ook over natuurlijke rijkdommen. De landbouwsector, een belangrijk deel van de Albanese economie, heeft de laatste tijd echter met meer problemen te kampen. Daardoor is er een vertraging van de economische groei van 2.1 tot 0.7 %. Voor 2008 heeft de Albanese economie een aantal veranderingen ondergaan, waardoor het mogelijk was de armoede, het sterftecijfer en de ongelijkheid tussen de seksen te verminderen. Dankzij investeringen in infrastructuur is er niet alleen een betere waterbevoorrading, maar is ook de administratie toegankelijker voor de burgers. Zo wordt het hele systeem transparanter en kan ook de strijd tegen de corruptie beter worden aangegaan. Om de corruptie in te perken is het van essentieel belang de economische groei op peil te houden. Dit lijkt echter moeilijk in tijden van crisis, waar steeds sprake is van het reduceren van 4
uitgaven. Ondanks alles tracht Albanië haar jaarlijks begrotingskort onder 6 % van het bnp te houden. Ook Albanië heeft in 2012 een economische achteruitgang gekend. De banken hebben goed standgehouden, maar het wordt steeds moeilijker zaken te doen. De Albanese LEK heeft veel druk ondervonden omwille van de crisis; de gevolgen van de verschillende devaluaties zijn voornamelijk voelbaar voor de personen die geld lenen. Tot slot zijn het aantal investeringen in de publieke sector fors gedaald. De Albanese regering heeft beroep gedaan op verschillende instrumenten om de crisis te beheersen. Zo was het onder meer belangrijk te blijven investeren in infrastructuur. De financiële crisis heeft ook een invloed gehad op de Europese integratie van Albanië, dat in de loop van de voorbije 20 jaar enorm veranderd is. Ook al bestaan er nog een aantal obstakels en uitdagingen voor de maatschappij en een snelle economische groei, de wetgevende hervormingen en het gevoerde beleid tonen aan dat de Albanese maatschappij een bepaald, vooropgesteld niveau kan bereiken: de economische situatie en de wisselkoers zijn stabiel; de inflatie is aanvaardbaar. Uit de voorbije jaren heeft Albanië geleerd dat het de interne en externe vraag moet verbeteren en werk moet maken van fiscale consolidatie. Ook moet het blijven investeren in menselijk kapitaal en de structurele hervormingen voortzetten. Daarenboven bestaan er ook een aantal uitdagingen voor de Albanese economie: de private sector uitbreiden, de diensten verder ontwikkelen en het Europees afzetgebied vergroten. De heer Preci besluit zijn uiteenzetting met de vaststelling dat Albanië zijn economische hervormingen moet voortzetten en versterken, namelijk door de verbetering van het handelsklimaat. Het beleid moet ook meer gericht zijn op de lokale vraag. Tot slot moet meer gewerkt worden aan goed bestuur en de samenwerking met de buurlanden. Uiteenzetting door de heer Matthias Kollatz, voormalig vice-voorzitter van de Europese Investeringsbank In de aanpak van de financiële crisis in de Europese Unie wordt voornamelijk gesproken over bezuinigingen en groei, twee prioriteiten die tegenover elkaar lijken te staan. Ondanks de bezuinigingsprogramma’s, moet men één fundamentele boodschap van de crisis onthouden: het zal langer dan verwacht duren om de crisis te boven te komen. In de Europese Unie heeft men vooral de nadruk gelegd op algemene besparingen wat de investeringen betreft. Zoals een vogel twee vleugels nodig heeft om te vliegen, zal men de financiële crisis niet te boven komen als men de groei verwaarloost. Deze is enkel mogelijk met geld van de Europese Centrale Bank, die moet investeren in duurzame projecten, in de KMO’s, enz.
