Handreiking bij het opstellen van de risico-inventarisatie bij de huisvuilinzameling H.P.J. Stinis , bedrijfsarts dr. B. Sorgdrager, bedrijfsarts
Amsterdam , CONCEPT-versie 5 juli 2002
Pagina 2
25-9-2002
Voorwoord. Deze handreiking moet in samenhang gezien worden met de andere uitgave van het NCvB "PAGO bij de huisvuilbelader" . De belastende factoren worden meer in detail beschreven. Tevens komen enige complicerende factoren aan de orde waarmee bij de risico-evaluatie rekening moet worden gehouden. Het betreft hier een conceptversie welke in de pilotfase door de bedrijfsartsen gebruikt zal gaan worden.
Inhoudsopgave. 1.0. Risico-inventarisatie en evaluatie bij de afvalinzameling 2.0. De risico-inventarisatie in detail
2.1.
Chemische factoren 2.1.0. Tabel chemische factoren 2.1.1. Toelichting chemische factoren 2.1.2. De blootstelling
2.2.
Fysische factoren 2.2.0. Tabel fysische factoren 2.2.1. Toelichting fysische factoren
2.3.
Biologische factoren 2.3.0. Tabel biologische factoren 2.3.1. Toelichting biologische factoren
2.4.
Fysieke belasting 2.4.0. Tabel fysieke belasting 2.4.1. Toelichting fysieke belasting 2.4.2. Handhaving : De P90 normering
2.5.
Psychische factoren 2.5.1. Tabel psychische factoren 2.5.2. Toelichting psychische factoren
2.6.
Veiligheidsrisico's 2.6.0. Tabel veiligheidsrisico's 2.6.1. Toelichting veiligheid
+
3.0. Persoonlijke risicofactoren en belastbaarheid 4.0. Het causale taart diagram 5.0. Literatuurlijst
2
Pagina 3
25-9-2002
1. RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE( RI&E) bij de huisvuilinzameling 1.0 Inleiding Gezien het grote belang van een goede inventarisatie van de factoren die gezondheidsschade bij de beladers kunnen veroorzaken wordt hier extra-uitgebreid op in gegaan. De blootstelling van de werknemer vindt op verschillende plekken plaats : op het werk, maar ook thuis, tijdens de hobby, onderweg naar het werk en tijdens vakanties, etc.. Steeds weer blijken gezondheidsrisico's bepaald te worden door meerdere factoren.( Zie hiervoor als hulpmiddel het causale taartdiagram in bijlage 3). Al deze factoren komen bij elkaar op één punt, namelijk in de werknemer. In het PAGO, de gezondheidskundige begeleiding, kan de werknemer gezien worden als het target voor al de belastende factoren uit de omgeving, weliswaar met een eigen individuele gevoeligheid(zie hiervoor de beschrijving in bijlage2 de beschrijving van de individuele risicofactoren) De werknemer kan zo als sensor voor belastende factoren uit werk en leefomgeving gezien worden. In het kader van de RI&E worden alle mogelijke schadelijke factoren aanwezig in het werk en de werkomgeving op een rijtje gezet. Dat is echter niet voldoende, de werknemer kan toch ziek worden. Zo kan het zijn dat al de belastende factoren op zich, ónder een officiële norm ( bv MAC-waarde) liggen, maar door interacties wel schadelijk kunnen zijn. Hierbij spreekt men van additieve effecten indien er sprake is van een optelling der afzonderlijke effecten of van synergistische effecten als het eindeffect meer is dan som der delen . Dit hoeft niet om gelijksoortige belasting te gaan. Zo is bekend dat werknemers die aan oplosmiddelen (waaronder ook het gebruik van alcohol gerekend kan worden !) of aan overmatige warmte bloot staan, eerder gehoorschade krijgen. Het toetsen van de arbeidsomstandigheden, vindt dus niet alleen plaats door meetwaarden en andere waarnemingen op de werkplek aan normen te toetsen, maar ook door het geheel van mogelijke effecten bij de individuele werknemer te onderzoeken. Bij de normering moet tevens bedacht worden dat bijna alle normen aan een 8-urige werkdag gebonden zijn gedurende een veertig jarig arbeidzaam leven.. Overwerk en voortgezette belasting thuis maken dat die normen eventueel aangepast moeten worden. Het is duidelijk dat een groepsnorm nooit een optimale norm voor een individu kan zijn. Er zijn bijvoorbeeld altijd verhoogd gevoeligen. Daarbij kan men denken aan tijdelijke zaken als voorbijgaande ziekten of zwangerschappen of blijvende als bronchitislijders, kortere of juist veel langere werknemers, congenitale afwijkingen (enzymvariaties), etc. Men spreekt daarbij van risicogroepen(zie bijlage 2). Ook zij behoren in een RI&E vermeld te worden. We beschrijven een ingewikkeld aandachtsterrein. Samenwerking tussen alle betrokken professionals is daarbij van groot belang. Denk hierbij breed: dus aan de arbeidshygiënist, de ergonoom, de arbeidspsycholoog, de huisarts, de specialist, de technicus, de verkoopafdeling en bijvoorbeeld de kennisinstituten als het NCvB en het Coronelinstituut. Niet alles hoeft gemeten te worden en dat kan ook lang niet altijd. Het kwantitatief meten van kankerverwekkende stoffen meten is meestal weinig zinvol. De Arbo-wet staat blootstelling in principe niet toe. Pas als het vermijden van de blootstelling onmogelijk is, moet er een exacte meting en risicobeoordeling plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor de biologische agentia, binnen enkele uren kunnen die zich als uit het niets vermenigvuldigen tot enorme ziekmakende aantallen: een oriënterende meting meestal is voldoende. Veel situaties zijn ook goed vergelijkbaar om, indien er al elders metingen hebben plaatsgevonden, tot een risico-inschatting te komen. Meten bij iedere vuilstort, bij elke vuiloverslag, bij iedere huisvuilwagen is niet nodig als men bereid is als branche (als Arbo-diensten) in deze zaken samen te werken. Dit kan door gegevens uit te wisselen en elkaar op de hoogte te stellen van nieuwe bevindingen en effecten van genomen maatregelen. 1.1.Potentiële werkplekgevaren bij huisvuilbeladers. Er bestaan vele vormen van (huis)vuilbeladen zoals zakken, containers ( van enkele liters tot meer dan 1000 L), kratten, los afval, GFT, grofvuil, klein chemisch afval en bedrijfsafval, metro- en andere technisch geavanceerde systemen. In deze handleiding worden alle mogelijke factoren bij elkaar genomen. Indien een factor niet aanwezig blijkt te zijn des te beter. Het is zeer verstandig de risico-inventarisatie regelmatig bij te stellen. De plaats waar de wagens zich bevinden bepaalt ook de aard van de belasting. Denk daarbij aan vertrek uit de garage (lawaai en uitlaatgassen), onder weg naar de laadplekken, tijdens het beladen op een drukke verkeersweg, de perscyclus, het storten, calamiteiten, etc. Ook de werkzaamheden die men uitvoert maken uit hoe hoog de belasting is. Een chauffeur zal mogelijk minder last van stof hebben maar wel meer van trillingen, zitten en bij een dubbelfunctie chauffeurbelader ook van het veelvuldig in- en uitstappen. De onderstaande, zeer ruime, beschrijving is bedoeld om u op het spoor te zetten van zoveel mogelijk potentiële belastende factoren. Kies er uit wat voor uw populatie aan de orde is. Breng ons op de hoogte als u nog nieuwe hier niet vermelde belastende factoren weet :
[email protected]
3
Pagina 4
25-9-2002
1.2. Transmissiewegen Met het vaststellen van alle mogelijk gezondheidsschadelijke factoren in de werksituatie is men er nog niet. Ook de manieren waarop de schadelijke factoren de mens kunnen bereiken moeten onderzocht worden. Mede omdat daar ook een mogelijkheid tot preventieve aanpak in zit. Een uitlaat die boven de wagen uitsteekt kan bijvoorbeeld de uitlaatgassen flink verdunnen. Dit helpt natuurlijk niet volledig bij kankerverwekkende stoffen. Dan is het gebruik van alternatieve minder schadelijke energiebronnen (elektrische aandrijving) of het toepassen van filters en katalysatoren een betere optie. Stoffen kunnen via de lucht (gassen, dampen, fijn stof en biologische agentia) of via direct contact (gifstoffen, vloeistoffen, biologische agentia)op de mens worden overgebracht. Ook het roken of eten en drinken tijdens het werk veroorzaken door een vieze-vinger-contact soms een zeer efficiënte besmettingsweg. Dit is een van de redenen om aan boord een voorraad handenwaswater te hebben. Persoonlijke beschuttingsmiddelen als mondmaskers kunnen soms erger zijn als de kwaal als ze verkeerd gebruikt worden. Stofmaskers helpen niet tegen gassen en dampen. Een papieren mondmasker moet de goede kwaliteit filtereigenschap hebben. Een P1-maskertje is erg goedkoop maar helpt niet tegen schadelijke stoffen. Het wordt spottend wel eens “keienvanger” genoemd door deskundigen. Een op zichzelf goed masker dat in een vuile opbergdoos wordt gedaan, raakt besmet aan de binnenkant en leidt zo tot een extra hoge belasting. Het neuspeuteren of in de ogen wrijven tijdens het werk is een zeer effectieve wijze om de neus respectievelijk de ogen te infecteren. Haren zijn ware stofvangers. Als deze niet gewassen worden kan er ook thuis nog flink met schadelijke stoffen gestrooid worden. Afvalverwerkende werknemers horen niet met hun werkkleding en/ of ongewassen handen in een kantine plaats te nemen. Schone en vuile werkkleding hoort in aparte kasten bewaard te worden om uitwisseling van schadelijke stoffen te voorkomen. De sanitaire ruimte moet voorzien zijn van aanrakingsloze te bedienen apparatuur anders is het onmogelijk onderlinge besmetting te voorkomen.
