Gro oep 1-2 1 Spe eel- en n ontd dekbo oek Vliegens svlugg ge vlie eg Mich hael Ro osen
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................... 3 Het verhaal ......................................................................................................................... 3 Over de auteur / illustrator ................................................................................................ 3 Thema’s............................................................................................................................... 4 Bijzonderheden .................................................................................................................. 4 Interactief voorlezen .............................................................................................................. 4 Voorbereiding ..................................................................................................................... 4 Introductie ........................................................................................................................... 5 Voorlezen en vertellen ...................................................................................................... 6 Praten / Ingaan op het verhaal ........................................................................................ 6 Doen / Doorgaan op het thema ........................................................................................... 6 Vliegensvlugge vliegen ..................................................................................................... 6 Letters en klanken ............................................................................................................. 7 Vlieg aan een draadje ....................................................................................................... 7 Digitale vliegtocht............................................................................................................... 7 Versjes en liedjes............................................................................................................... 7 Werkbladen............................................................................................................................. 8 Bijlagen .................................................................................................................................... 9 Kleurplaat Tijger en Vliegensvlugge Vlieg ................................................................... 10 Wat vangen dieren? ........................................................................................................ 11 Teken een vlieg ................................................................................................................ 12 Vlieg je mee? .................................................................................................................. 123 Volg de lijnen .................................................................................................................... 14
2
Inleiding Voor u ligt het speel-ontdekboek dat hoort bij het boek Vliegensvlugge vlieg van Michael Rosen. We hopen dat u, de leerlingen en de ouders of verzorgers er veel plezier van zullen hebben. Daar gaat het tenslotte om vooral bij De Rode Draad: leesplezier. In dit speel-ontdekboek zijn tips, suggesties en werkbladen voor het werken in de groep opgenomen. De prentenboeken gaan met de kinderen in de tas mee naar huis en worden daar door de ouders of verzorgers lekker vaak voorgelezen. Door er ook in de groep mee te werken zal het verhaal nog meer gaan leven bij de kinderen. Naast het plezier zullen de suggesties en verwerkingsactiviteiten ook leiden tot meer verhaalbegrip en woordenschatuitbreiding. Lees voor meer informatie ook de ook de meegeleverde handleiding van het voorleesproject.
Het verhaal Er is een vlieg, een vliegensvlugge vlieg, die wat rondzoemt en tijdens zijn vlucht een groot dier ziet. Dat is de Grote Grijze Olifant. Vlieg daagt hem uit door op zijn slurf te gaan zitten. Dat vindt de olifant maar niks want dat kriebelt en hij wil de vlieg platstampen. Maar hoe goed hij hem ook in het oog houdt, hij krijgt de vlieg niet te pakken. Vliegensvlugge Vlieg vliegt omhoog! Nu ontdekt Vlieg een Groot en Heel Dik Nijlpaard en hij gaat op zijn oor zitten. Ook Nijlpaard vindt dat irritant en wil Vlieg ‘platpletten’, maar Vlieg is hem te snel af en vliegt weer vlug omhoog. Als derde ziet Vlieg Tijger, sterk en groot. Hij gaat zitten op zijn poot en ontsnapt ook aan de greep van Tijger door er weer vliegensvlug vandoor te gaan. De drie grote dieren hebben het nakijken, maar Vliegensvlugge Vlieg zegt vanuit zijn veilige hoogte uitdagend:’……….ik ben vlug, ik kom vliegensvlug terug!’
