INHOUD QWIC LANCEERT NIEUWE LIJN ELEKTRISCHE FIETSEN UITROL WATERSTOFINFRA MOET IN 2014-2015 OP STOOM KOMEN
VAKTIJDSCHRIFT
BENELUX
MAART
2014
TKI SWITCH2SMARTGRIDS KENT ELF PROJECTEN SUBSIDIE TOE INNOVATIEPROJECT EUROLIION NADERT DOEL VAN NIEUWE EUROPESE BATTERIJCEL SPIN-OFF NL|MOBILITY NEEMT PROMOTIETAAK VAN VERENIGING DOET OVER
EKE I L B U P T OE M L LEN A E E G D E R N E A E R GR LAADINF
HELIOX LANCEERT CONDUCTIEF LADEN CONSORTIUM ONTWIKKELT NIEUW SYSTEEM VOOR ELEKTRISCHE BUSSEN
INHOUD
Het verlepte bosje ‘postcoderoosjes’
www.twitter.com/SolarMagazineNL
Zoals u wellicht weet, geeft de uitgever van E-Mobility ook een tijdschrift uit over zonne-energie, Solar Magazine geheten. Meer en meer ziet de redactie van EG Media directeuren van zonne-energiebedrijven met een elektrische auto rondrijden. De meest succesvolle laten zich natuurlijk graag zien met een Tesla of Fisker, maar ook de eerste installateurs brengen de zonnepanelen elektrisch naar hun klanten in een meer eenvoudige elektrische auto of bestelbus. Recent sprak ik met Jeroen Kroonen van de provincie Noord-Brabant. Hij houdt zich bij de provincie zowel met zonne-energie als elektrisch rijden en smart grids bezig. Vanuit die hoedanigheid is hij goed bekend met het fenomeen ‘postcoderoos’. Dit uitvloeisel van het nationale Energieakkoord is gebaseerd op energiebelastingkorting voor afnemers van stroom opgewekt door zonneparken. Ter illustratie: in de postcode 5691 (Son en Breugel) wordt een zonnepark gerealiseerd met tienduizend zonnepanelen. Alle bewoners die zonnestroom van het park kopen en in aangrenzende postcodegebieden wonen, kunnen in aanmerking komen voor energiebelastingkorting. Dat maakt zonnepanelen extra rendabel, althans dat is gedachte van de partijen die het Energieakkoord sloten. Tot op heden is er echter geen enkele ondernemer die het postcoderoosmodel doorgerekend heeft gekregen. Vooral het vinden van genoeg geïnteresseerden die de opgewekte zonnestroom gedurende een langere periode afnemen is een probleem. In de wandelgangen wordt inmiddels al gesproken over het verlepte bosje ‘postcoderoosjes’ genoemd. En u vraagt zich nu natuurlijk af waarom ik deze materie aansnijd? De hiervoor genoemde Jeroen Kroonen reikte een mogelijke oplossing aan: laat eigenaren van een elektrische auto de zonnestroom kopen. Zij kunnen de zonnestroom immers niet alleen voor hun huis aanwenden, maar ook voor hun elektrische auto. Bovendien komt het dan zo gewenste ‘peakshaving’ op het elektriciteitsnet via elektrische voertuigen een stap dichterbij. Ik daag u als ondernemer in elektrisch vervoer dan ook uit om samen te gaan werken met de zonne-energiesector!
Ophanden zijnde Green Deal moet financiering publieke laadinfra voor drie jaar regelen
10
Consortium werkt aan eerste automatisch conductief laadsysteem NL
14
Column Marc de Haas - Heeft smart grid gebruiker nog iets te zeggen?
15
Spin-off NL|Mobility neemt promotietaak van Vereniging DOET over
16
Uitwisselen of opladen? Battery swapping bij elektrische bussen in perspectief
19
Uitrol waterstofinfrastructuur moet in 2014 en 2015 op stoom komen
20
Nederland wil vitale markt en industrie rond light electric vehicles
22
Innovatieproject Zero Emission Urban Bus System van start
23
Column Marcel Dukker - Samen sterk voor slimme energie
24
TKI Switch2SmartGrids kent elf projecten 5,35 miljoen euro toe
25
NWO en Shell investeren zesenhalf miljoen euro in slimme netten
27
Innovatieproject EuroLiion nadert doel van Europese batterijcel
29
Europees innovatieproject DAME genereert scenario platform voor elektrische voertuigen en duurzame energie
30
QWIC lanceert nieuwe lijn elektrische fietsen
31
Brabant loopt voor troepen uit met innovatie gedreven uitrol laadinfra
34
Column Rolf Heijnen - Smart grids vooral speeltje grootindustrie
36
Oh ja, in deze editie van E-Mobility leest u veel nieuwswaardige artikelen. Een voorbeeld? De ophanden zijnde nationaal Green Deal voor de financiering van de onrendabele top van de publieke laadinfrastructuur (pagina 10-11). Edwin van Gastel, hoofdredacteur E-Mobility (
[email protected])
Van Tilburg-Bastianen businesspartner van Solaris voor Nederlandse markt
Geert Kloppenburg teruggetreden als voorzitter van Vereniging DOET
‘Fleetmanagement event groter dan ooit’
Per 1 januari 2014 is Geert Kloppenburg teruggetreden als voorzitter van de Dutch Organisation for Electric Transport (DOET). ‘Belangrijkste redenen om te stoppen zijn dat ik hetvoorzitterschap van DOET niet meer kan combineren met mijn huidige werk en mijn gezin. De afgelopen drie jaar is DOET gegroeid van tien niet-betalende leden naar circa honderd betalende leden (van klein tot groot). Daarmee is DOET, de grootste branchevereniging van Nederland op gebied van elektrisch vervoer. Een prestatie waar wij met zijn allen trots op mogen zijn.’ Michiel Hartman neemt het stokje van Kloppenburg over. Bovendien neemt Hartman ook het stokje van Steef Korfker (die verder gaat als directeur van het nieuwe bedrijf NL | Mobility (red. zie het artikel op pagina 16 en 17) als redactieraadlid van E-Mobility over.
Van Tilburg-Bastianen Groep wordt de onafhankelijke verkoper en servicepartner van de voertuigen van Solaris in Nederland. De groep is ook verantwoordelijk voor het verlenen van alle voorkomende reparatie en onderhoudswerkzaamheden, alsmede het leveren van onderdelen en het uitvoeren van garantiereparaties. Solaris brengt zijn volledige serie stads- en streekbussen op de Nederlandse markt, waaronder diesel-, aardgas-, hybride en elektrische bussen.
Van Tilburg-Bastianen businesspartner van Solaris Van Tilburg-Bastianen Groep wordt de onafhankelijke verkoper en servicepartner van de voertuigen van Solaris in Nederland. De groep is ook verantwoordelijk voor het verlenen van alle voorkomende reparatie en onderhoudswerkzaamheden, alsmede het leveren van onderdelen en het uitvoeren van garantiereparaties. Solaris brengt zijn volledige serie stads- en streekbussen op de Nederlandse markt, waaronder diesel-, aardgas-, hybride en elektrische bussen.
Stichting e-laad gesplitst in ElaadNL en EVnetNL De activiteiten van Stichting e-laad bij de ondersteuning van publieke laadinfrastructuur voor elektrische auto’s worden de komende jaren voortgezet. Deze worden ondergebracht in twee nieuwe organisaties: ElaadNL en EVnetNL. ElaadNL gaat opereren als kennis- en innovatiecentrum op het gebied van laadinfrastructuur. EVnetNL gaat vanuit de netwerkbedrijven het bestaande netwerk van publieke laadpunten beheren, zodat
deze ook de komende jaren probleemloos gebruikt kunnen worden. Stichting e-laad heeft sinds 2009 bijna drieduizend publieke laadpunten gerealiseerd. De stichting financierde de laadpunten en organiseerde in overleg met gemeenten en e-rijders de plaatsing en het onderhoud. Sinds augustus 2012 neemt de stichting geen nieuwe aanvragen meer in behandeling. De plaatsing loopt echter nog door tot in de eerste maanden van 2014.
Historische verkopen elektrische voertuigen
Eerste voertuig VIBe in ontvangst genomen
Met ruim drieëntwintigduizend verkochte elektrische voertuigen, waaronder een groot aantal plug-in hybrides, heeft Nederland Frankrijk en Noorwegen in 2013 het nakijken gegeven. Op Europese schaal is Nederland ongenaakbaar. Vreemd genoeg met dank aan de versobering van de fiscale voordelen per 1 januari 2014 waardoor eind vorig jaar een ongekende run ontstond op onder meer de plug-in hybride Mitsubishi Outlander. In Nederland zijn er vorig jaar meer van verkocht dan in alle andere WestEuropese landen bij elkaar. Sterker nog, Nederland doet in plug-in hybride voertuigen vier keer meer dan de andere Europese landen samen. Wat volledig elektrische voertuigen betreft staat Nederland qua verkoopaantallen vierde achter Frankrijk, Noorwegen en Duitsland.
De eerste deelnemers aan het project Vehicle for Innovation Brabant elektrisch (VIBe) hebben uit handen van François Driessen van Driessen Autogroep de sleutels van hun elektrische auto in ontvangst genomen. De auto’s worden onderdeel van een samenhangende it-infrastructuur met toegankelijke ontwikkelsystemen, datacenters en services. Zo ontstaat voor marktpartijen de mogelijkheid om een breed scala aan nieuwe applicaties te ontwikkelen. VIBe nodigt marktpartijen uit nieuwe diensten en applicaties te ontwikkelen met behulp van het innovatieplatform. De initiatiefnemers van VIBe zijn de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, TU/e, NXP Semiconductors, Sustainable Growth Capital, AutomotiveNL en Driessen Autolease.
Nieuw gebouw Technolution in gebruik
Legenda E-Mobility Bij de verschillende artikelen in dit magazine treft u onderaan de pagina een gekleurde balk met aan. Deze kleuren refereren aan het thema waarover de artikelen gaan. De balken symboliseren de volgende thema’s: = Smart Grids = Elektrisch rijden op waterstoftechnologie = Elektrisch rijden op batterijtechnologie
4
Technolution is 2014 goed gestart met de intrek in de nieuwe huisvesting aan de Burgemeester Jamessingel 1 te Gouda. Het pand dat in eigen beheer is gerealiseerd, is in een korte doorlooptijd van nog geen jaar verwezenlijkt en zorgt dat het bedrijf klaar is voor de toekomst. Het gebouw heeft een oppervlakte van zesenveertighonderd vierkante meter waarin ongeveer tweehonderdvijftig medewerkers kunnen worden gehuisvest. Het bedrijf telt momenteel honderdzeventig werknemers.
De automotive sector komt op 27 mei voor de twaalfde keer bijeen tijdens het Fleetmanagement event 2014 in het Nieuwegein Business Center. Het thema van het Fleetmanagement event 2014 is Mobiliteitsbeleid en het gedrag van medewerkers. Aan de hand van verschillende tracks gaan we in op kostenbeheersing, beleid versus gedrag, elektrisch vervoer en mobiliteitsmanagement. De dagvoorzitter voor het Fleetmanagement event 2014 is niemand minder dan televisiebekendheid Humberto Tan. Tijdens het Fleetmanagement event leidt Tan op het hoofdpodium verschillende talkshows. Tijdens Fleetmanagement event komt de Fleetclub van 100 ook weer bij elkaar tijdens de exclusieve lunch. De Fleetclub van 100 is een club van fleetmanagers, wagenparkbeheerders en mobiliteitsmanagers die verantwoordelijk zijn voor een wagenpark van tenminste honderd voertuigen. Momenteel telt de club honderdvijfentachtig leden die in totaal verantwoordelijk zijn voor ruim tweehonderdduizend voertuigen.
Ideeën gezocht voor EV City Casebook Medio 2014 verschijnt de tweede editie van het EV City Casebook, een boek vol inspirerende voorbeelden van elektrisch rijden. Onder de noemer ‘50 BIG Ideas’ verzamelt Het EV City Casebook belangrijke ideeën die bepalend (zullen) zijn voor het verder brengen van elektrisch vervoer. De vijftig meest inspirerende, innovatieve en indrukwekkende ontwikkelingen worden hiermee wereldwijd onder de aandacht gebracht. Dit kunnen voorbeelden zijn op het gebied van beleid, technologie, projecten en businessmodellen. Ideeën kunnen per e-mail toegezonden worden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) naar
[email protected]
Spijkstaal 1000 en Spijkstaal minibus officieel gelanceerd
Breda in 2015 eerste stad met volledig elektrisch busvervoer
Spijkstaal Elektro B.V. en het Italiaanse bedrijf Esagono Energia hebben een overeenkomst getekend waarbij Spijkstaal exclusief de honderd procent elektrische minibus en pick-ups/platformwagens gaat leveren in de Benelux. De Spijkstaal 1000 by Esagono is als platformwagen verkrijgbaar in een lange (LWB) en een korte (SWB) uitvoering en is geschikt voor veel verschillende soorten opbouw en toepassingen. De 1000 is inzetbaar binnen gemeentes, voor onder andere afvalinzameling, wijkbeheer en parkonderhoud, maar ook in de recreatiesector en de industrie. De Spijkstaal Minibus by Esagono is een elektrische personenbus. De minibus is geschikt voor zes passagiers met bagage.
In Breda rijden vanaf 2015 alle stadsbussen elektrisch. Volgens de provincie Noord-Brabant is Breda daarmee de eerste stad in Europa. Dat is de uitkomst van een aanbestedingsprocedure van het busvervoer in de provincie. Onlangs werd bekend dat Veolia vanaf 2015 het busvervoer in het concessiegebied West-Brabant mag verzorgen. Arriva gaat vanaf datzelfde jaar het busvervoer in Oost-Brabant verzorgen. De overgang naar de nieuwe concessie gaat in op 14 december 2014 en wordt door de geselecteerde vervoerders in goed overleg met de provincie en betrokken partijen gerealiseerd.
INTERNATIONAAL Japanners winnen lithium uit zeewater Het Japanse agentschap voor atoomenergie heeft een methode ontwikkeld waarmee het lithium uit zeewater kan winnen. Lithium is een belangrijk bestanddeel voor lithiumion-accu’s. Autofabrikanten gebruiken deze accu’s in elektrische voertuigen. Oude accu’s voor opslag zonnestroom Nissan werkt samen met het Japanse industriële concern Sumitomo Corporation om oude accupakketten van de Nissan Leaf te gebruiken voor stroomopslag. Die stroom is afkomstig van een zonne-energiecentrale. Elektrische verkoop China stijgt met 37,9 procent In China is de verkoop van elektrische auto’s afgelopen jaar met 37,9 procent gestegen in vergelijking met het jaar ervoor. In totaal kochten de Chinezen 14.604 volledig elektrisch aangedreven auto’s en 3.038 plug-in hybrides. BYD Qin komt naar Europa Het Chinese BYD heeft onlangs de Qin gepresenteerd, een sportieve plug-in hybride. De Qin is meteen al een groot succes in China: de eerste honderd stuks waren in China ‘binnen twee seconden’ uitverkocht. BYD wil de auto, waarschijnlijk onder een andere naam, in 2015 naar Europa brengen. Verkoop elektrische auto’s Amerika verdubbeld In de Verenigde Staten is de verkoop van elektrisch aangedreven auto’s en plug-in hybrides in 2013 met 84 procent gestegen ten opzichte van 2012. In totaal zijn 96.000 van dergelijke auto’s verkocht. Er werden zelfs 241 procent meer volledig elektrische auto’s verkocht. De verkooptoppers waren de Nissan Leaf en de Tesla Model S. fonts
Lettercountouren
Toyota investeert in nieuw bedrijf rond zeldzame aardmetalen Toyota en het Canadese mijnbouwbedrijf Matamec Exploration slaan de handen ineen. Beide partijen hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend met het doel een nieuw bedrijf te starten voor het winnen van zogenoemde ‘zeldzame aardmetalen’ die nodig zijn voor de productie van elektromotoren en accu’s. eTourEurope wordt grootste elektrische rally ooit Van 18 tot en met 26 mei 2014 wordt de eerste eTourEurope gehouden. De organisatie streeft naar duizend deelnemende elektrische voertuigen. De vierduizend kilometer lange route gaat dwars door Europa en in negen dagen worden negen hoofdsteden bezocht. Nanjing wordt groen dankzij BYD De Chinese stad Nanjing neemt maar liefst zeshonderd elektrisch aangedreven stadsbussen en vierhonderd elektrische taxi’s in gebruik. Daarmee heeft Nanjing een van ’s werelds grootste volledig elektrische openbaarvervoersvloot. De aanschaf van de honderden elektro-voertuigen maakt deel uit van een pilot ter verbetering van de luchtkwaliteit. Honderdduizendste Nissan Leaf ter wereld verkocht Slechts drie jaar na de wereldwijde introductie heeft Nissan haar honderdduizendste exemplaar uitgeleverd. De Leaf is daarmee wereldwijd de meest verkochte en meest populaire elektrische auto. De rubriek internationaal bevat publicaties van:
Lettercountouren No pay off
Holland E-Mobility House op Hannover Messe De Hannover Messe is de grootste technologiebeurs ter wereld. De beurs trekt ieder jaar ruim tweehonderdtwintigduizend bezoekers uit meer dan negentig landen. In 2013 bood de Hannover Messe ruimte aan 6.550 exposanten uit tweeënzestig landen. Ieder jaar kiest de Hannover Messe een partnerland, dat extra in de spotlights staat. In 2014 is Nederland dat partnerland. Op 7 april openen bondskanselier Angela Merkel en premier Mark Rutte de Hannover Messe die tot en met 11 april duurt. Naast het Holland Paviljoen staan ook het Holland High Tech House, het Holland Energy House en het Holland E-mobility House op de beursvloer. In hal 27 van de Hannover Messe slaan het Nederlandse bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden de handen ineen rondom E-Mobility. Doel is het Nederlandse verdienpotentieel rondom elektrische mobiliteit onder de aandacht te brengen. De slogan luidt: ‘Holland, we are ready to market e-mobility, are you?’
