HANDLEIDING VOEGENZAAGMACHINE FS 13-3 B FS 13-3 D
LISSMAC Maschinenbau GmbH Lanzstrasse 4 D-88410 Bad Wurzach Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0 Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
[email protected] www.lissmac.com
-1-
-2-
Impressum
De handleiding is van toepassing op: LISSMAC-voegenzaagmachine FS 13-3 B FS 13-3 D
Hoofdzetel fabrikant: LISSMAC Maschinenbau GmbH Lanzstraße 4 D - 88410 Bad Wurzach Tel.: +49 (0) 7564 / 307 – 0 Fax: +49 (0) 7564 / 307 – 500
[email protected] www.lissmac.com
Vertaling van de originele handleiding Stand: 01-2014
Het doorgeven en vermenigvuldigen van deze handleiding in welke vorm dan ook alsook het gebruik van de inhoud ervan, zijn verboden behoudens schriftelijke toestemming. Inbreuken leiden tot schadevergoeding. Alle rechten voor octrooitoekenningen, registratie van tekeningen en modellen blijven voorbehouden.
-3-
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Waarschuwingen en symbolen in deze handleiding
Gevaar!
Het niet naleven van deze waarschuwingen kan leiden tot zware verwondingen of zelfs de dood.
Voorzichtig!
Het niet naleven van deze waarschuwingen kan onder bepaalde omstandigheden verwondingen veroorzaken.
Opgelet
Het niet naleven van deze waarschuwingen kan schade aan het toestel of andere materiële schade veroorzaken. Roept de gebruiker op tot actie. Door de verschillende stappen in een bepaalde volgorde af te handelen, wordt het eenvoudiger om op een correcte en veilige manier met de machine te werken. Instructies voor de gebruiker
Op de machine werden volgende waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen aangebracht: Dit symbool is een verwijzing naar de handleiding.
Dit symbool duidt aan dat gehoorbescherming verplicht is.
Dit symbool geeft informatie over het geluidsvermogensniveau (volume) van de machine.
Dit symbool geeft het aanslagpunt voor kraantransporten aan.
Dit symbool waarschuwt voor een roterend zaagblad.
Dit symbool staat voor: OPGELET! 1x per maand met smeerspray smeren Dit symbool staat voor: Werken uitvoeren aan de beschermkap van het zaagblad is niet toegestaan wanneer zaagblad draait. Dit symbool duidt de controle van de aandrijfriemen aan.
Dit symbool duidt de looprichting van het zaagblad aan.
Dit symbool staat voor: De machine mag alleen worden verplaatst naar een andere plaats dan waar de snijwerkzaamheden worden uitgevoerd als het gereedschap niet meer draait. -4-
HANDLEIDING Voorwoord
Deze handleiding heeft als doel u gemakkelijker vertrouwd te maken met de machine en u te leren hoe ze correct te gebruiken. De handleiding bevat belangrijke richtlijnen om de machine op een veilige, correcte en spaarzame manier te bedienen. Door deze richtlijnen na te leven, worden gevaarlijke situaties, reparatiekosten en stilstandtijden vermeden en verhoogt u de betrouwbaarheid en de levensduur van de machine. De handleiding dient als aanvulling op de bestaande nationale bepalingen betreffende ongevalpreventie en milieubescherming. De handleiding dient steeds op de plaats van gebruik van de machine bewaard te worden. De handleiding dient door iedereen die met de machine moet werken, te worden gelezen en toegepast, dat wil zeggen al het personeel dat bijv.: de machine bedient, de afstelling ervan verzorgt, functiestoringen verhelpt, productieafval afvoert, het onderhoud doet, werk- en hulpstoffen afvoert; instandhoudingswerkzaamheden uitvoert (onderhoud, inspectie en reparatie) en/of het transport ervan voor zijn rekening neemt. Naast de handleiding en de in het land en op de plaats van gebruik geldende bindende regels in het kader van ongevalpreventie dienen ook de erkende vaktechnische regels betreffende veilig en vakkundig werken in acht genomen te worden.
Vereist gereedschap
Andere documentatie
Om de voegenzaagmachine te kunnen bedienen, heeft u een werkinstrument nodig in de vorm van een zaagblad. Deze werkinstrumenten kunt u bij de fabrikant verkrijgen.
Naast deze handleiding stelt de betreffende fabrikant ook andere documentatie van de afzonderlijke machineonderdelen ter beschikking: handleiding brandstofmotor LISSMAC draagt geen enkele verantwoordelijkheid betreffende de volledigheid van de extra documentatie en kan zodoende hiervoor ook niet aansprakelijk gesteld worden.
Wijzigingen en voorbehoud
Wij doen al het mogelijke om deze handleiding correct en up-to-date te houden. Om onze technologische voorsprong te behouden, kunnen wij het echter nodig achten om, zonder voorafgaande melding, wijzigingen aan het product en de bediening ervan aan te brengen. Voor storingen, stilstanden en daaruit voortvloeiende schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden.
-5-
Notities:
-6-
Inhoudsopgave
1. Prestatiebeschrijving ............................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.1. Basisprincipes voor correct gebruik ...................................................... 9 1.2. Organisatorische maatregelen .............................................................. 9 1.3. Selectie personeel en kwalificatie: basisverplichtingen ....................... 11 1.4. Veiligheidsaanwijzingen betreffende de werkfasen ............................. 13 1.4.1. Transport, montage en installatie ................................................ 13 1.4.2. Ingebruikname ............................................................................ 13 1.4.3. Werking ....................................................................................... 14 1.4.4. Zagen met opengeklapte beschermkap ...................................... 14 1.4.5. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine ................................................................................................ 15 1.4.6. Verplaatsen van de voegenzaagmachine ................................... 15 1.4.7. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine ................................................................................................ 16 1.5. Verwijzing naar specifieke gevaren ..................................................... 16 1.5.1. Gevaar voor de machineoperator ................................................ 16 1.5.2. Elektrische energie ...................................................................... 17 1.5.3. Stof .............................................................................................. 17 1.5.4. Geluid .......................................................................................... 17 1.6. Transport............................................................................................. 17 1.7. Verpakking en opslag ......................................................................... 19 1.8. Milieubescherming .............................................................................. 19 1.9. Afvoer van afvalstoffen ....................................................................... 19 2. Beschrijving van het apparaat ................................................................. 20 2.1. Beschrijving van de machineonderdelen ............................................ 20 2.2. Veiligheidsinrichtingen ........................................................................ 21 2.3. Technische gegevens ......................................................................... 22 2.4. Geluidsvermogensniveau.................................................................... 22 2.5. Hand-arm-trillingen ............................................................................. 24 2.6. Leveringsomvang................................................................................ 24 3. Ingebruikname .......................................................................................... 25 3.1. Aansluitingen en bedrijfsmiddelen ...................................................... 25 3.2. Vullen van de brandstoftank................................................................ 26 3.3. Handrem ............................................................................................. 26 3.4. Gereedschap (zaagblad) .................................................................... 26 3.5. Inbouw zaagblad ................................................................................. 27 3.6. Aandrijfriemen ..................................................................................... 28 4. Transport ................................................................................................... 29 4.1. Transportstand .................................................................................... 29 4.2. Verplaatsen met de kraan ................................................................... 29 4.3. Bevestiging voor transport .................................................................. 