HANDLEIDING
AUTO CHART PROJECTOR
ACP-8
INLEIDING Hartelijk dank voor de aanschaf van de TOPCON ACP-8 Auto Chart Projector. (Voor het beste resultaat, leest u deze handleiding eerst zorgvuldig door. Bewaar de handleiding goed, zodat u deze later nog kunt raadplegen.) In deze handleiding wordt de ACP-8 Auto Chart Projector beschreven en leest u meer over basishandelingen, probleemoplossing, controle, onderhoud en reiniging. Voor een veilig en efficiënt gebruik van dit instrument, en ter voorkoming van gevaar voor de gebruiker en anderen, raden wij u aan de hoofdstukken
"Symbolen
voor
veilig
gebruik"
en
"Veiligheidsvoorschriften" zorgvuldig door te lezen. Nogmaals, bewaar deze handleiding goed om deze later nog eens te kunnen raadplegen.
Voorzorgsmaatregelen • Deze machine is een precisie-instrument, plaats het daarom op een locatie die voldoet aan de volgende omstandigheden: temperatuur: 10 tot 40°C, vochtigheid: 30 tot 85%, luchtdruk: 70 tot 106kPa. Stel het instrument niet bloot aan direct zonlicht. • Plaats het instrument op een gelijkmatige en vlakke ondergrond die vrij is van trillingen. Plaats geen voorwerpen op het instrument. • Sluit alle kabels goed aan voordat u het instrument gaat gebruiken. • Gebruik de aangegeven spanning. (±10% 50/60Hz ±1kHz) • Als u het instrument niet gebruikt, schakelt u de stroom uit en plaatst u de stofhoes over het instrument. • Voor een correcte meting mag het meetglas niet bevuild zijn met vingerafdrukken, stof, enz. Raak de meetopening niet aan, behalve bij reinigen.
1
Symbolen voor veilig gebruik Het instrument is voorzien van belangrijke waarschuwingssymbolen om het veilig gebruik van het instrument te bevorderen en te voorkomen dat gebruikers of anderen lichamelijk letsel oplopen of dat eigendommen beschadigd raken. Deze waarschuwingssymbolen worden ook gebruikt in deze handleiding. Het is raadzaam dat u bekend bent met de betekenis van de volgende symbolen en pictogrammen voordat u het gedeelte “Veiligheidsvoorschriften” en de rest van deze handleiding leest.
WAARSCHUWING SYMBOOL
BETEKENIS
WAARSCHUWING
Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Het negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel of beschadiging van eigendommen tot gevolg hebben.
• Onder letsel wordt verstaan: snijwonden, kneuzingen, verstuikingen, breuken, brandwonden, letsel door elektrische schokken, enz. • Met beschadiging van eigendommen wordt ernstige schade aan gebouwen, apparatuur of meubilair bedoeld.
PICTOGRAMMEN PICTOGRAMMEN
BETEKENIS Dit pictogram geeft een handeling aan die NIET is toegestaan. De specifieke betekenis wordt omschreven met woorden of een pictogram, hetzij in het pictogram zelf, hetzij in de buurt van het pictogram. Dit pictogram geeft een verplichte handeling aan. De specifieke betekenis wordt omschreven met woorden of een pictogram, hetzij in het pictogram zelf, hetzij in de buurt van het pictogram.
2
PICTOGRAMMEN PICTOGRAMMEN
BETEKENIS Dit pictogram geeft een mogelijk gevaar aan (Waarschuwing). Verbod. De specifieke betekenis wordt omschreven met woorden of een pictogram, hetzij in het pictogram zelf, hetzij in de buurt van het pictogram.
3
Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Pictogrammen
4
Toelichting
Pagina
Probeer het instrument niet te demonteren, te repareren of aan te passen. Dergelijke handelingen kunnen een elektrische schok tot gevolg hebben. Laat het instrument repareren door uw dealer.
20
Om elektrische schokken te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen water of andere stoffen in het instrument komen.
--
Plaats geen kop of glas met water of andere vloeistof op het instrument. Als deze omvallen, bestaat er gevaar voor elektrische schokken en brand.
--
Steek geen voorwerpen of metaal door de ventilatiegaten of in het instrumenthuis. Dit kan elektrische schokken veroorzaken.
--
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Als de stekker op een niet geaard stopcontact aangesloten is, kan lekkage ontstaan, wat tot brand of elektrische schokken kan leiden.
11
Verwijder het netsnoer voordat u het kapje van de zekering verwijdert om de zekering te vervangen. Als het netsnoer niet losgekoppeld is voordat u het kapje van de zekering verwijdert kan dit elektrische schokken als gevolg hebben. Installeer het netsnoer niet als het kapje van de zekering is verwijderd.
25
Gebruik alleen de bijgeleverde zekeringen (100V: 250V, 1,6A-M 200V: 250V, 1A-M). Gebruik van andere zekeringen kan in geval van storing brand veroorzaken.
25
Als u iets raars ziet (zoals rook) zet dan onmiddellijk de voedingsbron UIT en maak het netsnoer los. Als u het instrument in zo’n geval blijft gebruiken, kan er brand ontstaan. Neem contact op met uw dealer voor reparatie van het instrument.
--
LET OP Pictogrammen
Toelichting
Pagina
Kantel het instrument niet en plaats het niet op een onstabiele ondergrond. Het kan omvallen en verwondingen veroorzaken. Het instrument kan omvallen en verwondingen veroorzaken.
11
Raak de stekker nooit aan met natte handen. Dit kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
11
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de projectielamp vervangt.
23
Wacht na het uitschakelen van het licht een tijd voor u de projectielamp vervangt. Als u dit niet doet kunt u brandwonden oplopen.
23
5
GEBRUIK EN ONDERHOUD DOEL De Auto Chart Projector "ACP-8" is een elektrisch precisie-instrument voor medisch gebruik dat moet worden gebruikt onder toezicht van een arts.