Hoezo viezigheid? Hoe vies is afval nu eigenlijk? Heel vies dus. Denk daarbij aan kattendrollen, bedorven etensresten (salmonellakip bv), maandverbandjes, luiers van baby’s of incontinente ouderen, gevulde condooms, in de zon gaar gestoofde GFT-bakken, verrotte dierlijke resten, etc……
Opmerkingen.
4
Pagina 5
25-9-2002
2.0. De RISICOINVENTARISATIE in detail. Het gaat hierbij om een verzameling factoren waar de gemiddelde bedrijfsarts niet gewend is veel aandacht aan te besteden met uitzondering van lawaai. Eerst staan ze samen gevat in een tabelvorm, daarna volgt een toelichting. Indien u nieuwe factoren ontdekt, deze gaarne aan de auteur doorgeven
[email protected]
2.1. CHEMISCHE FACTOREN 2.1.0 Tabel CHEMISCHE BELASTING HUISVUILBELADERS. Dit is een niet limitatieve, maar wel zeer uitgebreide!, opsomming van door verschillende bronnen geproduceerde potentieel voor de gezondheid schadelijke stoffen. Wees alert op nieuwe bronnen en vraag de beladers daar ook steeds naar.
AGENS, belasting 3.1 CHEMISCH
BRON, OORZAAK
BLOOTSTELLING
Tijdens (beladen), persen,achteropstaan, storten Zand, kattenbakstof, Vooral indien droog bouwafval, cement Sloopafval, Vooral indien droog, ook remvoeringen, verpakt gevaarlijk, komt kookplaatjes, oude vrij bij persen en storten kachels Roet, as, Meestal verpakt, komen verbrandingsresten vrij tijdens persen en storten Bouwafval ,parket Persen en storten zaagsel
TARGETORGAAN EFFECTEN
3.1.1 Huisvuil
kwartsstof asbest
Paks (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) houtstof
Longen Longen
Silicose Longkanker Mesenthelioom, Longkanker Asbestose
Longen, huid
Longkanker, Immunosupressie
Longen, neus
Allergie, Irritatie, Neusbijholtenkanker
Oplosmiddelen, Toevallig afval Tijdens persen en storten Longen, huid, etc Longaandoeningen, lever, zware metalen en nieren , hersenen, etc andere chemicaliën >>>>>>>>>>>>>>Vraag het eens aan de beladers en loop eens mee en kijk wat u aantreft…<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<< 3.1.2. Bedrijfsafval Tijdens ophalen, beladen, persen en storten Afhankelijk aard huishoud afval, Per situatie bekijken Afhankelijk agens Afhankelijk agens bedrijf in theorie productieafval alles mogelijk Afhankelijk weer, wind en 3.1.3. Straatvuil locale factoren Paks uitlaatgassen verkeer Droog weer, wind Longen Longkanker Kwarts Zand, aarde Droogweer, wind Longen Longkanker,silicose 3.1.4 Uitlaatgassen Afhankelijk verkeersdrukte en aard HVI-wagen. Plaats uitlaat, wind, Tijdens storten extra hoge blootstelling mogelijk! Paks Diesel, benzine idem Longen Longkanker, immunosupresie Stikstofoxiden Diesel, benzine, idem Longen Irriterend, bronchitis LPG Koolmonoxide Benzine, LPG idem Hart, Intoxicatie lichaamsprocessen Zeer afhankelijk weer: 3.1.4. Atmosfeer smog!, industriële activiteiten Stikstofoxiden smog Vooral tussen .. uur en .. Longen Irriterend: bronchitis uur Ozon smog Longen Irriterend: bronchitis
5
Pagina 6
25-9-2002
2.1.1 Chemische factoren toelichting In principe is het aantal mogelijke stoffen dat in huisvuil aanwezig kan zijn oneindig groot, aangezien iedereen alles kan (niet mag!) weggooien. Er komen ook in het consumentencircuit steeds weer nieuwe stoffen bij en oude niet meer toegestane stoffen kunnen juist bij het afval aanwezig zijn (asbest, landbouwgif, chloroform, oplosmiddelendragende verf, etc) Waakzaamheid blijft dus geboden. Tabel 1 in de bijlage probeert een zo groot mogelijk aantal stoffen te benoemen. Het is een niet limitatieve, maar wel zeer uitgebreide, opsomming van door verschillende bronnen geproduceerde potentieel voor de gezondheid schadelijke stoffen. Aanwezigheid is niet genoeg om er ziek van te worden. De vorm waarin de stof zich bevindt bepaalt in sterke mate de blootstellingkans. Is het bijvoorbeeld een vloeistof die weinig verdampt of bijvoorbeeld een fijn poeder dat gemakkelijk stuift. Er is wel eens geopperd dat asbesthoudende remvoeringen zouden kunnen leiden tot blootstelling van de beladers, bijvoorbeeld tijdens het achteruitrijden bij het storten. Enkele ad hoc metingen in het verleden (Stinis, persoonlijke ervaring) ondersteunden dit niet. Asbest remvoeringen zijn nu reeds geruime tijd niet meer toegestaan. Er zijn een paar stoffen die bijna altijd terugkomen. Deze chronische blootstelling omvat uitlaatgassen, straatstof en organisch stof. Uitlaatgassen, zeker die van dieselmotoren, bevatten kankerverwekkende stoffen. Straatstof bevat silicaten en poly-aromatische koolwaterstoffen die beiden kanker verwekkend zijn. Het organisch stof bevat endotoxines welke een continue lichte ontstekingsreactie in het menselijk lichaam kunnen veroorzaken (en zo mogelijk een bijdrage aan het ontstaan van hart- en vaatziekten geven) en stoffen die tot allergie aanleiding kunnen geven. Bij de longen (en de bovenste luchtwegen) kunnen deze effecten waarneembaar worden. SMOG treedt tijdens een zogenaamde inversie-weerssituatie op; een warme luchtlaag blijft onder een koude bovenlaag hangen. Hierdoor komt er een hoge concentratie aan NxOy en Ozon in de lucht. Ozon boven de MACwaarde. Speciaal gevoelige mensen , meestal met reeds bestaande luchtwegproblemen, maar ook gezonde werknemers moeten deze situatie vermijden. Dit kan door aangepaste werktijden bijvoorbeeld eerder beginnen en/ of later starten. Wolkjes asbest Een tiental jaar geleden kwam er een sterk verhoogde aandacht voor de gevaren van asbest. Bedrijven gingen dit intern verzamelen omdat het niet meer met de gewone interne bedrijfsafvalstroom verwerkt mocht worden. Zo werd het bij een groot bedrijf deskundig verpakt in plastic zakken waarop uitgebreid plakband met “Voorzichtig asbest!” aangebracht werd. Het werd echter bij het gewone afval gezet en ook op de gewone wijze (in een kraakperswagen!) vervoerd naar de stort. Pas na geruime tijd regelmatig opmerkingen van de beladers als “de zakken gaan tijdens het persen kapot” ging men over tot een andere vervoermethode. De zakken bleven gestort worden waarbij een shovel de zakken wat aandrukte en plette door er over heen te rijden. Men zag wolkjes asbeststof vrijkomen. Ook daar werden na enige tijd opmerkingen over gemaakt etc. Moraal : luister naar uw werknemers en werkgever denk bij afvoer afval ook aan derden
Als tabel 2.1.0 in beschouwing wordt genomen is het vanzelfsprekend dat een defensieve en afstandelijke houding tot afval in het algemeen sterk is aan te bevelen. Toch is blootstelling niet altijd te vermijden. Hier worden chemische stoffen genoemd die met enige regelmaat aangetroffen worden. Niet alleen de aanwezigheid bepaalt het gevaar, maar ook diverse andere factoren. De meeste blootstelling aan genoemde stoffen zal hooguit enkele malen per jaar plaatsvinden en men zal voornamelijk beducht moeten zijn op de effecten van een acute blootstelling. Targetorganen vormen de ogen, de huid, de bovenste luchtwegen en de longen. Acute intoxicatie zijn zeer zeldzaam.