30 5. Werking ..................................................................................................... 31 5.1. Veiligheid ............................................................................................ 31 5.2. Startvoorbereidingen ........................................................................... 31 5.3. Verplaatsen of afstellen van de voegenzaagmachine ......................... 31 5.4. Zagen met de voegenzaagmachine .................................................... 33 5.5. Zagen met opengeklapte beschermkap .............................................. 33 6. Onderhoud ................................................................................................ 34 6.1. Onderhoud .......................................................................................... 34 6.2. Foutentabel ......................................................................................... 35 6.3. Draaimomenten van de schroefverbindingen...................................... 36 6.4. Onderhoudsschema ............................................................................ 37 7. Gereedschap ............................................................................................. 39 8. Garantie ..................................................................................................... 40 9. Reserveonderdelen .................................................................................. 41
-7-
1. PRESTATIEBESCHRIJVING De voegenzaagmachine FS 13-3 behoort tot de haakse slijpers voor vloeren en dient voor het zagen van voegen in asfalt en beton. Dit toesteltype behoort tot de lage vermogensklasse van de voegenzaagmachines. De FS 13-3 is snel en flexibel in gebruik en is geschikt voor een brede waaier van zaagtoepassingen. Dankzij het compacte en robuuste model is de FS-13 perfect geschikt voor werkzaamheden in krappe ruimten. Het neerlaten en optillen van het zaagblad gebeurt traploos via een gesloten schroefspil met zaagdiepteaanduiding om zo beschadiging van het zaagblad te voorkomen. De spil bevindt zich buiten de zone waar het zaagsel zich opstapelt en wordt door een verzinkte stalen buis beschermd. Beschermkap van zaagblad is standaard langs de voorkant openklapbaar. Standaard met zaagbladflens voor opname van meerdere bladen tot 15 mm. Een grote watertank van 30 l met een grote inlaatopening en draaggrepen vergemakkelijkt het bijvullen en vermindert het aantal werkonderbrekingen. Aansluiting voor externe watertoevoer met separaat instelbare waterkraan. De standaard flenssmering draagt bij tot een lager waterverbruik en een optimale koeling van het zaagblad. Op die manier gaan de zaagbladen langer mee. De watertank kan naar voren gekanteld worden, zodoende is moeiteloos bijvullen mogelijk en kan hij volledig worden geleegd. Tijdens het snijden kan het zaagblad meer gewicht aan omdat de tank kan kiepen. De trillingsdempende stuurstang vermindert de trillingen waaraan de gebruiker blootgesteld wordt, wat de werkomstandigheden verbetert. De handgreep is traploos verstelbaar en 180° draaibaar voor een perfecte rechte snede. Optimaal toerental tot een zaagbladdiameter van 500 mm. Beste transportmogelijkheid door kraanophanging en houdgrepen. Standaard met handrem Inclusief LISSMAC-diamantschijf met Ø 450 mm voor asfalt
-8-
1.1. Basisprincipes voor correct gebruik 1.1.1
De fabrikant en toeleveranciers kunnen niet aansprakelijk worden gesteld in geval van foutief of onreglementair gebruik. Elke wijziging aan de machine die niet door de fabrikant wordt uitgevoerd, is verboden. Wijzigingen door aanbouw of ombouw aan de voegenzaagmachine zijn alleen toegestaan behoudens schriftelijke goedkeuring van de fabrikant.
1.1.2
De machine is volgens de laatste stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kan door het gebruik ervan gevaar voor lijf en leven optreden en dit zowel voor de gebruiker als voor derden. Daarnaast is ook schade aan de machine of ander materiaal niet uit te sluiten.
1.1.3
De machine mag alleen gebruikt worden in een technisch onberispelijke staat en de gebruiker dient zich bewust te zijn van de mogelijke gevaren en op een deskundige en veilige wijze met de machine om te gaan zoals in de gebruikshandleiding wordt bepaald. In het bijzonder storingen die de veiligheid in het gevaar kunnen brengen, moeten onmiddellijk worden verholpen (al dan niet zelf of door een vakman).
1.1.4
De voegenzaagmachine van LISSMAC behoort tot de haakse slijpers voor vloeren en is uitsluitend bedoeld voor het met water zagen van voegen in beton of asfalt. Het snijwerk omvat zaagbladen tot max.15 mm en mag alleen op vloeren worden gebruikt. De voegenzaagmachine mag slechts door één persoon tegelijkertijd bediend worden. Deze dient de voegenzaagmachine op de juiste manier vast te houden op het achterste deel. Elk ander gebruik wordt beschouwd als onreglementair gebruik. Onder correct gebruik wordt ook het in acht nemen van de handleiding en de inspectie- en onderhoudsvoorschriften begrepen.
1.1.5
Voorspelbaar foutief gebruik /onreglementair gebruik Zagen zonder beschermkap over zaagblad Zagen zonder water Zagen van hout, kunststoffen of metaal (zonder wapening of betonbewapening) Bouwtechnische wijzigingen die de veiligheid of de wijze van uitvoering van de voegenzaagmachine beïnvloeden.
1.2. Organisatorische maatregelen 1.2.1
De handleiding moet op de plaats waar de voegenzaagmachine ingezet wordt, binnen handbereik van het bedieningspersoneel worden bewaard.
1.2.2
Aanvullingen op de handleiding, zoals daar zijn de algemene, wettelijke en andere bindende regels inzake ongevalpreventie en milieubescherming, moeten worden nageleefd en gecommuniceerd! Onder dergelijke verplichtingen kunnen ook bijv. het gebruik van gevaarlijke stoffen of het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of verkeersregels worden begrepen.
1.2.3
Het personeel dat met de voegenzaagmachine moet werken, moet voor de aanvang van de werken de handleiding, en met name het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften, gelezen en begrepen hebben. Als de werken al bezig zijn, is het te laat. Dit geldt in bijzondere mate voor het personeel dat slechts zelden met de kraan werkt, bijv. afstel- of onderhoudstechnici. -9-
1.2.4
Zorg ervoor dat het personeel dat slechts sporadisch met de machine werkt, zich van de veiligheidsmaatregelen en de gevaren bewust is door hen te wijzen op de handleiding!
-10-
1.2.5
Voor zover dit vereist is of door voorschriften wordt opgelegd, dient het personeel persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken!
1.2.6
Alle veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op en rond de voegenzaagmachine dienen steeds volledig leesbaar te zijn en moeten in acht worden genomen! Beschadigde of niet meer leesbare veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen moeten worden vervangen.
1.2.7
Bij vaststelling van veiligheidsrelevante wijzigingen aan de machine of de werking ervan moet de machine onmiddellijk worden stilgelegd en als dusdanig worden gekenmerkt. In geval van storing dient u dit aan de bevoegde afdeling/persoon te melden.
1.2.8
Zonder goedkeuring van de fabrikant of leverancier mogen geen wijzigingen, aanof ombouwwerkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd. De instructies van de werktuigfabrikant moeten in acht worden genomen.
1.2.9
Gebruik alleen gecertificeerde originele reserveonderdelen!
1.2.10
Voorgeschreven of in de handleiding vermelde controle-intervallen dienen te worden gerespecteerd.
1.2.11
Voor het uitvoeren van instandhoudingsmaatregelen dient de werkplaats absoluut op de juiste wijze te zijn uitgerust.
1.2.12
Machines met verbrandingsmotoren mogen niet draaien in gesloten ruimten.
1.3. Selectie personeel en kwalificatie: basisverplichtingen 1.3.1
Alleen gekwalificeerd personeel ouder dan 18 jaar mag de voegenzaagmachine zelfstandig bedienen. Alle personen moeten geïnstrueerd worden in de bediening van de voegenzaagmachine en de exploitant dient hen uitdrukkelijk en schriftelijk de opdracht tot bediening ervan te geven.
1.3.2
De bevoegdheden van het personeel voor de bediening, de afstelling, de onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden dienen duidelijk te worden vastgelegd.
1.3.3
Zorg ervoor dat alleen de daarvoor aangeduide personen de machine bedienen.
1.3.4
De gebruiker moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen die voldoen aan de geldende veiligheidsbepalingen. Het betreft hier veiligheidsschoenen, veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
1.3.5
Het onnodig verblijven in de werkzone van de voegenzaagmachine is verboden. Personen die niet met of aan de machine werken, dient u te bevelen zich buiten de werkzone te begeven. Indien nodig moet u de werkzone afbakenen.
