HENRY ’S DROOM Tekst: Henk Jukkema Zeilfoto’s: Hajo Olij Bouw- en interieurfoto’s: Jan Coppes en John Smit
1
Het ligt tegenwoordig niet erg voor de hand om zo’n overnaads houten bootje als Lady Realwood te bouwen, dus daar steekt een verhaal achter. Het verhaal van een gedreven scheepsbouwer van de oude stempel, Henry Engelaer.
“Ik ben in ‘34 op het water geboren. Mijn grootvader was binnenschipper, mijn vader ook en hij had een Doodewaardse Hagenaar, om precies te zijn een Wagenbrugger, daar kon je in Den Haag mee onder de Wagenbrug door naar Scheveningen. Hij vervoerde bijvoorbeeld bakstenen van Lobith naar Den Haag en Rotterdam of kunstmest naar Hoogeveen en dan leeg naar Wijster om daar compost te laden voor Schiebroek. Dat weet ik nog goed omdat ik in Hoogeveen met de enige (dames)fiets die we aan boord hadden, bij een uitwijkpoging tegen een boom was gereden, waarbij het stuur een stuk korter bij het zadel was komen te staan. Mijn vader heeft die fiets in Hoogeveen bij een fietsenmaker gebracht en terwijl die gerepareerd werd, een reis met compost naar Schiebroek aangenomen. In Wijster op de compostfabriek heeft hij mij toen met een vrachtwagen mee terug naar Hoogeveen gestuurd. Na geladen te zijn, voer hij richting Beilen, dus moest ik als jochie van tien met die gerepareerde fiets met te hoog zadel en keiharde oorlogsbanden (1944) een dikke 18 kilometer naar Beilen fietsen en daar aangekomen wachten tot het schip er weer was. Voordat ik naar school ging en in de vakanties leefden we aan boord. Ik heb warme herinneringen aan mijn vader, hij had het er altijd moeilijk mee om ons weer naar een kostschool aan de wal te sturen. Mijn vader stimuleerde mij om vooral geen schipper te worden, hij vond dat een toekomst aan de wal voor zijn kinderen meer perspectief bood.”
Na je schooltijd ging je de scheepsbouw in
“Op mijn veertiende ging ik werken bij scheepswerf Gebroeders Van Der Werf in Deest aan de Waal, Groningers die binnenschepen en kleine zeeschepen bouwden. Ik deed in het begin het smerigste werk. Omdat ik klein van stuk was, lieten ze me aan een touw de ventilatiekokers in zakken om te ontroesten en te meniën. Daarna kwam ik op de afschrijfafdeling en spantenvloer terecht en daar heb ik de basiskennis van de scheepsbouw opgedaan. Dan vier avonden in de week naar de avondambachtsschool metaal en een middag en de zaterdagmorgen naar de Bemetel waar ik de theorie van scheepsbouw leerde. De chef-tekenkamer van de werf gaf ook les op die school. Hij vond dat ik tekenaar moest worden en ik heb bij Van Der Werf twee jaar op de tekenkamer gewerkt. Na mijn diensttijd kwam ik bij Verolme in IJsselmonde op de tekenkamer en heb daar onder andere aan tankers van 100.000 ton gewerkt, destijds de grootste schepen die er op de wereld werden gebouwd. Ik had een dijk van een salaris, maar ik werd daar teveel specialist, ik zag meer in de kleine scheepsbouw waar je het hele schip tekent. In januari 1960 kwam ik terecht bij de legendarische Amsterdamse jachtwerf Gerard de Vries Lentsch aan de Grasweg en daar heb ik tot eind 1963 op de tekenkamer gewerkt. Het verlangen om eigen baas te zijn, bleef, ik kwam tenslotte uit een schippersgeslacht. Ik wilde zelf bepalen wat ik tekende of bouwde.”
2
Henry Engelaer begon met het bouwen van stalen schippersroeiboten. Engelaer Scheepsbouw omstreeks 1965. Van de ‘konten’ van twee grote sleepschepen werd één woon/werkschip gemaakt. In de takel hangt een casco van een stalen Gouwzee bakdekker, die de Engelaers voor Pieter Beeldsnijder bouwden. De lemsteraak Alcedo tijdens de eerste proefvaart. Strak gebouwd en met veel zorg afgewerkt.