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER Om de veiligheid en prestaties van dit instrument te waarborgen, moet u zelf nooit proberen onderhoud aan het instrument uit te voeren. Schakel voor reparaties ons servicepersoneel in. Alleen de volgende handelingen mogen door de gebruiker zelf worden uitgevoerd: Volg de instructies voor meer informatie.
VERVANGEN ZEKERINGEN De hoofdzekeringen in het instrumenthuis mogen worden vervangen door een nietgekwalificeerde onderhoudstechnicus. Zie voor meer informatie “De zekering vervangen”op pagina 25
VERVANGEN LAMPEN De projectielamp kan vervangen worden. Zie de instructies in "Projectielamp vervangen" op pagina 23voor meer informatie.
ONTSNAPPINGSCLAUSULE • TOPCON kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van brand, aardbevingen, acties door derden en andere ongelukken, of als gevolg van het negeren van instructies, onjuist gebruik en gebruik onder buitengewone omstandigheden. • TOPCON kan evenmin aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van het onjuist bedienen van dit instrument, zoals inkomstenderving en tijdelijke stopzetting van de bedrijfsuitoefening. • TOPCON kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door handelingen die niet zijn beschreven in deze handleiding. • Diagnoses vallen onder de verantwoordelijkheid van gekwalificeerde artsen, en TOPCON kan derhalve niet verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen van deze diagnoses.
6
WAARSCHUWINGSSYMBOLEN EN HUN PLAATS OP HET INSTRUMENT Voor een veilig gebruik staan er waarschuwingssymbolen op het instrument. Houd u aan de volgende waarschuwingen. Als één van de volgende waarschuwingslabels ontbreekt, neem dan contact op met ons op het adres dat op de achterzijde van deze handleiding staat vermeld.
7
Binnenkant lampbehuizing Koppel los voordat u lampen gaat vervangen. Dit voorkomt elektrische schokken. U moet een lamp niet direct vervangen nadat deze is uitgegaan omdat de lamp dan nog heet is en brandwonden of blaren kan veroorzaken.
Zie p.25
8
INHOUD INLEIDING ............................................................................................... 1 Symbolen voor veilig gebruik ................................................................... 2 Veiligheidsmaatregelen ............................................................................ 4 GEBRUIK EN ONDERHOUD .................................................................. 6 ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER ................................................. 6 ONTSNAPPINGSCLAUSULE ................................................................. 6 WAARSCHUWINGSSYMBOLEN EN HUN PLAATS OP HET INSTRUMENT ........................................................................... 7
Onderdeelnamen Namen van de onderdelen op het instrument .......................................... 8 Afstandsbediening ................................................................................... 9 Standaardaccessoires ........................................................................... 10
Bediening Voorbereidingen ..................................................................................... 11
Gebruikshandleiding Afstandsbediening (geavanceerde uitvoering) ...................................... 15 Functies programmeren ......................................................................... 16 Binoculaire visuele functies meten met behulp van kaarten .................. 18
Problemen oplossen Bedieningsprocedures probleemoplossen ............................................. 20
Kaart Optotypen .............................................................................................. 21
Onderhoud en inspectie Dagelijks onderhoud .............................................................................. 23 De kanalen van de afstandsbediening wijzigen ..................................... 26 Onderhoud ............................................................................................. 28
9
Verwijzingen Optionele accessoires ........................................................................... 29 Specificaties ........................................................................................... 29
Onderdeelnamen Namen van de onderdelen op het instrument Bovenste kap Sensor
Lampbehuizing
Voorpaneel
Cilinderschroef
Voet (Bij sommige types zit deze niet in de standaarduitrusting.)
Aan/uit-schakelaar
RS232C-connector (uitsluitend MC-type) Stroomaansluiting
Zekeringhouder Spanningskiezer Stekker
8 Onderdeelnamen
Afstandsbediening E-type
EM-type
1 2 3 4 5 6 7 8
Zender Kaartschakelaar Lichtschakelaar Reset-schakelaar(*) Vooruitschakelaar (*) Achteruitschakelaar(*) Maskerkiezer Schakelaar voor maskerverplaatsing 9 R&G-schakelaar 10 Programmaschakelaar * Deze schakelaars kunt u gebruiken in de ‘programma’-modus.
(Voorbeeld: kaart A-type )
9 Onderdeelnamen
Standaardaccessoires Hieronder volgen de standaardaccessoires. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd. ( geeft het aantal items. Netsnoer (1)
Kalibratiekaart (1)
Siliconendoek (1)
Bevestigingsschroeven (2) Niet meegeleverd bij types zonder voet.
Stofkap (1)
Reservezekering (2)
Reservelamp (1)
Droge batterij (UM-3) (2)
Zeskantsleutel voor scherpstellen (2)
Scherm (1)
Handleiding (1)
10 Onderdeelnamen
Bediening Voorbereidingen
Let op
Kantel het instrument niet en plaats het niet op een onstabiele ondergrond. Het kan omvallen en verwondingen veroorzaken. Het instrument kan omvallen en verwondingen veroorzaken.
Waarschuwing
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Als de stekker op een niet-geaard stopcontact aangesloten is kan lekkage ontstaan, wat tot brand of elektrische schokken kan leiden.