1.3.6
De gebruiker dient er bij alle bewegingen van de voegenzaagmachine op te letten dat hij zichzelf en andere personen niet in gevaar brengt. Op de plaats waar hij de machine gebruikt, moet hij ervoor zorgen dat obstakels het werken of het verplaatsen van de machine niet belemmeren.
1.3.7
Werkzaamheden aan elektrische voorzieningen van de machine mogen alleen door elektrisch geschoolde vaklui worden uitgevoerd of door geïnstrueerd personeel onder leiding en toezicht van een elektrisch geschoold vakman. Zij dienen hierbij de regelgeving omtrent elektronica na te leven.
-11-
1.3.8
Personeel dat nog moet worden geschoold, getraind, geïnstrueerd of een algemene opleiding volgt, mag de machine uitsluitend bedienen wanneer er een ervaren persoon permanent toezicht houdt!
-12-
1.4. Veiligheidsaanwijzingen betreffende de werkfasen 1.4.1. Transport, montage en installatie
1.4.1.1.
Transport, montage en installaties aan/met de voegenzaagmachine mogen alleen worden uitgevoerd wanneer de machine zich in de transportpositie bevindt. De voegenzaagmachine moet tegen wegrollen worden beveiligd.
1.4.1.2.
Transport, montage en installaties aan/met de voegenzaagmachine mogen alleen worden uitgevoerd mits het zaagblad is gedemonteerd en de motor is uitgeschakeld.
1.4.1.3.
De voegenzaagmachine dient steeds te worden verplaatst met behulp van een kraan, waarbij er rekening gehouden wordt met het maximale bedrijfsgewicht.
1.4.1.4.
Transport is alleen toegestaan wanneer alle onderdelen van de machine stevig aangedraaid zijn en er geen losse onderdelen kunnen naar beneden vallen.
1.4.2. Ingebruikname
1.4.2.1.
De ingebruikname van de voegenzaagmachine is alleen toegestaan in de transportpositie.
1.4.2.2.
Bij het plaatsen van het zaagblad dient u op de looprichting te letten. Het snijwerk moet altijd synchroon verlopen, anders breekt het materiaal en vliegen er kleine stukken in het rond.
1.4.2.3.
Bij het plaatsen van het zaagblad moet u attent zijn op de scherpe randen.
1.4.2.4.
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop gezaagd wordt, voldoende draagkracht heeft. Alle obstakels moeten uit het snijgebied worden verwijderd. Zorg ook voor goede verlichting.
1.4.2.5.
Controleer de volledige voegenzaagmachine visueel op beschadigingen en defecten. Vooral de controle van de veiligheidsvoorzieningen is belangrijk.
1.4.2.6.
De trillingsdempende stuurstang (pos. 3) moet ingesteld worden voor de gebruiker.
1.4.2.7.
Zorg voor een waterbron om het waterreservoir te kunnen bijvullen. Een rechtstreekse aansluiting op de watervoorziening is toegestaan.
1.4.2.8.
Tijdens het bijtanken van de verbrandingsmotor mag er in geval gerookt worden.
1.4.2.9.
Bij het vullen van de brandstoftank is bijzondere voorzichtigheid geboden. Motoronderdelen die tijdens de werking warm worden, houden een brandgevaar in.
1.4.2.10.
De brandstof mag alleen worden opgeslagen in speciaal daarvoor toegestane tanks.
1.4.2.11.
Het gebruik van roterend gereedschap waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid van de machine, is niet toegestaan. Defecte of gebarsten werktuigen moeten onmiddellijk worden vervangen.
-13-
1.4.3. Werking
1.4.3.1.
Elke werkwijze die op veiligheidstechnisch niveau bedenkingen oproept, is verboden!
1.4.3.2.
Tref de nodige maatregelen zodat de voegenzaagmachine alleen in een veilige en correcte werkende toestand kan worden bediend!
1.4.3.3.
Minimaal één keer per shift moet de voegenzaagmachine gecontroleerd worden op externe zichtbare beschadigingen en gebreken! Treden er wijzigingen op (ook in het bedrijfsproces), dan moet dit onmiddellijk aan de bevoegde afdeling/persoon gemeld worden! Leg de machine zo nodig meteen stil en beveilig hem tegen herstarten!
1.4.3.4.
Bij storingen moet de voegenzaagmachine onmiddellijk worden stilgelegd en tegen herstarten worden beveiligd. Laat deze storingen onmiddellijk verhelpen! Elektriciteitswerken mogen alleen door een gekwalificeerd elektrisch vakman worden uitgevoerd.
1.4.3.5.
Gebruik alleen geschikt en gecertificeerd gereedschap.
1.4.3.6.
Om u te beschermen tegen de snelle beweging van de machine, moet u het zaagblad langzaam en stapsgewijs in de ondergrond laten zakken. Elk contact met het draaiende deel moet worden vermeden.
1.4.3.7.
Zagen zonder beschermkap over het zaagblad (pos. 1) of aandrijfriemafdekking (pos. 11) is niet toegestaan. De gebruiker moet worden beschermd tegen roterende onderdelen.
1.4.4. Zagen met opengeklapte beschermkap
1.4.4.1.
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of in het zaagblad grijpen terwijl de machine draait, is niet toegestaan. Deze handelingen mogen alleen gebeuren wanneer het zaagblad stilstaat en de motor is uitgeschakeld.
1.4.4.2.
Wanneer u zaagt met de beschermkap van het zaagblad open (pos. 1), is het zaagblad vooraan niet afgedekt. In dat geval dient u uiterst voorzichtig te zijn!
-14-
1.4.5. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
1.4.5.1.
De in deze handleiding vermelde afstel-, onderhouds- en inspectietaken en intervallen met inbegrip van de vervangingsintervallen voor onderdelen/modules moeten worden in acht genomen! Deze taken mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
1.4.5.2.
Bedieningspersoneel dient voor de aanvang van de bijzondere werkzaamheden en de onderhoudswerken gebrieft te worden! Stel ook een toezichthouder aan!
1.4.5.3.
Wanneer de voegenzaagmachine is uitgeschakeld voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, moet ze worden beveiligd tegen ongewild herstarten.
1.4.5.4.
Voordat u met de reiniging ervan aanvangt, moeten alle openingen waar om veiligheidsredenen en met het oog op een correcte werking geen reinigingsmiddel mag binnendringen, afgedekt en dichtgeplakt worden. Vooral bij elektromotoren, schakelaars en stekkerverbindingen is dit van belang. Na het reinigen moeten de afgedekte/afgeplakte delen weer volledig worden vrijgemaakt!
1.4.5.6.
Schroefverbindingen die u voor onderhouds- of instandhoudingswerkzaamheden hebt losgedraaid, moet u nadien weer stevig aandraaien!
1.4.6. Verplaatsen van de voegenzaagmachine
1.4.6.1.
De voegenzaagmachine mag alleen worden verplaatst als het zaagblad niet draait.
1.4.6.2.
Voordat u als gebruiker de bedieningspost op de voegenzaagmachine verlaat, moet de brandstofmotor buiten werking worden gesteld en het zaagblad mag niet meer draaien. Dit om verwondingsgevaar door een roterend zaagblad te voorkomen.
1.4.6.3.
De gebruiker mag de voegenzaagmachine niet verlaten wanneer de handrem niet is geactiveerd. De voegenzaagmachine moet tegen wegrollen worden beveiligd.
-15-
1.4.7. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
1.4.7.1.
De in deze handleiding vermelde afstel-, onderhouds- en inspectietaken en intervallen met inbegrip van de vervangingsintervallen voor onderdelen/modules moeten worden in acht genomen! Deze taken mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
1.4.7.2.
Bedieningspersoneel dient voor de aanvang van de bijzondere werkzaamheden en de onderhoudswerken gebrieft te worden! Stel ook een toezichthouder aan!
1.4.7.3.