2.1.2. De blootstelling De belangrijkste factor is de grootte van de blootstelling. Die grootte van de individuele belasting wordt onder andere door de volgende factoren bepaald: ! De technische staat van de wagen : werken de afdekflappen nog, wordt de motor onderhouden (samenstelling uitlaatgassen), worden de filters voldoende vervangen. ! De ophaaltechniek: zakken, containers, MSTS, metrosysteem, gescheiden GFT en de rest, los afval, etc ! De plaats van blootstelling: open lucht of op een besloten stort cq overslagstation ! Diverse seizoenswerkzaamheden : In de klussentijd: sloopafval, houtstof, roet. Als de tuin weer in orde gemaakt wordt : tuinafval, etc
6
Pagina 7
25-9-2002
! Het seizoensklimaat : NAT: minder stof,. DROOG : alles stoffiger, INVERSIE weerssituatie: smog, HOGE TEMPERATUUR : groei bacteriën en andere biologische agentia, snellere verdamping vluchtige stoffen ! Het gedrag werknemer: uit de wind gaan staan, dichtbij blijven, meelopen naar stort, gebruik persoonlijke beschuttingsmiddelen (PBM’s), handenwassen, douchen op het werk, eten, drinken, roken, etc. Vooral het nazoeken van afval op waardevolle zaken zal men niet gauw toegeven, maar kan wel leiden tot een zeer intensief contact. Ook de gewoonte om televisiebuizen kapot te slaan voor ze mee te nemen werkt mee aan het vrijkomen van giftige stoffen die normaliter goed opgesloten zitten. Veel voorwerpen gaan ook tijdens de perscyclus kapot zoals zakken met stof, flessen met chemicaliën, lampen, Tl-buizen, oude rookmelders, etc. ! De duur van de werkzaamheden: overwerk? ! De geleverde inspanning: hoe harder er gewerkt wordt hoe groter het ademminuutvolume(AMV), hoe meer men binnen krijgt. ! Lengte van de werknemer : onder , boven, of in de stofwolken staan.
Veel afvalverwerkingsinrichtingen hebben een overdekt stortbordes, dit beschermt goed tegen de regen en andere weersinvloeden en voorkomt dat milieubelastende stoffen zich verspreiden, maar de atmosfeer is regelmatig zwanger van een hels mengsel van stof , biologische agentia en uitlaatgassen. Berucht is ook de stofbelasting bij afval-overlaadstations. Laat in ieder geval zo weinig mogelijk werknemers in die werksituaties aanwezig zijn.
Opmerkingen.
7
Pagina 8
25-9-2002
2.2 FYSISCHE FACTOREN 2.2.0 Tabel FYSISCHE BELASTING HUISVUILBELADERS AGENS Geluid
Trillingen Handarm Whole body
BRON BLOOTSTELLING Werkcyclus, Continu + impuls verkeer, soms radio in de wagen, cantine
TARGETORGAAN EFFECT Oren Lawaaidoofheid, stress, hypertensie, veiligheid
Rijden containers, sturen Rijden, cabine, achterop staan
bewegingsapparaat Alleen tijdens rijden
bewegingsapparaat
Zon
Zomer>winter ogen
ogen
Werkverlichting
Auto werklicht
Winters+ avond
ogen
Autoverlichting Ultraviolet
Verkeer Zon
Winters + avond Zomer>winter
ogen Huid, ogen
Licht Daglicht
Straling? Temperatuur
Afval, rookmelders, In theorie niveaumeters ? Klimaat & het Weer, Seizoen, kleding, cabineapparatuur inspanning Metalen containers, handvatten
Vochtigheid
Regen, natafval
Weersafhankelijk
Luchtverplaatsing
Klimaat
Weersafhankelijk
Longen, lichaam als geheel Hart, lichaam (spieren, huid)
White finger, irritatie Rugklachten, vermoeidheid Verblinding, te weinig zicht Verblinding of juist te weinig zicht Verblinding Huidkanker Immunosupressie Huidveroudering Staar Fototoxisch (in combinatie met bepaalde planten, teerproducten(en geneesmiddelen) kanker
Uitputting Verminderde fys.belastbaarheid Koud, warm hebben afkoeling Huid, hoofd, handen Afkoeling, kou, irritatie, zichtvermindering Huid, hoofd, ogen Afkoeling, irritatie, stof in ogen
2.2.1 Fysische factoren toelichting Geluid. Er zijn vele bronnen zoals het verkeer, motor in de cabine, het persmechanisme en het impulsgeluid tijdens het persen van de containers of het lossen van de wageninhoud. . Sommige omstandigheden zoals het rijden en beladen in nauwe straatjes, of het lossen in een overdekte bunker van een stortplaats, doen het niveau extra stijgen. De staat van onderhoud maakt erg veel uit. Nieuwe wagens hebben meestal een veel lager geluidsniveau dan oude, slecht onderhouden voertuigen. Kunststoffen containers maken meestal minder lawaai dan metalen. Vaak wordt gedacht dat een luid spelende autoradio ook een zeer belastende bron is, maar het blijkt dat de radio meestal zo hard staat om boven het reeds te hoge geluidsniveau uit te komen en dat de bijdrage ervan bij de totale belasting gering is. Hoewel het gehoor ook een rol speelt in de verkeersveiligheid, is dit toch een onvoldoende argument om geen gehoorbescherming te dragen als dat noodzakelijk is. Ten eerste zijn er redelijk selectieve filters bij gehoorbeschermers te gebruiken, die belangrijke frequenties wel door laten. Ten tweede dempt een gehoorbeschermer maar een gedeelte van het geluid. Ten derde hoort men als men doof is blijvend minder en dan moet in iedere verdere verslechtering vermeden worden. Trillingen en schokken. Ook hier maakt het zeer veel uit hoe de staat van onderhoud is en welk type voertuig men heeft. Sommige MSTS systemen veroorzaken een schuddende en schokkende belasting in de cabine voor de chauffeur. Door de schokkende en stotende bewegingen kunnen ook rugklachten ontstaan. In België is de enig erkende beroepsziekte van het bewegingsapparaat, het ontstaan van rugklachtendoor trillingen bij
8
Pagina 9
25-9-2002
chauffeurs! In principe stelt de Europese regelgeving dat de maximale snelheid waarmee werknemers achterop, de staplanken mogen meerijden 20 km per uur is. Indien er een automatische beveiliging aanwezig is, staat deze daar ook op afgesteld. De Arbeidsinspectie heeft in het verleden om pragmatische redenen deze snelheid op 30 km per uur gesteld. In de praktijk ziet men vaak veel hogere snelheden. Dit kan naast een veiligheidsprobleem ( de werknemer wordt soms bijkans gelanceerd, bijvoorbeeld bij een verkeersdrempel) ook leiden tot een overmatige schokkende belasting voor de wervelkolom en andere onderdelen van het bewegingsapparaat. Regelmatig wordt als argument gehoord dat de chauffeur om veiligheidsredenen af en toe flink gas moet geven om onveilige situaties te kunnen vermijden. In de praktijk komt dit echter zelden tot nooit voor! Men vindt het gewoon vervelend zo gedwongen langzaam te moeten rijden. Licht. Licht kan in sommige situaties tot fotoallergische verschijnselen van de huid leiden. Bijvoorbeeld bij gelijktijdige blootstelling aan plantensappen van schermbloemigen als de berenklauw of bij het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (bijv. het antischimmelmiddel griseofulvine (??). Van uit veiligheidsoogpunt is het vanzelfsprekend goed verblinding te vermijden en zorg te dragen voor voldoende licht tijdens donkere werktijden. Het ultraviolette licht kan zeker bij mensen die de hele dag buiten verblijven leiden tot huidkanker. Ook draagt het bij aan een versnelde veroudering van de huid en het ontstaan van staar. Straling. Voornamelijk uit buitenlandse bronnen zijn gevallen bekend dat stralinguitzendende voorwerpen zich in het huisvuil bevonden. Dit zijn echter incidenten. De aanwezigheid van stralingsbronnen in de veelvuldig gebruikte rookmelders lijkt niet van belang aangezien deze alleen stralingsbronnen bevatten die op korte afstand werken, de bronnen bijna altijd intact blijven, ook tijdens het persen en men deze apparaatjes in principe niet bij het gewone huisvuil mag gooien. Weersinvloeden. Hier onder kan men regen, hoge en lage temperaturen en wind verstaan. Deze hebben niet zo zeer een directe invloed op de gezondheid maar wel een modulerende. Regen en wind bevorderen de afkoeling van de huid en maken de spieren stijver daardoor minder goed functionerend en kwetsbaarder voor kwetsuren. Bij hoge temperaturen zal het lichaam trachten afkoeling te bewerkstelligen door directe afgifte aan de omgeving van warmte en zweten. De mechanismen die hier achter zitten maken dat een gedeelte van de energie gebruikt wordt om deze afkoeling te bewerkstelligen, waardoor men minder energetische belastbaar is voor lichamelijke inspanning. Bij hitte kan er een spanning ontstaan tussen de wens om zo weinig mogelijk te dragen en de wens om tegen de regen en de zonnestraling beschermd te zijn. Een ander spanningsveld dat ook aanwezig is tijdens regen : Enerzijds wil men de nattigheid buiten houden, anderzijds heeft men ook graag dat het zweet kan verdampen. Alleen via een nauwgezette analyse per werksituatie kan hier een goed compromis in gevonden worden. Smog komt bij de chemische factoren aan de orde. Opmerkingen
9
Pagina 10
25-9-2002
2.3 BIOLOGISCHE FACTOREN 2.3.0 Tabel BIOLOGISCHE BELASTING HUISVUILBELADERS 3.2. Biologisch
BRON, OORZAAK 3.2.1. Huisvuil
Gram negatieve bacteriën E. Coli
Afval, ontlasting etc
BLOOTSTELLING Tijdens beladen, persen, achteropstaan, storten Seizoens, weer- en soort-afvalafhankelijk
Pseudomonas
TARGETORGAAN EFFECTEN
Long, slijmvliezen, darmen
Ontsteking, diarree
Huid,longen, urinewegen Longen
Diarree, endotoxineeffecten
Klebsiella pneumoniae Staphylococcus aureus Proteus Serratia Aeromonas hydrophila Shigella Acinetobacter Leptospiren
Knaagdierenurine
Contact met afval
Salmonella spp
Vleesafval (kip!)