5
Bovendien moeten ook de rentevoeten omlaag en moeten niet-concurrerende leningen worden opgegeven door de banken. Tot slot zou de herprogrammering van de begrotingen kunnen bijdragen tot de groei, dankzij economisch uitvoerbare projecten. De heer Kollatz wijst er tevens op dat project bonds zeker een hulpmiddel kunnen zijn in het bestrijden van de crisis, aangezien ze misschien betere investeringen kunnen bieden. Daarnaast werd, dankzij de Europese Top van juni 2012, het kapitaal van de Europese Investeringsbank verhoogd. Dit kan onder meer gevolgen hebben op het vlak van de werkgelegenheid. Zo zouden tegen 2014 1.2 miljoen werkplaatsen kunnen worden gecreëerd. Toch moet men op zijn hoede zijn: “The crisis is not over!”. Op het einde van 2012 zal men vaststellen dat de economie in de Europese Unie nog achteruit gegaan is, wat dus overeenkomt met een bijkomend recessiejaar. Daarbij beschikt de EU niet over voldoende antwoorden om de crisis te boven te komen. Het is bijgevolg van essentieel belang de begrotingen te consolideren en tegelijk voor groei te zorgen. Ook de financiële sector moet worden aangepakt. “Sterke” landen kunnen hier een constructieve rol in spelen. Verschillende factoren kunnen helpen om de crisis te overwinnen, zoals onder meer het opstellen van een programma voor duurzame groei, het oprichten van een Europese bankautoriteit; het invoeren van de taks op financiële transacties en het verhogen van de productiviteit. Gedachtewisseling Tijdens de debatten krijgt Griekenland iets meer tijd om zijn situatie toe te lichten. De heer Voridis wijst erop dat de financiële markten in het begin van de financiële crisis niet wilden uitlenen aan Griekenland. Maar hoe moest het dan zijn nationale begroting financieren? Uiteindelijk kreeg Griekenland geld via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF). Nadat het land in het eerste programma was gestapt, meende men dat de crisis na 18 maanden opgelost zou zijn. De situatie bleek echter veel erger dan verwacht. Toch is het primaire deficit bijna volledig verdwenen, wat goed nieuws is. Dit heeft een belangrijke politieke impact. Wat de publieke schuld betreft, zit die voor een groot deel in de handen van Griekse banken. Door de instabiliteit van de banksector stijgen bovendien de rentevoeten, wat in tijden van recessie ondraaglijk wordt. Ook de Griekse ondernemingen hebben te lijden onder de crisis, doordat ze aan concurrentiekracht verliezen. Er zijn bijgevolg structurele onevenwichten tussen Noord en Zuid. Hoe kan men deze situatie te boven komen? De Griekse regering moet haar bezuinigingsmaatregelen verder doorvoeren, maar de fiscale herschikkingen moeten rechtvaardig en aanvaardbaar blijven. Daarnaast is het belangrijk de banken te herkapitaliseren 6
en project bonds uit te schrijven. De rest van de Europese Unie moet Griekenland ook meer tijd gunnen om terug competitief te worden. De Griekse vertegenwoordiger voegt hieraan nog toe dat er te veel geïnvesteerd is in de euro. Indien dit ondraaglijk wordt voor de bevolking, kan worden overwogen uit de euro te stappen. Tijdens de gedachtewisseling spreken verschillende sprekers hun steun uit voor de invoering van de financiële transactie taks (FTT) en vinden dat er snel werk van moet worden gemaakt. De FTT moet echter deel uitmaken van een globaal antwoord op de crisis. Een aantal Europese lidstaten hebben ook gewezen op de noodzaak om een Europese bankenunie op te richten, met een betrouwbare toezichthouder. Daarnaast moet de strijd tegen de corruptie en de belastingsontduiking worden voortgezet. Tot slot is het belangrijk dat het menselijke aspect nooit vergeten wordt en dat de voorgestelde oplossingen duurzaam en toekomstgericht zijn.
