Uit Spreken is zilver ...
K leine cursus
Haiku’s en
Senryú’s Deze lessenserie, oorspronkelijk ontwikkeld voor tweede taalleerders op halfgevorderd niveau (ERK A2/B1), omvat 7 tot 10 lesjes om te leren, wat deze Japanse gedichtjes precies zijn en hoe je ze zelf kunt maken. Ze zijn regelmatig toegepast in het voortgezet en volwassenenonderwijs en worden nu ter beschikking gesteld aan collega’s Nederlands en Nederlands als Vreemde & als Tweede Taal.
Siel van der Ree
Stichting Stimulering Audio-Lexicaal Taal Onderwijs http:/hom e pa g e .m a c . c o m / s s a l t o /
Voorburg/Drachten, 2002 Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 1
Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s1 . Les 1
Werk het werkblad hierna ‘WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s Les 1.2 vraag voor vraag door. Laat de cursisten alles goed horen, draag dus de hele tekst zo goed mogelijk voor: het is de eerste keer dat ze met deze poëzie te maken krijgen. Oplossing eerste vraag: pruimebloesemtak (lentebloesemtak, als u dat makkelijker vindt). Uw inleiding omvat de inhoud van WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. 1.1 hieronder. U kunt dit werkblad desgewenst meegeven aan de cursisten.
WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. 1.1 Haiku’s en senryú’s zijn heel eenvoudige, ‘lichtvoetige’ gedichtjes: * ze zijn kort (3 regels) en bondig, ** er mogen geen moeilijke (‘abstracte’) woorden in zitten .... *** en ze zijn makkelijk te begrijpen: geen ingewikkelde gedachten. Kijk en luister maar naar dit voorbeeld, een haiku van Senna (1650-1723): Wat stukjes papier, Nadat zij was weggegaan; Eenzame dingen. Het gaat om gevoel, om ‘menselijke gevoelens’. En deze worden zo duidelijk mogelijk gemaakt, in weinig woorden! Hoe doet zo’n dichter(es) dat? Ten eerste: Je neemt een strakke vorm, die dus kort en bondig is, kijk maar 1e regel: 5 lettergrepen 2e regel: 7 lettergrepen 3e regel: 5 lettergrepen Ten tweede: Je geeft geen lang huilerig of lacherig verhaal, maar juist één ‘kleinigheidje’, één detail dus. Zo gaat dat toch bij ons, mensen: we zien een oud pasfotootje en denken er wel .... een boek vol bij! Dat ene detail kies je om de hele situatie te laten voelen. Ten derde: Je werkt dus als een schilder(es), die één lijn ‘aanzet’ (=dikker maakt) en de rest ‘in het vage’ houdt. Je werkt picturaal, dus roep je een beeld op, dat voor de lezer moet opdoemen. Ten vierde: Je kiest alleen woorden, die ‘concreet’ zijn. Je kunt je er altijd wat bij voorstellen: stukjes papier, dingen (voorwerpen), zij (een vrouw), weggegaan, (actie, situatie), eenzaam (gevoel van alleen zijn). Ten vijfde: Heel vaak (niet altijd!) stop je in de laatste regel een soort oplossing van een raadsel; een raadsel, dat in de eerste twee regels gegeven is. Tenslotte: Je zorgt, dat je lezer er ‘niet te zwaar aan tilt’. 1
De haiku’s en senryú’s hebben we ontleend aan: Haiku. Een jonge maan. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren, zesde herziene druk, Meulenhoff Amsterdam. Senryú. De waterwilgen. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren, Meulenhoff Amsterdam.
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 2
WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s ’ Les 1.2 Vraag 1) Luister eens naar de volgende twee regels van een haiku; Zij schenkt haar geur zelfs Aan de hand, die haar afbrak ................................................. Wat zou er in de derde regel passen? Het moet 5 lettergrepen hebben. Denk er met elkaar over en ga hardop raden. Als je geluk hebt, kom je er uit! De docent helpt je.