5
Arnhem van start met innovatieproject E-FACTS
Join the future of Automotive! High Tech Automotive region Eindhoven System oriented education and research • Smart mobility concepts • Clean, efficient & smart vehicle technology Undergraduate Program • Bachelor of Science Automotive Graduate Program Automotive Systems • Master of Science Automotive Technology • Post-Master Automotive Systems Design • PhD program Automotive
stand 09.106
Shell Eco-marathon, May 15 - 18
----------------------------------------------------------------------------------------------More info:
[email protected] - www.tue.nl/automotive
Where innovation starts
Word ook lid van de grootste belangenorganisatie in Nederland op het gebied van elektrisch vervoer!
De gemeente Arnhem is van start gegaan met het Europese project Electric Vehicle For Alternative Transport Systems (E-FACTS). Doel van het project is te onderzoeken waar de kansen liggen voor versnelling van innovatie in het op straat brengen van elektrisch vervoer. Deze versnelling is volgens de initiatiefnemers nodig en wordt in Arnhem in praktijk gebracht bij verschillende stakeholders; van overheid tot bedrijfsleven en gebruikers. De effecten van het E-FACTSproject worden gemonitord en vergeleken met andere Europese steden. De Arnhemse aanpak kent drie pijlers: de uitrol van laadpunten, het gebruik van de trolleybus-infrastructuur voor opladen en de ontwikkeling van elektrische bussen op basis van waterstoftechnologie. Arnhem, de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en de provincie Gelderland worden bij het project ondersteund door EVConsult. Groeiende laadinfrastructuur Arnhem heeft door een innovatief concessiemodel in de afgelopen periode meer dan veertig laadpunten geplaatst. Het onderzoek binnen E-FACTS naar de uitrol van deze laadinfra richt zich op de toekomst. Zo wordt onderzocht of het bestaande netwerk van onderstations van de trolleybushaltes kunnen worden gebruikt voor het laden van elektrische voertuigen.
Verder wordt onderzocht of lokaal opgewekte zonne-energie kan worden gekoppeld aan laadpunten op straat. De uitkomsten van het project zijn van waarde voor heel Nederland en Europa. Waar Nederland tot de Europese koplopers behoort bij de uitrol van de openbare laadinfrastructuur, ontstaat er door een groeiend tekort aan laadpunten toch steeds vaker filevorming. Mede daardoor is er het risico dat plug-in-hybridevoertuigen niet op stroom, maar op benzine rijden. Binnen het E-FACTS-project is er daarom veel aandacht voor het realiseren van extra laadpunten en het slimmer en efficiënter gebruikmaken van die nieuwe en bestaande laadpunten. Betere doorstroming Het efficiënter gebruikmaken van de laadinfrastructuur heeft twee belangrijke voordelen. Ten eerste is de doorstroming hoger waardoor er minder filevorming ontstaat. Daarnaast verbetert het de business case van het laadpunt. Het wordt zo voor de exploitant een aantrekkelijkere markt waarin investeringen zich steeds meer zullen uitbetalen in de toekomst. Er zijn volgens de projectdeelnemers een aantal manieren om slim gebruik te bewerkstelligen. Zo is er een zogenaamd ‘stimuleringstarief’ ingevoerd. Wanneer de accu vol is – of bijvoorbeeld na een
bepaald aantal uur laden – moet de gebruiker opnieuw een vast bedrag betalen voor het (onnodig) bezet houden van het laadpunt. Er wordt uiteraard rekening gehouden met dag/ nacht, zodat gebruikers niet midden in de nacht hun bed uit hoeven te komen om de auto te verplaatsen. Verder is de tijd van parkeren bij laadpunten is voorbij. In de verkeersbesluiten is nu alleen nog maar sprake van laadplekken. Dit is een fikse omslag voor de elektrische rijders van het eerste uur. Het is ook een grote verandering voor de andere wijkbewoners,
omdat de parkeerdruk nu wél toeneemt. Daarom is Arnhem, net als Den Haag en andere steden, een strategische kaart aan het ontwikkelen om de beste laadplekken in een wijk te identificeren. Hiermee wil Arnhem ook een voorschot nemen op de laadoplossingen die in de toekomst noodzakelijk zijn, want een laadpaal voor elke deur is geen optie. Met deze strategische kaart kunnen alle belangen worden afgewogen waar een gemeente mee te maken heeft en dus niet alleen de belangen van de (potentiële) elektrische rijders.
ABB gekozen voor snellaadnetwerk in China
Panasonic en Tesla in gesprek over megabatterijenfabriek De Japanse elektronicagigant Panasonic en Tesla, de maker van elektrische auto ‘s voeren gesprekken over een investering van bijna één miljard dollar in een Amerikaanse batterijenfabriek. Panasonic, die de belangrijkste batterijleverancier is van de volledig elektrisch aangedreven auto’s van Tesla, stelt in een verklaring dat er meerdere opties zijn om de banden verder aan te halen. Ook Apple zou een rol spelen omdat zij zeer geïnteresseerd is in de batterijen voor haar iPhones en iPads. Met de nieuwe fabriek zou Tesla de wereldwijde productie van de lithium-ionbatterijen kunnen verdubbelen en de prijs van de batterijen sterk doen verlagen.
BYD heeft ABB gekozen om ’s werelds grootste snellaadnetwerk in China te realiseren. Vanaf midden 2014 worden de snelladers zes jaar lang verkocht bij DENZA-dealers, waarmee het land leider moet worden op het gebied van snelladen. Voor het gemak en de veiligheid hoort er een app bij de ABB-lader, waarmee de laadsessies op afstand bediend kunnen worden. Het snellaadnetwerk is een belangrijk instrument om het doel van een half miljoen elektrische voertuigen in 2015 te halen. In 2020 moet dit aantal zijn gestegen naar vijf miljoen auto’s.
EV-Box realiseert ‘Laadplein van de toekomst’
@DOETdoet DOET
E.
[email protected] I. www.doetdoet.nl
EV-Box heeft de twee Amsterdamse snellaadstations voor elektrische auto’s aan de EuropaBoulevard en het Pauwenpad overgenomen van Essent voor het realiseren van het “Laadplein van de toekomst”. EV-Box exploiteert de snellaadpunten in opdracht van de gemeente Amsterdam die de markt met een open oproep uitdaagde om een betrouwbaar en veilig concept neer te zetten. Uit alle geïnteresseerde partijen kwam EV-Box met het ‘winnende’ idee. Het is de bedoeling dat de snellaadpunten verder worden uitgebouwd naar het eerste Nederlandse Laadplein van de toekomst. Een centrale plek waar alle huidige en toekomstige typen elektrische auto’s snel en veilig kunnen laden. Van Mitsubishi Outlander tot Renault Zoë en van Nissan Leaf tot Tesla Model S. Met een mix aan laadzuilen voor elk type stekker, voor normaal- en snelladen.
7
Kortrijk ruilt één deelauto in voor tien elektrische fietsen Bij de stadsdiensten van Kortrijk gaat het budget van één deelauto naar tien elektrische dienstfietsen, waaronder één cargofiets. Op deze manier wil Kortrijk de medewerkers aanmoedigen de fiets te nemen en geven ze het goede voorbeeld voor bedrijven en inwoners. De gemiddelde afstand die de deelauto’s dagelijks afleggen is zestig kilometer en veel van de ritten zijn vaak korter dan tien kilometer. Testen tijdens de week van de mobiliteit in september hebben aangetoond dat ook bij de stadsdiensten de interesse voor elektrische deelfietsen groot is. Doordat er een elektrische ondersteuning is, is elke bestemming binnen de stadsring gemakkelijk bereikbaar en zijn er volgens de stad Kortkijk ook niet langer parkeerproblemen.
Autosalon trekt 80.382 bezoekers
Waar in Nederland de AutoRAI gesneuveld is, kent België nog altijd een eigen autobeurs. De Autosalon trok recent 80.382 bezoekers, een stijging met 6.159 bezoekers ten opzichte van het voorgaande jaar. Tijdens de maar liefst tweeënnegentigste editie waren er uiteraard ook diverse elektrische voertuigen te bewonderen. Zo toonde Volkswagen de e-up! en BMW de i3.
Gebruikers laadpas The New Motion kunnen in België terecht De eigenaren van een laadpas van The New Motion kunnen sinds half december ook terecht bij ruim honderdzestig publieke laadpunten verspreid door heel België om hun elektrische auto op te laden. Hiertoe heeft The New Motion een roamingovereenkomst gesloten met Blue Corner, exploitant van het grootste publieke laadnetwerk van België. Hiermee is een belangrijke stap gezet in het uitbouwen van het laadnetwerk van The New Motion. Met vijfenzeventighonderd laadpunten is het netwerk van The New Motion het grootste van Europa. Het Belgische landschap van publieke laadpunten bestond lange tijd uit een bonte verzameling netwerken van verschillende exploitanten in Vlaanderen en Wallonië. Gebruikers van het ene netwerk hadden geen toegang tot het andere netwerk en dienden voor toegang en betaling bij iedere exploitant separaat een laadpas aan te vragen. Nu komt hier verandering in; exploitanten van publieke laadpunten slaan de handen ineen om hun netwerken voor elkaars gebruikers open te stellen. Blue Corner is de eerste service provider in België die daartoe haar netwerk heeft opengesteld. De locaties van de oplaadpunten van Blue Corner zijn opgenomen in de lovetoload App van The New Motion; beschikbaar voor iOS en Android smartphones.
8
iVOX: ‘Elektrische auto vraagt meer ondersteuning’ ‘Zolang aan de elektrische auto een hoog prijskaartje hangt en de overheid het gebruik van elektrische voertuigen niet aanmoedigt, zal de Belg de elektrische auto links laten liggen.’ Dat is de conclusie uit een onderzoek dat iVOX op vraag van Bosch onder duizend Belgen uitvoerde. Vijfennegentig procent van de Belgen denkt dat de aankoop van een elektrische auto, in vergelijking met een diesel- of benzineauto duurder is. Tweeënnegentig procent van de respondenten is ook niet bereid deze meerkosten te betalen. Alhoewel tweeënzestig procent van de Belgen gelooft in een toekomst voor elektrische auto’s, overweegt slechts vier procent van de respondenten als volgende auto een elektrische auto te kopen. Vooral de prijs en het rijbereik blijken een groot struikelblok. Ongeveer twee op de drie Belgen vinden het rijbereik onvoldoende.
Vijftig licenties voor elektrische taxi’s in Brussel
Belfius lanceert E-fleet als alternatief voor bedrijfswagen
Vijftig licenties voor elektrische taxi’s zijn toegekend door de Brusselse regering. De gelukkigen hebben zes maanden de tijd om hun elektrische taxi’s op de weg te krijgen. Voor België is het de eerste stad die licenties krijgt. De Brusselse regering heeft de taxilicenties toegekend op basis van een uitgebreide selectieprocedure. Een gespecialiseerde jury onderzocht de ingediende dossiers en maakte een rangschikking van de kandidaten. Enkele van de selectiecriteria waren de voorgestelde dienstverlening, het financieel plan, de prestaties van de taximeter, de autonomie en de oplaadtijd van de batterij en de inhoud van de kofferbak. De vergunning voor de taxi’s is zeven jaar geldig vanaf 1 januari 2014. In totaal werden negentien kandidaten geselecteerd om één van de vijftig taxilicenties te exploiteren. Om een evenwichtige verdeling van de licenties tussen de exploitanten te garanderen, kan een exploitant beschikken over maximaal zeven vergunningen voor elektrische taxivoertuigen. De vijftig elektrische taxi’s zullen amper van de andere taxi’s te onderscheiden zijn, op één detail na: een specifiek logo duidt aan dat de voertuigen elektrisch zijn.
Belfius Auto Lease, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS), Electrabel en Accenture lanceren en ondersteunen samen Belfius E-fleet ‘de eerste slimme ecologische bedrijfsmobiliteitscombinatie met een elektrische bedrijfswagen, oplaadcapaciteit thuis, op het werk, bij de stations en op de weg’. Gebruikers van bedrijfswagens kunnen bij de E-fleet intekenen voor een ecologisch vervoerspakket. Zo hebben zij de keuze tussen een elektrische auto en een treinrit. Dit alles eventueel aangevuld met een deelfiets om tenslotte de bus of tram te nemen en het laatste stuk tot de bestemming met een cambiowagen af te leggen. Via een online app is er toegang tot de reeks alternatieve mobiliteitsoplossingen. Voor bedrijven moet het dé duurzame oplossing voor het bedrijfswagenpark worden en een tool in combinatie met het mobiliteitsbudget. De kostprijs is volgens de aanbieders gelijk aan die van een traditionele bedrijfswagen, met een minimum aan papierwerk.
België geeft meer aandacht aan aardgas en elektriciteit
Blue-Mobility introduceert tachtig elektrische deelfietsen Binnen het proeftuinproject Olympus heeft Blue-Mobility tachtig elektrische deelfietsen geïntroduceerd. Daarmee hebben zeven Vlaamse steden als eerste in het land een automatisch deelfietssysteem met elektrische fietsen. Blue-mobility is platformcoördinator van Olympus dat één van de vijf platformen binnen de Vlaamse Proeftuin voor elektrische voertuigen vormt. ‘Elektrisch fietsen is een stap naar meer propere en betere mobiliteit met weinig of geen uitstoot en daardoor een leefbare omgeving en in het bijzonder leefbare steden. Met de elektrische fiets trekken we de kaart van duurzaam ondernemen, met heel wat economische opportuniteiten voor Limburg en voor Vlaanderen’, aldus Ingrid Lieten, Viceminister president van de Vlaamse Regering en Vlaamse Minister van Innovatie. De tachtig Blue e-bikes zijn te vinden in de volgende steden: Hasselt, Gent, Brussel, Namen, Luik, Bergen en Ottignies. De Blue e-bikes zijn vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week te vinden op diverse uitleenpunten met een automatisch laadstation.
Tijdens de Belgische vakbeurs Autosalon heeft de nationale staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet verklaard in te gaan zetten op infrastructuur voor wagens die op aardgas (CNG) rijden en op langere termijn voor de elektrische auto. Om tot een gecoördineerd beleid te komen, wordt een eerdere stuurgroep nieuw leven ingeblazen om de uitrol en indeling van laad- en tankinfrastructuur te verzorgen, een marktmodel uit te werken en een nationaal plan met realistische doelstellingen voor 2020 en 2030 uit te zetten.
VLAANDEREN
9
Ophanden zijnde Green Deal moet publiek toegankelijke laadinfra regelen Alle stakeholders in het Nederlandse veld van elektrische mobiliteit werken sinds vorig jaar gezamenlijk aan het financieringsvraagstuk van laadinfrastructuur in de openbare ruimte. Van het ministerie van Economische Zaken, Netbeheer Nederland, Stichting ElaadNL en Stichting EVnetNL (red. voortgekomen uit Stichting e-laad), RAI Vereniging, een groot aantal gemeenten, de provincies Noord-Brabant en Friesland, branchevereniging DOET, Energie Nederland tot het Formule E-team. Gezamenlijk naderen zij een oplossing in de vorm van de Green Deal ‘Openbaar Toegankelijke Elektrische Laadinfrastructuur’.