3. De rol van de media bij het bevorderen van goed bestuur De heer Mark Marku, lid van het Albanees Parlement en Vicevoorzitter van de Commissie voor de Media, geeft een schets van de vrijheid van media in Albanië. Onder het communistische regime beantwoordde de journalistiek niet aan het westerse model van objectieve berichtgeving. In de overgangsperiode bleef dit nog even voortduren. 20 jaar later, is dit beeld merkelijk verbeterd met de onderwijsinstellingen voor de journalistiek en met de ethische code voor journalisten. Dit neemt niet weg dat er geen echte onderzoeksjournalistiek is in Albanië en dat de monopolies en concentraties onder de mediagroepen sterk zijn. De macht van de mediagroepen heeft een invloed op de berichtgeving en de media. De kranteneigenaars hebben vaak ook andere zakenbelangen en stellen dat, door het kleine taalgebied, media-activiteiten op zich niet winstgevend genoeg zijn. Het internet en de sociale netwerksites hebben ook in Albanië nieuwe perspectieven geopend voor een open en transparante berichtgeving. De heer Lutfi Dervishi, Executive Director van “Transparency International Albania”, merkt op dat Albanië over 26 dagbladen, 64 TV-stations en 56 radiostations beschikt. Dit is opmerkelijk veel voor een land van 2,8 miljoen inwoners. 50 % van de bevolking heeft toegang tot het internet en er zijn circa 1 miljoen gebruikers van Facebook. De Albanese Grondwet bepaalt dat de pers vrij is. Sinds 1999 kent Albanië een wetgevend kader voor de pers en de toegang tot informatie. Op de vraag welke de rol is van de media bij het bevorderen van goed bestuur, antwoordt de spreker dat de media een grote impact heeft op de publieke opinie en de communicatie slechts behoorlijk kan verlopen als de media een duidelijk beeld krijgen van de processen van besluitvorming. De spreker erkent dat de pers de vierde macht is, maar de journalist is zijn broodheren vaak schatplichtig. Voor echte onderzoeksjournalistiek ontbreekt dikwijls geld en er is ook een zekere terughoudendheid om over adverteerders kritische berichtgeving te publiceren.
Volgens Ambassador Ralf Breth, Hoofd van de OVSE-terreinmissie te Skopje, is de persvrijheid een typisch kenmerk van de democratische samenleving. Op de pers rust de 7
verantwoordelijkheid om op objectieve, zorgvuldige en transparante wijze verslag uit te brengen. Enkel een onafhankelijke media kan de “waakhond” zijn van de instellingen. Onderzoeksjournalistiek moet worden bevorderd als men goed bestuur wenst te bevorderen. Onderzoeksjournalistiek is niet zonder risico’s. In mei 2011 toonde het Macedonische televisiestation A1 aan de hand van videomateriaal aan dat de grootste regeringspartij de stembusgang zou hebben beïnvloed. De rechtbank beval hierna de sluiting van het televisiestation. De ambassadeur merkt op dat de OVSE-terreinmissie te Skopje heeft meegewerkt aan projecten die de vrije toegang tot informatie aan het publiek bevorderen. Deze projecten waren opgezet voor vertegenwoordigers van de civiele maatschappij en voor ambtenaren die in multi-etnische gemeenten werkzaam zijn. Er zijn nog verdere inspanningen nodig om de transparantie van informatie te vergroten. Ook de blogs vormen een goede aanvulling op de televisiestations en dagbladen. Ambassador Ralf Breth geeft tot slot een aantal pijnpunten op het gebied van de vrije media die de Hoge vertegenwoordiger voor de Media van de OVSE al heeft gesignaleerd. Laster, smaad en belediging zou niet langer door strafrechtbanken mogen beoordeeld worden, maar door burgerlijke rechtbanken. De dagbladen mogen niet onderworpen worden aan druk van de adverteerders. De media mogen niet op willekeurige wijze en zonder gegronde reden het slachtoffer worden van fiscaal onderzoek en andere administratieve lasten, die hen bijna dwingen hun deuren te sluiten. Soms is er een laag niveau van zelfcontrole bij de media, waarbij de journalisten het respect voor de privacy veronachtzamen. Er is nood aan solidariteit onder de journalisten opdat ze beter hun gemeenschappelijke belangen zouden verdedigen. Nog al te vaak verkeren de journalisten in een zwakke positie op het gebied van de arbeidsrechten. En, wat de onderzoeksjournalistiek betreft, stuit men nog vaak op een gebrek aan middelen om deze op ernstige wijze uit te oefenen.