Wanneer de voegenzaagmachine is uitgeschakeld voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, moet ze worden beveiligd tegen ongewild herstarten.
1.4.7.4.
Voordat u met de reiniging ervan aanvangt, moeten alle openingen waar om veiligheidsredenen en met het oog op een correcte werking geen reinigingsmiddel mag binnendringen, afgedekt en dichtgeplakt worden. Vooral bij elektromotoren, schakelaars en stekkerverbindingen is dit van belang. Na het reinigen moeten de afgedekte/afgeplakte delen weer volledig worden vrijgemaakt!
1.4.7.6.
Schroefverbindingen die u voor onderhouds- of instandhoudingswerkzaamheden hebt losgedraaid, moet u nadien weer stevig aandraaien!
1.4.7.7.
Dienen de veiligheidsinrichtingen toch absoluut te worden gedemonteerd voor de afstelling, het onderhoud of de reparatie, moeten deze onmiddellijk na de betreffende werkzaamheden opnieuw gemonteerd en gecontroleerd worden!
1.4.7.8.
Het gebruik van roterend gereedschap waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid van de machine, is niet toegestaan.
1.5. Verwijzing naar specifieke gevaren 1.5.1. Gevaar voor de machineoperator
1.5.1.1.
Voordat u als gebruiker de bedieningspost op de voegenzaagmachine verlaat, moet de brandstofmotor buiten werking worden gesteld en het zaagblad mag niet meer draaien. Dit om verwondingsgevaar door een roterend zaagblad te voorkomen.
1.5.1.2.
Werken aan en verplaatsen van de voegenzaagmachine met draaiend zaagblad zijn niet toegestaan.
1.5.1.3.
De brandstofmotor van de voegenzaagmachine mag alleen worden gebruikt voor de in de handleiding beschreven zaagtoepassingen.
-16-
1.5.2. Elektrische energie
1.5.2.1.
Gebruik alleen originele zekeringen met de voorgeschreven stroomsterkte! Bij storingen moet de voegenzaagmachine onmiddellijk uitgeschakeld worden! Alleen gecertificeerde en gekwalificeerde vakmannen mogen werkzaamheden aan de elektrische installaties van de machine uitvoeren.
1.5.2.2.
Onderhoud en reparaties zijn alleen toegestaan wanneer de motor van de voegenzaagmachine is uitgeschakeld en het zaagblad niet meer draait. Let er ook op dat de machine zich in de transportpositie bevindt.
1.5.2.3.
De elektrische voorziening van een machine dient regelmatig geïnspecteerd/gecontroleerd te worden. Gebreken zoals los zittende verbindingen of beschadigde kabels moeten onmiddellijk worden verholpen. Om te voorkomen dat andere personen de machine in gebruik nemen, moet op de machine duidelijk worden aangegeven dat dit verboden is.
1.5.3.1.
Bij werken in enge ruimten dient u evt. bestaande nationale voorschriften hieromtrent in acht te nemen!
15.3.2
Om stofvorming tijdens het zagen te verminderen, moet het zaagblad met water worden gekoeld. Droog zagen is niet toegestaan en beschadigt meer dan alleen het zaagblad.
1.5.4.1.
zie 2.4 Geluidsvermogensniveau van de machine
1.6.1
Tijdens het kraantransport moeten aanslagmiddelen met voldoende draagkracht worden ingezet. Aanslagmiddelen moeten vooraf worden gecontroleerd op beschadigingen.
1.6.2
Duid ook een vakkundig persoon aan die de instructies tijdens het hefproces moet geven!
1.6.3
Voegenzaagmachine mag alleen op vakkundige wijze en volgens de indicaties in de handleiding met een hijstoestel worden opgetild!
1.6.4
Gebruik alleen geschikte transportvoertuigen met voldoende draagkracht!
1.6.5
Zeker de lading overeenkomstig de voorschriften. Gebruik de juiste aanslagpunten!
1.6.6
Ook wanneer de machine slechts heel beperkt moet worden verschoven, moet de motor van de voegenzaagmachine worden uitgeschakeld. Neemt u de machine direct weer in gebruik, dan mag het zaagblad niet meer draaien!
1.5.3. Stof
1.5.4. Geluid
1.6. Transport
-17-
1.6.7
Herstart de machine steeds volgens de instructies in de handleiding!
-18-
1.7. Verpakking en opslag Om tijdens de verzending en het transport de machine voldoende te beschermen, werden de machine en de onderdelen ervan zorgvuldig verpakt. Bij de inontvangstname van de machine dient deze op beschadigingen gecontroleerd te worden. De verpakking van het toestel bestaat uit recycleerbaar materiaal. Sorteer het verpakkingsmateriaal in de juiste afvalcontainers zodat ze kunnen worden gerecycleerd. Een beschadigde machine mag niet in gebruik worden genomen. Ook beschadigde kabels en stekkerverbindingen houden een veiligheidsrisico in en mogen niet meer worden gebruikt. Meld dit altijd aan de fabrikant. Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet ze tegen vuil en vocht worden beschermd.
1.8. Milieubescherming Verpakkingsmateriaal, reinigingsmiddelen, gebruikte bedrijfsmiddelen of restanten ervan alsook gedemonteerde slijtageonderdelen zoals aandrijfriemen of motorolie moeten volgens de op de plaats van gebruik geldende milieuvoorschriften worden afgevoerd voor recyclage.
1.9. Afvoer van afvalstoffen Wanneer de machine versleten is, en in het bijzonder wanneer er functiestoringen optreden, moet u het versleten toestel onbruikbaar maken. Voer het toestel af volgens de in uw land geldende milieuvoorschriften. Elektrisch afval mag niet bij het huishoudelijk afval gegooid worden. Breng het versleten toestel naar een afvalverzamelpunt.
-19-
2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 2.1. Beschrijving van de machineonderdelen
5
3
1
6
2 4
Pos. 1
Beschermkap zaagblad
Pos. 2
Brandstofmotor
Pos. 3
Trillingsdempende stuurstang
Pos. 4
Chassis (onderstel)
Pos. 5
Watertank met kogelkraan en GEKA-koppeling
Pos. 6
Peilstok
-20-
7
8
14 12 10
9 11
13
Pos. 7
Schroef voor de beveiliging van de afdekkap van het zaagblad
Pos. 8
Kogelkraan en GEKA-koppeling
Pos. 9
Hoogteverstelfunctie van de zaagarm bestaat uit: kruk met veergrendel voor de vergrendeling
Pos. 10
Diepteaanslag
Pos. 11
Afdekking aandrijfriem
Pos. 12
Aanslagpunt voor de kraan
Pos. 13
Handrem
Pos. 14
Bevestigingsoog
2.2. Veiligheidsinrichtingen Pos. 1
Beschermkap zaagblad
-21-
2.3. Technische gegevens FS 13-3 Benzine
FS 13-3 Diesel
max. zaagdiepte
180 mm
max. zaagbladdiameter
500 mm
max. zaagbladbreedte
15 mm
zaagbladhouder
25,4 mm
toerental zaagblad
2300 min-1
bedrijfsgewicht max.