Let op
Raak de stekker nooit met natte handen aan. Dit kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
1 2 3 * *
4
Plaats het instrument op hetzelfde niveau als de te meten patiënt. Zet de aan/uit-schakelaar op ‘off’. Wanneer meer dan twee instrumenten dicht bij elkaar zijn opgesteld moet het kanaal met behulp van de DIP-schakelaars op het instrumenthuis en de signaalkanaalschakelaars op de afstandsbediening ingesteld worden om interferentie te voorkomen (U kunt op één locatie maximaal vier instrumenten installeren.) Bij aflevering is het instrument ingesteld op kanaal 1. Zie "De kanalen van de afstandsbediening wijzigen" op pagina 26voor het wijzigen van het kanaal. Plaats de connector van het netsnoer in de stroomaansluiting op het instrumenthuis en steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
11 Bediening
5 6 7
Zet de aan/uit-schakelaar op ‘on’. Verwijder het batterijklepje van de achterkant van de afstandsbediening. Plaats de batterijen zoals aangegeven in de afstandsbediening en plaats het klepje terug. (Plaatsen van de batterijen)
8
Wijzig de opstelling van het instrument, zodat het geprojecteerde licht midden op het scherm valt.
Leid de schroef eerst richting de schermsteun en zet hem met de zeskantsleutel stevig vast aan het instrument.
12 Bediening
Voor E-, EM-, MC-types
9
Maak de cilinderschroef met de zeskantsleutel een halve draai los.
Cilinderschroef
Knop
Beweeg de knop in de richting van de pijl, zodat de projectie op het scherm scherp en duidelijk is. Het instrument is goed gekalibreerd wanneer de projectie van de kaart met een visueel vermogen van 0,1 (of 20/200) de binnenste rand raakt van één van de schalen op de kalibratiekaart die overeenkomt met de benodigde brekingsafstand.
10 11
Als de grootte niet overeenkomt met de respectievelijke schaal voor de brekingsafstand, moet u het instrument dichter bij of verder weg van het scherm plaatsen en vervolgens stap 9 herhalen. Maak de cilinderschroef vast.
13 Bediening
Voor R-type (lens met variabele focus)
12
Maak de eerste en tweede lens-cilinderschroef een halve draai los. Beweeg de lens-cilinderschroef met de zeskantsleutel in de richting van de pijl. Eerste lens-cilinderschroef: Afmetingen Tweede lens-cilinderschroef: Scherpstellen Verplaats de eerste lenscilinderschroef om ruwweg de afmetingen te bereiken en verplaats de tweede lens-cilinderschroef om scherp te stellen.
13
Eerste lens-cilinderschroef
Tweede lens-cilinderschroef
Verplaats de eerste en tweede lens-cilinderschroeven naar voren en/of achteren om het 20/ 200 (of 0,1) visuele vermogen “E” op het projectiescherm scherp te stellen. Bevestig de kalibratiekaart aan het projectiescherm. De "E" van de 20/200 dia moet gelijkvallen met de kalibratiekaart. De "E" moet net de binnenkant van de schaal raken die de gewenste brekingsafstand aangeeft.
* De lenzen met variabele focus maken het mogelijk het R-type op te stellen op de volgende projectie-afstanden ten opzichte van de brekingsafstand: Brekingsafstand
Projectie-afstand
3m
2,90 tot 3,70 m
4m
3,80 tot 4,80 m
5m
4,70 tot 5,90m
6,1m
5,70 tot 7,10m
Bijvoorbeeld: Bij een brekingsafstand van 5 meter, kan de Auto Chart Projector van het R-type worden opgesteld op een afstand tussen 4,70 en 5,90 meter. Binnen dit bereik kan een goed gekalibreerd beeld zonder problemen worden geprojecteerd door de lenzen met variabele focus.
14
Maak de cilinderschroef vast.
14 Bediening
Gebruikshandleiding Afstandsbediening (geavanceerde uitvoering)
1
Zet de aan/uit-schakelaar op ‘on’. De kaart wordt in de beginpositie geplaatst en de lamp wordt ingeschakeld.
2
Richt de zender op de afstandsbediening op de sensor op het instrument, of gebruik een opper(1) vlak met een hoog weerkaatsingsvermogen om het licht dat door de zender weerkaatst wordt op te vangen. Druk alle schakelaars voor gebruik in. • Schakelaarfuncties (1) Kaartschakelaar . . . . . . . . . Hiermee wordt de kaart geprojecteerd zoals aangegeven op de schakelaar. (4) (2) Lichtschakelaar . . . . . . . . . Hiermee schakelt u de (5) (3) lamp in of uit. (2) (3) Reset-schakelaar . . . . . . . . Hiermee gaat u terug (6) (7) naar de stap 1-kaart in het programma. (4) Vooruitschakelaar . . . . . . . Hiermee gaat u auto(9) (8) matisch een stap verder in het programma. (5) Achteruitschakelaar . . . . . . Hiermee gaat u automatisch een stap terug in het programma. (6) Maskerkiezer . . . . . . . . . . . Hiermee kunt u een bepaald masker kiezen voor de kaart. (horizontaal Voorbeeld: kaart A-type masker, verticaal masker, ééntekenmasker). (7) Schakelaar voor maskerverplaatsingHiermee verplaatst u het masker in de richting die is aangegeven op de knop. Wanneer u het masker helemaal naar de rand of het midden van de geprojecteerde kaart verplaatst, wordt automatisch de volgende of vorige kaart uit de reeks weergegeven. Binnen het kaarttype kunt u kaarten verwisselen. (8) R&G-filterschakelaar . . . . . Het R&G-filter kan uitsluitend toegepast worden bij een kaart die R&G-filtering toestaat. (9) Wissel programma P1 om met programma P2. * Zie p.16 voor het gebruik van de programmafunctie. * Als de lamp uitgeschakeld is kunt u hem aanzetten door de (1)- of (3)-(9)-schakelaars in te drukken. * Als het masker niet geopend is, wordt het automatisch geopend door de (1)-kaartschakelaar in te drukken. * Als het instrument gedurende 10 minuten niet wordt gebruikt, wordt het automatisch uitgeschakeld (functie voor energiebesparing).