Gedachtewisseling Vertegenwoordigers van verschillende landen hebben gehamerd op het belang van het respect van de persvrijheid, de onafhankelijkheid van de media en de vrijheid van meningsuiting. Er werd onder meer opgemerkt dat media – massamedia in het bijzonder – een onmiskenbare rol spelen in de aanloop naar verkiezingen. Hierbij bestaat het risico dat media als propagandamiddel worden gebruikt. Verschillende landen hebben recent wetten gestemd om de persvrijheid te garanderen. Toch merken sommige parlementairen op dat de toepassing van de wetten slechts zelden kan worden gecontroleerd, wat problematisch is. Aan de andere kant heerst er soms een tekort aan transparantie wat de private media betreft. Dikwijls verliezen zij hun onafhankelijkheid doordat ze gefinancierd worden door allerhande bedrijven (die soms gerund worden door personen met politieke belangen). Tenslotte worden media ook wel als de 4de macht beschouwd, want de positie van de journalisten is soms sterker dan die van politici. In dat kader zou de OVSE evenveel belang moeten hechten aan informatie en communicatie als aan veiligheid en samenwerking. 8
Slotsessie De heer Edmond Panariti, minister van Buitenlandse Zaken van Albanië, onderscheidt in zijn slottoespraak 4 prioriteiten voor zowel de OVSE als voor de Raad van Europa: 1. Een Euro-Atlantische gemeenschap voor de veiligheid oprichten. Hierbij speelt Albanië een stabiliserende rol in de Balkan. 2. De samenwerking tussen Noord-Afrika en de noordelijke oever van de Middellandse Zee versterken. 3. De samenwerking tussen de Raad van Europa en de OVSE efficiënter maken. 4. De dialoog inzake tolerantie en non-discriminatie bevorderen.
De heer Riccardo Migliori, voorzitter van de PA-OVSE, dankt de Albanese organisatoren voor het welslagen van de herfstzitting. De OVSE blijft een vooraanstaande vredespartner voor Albanië. Hij vindt het ook bemoedigend dat Albanië een belangrijke rol wenst te spelen in de hele regio van de Middellandse Zee. Ondanks de geslaagde verkiezingen in Georgië en de inspanningen om 2 politieke gevangen vrij te krijgen in Wit-Rusland, is er nog veel werk aan de winkel. Ten eerste moet de lokale macht worden versterkt. Ook de zitting van 2013 in Istanbul moet goed worden voorbereid; het biedt namelijk de gelegenheid de vrede in de Kaukasus te verzekeren en de relaties met de zuidelijke oever van de Middellandse Zee aan te halen. Mevrouw Jozefina Topalli, voorzitster van het Albanese Parlement, besluit dat deze sessie een bijzondere betekenis had voor Albanië: het wordt beschouwd als een forum voor de ontwikkeling en de democratie. Ze nodigt de OVSE uit de verkiezingen van 2013 in Albanië te komen observeren. C. Vergadering van de Permanente Commissie van de PA-OVSE (6 oktober 2012) Na het inleidende verslag van de heer Migliori, voorzitter van de parlementaire assemblee, stelt de heer Roberto Battelli, penningmeester van de PA-OVSE, de leden ervan in kennis dat de PA-OVSE voor het twintigste jaar op rij binnen de perken van de goedgekeurde begroting blijft. De PA OVSE voert een strikt en transparant beleid op het gebied van interne financiële procedure, interne controle door de penningmeester en externe controle door een onderzoeksbureau. Voor het vierde opeenvolgende begrotingsjaar blijven de middelen op hetzelfde niveau en worden van de nationale parlementen geen bijkomende middelen gevraagd. Maar de limieten van een ongewijzigd begrotingsbeleid zijn bereikt. Op de parlementaire assemblee wordt veelvuldig beroep gedaan voor verkiezingswaarnemingen en conferenties, die jaar na jaar in omvang toenemen. Voor 2014 zal men hoe dan ook een hoger bedrag moeten overwegen als men de kerntaken van de PA OVSE verder behoorlijk wenst te vervullen. 9