Al in het regeerakkoord van 2012 en ook in het vorig jaar gesloten energieakkoord werd gerept over het vastleggen van afspraken tussen publieke en private partijen ten aanzien van de totstandkoming van publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Sinds het moment dat in augustus 2012 bekend werd dat de stichting e-laad vanaf 1 januari 2013 geen nieuwe laadpunten meer zou gaan plaatsen, zit de verdere uitrol min of meer in een impasse. Het bloeden van de wond is deels gestelpt doordat onder meer de vier grote steden, Arnhem en de provincie Noord-Brabant zelfstandig aanbestedingen voor publieke laadpunten hebben gehouden. Impasse Ook buiten deze regio’s is een verdere uitrol echter noodzaak. Dit omdat de ontwikkeling van een adequate laadinfrastructuur een voorwaarde is voor een grootschalige marktintroductie van de elektrische auto. Het huidige aantal publieke en openbaar toegankelijk laadpunten van vijfendertighonderd – aangevuld met tweeëntwintighonderd semi-publieke en beperkt openbare toegankelijke laadpunten – is niet toereikend. Gelet op de verwachte groei van het aantal elektrische auto’s zijn volgens experts tenminste tienduizend volledig publiek toegankelijke laadpunten extra gewenst in de periode tot en met 2016. Het financieringsvraagstuk ontstaat doordat elektrische laadpunten op (zeer) korte termijn nog niet rendabel te exploiteren zijn. Door bevordering van innovatie, regionale aanbestedingen en het wegnemen van belemmeringen op het terrein van regelgeving wordt de businesscase in de visie van de verschillende stakeholders steeds meer rendabel. Via de Green Deal moet aan de huidige situatie dan ook een einde komen. Middels de overeenkomst willen alle partijen gedurende een periode van drie jaar orde op zaken stellen. In die drie jaar is er tijd om de business case definitief rond te krijgen en te zorgen voor een rendabele commerciële exploitatie. In de komende weken nemen alle potentiële ondertekenaars van de Green Deal een besluit over deelname. Green Deal: NKL en RAI-fonds Een van de belangrijkste vehikels die de benodigde inno-
10
vatie gaat aanjagen om tot die succesvolle business case te komen, is het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL). Deze organisatie wordt nog dit voorjaar opgericht (red. zie kader). De RAI Vereniging is voornemens om een RAI-fonds op te richten dat voor medefinanciering van de aanleg van laad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen gaat zorgen, waaronder ook elektrische laadpunten. Mits de RAI Vereniging tijdens de algemene bestuursvergadering (deze vergadering vond daags na het ter perse gaan van dit magazine plaats, te weten op 19 maart jongstleden) van de afdeling Auto’s het fonds goedkeurt, zal ook de Rijksoverheid een duit in het zakje doen. De Rijksoverheid is naar verluid bereid om in de drie jaar van de Green Deal ruim vijf miljoen euro bij te dragen. Belangrijke wetenschap is dat het RAI-fonds enkel uitkeert aan decentrale overheden die zelf tenminste dat bedrag uitkeren aan de laadexploitant. Het gaat bij het RAI-fonds om een eenmalige bijdrage per laadpaal.
Het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur Het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL) wordt dit voorjaar opgericht en stelt een onderzoeksprogramma in om de business case van openbaar toegankelijke publieke laadinfrastructuur rond te krijgen. De kostenreductie moet langs vier lijnen bereikt worden: via de laadpunten, via het beheer en onderhoud; via het Nationaal Test- en Keuringscentrum Laadinfra; en tenslotte via optimalisering van het realisatieproces. Met dit laatste punt wordt een soepele en zo ‘low budget’ mogelijke samenwerking tussen netbeheerder, laadexploitant en gemeente ingericht. Michiel Hartman, directeur van Vereniging DOET, ziet voor het NKL twee belangrijke functies weggelegd. ‘Het moet fungeren als kenniscentrum voor de decentrale overheden en bedrijven. Anderzijds moet het een optimalisatie van de techniek bewerkstelligen. In het afgelopen jaar is bij meerdere aanbestedingen door DOET en haar leden aangegeven dat bepaalde eisen en wensen die gesteld werden aan laadinfrastructuur onnodig zijn. Daardoor vielen de kosten voor de aanbestede laadpunten onnodig hoog uit. Dit komt grotendeels voort uit het feit dat gemeenten de snelle marktontwikkelingen rond elektrisch vervoer niet kunnen volgen. Zij weten niet te allen tijde wie ze moeten hebben en welke voorwaarden ze dienen te stellen. Het NKL gaat en moet hier de helpende hand reiken.’ Maar ook het stimuleren van innovatie is volgens Hartman belangrijk. ‘Optimalisatie op het gebied van hardware, software en samenwerking tussen partijen is een groot goed. Daarbij is het overigens zaak dat er gewaakt wordt voor het wegnemen van individuele belangen van marktpartijen. De markt zal altijd sneller ontwikkelen dan een NKL afspraken kan maken. Toch is een bepaalde mate van uniformiteit een must. Het NKL is hier de juiste plek om dat te bewerkstelligen.’
DOET Michiel Hartman, directeur van de Vereniging DOET, toont zich content met de op handen zijnde overeenkomst. ‘Wij zijn blij dat de impasse doorbroken wordt. Het is een unieke overeenkomst tussen de rijksoverheid en de marktpartijen. De financiële impuls is naar ons idee de komende jaren ook daadwerkelijk nodig om het momenteel onrendabele deel van de publieke laadinfrastructuur te financieren. DOET is volgens Hartman vooral erg blij dat het geld voor alle publieke laadinfrastructuur gebruikt kan worden. ‘Dit zonder dat men eisen stelt aan het laadpunt zelf of zonder dat complexe grote aanbestedingen nodig zijn. Hierdoor kunnen zowel grote als kleine gemeenten in Nederland meedoen. Het zorgt ook voor een vrije keuze van laadpuntleveranciers, installateurs en operators. Wij geloven als branchevereniging sterk in het marktwerkingsprincipe. Door deze Green Deal zal de markt haar werk kunnen én moeten doen. De verwachting is dan ook dat binnen afzienbare tijd de prijzen van de laadpunten – zowel hardware als software – en de aansluiten regelkosten substantieel verlaagd worden. Zeker nu deze ontwikkeling in het NKL versneld gaat worden.’
11
Plug-in coalitie moet zorgen voor toename aantal elektrische kilometers met plug-in hybrides Staatssecretaris Mansveld heeft het Formule E-team groen licht gegeven om in een de een toename van het aantal elektrische kilometers van plug-in hybrides aan te jagen. Er is een stuurgroep opgericht die bestaat uit de volgende leden van het Formule E-Team: Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen, RAI Vereniging, Vereniging DOET, Natuur & Milieu en The New Motion. Het is een ultieme kans om gezamenlijk te zorgen dat berijders van plug-in hybrides 4 de optimale kansen krijgen om hun zakelijk reizen zoveel mogelijk elektrisch af te leggen’, stelt DOET-voorzitter Michiel Hartman, voorzitter van de opgerichte stuurgroep. ‘Er zijn nu al berijders die dat goed lukt, maar dat is nog niet altijd mogelijk voor iedereen. Een goede stimulering en slimme diensten kunnen daarbij helpen. Hierdoor kan ook een markt voor nieuwe diensten ontstaan.’
Er rijden nu circa vijfentwintigduizend plug-in hybrides op de Nederlandse wegen. In het plan van aanpak van de stuurgroep zijn een aantal maatregelen geformuleerd om deze meer elektrisch te laten rijden: • het vergemakkelijken van de toegang voor plug-in hybrides tot laadinfrastructuur; • het zorgen voor laadmogelijkheden thuis en/of op de werkplek voor eigenaren van plug-in hybrides;
• slimme financiële prikkels in autoregelingen van werkgevers; • informatieverschaffing plug-in-gebruik door marktpartijen. Hartman: ‘Door leaserijders bijvoorbeeld een laadpas te geven met daarbij geen of een beperkte mogelijkheid om brandstof te tanken verhoog je het aantal elektrische kilometer. De betreffende bedrijven worden op die manier ambassadeurs van slim rijden met plug- in hybrides.’
Gemeenten provincie Zeeland werken aan Zeeuwse laadoplossing
Thema
Mobiliteitsbeleid en het gedrag van uw medewerkers
Meld u kosteloos aan op fleetmanagement.nl Dinsdag 27 mei 2014 NBC Nieuwegein Founding partner
Uw dagvoorzitter
Humberto Tan Partner
186x131_fleetmanagement.indd 1
Met speciale track over Elektrisch Vervoer
U bent uitgenodigd door
E-Mobility magazine Uw relatienummer 10548/37
6-3-2014 14:20:46
Na de grote steden en de provincie Noord-Brabant zijn de Zeeuwse gemeenten aan de slag gegaan met de uitrol van publieke laadinfrastructuur. De Vereniging van Zeeuwse gemeenten (VZG) werkt daarbij samen met APPM. ‘Ook in Zeeland neemt de behoefte aan laadinfrastructuur in de openbare ruimte toe’, opent Harm-Jan Idema van APPM het gesprek. ‘Zeeland is een unieke provincie omdat het veel landelijker is dan andere regio’s. Het gevolg is dat er andere vraagstukken zijn. De Zeeuwse gemeenten bundelen via de VZG hun krachten om die vraagstukken op te pakken. Als APPM begeleiden wij de werkgroep van Zeeuwse gemeenten die actief aan de slag gaan.’
‘Overigens heeft Zeeland relatief veel laadpunten. Verhoudingsgewijs zelfs twee keer zo veel dan je zou verwachten. Zij staan echter niet altijd op de goede plek’, vult APPM’er Mark van Kerkhof aan. ‘Onze hulp bestaat daarom uit twee delen. Natuurlijk is er net als bij andere gemeenten de hulp voor parkeerbeleid en dergelijke. Het tweede deel bestaat uit het vraagstuk wat te doen als er op specifieke plekken een tekort aan laadpalen is. Juist daar is Zeeland onderscheidend. Het is de intentie om met lokale partijen – zoals de recreatiesector – de handschoen op te pakken en laadinfrastructuur te realiseren. We werken aan een Zeeuwse oplossing waarbij je lokale overheden en ondernemers aanjaagt om met het thema aan de slag te gaan. We zien dat daardoor steeds meer partijen enthousiast worden om mee te doen.’ Idema vervolgt: ‘De denkrichting voor de Zeeuwse is oplossing is een mix van de ladder van laden. Het gaat deels om laden dicht bij huis met een verlengde huisaansluiting, om laden bij supermarkten of recreatiebedrijven en tenslotte om laden in de openbare ruimte.’
Volgens Idema en Van Kerkhof wordt de Zeeuwse oplossing momenteel uitgewerkt. ‘Deze komt samen met de denkrichting voor de realisatie. Rond de zomerperiode
zal vervolgens bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden over hoe men er verder mee omgaat. Pas daarna zal de daadwerkelijke uitvoering plaatsvinden.’
13
Heeft de smart grid gebruiker nog wel iets te zeggen?
Heliox lanceert Conductive Fast Charge System voor openbaar vervoermarkt
Consortium werkt aan eerste automatisch conductief laadsysteem van Nederland Het conductief laden van bussen gaat een definitieve doorbraak bewerkstelligen van elektrische mobiliteit in het openbaar vervoer. Dit is de stellige overtuiging van Mark Smidt (oprichter) en Bob Bouhuijs (business developer) van Heliox. In een consortium werkt het Bestse bedrijf aan de introductie van haar Conductive Fast Charge System. De uitrol van het systeem moet nog dit jaar in Noordwest-Europa en bij voorkeur in Nederland plaatsvinden.
Heliox is een high tech innovator. Het bedrijf is een zogeheten specialist in power elektronica. Het baarde afgelopen jaar onder meer opzien door als eerste Nederlandse fabrikant een microomvormer voor zonnepanelen te lanceren. Ook in de wereld van elektrische mobiliteit is Heliox geen onbekende. Het is als geen ander in staat om elektronisch vermogen met een zeer gering verlies om te zetten. Zo werd er eerder een ‘on board’ lader voor elektrische auto’s ontwikkeld. Vijfhonderd kilowatt En nu stort Heliox zich dus op de markt van openbaar vervoer. Daarbij heeft het bedrijf een belangrijk doel voor ogen. Bouhuijs: ‘De kosten van het batterijpakket van een elektrische bus verlagen. Dit alles zonder de vervoerscapaciteit of range van de bus aan te tasten. De oplossing ligt in opportuniteitsladen. Binnen dit laadconcept zijn er twee technologieën; inductief en conductief laden. Inductief laden is gemaximaliseerd op honderdtwintig of tweehonderd kilowatt, wat voldoende is voor een bus van negen tot twaalf meter. Bij conductief laden kun je naar hogere vermogens toe van vijfhonderd kilowatt of hoger. Zodoende kun je een kleiner batterijpakket zeer snel opladen en bussen de hele dag laten rijden. ’ Smidt vult aan: ‘Enige minuten laadtijd is dan toereikend om de volgende ronden te rijden. Er zijn projecten waar een batterijpakket van slechts vijfendertig kilowatt in een bus van twaalf meter wordt geplaatst. De batterijkosten liggen als direct gevolg substantieel lager.’ Pantograaf Heliox heeft inmiddels het informatieplatform ‘Clean City Alliance’ (CCA) gevormd met marktpartijen waarmee zij haar concept in de markt gaat zetten. In het initiatief hebben onder meer Schunk, Alliander Mobility Services en Heliox zitting. Gezamenlijk gaan zij het mogelijk maken om elektrische bussen bij bushaltes via een nieuw type pantograaf (een tramarm) en een laadpunt boven de bus te laden. ‘Voor Nederland is dit de eerste automatisch conductief geladen stadsbus’, duidt Smidt.
14
Alliander Mobility Services is een van de CCA-initiatiefnemers. Alliander Mobility Services is het beste te omschrijven als een ‘charge point operator’ en zal onder andere op deze wijze het laden in de (semi)publieke ruimte faciliteren. ‘Zij installeren en monitoren ons laadsysteem’, licht Bouhuijs verder toe. ‘Ze garanderen een uptime en faciliteren vervoerders met een financieringsmodel van pay-per-charge.’ Heliox kent niet alleen voor de Nederlandse markt forse ambities, maar heeft het vizier op Europa gericht. Smidt en Bouhuijs: ‘Door ons concept daalt de Total Cost of Ownership van een elektrische bus enorm. De terugverdientijd ten opzichte van diesel kan in specifieke cases minder dan vier jaar zijn. Wij denken dan ook de gehele Europese markt aan te kunnen boren.’ Mode 4 Efficiënter, goedkoper, lichter en veiliger zijn volgens Smidt en Bouhuijs de vier unique selling points van het Conductive Fast Charge System. ‘Allereerst wordt de energie
efficiënter overgebracht. Dit gebeurt ook nog eens vele malen goedkoper doordat een systeem met pantograaf een fractie van een inductief laadsysteem kost. Lichter slaat op het batterijpakket dat vele malen kleiner kan zijn door de snelheid en frequentie waarmee geladen wordt.’ Binnen het partnership is Heliox de specialistische partij die de benodigde zware omvormers van het laadsysteem realiseert. Smidt: ‘Het systeem moet tot een vermogen van vijfhonderd kilowatt zeer efficiënt omvormen en tegelijkertijd minimale ruimte innemen. Een vakgebied waarin wij gespecialiseerd zijn. Bovendien vergen de control faciliteiten en backoffice van het systeem complexe software en power line communication. Bijzonder is dat het omzetten van de vermogens straks volgens mode 4 zal gebeuren en daarbij aan het laatste punt veiliger refereert. Deze nieuwe laadnorm voor snelladen zal eind maart gepubliceerd worden door het IEC.’ Bouhuijs besluit: ‘Kortom, via een pantograaf elektrische bussen onderweg snelladen zal de toekomst zijn.’