146 kg
173 kg
leeg gewicht
105 kg
133 kg
watertank volume aandrijfmotor
30 liter 1-cilinder Honda
1-cilinder Hatz
8,2 kW/11,2 pk
7,3 kW/10 pk
brandstof
benzine
diesel
tankinhoud
6,1 liter
5 liter
afmetingen (min.) l/b/h
650 / 555 / 680 mm
1095 / 505 / 755 mm
afmetingen (met draaiende machine) l/b/h
1040 / 585 / 910 mm
1155 / 535 / 985 mm
vermogen (kW/pk)
2.4. Geluidsvermogensniveau Gevaar!
In een omgeving met een hoog geluidsniveau, zoals werken in de buurt van luide machines, moet de machineoperator op de werkplek steeds gehoorbescherming dragen vanaf 85 dB(A). De aanduiding definieert de intensiteit van de akoestische vervuiling waaraan de operator op de werkplek wordt blootgesteld alsook het geluidsvermogensniveau van de voegenzaagmachine. Het gemeten geluidsvermogensniveau LwA109 dB(A) De geluidsemissiedruk op de bedieningspost LpA 92 dB(A) Het gegarandeerde geluidsvermogensniveau bedraagt: FS 13-2 Benzine FS 13-2 Diesel
110 dB(A) 110 dB(A)
De waarden worden door een meting van de geluidsemissie vastgesteld. De proef gebeurde onder belasting van het grootste toegestane zaagblad voor de zaagbladmachine. Meettoleranties: 2,5 dB voor het A-gewogen geluidsvermogensniveau 4 dB voor het A-gewogen niveau van de geluidsemissiedruk -22-
De geluidsemissiedruk werd conform de normen EN ISO 377, EN 13862 en richtlijn 2000/14/EG doorgevoerd.
-23-
2.5. Hand-arm-trillingen Gevaar!
In een omgeving met een hoog geluidsniveau, zoals werken in de buurt van luide machines, moet de machineoperator op de werkplek steeds gehoorbescherming dragen vanaf 85 dB(A). De aangegeven waarde werd berekend met de maximale zaagbladdiameter van 500 mm. Het effect kan omgekeerd evenredig zijn met het gewicht van de machineoperator. De totale waarde van de trillingen: FS 13-2 Benzine aHV
6,0 m/s2
FS 13-2 Diesel aHV
9,0 m/s2
Bij de metingen werden volgende normen in acht genomen: EN ISO 5349, VD 2057 blad 2, richtlijn 2002/42/EG. De aangegeven waarden werden bij het zagen van beton gemeten bij een zaagdiepte van 5 cm. Deze waarde wordt in de praktijk door volgende factoren beïnvloed: - materiaal van het zaagblad - aantal zaagbladen - gewicht van de operator - snijsnelheid - staat van de machine - eigenschappen van het beton
2.6. Leveringsomvang Opgelet
Controleer of de levering volledig is. Ontbreken er onderdelen, meld dit dan onmiddellijk bij de fabrikant. De levering van de voegenzaagmachine omvat: LISSMAC voegenzaagmachine FS 13-3 zaagblad Ø 450 mm voor asfalt watertank (30 liter) met kogelkraan en GEKA-koppeling inklapbare beschermkap voor zaagbladen tot Ø 500 mm trillingsdempende stuurstang werkgereedschap steeksleutel SW 13 steeksleutel SW 32 handleiding brandstofmotor
-24-
3. INGEBRUIKNAME 3.1. Aansluitingen en bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddel: motorolie De motoren worden door de fabrikant met motorolie gevuld. Gebruik daarom alleen motorolie die door de fabrikant is goedgekeurd. De specificaties en kwaliteitseisen zijn terug te vinden in de handleiding van de brandstofmotor. brandstof De voegenzaagmachine moet naargelang de uitvoering worden gevuld met benzine of diesel. De specificaties en de kwaliteitseisen zijn terug te vinden in de handleiding van de brandstofmotor. Smeerpunten De bewegende delen moeten op de smeerpunten van de voegenzaagmachine periodiek worden gesmeerd. De fabrikant gebruikt een gecertificeerd hittebestendig multifunctioneel smeervet. Watertank De watertank mag alleen met zuiver water worden gevuld. De waterdruk in de toevoerleiding mag nooit meer dan 5 bar bedragen. Indien nodig moet u een reduceerventiel monteren om zo de waterdruk te verlagen tot max. 5 bar. Verwijder de afdekking en vul met water (30 liter). Sluit de waterleiding aan op de watertank.
-25-
3.2. Vullen van de brandstoftank Gevaar!
Bij het vullen van de brandstoftank van de verbrandingsmotor komen er zeer licht ontvlambare brandstofdampen vrij. Er geldt dan ook een absoluut rookverbod tijdens deze handeling. Alle ontvlambare bronnen moeten worden verwijderd.
Voorzichtig !
Wanneer u brandstof bijvult, bestaat het gevaar dat de hete motoronderdelen verbranden.
Opgelet
De brandstof mag alleen worden opgeslagen in speciaal daarvoor toegestane tanks. De tanks moeten als dusdanig worden gekenmerkt. Watertank (pos. 5) naar voren klappen Deksel van brandstofmotor openen Brandstof via de filterzeef in de opening gieten Brandstoftank vullen tot aan de filterzeef Deksel van brandstofmotor sluiten Watertank (pos. 5) naar achteren klappen
3.3. Handrem Gevaar!
Om de voegenzaagmachine te beveiligen tegen onbedoeld wegrollen, moet de handrem worden bediend. De handrem (pos. 13) wordt bediend via de hoogteverstelfunctie van de zaagarm (pos. 9). Bedien de veergrendel op de kruk (pos. 9) van de hoogteverstelfunctie (pos. 13) en draai hem in de bovenste positie. De handrem drukt op het wiel van de voegenzaagmachine en voorkomt zo wegrollen. Hoogteverstelfunctie (pos. 9) via de veergrendel beveiligen
3.4. Gereedschap (zaagblad) Keuze van het zaagblad Zie 7. Gereedschap Opslag van het gereedschap Het gebruikte gereedschap moet tegen vocht worden beschermd. De rond het zaagblad gemonteerde segmenten moeten tegen beschadigingen worden beschermd.
-26-
3.5. Inbouw zaagblad Gevaar!
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of in het roterende zaagblad grijpen terwijl de machine draait, is niet toegestaan. Deze handelingen mogen alleen gebeuren wanneer het zaagblad stilstaat en de motor is uitgeschakeld.
1
2
Opgelet
Het gebruik van roterend gereedschap waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid van de machine, is niet toegestaan. Defecte of gebarsten werktuigen moeten onmiddellijk worden vervangen. Om het zaagblad te vervangen, moet u als volgt te werk gaan: Draai de zeskantschroef los (pos. 1). De beschermkap van het zaagblad kan langs boven worden verwijderd. Verwijder de flensmoer met het gereedschap (pos. 2) en verwijder ook de drukring.
Opgelet
Bij het inbouwen van het zaagblad moet u ervoor zorgen dat het flensoppervlak proper is. Het zaagblad moet direct tegen de flens liggen. Stem de draairichting van het zaagblad met de pijl (parallel zagen) af op de beschermkap van het zaagblad. Plaats het zaagblad. Monteer de drukring en de flensmoer. Breng de beschermkap van het zaagblad aan. Draai de zeskantschroef (pos. 1) aan.
-27-
3.6. Aandrijfriemen
15 16
14
11
Gevaar!
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of in het roterende zaagblad grijpen terwijl de machine draait, is niet toegestaan. Deze handelingen mogen alleen gebeuren wanneer het zaagblad stilstaat en de motor is uitgeschakeld. Controle Om de aandrijfriemen te controleren, hoeft u maar met uw duim erop te drukken. Verwijder de afdekking (pos. 14). Druk ter controle met de duim op de riemen. Gevolg van een foutieve aanspanning van de aandrijfriemen: Aandrijfriemen te los: de aandrijfriemen glijden over de V-riempoelie, geen goede of een slechte krachtoverbrenging. Aandrijfriemen te strak gespannen: overmatige slijtage, oververhitting van de V-riempoelies met gevolgschade. Monteren en demonteren of aanspannen van de aandrijfriemen Verwijder de afdekking van de aandrijfriemen (pos. 11). Door de borgschroef (pos. 15) los te draaien, kunt u met de stelbout (pos. 16) de spanning regelen. De aandrijfriemen kunnen verwijderd worden. -28-
4. TRANSPORT 4.1. Transportstand Gevaar!
Om de voegenzaagmachine te beveiligen tegen onbedoeld wegrollen, mag ze alleen in de transportstand worden getransporteerd.