Hoe ben je begonnen?
“In november ‘63 ben ik samen met mijn broer Gerard een drijvende werkplaats begonnen aan de Waal bij Beneden-Leeuwen. We hebben twee konten van sleepschepen met de woningen er nog op, aan elkaar gelast en er in het midden een werkplaats op gebouwd. Daar woonden en werkten we, deden reparaties aan binnenschepen en begonnen met het bouwen van stalen schippersroeiboten, dat zijn er wel 600 geweest. Visboten bouwden we ook veel. Van lieverlee kwamen we in wat grotere schepen en jachten terecht en moesten we een loods huren om in te kunnen bouwen. We hebben tientallen Lemsteraken, Vollenhovense bollen, zeeschouwen en Staverse jollen gebouwd. Wij waren vaklui, we wisten dat onze reputatie daar vanaf hing en dus hebben we onszelf altijd hoge eisen gesteld, zodat we nooit klanten konden verliezen op matige kwaliteit. Dagen van 18 uur waren destijds geen uitzondering.”
Jullie bouwden toch ook voor de beroepsvaart?
“Jazeker! Toen het eind zeventiger jaren slechter ging met de jachtbouw, zijn we ook werkschepen gaan bouwen, kleine duw- en sleepboten, passagiersbootjes, vastmaakvletten voor de Roeiers uit Rotterdam, dat soort spul. In 1976 hebben we een grote eigen loods in Beneden-Leeuwen gebouwd voor schepen tot dertig meter en daarnaast kwam in 1989 een tweede loods van 45 meter lengte. Men vond ons duur, maar ondertussen hadden we wel klanten als het Loodswezen, Rijkwaterstaat, Havendienst Rotterdam, de KNRM en de Waterpolitie.”
Alles in staal?
“Eerst wel, maar omstreeks 1989 kwam daar ook aluminium bij. Ik heb lang geaarzeld om dat te doen, iedereen hield me voor hoe moeilijk dat wel niet was en wat er allemaal mis kon gaan. Achteraf heb ik er spijt van dat we daar niet veel eerder mee begonnen zijn. Aluminiumbouw vergde extra kennis en investeringen, maar het heeft ons toch veel opdrachten opgeleverd. Alle schepen voor het Loodswezen waren van aluminium, die elf snelle gele loodstenders hebben wij ook gebouwd.
3
Ontwierp je al die schepen zelf?
“Niet altijd, de ontwerpers zagen liever niet dat we onze eigen schepen ontwierpen. We hebben jachten naar ontwerp van Koopmans, Dijkstra, Lunstroo, Hoek, Beeldsnijder en Van De Stadt gebouwd. Vaak kwam het voor dat we ontwerpen en constructies moesten verbeteren, per slot hadden wij als bouwers de praktische kennis. Toen ik in ‘98 met pensioen ging hadden we 40 man in Beneden-Leeuwen en 15 man in Hellevoetsluis aan het werk.”
Toen werd het tijd voor een serieus toerjacht voor jezelf
“Eindelijk had ik tijd om mijn grote droom te realiseren: een wereldomzeiling. Ik bouwde een aluminium Madeira 44 van Van De Stadt, waarin ik veel eigen ideeën heb verwerkt. Daarmee ben ik met mijn vrouw Annie in ruim drie jaar rond de wereld gezeild. De gebruikelijke route via de Canarisch eilanden naar de Caribbean, door het Panamakanaal langs de eilanden in de Pacific naar Nieuw-Zeeland. Vandaar via Australië, Indonesië en Zuid-Afrika naar Brazilië en Suriname. Dan weer door de Carib en via Bermuda en de Azoren terug naar Rotterdam. Achteraf gezien was die drie jaar eigenlijk te kort. Daar heb ik ook ervaren dat veel watersportspullen de kwaliteit niet hebben om drie jaar intensief gebruikt te worden.”