Er wordt veel gecorrespondeerd over smart grids. En dan valt me op dat het zo’n technisch thema is en dat er zo weinig aandacht is voor de gebruiker. Die moet bijna overgehaald worden om er aan mee te doen. In de ogen van de techneut is de gebruiker een passieve component die verleid moet worden om het smart grid en alle technologieën te accepteren. Als je het zo benadert is het te verwachten dat op enig moment de gebruiker bezwaar maakt en niet meer meedoet. Einde van de business case… Wellicht is het nog te vroeg om de gebruiker centraal te stellen? Het is vooral nog veel techniek en technologische innovatie. De discussie wordt veelal gevoerd met bedrijven in de energiesector zoals energienetwerkbedrijven. Maar de technologie is beschikbaar en in veel gevallen gereed om te implementeren. En er is een probleem, in ieder geval in het buitenland. Zo zijn er in de Verenigde Staten circa honderdvijfenveertig miljoen huishoudens die samen per jaar ongeveer 4,2 miljard kilowattuur stroom verbruiken. Dat stijgt door, zeker als er meer elektrische auto’s gaan rijden. Bedrijven zullen daarop in moeten spelen en die komen dan een moderne energieconsument tegen die nieuwe wensen en verwachtingen op tafel legt. Nieuwe diensten ontstaan op basis van real-time gebruikersinformatie, op afstand bestuurbare innovatieve energiemanagementsystemen en ‘Home Area Networks’. Ook komen er steeds geavanceerdere (software) producten die de betrouwbaarheid en kwaliteit van de energievoorziening kunnen verbeteren. Aan de marktkant is echter nog veel werk te doen. In hetzelfde Amerika zijn de consumentgerichte activiteiten nog vaak achterwege gebleven doordat onduidelijk blijft wie precies eigenaar is van de positieve boodschap, wie financieel zou moeten deelnemen en wie ervan profiteert. De ontwikkeling van smart grids kan beter worden benaderd als een evolutionair zoek- en leerproces; complex, grillig en vol verrassingen waarin de consument
centraal staat. Het is in die zin misschien technisch wel te plannen, maar sociaal en institutioneel niet maakbaar. Het vraagt om een vorm van sturing die inspeelt op de aanwezige dynamiek; die dan weer top-down doorbraken forceert, knelpunten wegneemt, ongewenste ontwikkelingen afremt, en dan weer faciliteert, stimuleert en maatschappelijke innovatie de ruimte geeft (Verbong et al., 2013). Het is niet langer een oplossing formuleren op een afgebakende vraag; het gaat om een sociaal-maatschappelijk leerproces waarbij vele partijen waaronder de gebruiker betrokken zullen moeten worden om gezamenlijk stapsgewijs slimme energiesystemen van de toekomst te ontwikkelen. Wet- en regelgeving, economische verdeelsleutels, businessmodellen en ook het gedrag van de gebruiker zullen in dit proces allemaal mee moeten veranderen. In het project VIB-e, Vehicle for Innovation, is dit aan de orde. We willen met een testvloot elektrische auto’s allerlei experimenten van innovators mogelijk maken. Niet de auto’s of smart boxes staan centraal, maar de berijders. VIB-e is met een toegewijde groep berijders een innovatieplatform waar innovators nieuwe producten en diensten kunnen uittesten en hun ‘spel’ kunnen spelen. De berijders participeren in deze innovaties en VIB-e verwacht dat de berijders zelf om nieuwe innovaties gaan vragen. Dat is immers de volgende stap naar verdere business. Een ander voorbeeld: Eneco met de slimme thermostaat Toon. Opeens wordt het managen van je energiehuishouding interessant. Dan krijgen we de smaak te pakken en staan we open voor nieuwe diensten. Bijvoorbeeld via het smart grid een dynamische (realtime) prijs voor het opwarmen van je huis en opladen van je elektrische auto? De boodschap wordt omgedraaid en het product of de dienst zou ons leven interessanter maken. Dus de gebruiker moet meer te zeggen krijgen. Uiteindelijk bepaalt de gebruiker de business case! Marc de Haas is programmamanager bij BOM Business Development
15
Spin-off NL|Mobility neemt promotietaak van Vereniging DOET over Roadshows, overstapservices, beurzen en events. Het zijn de instrumenten die NL|Mobility gaat aanwenden om elektrisch vervoer te promoten en zo een grootschalige uitrol van elektrisch vervoer te bewerkstelligen. De leiding van NL|Mobility is in handen van Steef Korfker en Rob Heijtink. Korfker was de afgelopen twee jaar directeur van Vereniging DOET. Heijtink was de afgelopen twee jaar met regelmaat op inhuurbasis actief voor datzelfde DOET. ‘NL|Mobility gaat er voor zorgen dat je elektrisch vervoer overal tegenkomt waar iets te doen’, aldus de twee ondernemers.
‘NL|Mobility gaat er voor zorgen dat je elektrisch vervoer overal tegenkomt waar iets te doen, door mensen er onverwacht mee te confronteren wordt hun interesse gewekt’
16
Tijdens de kick-off van NL|Mobility gaven alle vooraanstaande namen uit de wereld van elektrisch vervoer acte de présence. Zo spraken Marijke van Haaren (voorzitter Stichting Zero Emissie Busvervoer), Eric Beers (Platform Elektrische Mobiliteit), Michiel Hartman (voorzitter Vereniging DOET) en Bert Klerk (voorzitter Formule E-team) de aanwezigen toe. Naast de meer dan honderd aanwezigen, waren er ook een groot aantal elektrische voertuigen. Van personen- tot bestelwagens en elektrische bussen. Het officiële thema van de dag was ‘elektrisch bestelvervoer voor gemeenten, blauwdruk voor bestuurders’. ‘Maar de rode draad van de dag was samenwerken’, stelt Korfker. Kinderschoenen NL|Mobility is namelijk voornemens met alle marktpartijen samen te werken die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de uitrol van elektrisch vervoer. Een van die bedrijven is Social Brander. Dit bedrijf gaat NL|Mobility helpen bij het vermarkten van elektrisch vervoer via social media. Directeur Mark Gieben: ‘Ik ben overtuigd dat in de digitale samenleving waarin wij leven elektrisch vervoer een heel belangrijke positie gaat innemen. Twitter is nu al een mooi kanaal om interactie over elektrisch rijden met de burger aan te gaan. Social media draait om het inzicht in je doelgroep hebben. Het vergt anders denken en an-
ders doen. Business-to-business en business-to-consumer bestaan niet meer, het is human-to-human. Mensenwerk waarbij bedrijven om succesvol te zijn sociaal dienen te zijn. Abraham Lincoln zei niet voor niets: “the best way to predict your future is to create it”. De toekomst wordt bepaald door co-creatie. “It’s not the strongest that survive, nor the most intelligent, but the ones most adaptables...” Dus wellicht gaan wij op het vlak van mobiliteit naar gebruik in plaats van bezit. Het is nog altijd maar de vraag of je wel moet bezitten? Ik zie ook grote overeenkomsten tussen elektrisch vervoer en social media, ze staan beiden nog in de kinderschoenen.’ Vier pijlers In navolging van de theorie van Gieben zal NL|Mobility starten met het offline en online promoten van elektrisch vervoer. ‘Wij gaan de doelgroep actief benaderen via vier pijlers’, duidt Korfker. ‘Allereerst is er de online overstapservice. Daarnaast zijn er de inmiddels bekend roadshows. Tenslotte zullen wij elektrisch vervoer op beurzen en via evenementen promoten. NL|Mobility gaat er voor zorgen dat je elektrisch vervoer overal tegenkomt waar iets te doen. Door mensen er onverwacht mee te confronteren wordt hun interesse gewekt. Ter illustratie: wanneer je nietsvermoedend met een elektrisch voertuig op pad gaat, bijvoorbeeld als pendeldienst bij een evenement of
als vervangend vervoer bij reparatie, maak je onbevooroordeeld kennis met deze manier van reizen en kan je een eerlijke mening vormen.’ Ook lokale overheden zullen door NL|Mobility verleid worden aan de slag te gaan met elektrisch vervoer. ‘Daartoe werken wij samen met EVConsult en APPM Management Consultants’, aldus Korfker. ‘Gemeentes kunnen een propositie van NL|Mobility tegemoet zien waarbij wij hen van A tot Z ontzorgen bij de implementatie van elektrisch vervoer. Afhankelijk van de specifieke situatie worden de overstapservice, roadshow en de cursus implementatie van elektrisch vervoer voor ambtenaren aangeboden.’ Ambassadeur De eerste gemeente die door NL|Mobility verrast is, is Waterland. Het is de thuishaven van Rob Kamphues, tv-personality en de nieuwe ambassadeur van DOET. Korfker: ‘Volgens ons onderzoek scoort deze gemeente het hoogst qua aantal elektrische voertuigen per hoofd van de bevolking. Wij hebben de burgemeester een taart aangeboden in de vorm van het oplaadpunt van The New Motion. Samen met hen gaan wij
Waterland hulp bieden bij het regelen van publieke oplaadvoorzieningen en vragen van inwoners.’ En Kamphues? Hij zal gedurende het kalenderjaar een groot aantal elektrische voertuigen testen. Inmiddels heeft de bekende Nederlander al een BMW i3 en Renault ZOE getest. Kamphues: ‘Elektrisch rijden is een avontuur, zoals autorijden vroeger altijd was. Ik herinner mij goed hoe mijn vader besloot de driepassentocht in Zwitserland te doen met een Fiat 600, inclusief twee puberzonen van vijftig kilo en een
imperiaal met zes koffers. Terugschakelen van de tweede naar de eerste versnelling was op de steile hellingen niet mogelijk, want de versnellingsbak was niet gesynchroniseerd. Na elke haarspeldbocht zaten we met de billen dichtgeknepen of we het volgende stukje asfalt op zouden komen. De kilometerteller liep terug van veertig naar vijfentwintig kilometer per uur. Dat was avontuur. Zo voelt elektrisch rijden nu bij vlagen ook nog. Is het verstandig nog een jaartje te wachten? Voor wie niet van avontuur houdt: jazeker. Ik? Zeker niet!’
DOET: ‘Promotie verzelfstandigen logische stap’ NL|Mobility is een spin-off van DOET, de branchevereniging voor elektrisch vervoer. Bestuursvoorzitter Michiel Hartman ervaart het ontstaan van NL|Mobility als niet meer dan logisch: ‘Elektrisch vervoer heeft veel promotie nodig. Die extra taak werd voor DOET te zwaar. Zeker als je de promotie wilt versterken en extra kracht wenst te geven. NL|Mobility kan elektrisch vervoer bij uitstek geven wat het nodig heeft. Wij kunnen als DOET vervolgens weer alle aandacht op de branche zelf vestigen. Achter de schermen zullen wij veelvuldig met NL|Mobility samenwerken. Voor de leden van DOET zal er niks veranderen en voor de schermen zijn het twee afzonderlijke organisaties.’
17
Uitwisselen of opladen? Battery swapping bij elektrische bussen in perspectief 2014
BusTech
Bij ‘conventionele’ elektrische auto’s wordt de accu in de auto geladen via het zogenaamde snelladen of via een reguliere laadsessie (oftewel met gelijk- of wisselstroom). Bij battery swapping worden de leeggereden accu’s echter uitgewisseld door vol opgeladen accu’s. In de Oost-Chinese havenstad Qingdao maken de elektrische bussen bijvoorbeeld gebruik van deze methode. China is een van de rising stars als het gaat om elektrisch vervoer. Uiterlijk in 2015 moeten er in China al één miljoen elektrische auto’s en tweehonderdtwintigduizend oplaadpunten aanwezig zijn. In 2020 moeten er vijf miljoen elektrische auto’s in het land rondrijden.
Bij de huidige discussie over de acceptatie van de elektrische auto speelt naast de aanschafprijs vooral de geschiktheid voor het dagelijkse gebruik een rol. Accucapaciteit en actieradius moeten niet te krap bemeten zijn en het oplaadsysteem moet voor de elektrotechnische leek probleem- en risicoloos te bedienen zijn. Geheel anders zijn de eisen bij bedrijfsvoertuigen zoals vorkheftrucks, voertuigen op luchthaventerminals en in het openbaar vervoer. Daar is ook het vervangen van de accu internationaal een gebruikelijke methode. Connectorsysteem De voordelen van battery swapping bij bedrijfsvoertuigen hebben er vooral mee te maken dat deze voertuigen meestal vaste routes rijden. Bussen die in het stadsverkeer of voor korte afstanden worden ingezet, rijden geen lange afstanden. Problemen in verband met lange routes zijn hier niet aan de orde. Voor het battery swapping spreken ook de korte stilstandtijden
van de bussen geen rol, omdat de bus met wisselaccu’s rijdt terwijl de accu’s in het depot worden opgeladen. In China past de XJ Group Corporation (onderdeel van de State Grid Corporation of China (SGCC); een van de grootste staatsondernemingen in het land) sinds 2011 battery swapping met succes toe. In de wisselstations vervangen robots de lege accu’s automatisch door opgeladen accu’s. In ongeveer zeven minuten zijn de accupakketten volledig vervangen en kan de bus ‘volgetankt’ weer de weg op. De besturing in het oplaadstation bewaakt het volledige systeem. De actuele bedrijfsgegevens van de accu zijn op elk moment op basis van zijn ID toegankelijk en ook de accu’s in rijdende bussen worden op afstand via internet gecontroleerd. Twee miljoen kilometer Phoenix Contact leverde aan XJ Group Corporation een geschikt connectorsysteem. Omdat de accu’s per dag meerdere keren worden opgeladen en ontladen, staan zij bloot aan een hoge
belasting. Het opladen mag daarbij geen schade veroorzaken en moet toch vlot verlopen. Het connectorsysteem is daartoe voorzien van een geïntegreerd ontlastmechanisme dat machinaal insteken onder gedefinieerde afwijkingen mogelijk maakt. Een geïntegreerde datamodule regelt en bewaakt daarom niet alleen het opladen, maar ook de temperatuur om mogelijke oververhitting te voorkomen. Phoenix Contact heeft sinds juni 2011 zesduizend connectorsets aan China geleverd. Tot nu toe zijn er meer dan honderdduizend accuwisselingen uitgevoerd en is met het systeem ruim twee miljoen kilometer afgelegd. Komend voorjaar wordt er fors opgeschaald en moeten er in de regio vijftienhonderd elektrische bussen rijden. Ook in andere Chinese steden worden op dit moment oplaadstations gebouwd. (Dit artikel kwam mede tot stand door een bijdrage van Thijs van den Akker van Phoenix Contact)
In de wisselstations worden de accu’s opgeladen voordat zij weer in de bus worden geplaatst – het verwisselen duurt zeven minuten
19
Het uur van de waarheid voor waterstof:
Uitrol Europese infrastructuur moet in 2014 en 2015 op stoom komen Duitsland, Scandinavië, Zuid-Korea, Japan en Amerika. Al deze landen en regio’s hebben grootste ambitie als het om ‘waterstofmobiliteit’ gaat. Maar wie speelt er internationaal nu echt in de voorhoede? De redactie van E-Mobility bracht de wereldwijde markt van infrastructuur voor Fuel Cell Electric Vehicles (FCEV’s) in kaart. FCEV’s zijn elektrische auto’s met brandstofcellen die waterstof omzetten in elektriciteit om de elektromotor te voeden. Voor een grootschalige uitrol van FCEV’s is een waterstofinfrastructuur met tankstations noodzaak.
Europa investeert vanaf dit jaar tot en met 2020 1,4 miljard euro in waterstofprojecten. De investeringen komen voort uit de verlenging van het mandaat van de Fuel Cells and Hydrogen-Joint Undertaking (FCH-JU). In de afgelopen zes jaar werden binnen het FCH-JU honderdvijftig innovatieve waterstofprojecten met vierhonderddertig industriële partners en onderzoeksinstellingen uitgevoerd. Vanuit Nederland en Vlaanderen is onder meer WaterstofNet bij diverse projecten betrokken. H2 Mobility Naast het FCH-JU is H2 Mobility binnen Europa een van de belangrijkste gremia. Dit consortium van zes multinationals – Daimler, Shell, Total, OMV, Air Liquide en Linde – investeert driehonderdvijftig miljoen euro in de realisatie van een uitgebreid netwerk van waterstoftankstations in Duitsland. De samenwerkende multinationals heeft overeenstemming bereikt om het huidige netwerk uit te breiden tot vierhonderd watertankstations in 2023. In het actieplan van H2 Mobility staat dat de eerste honderd tankstations de komende vier jaar al in gebruik worden genomen. Als het aan H2 Mobility ligt, kan vanaf 2023 langs Duitse snelwegen om de negentig kilometer waterstof worden getankt. Dat komt overeen met circa tien waterstoftankstations per stadsregio. In navolging van Duitsland hebben een groot aantal Europese landen inmiddels kennisplatforms onder de titel H2 Mobility opgericht. Ook Nederland heeft dit met H2 MobilityNL gedaan. In ons land is het een initiatief van RAI Vereniging en Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA). Het doel is in eerste instantie om Nederland voor te bereiden op de marktintroductie van waterstofauto’s. Op 8 november vindt een bijeenkomst plaats om tot een onderbouwde en gedragen visie te komen. Planning versus cijfers De Europese Commissie heeft in een advies gesteld dat op de ‘core networks’ er tenminste om de driehonderd kilometer een waterstoftankstation moet komen. De European Automobile
20
Manufacturer’s Association (ACEA) stelt overigens dat dit om de maximaal tweehonderd kilometer het geval moet zijn. Voor Europa betekent dit dat er op basis van het aantal kilometer snelweg volgens Europa tweehonderdvijf waterstoftankstations nodig zijn en volgens ACEA driehonderdt-
achtig. Hierbij gaat het echter om minima. Want tegelijkertijd zouden er volgens autofabrikant Toyota per tweehonderdvijftigduizend inwoners één waterstoftankstation moeten komen. Met ruim vijfhonderd miljoen inwoners zouden dit zo’n tweeduizend stations zijn.