15 Gebruikshandleiding
Functies programmeren
1
Programmeren van de meetprocedure
(1) Programmeermodus activeren Schakel het instrument in en druk op de reset-schakelaar. Laat de reset-schakelaar los zodra u een geluidssignaal hoort. De kaart gaat terug naar de beginstand, de lamp gaat aan en u hoort twee geluidssignalen. Selecteer programma 1 of 2 door op P1 of P2 te drukken. (één geluidssignaal: P1 beginwaarde, twee geluidssignalen: P2). Druk op de “^”-schakelaar. U hoort drie geluidssignalen. (2) Kaarten programmeren Druk de kaartschakelaar of de maskerschakelaar in overeenkomstig de te projecteren meetprocedure en druk de “^”-schakelaar in. U hoort vier geluidssignalen, dit geeft aan dat één stap voltooid is. * Herhaal dit om de procedure te programmeren. Er kunnen maximaal 30 stappen geprogrammeerd worden. (3) Programmeren afsluiten Druk op de reset-schakelaar. Het programmeren is nu voltooid. * Als er 30 stappen geprogrammeerd worden, wordt de functie automatisch afgesloten zonder de reset-schakelaar in te drukken. * Als de aan/uit-schakelaar op uit wordt gezet, wordt het programma niet verwijderd. * Volg de hierboven beschreven stappen om een nieuw programma te starten. Het voorgaande programma wordt verwijderd om een nieuw programma te starten.
16 Gebruikshandleiding
2
Geprogrammeerde onderzoeken uitvoeren (Voorbeeld: kaart A-type ) Stroom SW
• Zet de aan/uit-schakelaar op ‘on’.
• De kaart op de beginpositie wordt geprojecteerd. • De stap 1-kaart wordt opgeroepen.
• De stap 1-kaart wordt geprojecteerd.
• U kunt tijdens een onderzoek teruggaan naar het begin (stap 1) van de geprogrammeerde onderzoeken.
• U kunt tijdens het uitvoeren van een geprogrammeerd onderzoek op elk moment een andere kaart projecteren.
• Door de programma omhoog- en omlaag-schakelaars in te drukken kunt u op ieder moment door het programma heen schakelen. U kunt zo veel stappen als nodig teruggaan in het programma.
• De kaart van de laatste stap wordt geprojecteerd.
• Het instrument projecteert de eerste kaart (stap 1) van het geprogrammeerde onderzoek.
17 Gebruikshandleiding
Binoculaire visuele functies meten met behulp van kaarten Gepolariseerde R en G-test
Binoculaire-balanstest
Waarde van vier stippen-test Kruisdraad/cirkel-test
Kaart
A-, C-, F-type
A-, B-, *F-, *H- C-type Type
A-, C-, F-, H- B-type Type
Filter
Polarisatiefilters
Polarisatiefilters
Rood filter voor rechteroog en Rood filter voor rechteroog en groen filter voor linkeroog groen filter voor linkeroog
Doel
Testen van binoculaire refractie- en aanpassingsbalans
Testen van de definitieve binoculaire refractiebalans
Testen van de werking van binoculaire fusie
Testen op de aanwezigheid en het niveau van latente heteroforie
Het rechteroog is overgecorrigeerd en het linkeroog ondergecorrigeerd.
Er is een afwijking in graden tussen het rechteroog en het linkeroog.
Wanneer 4 stippen worden waargenomen, is er sprake van normale fusie. De witte (onderste) kleur geeft aan met welk oog beter wordt gezien. Als rood en groen door elkaar worden waargenomen, hebben het rechteren het linkeroog dezelfde sterkte.
Toont exoforie van 3 prisma's aan.
Het linkeroog is overgecorrigeerd en het rechteroog ondergecorrigeerd.
Pas het sferisch vermogen aan om binoculaire balans te verkrijgen.
Rechteroog
Binoculaire perceptie van de kaarten
Perceptie van de kaarten
Linkeroog
Toont exoforie van 2 prisma's aan. Als alleen twee rode richtpunten zichtbaar zijn. is het linkeroog zwakker.
Er is sprake van een binoculaire refractie- en aanpassingsbalans wanneer de twee rode of de twee groene richtpunten met dezelfde intensiteit worden waargenomen.
*De tekens voor de typen F en H zijn anders dan de hierboven weergegeven tekens.
Als alleen drie groene richtpunten zichtbaar zijn. is het rechteroog zwakker.
Als vijf richtpunten worden waargenomen, is de patiënt diplopisch.
Toont hyperforie van het linkeroog aan voor 1 prisma.
Toont hyperforie van het linkeroog aan voor 0,5 prisma.
18 Gebruikshandleiding
Test met gepolariseerde
Kruisdraadheteroforie-test met een fixatie-object
Coïncidentie-test
A, F, H type
A-, B-, C-, F-, H-type
A-, B-, C-, F-, H-type
Coïncidentie-test
Stereo-test
A-, C-, F-type
A-, B-, C-, F-, H-type
Polarisatiefilters
Polarisatiefilters
Polarisatiefilters
Polarisatiefilters
Polarisatiefilters
Testen van de aanpassingsbalans en heteroforie
Testen van heteroforie die niet kan worden getest met de dradenkruistests.
Testen van aniseikonie en verticale heteroforie, die niet kunnen worden getest met de test met gepolariseerde dradenkruizen..
Testen van aniseikonie en verticale heteroforie, die niet kunnen worden getest met de test met gepolariseerde dradenkruizen..
Testen op de aanwezigheid van stereoscopie
Esoforie
Het rechteroog heeft een infixatie-afwijking.
Aniseikonie van ongeveer 7% (gelijk aan twee strepen) Eén streep is gelijk aan ongeveer 3,5%.
Aniseikonie van ongeveer 7% (gelijk aan twee strepen) Eén streep is gelijk aan ongeveer 3,5%.
Exoforie
Geeft aan dat het rechteroog een intrafixatieafwijking heeft. Verticale heteroforie
Verticale heteroforie
Als een van beide strepen dunner wordt waargenomen, is het desbetreffende oog zwakker.