Over de auteur / illustrator Michael Rosen is geboren in 1946 in Engeland. Hij is opgegroeid in een drukke buurt in Londen en opgevoed door ouders die beiden in het onderwijs werkzaam waren. Zijn ouders waren zeer geïnteresseerd in zaken als opvoeding, scholen, leren en boeken en vonden het belangrijk dat Michael en zijn wat oudere broer het goed deden op school. Maar tegelijkertijd waren zijn ouders ook heel leuke humoristische mensen die hielden van grappen, verhalen en liedjes zingen in allerlei talen. Dit alles maakte dat Michael Rosen een grote liefde kreeg voor alles wat met taal te maken had. Hij studeerde later dan ook Engelse taal en literatuur. Hij was radiopresentator bij de BBC en maakte radioprogramma’s over woorden, taal en boeken. Hij werd ook kinderboekenschrijver en dichter, gaf les aan universiteiten over kinderliteratuur en gaf workshops over poëzie aan leerkrachten. Een heel bekend boek is ‘Wij gaan op berenjacht’. Hij maakte boeken met o.a. Quentin Blake, Helen Oxenbury en Tony Ross. Kevin Waldron is geboren in Dublin in 1979. Na een opleiding als grafisch ontwerper ging hij een jaar reizen en ging daarna naar Londen om een opleiding illustratie te volgen op de Kingston University. Nadat hij besloot kinderboeken te gaan illustreren, vond hij een studio in centraal Londen waar hij werkte met andere illustratoren. Kevin werkt met gouache, pen en inkt en met alles wat hij kan gebruiken. Nu woont hij in New York. Hij houdt veel van thee en taartjes. Vliegensvlugge Vlieg is Waldrons debuut bij Lemniscaat. Veel van zijn werk als illustrator is te zien op zijn website: www.kevinwaldron.co.uk
3
Thema’s -
Vliegen Grote en kleine dieren plagen
Bijzonderheden
Dit boek staat in de Prentenboeken TopTien van de Nationale Voorleesdagen 2012. De drie grote dieren staan ruim op de pagina’s getekend. Van hun omgeving zie je alleen wat gras, planten en aarde. De voorlaatste illustratie met de drie dieren staat op een zowel naar links als naar rechts uitklapbare pagina. Die illustratie wordt daardoor bijna ene meter breed. Omdat het boek en de illustraties zo groot zijn is het boek prima te bekijken door meerdere kinderen als het boek op een standaard wordt geplaatst tijdens het voorlezen. Het verhaal is een zogenaamd repeteerverhaal: de herhaling van zinnen maakt het voor kinderen fijn om mee te ‘lezen’. De tekst is kort, rijmt en laat zich ritmisch lezen. Een aantal woorden bevat beginrijm, zoals vliegensvlugge vlieg, graai grom grijp. Sommige woorden staan groot gedrukt en nodigen je daardoor uit om ze stevig uit te spreken, zoals: Stamp! Voet! Stamp! Het zijn daardoor ook fijne meezeg-woorden. De vliegbewegingen van de vlieg worden uitgedrukt door een zwarte lijn in golven en lussen over de illustraties.
Interactief voorlezen Voorbereiding Door het boek te lezen en de illustraties op u in te laten werken, komt u in de sfeer van het verhaal. Breng een hoek van het lokaal of de taal- en boekenhoek in de sfeer van het boek door foto’s en platen op te hangen van olifanten, nijlpaarden en tijgers. Leg informatieve boeken neer waar deze dieren in getoond worden. Ook foto’s van vliegen, klein en uitvergroot maken de hoek spannend. Leg informatieve boeken over vliegen en andere kleine beestjes neer. Maak tafelruimte vrij om de kinderen vliegen en gevonden kleine beestjes te laten onderzoeken. Leg er vergrootglazen op, insectenpotjes en pincetten. Wat de kinderen ontdekken en zien, kan getekend worden op papier. Of tekeningen uit informatieve boeken over vliegen en andere beestjes worden nagetekend of overgetrokken met transparant papier. In de boekenhoek maakt u ruimte vrij voor een boekenmuur. Tijdens het werken met dit speel-ontdekboek kan de boekenmuur gevuld worden met bijvoorbeeld tekeningen van de kinderen. Zorg voor een groot vel papier (stuk behang) waarop genoteerd en getekend wordt wat in gesprekken met de kinderen over dit boek aan de orde wordt gesteld. (zie voor ideeën: ‘Stimulerende lees- en schrijfactiviteiten in de onderbouw’; Margareth van Kleef en Marieke Tomesen; Expertisecentrum Nederlands ISBN 90 77529 05 5). 4
Het prentenboek ‘Vliegensvlugge vlieg’ krijgt een prominente plaats op een boekenstandaard. Op de computer en/of op het digibord verzamelt u foto’s of filmpjes: trefwoorden ‘vlieg’, ‘vliegen vangen’. Geef de kinderen de gelegenheid om via een tekenprogramma, bijvoorbeeld Paint, zelf tekeningen te maken naar aanleiding van het boek. Zet die tekeningen bij elkaar in een foto show en toon ze via het digibord. Laat de kinderen zelf bij hun eigen tekening vertellen. Bij de voorbereiding staat u ook stil bij de moeilijke woorden en begrippen die om uitleg vragen. Een aantal woorden zijn goed uit te leggen door iets te laten zien (echt of aanwijzen op de plaat): kont, gestreept, Of u legt woorden en begrippen uit door ze met andere woorden te zeggen: vliegensvlug, kont, in het oog houden, pletten, grote dikke pech, de naam is Vlieg Of u legt woorden en begrippen uit door voor te doen: zoemen, in het oog houden, pletten, graaien.