Opgelet
Tijdens het transporteren van de voegenzaagmachine moeten onbedoelde positiewijzigingen worden vermeden. Er kan immers dan motorolie in de verbrandingskamer van de motor terechtkomen en de motor beschadigen. Onder transportstand verstaan we: De handrem is aangetrokken, de zaagarm staat in de bovenste positie en de veergrendel is vastgezet. Zaagblad is gedemonteerd om schade aan het zaagblad te voorkomen. De motor staat uit. De peilstok op de machine is ingeklapt. De trillingsdempende stuurstang bevindt zich in het onderstel.
4.2. Verplaatsen met de kraan Gevaar!
Verplaats of transporteer de voegenzaagmachine alleen in de transportstand.
Gevaar!
Alleen onbeschadigde aanslagmiddelen met voldoende draagkracht mogen worden ingezet voor deze werkzaamheden. Er mogen zich geen personen onder zwevende lasten bevinden. Hang de voegenzaagmachine met behulp van een aanslagmiddel met voldoende draagkracht in het hijsoog (pos.12). Duid ook vóór het heffen een vakkundig persoon aan die de instructies moet geven. Gebruik alleen geschikte transportvoertuigen met voldoende draagkracht. Til de machine voorzichtig op en let op het zwaartepunt. Houd altijd de voegenzaagmachine in het oog. Verzeker de lading op betrouwbare wijze. Gebruik de juiste aanslagpunten. Herstart de machine steeds volgens de instructies van de gebruikershandleiding.
-29-
4.3. Bevestiging voor transport Gevaar!
Verplaats of transporteer de voegenzaagmachine alleen in de transportstand.
Houd rekening met het toegelaten totaalgewicht van het transportvoertuig. Bedien de handrem (pos. 13) via de kruk (pos. 9) (veergrendel ont- en vergrendelen). Bevestig de voegenzaagmachine met voldoende aanslagmiddelen.
-30-
5. WERKING 5.1. Veiligheid Gevaar!
De operator die de zaagwerken moet uitvoeren, moet via de stuurstang (pos. 3) de zaagbeweging inleiden. De operator mag de voegenzaagmachine dan ook alleen op deze plaats vasthouden. De voegenzaagmachine mag slechts door één persoon tegelijkertijd bediend worden. Andere personen moeten buiten het snijbereik blijven. Eventueel het werkgebied afbakenen.
Gevaar!
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of in het roterende zaagblad grijpen terwijl de machine draait, is niet toegestaan. Deze handelingen mogen alleen gebeuren wanneer het zaagblad stilstaat en de motor is uitgeschakeld.
5.2. Startvoorbereidingen Gevaar!
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop gezaagd wordt, voldoende draagkracht heeft. Alle obstakels moeten uit het snijgebied worden verwijderd. Zorg ook voor goede verlichting.
Opgelet
Het zaagtraject kan met behulp van een markeerspray worden aangegeven.
Om de voegenzaagmachine veilig en correct te kunnen gebruiken, moet aan volgende voorwaarden voldaan worden: Controleer de voegenzaagmachine op beschadigingen, losse schroefverbindingen en of de aangebouwde modules volledig zijn. Controle van het motoroliepeil De brandstoftank moet voldoende brandstof bevatten. Hetzelfde geldt ook voor de watertank. Een geschikt zaagblad dat voldoet aan de optimale voorwaarden, moet gemonteerd zijn. Het waterkoelsysteem moet functioneel zijn.
5.3. Verplaatsen of afstellen van de voegenzaagmachine Gevaar!
Verwondingsgevaar door roterend zaagblad! Om de voegenzaagmachine te verplaatsen, mag het zaagblad niet draaien. De voegenzaagmachine verplaatsen mag alleen wanneer - de brandstofmotor is uitgeschakeld en het zaagblad niet meer draait, - de handrem is geactiveerd.
-31-
Tijdens het verplaatsen moet de handrem geactiveerd worden en bovendien mag de operator zijn post op de voegenzaagmachine niet verlaten. Direct na het positioneren van de machine moet de handrem weer bediend worden.
-32-
5.4. Zagen met de voegenzaagmachine Gevaar!
De voegenzaagmachine mag alleen in gebruik worden genomen als aan alle voorbereidende startvoorwaarden is voldaan (zie 5.2). Kan dit niet, dan is inbedrijfstelling van de voegenzaagmachine niet toegestaan. Droog zagen zonder water is verboden! Zet de voegenzaagmachine in de juiste positie. Klap de peilstok (pos. 6) naar onderen. Open de kogelkraan (pos. 8) op de waterkraan.
Opgelet
Start de brandstofmotor zie handleiding van de brandstofmotor Druk de gashendel van de brandstofmotor helemaal in. Leid de zaagbeweging in via de stuurstang (pos. 3). Pas de zaagsnelheid aan aan de zaagkracht.
5.5. Zagen met opengeklapte beschermkap Gevaar!
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad of in het roterende zaagblad grijpen terwijl de machine draait, is niet toegestaan. Deze handelingen mogen alleen gebeuren wanneer het zaagblad stilstaat en de motor is uitgeschakeld.
Gevaar!
Wanneer u zaagt met de beschermkap van het zaagblad open (pos. 1), is het zaagblad vooraan niet afgedekt. In dat geval dient u uiterst voorzichtig te zijn! De beschermkap van het zaagblad (pos. 1) kan naar voren worden opengeklapt op de voegenzaagmachine. Dit kan nodig zijn om vrij te kunnen zagen in de hoeken aan een muur. Zet de brandstofmotor uit en wacht totdat het zaagblad niet meer draait. Draai de schroeven aan de zijkant van de beschermkap (pos. 1) los. Klap de beschermkap (pos. 1) naar boven. Draai de borgschroeven aan. Start de brandstofmotor zoals wordt voorgeschreven in de gebruikershandleiding.
Gevaar!
Na het zagen moet de beschermkap (pos. 1) onmiddellijk weer worden gesloten! Zet de brandstofmotor uit en wacht totdat het zaagblad niet meer draait.
-33-
6. ONDERHOUD 6.1. Onderhoud Gevaar!
Alleen gekwalificeerd personeel is bevoegd tot het uitvoeren van onderhoudsen reparatiewerkzaamheden. De voegenzaagmachine moet tegen inschakelen door andere personen worden beveiligd. Het zaagblad mag alleen worden verwijderd als het stilstaat. Voor het onderhoud en reparaties moet de machine steeds uitgeschakeld zijn. Reinigen Ter bescherming van het gelakte oppervlak mag u geen scherpe reinigingsmiddelen gebruiken. Motorolie Plaats een geschikte opvangbak met trechter onder de olieaftapschroef. Tap de afgedankte motorolie op vakkundige en milieuvriendelijke wijze af en breng ze naar uw afvalpark of afvalbedrijf. Neem de handleiding van de motorfabrikant in acht (te vinden in bijlage bij elke machine). Respecteer ook zeker de veiligheidsen onderhoudsvoorschriften! Smering Breng op de smeernippels alleen kwaliteitsvet aan dat voldoet aan de gewenste eisen. Het op de voegenzaagmachine gebruikte smeervet draagt de naam 'Energrease LS2 BP'.
voor elk gebruik
dagelijks
wekelijks
maandelijks
Visuele controle op zichtbare schade en gebreken
Grondige reiniging van de voegenzaagmachine (na elk gebruik)
Controle van de motorolie
Motorolie vervangen
zie handleiding van de brandstofmotor
Smeerpunt op de zaagarm (pos. 11) smeren
Spil voor de zaagbladhoogteverstelling met smeervet besproeien
Veergrendel via de smeernippel op de zaagdiepteafstelling (pos. 9) smeren
Aandrijfriemen na de eerste 2 bedrijfsuren aanspannen
Schroefverbindingen
Alle schroefverbindingen na 20 bedrijfsuren aandraaien, zie 6.3
-34-
6.2. Foutentabel Gevaar!
Voordat u met onderhouds- of reparatiewerken start, moet de stekker uit het stopcontact getrokken worden. U moet ervoor zorgen dat anderen niet per ongeluk de machine kunnen herstarten. Onderhouds- en reparatiewerken mogen alleen door gekwalificeerde vaklui worden uitgevoerd.