Terug naar de praktijk. De harde cijfers over de jaargang 2013 zijn nog niet bekend, maar de eerste berekeningen tonen aan dat er afgelopen jaar wereldwijd meer waterstoftankstations zijn geopend dan in 2012. Destijds kwamen er zevenentwintig stations bij. Daardoor bedroeg het aantal stations in maart
2013 tweehonderdacht stuks. De organisatie H2stations. org voert de telling uit. Europa maakt voor Amerika en Azië de dienst uit. Binnen Europa is het vooral Duitsland dat hoge ogen gooit. Waar de meeste Europese landen pas enkele tankstations hebben, heeft Duitsland er tientallen. H2stations.org telt momenteel wereldwijd vijfhonderdzestien locaties waar plannen voor een station zijn, er al één is of waar zelfs alweer een station gesloten is. Scandinavië Het is misschien wel de meest verrassende regio als het om de opmars van waterstof gaat. Scandinavië heeft de ambitie om een van de eerste Europese regio’s te worden waar een waterstofinfrastructuur beschikbaar is. Verschillende stakeholders proberen via H2moves Scandinavië te bereiken. Duitsland H2Mobility Germany is onbetwist het meest ambitieus van al haar collega’s in Europa en vermoedelijk ook wereldwijd. Het consortium heeft in samenspraak met de Duitse overheid de ambitie uitgesproken om middels een investering van veertig miljoen euro het aantal waterstoftankstations in 2015 te verhogen tot vijftig stuks. Dit zou de komst van enkele duizenden FCEV’s moeten veilig stellen. In 2020 zouden dit er twee- tot vijfhonderd moeten zijn. Verder zouden er in dat jaar honderdvijftigduizend tot vijfhonderdduizend FCEV’s op de weg moeten zijn. De grote bandbreedte is te verklaren door de onzekerheid die eerder zichtbaar was bij het uitleveren van battery electric vehicles (BEV’s). Fabrikanten moest de afgelopen jaren immers diverse malen de introducties van nieuwe elektrische voertuigen uitstellen. Frankrijk Frankrijk heeft zich verenigd binnen het Mobilité Hydrogène France. Het is een consortium van twintig partijen dat momenteel werkt aan de formulering van een gezamenlijk actieplan. De ambitie is om zowel een grootschalige private
als publieke infrastructuur met waterstoftankstations uit te rollen in de periode tot en met 2030. Verenigd Koninkrijk UK H2Mobility zag in januari 2012 het levenslicht. Een van de eerste wapenfeiten was een marktstudie waarin gesteld werd dat het Verenigd Koninkrijk in het jaar 2030 1,6 miljoen fuel cell electric vehicles kan herbergen. Londen zou een van de wereldwijd leidende steden moeten worden als het gaat om waterstof. Japan en Zuid-Korea Kijken wij naar de fabrikanten van de fuel cell electric vehicles, dan zijn het Hyundai en Toyota die hoge ogen gooien. Beide bedrijven stellen in 2015 voertuigen commercieel te introduceren. Vreemd is dit uiteraard niet, daar het juist Japan en Korea zijn die forse ambitie hebben met waterstof. Japan kent dan ook drie autofabrikanten – naast Toyota zijn er Honda en Nissan – die samen met de overheid hebben afgesproken om in 2015 nationaal tweehonderd waterstoftankstations te hebben gerealiseerd. Zuid-Korea heeft op haar beurt met Hyundai een sterke troef in handen. Dat automerk haalde afgelopen jaar het wereldnieuws met de aankondiging van een nieuwe FCEV. Het land heeft een nationaal R&D-programma. Door haar pro-innovatief politiek beleid wordt Zuid-Korea internationaal gezien als een van ’s werelds meest veelbelovende markten voor de adoptie van brandstofcellen en waterstof. Verenigde Staten en Californië In Amerika is er maar één regio die bepaalt: Californië. Afgelopen mei werd H2USA gelanceerd, een nationaal publiek-privaat samenwerkingsverband om FCEV’s te vermarkten. Sindsdien is het vooral Californië dat alle aandacht opeist. In deze staat rijden er al driehonderd FCEV’s op basis van waterstof en zijn al tweeëntwintig waterstoftankstations operationeel. In 2016 moeten dit achtenzestig stations zijn en enkele duizenden voertuigen.
21
Rijksoverheid en DOET slaan handen ineen voor vitale markt en industrie rond light electric vehicles
Baanbrekend Europees innovatieproject Zero Emission Urban Bus System van start
Het Ministerie van Economische Zaken en branchevereniging DOET zijn een samenwerking gestart om het Nederlandse verdienpotentieel voor light electric vehicles (lev’s, red. zie kader) te verzilveren. In de komende maanden wordt onder leiding van DOET-voorzitter Michiel Hartman een actieplan geformuleerd om de grootschalige uitrol van lev’s in een versnelling te brengen.
L’Union Internationale des Transports Publics heeft eind januari het baanbrekende internationale innovatieproject ‘Zero Emission Urban Bus System (ZeEUS)’ gelanceerd. In het project van de internationale vereniging voor openbaar vervoer – dat kadert in het zevende raamwerkprogramma van de Europese Unie – is VDL Bus & Coach de enige Nederlandse deelnemer. Het Eindhovense bedrijf neemt aan het programma deel met de elektrische bus VDL Citea Electric.
UITP coördineert de activiteiten van veertig partners. De variatie is groot, van ondernemingen voor openbaar vervoer tot overheidsinstanties, busfabrikanten, universiteiten en zelfs energiemaatschappijen. Deze laatste zijn betrokken bij het onder operationele condities testen van elektrische voertuigen met een grote vervoerscapaciteit. Ook wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een infrastructuur voor de laadenergie voor elektrische bussen.
De lev-sector bevindt zich in een opstartfase. Half januari organiseerde DOET dan ook samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een workshop om de sector naar een hoger plan te brengen. Hierin werd onderzocht wat de belangrijkste belemmeringen zijn om te komen tot een gezonde Nederlandse industrie voor lev’s. Hartman: ‘De sector staat nog in haar kinderschoenen vanwege drie redenen: de geringe vraag, de internationaal sterk variërende regelgeving (ten aanzien van helmplicht, verzekeringen, parkeren, rijbewijs en maximumsnelheden) en tenslotte het gebrek aan visie en beleid in Nederland met betrekking tot de rol van lev’s in grootstedelijke gebieden.’ Mondjesmaat En de sector heeft daarbij in de afgelopen periode volgens Hartman de hand ook in eigen boezem gestoken. ‘Er heeft vanuit de sector onvoldoende agenderende lobby plaatsgevonden. Door de organisatiegraad te verhogen hebben wij een eerste aanzet tot verbetering gegeven. Overigens constateer ik dat de kennisinfrastructuur en het onderwijs wel op orde zijn. Daarbij moet de aandacht voor elektrisch vervoer bij technische opleidingsinstellingen in de komende jaar overigens wel blijven groeien.’ Om de opkomst van lev in Nederland meer dan mondjesmaat van de grond te laten komen is het volgens Hartman zaak de vicieuze cirkel te doorbreken. ‘Dit type elektrische voertuigen
22
wordt vooralsnog niet gezien als oplossing voor stedelijke mobiliteit en daardoor wordt er slechts beperkt beleid op gemaakt. Als direct gevolg stappen de grote spelers – met Renault en haar Twizy als uitzondering – nog niet in deze markt. Tevens weten lokale overheden niet hoe ze moeten omgaan met dit nieuwe vervoersmiddel. Doordat de consumenten bovendien niet volledig ontzorgd worden – er ontbreken op sommige cruciale plekken in de keten nog ondernemers – zien zij lev’s als een spannend avontuur. Het is een ouderwets kip-ei-verhaal.’ Actieplan Volgens Hartman zijn er een aantal acties nodig om de benoemde cirkel te doorbreken. Allereerst is er een heldere visie nodig die de voordelen van lev’s in grote steden benoemd en een actieplan dat actieve stimulering bevat. Ten tweede moet regelgeving worden geanalyseerd en daar waar nodig herzien. ‘Idealiter wordt de Nederlandse regelgeving geharmoniseerd met andere landen. Als DOET willen wij verder bijdragen aan een betere organisatiegraad onder ondernemers. In de periode tot de zomer zal ik namens de marktpartijen samen met de RAI Vereniging, vertegenwoordigers van gemeenten en de Rijksoverheid concrete voorstellen uitwerken om de geschetste problemen aan te pakken. Het gaat mijns inziens vooral om het aanpassen van wet en regelgeving van voertuigen ten opzichte van het straatgebruik.’
Hartman besluit: ‘Het komt nu te vaak voor dat gemeenten zelfstandig regels maken. Dat is voor de industrie onwerkbaar en er is behoefte aan duidelijkheid. Nu dit probleem gesignaleerd is, is het met de juiste aanpak straks voor niemand meer nodig om de auto te pakken voor ritjes onder de vijftien à twintig kilometer. Lev’s kunnen de standaard worden en zorgen voor nul procent lokale uitstoot.’
Light Electric Vehicles Branchevereniging DOET kent sinds 1 januari 2014 een zevental branchegroepen. Elektrische voertuigen, light electric vehicles (lev’s) en infra zijn de drie voornaamste. Lev’s zijn door DOET gedefinieerd als voertuigen met een accucapaciteit van minder dan tien kilowattuur. Daarbinnen zijn er voertuigen die een maximumsnelheid van minder dan vijfentwintig kilometer per uur kennen (tweewielers zoals scooters en fietsen) en voertuigen met een snelheid hoger dan vijfentwintig kilometer per uur (zoals de Renault Twizy en motorscooters). Tenslotte zijn er off-road en niet gehomologeerde voertuigen, zoals de elektrische werkvoertuigen van Frisian Motors.
Acht steden Binnen ZeEUS zullen de komende drie jaar in acht Europese steden innovatieve elektrische bussen met verschillende aandrijfsystemen worden getest. Het gaat om Barcelona, Bonn, Glasgow, Londen, Pilsen, Stockholm en een nader te bepalen Italiaanse stad. De resultaten van het project moeten helpen bij de totstandkoming van richtlijnen, hulpmiddelen en concepten voor standaardisatie die de beleidsmakers ondersteunen bij de introductie van elektrische bussystemen in stedelijk gebied.
VDL bekijkt opnieuw kansen van elektrische ‘waterstofbus’ Rémi Henkemans, managing director van VDL Bus & Coach, was eind vorig jaar tijdens het congres van WaterstofNet een van de prominente sprekers. Henkemans zette tijdens zijn presentatie de verschillende onderdelen van het VDLportfolio uiteen. Binnen de product range Citea Electric (red. de elektrische buslijn van VDL Bus & Coach) werkt het bedrijf aan drie opties. Allereerst is er de standaard elektrische bus die op normale wijze geladen wordt. Daarnaast is er de elektrische bus die kan snelladen. Dit dient inductief of conductief te gebeuren. Een derde optie waar het bedrijf aan werkt is een elektrische bus met een range extender. Daarbij is een brandstofcel (met waterstof als energiedrager) die fungeert als range extender een van de mogelijkheden. Alex de Jong, manager Public Transport bij VDL Bus & Coach zei er tijdens het congres het volgende over: ‘Om waterstof voor een brede markt aantrekkelijk te maken is het zaak dat zowel de kostprijs van een dergelijk voertuig als de brandstofkosten omlaag gaan. Een waterstofbus kost momenteel circa één miljoen euro, flink meer dan een elektrische bus die bijna een half miljoen kost of een traditionele stadsbus waarvoor gemiddeld zo’n tweehonderdvijftigduizend euro betaald moet worden. De andere uitdaging is het verlagen van de kosten voor waterstof als brandstof.’
Een van de redenen waarom VDL Bus & Coach naar eigen zeggen participeert, is de goede toekomst die het bedrijf voor elektrische stedelijke bussystemen ziet. ‘In de komende jaren zal de vraag naar elektrische stadsbussen stijgen. De intentie van steden met betrekking tot het beperken van emissies is duidelijk: ook voorzieningen voor openbaar vervoer moeten een bijdrage leveren aan een schoner milieu in de binnensteden. Het ZeEUS project zal waardevolle praktische informatie over het gebruik van elektrische bussystemen in stedelijk gebied opleveren. Dit zal verdere noodzakelijke ontwikkelingen een impuls geven’, aldus VDL. Münster VDL Bus & Coach neemt binnen ZeEUS specifiek deel aan de testen in de Duitse stad Münster. Deze middelgrote stad telt driehonderdduizend inwoners en is daarmee ideaal voor een proefproject met een elektrische snelladende accubus die plaats biedt aan circa vijfentachtig passagiers. De VDL Citea Electric wordt voor deze taak ingezet op lijn 14. Op de twee eindpunten van deze lijn bevinden zich snellaadstations. In het busdepot bevindt zich bovendien een aanvullend snellaadstation. Het ZeEUS-project kent een totale looptijd van drieënhalf jaar.
23
Samen sterk voor slimme energie Recent leed RWE miljardenverlies op haar energiecentrales in Nederland. Vooral op gascentrales die de afgelopen jaren niet meer rendabel zijn. Ik vind het tekenend voor de krachten die op dit moment op ons energiesysteem inwerken. In dit magazine zie ik regelmatig diverse ‘smart’ oplossingen staan die hun bijdrage willen leveren aan een efficiënter gebruik van ons energienet. Op zichzelf zijn dit prachtige oplossingen. Maar hoe komt het dat ik ze nog maar zelden op grote schaal aantref? En waarom bestaat er nog geen (weinig) echte bundeling van verschillende innovatieve oplossingen voor ons totale energiesysteem? Volgens mij twijfelt niemand aan de hoge kwaliteit van het energienet in Nederland; we vertrouwen allemaal op het ongekend hoge niveau van continuïteit, capaciteit en beschikbaarheid van ons systeem. Toch staat dit steeds meer onder druk. Zo zorgt de opkomst van decentrale, duurzame energie via nieuwe spelers zoals de ‘prosumer’ voor grotere fluctuaties in het systeem. Dit vraagt in toenemende mate flexibiliteit van het energiesysteem. Daarnaast vormt de energieprijs een factor die leidt tot desinvesteringen in duurzame energie-ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het sluiten van de gascentrales. Met deze ontwikkeling neemt het regelbaar vermogen op centraal niveau af. Bovendien maakt een falend CO2-emmisierechtensysteem en de opkomst van schaliegas in de Verenigde Staten Nederland tot een grootgebruiker van steenkool in Europa. Een rem op de duurzame ontwikkeling van energie in ons land. Ons energiesysteem komt hiermee dus in een spagaat. De bestaande top-down ontworpen systemen voldoen niet langer en vragen om een nieuwe aanpak. Door de netten slimmer te maken, kunnen we de capaciteit van het bestaande energiesysteem beter benutten èn de gevraagde flexibiliteit bieden. Deze kostenbesparende insteek levert ons bovendien direct voordeel op, zoals een lagere energierekening, een lagere belasting van het netwerk tijdens pieken en een betere spreiding in verbruik. Individuele smart innovaties bieden die mogelijkheid al op kleine schaal en
24
ook oplossingen uit onze eigen praktijk laten zien dat daar mooie winst te behalen is. Toch zijn veel van deze innovaties maar moeilijk op te schalen. Er is namelijk geen sluitende business case te maken voor een individuele partij. Ons energiesysteem is daar te complex voor. De bluetooth-oplossing van de ene partij werkt daardoor, spreekwoordelijk gezien, niet samen met de USB-oplossing van de ander. Zonde van geld, tijd en inspanning! Willen we echte smart grids realiseren op grote schaal, dan moeten we samen innovatieve oplossingen bedenken in combinatie met open standaarden. Smart grids bieden namelijk kansen tussen partijen. Samenwerkingsverbanden zoals het Flexiblepower Alliance Network (FAN) en Kostenreductie instrumentatie (KRIS) laten zien dat met die aanpak ruimte komt voor nieuwe smart oplossingen en optimalisaties die wél goed op elkaar aansluiten. Ik vond de kracht van deze aanpak goed te merken bij het project Jouw Energie Moment van Enexis waar wij de technische bijdrage aan mochten leveren. Door de gezamenlijke aanpak was het systeem zelf in staat om een slimme wasmachine in te schakelen. Precies op het voor alle partijen gunstigste moment en vanuit de best passende bron(nen), zoals zonnepanelen in de directe omgeving en bovendien tegen de meest gunstige prijs. Een voorbeeld van een mooie samenwerking tussen energieleverancier, netbeheerder en consument. In mijn ogen is dit dé manier om ons energiesysteem te innoveren. Alleen met een gezamenlijke blauwdruk krijgen smart grids voldoende omvang. En alleen met deze smart grids zijn we in staat om een degelijk, betrouwbaar en toekomstbestendig energiesysteem in Nederland te houden. Maar hoe kunnen we dat het beste aanpakken? Ik heb er zelf wel ideeën bij. Maar ik roep vanaf deze plek graag iedereen op ook mee te denken, mogelijkheden te verkennen en ideeën te concretiseren. We hebben nu de geweldige kans om ons prachtige energiesysteem naar de nieuwe behoefte aan te passen. Dus hebt u ideeën? Laten we samenwerken! Marcel Dukker is Directeur Business Development bij Technolution en tevens Board Member van het TKI Switch2SmartGrids
Teller voor smart grids-innovatieprojecten onder topsectorenbeleid op achtentwintig:
TKI Switch2SmartGrids kent elf projecten 5,35 miljoen euro toe Waar het topsectorenbeleid in de wandelgangen met enige regelmaat getypeerd wordt als tobsectorenbeleid, onttrekt het Topconsortium voor Kennis & Innovatie (TKI) Switch2SmartGrids zich sinds dag één aan alle malaise. In de eerste jaargang gingen onder de vlag van de TKI alf zeventien innovatieprojecten van start en rond het kerstreces werden nog eens elf nieuwe projecten goedgekeurd. Het financiële projectvolume? 5,35 miljoen euro.