Persen,achteropstaan Darm , storten April-Oktober Huid
Huid, longen
Darmen
Borrelia Burgdorferi Teken tuinafval Campylobacter Toxocara canis Echinococcus Toxoplasma gondii Q-fever )Coxiella burnetii) Endotoxines
Alternaria spp Mucir spp Penicillium sp Aspergillus fumigatus Schimmels (ook) :sporen Mycotoxines
Coxsackie-B1,3,5 ECHO-virus type 2 Glycanen
Vleesafval (kip!) Hondenfaeces Hondenfaeces Kattenbak Vleesafval Vee,geit,schaap,kat, hond Dit zijn celbestanddelen van levende en dode(!) Gram negatieve bacteriën
idem
Bloed,lever,CZS,etc
idem Darmen
idem idem idem
Long Long. Lever, hart, bloed vaten long
idem
Geelzucht, van mild naar dodelijk Diarree Lyme, ehrlichiose, etc idem
Toxoplasmose Q-fever Griepachtig beeld Griepachtig beeld, versterking allergie
Long, huid Long,huid Long, huid Long,huid Voedsel, bouwafval, idem organische stoffen, vloerbedekking Vele idem schimmelsoorten
Hondenontlasting Wegwerpluiers Schimmels
idem
Long, huid
Allergie
Long, immuunsysteem, alle organen
Allergeen Toxisch Immunosupressief Teratogeen Mutageen
Long, immuunsysteem
10
Pagina 11
bedrijfsafhankelijk Tijdens beladen
Beten
3.2.2 Bedrijfsafval Bloedresten, naalden 3.2.3. Straatvuil naalden Uitwerpselen honden Insecten: vlooien, bijen, wespen Honden, ratten
Tetanus
Straatvuil
Hepatitis B Hepatitis B
Beten, steken
25-9-2002
lever
Hepatitis B
Tijdens beladen Tijdens beladen (op de zakken), persen Seizoen, regio
lever
Hepatitis B
Huid
In theorie?
Huid
Bij verwondingen
Huid, CZS
Allergie, irritatie, infectie Verwonding, infecties Tetanus
2.3.1. Biologische factoren toelichting Onder biologische agentia worden verstaan: bacteriën, virussen, schimmels, wormen en eencelligen. De producten die zij afscheiden (endo-/exo-toxines etc) vallen arbo-wettelijk gezien hier niet onder, maar worden om praktische redenen hier wel beschreven. Welke agentia aanwezig zijn hangt van verschillende factoren af, zoals : • de toeleveranciers van het afval: slagers, ziekenhuizen, laboratoria, particuliere zieken, junks, etc • de hoeveelheid bijgeleverd organisch materiaal welke als voedingsbodem kan dienen • de frequentie van ophalen (broeitijd) • de temperatuur (seizoenen) • de vochtigheid (seizoenen) • de werkomgeving (bos> teken> lyme) • de mate van schoonhouden en onderhoud van de containers en laadbakken. In de tabel biologische agentia van de bijlage staan diverse micro-organismen met name genoemd. Bacteriën leiden tot ontstekingen van huid, longen, slijmvliezen ogen en darmen. Speciaal aandacht behoeft de tetanusbacterie die overal aanwezig is en kan leiden tot een ernstig en meestal dodelijk ziektebeeld. Bij allochtonen is er nog steeds niet altijd sprake van een primovaccinatie. Bij anderen dient regelmatig een boosterinjectie gegeven te worden. Virussen geven soms ernstige ziekten. Vooral de verspreiding vanuit bloed (-restanten) is van belang. Het hepatitis B virus is flink besmettelijk : bij een verwonding met een besmette naald vindt bij circa 40% besmetting plaats. Het virus overleeft slechts enkele uren in een naald. Vaccinatie in bepaalde risicogebieden valt te overwegen (Amsterdamse binnenstad). Per jaar vindt in een stad als Amsterdam, een tiental prikincidenten bij beladers plaats (Stinis, eigen ervaring). In overige gevallen moet voorlichting de belader alert maken op de te voeren acties en kan volstaan worden met gammaglobuline. Het HIV is veel minder besmettelijk, slechts bij 0,5 % der gevallen van prikincidenten met een besmette naald vindt overdracht plaats. Wel blijft het virus gedurende enkele weken besmettelijk in een bloederige naald of bloedproducten. Schimmels veroorzaken zelden ernstige ziekten op zich, maar kunnen op de lange termijn wel leiden tot kanker, immuunsupressie, allergie en aangeboren afwijkingen via hun productie van mycotoxines. Gezien de zeer lange latentietijd wordt zelden of nooit een relatie gelegd tussen blootstelling aan schimmels en deze effecten. Ook hier zijn de transmissiemogelijkheden van belang. Slecht onderhoud leidt tot lekkende perscontainers. Bij een bovenlaad/ of zijbeladingssysteem, komt er een zelfde hoeveelheid volume lucht naar buiten, met alle mogelijke verontreinigingen, als er aan afval binnen komt. Tijdens het lossen op de stort komen grote hoeveelheden stof met schimmels, endotoxines, bacteriën etc vrij. Metingen zijn tot op heden voornamelijk op endotoxines gericht geweest. En dan komt men aan een matige belasting tijdens het beladen. Bij storten zullen deze aanzienlijk hoger zijn. Er moet rekening gehouden worden met vectoren als muizen, ratten, vogels, vliegen, muggen en teken. Voor de specifieke biologische agentia bestaan geen wettelijke normen. De enige wettelijke norm is dat men er geen gezondheidsschade van mag oplopen. Dit maakt het belang van een mede op biologisch gerichte ziekteverzuimbegeleiding en PAGO extra duidelijk. Van sommige organismen is 1 exemplaar genoeg van anderen zijn er enige honderden nodig. Daarnaast is het weerstandsvermogen van betrokkene van groot belang. Het bestaan van risicogroepen moet extra aandacht krijgen.(zie 3.) Gelukkig komt het weggooien van naalden bij het huisvuil veel minder voor als vroeger. Circa twintig jaar geleden stapte de bedrijfsarts nog wel eens op een huisarts of tandarts af, die een zak vol naalden buiten gezet had. Ook kwam het een keer voor dat een belader tijdens het meelopen tegen de bedrijfsarts zei ”oh kijk eens dokter”” en een naald recht op staand in een vinger liet zien. Aids is langdurig maar niet zo besmettelijk op deze wijze , voor hepatitis is niet veel bloed(restant) nodig maar de virussen blijven maar enkele uren besmettelijk. Derhalve zullen beladers in risicogebieden gevaccineerd moeten worden. Er zijn wel enige richtwaarden waar men houvast aan kan hebben.
11
Pagina 12
25-9-2002
De volgende grenswaarden worden beschreven (combinatie van protocol 4 VVAV, sept 1997, LASI 1997, CGBF/NL 1989, WGD-gezondheidsraad 1997, tentatieve OEL/Denemarken 1995) INDICATOR Totaal bacteriën Gram negatieve bacteriën Specifieke groepen Endotoxines Totaal schimmels
GRENSWAARDE 10.000 KVE/m3 1.000 KVE/m3 500 KVE/m3 200 EU/m3 5.000 KVE/m3
KVE= kolonie vormende eenheden
Opmerkingen.