Introductie Kinderen laten zich graag verrassen. Door het boek op een boeiende manier te introduceren wekt u de belangstelling van de kinderen en roept u voorkennis op. Ergens in het lokaal hangt u een zelfgemaakte vlieg of nep vlieg ( te koop in een feestartikelenzaak) aan een dun plastic draadje aan het plafond. Als u met de kinderen gaat voorlezen, begint u zachtjes te zoemen als een bromvlieg en doet u alsof u geïrriteerd bent, want: waar zit die vervelende vlieg nou toch? Laat de kinderen zelf de vlieg aan het plafond ontdekken. Zullen we hem vangen? Hoe doen we dat? Deze vlieg laat zich wel vangen maar zijn er misschien ook echte vliegen in het lokaal? Maak de overgang naar het boek op de standaard en laat de kinderen de voorkant van het boek goed bekijken. Vraag of de kinderen willen beschrijven hoe de tijger naar de vlieg kijkt op zijn poot. Er zijn verschillende beschrijvingen mogelijk die het goed onder woorden brengen, bijvoorbeeld: gluren, loeren, bespieden. En vraag: ‘Wat zou de tijger denken?’ ook hiervoor zijn verschillende mogelijkheden om onder woorden te brengen. U leest de titel. Wat zegt de titel over het verhaal? Dit is echt een verhaal dat het beste meteen helemaal kan worden voorgelezen. De verhaallijn is eenvoudig. Het gaat vooral om uw voorleesstijl en hoe spannend, grappig en dynamisch u het voorleest. Bijvoorbeeld: hoe laat u uw stem bulderen, hoe geïrriteerd klinkt wat de dieren zeggen, houd uw adem soms even in vlak voordat een dier de vlieg wil vangen en met welke triomfantelijke stem vertelt u dat de vliegensvlugge vlieg de dieren telkens te slim af is. Ga in op de spontane opmerkingen van de kinderen en laat he vertellen wat er in hen omgaat of wat zij zich afvragen.
5
Voorlezen en vertellen In de volgende voorleessessie leest u het boek weer voor: U sluit aan bij wat de kinderen al weten van het thema: - welke mening hebben de kinderen: als een vlieg irritant is, moet je hem dan doodslaan of probeer je hem naar buiten te jagen? - waar zitten veel vliegen of waar komen vliegen op af? - een olifant, tijger en nijlpaard zijn grote zware dieren. Wat is lastig voor grote zware dieren? U sluit aan bij de eigen ervaringen van de kinderen en reageert op hun inbreng: - hebben de kinderen een hekel aan vliegen? Waarom wel of waarom niet? - hoe proberen zij vliegen weg te jagen of te vangen? - waarom is het zo moeilijk om vliegen te vangen? U stelt vragen en moedigt de kinderen aan opmerkingen te maken: - waarom willen de dieren Vlieg platstampen of pletten? Waarom lukt hen dat niet? - zou je liever een vlieg zijn of een olifant? Waarom zou je dat liever willen?
Praten / Ingaan op het verhaal U leest het boek weer voor en besteedt deze keer bijzondere aandacht aan de structuur van het verhaal. Hebben de kinderen het verhaal goed begrepen? U gebruikt daarvoor de drie onderdelen van de verhaallijn: Wat is het begin van het verhaal? - welk dier begint er in het verhaal? En wat gebeurt er in het begin? Wat gebeurt er allemaal? - vertel eens wat Vlieg allemaal meemaakt. Hoe loopt het af? - wie is de winnaar in het verhaal? Hoe zal het verdergaan? Praat met de kinderen over het verhaal en hun waardering voor het boek. Hoe vinden ze dit boek? Welke platen vinden ze mooi of wat vinden ze van de illustraties? Wat voor soort verhaal is het: grappig of spannend? is het een ingewikkeld verhaal? Kun je je goed voorstellen hoe Vlieg, Olifant, Tijger en Nijlpaard zich voelen? Hoe zie je aan hun gezichten hoe ze zich voelen?