De nieuwe innovatieprojecten sluiten aan bij de vier programmalijnen van het Innovatiecontract Smart Grids. Deze programmalijnen zijn achtereenvolgens diensten en producten (intelligente applicaties en energiemanagement), de virtuele infrastructuur (internationale standaardisering), de fysieke infrastructuur (energieconversie en netintegratie) en tenslotte institutionele en sociale innovatie. ‘Het innovatiecontract geeft sturing aan innovatie zodat Nederland voorbereid is op grootschalige uitrol van smart grids vanaf 2015 en een bijdrage met smart grids aan economische groei’, stelt Frits Verheij, voorzitter van de TKI Switch2SmartGrids. ‘De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, red. het voormalige Agentschap NL) heeft in 2013, als uitvoerder van de tender, tweeëntwintig projectvoorstellen ontvangen. Met het subsidieplafond van 5,35 miljoen euro hebben elf voorstellen een positieve beschikking ontvangen voor een subsidie. De projecten richten zich op innovaties om de toekomstige marktplaats voor een energiediensteneconomie in te richten. Een aantal projecten heeft betrekking op toepassingsgebieden zoals een bedrijventerrein of energiemanagement in de gebouwde omgeving, deels in combinatie met elektrisch vervoer. Ik ben vol vertrouwen dat deze projecten bijdragen aan de energietransitie, en aan groene groei.’
Smart Planning (SPla) In het Smart Planning-project doen Enexis, TU/e, Liander, Stedin en Rendo fundamenteel onderzoek naar de baten van smart grids in de Nederlandse situatie. Doel is om inzicht te krijgen in hoe met smart grids optimaal gebruik kan worden gemaakt van de flexibiliteit van de aangeslotenen, gezien de tegenstrijdige belangen van gebruikers, leveranciers en netbeheerders. Vanuit netbeheerders gezien is een efficiënte investering in netten gewenst. Dit streven staat op gespannen voet met de doelstelling van de markt om te allen tijde elke transactie te kunnen realiseren. Vanuit de gebruikers en leveranciers van energie is namelijk de ideale oplossing een elektriciteitsnet dat in alle potentiële toekomstige situaties voldoende capaciteit heeft.
High Tech Campus: the world’s smartest grid! (HTC SG) De High Tech Campus Eindhoven is een kantorenlocatie waar dagelijks zo’n negenduizend mensen aan het werk zijn. Momenteel rijdt een beperkt percentage elektrisch, maar dit is stijgende. Het is de verwachting dat de elektrische auto in de komende tien jaar een aanzienlijk deel van de dagelijkse vloot gaat uitmaken. Het elektriciteitsnetwerk op de campus overschrijdt hiermee de randen van zijn capaciteit. Doelstelling van het project is het eerste grootschalige smart grid in Nederland op een kantorenlocatie met deelnemende particulieren en bedrijven. Daarbij wordt een open innovatieplatform gecreëerd waardoor perspectief ontstaat op de ontwikkeling van business cases door derden. >>>
Smart Grid in Balans (SGIB) Het project Smart Grid in Balans realiseert een koppeling tussen het aanbod van decentrale duurzame energiebronnen en de vraag naar duurzame energie van elektrisch vervoer in een proefomgeving. Dit met het oog op vermijding van kosten van netverzwaring en balancering als gevolg van grootschalige introductie van decentrale duurzame energieproductie. De deelnemende partners zijn elektrisch vervoer service & infra-aanbieder GreenFlux, netwerkbeheerder Enexis, autofabrikant Renault, Wageningen UR, laadpuntleverancier Alfen, de adviesbureaus Oranjewoud en Accenture, telematicabedrijf Sycada.Green en ICT automatisering.
25
NWO en Shell investeren zesenhalf miljoen euro in slimme energiesystemen >>> PowerMatching City to the People (PMCTTP://) Na een succesvolle service demonstratie in fase 2 is PowerMatching City klaar voor de volgende stap om de lokale duurzame en slimme energiemarkt te gaan bedienen. PowerMatching City To The People, afgekort PMCTTP:// is een project waarmee voor het eerst klanten op commerciële basis gewonnen zullen gaan worden. Klanten van PMCTTP:// zullen in staat worden gesteld om van één van de slimme energiediensten zoals die binnen PowerMatching City zijn ontwikkeld gebruik te kunnen maken. Het gaat hierbij om de ‘slim kosten besparen’ en de ‘aangenaam samen duurzaam’ community-dienst.
kan worden verholpen door het plaatsen van snellaadstations. Het huidige energienet is niet geschikt voor het snelladen van elektrische voertuigen aangezien dit een hoge piekbelasting tot gevolg heeft die het huidige net niet op kan vangen. Het doel van MisterGreen is duurzame snellaadstations te plaatsen naast benzinestations aan de Nederlandse snelwegen. Hier kunnen elektrische auto’s binnen dertig minuten volledig worden opgeladen met behulp van zonne-energie. MisterGreen wil daarmee een smart-grid oplossing ontwikkelen – de energie die nodig is voor het snelladen wordt beschikbaar gesteld door een buffer van batterijen.
Flexible and Future Power Links for Smart Grids (FLINK) De belangrijkste doelstelling van dit project is om (distributie)netbeheerders te voorzien van een beproefd middel om de flexibiliteit en de controle binnen de lagere spanningsniveaus van hun distributienetten te verhogen. Het onderzoek zal in het project worden uitgevoerd door de TU/e, TU Delft, EMForce en DNV GL. De midden- en kleinbedrijven Early Minute en EMforce zullen worden betrokken bij de ontwikkeling van het ‘proof of principle’-platform. Bovendien zullen de netbeheerders Liander en Stedin als eindgebruikers participeren.
Smart Grid V2X Energy & Mobility (V2X) In dit Smart Grid Vehicle-to-Grid (V2X) Energy & Mobility wordt een doorbraak gemaakt naar een bredere inzet van en met lokaal opgewekte energie gevoede elektrische voertuigen. Smart grids kunnen hierdoor beter worden gebalanceerd en duurzame mobiliteit kan sneller doorbreken. Het project levert zodoende een bijdrage aan nieuwe hardware en besturingssoftware voor bi-directioneel snel(ont)laden voor V2X. Einddoel van het project is het significant beter onder controle krijgen van energiegridmanagement door het hierop aansluiten van (ont)laadbare elektrische voertuigen.
Smart Grid Evolution: Developing a service platform for the Internet of Energy (SGE-IoE) In de aanloopfasen naar commercialisering bevindt de ontwikkeling van smart grids in Nederland zich nog in de beginfase. Een grootschalige proeftuin is noodzakelijk om de volgende stap te zetten conform de doelen van het innovatiecontract smart grids. De projectpartners starten met het project Smart Grid Evolution om alle noodzakelijke voorbereidingen op de realisatie van een dergelijk grootschalige proeftuin in Nederland te treffen. Het doel van het project is dan ook om te komen tot het ontwerp (system of systems design) van de (functionele) ictarchitectuur, telecomarchitectuur, fysieke infrastructuur en de institutionele omgeving waarmee in 2016 de realisatie en bedrijfsvoering van een grootschalige proeftuin in Nederland met circa vijfhonderdduizend aansluitingen kan worden gestart. Penvoerder is Cogas Infra en Beheer.
Kostenefficiënt Energiemanagement op bedrijvenparkniveau in Limburg (KOEMPEL) KOEMPEL is een demonstratieproject waarin onderzocht wordt of vraagsturing (demand response) van bedrijven op een bedrijventerrein een kostenefficiënt alternatief kan zijn voor het uitbreiden van transformatorcapaciteit. De flexibele belastingen van deelnemende bedrijven worden uitgerust met sturingssoftware die centraal aangestuurd kan worden. Bij hoge belasting van de transformator reduceren de bedrijven hun elektriciteitsvraag middels deze flexibele belastingen. Deze praktische ervaring resulteert in een methodiek waarmee netbeheerders in binnen- en buitenland kunnen evalueren wanneer vraagsturing een kostenefficiënt alternatief vormt voor uitbreiding van lokale assets.
Developing a sustainable quick charger powered by the sun (Power by the sun) Terughoudendheid naar de overstap op elektrische voertuigen komt voornamelijk voort uit het probleem van het beperkte bereik van een elektrische auto. Dit probleem
26
Monitoring en Beheer van Gebouwen voor een Smart Grid (MOBEG) Zonder gedetailleerd inzicht in de elektriciteitsvraag is het niet mogelijk de energievraag met het energieaanbod in evenwicht te brengen. Dit inzicht is noodzakelijk voor een optimale smart grid-benadering. In het project “MOBEG” ontwikkelen Ipsum Energy en de Universiteit Twente een nieuw Energie Management Systeem (EMS), gebaseerd op
een innovatieve manier om het elektriciteitsverbruik binnen een gebouw te meten. Door op één locatie in een elektriciteitsnet van een gebouw, bijvoorbeeld in de meterkast, te meten, kan worden bepaald wat de elektriciteitsvraag is van afzonderlijke aangesloten apparaten. Daarnaast is het te ontwikkelen EMS in staat om de actuele hoeveelheid elektriciteit die aan het gebouwnet wordt gevoed, vanuit bijvoorbeeld zonnepanelen, te bepalen. Toegankelijke Energie Informatie (TEI) Enexis wil graag een concrete bijdrage leveren aan de Energietransitie en heeft daartoe het initiatief genomen om aan de energiehuishouding gerelateerde gegevens toegankelijk te maken voor partijen die daarmee waarde kunnen creëren en innovatie bevorderen. Wat het toegankelijk maken van de gegevens betreft; wil Enexis dit uitsluitend doen indien volledig in lijn met wet- en regelgeving op gebied van Privacy en Security. Enexis wil met het Open Data Platform open innovatie stimuleren en maximale transparantie bieden richting haar klanten.
De Rijksoverheid subsidieerde de afgelopen twee jaar via de TKI Switch2SmartGrids achtentwintig innovatieprojecten op het gebied van slimme energienetten (red. zie ook het artikel op pagina 25). Daar blijft het echter niet bij, want ook de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Shell doen een duit in het zakje. Gezamenlijk investeren zij zesenhalf miljoen euro in elf onderzoeksprojecten op het gebied van slimme energiesystemen. Uitgangspunt is dat de onderzoeksresultaten tot toepassingen gaan leiden.
De NWO is met een budget van zeshonderdvijfentwintig miljoen euro per jaar een van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. De organisatie is dan ook nauw betrokken bij het topsectorenbeleid van de Rijksoverheid. Nadat het kabinet Rutte in 2011 het topsectorenbeleid introduceerde, is NWO gevraagd vanaf 2015 jaarlijks tweehonderdvijfenzeventig miljoen euro bij te dragen aan de topsectoren. Mede daardoor zijn de topsectoren inmiddels integraal onderdeel van het NWO- beleid. De organisatie stimuleert onderzoek in de topsectoren via thematische calls. De nieuwe projectenronde met Shell kadert eveneens binnen het topsectorenbeleid en valt onder het programma Uncertainty Reduction in Smart Energy Systems (URSES).
Klaarstomen Het programma URSES wil een bijdrage leveren aan het verminderen van de onzekerheid voor de spelers in het energiesysteem. De spelers zijn divers, van de thuisopwekkers van elektriciteit met zonnepanelen tot de e-rijders die met hun elektrische auto inhaken op het elektriciteitsnet. URSES beoogt voor al die spelers een snelle transitie naar een betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam (decentraal) energiesysteem. Om daar te komen is er vraag naar meer intelligentie in het netwerk. Via multidisciplinair onderzoek binnen URSES naar technologieën, algoritmen en ict moet de overgang naar slimme en duurzame energiesystemen versneld worden. Ook zal de maatschappelijke kant van de transitie onderzocht worden.
Binnen elk onderzoeksproject werken onderzoekers samen met één of meerdere bedrijven of maatschappelijke partners. Onder andere netbeheerders, energieleveranciers, lokale overheden en constructiebedrijven slaan met de onderzoekers de handen ineen. De partners leveren ofwel een financiële bijdrage aan het onderzoek of maken medewerkers vrij voor de ondersteuning van onderzoekers. Dit vergroot de mogelijkheden om onderzoeksresultaten tot daadwerkelijke toepassingen op het terrein van slimme energiesystemen te laten leiden. Shell draagt in totaal twee miljoen euro bij aan de gehonoreerde onderzoeksprojecten. ‘Gezamenlijk werken aan onderzoeksprojecten maakt het mogelijk om sneller tot resultaten te komen en innovaties in de praktijk toe te passen. Met dit programma stomen we Nederland klaar voor toekomstige energie-infrastructuren,’ licht Teun Graafland, Manager External Research Nederland van Shell toe. De inzet van Shell bij dit programma maakt onderdeel uit van een overkoepelende Shell-investering van vierentwintig miljoen euro in energieonderzoek, onder meer in het NWO-onderzoeksprogramma Computational sciences for energy research. Hofleverancier Binnen de elf goedgekeurde projecten is de TU Delft absoluut hofleverancier. Zij gaat in nagenoeg de helft van de trajecten als penvoerder fungeren. De volgende projecten zijn gehonoreerd: • Stable and scalable decentralized power balancing systems using adaptive clustering (TU Delft) • Aquifer Thermal Energy Storage Smart Grids (TU Delft) • Smart Organisation of (SMART) Energy Systems (TU Delft) • PMU Supported Frequency-Based Corrective Control of Future Power Systems (TU Delft) • Gaming beyond the Copper Plate: scheduling flexible consumption and decentralized generation within distribution constraints (TU Delft) • Realizing the smart grid: aligning consumer behaviour with technological opportunities (Rijksuniversiteit Groningen) • ENergy-Based analysis and control of the grid: dealing with uncertainty and mARKets (Rijksuniversiteit Groningen) • Distributed Intelligence for Smart Power routing and mATCHing (TU Eindhoven) • Smart Regimes for Smart Grids (Universiteit Twente) • Emerging Energy Practices in the Smart Grid (Wageningen Universiteit)
27
Het multitalent AC- en DC-laden met één systeem
INHOUD QWIC LANCEERT NIEUW E LIJN ELEKTRISCHE FIETSE N
VAKTIJDSCHR
IFT
BENELUX
MAART
UITROL WATERSTOF INFRA MOET IN 2014-2015 OP STOOM KOMEN
2014
TKI SWITCH2SMARTGR IDS KENT ELF PROJECTEN SUBSI DIE TOE INNOVATIEPROJECT EUROLIION NADERT DOEL VAN NIEUW E EUROPESE BATTERIJCEL SPIN-OFF NL|MOBILITY NEEMT PROMOTIETAAK VAN VERENIGING DOET OVER
N DEAL GAAT NATIONALE GREE N PUBLIEKE VA NG RI IE NC FINA LEN LAADINFRA REGE
AC HELIOX START CO CONSORTIUM ON
DC Uniek type 2 AC/DC laadconnectorsysteem
NDUCTIEF LADEN
TWIKKELT LAADSY
STEEM VOOR ELE
KTRISCHE BUSSE
N
Partner of ambassadeur worden? Als Partner betaalt u 5.070 euro ex. btw en ontvangt u:
De universele, type 2 -inlet maakt het nu mogelijk: slechts één aansluitpunt voor zowel het AC- als DC-snelladen. Phoenix Contact biedt daarnaast alle connector typen uit één hand: type 1, type 2 én GB. Onze laadconnectorsystemen zijn voorzien van ergonomische handgreep en robuust contactsysteem voor lange levensduur. Bel voor meer informatie naar (0316) 59 17 20 of surf naar
phoenixcontact.nl/emobility
• 4 x hele pagina advertentie (waarde 6.760 euro) • full size banner in op website (waarde 490 euro) • 4 x per jaar vermelding in E-Mobility Industry Register in E-Mobility Magazine (waarde 500 euro) • plaatsing logo in colofon E-Mobility Magazine Als Ambassadeur betaalt u 3.040 euro ex. btw en ontvangt u: • 4 x halve pagina advertentie (waarde 3.800 euro) • half size banner op website (waarde 290 euro) • 4 x per jaar vermelding in E-Mobility Industry Register in E-Mobility Magazine (waarde 500 euro) • plaatsing logo in colofon E-Mobility Magazine
© PhOenix COntACt 2013
www.emobilitymagazine.nl
Innovatieproject EuroLiion nadert doel van nieuwe Europese batterijcel Een in Europa ontwikkelde lithium-ion accu die qua energiedichtheid en kostprijs alle concurrenten doet verbleken en zodoende elektrische mobiliteit naar een hoger plan brengt. Het is het doel van EuroLiion. E-Mobility belicht iedere editie een innovatieproject waarin automotive bedrijven aan elektrische voertuigtechnologie werken. Ditmaal spreekt de redactie met Spijkstaal Elektro B.V. dat deelneemt aan het Europese innovatieproject EuroLiion.