Fout
Oorzaak
Oplossing
gering zaagvermogen
zaagblad is stomp
zaagblad vervangen
te weinig koelwater
waterzeef reinigen of watervoorziening met druk (max. 5 bar) spoelen
voegenzaagmachine start niet
kruk kan niet worden gedraaid
Opgelet
V-riem schiet door
aandrijfriemen aanspannen
motor werkt niet op vol vermogen
zie handleiding van de motor
brandstoftank is leeg
vul bij met brandstof
brandstoffilter is verontreinigd
demonteer en reinig brandstoffilter
hoofdschakelaar staat in de verkeerde positie
zet hoofdschakelaar op AAN
veergrendel is niet gedeblokkeerd
deblokkeer de veergrendel
veergrendel klemt
smeer de veergrendel
Bij een te grote zaagkracht moeten volgende punten worden onderzocht: is het zaagblad niet stomp of defect? is er te weinig water om het zaagblad te koelen? hebt u het juiste zaagblad gekozen? maximaal vermogen of toerental van de motor?
-35-
6.3. Draaimomenten van de schroefverbindingen
Sterkteklasse: Afmeting M4
8.8
10.9
12.9
max. aandraaimoment in Nm
max. aandraaimoment in Nm
max. aandraaimoment in Nm
3.3
4.8
5.6
M5
6.5
9.5
11.2
M6
11.3
16.5
19.3
M8
27.3
40.1
46.9
M10
54
79
93
M12
93
137
160
M14
148
218
255
M16
230
338
395
M18
329
469
549
M20
464
661
773
M22
634
904
1057
M24
798
1136
1329
M27
1176
1674
1959
M30
1597
2274
2662
-36-
6.4. Onderhoudsschema Opgelet
Dit hoofdstuk moet worden gezien als bewijs voor reeds uitgevoerde onderhoudstaken en doet dienst als onderhoudsboekje. Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden moeten hierin worden gedocumenteerd.
Machine/type:
Datum
Serienummer/bouwjaar:
Uitgevoerd onderhoud of service
-37-
Datum/handtekening
-38-
7. GEREEDSCHAP
Toerental min–1
Omtreksnelheid (m/s)
Diameter diamantschijf mm Markering voor asfalt Markering voor beton
Alle werktuigen die zijn uitgerust met diamantgereedschappen hebben een specifieke kleur. Per gebruiksdoeleinde en toepassingsgebied zijn er specifieke werktuigen. Om tot de beste resultaten te komen, moeten de parameters juist zijn. Met dit diagram kunt u het optimale zaagvermogen bepalen. Opgelet
In de LISSMAC-verkoopmap kunnen de prijzen voor de werktuigen worden berekend. Deze verkoopmap kunt u op elk moment bij de fabrikant aanvragen.
-39-
8. GARANTIE De garantie voor deze machine is 12 maanden. Voor de hierna vermelde slijtageonderdelen kan alleen een garantieclaim worden ingediend wanneer de slijtage los staat van de werking van de machine. Slijtageonderdelen zijn onderdelen die bij een correct gebruik van de machines door bedrijfsomstandigheden zullen verslijten. De slijtagetijd kan niet vast worden gedefinieerd want ze hangt af van de gebruiksintensiteit. Slijtageonderdelen moeten volgens de handleiding van de fabrikant per toestel worden onderhouden, afgesteld en indien nodig vervangen. Een operationele slijtage geeft geen recht op schadevergoeding ten gevolge van gebreken. Zaag- en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindels, spilmoeren, spillagers, kabels, kettingen, kettingwielen, riemen Afdichtingen, kabels, slangen, manchetten, stekkers, koppelingen en schakelaars voor pneumatische en hydraulische systemen, water, elektriciteit, brandstof Geleidingselementen zoals geleidingslijsten, geleidingsbussen, geleidingsrails, wielen lagers, antislipdeklagen Spanelementen van snellossystemen Spoelkopafdichtingen Glij- en walslagers die niet in het oliebad lopen Asafdichtringen en afdichtingselementen Frictie- en overbelastingskoppelingen, remsystemen Koolborstels, collectoren Snellosringen Regelpotentiometers en manuele schakelelementen Zekeringen en lampen Hulp- en bedrijfsmiddelen Bevestigingselementen zoals pluggen, ankers en schroeven Bowdenkabels Lamellen Membranen Ontstekings- en gloeibougies Onderdelen van de trekstarter zoals starterkoord, starterklink, starterrol, starterveer Afdichtborstels, rubberdichting, spatlappen Allerlei filters Aandrijf- en omkeerwielen en bandages Antitorsie-elementen Loop- en aandrijfwielen Waterpompen Transportwielen voor de afvoer van het zaagsel Boor-, demontage- en snijwerktuigen Transportband Rubber afstrijker Viltbescherming Energiebuffer
-40-
Reserveonderdeel aanbeveling
FS 13-3 B
FS 13-3 D
9. RESERVEONDERDELEN
X
X X X X
X X X X
X
X
X
X
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X
6
X
X
1 1
X X
X X
1
X
X
1 1 1 1 1
X X X X X
X X X X X
Pos.
Art.-nr.
Omschrijving
Specificatie
1 2 3.1 3.2
300044 601020 613428 300267
Zeskantmoer Drukring Zaagbladflens Koploze schroef met gleuf en ronde kop
DIN 934 24x1,5
3.3
301272
Cilinderschroef met inbus
4.1+4. 2 5 6.1 6.2 6.3 6.4 7 7.1 7.2 7.3 8 9 10 11 12 13
200240
Glijringdichting
1
205515 692442 300566 618387 205240 692443 210854 210853 263361 400273 200392 615258 280253 615187 260426
Dichtring Riembescherming Zeskantschroef Antispathoek Rubberen spatbescherming Beschermkap zaagblad Koppeling tapeind Snelkoppeling Inschroefbare slangaansluiting Kabeltule Sticker Lagerbout Kogellager Afstandhouder V-riem
1 1 3 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1
14 15 16.1 16.2 16.3 17.1 17.2 18 19.1 19.2 19.3 19.4 20.1 20.2 20.3 20.4 20.5
615158 615257 615472 615473 300045 300773 300575 201402 690492 360145 300834 300114 615275 300080 300166 300379 209341
V-riempoelie zaagblad Afstandsring Zaagarm Rem Veiligheidszeskantschroef Smeernippel Beschermkap met smeernippel Sticker Riemspanner compl. Zeskantschroef Borgmoer Vierkante moer Peilstok Zeskantmoer met kunststof ring Onderlegschijf Cilinderschroef met inbus Frictiemateriaal
20.6
300558
Schotelveer
20.7 21
300631 300539
Zeskantmoer Stalen opvulschijf
22
300457
Stalen opvulschijf
23 24 25 26 27
615288 613115 200436 200322 301118
Zeskantschroef Slangnippel Slangklem Torro Pvc-slang 0,85 m Borgschroef
DIN 427 10x25 A2 DIN 912 6x30 12.9
DIN 933 6x12
G 1/2" LW= 9 mm
6208 2RS A-lager XPA 911 3-delige set
8x20 Verbus DIN 71412 8xH1
DIN 933 8x55 BIW V-vorm 8,0 DIN 557 M8 DIN 934 12,0 DIN 125 A 13,0 DIN 912 12x50 R529 30x30x12,1 mm DIN 2093 25,0 X 12,2 X 1,5 MM, A2 DIN 439 12,0 DIN 988 25x35x0,5 DIN 988 25x35x0,5 DIN 933 24x40 6-KT 10x39
8x25 -41-
Stuks 1 1 1 1
X
6