Vraag 2) Ga nu ter kennismaking de volgende haiku’s en senryú’s lezen 2 Geef ze een waardering op de lijn ( ), bijvoorbeeld: humoristisch, treffend, schilderachtig, raak, ontroerend, lachen!, zegt me niks, , ....
Allemaal opstaan! Overal zoeken! Vader heeft iets verloren.
Hij wordt gebroken en weer gebroken; toch blijft de maan in het water.
Hij stampt de trap op, en trapt bij elke tree op zijn eigen woede.
Senryú van Kóseki
Haiku van Chóshú
Anonieme Senryú
Waardering:
Waardering:
Waardering:
Nu is het te laat; Je legt geen warme deken over een grafsteen.
Om met een jongen samen te rennen - hoogste geluk voor een hond!
In de winterstorm zit een kat stil waar hij zit, aldoor knipogend.
Anonieme Senryú
Senryú van Ken
Haiku van Yasó
Waardering:
Waardering:
Waardering:
De woeste stormvlaag Twee jonge bamboes, verborg zich in het bamboebos de maan tussen zich dragend, en kwam daar tot rust. staan naast elkaar.
‘t Is niet te merken aan het zingen van de krekels hoe snel ze sterven.
Haiku van Bashó
Haiku van Shi-ei
Haiku van Bashó
Waardering:
Waardering:
Waardering:
2
Je kent het verschil tussen lezen en voorlezen! Als je haiku’s voorleest, doe je dat volgens de traditie tweemaal langzaam en rustig, anders dringt de clou niet door. Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 3
Siz IV Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 2 1) Begin met het het lesprotocol van het werkblad hierna: Werkblad. Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 2.1 2) Gebruik daarna onderstaande haiku’s en senryú’s als oefening in Voorleesvaardigheid. Print het desgewenst als werkblad om van voor te dragen.
De originelen: Er staat geschreven: Geen bloesems plukken! Maar de wind kan niet lezen.
O, uil, zei de duif, zet een ander gezicht bij die lenteregen!
‘t Kind dat te koop is, zit gezellig in een mand, een meloen op schoot.
Anonieme haiku.
Haiku van Issa
Haiku van Bushi
‘t Paard op de veerboot laat een wind! vijf of zes man hebben ‘t geweten!
Heel veel moeilijker dan ‘t leven hiernamaals is het leven hier.
Als het kind jengelt, geeft de vader het weer gauw door aan de moeder.
Anonieme senryú.
Anonieme senryú.
Senryú van Yónosuke.
Uit ‘t knappend haardvuur Poëzie op school: Hoe doodeenvoudig springt ‘n vonk vlak naast m’n hond, De meester mengt dromen en taal, verscheen vandaag de lente: die zich net heeft omgedraaid. de leerlingen slapen. een zachtblauwe lucht Haiku van Szilárd
Senryú van Huson
Haiku van Issa
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 4
Werkblad. Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 2.1 Vraag 1) Je herinnert je de kenmerken van deze Japanse poëzie nog wel? Zo niet, ga dan terug naar les 1 en lees de vijf kenmerken nog eens door. Vraag 2) Als je dat gedaan hebt, wil je dan hieronder die vijf kenmerken in zo min mogelijk woorden opschrijven: 1) ................................................ 2) ................................................ 3) ................................................ 4) ................................................ 5) ................................................ Vraag 3) Ga nu eerst de volgende haiku’s en senryú’s bekijken en herstel ze: zoek de laatste regel erbij en schrijf die er zo mooi mogelijk onder. Laatste regels: ____________________________________________________________________________________ bij die lenteregen! - wind kan niet lezen - is het leven hier - de leerlingen slapen - hebben ‘t geweten! een zachtblauwe lucht - een meloen op schoot. - door aan de moeder - die zich net heeft omgedraaid ____________________________________________________________________________________
Haiku’s en senryú’s: Er staat geschreven: Geen bloesems plukken! Maar de ................................
O, uil, zei de duif, zet een ander gezicht ...............................!