En nu zo’n klein houten scheepje
Na een leven lang hard werken eindelijk tijd om rond de wereld te zeilen met de Adios Labor, een aluminium Madeira 44.
4
“In Seattle kocht ik een jaar of zes geleden op de luchthaven een nummer van Wooden Boat en al lezend, ontstond onderweg het plan om als laatste kunstje zelf een traditioneel houten scheepje te bouwen van eigen ontwerp. Ik heb me laten inspireren door William Garden en Paul Gartside, ben tussen het reizen door aan het schetsen geslagen en anderhalf jaar later is dit het geworden. Het is een kleine overnaadse S-spant van 7,15 m lengte over dek met accommodatie voor twee personen. Niks geen modern onderwaterschip, een houten jachtje moet onder en boven water ook klassiek zijn, dus met gaffeltuig. Wanneer de landen van de huidgangetjes goed gekozen en in balans zijn, verleent de overnaadse bouwwijze zo’n bootje een extra dimensie. Voor mij zou dit het ideale bootje zijn, maar het gaat me vooral om het plezier van het bouwen. Alles zit er op en er aan om er behoorlijke reizen
mee maken als je dat zou willen. Er zit een Yanmar inbouwmotortje in, een kombuis, navigatietafel, toilet en twee zeekooien. Allemaal goeie spullen, want ik heb zelf ervaren hoe ergerlijk het is als dingen onderweg stuk gaan en je weer eens midden op zee op je kop onder in het schip iets moet repareren. Of ergens in een of andere verre haven eindeloos moet liggen wachten op bestelde onderdelen.
Lady Realwood is over dek 7,15 m lang.
Toerzeilers kopen tegenwoordig plastic uit een botenfabriek
“Toch weet ik zeker dat er echte liefhebbers zijn die dit een prachtig scheepje vinden. Dat zullen er niet veel zijn, dat weet ik ook wel. Je moet het zo zien, je kunt kiezen voor een maxibeker slappe koffie in een fastfood tent of kiezen voor een espresso die met veel zorg gemaakt is door een barista. Je kunt kiezen voor de zoveelste Koreaanse gezinsbolide of voor een Morgan. Zoek je een grote plastic bak met rolzeilen en twee dubbele kooien achterin of het maximale aantal meters voor een minimum prijs, dan is Lady Realwood niks voor je. Misschien dromen velen ervan om naar de Azoren of de Middellandse Zee te zeilen, in de werkelijkheid zijn er maar weinigen die dat doen terwijl ze er wel de maat boot voor hebben, maar die heeft een interieur waarin niet één goeie zeekooi te vinden is. Dus zeilt men in dagtochten van ligplaats naar ligplaats en vaak is dat zeilen niet eens veel meer dan het uitrollen van de rolgenua. Op mijn bootje is dat heel anders,
5
niet het in een jachthaven liggen, maar de reis zelf wordt belangrijk en daarvoor hoef je niet ver weg. Het IJsselmeer, de Waddenzee en de Noordzee worden weer grote wateren, naar de Engelse zuidkust of de Oostzee zeilen wordt weer een avontuur. Maar wel een avontuur in een goed gebouwd, stijlvol bootje.”
Waarom geen bestaand ontwerp van een Nederlandse of andere ontwerper?
“Daar heb ik vijf goede redenen voor. Ik heb contacten gehad met Paul Gartside en hem gevraagd of hij een specifiek scheepje naar zijn ontwerp voor mij zou willen aanpassen naar mijn ideeën. Ik heb hem - overigens een heel aardige man - op Nova Scotia bezocht, maar hij was niet bereid om van zijn eigen ideeën over zo’n scheepje af te stappen. De tweede reden was dat ik in Nederland niet zo maar een ontwerper zou hebben gevonden die dat bootje mooier op papier had gekregen dan ik zelf. Ik ben daar redelijk van overtuigd. Derde reden zouden de kosten zijn geweest die met een eenmalig ontwerp zijn gemoeid. De vierde reden was, dat als de ingehuurde ontwerper - niet ondenkbeeldig - missers zou hebben gemaakt, ik daarvan de dupe zou zijn geworden met alle financiële gevolgen vandien.. Vijfde en wellicht de voornaamste reden was, dat ik het ontwerpen van bootjes zelf zo leuk vind. Omdat er destijds voor de bouw van die Madeira 44 geen tijd meer was om op heel korte termijn zelf een schip te ontwerpen, is dat toen een Van De Stadt ontwerp geworden, dat destijds al in een computer als bouwpakket was vastgelegd en waaraan ik veel heb laten wijzigen, waardoor het aanzienlijk meer cachet kreeg dan dat het oorspronkelijk had.”