12
REFERENTIE CBGF 1989 idem idem Gezondheidsraad 2001 LASI 1997
Pagina 13
25-9-2002
2.4. FYSIEKE BELASTING EN ERGONOMIE 2.4.0. TABEL FYSIEKE BELASTING Soort belasting Energetisch
Ergonomisch
Bron, oorzaak Blootstelling Targetorgaan Zwaarte materiaal Beladers, enige uren Hart, bloedvaten Tempodwang Ergonomie Soort werk(zak,(mini)cont ainer, zijbelading Gedwongen houding Bewegingsapparaat
Ingooi hoogte achter Hoog tillen Instelling Verkeerde houding chauffeursstoel Instap hoogte cabine Schokken, stoten
Houding Houding
Lopen Tillen
Dragen
Inwerpen
Zitten Staan
Duwen en trekken Bukken
Klachten: idem Klachten : idem
Verkeerde belasting
Bewegingsapparaat
Klachten: idem
Onevenredig verdeelde belasting
Bewegingsapparaat
Klachten: idem
Ongelijke straat, stoeprand Boven schouderniveau
Benen ,knieën, enkels, voeten Rug, armen, schouders
Klachten: idem
Stevige greep nodig
Rug, schouders, Klachten: idem armen, ellebogen, polsen Rug, schouders, nek, Klachten: idem armen, pols, ellebogen Knieën, heupen, rug Klachten: idem
Verkeerde houding, te weinig grip
Containers : handvatten verkeerd, zware wielgang, stoepen Eigen aangeleerd gedrag werknemer Lengte verschil werknemers (grof vuil) Van stoep naar wagen Van laag (grond) naar va 110 ingooihoogte Van zakken tijdens lopen
Trekken en duwen
Bij rijdende wagen, van een afstand
Slingeren en bijsturen(mikken)
In cabine wagen, trillingen, schokken Achter sta planken, schokken (verkeersheuvels) Containers klein (..L), groot (..L) Vooral los grof en mini 10 L containers, kratten (glasafval)
Klachten: Pijn, functieverlies, op lange termijn blijvende afwijkingen Klachten: idem
Knieën, schouders, rug Armen, schouders, rug
Handvatten achter verkeerd
Instappen, uitstappen Van straat de wagen in en er weer uit
Schouder, nek, arm, rug Rug, schouders, nek
Effecten Vermoeidheid, verminderde coördinatie spieren
Eventueel tussen trede, schok bij uitstappen, springen Afhankelijk stoel kwaliteit en vering Schokken, hangen
Zwaar trekken, hobbels, wielen Te diep, zeker als hengsel laag hangt
13
Klachten + valgevaar, beknelgevaar Schouders, nek, rug, Klachten: idem ellebogen
Klachten: idem
Rug,
Klachten: idem
Rug, schouders, armen
Klachten, valgevaar
Rug, nek, schouders
Klachten: idem
Rug
Klachten: idem
Pagina 14
2.4.1.
25-9-2002
Fysieke belasting toelichting
Bij fysieke belasting wordt vaak ook aandacht besteed aan de wijze van werken in de zin van “wat is een optimale tilhouding ” : Rug recht, benen bij elkaar, met twee handen tillen , geen gedraaide rug en de last zo dicht mogelijk bij het lichaam. De bedrijfsarts die dit advies steeds aan de werknemers mee gaf probeerde het advies ook zelf uit tijdens het beladen van zakken. In de praktijk blijkt dit toch moeilijker te zijn dan zo van achter het bureau bedacht is. Zakken hebben regelmatig uitstekende scherpe voorwerpen als, glas, spijkers en soms zelfs naalden. Ook vindt het publiek het nodig hun honden op de zakken te laten urineren of zelfs erger. Deze problemen maken dat het dicht tegen het lichaam aanhouden van zakken niet echt bevorderd wordt. Tijdens het douchen na afloop hoorde de bedrijfsarts enige ervaren beladers zeggen, “die bedrijfsarts deed wel enthousiast mee, maar hij leek soms net een balletdanseres….”
2.4.2. Handhaving: De P90 normering De naam slaat op 90-ste percentiel (en niet op een P-bladnummer zoals wel eens foutief gedacht wordt). Bij het toepassen van de norm zal 90% van de werknemers gezond en wel het pensioen halen, althans wat betreft de afwijkingen die door de werkbelasting zouden kunnen ontstaan.. Het onderzoek is gedaan op instigatie van de branche en het ministerie van SZW. Toenmalig minister Bert de Vries heeft bij de in ontvangstname van het rapport gezegd dat hij z'n ambtenaren (van de Arbeidsinspectie) opdracht zou geven volgens deze norm te handhaven. Later is er tijdelijk wat water in de (handhavings) wijn gedaan om een en ander praktisch werkbaar te houden. Doch dit is bijna altijd tijdelijk en op (locale) maat gesneden geweest. Meestal staat hier als voorwaarde bij dat indien een individuele werknemer hier schade door kan lijden, er een aanpassing op individueel niveau noodzakelijk is, gebaseerd op voldoende (meestal medisch) onderzoek. Zo mochten tijdelijk oudere werknemers alleen aan de hogere belasting van de jongere blootgesteld worden indien deze persoonlijk daarvoor goedgekeurd waren. In wezen kan dat alleen als de groepsbenadering, die zoals in het rapport beschreven staat, een afweging is van ergonomische, energetische, fysiologische, ervaren belasting en biomechanische argumenten op het desbetreffende individu toegepast worden. Het is belangrijk zich bij deze norm te realiseren dat 10% alsnog door de arbeidsomstandigheden arbeidsongeschikt zal raken. Dit is een extra argument om een continue gezondheidsbewaking van de werknemers te organiseren. Aangezien de P90 een statische normering is toegepast op een gemiddelde groep mensen, zal indien iedereen individueel gekeurd wordt, tenslotte toch weer 10 % uitvallen! Werkgevers die denken dat ze door een individuele keuring tot een hogere belasting van hun werknemers als totale groep kunnen komen, zullen bedrogen uitkomen. De gezondheidskundige begeleiding zal een aanvulling op het arbobeleid zijn welke er toe bijdraagt dat de 10% uitvallers tijdig opgespoord kunnen worden. Zij hoeven zo niet totaal arbeidsongeschikt verklaard te worden en kunnen gereïntegreerd en herplaatst worden Naar de fysieke belasting bij beladers van zakken, kleine en grote containers is uitgebreid onderzoek gedaan.{Frings-Dresen 19..}Er een indeling gemaakt in leeftijdscategorieën. Er zijn zeer concrete normen uit voort gekomen die samengevat worden als de zogenaamde P-90 norm. Men mag er van uitgaan dat 90% van de beladers gezond z'n 65 jaar zal halen als er aan de desbetreffende normen is voldaan. Jongeren (<18 jaar) mogen deze zware arbeid nooit verrichten, aangezien hun houdings- en bewegingsapparaat in de groeifase zeer gevoelig is voor overbelasting.. Het is een groepsnorm. Dus in individuele gevallen moet er zeker zonodig gecorrigeerd worden. Zeer kleine mensen of juist zeer lange, zullen toch onevenredig belast kunnen worden. De werkgever is verplicht per individuele werknemer de gemiddelde belasting bij te houden. Daarbij is meestal een flinke seizoensinvloed merkbaar. Er zijn geen normen bepaald voor het inzamelen van grof afval, voor de zeer kleine chemisch afvalcontainers en voor de 15-25 liter GFT hengselbakken. Deze hebben weliswaar hengsels , maar die hangen vaak naar beneden en geheel gevulde bakken zijn veel te zwaar om zonder problemen met 1 hand getild en gedragen te worden (asymmetrische belasting). Nog erger zijn de kratten die gebruikt worden om los glas en oud papier op te halen. Men ontkomt er dan niet aan zelf een ergonomische, biomechanische, energetische en ervarenbelastings-analyse a la P-90 te maken. Toch valt bij voorbaat te constateren dat deze wijzen van ophalen dermate ongezond zijn dat er zelden sprake kan zijn van een rendabel ophaal systeem. Te vaak wordt nog een houding gezien van "wat niet weet wat niet deert" en "moet men (de overheid?) ook maar een P90 norm opstellen hiervoor". Vergeten wordt dan dat de individuele werkgever (en ook z'n arbo-dienst) zelf aansprakelijk is voor het optreden van letselschade bij de werknemers . Het niet onderzocht hebben van dit soort belasting stelt de werkgever eigenlijk al bij voorbaat bij de rechter (en bij de Arbeidsinspectie) in het ongelijk!. De zeer verschillende ergonomie van alle werkmateriaal maakt het ook moeizaam op dit gebied uniforme regels te formuleren. Onderzoek zelf of de toestand van de stoelen in de cabine optimaal is, of de staruimte voor de beladers achterop aan redelijke eisen voldoet, meet de ingooi hoogte achteraan de wagen en zie deze in relatie tot
14
Pagina 15
25-9-2002
de schouderbelasting, constateer of de stoepranden aflopende gedeelten bij de verzamelpunten hebben, zie of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, voel eens hoe het is om met 40 km over de verkeersdrempels gereden te worden als je achterop staat ,bekijk of het uitstappen uit de cabine redelijk gaat, lopen de wielen van de containers wel soepel (is er een onderhoudsregeling?) en worden de grote wijkcontainers wel door de verplichte twee beladers gereden.? Kortom een actieve , kritisch waarnemende en waakzame houding is essentieel. De mogelijkheid in een enkele Gemeente om los afval buiten te zetten, ook als dit in kartonnen dozen zit (regen gevoelig), is gezondheidskundig gezien, zeer sterk af te raden. Alleen al het bukken dat hierbij nodig is, voldoet nooit aan de NIOSH-norm! Een bijkomend probleem bij fysieke belasting is dat de mens er niet op gebouwd is om een ongezonde fysieke belasting direct als zodanig te herkennen. Dit vergt de nodige overtuigingskracht van de bedrijfsarts om de werkgever (maar ook de werknemers) te overtuigen van het nuttig effect van de normering op de lange termijn. Het verschijnsel Hulk. Pas op dat de sterkste schouders niet altijd de (te) zware lasten te dragen krijgen. De hulk was een speler in een televisieserie, die in specifieke situaties veranderde in een groen zeer sterk monster en tot bovenmenselijke prestaties in staat was. Ook de reinigingsdiensten kennen dit verschijnsel. Mannen die in iedere hand 3 zaken te gelijk dragen. Of zij die een volle grote container in hun eentje naar het beladingsmechanisme slepen. In Amsterdam is deze collega populair als er weer eens een auto op de gracht in de weg staat.” Hulkie…help eens even!” en hop, hop, hop wordt de auto hupsend aan de kant gezet. Opvallend vaak krijgen deze mensen klachten van het bewegingsapparaat na verloop van tijd.