‘t Kind dat te koop is, zit gezellig in een mand, ....................................
Anonieme haiku.
Haiku van Issa
Haiku van Bushi
‘t Paard op de veerboot laat een wind! vijf of zes man
Heel veel moeilijker dan ‘t leven hiernamaals .................................
Als het kind jengelt, geeft de vader het weer gauw ................................!.
........................ Anonieme senryú.
Anonieme senryú.
Senryú van Yónosuke.
Uit ‘t knappend haardvuur springt ‘n vonk vlak naast m’n hond, ..................................
Poëzie op school: Hoe doodeenvoudig De meester mengt dromen en taal, verscheen vandaag de lente: ................................. .................................
Haiku van Szilárd
Senryú van Huson
Haiku van Issa
Vraag 4) Herlees de gedichtjes nu en kies de beste, als je dat kunt! Vraag 5) Lees nu de beste haiku’s en senryú’s zo goed mogelijk voor: duidelijk sprekend en zonder ‘show’. ( Je weet nog wel: Als je haiku’s voorleest, doe je dat volgens de traditie tweemaal langzaam en rustig, anders dringt het niet door.) Vind je ze allemaal even goed? Dan zit er niks anders op dan..........!!
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 5
Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 3 1) Werk de vragen af van het werkblad hierna: Werkblad Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 3.1
2) Bekijk de oplossing van deze oefening (Raden van ‘eigen’ slotregels bij haiku’s en senryú’s.) Hieronder staan de de oplossingen (de originelen van de afgebroken haiku’s en senryú’s) van het werkblad hierna. Hebben de cursisten iets geraden, dat alleen qua vorm (letterlijk) niet klopt, maar goed bedacht is doordat het op zich heel goed zou kunnen, dan krijgen zij het compliment: Misschien kunnen jullie zelf al proberen zo’n haiku in elkaar te zetten! Opmerking: Lees de laatste regel van de tweede anonieme senryú A.U.b. voor met het juiste contrastaccent: ‘maar hij kookt de rijst.’
Zachtjes klagende, stapelt ze in kleine stukjes al haar eenzaamheid.
Hij raakte haar aan met de lijn van zijn hengel de zomermaan zelf.
Vlinder in de tuin het kindje graait, hij fladdert het graait, hij fladdert.
Anonieme senryú.
Haiku van Chiyo-Ni
Haiku van Issa
De fikse ruzie werd door de man gewonnen; maar hij kookt de rijst.
Liever dan een god, zou ik willen proberen echt een mens te zijn.
Vijftig jaar later begreep ik hoe zij destijds mij had liefgehad.
Anonieme senryú.
Senryú van Kenkabó.
Senryú van Kenkabó.
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 6
Werkblad Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 3.1 Hieronder staan weer een aantal haiku’s en senryú’s. Je weet nu wel, wat dat precies zijn! We hebben ze dit keer helemaal zonder slotregel gezet.
Vraag 1): Kun je met je buurman/vrouw samen wat eigen slotregels bedenken? Voel je niet verplicht om ‘precies’ te raden: als je denkt zelf iets goeds te kunnen verzinnen, doe dat dan!! Geef je fantasie de vrije loop.
Zachtjes klagende, stapelt ze in kleine stukjes .....................................
Hij raakte haar aan met de lijn van zijn hengel .....................................
Vlinder in de tuin het kindje graait, hij fladdert .....................................
Anonieme senryú.
Haiku van Chiyo-Ni
Haiku van Issa
De fikse ruzie werd door de man gewonnen; ..................................... Anonieme senryú.
Liever dan een god, zou ik willen proberen ..................................... Senryú van Kenkabó.
Vijftig jaar later begreep ik hoe zij destijds ..................................... Senryú van Kenkabó.
Vraag 2) Vraag nu aan je docent of zij/hij je de oorspronkelijke haiku’s en senryú’s wil laten horen. Hoe vind je de ‘vondsten’ van de dichters? Vergelijk de originele slotregels met je eigen probeersels en wees er trots op!