Je hebt altijd in staal en aluminium gebouwd. Hoe ben je de houtbouw machtig geworden?
“Zoals ik me vroeger ook bijna alles zelf heb bijgebracht, zo heb ik ook geleerd in hout te bouwen. Ik ben m’n hele leven al een man van de scheepsbouwpraktijk, dat raak je niet kwijt. Dat betekent natuurlijk niet dat je dan gelijk ook een goede houtbouwer bent, dat duurt iets langer. Maar vergeet niet dat de metalen schepen die wij bouwden, binnen betimmerd werden en aan dek vaak klassiek met veel teak, dus een totale leek was ik zeker niet. Maar je mist de routine van een echte vakman en dat is ook wel gebleken uit de bouwtijd. Ik dacht in twee jaar klaar te kunnen zijn, maar dat zijn er vier geworden. Inclusief de voorbereidingstijd, zelfs ruim vijf jaar. Dat neemt niet weg dat ik er met plezier aan heb gewerkt. Maar zonder hulp van mijn vrienden was Lady Realwood nooit zo mooi geworden als nu, zonder hen zou ik nu misschien halverwege zijn met bouwen, had ik misschien de moed al opgegeven.”
6
7
Na vijf jaar tekenen, plannen, bouwen, schaven, schuren, schroeven, lakken, weer schuren en weer lakken, plussen en minnen over allerlei uitvoerings- en uitrustingsdetails, drijft Lady Realwood op 26 oktober 2013 voor het eerst mooi op haar waterlijn. Ze wordt getuigd en de zeilen worden voor het eerst gehesen. Er wordt proefgevaren, ook voor het maken van promotiefoto’s. Daarna gaat ze weer netjes onder dak om op zaterdag 12 april 2014 voor verkoopactiviteiten opnieuw en nu definitief, te water te worden gelaten.
8
Het interieur is al even zorgvuldig en uitgekiend en compleet afgewerkt als de buitenkant. Goed te zien is dat Henry Engelaer niet alleen een ervaren scheepsbouwer is, maar ook een ervaren wereldzeiler.
En nu de hamvraag: hoe vaart Lady Realwood?
“Stel je dat even voor: je zit aan boord en kijkt voor het eerst vanuit de kuip niet naar de muren van een loods, maar naar de horizon en ze beweegt. Je voelt de druk van het water tegen het roer en bekijkt de details aan dek en in het want en je weet dat het goed gemaakt is. Varen is ook luisteren. Hoe het water langs de romp stroomt, hoe ze klinkt onder helling. Ik luister daar heel anders naar dan iemand die een keertje meezeilt. Ze ligt mooi op de waterlijn, zeilt boven verwachting en reageert zowel op de motor als onder zeil goed op het roer. Ze heeft de koersstabiliteit van een echte S-spant en loopt voor zo’n type scheepje mooi hoog aan de wind en de zeilen staan er mooi op. Ik heb gekozen voor veel zeiloppervlak, dat is gebaseerd op mijn praktijkervaring. Je kunt beter reven bij harde wind dan telkens zeilvermogen te kort te komen bij licht weer. Ze is laat in het seizoen te water gegaan om toch haar tuig te testen en foto’s te maken. Het weer zat niet mee, dus ik heb niet veel met haar kunnen zeilen. We hebben van Beneden-Leeuwen naar Enkhuizen en terug, veel op de motor gevaren en ze haalt met gemak haar rompsnelheid van ongeveer 6 knopen. Ik heb de motorruimte goed geïsoleerd dus ze is ook mooi stil. Verder hebben we met z’n tweeën aan boord geslapen en met z’n vieren gevaren en dat was best te doen. Voor een jong, sportief gezinnetje is het een prachtig scheepje.”