Opmerkingen.
15
Pagina 16
25-9-2002
2.5. PSYCHISCHE FACTOREN. 2.5.0. TABEL PSYCHISCHE BELASTING Blootstelling Agressie op straat Agressie in verkeer
Oorzaak, bron publiek verkeer
Seksuele intimidatie vrouwen Seksuele intimidatie (homo)mannen Discriminatie Belediging Te lange werktijden Vechtpartijen onderling Wangedrag publiek
Wangedrag, intimidatie management Mobbing, pesten, geintjes Verspreid afval
Sexisme, machismo
Klacht Opmerkingen, minachting Opmerkingen, fysiek geweld Opmerkingen, betasten
Gevolg Irritatie, stress Irritatie, Stress, verwondingen Stress
intolerantie
Opmerkingen, geintjes
Stress
bedrijfscultuur Religieuze intolerantie Overwerk, te weinig personeel Intolerantie, discriminatie, drankgebruik Onachtzaamheid, onbekendheid met regels
-
angst allochtonen Vermoeidheid
-
Lichamelijk geweld
stress Stress, ruzies Verminder fysieke belasting mogelijk Stress, verwondingen
-
teveel afval verkeerde afval verkeerde plek onjuiste aanbieding uitwerpselen op zakken
Stress, letsel
Slecht beleid
Chantage, angst,
Onvoldoende aandacht, bedrijfscultuur ochtendsterren
Vervelende opmerkingen, Stress, angst slechte wijken, isolatie, etc zwerfvuil Stress, extra werk
Stress, angst
Omstreeks 1985 werkten er nog helemaal geen vrouwen als belader of als chauffeur bij de ophaaldiensten. Het werd als te zwaar en niet vrouwelijk gezien. Terwijl in het buitenland (weliswaar de voormalige Sovjetunie) wel vrouwen worden/ werden ingezet. Op een vraag tijdens het rijden naar de stort van de meewerkende bedrijfsarts: wat de mannen ervan zouden vinden als vrouwen zouden gaan meedoen, keken zij volverbazing op: dokter “een vrouw”, daar, waar u zit” dat KAN toch niet…het waarom bleef steken in opperste verbazing
2.5.1. Psychische belasting toelichting Jarenlang was er sprake van een klaar naar huis systeem. Dit leidde er toe dat de werknemers vaak zeer vroeg klaar waren en er zelfs een tweede baan op na konden houden. Na het afschaffen hiervan was men meestal op dezelfde tijd klaar waren als daarvoor. De tijd moest toch ergens door gebracht worden en dit gebeurde in het café. Bijna als vanzelf kwam men tot het gebruik van alcoholische dranken. En dit leidde tot een redelijk omvangrijke afhankelijke populatie.
Door de aard van de werkzaamheden en de samenstelling van de werknemerspopulatie zijn er veel potentiële spanningsbronnen. Of deze aanwezig zijn wordt vooral bepaald door lokale omstandigheden (veel verkeersopstoppingen zoals bij de Amsterdamse grachten), voorgeschiedenis ( weinig gezamenlijkheid, veel wisselingen in het management, organisatorische problemen), stijl van management (directief, verdeel en heers, human resource), de bedrijfscultuur (democratisch, respectvol, op samenwerking gericht, steeds opeenvolgende reorganisaties, nepotisme, naggen ( niet acceptabel gedrag als extra betalingen, verkoop waardevolle materialen), problematisch alcohol gebruik) en bv samenstelling van de werknemersgroep ( homogeniteit : leeftijd, cultuur, uitzendkrachten ), Opleidingsniveau, pro-actief personeelsbeleid (bedrijfsmaatschappelijk werk, drank- en drugsbeleid.)
16
Pagina 17
25-9-2002
Huisvuil beladen wordt vaak als zeer laagstaande functie gezien. Aardig is nog iemand met een neerbuigende blik te horen zeggen: ”Tja dit moet ook gebeuren”, het horen zeggen van “vangen vuilnisman” terwijl betrokkene van 3-hoog een zak naar buiten gooit is al minder leuk, maar als het achter de huisvuilwagen wachtende auto-publiek je toe roept “vuile afvalrat, donder op en laat me er door” vraagt dat het uiterste van de zelfbeheersing. Toch gebeurt het gelukkig regelmatig dat er wel waardering is wat blijkt uit het aanbieden van een kopje koffie of het geven van een fooitje (weliswaar voor het meenemen van wat extra rommel;-) Ook tijdens het vertellen over je vaders beroep, blijken kinderen bijvoorbeeld best trots op hun vader te kunnen zijn: groot en sterk en je vindt nog eens leuke dingen bij het afval.