Vraag 3) Wat vind je van het goed voorlezen van èn je probeersels èn de originelen? Gewoon doen! (Je weet het nu wel: Als je haiku’s voorleest, doe je dat volgens de traditie tweemaal langzaam en rustig, anders dringt het niet door.)
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 7
Siz IV Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 4
De docent kan de tekst van WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 4.1 (hierna) gebruiken als materiaal voor de uitleg (op eigen manier) van direct tegenover bij nader inzien , het verschil waar het om gaat tussen haiku’s en senryú’s. Is de lesgroep echter al toe aan het lezen van deze moeilijke materie, dan kan de tekst ook als werkblad gekopieerd worden en aan de cursisten voorgelegd. Als ergens niet solo gewerkt kan worden, dan is het hier! OPLOSSINGEN WERKBLAD 4.2: 1) Senryú van Eikó 2) Haiku van Buson 3) Anonieme senryú 4) Senryú van Takeji 5) Senryú van Genbó 6) Haiku van Jósó 7) Senryú van Júgoya 8) Haiku van Buson 9) Haiku van Shiki 10) Anonieme senryú 11) Haiku van Kyokó 12) Senryú van Yoshiko 13) Anonieme senryú 14) Senryú van Senko 15) Haiku van Buson 16) Haiku van Issa 17) Anonieme senryú 18) Senryú van Bontei
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 8
WERKBLAD Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 4.1 Dit werkblad gaat weer over haiku’s en senryú’s, maar nu over het verschil tussen die twee. Houd je niet van ‘theorie’? Lees dan eerst dit werkblad en bespreek met elkaar, of je het ook eenvoudiger kunt zeggen! Lukt dit niet? Sla dan dit werkblad over en wacht tot les 5: dan kan je aan de slag en zelf haiku’s maken. Bij haiku’s gaat het om directheid en om zuivere waarneming: * je zit te luisteren en hoort plotseling iets, * of je loopt rond te kijken en ziet iets dat er eerst niet was, * je bent aan het werk met je handen en voelt hoe hard het hout is, * je drinkt water en proeft hoe koud het is, * je bent buiten en ruikt hoe het daar is, Wat je dan ‘opvalt’, bijvoorbeeld de geur van pas gemaaid gras, dat kan je dan ook echt treffen, het kan je ‘ont-roeren’. Als je thuiskomt, wil je dat best kwijt: maar hoe vertel je het je vriend? Kies je alleen voor directheid , dan kan je zeggen: “Ik heb pas gemaaid gras geroken”. Dit is een nuchtere mededeling en niet meer, je vriend zal iets zeggen als: “O!” of “Nou, èn ...?” Wil je ook je gevoel overbrengen, dan moet je meer zeggen, bijvoorbeeld: “Te gek zeg, pas gemaaid gras! Ik wist niet, dat dat zo heerlijk rook. Lekker, heerlijk, verrukkelijk, het eind ...!” Misschien reageert je vriend nu met: “Nou, nou, is dat niet wat overdreven? Gras is toch gewoon ... uh ... gràs?!” Of met “Heb je de lente in het hoofd?”, of heel ‘nuchter’ met: “Stel je niet aan!”. De haiku-dichter probeert z’n gevoel over te brengen via de directe weergave van een zuivere waarneming . Zij/hij praat er niet óver, maar deelt het direct méé en wel in de vorm van een raak detail. En als het detail echt raak is, dan zal de lezer/luisteraar ook ‘geraakt’ worden en daar gaat het toch om! Senryú’s lijken in vorm en inhoud erg op haiku’s en eigenlijk zijn het ook broer en zus. Het grootste verschil is, dat de senryú-dichter(es) niet direct een ervaring weergeeft, maar er eerst ‘rustig’ over nagedacht heeft en een raak detail geeft plus een soort conclusie achteraf: het grootste verschil is dus het bij nader inzien. Vergelijk maar eens: Och, kijk, een mus sprong helemaal langs de veranda met natte voetjes.