Als een van beide strepen dunner wordt waargenomen, is het desbetreffende oog zwakker.
Er worden twee strepen waargenomen die samen één lijn vormen, waarbij de strepen boven of onder de centrale stip zichtbaar zijn. Er zit ongeveer 13 minuten tussen de binoculaire parallaxen en de onderste streep heeft een afwijking van ongeveer 1,1 mm (gezien vanaf een afstand van 5 m en een P.D. instelling van 64 mm.) Als de as van de polarisatiefilter voor beide ogen tegelijkertijd omgekeerd wordt en een afwijking heeft van ongeveer 2,1 m is het normaal. Als de strepen dicht bij de centrale stip staan, geeft dit een vorm van heteroforie aan die nog kan worden gecorrigeerd. Voer in dat geval een andere heteroforie-test uit. Als het enige tijd duurt voordat het lijkt alsof het beeld gaat zweven, kan de patiënt een exoforie hebben. Als het enige tijd duurt voordat het lijkt alsof het beeld gaat zakken, kan de patiënt een esoforie hebben.
Hyperforie linkeroog Geeft aan dat het rechteroog een suprafixatieafwijking heeft.
Hypoforie linkeroog Hypoforie linkeroog
Als een van beide strepen dunner wordt waargenomen, is het desbetreffende oog zwakker.
Als een van beide strepen duidelijk zichtbaar is, geeft dit een ontstoring aan in de periferie van de desbetreffende retina.
19 Gebruikshandleiding
Problemen oplossen Bedieningsprocedures probleemoplossen Bedieningsprocedures probleemoplossen
Waarschuwing
Probeer het instrument niet te demonteren, te repareren of aan te passen. Dergelijke handelingen kunnen een elektrische schok tot gevolg hebben. Laat het instrument repareren door uw dealer.
Controleer als u een probleem ondervindt de items in de volgende controlelijst. Als de situatie niet opgelost wordt door de aangegeven actie of het probleem niet overeen komt met de beschrijving in de “Probleem”-kolom in de controlelijst, moet u contact opnemen met uw dealer of het adres op de achterkant van deze handleiding. Controlelijst Referentiepagina
Probleem
Voorbeeld
Actie
De projectielamp gaat niet branden terwijl de aan/uitschakelaar op 'on' staat:
• Is het netsnoer aangesloten op het instrument en een stopcontact?
Steek de stekker goed in het stopcontact.
• Is het netsnoer aangesloten?
Steek de stekker goed in de stroomaansluiting op het instrument.
11
• Is de zekering niet doorgebrand?
Zie p.25 voor vervanging van de zekering.
25
• Is de lamp doorgebrand?
Zie p.23 voor vervanging van de lamp.
23
• Werken de batterijen nog wel?
Vervang de batterij.
• Staat er een voorwerp tussen de zender op de afstandsbediening en de sensor op het instrument?
Verwijder het object.
• Is de afstandsbediening ingesteld op het juiste kanaal?
Zie p.26 voor het afstellen van het kanaal.
Het instrument reageert niet op de afstandsbediening:
--
11
--
26
Als u het probleem niet kunt oplossen na het controleren van alle hierboven beschreven items moet u contact met ons opnemen op het adres op de achterkant van deze handleiding.
20 Problemen oplossen
Kaart Optotypen
A-Type...EUROPA 1. Letters : 0,05 2. Letters : 0,1, 0,16 3. Letters : 0,2, 0,3, 0,4 4. Vaste astigmatische stralenkrans 5. Letters : 0,5, 0,6, 0,7 6. Letters : 0,8, 0,9, 1,0 7. Letters : 1,2, 1,5, 2,0 8. R en G-kaart 9. Kruiscursor met stippen 10. Balans : 0,5, 0,6, 0,8, 1,0 11. Gepolariseerde R en G-kaart 12. Coïncidentie-test 13. Coïncidentie-test 14. Fixatie-punt 15. Gepolariseerde dradenkruizen 16. Gepolariseerde dradenkruizen 17. Stereo-test 18. Waarde van vier stippen-test 19. Kinderen : 0,1 20. Kinderen : 0,2, 0,3. 21. Kinderen : 0,4, 0,5, 0,6 22. Kinderen : 0,7, 0,8, 1,0 23. Cijfers : 0,1, 0,2 24. Cijfers : 0,3, 0,4, 0,5 25. Cijfers : 0,6, 0,7, 0,8 26. Cijfers : 1,0, 1,2, 1,5 27. Analfabetische E : 0,1, 0,2 28. Analfabetische E : 0,3, 0,4, 0,5 29. Analfabetische E : 0,6, 0,7, 0,8 30. Analfabete E : 1.0, 1.2, 1.5