Vind je het niet jammer om Lady Realwood te verkopen?
“Ach, ik heb de lol van het ontwerpen en bouwen gehad, ik heb ervaren dat mijn droom, mijn ontwerp aan mijn verwachtingen voldoet! Per slot van rekening ben ik vijf jaar bezig geweest om mijn idee, dat ooit ontstond in dat vliegtuig na het lezen van Wooden Boat, te realiseren. Het zou niet best zijn geweest als dat dan tegenvalt! Gelukkig is dat niet zo, ze zeilt zelfs beter dan ik had verwacht. Maar op mijn leeftijd kijk je toch anders tegen zeilen aan dan twintig jaar geleden en Annie wil liever niet meer mee.” Henk Jukkema
9
10
11 Alle tekeningen van Lady Realwood zijn geheel met het oog, de hand, de pennen en mallen van de vakman gemaakt. Behalve een rekenmachientje, kwam er verder geen elektronica als Autocad aan te pas.
BELANGRIJKSTE MATEN Lengte over alles: 7,15 m Lengte met boegspriet: 8,58 m Lengte waterlijn: 5,95 m Breedte buitenkant huid: 2,40 m Breedte over alles: 2,56 m Diepgang: 1,15 m Waterverplaatsing: ca. 2808 dm3 Ballastgewicht: 1064 kg Masthoogte boven water: 10,60 m Aluminium drinkwatertank: 100 l Aluminium brandstoftank: 50 l Vuliwatertank: 50 l BOUWMATERIALEN Kiel, stevens, doodhout, spanten en wrangen: Beplanking: Dekken: Buitenaftimmering: Rondhouten: ZEILOPPERVLAKKEN Grootzeil: Stagfok: Kluiver: Gaffeltopzeil: Totaal aan de wind zonder gaffeltopzeil: Motor:
BINNEN Stahoogte: 1,77 m onder het schuifluik, verder in de kajuit 1,67 m. Salonbanken: 2 x 80 cm lang. Tafel: Draaibaar en uitgeklapt twee keer zo groot. Kombuis met: Koellade Halfcardanisch opgehangen gaskooktoestel met 2 gasflesjes in de kuipbank. Elektrisch drinkwaterpompje. Zelfontworpen afzuigkapje in de kombuis. Voorpiek: 2 Kooien van 2 m lengte. Onderwaterlijn toilet met zwartwatertank en mogelijk heid tot uitpompen of uitzuigen. Navigatietafel met instrumentarium.
Deens eiken Sipo mahonie Birma teak Blank gelakt Oregon pine
BUITEN Bakskisten: Lieren: Besturing: Ankerbeslag.
18,30 m2 6,50 m2 7,50 m2 3,50 m2 32,30 m2 1 cyl. Yanmar diesel Yanmar 1 GM 6.7 kW bij 3600 tpm met aan- gebouwde keerkoppeling met een vertraging van 2.36 : 1
12
2 Afsluitbaar 4 Bronzen schootlieren Helmstok
UITRUSTING Verlicht magnetisch kompas Marifoon met handset voor gebruik buiten GPS Dieptemeter Snelheidsmeter Autopiloot 12 Volts elektrische installatie met walaansluiting en acculader Handlenspomp Vuilwaterhandpomp
De prijs voor dit unieke scheepje P Inclusief vijf jaar tekenen, plannen, bouwen, P Inclusief alle zeilen, P Alle noodzakelijke nautische apparatuur geïnstalleerd, P Inventaris aan boord, P Tanks gevuld, P Een dag instructie voor de koper of zijn vertegenwoordiger, P Af te leveren op elke, per schip, te bereiken locatie in Nederland. De vraagprijs was € 159.500,00 Echter, tegen elk aannemelijk bod willen we het graag verkopen. Voor nog meer informatie en bezichtiging aan boord bent u van harte welkom. Henry Engelaer
Johanna van Beekstraat 2, 6658 AG Beneden-Leeuwen T 0487 596 722
[email protected], www.ladyrealwood.nl
13