Zij vouwde samen haar handen, vol van groeven van heel haar leven.
Haiku van Shiki
Senryú van Akahiko
Je ziet, dat beide gedichtjes een ‘visuele waarneming’ noemen: je ‘ziet’ telkens iets. Maar bij de haiku zie je het natte spoor nog (letterlijk) en bij de senryú zie je groeven, waarvan je denkt : ‘Hé, (de sporen) van heel haar leven’. Dat geeft een ‘ander gevoel’. De haiku is dus direct (en roept eventueel een gevoel op), de senryú is meer bij nader inzien (bevat vaker ‘een vondst’ en geeft al wel gevoel weer) .
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 9
Werkblad 2 Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s Les 4.2 Bekijk onderstaande gedichtjes, praat erover met je buurman en kies dan: Welke zijn haiku’s en welke senryú’s, denk je? (Maak je niet druk om twijfelgevallen: noteer alleen dat ze er zijn) Houd na je analyse een voorleeswedstrijd. Je weet het nu wel: Als je haiku’s voorleest, doe je dat volgens de traditie....... 1)
2)
3)
Plotselinge doodals een kom van porselein, zo teer en breekbaar.
De lente gaat heen, maar lang blijft zij aarzelen in late bloesems
Grappig eigenlijk: als man en vrouw bekvechten keft ook het hondje.
4)
5)
6)
Hij heeft geglimlacht, de zieke - daarna werd hij zo stil - al te stil -
Het wiegeliedje dat vader zingt vanavond, is er nogal naast.
Het gaat regenen; de dakenmaker keert om en kijkt naar de zee.
7)
8)
9)
Westerse maaltijd; elke schaal en ieder bord, godbewaarme, is rond.
Duizenden daken; duizend stemmen op de markt; wintermorgenmist.
Wild dooreen dansen in het verlaten bootje de hagelkorrels.
10)
11)
12)
Terug uit den vreemde; hij had alleen gezien, wat hij begrepen had.
Tussen de tralies steekt de duif één vleugel uit naar ‘t winterzonlicht.
Ik heb wel gezegd, dat het mij niet kon schelen om arm te zijn, maar -
13)
14)
15)
Zij veegt een hoekje ‘Hij was de eerste!’ van ‘t komfoor droog met de brief meer nog dan de jongen zelf die zegt, dat hij komt. schept de vader op.
Even bewegen in ‘t eerste morgenbriesje de rupseharen.
16)
18)
17)
Ver in de heide Zo zacht is de bruid, staat Boeddha; aan zijn neuspunt zelfs de schoonmoeder krijgt haar hangt een ijspegel. tanden er niet in.
Ik las hem de les en toen ging ik naar bed eenzame vader.
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 10
Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 5 U probeert Haiku’s te laten maken, omdat die ‘slechts’ eenvoudige taal en directe waarnemingen vereisen. Hieraan kunt u alleen beginnen 1) als uw cursisten al wat oefeningen Schrijfaardigheid gedaan hebben 2) en als ze de vooroefeningen hiervoor met plezier afgewerkt hebben. Om aan waarnemingen te komen gaat u als volgt te werk. * Geef de cursisten een aantal ‘waarnemingsvragen’, zoals: 1) Wat zie je allemaal als je uit het raam kijkt? 2) Als je je ogen sluit en goed luistert naar alles wat er te horen valt, wat vang je dan allemaal op? 3) Wat voel (=ervaar) je als je ‘s ochtends (of: aan het begin van de avond) het school gebouw binnenkomt? 4) Je staat voor de koffieautomaat: wat hoor je allemaal? Noteer zo veel mogelijk indrukken. 5) Je eet voor het eerst boerenkool met worst, hoe smaakt dat? Geef een beschrijving, geen waardering! 6) Je zit nu op je stoel en aan een tafeltje of zo: wat voel je concreet? 7) Je denkt terug aan de straat waar je als kind gewoond hebt, wat zie je, voel je (concrete dingen!), wat ruik je, wat hoor je, wat proef je allemaal? 