B (B1)-type...SINGAPORE, ANDERE 1. Letters : 20/400 2. Letters : 20/300 3. Letters : 20/200, 20/150 4. Letters : 20/100, 20/80 5. Letters : 20/70, 20/60, 20/50 6. Letters : 20/40, 20/30, 20/25 7. Letters : 20/20, 20/15, 20/10 8. Vaste astigmatische stralenkrans 9. Kruiscursor met stippen 10. Letters : 20/20 11. Analfabetische E : 20/200, 20/100 12. Analfabetische E : 20/80, 20/70, 20/60 13. Analfabetische E : 20/50, 20/40, 20/30 14. Analfabetische E : 20/25, 20/20, 20/15 15. R en G-kaart : 20/50, 20/40, 20/30 16. R en G-kaart : 20/25, 20/20, 20/15 17. Balans : 20/80, 20/60, 20/50, 20/40 18. Balans : 20/30, 20/25, 20/20, 20/15 19. Gepolariseerde dradenkruizen 20. Stereo-test 21. Coïncidentie-test (B1: Fixatie-punt) 22. Waarde van vier stippen-test 23. Kinderen : 20/200 24. Kinderen : 20/100, 20/80 25. Kinderen : 20/60, 20/40, 20/30 26. Cijfers : 20/200, 20/150 27. Cijfers : 20/100, 20/80, 20/70 28. Cijfers : 20/60, 20/50, 20/40 29. Cijfers : 20/30, 20/25, 20/20 30. R en G-kaart
C-type...DUITSLAND 1. Letters : 0,05 2. Letters : 0,1, 0,16 3. Vaste astigmatische stralenkrans 4. Letters : 0,2, 0,3, 0,4 5. Letters : 0,5, 0,6, 0,7 6. Letters : 0,8, 0,9, 1,0 7. Letters : 1,2, 1,5, 2,0 8. R en G-kaart 9. Kruiscursor 10. Balans : 0,5, 0,6, 0,8, 1,0 11. Gepolariseerde R en G-kaart 12. Coïncidentie-test 13. Coïncidentie-test 14. Gepolariseerde dradenkruizen 15. Stereo-test
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
21 Kaart
Waarde van vier stippen-test Kinderen : 0,1 Kinderen : 0,2/0,3 Kinderen : 0,4, 0,5, 0,6 Kinderen : 0,7, 0,8, 1,0 Landolt-ringen : 0,2 Landolt-ringen : 0,25 Landolt-ringen : 0,3 Landolt-ringen : 0,4 Landolt-ringen : 0,5 Landolt-ringen : 0,63 Landolt-ringen : 0,7 Landolt-ringen : 0,8 Landolt-ringen : 1,0 Landolt-ringen : 1,25
F-type…ANDERE 1. Landolt-ringen : 0,05 2. Landolt-ringen : 0,1, 0,16 3. Landolt-ringen : 0,2, 0,3, 0,4 4. Vaste astigmatische stralenkrans 5. Landolt-ringen : 0,5, 0,6, 0,7 6. Landolt-ringen : 0,8, 0,9, 1,0 7. Landolt-ringen : 1,2, 1,5, 2,0 8. R en G-kaart 9. Kruiscursor met stippen 10. Balans : 0,5, 0,6, 0,8, 1,0 11. Gepolariseerde R en G-kaart 12. Coïncidentie-test 13. Coïncidentie-test 14. Fixatie-punt 15. Gepolariseerde dradenkruizen 16. Gepolariseerde dradenkruizen 17. Stereo-test 18. Waarde van vier stippen-test 19. Kinderen : 0,2, 0,3. 20. Kinderen : 0,4, 0,5, 0,6 21. Kinderen : 0,7, 0,8, 1,0 22. Letters : 0,1, 0,2 23. Cijfers : 0,3, 0,4, 0,5 24. Cijfers : 0,6, 0,7, 0,8 25. Cijfers : 1,0, 1,2, 1,5 26. Analfabetische E : 0,1, 0,16 27. Analfabetische E : 0,2, 0,3, 0,4 28. Analfabetische E : 0,5, 0,6, 0,7 29. Analfabetische E : 0,8, 0,9, 1,0 30. Analfabetische E : 1,2, 1,5, 2,0
H-type...V.S. 1. Letters : 20/400 2. Letters : 20/200, 20/150 3. Letters : 20/100, 20/80 4. Letters : 20/70, 20/60, 20/50 5. Letters : 20/40, 20/30, 20/25 6. Letters : 20/20, 20/15, 20/10 7. Vaste astigmatische stralenkrans 8. Kruiscursor met stippen 9. Letters : 20/20, 20/20, 20/20 10. Letters : 20/25, 20/20(cijfer), 20/15 11. Analfabetische E : 20/100, 20/80 12. Analfabetische E : 20/70, 20/60, 20/50 13. Analfabetische E : 20/40, 20/30, 20/25 14. Analfabetische E : 20/20, 20/20, 20/15 15. R & G-kaart 16. Balans 17. Gepolariseerde dradenkruizen 18. Gepolariseerde dradenkruizen 19. Stereo-test 20. Fixatie-punt 21. Coïncidentie-test 22. Waarde van vier stippen-test 23. Kinderen : 20/100 24. Kinderen : 20/80, 20/80 25. Kinderen : 20/40, 20/30, 20/20 26. Cijfers : 20/200, 20/150 27. Cijfers : 20/100, 20/80 28. Cijfers : 20/70, 20/60, 20/50 29. Cijfers : 20/40, 20/30, 20/25 30. Cijfers : 20/20, 20/15, 20/10
22 Kaart
Onderhoud en inspectie Dagelijks onderhoud • Dit instrument is gevoelig voor stofdeeltjes. Bescherm het instrument als u het niet gebruikt met de stofhoes. • Zet de aan/uit-schakelaar op ‘off’ wanneer u het instrument niet gebruikt.
Projectielamp vervangen
1 2
Let op
Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de projectielamp vervangt.
Let op
Wacht na het uitschakelen van het licht een tijd voor u de projectielamp vervangt. Als u dit niet doet kunt u brandwonden oplopen.
Zet de aan/uit-schakelaar op ‘off’. Verwijder de schroef van de lampbehuizing en verwijder de behuizing.
23 Onderhoud en inspectie
3
4
5
Verwijder de bevestigingsschroeven van de lamp, houd de fitting vast en verwijder de lamp.
Houd de fitting en de flens vast en haal de lamp uit de fitting.
Installeer de reservelamp zoals aangegeven in het diagram. Let op dat u de lamp in de goede richting installeert. (zie diagram)
Inkeping flens Inkeping fitting
24 Onderhoud en inspectie
(Opmerking)Raak het glazen buisje van de lamp niet aan met uw vinger. Als u het glazen buisje per ongeluk aanraakt, moet u de vingerafdrukken verwijderen met een beetje alcohol.