1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 X 1 1 1 1 1
X
X
X X X
Omschrijving
Specificatie
28 29 30 30 30.1 31.1 31.2
300166 615465 615259 615448 208715 680019 300644
Stalen schijf Afstandsring V-riempoelie V-riempoelie Spanset Messing moer Cilinderschroef met inbus
DIN 7349 13,0
32 33.1 33.1 34.1 34.1 34.2 34.3 34.4 34.5 35 36 37.1 37.1 37.2
615277 615015 615407 206640 206245 200387 300240 300177 300239 200600 200426 692046 691341 300378
Afstandsbus Motorflens Motorflens Dieselmotor Benzinemotor Pasveer Borgmoer Stalen schijf Zeskantschroef Sticker Sticker Geleidingsbuis compl. Geleidingsbuis compl. Cilinderschroef met inbus
37.3 37.4 37.5 38 39 39 39.1 39.1 39.2 39.3 39.4 39.5 39.6
300166 201959 300998 205147 680031 680480 615373 628027 300343 300263 201959 300166 300352
Stalen schijf Aanloopring kunststof Zeskantmoer Sticker Trapeziumspindel compl. (37.1-42.6) Trapeziumspindel compl. (37.1-42.6) Trapeziumspindel Trapeziumspindel Zeskantschroef Stalen schijf Aanloopring Schijf Opvulschijf
39.7 39.8 39.9 40.1 40.2 41.1 41.1 41.2 41.3 41.4 42.1 42.2
205283 202816 261538 690489 300808 692419 692420 300379 300166 300998 615467 300840
Kunststof glijdoppen Afstandshuls Bus - cil. Schaalschuif Vleugelbout Spindelhouder Spindelhouder Cilinderschroef met inbus Stalen schijf Zeskantmoer Draaihendel Spanstift
42.3 42.4 42.5 42.6 43.1 43.1 43.2 44.1
201183 209177 360108 300273 692052 690496 300003 212005
Afstandhouder Handgreep Cilinderschroef met inbus Zeskantmoer Onderstel Onderstel Ringschroef Massief rubber wiel
RD 90x48 DRD 90x70
DIN 912 6x35 8.8 verz. RD 150x34 RD 160x43
BIW V-vorm 10,0 DIN 125 A 10,5 DIN 933 10x50
DIN 912 12x50 12,9 DIN 125 A 13,0 DIN 985 12,0
DIN 933 10x20 DIN 7349 10,5 DIN 125 A 13,0 DIN 988 12x18x0,5
DIN 316 6x16
DIN 912 12x50 DIN 125 A 13,0 DIN 985 12,0 ISO 8748 6x24 spiraal
DIN 912 8x60 DIN 934 8,0
DIN 580 8,0 160x50mm 300 KG met KULA 6204RS -42-
Stuks 1 1 1 1 1 1 1
X X
FS 13-3 D
Art.-nr.
FS 13-3 B
Pos.
Reserveonderdeel aanbeveling
X X X
X X
X X
1 1 1 1 1 1 1 3 2 1 1 1 1 1
X X
2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
X X X X X
1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
X X X X X X
1 1 1 1 1 1 1 4
X X X X
X X X X
X X X X X X X X X X X
X X X X
X X X X X X X
X X X X X X
X X X X X
X
X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Omschrijving
Specificatie
Stuks
44.2 44.3 45 46 46.1 46.2 46.3 46.4 46.5 46.6 47 48.1 48.2 48.3 49.1 49.1 49.2
300433 300464 201123 681648 692393 200088 615454 200985 615455 200089 208134 300189 403166 403168 615244 615404 300942
Stalen schijf Schroef met lenskop Typeplaatje Handgreep compl. voorgemonteerd Handgreep Rubberen veerelement Vierkante buis KU-glijdoppen @KU? @ GU? Profiel met draadgaten Rubberen handgreep Sticker Cilinderschroef met inbus Kabelschroefkoppeling pvc Contramoer Tankschaal Tankschaal Slotschroef
DIN 440 9,0 8x16 10,9
4 4 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2
49.3 49.4 49.5 50 51 52 53 54 55 55.1 55.2 55.4 55.5 55.6 58 59
300179 300177 300240 280104 280263 216095 280131 280142 680153 205698 280109 262697 280263 280104 206640 615393
Stalen schijf Stalen schijf Borgmoer GEKA-koppeling Kogelkraan Zeef GEKA-koppeling slangstuk Spanriem met sluitklem Waterbidon compl. Waterbidon 30 l Reduceernippel met schroefdraad Afdichting Kogelkraan GEKA-koppeling Dieselmotor Combisleutel
Opgelet
DR-W 27x70
DIN 912 16x25 25x1,5 mm 25x1,5 mm
DIN 603 10x25 8,8 DIN 125 A 17,0 DIN 125 A 10,5 BIW V-vorm 10,0 ½“ buitendraad SK 2XIG ½“ MS 3/8“
Polyamide ½“ SK 2XIG ½“ ½“ buitendraad
2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
X
FS 13-3 D
Art.-nr.
FS 13-3 B
Pos.
Reserveonderdeel aanbeveling
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X
X
X
X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Om foute bestellingen te voorkomen, moet u bij bestellingen van reserveonderdelen altijd de volledige typebenaming, het bouwjaar en het machinenummer opgeven! Technische wijzigingen voorbehouden! Wij willen er uitdrukkelijk op wijzen dat niet door ons geleverde onderdelen dan ook niet door ons getest en goedgekeurd zijn. De inbouw en het gebruik van dergelijke producten kunnen de eigenschappen van uw toestel negatief beïnvloeden en zodoende de veiligheid ervan in gevaar brengen. Voor schade die voortvloeit uit het gebruik van niet-originele reserveonderdelen en accessoires, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld!
-43-
-44-
Originele EGconformiteitsverklaring Deze EG-conformiteitsverklaring is van toepassing op volgende machine: LISSMAC voegenzaagmachine FS 13-3 B en FS 13-3 D. Deze verklaring betreft uitsluitend de machine in de toestand waarin zij in de handel is gebracht, met uitsluiting van de later door de eindgebruiker toegevoegde componenten en/of verrichte bewerkingen. Hierbij bevestigen wij dat de machine voldoet aan de geldende bepalingen van de richtlijn 2006/42/EG. Fabrikant:
LISSMAC Maschinenbau GmbH Lanzstrasse 4 D-88410 Bad Wurzach De technische documentatie wordt bewaard door en bij LISSMAC Maschinenbau GmbH, D-88410 Bad Wurzach
Machinebeschrijving:
De voegenzaagmachine is uitsluitend bedoeld voor het zagen van voegen in beton of asfalt.
Zaagdiepte max. Max. zaagblad Zaagbladhouder Aandrijfmotor Uitgangsvermogen max. Toerental zaagblad
FS 13-3 B
FS 13-3 D
180 mm
180 mm
Ø 500 mm
Ø 500 mm
25,4 mm
25,4 mm
1-cil. Honda
1-cil. Hatz
8,2 kW/11,2 PS
7,3 kW/10 PS
2300 min-1
2300 min-1
Gewicht
105 kg
133 kg
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau:
112 dB
112 dB
Gemeten geluidsniveau LwA:
113 dB
113 dB
F56
F57
Serienummer: Geharmoniseerde normen:
EN 13862:2010-03 EN ISO 12100:2011-03 EN 60204-1; VDE 0113-1:2007-06
Wettelijk bindende verantwoordelijke firma:
LISSMAC Maschinenbau GmbH Lanzstrasse 4 88410 Bad Wurzach Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0 Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500 E-mail:
[email protected] www.lissmac.com
Bad Wurzach op 15.08.2012
........................................... i.o. Marcel Hofstetter (Manager Ontwikkeling Construction Technology)
-45-
-46-