Opmerkingen
17
Pagina 18
25-9-2002
2.6. Veiligheids risico's 2.6.0 Tabel Veiligheidsrisico’s voor de chauffeurbelader Soort gevaar Mechanisch knelgevaar
klemgevaar
hoofdletselgevaar
valgevaar
struikelgevaar, misstap
botsing
Bron
Blootstelling
Target
Effect Lichamelijk letsel
belaadmechanisme extern, containers belaadmechanisme intern, nagrijpen Tussen auto en omgeving, pilaar stortplaats, sta trede achterop, deksel containers, container en hef mechaniek Vallende containers, naar buiten kijken, uitsteken staande op achterplank tijdens rijden Van treeplank, rijdende van achterplank, gelanceerd worden door verkeersheuvel, in stortbunker vallen Oneffen wegdek Misstappen/ grijpen bij reeds rijdende wagen verkeer
Belaadcyclus, perscyclus, rijden perscyclus
extremiteiten
Rijden, perscyclus, containercyclus
lichaam
containercyclus, kraangebruik
hoofd
hersenletsel,dood
In/ uitstappen, rijden, storingen verhelpen boven/ zijbelading
benen, lichaam
fractuur, kneuzingen
beladen opstappen
enkel, knie enkel, knie, lichaam
Fractuur, kneuzing Fractuur, kneuzing
gehele tijd
Lichaam, benen
beladen
Handen, benen, lichaam
Fractuur, kneuzing, dood Peesletsel, bloeding, dood, biologische agentia
handen
snijgevaar
Scherp glas, metaal in huisvuil (zak)
pletgevaar
Vallende containers, containercyclus, zware voorwerpen kraangebruik grof vuil Naalden, spijkers uit medisch, straatafval zak Stof, splinters uit slechte afdichting huisvuil tijdens perscontainer, wind perscyclus en straatvuil
Voeten, lichaam
Kneuzing, fractuur, dood, hersenletsel
huid
Biologische agentia
ogen
Blindheid, ontsteking
beten
huisdieren
Steek, schiet,
Gestoord, Agressief publiek insecten
prikgevaar oogletselgevaar
Steken, prikken, beten chemisch gevaar
Inhoud huisvuil
Openbare weg, bij afval Openbaar terrein
handen Lichaam,
Letsel, infectie
lichaam
Vele letsel, dood
Seizoenen, tuinafval
Huid, keel
Irritatie, allergie
zuren ,basen, gif, ogen huid, long brand, tijdens storten
18
Explosie, acute intoxicatie, verbranding, longletsel
Pagina 19
25-9-2002
2.6.1 Veiligheid toelichting De mogelijkheid voor het optreden van ongevallen in de ophaalbranche zijn legio. Dit is een van de meest voorkomende en herkenbare oorzaken van ziekteverzuim Verkeersdeelname maakt dat men vaak de straat over moet. Sedert enige jaren is veiligheidskleding verplicht.. Deze heeft retroreflecterende en fluorescerende eigenschappen zodat de zichtbaarheid overdag en in het donker sterk vergroot wordt. Niet elke belader is ervan gecharmeerd om zo zichtbaar, als een clown vinden sommigen, zich op de openbare weg te bevinden Soms worden de jasjes als te warm of ongemakkelijk zittend ervaren. Vooral tijdelijke krachten ontberen vaak deze beschermende middelen, terwijl zij vanwege hun onervarenheid er extra bij gebaat zouden kunnen zijn. Het belaadmechanisme is een krachtig, maar ook gevaarlijk toegankelijk mechanisme, dat gedeeltelijk automatisch verloopt en tot beklemming kan leiden. Een goed bereikbare noodstop en een oplettende maat kunnen levensreddend zijn. Vermoeidheid kan een oorzaak voor verminderde aandacht zijn. Er moet een zijbeveiliging aangebracht zijn opdat men niet gedachteloos onder de bakken kan komen. Als de containers niet goed aangebracht zijn en de beveiliging werkt niet optimaal kan dit tot gevaarlijke situaties leiden. Het persmechanisme is beveiligd maar deze beveiliging kan door de aard van het proces nooit volledig zijn. Vooral de neiging tot nagrijpen, tot nog even iets goed leggen, moet vanaf de eerste dag afgeleerd worden. Persen tijdens het rijden mag niet en kan ook meestal niet. Soms wordt de beveiliging overbrugd om een hoger tempo te kunnen draaien. In de staplank zit in principe een beveiliging dat men niet snel kan rijden. Door allerlei acrobatische toeren kan men deze omzeilen en zo toch met een hoge snelheid rijden. De staplanken vormen een kwetsbaar onderdeel. Bij het achteruitrijden worden zij regelmatig beschadigd en dit wordt ook niet altijd aan de technische dient doorgegeven. De staplanken bieden niet altijd voldoende ruimte om veilig te kunnen staan. Indien dat het geval is moeten zij verwijderd worden om gevaarlijke situaties te voorkomen. Het buiten de zijlijn kijken tijdens het rijden moet, hoe verleidelijk ook, ten strengste verboden worden. Het staan op de plank tijdens het achteruitrijden is nooit toegestaan. De derde plek in het midden van de cabine kan een gevaarlijke zitplaats zijn als er geen veiligheidsgordel aanwezig is. Een gevaar dat moeilijk te vermijden is, is het zich verwonden aan glas, naalden en andere scherpe voorwerpen. De huidige handschoenen beschermen daar onvoldoende tegen of zijn dermate moeizaam in het gebruik dat ze niet aan te raden zijn. Vanwege al deze gevaren horen jongeren (<18 jaar) dan ook niet op een huisvuilwagen thuis. Aandacht voor veiligheid is een groot goed bij het ophalen van huisvuil. Vermoeidheid, alcoholgebruik, psychische problemen en geneesmiddelengebruik kunnen die aandacht verminderen. Hier moet bij het PAGO dan ook aandacht aan worden gegeven. Tevens kan men door vragen een indruk van het veiligheidsgedrag van betrokkene krijgen en eventueel een poging tot bijsturing doen. Ook kan men er achter komen of alle ter beschikking staande middelen voldoen (:kleding, schoenen )
19
Pagina 20
25-9-2002
3.0. PERSOONLIJKE RISICOFACTOREN en BELASTBAARHEID Hoewel normenfanatici dat wel eens denken is de blootstelling (en dus ook de daarvoor bestaande norm) maar één van de bepalende factoren bij de uiteindelijke gezondheidseffecten bij de werknemer. Prof. Zielhuis zei het heel plastisch: “een viespeuk in een schone omgeving kan een veel hoger risicolopen dan een reinheidsfanaat in een werkomgeving met vele overschrijdingen van de MAC-waarden”. Daarnaast is er sprake van een flinke interactie van heel veel schadelijke gedragingen. Om hier nog eens extra de aandacht op te vestigen worden deze factoren hier apart behandeld. 1.
ROKEN Negatieve effecten korte termijn - Vermindert trilhaar epitheelfunctie longen> verhoogde infectiekans, verhoogde longintoxicatie - Vermindert perifere huiddoorbloeding > verhoogde kans op afkoeling - Vermindert zuurstoftransport> minder conditie bij fysieke inspanning - Vermindert reukvermogen - Werkt als chemisch reactorvat bij inhalatie stoffen - Veroorzaakt vinger <>mondshunt ( met vervuilde vingers mondstuk> vervuilt> etc - Veroorzaakt brandgevaar Negatieve effecten lange termijn - op zich carcinogeen en er bestaat synergisme met bijvoorbeeld asbest bij longcarcinoom - verminderde longfunctie, COPD Positieve effecten - vermindert stress mogelijk antipsychotische werking bij sommige mensen
2.
DRINKEN Negatieve effecten korte termijn - Vermindert veiligheid - Verhoogt doorbloeding huid meer bloedverlies bij verwonding - Meer kans op afkoeling - Rijden onder invloed. Negatieve effecten lange termijn - met roken synergistisch bij sommige carcinomen - enzyminductie (in beperkte mate verhoogde verwerkingscapaciteit) - leidt tot verminderde fysieke belastbaarheid - leidt tot ruzies - verhoogde kans op lawaaidoofheid Positieve effecten - ontspanning
3.
CONDITIE slechte conditie verhoogt kans op blessures: enkel, knieën, rug - slechte conditie vermindert de maximale fysieke belasting - slechte conditie maakt mogelijk ontvankelijker voor biologische agentia
4.
HYGIENISCHE GEDRAG A. Algemeen • Neuspeuteren: inoculatie neus met biologische agentia, toxische stoffen • Oogwrijven geeft inoculatie met biologische agentia, toxische stoffen • Handenwassen vóór eten: voorkomt orale opname biologische agentia, Tos • Kleding mee naar huis: contaminatie huisomgeving, familieleden • Niet omkleden voor eten tussendoor: contaminatie eten, eetomgeving B. Bijzonder • Gebruik PBMs. Goed gebruik adembescherming, oogbescherming, veiligheidsschoenen, werkkleding, veiligheidskleding noodzakelijk. Bij geen gebruik : TOS, BIOS, letselgevaar voeten, ,verkeersongevallen. Echter verkeerd gebruik PBM-s leidt tot; 1. Onterecht gevoel van veiligheid 2. Mogelijk verhoogde belasting : bijvoorbeeld verkeerde filters (P1=keienvanger(meeste goedkope kapjes van de hobbywinkel), Filters tegen stofdeeltjes helpen niet tegen dampen en filters tegen dampen niet tegen schadelijk stof. Tijdelijke filters moeten na gebruik weggegooid worden. Tijdelijke filters niet op (vieze) kin of voorhoofd zetten, dit veroorzaakt na weer opzetten extra contaminatie. Dampdichte veiligheidsschoenen leiden tot voetschimmel en stinkende zweetvoeten
20
Pagina 21
25-9-2002
•
Opbergen kleding. Bij dit soort smerige werkzaamheden moet besmetting van schone privé-kleding door vuile werkkleding voorkomen worden. Essentieel daarbij is de aanwezigheid van een schone en een vuile afdeling met bijbehorende kledingkast scheiding. Het is daarnaast verstandig een schone en een vuile afdeling te maken om een extra accent op de hygiëne te leggen. Het blijkt in de praktijk zeer moeilijk te zijn het hygiënisch gedrag van de werknemers te veranderen. Alleen dwingende technische en organisatorische maatregelen helpen echt. Zo zou men de kantine niet mogen betreden anders dan via de schone afdeling waarin men dan ook alleen schoon kan verkeren. Heel vaak worden argumenten gebruikt ik werk al “tig”-jaar en nog nooit ergens last van gehad. Wijzen op allerdaagse verschijnselen, de lange termijnwerking van de effecten maakt zelden indruk.