6 7 8 9
Maak het uitstekende gedeelte van het bevestigingsgebied met de bevestigingsschroeven van de lamp vast aan de inkeping in de flens. De lamp zit daardoor stevig vast. Installeer de lampbehuizing. Zet de aan/uit-schakelaar op ‘on’. Maak een testprojectie om te controleren of er geen onregelmatigheden in de verlichting zitten. Als er onregelmatigheden zijn moet u de stroom uitzetten en controleren of de lamp goed geïnstalleerd is.
De zekering vervangen
Waarschuwing
Verwijder het netsnoer voordat u het kapje van de zekering verwijdert om de zekering te vervangen. Als het netsnoer niet losgekoppeld is voordat u het kapje van de zekering verwijdert kan dit elektrische schokken als gevolg hebben. Installeer het netsnoer niet als het kapje van de zekering is verwijderd.
Waarschuwing
Gebruik alleen de bijgeleverde zekeringen (100V: 250V, 1,6A-M 200V: 250V, 1A-M). Gebruik van andere zekeringen kan in geval van storing brand veroorzaken.
1 2
Zet het instrument uit en koppel de stekker van het netsnoer los. Druk aan beide kanten op de zekeringhouder en trek de houder uit het instrument. De zekeringen bevinden zich in de houder.
25 Onderhoud en inspectie
3
Verwijder de gesprongen zekeringen en plaats de reservezekeringen in het deksel van de zekeringhouder. Druk om opnieuw te installeren. Gebruik de bijgeleverde zekeringen of onderstaande zekeringen.
Verbruikbare artikelen bestellen • Geef bij het bestellen van onderstaande verbruikbare artikelen de productnaam, de productcode en de hoeveelheid door aan uw dealer of op het adres dat op de achterzijde van deze handleiding wordt vermeld. Productnaam Lamp
Onderdeelcode 42412
2040
Zekering voor 100V (250V, 1,6A-M)
05141 1162
Zekering voor 200V (250V, 1A-M)
05141 1013
De kanalen van de afstandsbediening wijzigen
1 2 3 4
Zet de aan/uit-schakelaar op ‘off’ en maak het netsnoer los. Verwijder de schroeven van de lampbehuizing en de schroeven op de onderste kap (vier in totaal), en til de bovenste kap op om deze te verwijderen. Wijzig DIP-schakelaars 5 en 6 zoals aangegeven in het diagram op pagina27. Verwijder de batterijklep van de achterkant van de afstandsbediening en wijzig de kanaalschakelaar S1 en S2. (zie diagram)
26 Onderhoud en inspectie
Locatie DIP-schakelaar op het instrument
Locatie van de kanaalschakelaar op de afstandsbediening
Uitvergroting van de DIP-schakelaar op het instrument
Volume aanpassen AAN
Kanaalschakelaar
Kanaal
5
Afstandsbediening
Instrumenthuis 5
6
1
S1=H
S2=H
UIT
UIT
2
S1=L
S2=H
AAN
UIT
3
S1=H
S2=L
UIT
AAN
4
S1=L
S2=L
AAN AAN
UIT
1
2
3
4
5
6
7
8
• Schakelaar 1 • Schakelaar 2 • Schakelaar 3 • Schakelaar 4
Fabrieksschakelaar
• Schakelaar 5 • Schakelaar 6
Overschakelen kanaal afstandsbediening
• Schakelaar 7 • Schakelaar 8
Fabrieksschakelaar
Verwijder de bovenste kap nadat u de instelling van de DIP-schakelaar heeft gewijzigd, draai de drie schroeven op de onderste kap vast (lampbehuizing verwijderd), en maak vervolgens de lampbehuizing vast met de bevestigingsschroef.
27 Onderhoud en inspectie
Onderhoud Reinigen van de behuizing
Verzoek 1 2
Reinig het plastic gedeelte van het instrument niet met een vluchtig oplosmiddel. Als het gebied wordt gereinigd met thinner, ether, benzine enz. kan het verkleuren of worden aangetast.
Veeg de behuizing en het bedieningspaneel met een droog doekje schoon. Als de behuizing vuil is moet u neutraal afwasmiddel oplossen in warm water, een doek natmaken met dit mengsel, het water uit de doek wringen en met de doek het vuil afvegen. Veeg de lens voorzichtig schoon met een droge zachte doek.
28 Onderhoud en inspectie
Verwijzingen Optionele accessoires
1 2
Muurbevestiging Als het instrument niet op een tafel of de onderzoeksunit kan worden geplaatst, kunt u het instrument aan een muur bevestigen met behulp van de optionele muurbevestiging. Lens met variabele focus voor de ACP-8 MC /8 E /8 EM De lens met variabele focus kunt u gebruiken wanneer de ACP-8 MC /8 E /8 EM niet kan worden opgesteld in de buurt van de patiënt.
Specificaties Brekingsafstand
2,9 tot 6,1m
Projectie-afstand Model ACP-8/8 E/8 MC/8 EM Model ACP-8 R
2,9 tot 6,1m 2,9 tot 7,1m
Projectievergroting
30 x (bij brekingsafstand van 5m)
Projectie-afmetingen
330 × 270mm, φ300mm (bij brekingsafstand van 5m)
Aantal kaarten
30
Kaartverwisseling
1 beeld / 0,03sec.
Aantal maskers
Open 1, Horizontale streep 5, Verticale streep 8, Enkelvoudige isolatie 21, R en G 1
Maskerverwisseling
1 beeld / 0,03sec.
Programmeerstappen
Max. 30 stappen beschikbaar × 2 type
Modeluitvoering
ACP-8 E ACP-8 MC
ACP-8 EM
ACP-8 R
Maskers
Programmeren
Lens met variabele focus.