‘Via onze jarenlange relatie met de Technische Universiteit Delft zijn wij bij het EuroLiion-project betrokken geraakt’, opent Rob van Triest het gesprek. Van Triest is binnen Spijkstaal verantwoordelijk voor het Europese innovatieproject. EuroLiion, dat een budget heeft van iets meer dan vijfenhalf miljoen euro, kent een looptijd tot en met februari 2015. Penvoerder is de Technische Universiteit Delft en vanuit Nederland neemt Spijkstaal deel. Naast kennisinstellingen uit Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Engeland, Zweden, Polen en Slovenië nemen Renault S.A.S. en Volvo Technology deel. Kostprijs ‘De cel die wij als projectpartners beogen te ontwikkelen is bedoeld voor heavy duty-toepassing’, vervolgt Van Triest. ‘Renault en Volvo participeren dan ook voor hun trucks en wij hebben zelf natuurlijk diverse zwaardere voertuigen binnen ons productportfolio. De interactie tussen de verschillende partners ervaar ik als een groot pluspunt. Het project behelst niet alleen techniekontwikkeling, maar heeft verder tot doel om Europese samenwerking in batterijtechnologie te laten plaatsvinden.’ En niet onbelangrijk, de vooraf gestelde doelen zijn volgens Van Triest nog steeds in zicht. ‘Waarbij ik moet opmerken dat het in een fase van technologieontwikkeling – en je überhaupt nog moet bepalen hoe je gaat produceren –niet mogelijk is met zekerheid te stellen dat de gewenste kostprijs gehaald wordt. Om tot een juiste kostprijs te komen is de gehele keten van belang. Niet alleen aan de voorzijde moeten de grondstoffen eenvoudig te verkrijgen zijn, maar ook het productieproces en de recycling aan het einde van de keten moeten relatief eenvoudig zijn. Diverse onderzoekers zoeken daartoe naarstig naar de juiste samenstelling van de batterijcel. De realiteit is dat wij als Spijkstaal niet mogen verwachten dat er over een jaar een volledig nieuwe cel voor onze voertuigen beschikbaar is. Dat is ook niet de opzet. Onze intentie was om mee te praten over de ontwikkeling van batterijcellen en daarmee is het project in zekere zin al geslaagd. In de huidige situatie moeten wij lithiumcellen in China of Zuid-Korea inkopen en dat is niet ideaal. Door via EuroLiion kennis op te doen, hopen wij onze batterijen beter te kunnen sourcen.’
deelnemende kennisinstellingen zijn met zeer complexe chemische samenstellingen bezig en dat behoort natuurlijk niet tot de dagelijkse activiteiten van een midden- en kleinbedrijf (mkb) als Spijkstaal. Anderzijds kunnen wij als mkb’er zorgen dat de onderzoekers spreekwoordelijk op aarde blijven en voldoende feeling met de praktijk houden. Renault en Volvo hebben niet voor niets gesteld dat er een returnon-investment voor dit project moet zijn. Zij investeren veel tijd en geld. Een van de belangrijke winstpunten moet het creëren van een meer eenduidige markt zijn. Momenteel is geen enkele batterijcel die op de markt is hetzelfde. Daardoor is het voor fabrikanten van elektrische voertuigen moeilijk om over te stappen naar een andere batterij.’ Nu het project langzamerhand het einde nadert, zal volgens Van Triest tenslotte ook meer duidelijk worden over het vervolg. ‘Aan het einde van het project vindt de celdemonstratie plaats en dan dient helder te zijn of en hoe het een commercieel vervolg krijgt.’
EuroLiion in het kort Het door de Europese Unie gesubsidieerde innovatieproject EuroLiion beoogt de ontwikkeling van een nieuwe lithium-ion batterijcel met de volgende kenmerken: • een energiedichtheid van tenminste tweehonderd kilowattuur per kilogram; • een lage kostprijs, oftewel een prijs van maximaal honderdvijftig euro per kilowattuur; • voldoen aan de huidige veiligheidsnormen of deze zelfs overtreffen.
Chemische samenstellingen Van Triest is realist genoeg om te erkennen dat het project EuroLiion relatief veel fundamenteel onderzoek behelst. ‘De
29
offiCial hoST:
may 13-14, 2014
Europees innovatieproject DAME genereert scenario platform voor elektrische voertuigen en duurzame energie
amSTerdam arena
DAME is een door de Europese Unie gefinancierd innovatieproject dat een ‘agent based’ model ontwikkelt, valideert en toepast voor een optimale integratie van elektrische mobiliteit in het Europese elektriciteitsnet. Het project komt voort uit het platform ERA-NET Transport, gecoördineerd door Rijkswaterstaat. Binnen EM+ worden veertig verschillende innovatieprojecten uitgevoerd. In een serie van drie artikelen belicht de redactie van E-Mobility de projecten waar Nederlandse bedrijven in participeren. In dit laatste artikel een gesprek met Bram Vonk, die namens netbeheerder Enexis het project coördineert.
‘Het algemene idee van het project was om allereerst ten bate van het elektriciteitsnet de “laadvraag” van elektrische voertuigen te modelleren’, opent Vonk het gesprek. ‘Dit is gebeurd met behulp van lokale eigenschappen zoals demografische statistieken, verkeersdichtheid, enzovoorts. Vervolgens zijn wij gestart
Projectdoelen DAME Het Europese innovatieproject DAME is met de volgende doelen van start gegaan: • de ontwikkeling van een model voor het genereren van oplaadpatronen voor verschillende penetraties van elektrische voertuigen; • de ontwikkeling van algoritmen voor oplaadpatronen; • de ontwikkeling van een aanpak om de toereikendheid van elektriciteitsdistributienetten te beoordelen; • de implementatie van de resultaten in netwerk planning tools, oftewel een scenario platform.
over
met het ontwikkelen van optimale laadstrategieën vanuit de eisen van de lokale laadvragen aan het distributienet. Op die manier worden toekomstige investeringen in het elektriciteitsnet verminderd ondanks de groei van het aantal elektrische voertuigen en duurzame (decentrale) energiebronnen.’ Zonnepanelen Het project waaraan ook de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en de Duitse RWTH Aachen University deelnemen, is inmiddels zo’n anderhalf jaar onderweg. Volgens Vonk is het nu al nuttig gebleken voor toepassing in de praktijk. ‘Het onderzoek brengt veelvuldig belichte theorieën naar de praktijk. In dit project wordt bijvoorbeeld duidelijk wat de kans en het effect is op het elektriciteitsnet als er in een straat een feest plaatsvindt waar veel mensen met een elektrische auto op afkomen. Netbeheerders moeten immers voorbereid zijn op worst case scenario’s.’ Grootste winstpunt van DAME is volgens Vonk daarom het automatisch genereren van lokale scenario’s. ‘Iedere netwerkplanner kan straks zijn eigen net via de door ons ontwikkelde tool (red. het scenario platform) analyseren. In het gehele werkgebied van Enexis – of het nu Groningen of Maastricht is – is straks inzichtelijk welk scenario
welke impact heeft. Ook kunnen de effecten van slim geladen worden geëvalueerd. Waar DAME dus enerzijds een onderzoeksproject is waarbinnen veel modellering plaatsvindt, leidt het aan de andere kant tot een tool voor het simuleren van verschillende laadstrategieën met elektrische auto’s en bijvoorbeeld zonnepanelen. Die strategieën kunnen per gebruiker verschillen. Niet iedereen zal immers met hetzelfde doel zijn of haar elektrische auto opladen. De één wil zo goedkoop mogelijk laden, de ander snel en een derde wil duurzaam laden als de zon schijnt.’ Het laatste jaar van het DAME-project staat volgens Vonk in het teken van het koppelen van de enorme hoeveelheid data. ‘‘Daar school ook de grootste uitdaging van het project; niet verzuipen in details. Binnen DAME zijn wij er opnieuw achter gekomen hoe complex het elektriciteitssysteem. Er zijn ongekend veel data die wij met zijn allen veel beter kunnen uitnutten. Dat is een grote eyeopener. In het delen van data en het gebruikmaken van open data is nog veel winst te behalen. Nu alle modellen met elektrische voertuigen en zonnepanelen beschikbaar zijn, dienen deze gekoppeld te worden. Het integreren van sub-modellen inclusief het slimme laden vindt in de komende periode plaats om begin volgend jaar het scenario platform op te kunnen leveren.’
450
parTiCipanTS laST year
more Then 28 CounTrieS were preSenT laST year!
The SmarT CiTy revoluTion: be inSpired and geT ConneCTed!
www.SmarTCiTyevenT.Com
OVER DE GRENS
31
QWIC lanceert nieuwe lijn elektrische fietsen In de rubriek de tweewieler spreekt E-Mobility ieder kwartaal met een Nederlandse producent van elektrische scooters, fietsen of andersoortige twee- en driewielers. In deze editie aandacht voor QWIC. Deze Amsterdamse fabrikant van elektrische fietsen heeft een nieuwe premiumcollectie elektrische fietsen gelanceerd met een geheel andere aandrijftechniek. ‘In navolging van de successen met onze Trend-lijn zetten wij met de Premium-lijn een volgende stap naar verdere verovering van de markt’, stelt Dirk-Jan Hilboesen van QWIC.
‘De markt van elektrische fietsen is de afgelopen jaren gigantisch gegroeid (red. zie kader)’, opent Hilboesen het gesprek. ‘Als QWIC hebben wij niet alleen de traditionele markt voor ouderen aangeboord, maar ook het “jong woonwerkverkeer”. Dit is een doelgroep vanaf vijfentwintig à dertig jaar die met de elektrische fiets naar het werk gaat. Het gaat veelal om forensen. Wij spelen daar met onze nieuwe collectie op in. Hoe wij dat doen? Door toegankelijke en heel gave fietsen te maken. Je moet de doelgroep immers wel verleiden om uit de auto te stappen.’ Kaf van het koren Voor het gevoel van Hilboesen is in de markt van elektrische fietsen inmiddels ook het kaf van het koren gescheiden. Uit testen en marktanalyses komt naar voren dat QWIC in het
bovensegment van de markt goed scoort. Hilboesen: ‘Wij concurreren traditiegetrouw met andere A-merken, in het lage prijssegment. De afgelopen jaren hebben wij met onze Trend-lijn niet voor niets diverse tests gewonnen, onder meer bij Plus Magazine en de Consumentenbond. Met de Premium-lijn hopen wij een zelfde succes neer te zetten.’ De Premium-lijn waar Hilboesen over spreekt is onder meer voorzien van nieuwe accutechniek, verbeterde rijeigenschappen, moderne gadgets en een ‘Urban’ design. ‘De fietsen zijn voorzien van tweewielaandrijving wat leidt tot een goede tractie en een gebalanceerde gewichtsverdeling. Door de verschillende componenten uitwisselbaar te maken – alle modellen uit de premiumseries hebben dezelfde elektrische onderdelen – is voor onze dealers het onderhoud vergemakkelijkt.’
En wanneer Hilboesen tevreden is? ‘Als de productie van deze lijn elektrische fietsen opgeschroefd moet worden in verband met de grote vraag. Uit de pre-orders blijkt dat de interesse groot is en wij verwachten dit jaar dan ook enkele duizenden exemplaren op de markt te brengen. Voor de gebruiker zijn de accu en het display met USB-aansluiting een belangrijke vooruitgang. Zo kun je tijdens het fietsen met de fietsaccu je telefoon opladen. Dit heeft overigens niet of nauwelijks invloed op de capaciteit van je elektrische fiets daar een telefoon een relatief kleine accu heeft. Je kunt met je fiets dus gewoon een afstand tot honderdzestig kilometer afleggen. De accu is overigens voorzien van zogenaamde One-Key ART approved security. Dit betekent dat de accu en de fiets met eenzelfde sleutel beveiligd zijn tegen diefstal.’
DE 2WIELER
33
Nissan wil met bestelwagen e-NV200 stadsdistributie definitief elektrificeren
De provincie Noord-Brabant heeft de afgelopen maanden honderd nieuwe innovatieve laadpunten verwelkomd in de vijf grootste Brabantse steden (B5). Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg hebben de nieuw ontwikkelde laadpunten gekregen, waarbij de kostprijs aanzienlijk lager ligt dan bij de voorgangers. De ‘voordeelpaal’ die vijftig procent goedkoper is, is het resultaat van een samenwerking tussen Chargepoint, Enexis, de B5, BrabantStad en de provincie. De honderd palen maken onderdeel uit van een grotere pilot van zeshonderd stuks. De provincie ziet het dossier elektrisch rijden dan ook niet zozeer als een financieringsvraagstuk en juist meer als een innovatieopgave.
In de rubriek EVFocus test de redactie van E-Mobility ieder kwartaal elektrische voertuigen die op de Nederlandse wegen geïntroduceerd worden. Deze maand bericht de redactie over de elektrisch aangedreven bestelauto Nissan e-NV200.
Brabant liet zich bij haar keuze onder meer leiden door een consultatie van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Die heeft vastgesteld dat er een groot aantal innovaties nodig zijn om de markt van publiek laden meer volwassen te maken. Brabant neemt samen met haar partners het initiatief om een groot aantal van die benodigde innovaties nu al te testen en naar de markt te brengen. Arbeidsgangen Nu op nationaal niveau de hete aardappel over de financiering van de openbare laadinfrastructuur lijkt doorgeslikt (red. zie ook het artikel op pagina 10-11), is het in de filosofie van de provincie tijd om tempo te maken. Het Nederlands Kenniscentrum Laadinfra (NKL) zal logischer benut worden voor de innovatieopgave waar de gehele ev-gemeenschaap voor staat. Als men binnen drie jaar naar een rendabele business case wilt, is de opgave immers gigantisch. Er is een soort ‘design of experiments’ nodig waarbij de opgaven goed verdeeld zijn over de proeftuinen en er samen veel en snel kan worden geleerd. De provincie Noord-Brabant wil
daar graag een bijdrage aan leveren en zo bewerkstelligen dat Nederland het living lab voor elektrisch rijden in Europa blijft. De benodigde innovatieaanpak vraagt flexibiliteit van gemeenten en provincie en intensieve samenwerking met alle partijen in de keten. ‘Zij doet daarom een voorinvestering en voert de regie omdat deze complexe publiek-private innovatieproces een dergelijke aanpak vraagt. De filosofie van het Formule E-team “paal volgt auto” staat daarbij nog altijd fier overeind. Hierbij moet vooral de markt de komende jaren haar werk kunnen doen. De overtuiging van Brabant is dat als men zorgt dat technologische innovatie laadinfrastructuur goedkoper maakt, de laadpaal daadwerkelijk de auto kan volgen. Ook in de kleinere gemeenten. De “voordeelpaal” is daartoe een eerste stap, maar nog lang niet het einddoel. De TU/e spreekt in haar roadmap immers over een kostprijsreductie van zeventig procent. Brabant denk dat de succesfactor van het bereiken van de kostenbesparingen ligt bij een goede samenwerking tussen netbeheerder (in Brabant Enexis en het veel kleinere Endinet),
gemeenten, marktpartijen en de provincie. De provincie wil de publieke rollen goed organiseren zodat het overzicht aanwezig is. Zo probeert men samen met de verschillende stakeholders het aantal benodigde arbeidsgangen terug te dringen. Door eenvoudigere aansluiting en betere afspraken kunnen meerdere werkzaamheden gelijktijdig en door dezelfde aannemers worden uitgevoerd. Verder laat Brabant ruimte voor het experiment. Een goede standaard – die high tech en low cost is –en eenduidige afspraken in Brabant moeten vervolgens resulteren in betrouwbare diensten en lagere kosten. Dit is één kant van de medaille; in het vervolg van de pilot zal aan de andere kant juist veel aandacht worden besteed aan het in staat stellen van partijen om nieuwe producten en ideeën in de markt te zetten. Bijvoorbeeld op het gebied van parkeren en slim laden. Het succes van de markt zit juist hier in het vergroten van de marktwaarde van laden, doordat infra- en service-providers aantrekkelijke proposities kunnen aanbieden aan elektrische rijders en gemeenten. Dat is iets wat partijen nodig hebben om perspectief te houden op een duurzame marktonwikkeling.