•
Watergebruik: De Arbeidsinspectie heeft voorgeschreven dat er een container schoon water in de autocabine aanwezig moet zijn. Deze moet dagelijks ververst worden. Dit is bedoeld om a. de handen te wassen vóór het roken of eten onderweg. b. het schoonmaken van handen en gezicht bij opgelopen viezigheid (uitwerpselen, maandverbandjes, pusverbandweefsel, dierenkadavers etc) c. het uitspoelen bij verwondingen, (ogen?) en verdere eerste hulpbehandeling.. Noodzakelijk is een goed georganiseerd onderhoud van de watervoorraad anders treedt er bacteriële (legionella) of algenvervuiling op.
5.
Aangeboren afwijkingen, genetische aanleg. Er zijn genetische variaties in enzymsystemen die kunnen leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor toxische stoffen en biologische agentia. Zoals het longenzym alfa-antitrypsinase dat bij gebrek eraan eerder leidt tot longafwijkingen(emfyseem) of de verschillende isoenzymen in de lever die bij dezelfde blootstelling aan oplosmiddelen de een gevoeliger maakt als de andere werknemer voor het optreden van schade aan de gezondheid. Verder kan men denken aan afwijkingen van het bewegingsapparaat. Een sterk afwijkende lengte (te lang of te kort) leidt tot een onevenredig zware belasting bij tilwerkzaamheden.
6.
Overwerk Bijna alle normen zijn op een 8-urige werkdag geënt. Indien men langer werkt moet daar rekening mee worden gehouden. In principe staat de P90 geen langere werkduur toe voor de belaadfunctie, dan de gemiddelde tijd die nodig is om de toegestane hoeveelheid te beladen!
7.
Fysiek zware belasting . Dit leidt tot een hoger ademminuutvolume en daarmee tot een noodzakelijke aanpassing van de MAC-waarden en andere normen die uitgaan van een gemiddelde belasting.
8.
Medicijnengebruik. Medicijnen die de fysiologie van het lichaam beïnvloeden, hebben ook hun werk op het draaglastvermogen op bijna ieder terrein. Veel middelen worden door de lever omgezet en dit bezet een deel van het detoxificatievermogen. Daarnaast zijn er middelen die bijvoorbeeld de afweer tegen biologische agentia verminderen of op z'n minst onvoorspelbaar veranderen. Antibiotica zijn weliswaar bedoeld om bacteriën te bestrijden maar geven de niet gevoelige bacterie soorten en bijvoorbeeld schimmels een extra kans tot groei. Spierverslappers verminderen het tilvermogen. Veel middelen die de psyche beïnvloeden, maken zeker in de beginfase het af te raden om aan het verkeer deel te nemen, ook als voetganger (belader in de specifieke gevaarlijke situatie achter de wagen.
9.
Ziekten en herstel. Na een ziekte is het weerstandsvermogen vaak (tijdelijk) veranderd. Tijdens en na een virale infectie(influenza bv) is de afweer tegen bacteriële infecties verminderd. Zeker bij inspannend werk moet daar rekening mee worden gehouden.
10. Multicausaliteit . Steeds meer komt uit wetenschappelijk onderzoek naar voren dat elke ziekte ontstaat door een samenspel van factoren. Van verminderde weerstand al dan niet aangeboren, tot intermediërende factoren als bijvoorbeeld oplosmiddelen bij lawaai blootstelling of privé gebruik van oplosmiddelen (drank) bij OPS. Daarnaast is het gebruik van PBM's, het hygiënisch gedrag, de specifieke situaties van betrokken werknemer van groot belang of er schade optreedt aan de gezondheid van de werknemers. Het is bij ingewikkelde situaties zoals de beladerswerkomgeving onmogelijk alleen aan de hand van de blootstelling (dus bijvoorbeeld met behulp van de RI&E) te komen tot een volledige risico-inschatting. Men ontkomt er eenvoudigweg niet aan om de werknemers regelmatig te onderzoeken (en te ondervragen) om het effect van de zeer gedifferentieerde blootstelling vast te stellen. Een grondige kennis van alle belastende factoren is hierbij essentieel. Een arts die even tussen door alleen aan de hand van wat labuitslagen en een ingevulde vragenlijst een oordeel velt, is onprofessioneel en onverantwoord bezig.
21
Pagina 22
25-9-2002
4.0. Causale Taart Diagram Werkinhoud Autonomie Uitdaging, etc Arbo: tox, bios,fysiekm fysisch psychisch
Werknem ersgedrag - Hygiene - eten - roken - drinken - PBMs
Factor X
Bedrijfs omgev.
Buitenwerk, reizen(buitenl)
Woonomgeving
vakanties Hobbies -tox -stress -fysiek-sport
Leefgedrag -voeding -beweguing -Roken -drinken -risicogroeplid?
Toelichting bij causale taartdiagram. Het diagram is als hulpmiddel bedoeld om de bedrijfsarts zich te laten realiseren dat bij iedere klacht of ziekte er bijna altijd sprake is van multicausaliteit. Door het invullen van een plus ( van toepassing) of een min ( niet van toepassing) wordt men gedwongen er over na te denken. Het bevordert een ruime blik en schept daarmee tevens de mogelijkheid voor een brede preventieve aanpak. Het kan de werknemer er toe dwingen om ook het eigen gedrag onder de loupe te nemen. Het gebruik is simpel: Iedere taartpunt die van toepassing is aankruizen met een markeerstift. Eventueel zou men in elke punt een percentage kunnen invullen om de relatieve betekenis aan te geven. Factor X, is de onbekende factor waar men altijd weer op bedacht moet zijn.
Opmerkingen
22
Pagina 23
25-9-2002
5.0. LITERATUUR 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
17. 18.
Leidraad voor de bewaking van stofblootstelling van werknemers in de afvalverwerking . VvVA publicatienummer 99004B.R; mei 1999 Leitlinien für den arbeitsschutz in biologischen Abfallbehandlungsanlagen (LASI 1997) GFT-afval als bron van micribile luchtverontreiniging (woningen en vuilnisophalers) 1988/44 VROM 0793449449 Risico's voor de mens door blootstelling aan infectieuze micro-organismen bij afvalverwerking TNO rapport JS de Cock, WJC Bogaerts, HJ SchipperV 3258 1 november 2000 Untersuchung der Gesundlichen Gefährdung von Arbeitnehmern in Wertstofsortieranlagen. PM Bittighofer, Chr. Grüner 1febr 1998. http://www.gewerbearzt.de/wertstoff.htm Abfallsortieranlagen:Schutzmassnahmen. TRBA 210 Technische regeln für Biologische Arbeitsstoffe. Maart 1999 Berufsdermatosen des reinigungspersonals. A. Hasselmann, F. Kölmel.Arbeitsmed.Sozialmed.Umweltmed. 30 (1995) Medical Surveillance at a Hazardous Waste Site. T. Henn. Biomarkers and Occupational Health: progress ans Perspectives. 1995 pp 133-139 http://www.nap.edu/openbook/0309051878/html/133.html. Mycological control and surveillance of biological waste and compost. T. Beffa, F. Staib ea. Medical Mycology, 36 (suppl.I) 137-145 http://www.aspergillus.man.ac.uk/secure/articles/compost.html Blootstelling aan biologische agentia bij een afvalverwijderingsbedrijf. Karin Verkuijlen. Intern verslag Oktober 1995 Landbouwuniversiteit Wageningen Literatuuronderzoek VAM: microbiologische belasting bij afval-compostering. A.P. Nauta. AG 89/1686 project 89/438 11 jan 1990 RBB bedrijfsgezondheidsdienst Blootstelling aan biologische factoren in de afvalverwerkende industrie. M van Tongeren, DJJ Heederik, H. Kromhout. Tijdschrift voor Arbowetenschap 5 (1992) nr 4 Mikrobiologische untersuchungen zur Kontamination von krankenhausabfällen und haushaltsmüll.JR Móse, F. Reinthaler. Zbl. Bakt. Hyg., I. Abt. Orig. B 181, 98-110 (1985) Hygienische Relevanz von Keimemissionen bei Sammlung und behandlung von Bioabfällen. R. Böhm, W. Martens, W. Philipp. http://www.abfallforum.de/doc/boehm.htm Risico’s door blootstelling van werknemers aan biologische factoren op het werk. Teiemersma EW, Lucas C, Zegers ND, van Dalen PhJ, Gerbrandy J. TNO-rapport PG-I&I97-01. Januari 1997. Collection of domestic waste. Review of occupational health problems ans their pssible causes. Poulsen Om, Breum NO, Ebbehoj N, Hannsen AM, Ivens UI, van Lelieveld D, Malmros P, Matthiasen L, Nielsen BH, et al. Sci Total Environ 1995 Aug 18;170 (1-2):1-19 Arbowet 19 april 2002 artikel 18 Arbeidsomstandighedenbesluit 19 april 2002 art. 4.10a-d, art. 4.23 + toelichting
23