8) ......................etc. * Voor sommige groepen hebt u misschien meer vragen nodig. U kunt ze maken ’waar de cursisten bij staan’ op voorwaarde, dat ze altijd eindigen op een waarnemingsvraag èn dat u de vijf waarnemingskanalen consequent afwisselt. * U vertelt uw cursisten, dat de vragen als hulpje bedoeld zijn om aan ideeën te komen. * De vragen ‘werken’, als u de cursisten in ronden laat werken: ° een eerste ronde voor verkenning en het verzamelen van ideeën bij elke vraag; ° een tweede ronde voor het elkaar voorlezen (en toespelen) van de eerste ideeën; ° een derde ronde voor het kiezen van drie favoriete vragen (=de vragen, waar de meeste ideeën bij gekomen zijn) en het verzinnen van nieuwe ideeën daarbij; ° een vierde ronde voor het voorlezen en uitwisselen van de nieuwe ideeën. Aan eenvoudige taal komen de cursisten, als u bij de voorleesronden erop let, dat abstracte woorden vervangen worden door concrete; en subjectieve (‘wegende’ ) uitingen door intersubjectieve (‘beschrijvende’). Voorbeelden: - ‘(op) voorwaarde (dat)’ is een lastig en abstract woord, dat vervangen moet worden door een omschrijving met concrete woorden, zoals: eerst ....(dit), daarna ....(dat) - woorden als ‘leuk’, ‘aardig’, ‘fijn’, grappig’, ‘t stinkt’ etc. geven geen directe waarneming, maar een gevoelsmatige weergave. Ze betekenen in feite ‘niks’ (d.w.z. iedereen kan er iets anders bij denken) of ze geven een verkeerd oordeel ( wat voor de één stinkt, kan voor de ander normaal ruiken). Zulke ‘wegende’ woorden moeten vervangen door concrete woorden, die voor iedereen hetzelfde oproepen.
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 11
Kleine cursus Haiku’s en Senryú’s. Les 5-2 - een woord als ‘eenzaam’ is de (sub)cultuurgebonden ‘wegende’ variant van het beschrijvende ‘alleen’, reden waarom ‘eenzaam’ thuishoort in senryú’s en ‘alleen’ in haiku’s. Maar men moet hierbij wel oppassen voor dogmatisme! ‘Eenzaam’, de gevoelsweergave dus, blijkt toch ook in haiku’s gebruikt te worden! Men kan hierover hakketakken (bijvoorbeeld zeuren over de vertaling) òf uitleggen aan de cursisten, dat alle indelingen dode dingen zijn en dat levende mensen zo hun gang gaan. Om tot het schrijven van haiku’s te komen moet u met de cursisten gaan ‘knutselen’, tòt er wat bereikt is. Leg het verschil tussen klad en eindresultaat uit en geef ze de tijd. Leer hen enerzijds trots te zijn op bescheiden resultaten, anderzijds door te sleutelen, tot die verbeterd zijn. Sleutelen mag weer niet leiden tot dichterlijke gedrochten, nee, eenvoud is het kenmerk van het ware. De rust van het voorlezen van haiku’s moet er tijdens het creatieve proces zeker ook zijn, omdat die bij de eerste resultaten voorbarige kritiek, hilariteit en alles-blokkerende stress helpt voorkomen. Men moet leren om aandachtig naar elkaar te luisteren en daarbij kritische reacties te onderdrukken: voorbarige kritiek is frustrerend. Het is wel van groot belang, dat u met de cursisten tot resultaten komt, hoe bescheiden ook. Anders heeft u ze een aantal lessen blij gemaakt met de bekende dooie mus. Het moet voor het gros van de cursisten zeker te doen zijn! Het haiku-boekje, dat u samen maakt, kan een waardevolle herinnering aan uw lessen betekenen voor de cursisten. Ik heb er heel wat mooie gezien!
Uit Spreken is zilver ... Haiku’s en Senryú’s 12