Tijdens de vergadering komt nogmaals de moeizame samenwerking ter sprake tussen het Bureau voor de Democratische Instellingen en de Mensenrechten (ODIHR), dat instaat voor lange termijn verkiezingswaarnemingen, en de PA OVSE, die instaat voor korte termijn verkiezingswaarnemingen. Dit is nog maar eens gebleken tijdens de verkiezingen in Georgië. ODIHR heeft nagelaten regelmatig rapporten te zenden aan de Speciale coördinator van de PA OVSE en er was weerstand om de vertegenwoordigers van de PA OVSE inzage te verlenen in relevante documenten. Dit gaat in tegen de samenwerkingsovereenkomst van 1997. Tijdens het debat dat hierop volgt, dringen meerdere delegatieleiders aan op een oplossing van de betrekkingen tussen ODIHR en de PA OVSE, want dergelijke voorvallen brengen schade toe aan het imago van de organisatie. De heer Migliori, voorzitter van de parlementaire assemblee, wijst op het technische karakter van de expertise van ODIHR, terwijl de PA OVSE de politieke dimensie belichaamt. Als ODIHR ook de politieke dimensie wenst te belichamen, is er een probleem en dit moet tijdens de ministeriële conferentie worden besproken. De heer Lamberto Zannier, secretaris-generaal van de OVSE, beklemtoont dat de samenwerkingsovereenkomst van 1997 de basis blijft voor de werkzaamheden tijdens verkiezingswaarnemingen en hoopt dat een goede oplossing uit de bus komt voor de problemen die gerezen zijn tussen de beide instellingen. De heer Lamberto Zannier, secretaris-generaal van de OVSE, stelt de begrotingsprognoses voor 2013 voor aan de parlementaire assemblee. De begroting is vastgesteld op 148 miljoen euro en bestaat uit 23 deelbegrotingen van de diverse instellingen en directies, die hun middelen aan een grondige evaluatie onderwerpen. Interne en externe audits vervolledigen het streven naar een efficiënt beheer van de middelen. Hij wijst erop dat de organisatie al sinds drie jaar een beleid van de nulgroei of zelfs van de negatieve groei voert, terwijl het takenpakket van de OVSE steeds groter wordt. Dat leidt tot verschillende verlagingen van de uitgaven en zet de projecten van de organisatie op langere termijn op het spel. Tegen eind december 2012 moet de ontwerpbegroting 2013 worden goedgekeurd, zo niet zal men met voorlopige twaalfden moeten werken. Verscheidene projecten zullen dan gedurende de eerste drie maanden van het jaar vertraging oplopen. De begrotingsposten voor 2013 in verschillende terreinmissies in OostEuropa en de Kaukasus worden verlaagd, terwijl de begroting voor de terreinmissies in Centraal Azië wordt verhoogd (met inbegrip van de opleidingen in grensmanagement voor douanebeambten in Dushambe (Tadzjikistan) en Politieacademie in Kirgizië. De heer Zannier pleit voorts voor een eigen rechtspersoonlijkheid van de OVSE en voor een doeltreffend human resources beleid opdat de organisatie competitief zou zijn met andere internationale instellingen zoals de NAVO, de EU en de UNO. Op het einde van de vergadering bespreekt de Permanente Commissie een ontwerpresolutie die bij hoogdringendheid wordt neergelegd door het Hoofd van de Turkse delegatie, de heer Emin Onen. Deze resolutie veroordeelt in strenge bewoordingen de schendingen van het internationale recht door Syrië, meer bepaald de beschietingen vanuit Syrië op de burgerbevolking van het Turkse grensstadje Akcakale. De resolutie herbevestigt de stelling van 10
de UNO Veiligheidsraad dat de crisis in Syrië een impact heeft op de veiligheid in de buurlanden, alsook op de vrede en de stabiliteit in de regio. De resolutie vraagt eveneens dat dergelijke schendingen van het internationale recht onmiddellijk ophouden en verzoekt dat Syrië de territoriale integriteit en soevereiniteit van diens buurlanden respecteert. De resolutie werd door alle delegaties ondersteund, met uitzondering van de Armeense delegatie. De resolutie werd bij hoogdringendheid aangenomen op basis van de regel van “consensus – 1”.
11