Doen / Doorgaan op het thema Het boek kan na herhaaldelijk voorlezen op diverse manieren tot leven komen waardoor het plezier in het verhaal en de verwerking extra worden versterkt. Door spelenderwijs bezig te zijn met de begrippen en de taal uit het boek ontstaat er een extra impuls voor de woordenschat- en taalverwerking.
Vliegensvlugge vliegen Het verhaal leent zich goed om bewegingen na te spelen. De kinderen zijn eerst allemaal vliegensvlugge vliegen die door het speellokaal wervelen met zwenkbewegingen. Daarna bewegen ze zich als olifanten, nijlpaarden en tijgers door het lokaal. Nu wordt een kind Vliegensvlugge Vlieg. In de hoeken zitten Olifant, Nijlpaard en Tijger te slapen. Zodra Vlieg hen vliegensvlug aanraakt, proberen de dieren hem te pakken. Speel een overloopspel, waarbij de kinderen langzaam, snel of vliegensvlug naar de overkant vliegen, schuifelen, stampen, rennen of kruipen. 6
Letters en klanken Op het bord schrijft u: ‘Vliegensvlugge Vlieg’. Vraag de kinderen welke letters zij herkennen. Welke letters zijn hetzelfde? Waar hoor je die letters? Laat hen dezelfde letters omcirkelen met eenzelfde kleurkrijt. De letters worden door de kinderen gestempeld, nagelegd met de letters van de letterdoos of geplakt met uitgeknipte letters. Verzin samen namen, woorden en zinnetjes net als bij Vliegensvlugge Vlieg en Graai Grom Grijp, woorden met dezelfde beginletters.
Vlieg aan een draadje Maak vliegen van rolletjes of kokertjes: plak een papieren prop aan de voorkant en schilder de kop en het lijf zwart. Knip vleugels van wit zijdevloei of overtrekpapier en plak die op het lijfje. Prik stukjes chenilledraad door de onderkant als pootjes. Plak er tenslotte voelsprietjes en oogjes op en hang de vlieg aan een draad.
Digitale vliegtocht Laat op de computer kinderen een tekening maken met een tekenprogramma zoals ‘Paint’ bijvoorbeeld. Ze krijgen de opdracht om eerst een mens of een dier te tekenen. Daarna laten ze zogenaamd een vliegensvlugge vlieg over het scherm vliegen die landt op bepaalde lichaamsdelen. De cursor van de muis kan de vlieg zijn.
Versjes en liedjes Vlieg op dikke vlieg Vlieg op, dikke vlieg, dikke bromvlieg Je plaagt me en je kriebelt zo Ik wil je niet, je wiebelt zo Ga weg jij van mijn neus, dikke deus Ga weg jij van mijn neus (uit: liedjes met een hoepeltje er om)
Vliegje Er vloog eens een vliegje bij ons in de gang Maar ’t beestje dat was zo verschrikkelijk bang Dat ik zou gaan slaan met een tijdschrift of krant Of zomaar zou meppen gewoon met mijn hand Vliegje vliegje-teer en klein Je hoeft voor mij niet bang te zijn Vliegje vliegje –hoor je dat? Ik sla je echt niet plat Het vliegje vloog bibberend rond in de gang Het trilde en beefde, ’t bleef vreselijk bang Ik opende daarom de voordeur en zei Vlieg jij maar naar buiten- dan ben je weer vrij Vliegje vliegje-teer en klein Je hoeft voor mij niet bang te zijn Vliegje vliegje - ga maar vlug En kom gerust een keertje t’rug (uit: het grote liedjesboek; Marianne Busser en Ron Schröder)
7
Werkbladen Niet alle werkbladen (zie bijlagen) hoeven gebruikt te worden. Selecteer wat u aanspreekt en wat bij de leerlingen en de groep past. Veel succes.
8
Bijlagen Kleurplaat Wat vangen de dieren ? Teken een vlieg Vlieg je mee? Volg de lijnen
9
Kleurplaat Tijger en Vliegensvlugge Vlieg
10
Wat vangen dieren? De olifant, het nijlpaard en de tijger willen de vlieg vangen. Wat vangen de andere dieren? Trek een lijntje
11
Teken een vlieg
Bekijk deze vlieg heel goed
12
Vlieg je mee? De vlieg plaagt de olifant, het nijlpaard en de tijger. Vlieg jij met hem mee? Volg de lijnen maar!
13
Volg de lijnen Schrijf de lijnen met een potlood
14