‘Om binnen drie jaar tot een rendabele business case te komen, is de innovatieopgave echt gigantisch’
34
Met Nissan e-NV200 combineert de autofabrikant naar eigen zeggen het beste van de Leaf en de NV200 in een nieuw model. Deze volledig elektrisch aangedreven bestelauto moet de stadsdistributie definitief verduurzamen. Met een topsnelheid van honderdtwintig kilometer per uur kan het voertuig ook buiten de stad een aardig deuntje meespelen. Bij de internationale verkoopstart in juni is de Nissan e-NV200 beschikbaar als bestelauto en als vijfpersoons gezinsauto, beter bekend als Evalia. Snelladen Volgens de New European Driving Cycle (NEDC), de meetmethode waarmee het gemiddelde verbruik van een auto wordt bepaald, heeft de e-NV200 een functioneel bereik van honderdzeventig kilometer. Prettig – en eigenlijk ook noodzaak voor het veelvuldige gebruik bij stadsdistributie – is de mogelijkheid om via de CHAdeMO-standaard het bestelvoertuig binnen dertig minuten tot tachtig procent te snelladen. Echter, volgens Nissan rijdt negenenveertig procent van alle vergelijkbare bestelauto’s minder dan honderdzeventig kilometer per dag. In zowel Japan als Europa heeft de e-NV200 een uitvoerig testprogramma doorlopen. Internationale bedrijven als FedEx, Coca-Cola, DHL, IKEA, British Gas, EDF en de Japan Post Office hebben pre-productiemodellen gebruikt voor hun dagelijkse werkzaamheden. Wat bij deze bedrijven ongetwijfeld in goede aarde is gevallen, is het laadvo-
lume. Dit bedraagt 4,2 kubieke meter waardoor er twee zogenaamde europallets in de laadruimte passen. Daarbij is de laadruimte via de schuifdeuren aan beide zijden van het voertuig en via achterdeuren toegankelijk. Pook Qua design vertoont de e-NV200 veel gelijkenissen met de Leaf. Zo is er het laadklepje in het midden van de voorzijde en zijn er ook blauwgetinte led-koplampen. Aan de binnenkant is verder een nieuw instrumentenpaneel met digitale weergave gemonteerd. De ‘versnellingspook’ is anders dan die in de Leaf en lijkt sterk op de hendel van een automatische transmissie. Dit maakt voor bestuurders van een conventionele auto de overstap naar deze elektrische variant gemakkelijker. Het instrumentenpaneel biedt overigens informatie over snelheid, acculading en het verwachte bereik. Een andere meter geeft weer of de motor stroom verbruikt of opwekt. Een tweede scherm biedt informatie over de tijd, de gereden afstand en de snelheid. Er zijn ook verschillen met de Leaf. Zoals de lithium-ionaccu, die aangepast is om onder de vloer te passen zonder laadruimte in te nemen. De accu heeft evenveel modules als die van de LEAF (achtenveertig) en heeft dezelfde capaciteit (vierentwintig kilowattuur). De productie ervan vindt plaats in de Engelse Nissan-fabriek in Sunderland. Doordat batterijen tenslotte onder het voertuig zijn gemonteerd is er een laag zwaartepunt, wat de rijeigenschappen verbetert.
EVFOCUS
Brabant loopt voor de troepen uit met ‘voordeelpaal’ en innovatie gedreven uitrol laadinfra
35
E-Mobility Activiteitenkalender Belgische studiedag waterstof – 24 maart 2014 – Brussel, België
De federale overheid van België organiseert een studiedag rond waterstof: Hydrogen technology applications: a Belgian approach. Deelname is gratis, maar inschrijving is verplicht omdat er een beperkt aantal plaatsen is. www.waterstofnet.eu
Smart grids vooral speeltje grootindustrie Smart grids worden van levensbelang voor netbeheerders en energiebedrijven. Het echte belang van smart grids voor de eindverbruiker is alweer achterhaald dankzij razendsnelle technologische ontwikkelingen in het opwekken en opslaan van energie. De komende jaren zal de overheid in toenemende mate eigen opwek verhinderen of belasten. De teruglopende inkomsten uit energiebelasting zal de staat immers ergens gaan compenseren (de keuze voor minder uitgaven wordt daarin niet overwogen). Dat maakt de beweging van de eindgebruiker naar autarkie onvermijdelijk. Zelfvoorzienend met zonne-energie Door de snelle kostendaling en rendementsverbeteringen van zonne-energie komt autarkisch leven voor kleinverbruiker snel dichtbij. Een gemiddeld huishouden verbruik vijfendertighonderd kilowattuur en een gemiddeld dakoppervlak van een huishouden is zesentwintig vierkante meter. Om zelfvoorzienend te zijn voor elektriciteitsverbruik heb je op dit moment voor vijfentwintig vierkante meter zonnepanelen nodig. Dan ben je zelfvoorzienend. Het financieel rendement op de investering in zonnepanelen ligt boven de zeven procent en is daarmee een ‘no-brainer’. Opslagsystemen De kosten voor het opslaan van één kilowattuur zijn nu ongeveer vijfhonderd euro. Deze kosten zullen de komende jaren dalen naar tweehonderd euro en minder voor diezelfde kilowattuur. Bij een prijs van tweehonderd euro voor de opslag van één kilowattuur is de ‘total-cost-ofownership’ (tco) van een elektrische auto gelijk aan die van een verbrandingsmotor. En met grootschalige investeringen (zoals onlangs door Tesla voorgenomen investering in een megafabriek voor lithium ion) om de kostprijs sneller te laten dalen, kan het wel eens heel hard gaan de komende jaren. De beweging naar een honderd procent elektrische samenleving is ingezet.
36
Kilometerverbruik e-mobility Bij een kilometerjaarverbruik van vijftienduizend kilometer en bij een gemiddeld verbruik van 0,2 kilowattuur per kilometer heeft een huishouden een additioneel opwekvermogen van drieduizend kilowattuur nodig om ook voor mobiliteit autarkisch te leven. Dat is op dit moment lastig met de beperkte ruimte op het dak, maar ook de rendementen van zonnepanelen stijgen sterk en daarnaast komen steeds meer oplaadpunten op kantoren en langs snelwegen. Zolang de opwek daarvan ook duurzaam gebeurt is thuis opladen geen noodzaak. Slimme netten Met de dalende prijzen van opslagsystemen en zonnepanelen en stijgende rendementen van pv-systemen wordt het loskoppelen van het net steeds interessanter voor kleinverbruikers. Zeker met een overheid die blijft speuren naar alternatieve inkomstenbronnen. Dat ‘smart grids’ daarmee voor kleinverbruik op termijn overbodig zijn wordt in toenemende mate evident. Voor kleinverbruik wordt domotica daarentegen wel belangrijk. Toch hebben smart grids wel degelijk waarde. Dat geldt dan voor de driehoek energiebedrijf-netbeheerder-grootverbruiker. Big-data middels ‘smart grids’ is voor deze partijen immers cruciaal om te overleven in het Europese slagveld dat energieland heet. Het ware tipping-point naar de autarkische samenleving is over ongeveer vier jaar. Dan gaat de overheid drastisch ingrijpen, is opslag financieel zeer interessant en zijn pv-zonnepanelen nog beter. Kleinverbruikers hebben dan op huishouden kantoorniveau slimme domotica-oplossingen. Smart grids zijn dan definitief het speeltje van de grootindustrie. Rolf Heynen is politicoloog, ingenieur, columnist en spreker. Heynen is partner bij duurzaam communicatiebureau Good!. Vakbeurzen Solar Solutions, LED Expo en het Solar Trendrapport 2014 zijn enkele projecten van Good!.
Zesde themadag Smart Grids Nederland – 25 maart 2014 – Hengelo, Nederland
De paraplu van dit event van Smart Grids Nederland is het thema ‘Effecten van Smart Grids op het distributienet’. Tijdens de themamiddag faciliteert het bedrijf Eaton diverse themasessies waarin men met vakgenoten kan luisteren naar en debatteren met gerenommeerde gastsprekers. www.smartgridsnederland.nl
Holland E-Mobility House Hannover Messe – 7-11 april 2014 – Hannover, Duitsland
In hal 27 van de Hannover Messe slaan het Nederlandse bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden de handen ineen rondom e-mobility. Doel is het Nederlandse verdienpotentieel rondom elektrische mobiliteit onder de aandacht te brengen. www.holland-emobilityhouse.com
EV Taiwan 2013 – 9-12 april 2014 – Taipei, Taiwan
De 2014-editie van EV Taiwan kent maar liefst tweehonderdvijftig exposanten met in totaal zevenhonderdvijftig stands. www.evtaiwan.com.tw
Smart Grids Summit 2014 – 29-30 april 2014 – Malaga, Spanje
Dit evenement brengt Europa’s meest toonaangevende elektriciteitsnetspecialisten, investeerders en toezichthouders bij elkaar om inzichten te delen in de directe uitdagingen en projecten voor de grootschalige uitrol van smart grids. www.thesmartgridssummit.com
Smart City Event – 13-14 mei 2014 – Amsterdam, Nederland
Tijdens deze grootschalige Europese conferentie komen steden, netbeheerders, energiebedrijven, industriële organisaties, technologische partijen en kennisinstituten samen om kennis te delen over het realiseren van Smart City projecten. www.smartcityevent.com
BusTech 2014 – 14-15 mei 2014 – Rosmalen, Nederland
BusTech is het tweejaarlijkse kennis- en netwerkplatform op het gebied van duurzame oplossingen voor busvervoer in Nederland. Zowel in het conferentieprogramma als op de beursvloer worden bij congreslocatie AutoTron Rosmalen nieuwe technieken richting zero emission besproken en uitgelicht. www.bustech.nl
Fleetmanagement Congres – 27 mei 2014 – Nieuwegein, Nederland
Dit congres is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een begrip in de automotive wereld en jaarlijks neemt het animo toe. De twaalfde editie speelt in op actuele ontwikkelingen die spelen omtrent mobiliteit en belangrijk zijn voor fleetmanagers. www.fleetmanagement.nl
FISITA World Automotive Congress – 2-6 juni 2014 – Maastricht, Nederland
Dit congres, ondersteund door de automotive sector in Nederland, staat te boek als de plek waar internationaal toonaangevende automotive bedrijven en hun technici elkaar ontmoeten om technologisch kennis en ideeën uit te wisselen. www.fisita2014.com
37
E-Mobility Register
COLOFON
Door uw bedrijf en bedrijfsactiviteiten op te laten nemen in het E-Mobility Register wordt u voor slechts 500 euro per jaar ieder kwartaal onder de aandacht gebracht bij duizenden elektrisch rijden professionals, van autofabrikanten, tot it-bedrijven, materialenleveranciers, financiële instellingen, onderzoekers en investeerders. Vul het ‘E-Mobility Register’ formulier digitaal in via www.e-mobilitymagazine.nl/industrieregister
Automotive Center of Expertise (ACE) EV Technology, Kenniscentrum drie Automotive Hbo’s Steenovenweg 1, 5708 HN Helmond T. 06-29572759 / E.
[email protected]
Advies- en ingenieursbureau Movares Actief op het raakvlak van energie, mobiliteit, ruimte en infrastructuur / I. www.movares.nl/elektrischrijden T. 030-265 5500 / E.
[email protected]
Jaargang 5 – Nr. 1 Maart 2014 E-Mobility is een onafhankelijk vakblad over elektrisch rijden en smart grids en verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 5.000 exemplaren in Nederland en Vlaanderen. Uitgever & Hoofdredacteur Edwin van Gastel (EG Media) (E).
[email protected] Vormgeving Bette van Loenen (EG Media) (E).
[email protected] Eindredactie Els Stultiens Fotografie Vincent Knoops en Robert ten Berge
AutomotiveNL Branchevereniging automotive industrie Steenovenweg 1, 5708 HN Helmond T. 0492-562500 / E.
[email protected]
Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie Vereniging ter bevordering van toepassing van waterstofen brandstofceltechnologie T. 06-5145 2034 / E.
[email protected]
APPM management consultants Spicalaan 8, 2132 JG Hoofddorp T. 023-5621630 I. www.APPM.nl
Rexel Nederland Elektrotechnische materialen T. 088-5007180 E.
[email protected] / I. www.rexel.nl
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Ontwikkelingsmaatschappij van de provincie Noord-Brabant Goirleseweg 15, 5026 PB Tilburg T. 088-8311120 / I. www.bom.nl
Technische Universiteit Eindhoven Diverse wetenschappelijke automotive opleidingen E.
[email protected] I. www.tue.nl/automotive
Dutch Organisation for Electric Transport
Vereniging DOET Branchevereniging voor elektrisch rijden E.
[email protected] I. www.doetdoet.nl
Technolution B.V. The right development Zuidelijk Halfrond 1, Postbus 2013, 2800 BD Gouda T. 0182-594000 / I. www.technolution.eu
Columnisten Marc de Haas, Marcel Dukker en Rolf Heijnen
Druk Roto Smeets Abonnementen & Advertenties www.emobilitymagazine.nl of
[email protected]
Excursie elektrisch vervoer naar Oslo Noorwegen is net als Nederland één van de koplopers op gebied van elektrisch vervoer. Maar totaal anders: andere ontwikkelingen, kansen en initiatieven. Wat doen zij anders? Wat kunnen we van elkaar leren? APPM Management Consultants en The New Drive nodigen u uit voor een inspirerend bezoek aan de stad Oslo met een Vlaams-Nederlandse delegatie.
DeelNAMe AAN Deze exCuRSie bieDT:
3 3 3
bezoek aan vooruitstrevende elektrisch vervoerprojecten in Oslo, uitwisseling van ervaringen met Noorse private en publieke initiatiefnemers, Versterken van netwerk en contacten, zowel binnen de excursiedelegatie als in Oslo.
5 eN 6 juNi 2014 iNTeReSSe? Neem contact op met Harm-jan idema via
[email protected] of +31 6 46346024
Redactieadviesraadleden Michiel Hartman (Vereniging DOET), Frank ten Wolde (RWS), Anton Wolthuis (AutomotiveNL), Marc de Haas (BOM) en Eric Beers (NWBA)
of met Arthur Vijghen via
[email protected] of +32 496429081. De kosten bedragen s 990,- all-in exclusief bTW.
Dutch Organisation for Electric Transport
Partners
Ambassadeurs
Photo credit: Nissan Leaf in a bus lane, Norsk Elbilforening.
WAT gAAN We DOeN? Maak kennis met NOORSe PRAKTIJKVOORBEELDEN • MEET & GREET met Noorse ondernemers, overheden en marktpartijen actief op het gebied van elektrisch © EG Media 2014 - Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo
vervoer • DINER PENSANT voor een inspirerend Noors-VlaamsNederlands expertgesprek.
betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden.
appm.nl 38
thenewdrive.be
E-mobility bent u er klaar voor? Ondersteuning bij het totale traject Meestal gaat het inrichten van een laadstation gepaard met de nodige installatie-, graaf- en herstelwerkzaamheden. Maatwerkoplossingen zijn bijna altijd nodig. Daarom ondersteunt Rexel u bij het totale traject: van de selectie van de juiste producten tot het plaatsen van de laadstations en het beheer ervan. Waarom Rexel? Rexel gelooft in elektrisch rijden. Ons bedrijf investeert al jaren in voordelige, milieuvriendelijke en schone alternatieven voor de beperkte voorraad fossiele brandstoffen. Rexel heeft als wereldwijde marktleider in elektrotechnische producten en diensten een flinke voorsprong opgebouwd. Dankzij onze afspraken met gerenommeerde fabrikanten kunnen wij zeer aantrekkelijke totaaloplossingen bieden. Voor iedere situatie. Daarbij werken wij uitsluitend samen met gekwalificeerde installateurs.
Rexel Nederland T: (088) 500 7180
[email protected] rexel.nl