-
*
-
*
*
-
*
*
-
*
*
*
*
*
RS232C
Controller
* *
Kantelbereik
+/-10°Omhoog/omlaag ten opzichte van horizontale lijn van projectie.
Projectielamp
12V, 50W (halogeenlamp).
29 Verwijzingen
Mechanisme voor automatisch uitschakelen
Na 10 minuten
Elektriciteit
AC 120, 220, 230 of 240V, 50/60Hz Afstelbaar door middel van de spanningskiezer op de zekeringhouder.
Stroomverbruik
80VA
Afmetingen
226 (B) × 300 (D) × 245 (H)
Gewicht
6 kg.
30 Verwijzingen
31 Verwijzingen
Wanneer u telefonisch contact opneemt met uw dealer of met TOPCON, moet u de volgende gegevens bij de hand hebben: • Type instrument: ACP-8 • Productienummer (staat op de kenplaat op de rechterkant van de voet) • De periode dat u het instrument al gebruikt (aankoopdatum) • Beschrijving van het probleem (zo gedetailleerd mogelijk)
AUTO CHART PROJECTORACP-8 HANDLEIDING Versie voor 2002 (2002.01-100SB1) Publicatiedatum: 1 januari 2002 Uitgegeven door TOPCON CORPORATION 75-1 Hasunuma-cho, Itabashi-ku, Tokyo, 174-8580 Japan.
2002 TOPCON CORPORATION ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
AUTO CHART PROJECTOR
ACP-8
TOPCON MEDICAL SYSTEMS, INC 37 West Century Road,Paramus,New Jersey 07652,U.S.A. Phone:201-261-9450 Fax:201-387-2710 www.topcon.com
TOPCON CANADA INC. 110 Provencher Avenue, Boisbriand, QC J7G 1N1 CANADA Phone:450-430-7771 Fax:450-430-6457 www.topcon.ca
TOPCON OMNI SYSTEMS,INC. Valley Forge Business Center, 2430 Blvd. of the Generals, Norristown,PA 19403,U.S.A. Phone:610-630-9200 Fax:610-630-6428 www.topconomni.com
TOPCON EUROPE B.V. European Representative Essebaan 11, 2908 LJ Capelle a/d IJssel,THE NETHERLANDS Phone:010-4585077 Fax:010-4585045 www.topconeurope.com
TOPCON DEUTSCHLAND G.m.b.H. Weidkamp D-180 45356 Essen, GERMANY Phone:0201-8619-200 Fax:0201-8619-275 www.topcon.de
[email protected] ~
TOPCON ESPANA S.A.
HEAD OFFICE:Frederic Mompou 5, ED. Euro 3, 08960,Sant Just Desvern Barcelona,SPAIN Phone:93-4734057 Fax:93-4733932 www.topconesp.com MADRID OFFICE:Avenida Burgos, 16E,1°28036,Madrid,SPAIN Phone:91-302-4129 Fax:91-383-3890
TOPCON S.A.R.L. HEAD OFFICE:89, rue de Paris 92585 Clichy, Cedex,FRANCE Phone:01-4106-9494 Fax:01-4739-0251 LYON OFFICE:138, Avenue du 8 Mai 1945,69100 Villeurbanne,FRANCE Phone:047868-8237 Fax:047868-1902
TOPCON SCANDINAVIA A.B. Neongatan 2 S-43151 Molndal, SWEDEN Phone:031-7109200 Fax:031-7109249
[email protected]
TOPCON ( GREAT BRITAIN ) LTD. Topcon House,Kennet Side,Bone Lane,Newbury,Berkshire RG14 5PX United Kingdom Phone:01635-551120 Fax:01635-551170
TOPCON SINGAPORE PTE.LTD.
Blk 192 Pandan Loop, Pantech Industrial Complex #07-01 SINGAPORE 128381 Phone:62780222 Fax:62733540 web.singnet.com.sg/~topconts
TOPCON INSTRUMENTS ( MALAYSIA ) SDN.BHD. Lot 226 Jalan Negara 2,Pusat Bandar Taman Melawati,Taman Melawati 53100 Kuala Lumpur,MALAYSIA Phone:03-41079801 Fax:03-41079796
TOPCON INSTRUMENTS ( THAILAND ) CO.,LTD. 77/162 Sinn Sathorn Tower, 37th Fl.,Krungdhonburi Rd.,Klongtonsai, Klongsarn, Bangkok 10600,THAILAND Phone:440-1152 7 Fax:440-1158
TOPCON AUSTRALIA PTY.LTD. 408 Victoria Road,Gladesville,NSW 2111,AUSTRALIA Phone:02-9817-4666 Fax:02-9817-4654 www.topcon.com.au
TOPCON KOREA CORPORATION 2F Yooseoung Bldg., 1595-3, Seocho-Dong, Seocho-Gu, Seoul, 137-876 KOREA Phone:02-2055-0321 Fax:02-2055-0319 www.topcon.co.kr
TOPCON OPTICAL ( H.K. ) LTD. 2/F.,Meeco Industrial Bldg.,No.53-55 Au Pui Wan Street,Fo Tan Road,Shatin,N.T.,Hong Kong Phone:2690-1328 Fax:2690-2221 E-mail:
[email protected]
TOPCON CORPORATION BEIJING OFFICE Room No.962 Poly Plaza Building,14 Dongzhimen Nandajie Dongcheng District,Beijing,100027,CHINA Phone:10-6501-4191~2 Fax:10-6501-4190
TOPCON CORPORATION BEIRUT OFFICE P.O.Box 70-1002 Antelias,BEIRUT-LEBANON Phone:961-4-523525/523526 Fax:961-4-521119
TOPCON CORPORATION DUBAI OFFICE P.O.Box 28595 Office No.102 Khalaf Rashd Al Naily Bldg., Uae 245 Abu Hail Road, Deira,Dubai,UAE Phone:971-4-2696511 Fax:971-4-2695272
4241295990