1
Grey Pride en zichtbaarheid van oudere lesbische vrouwen ‘Lesbische vrouwen tussen homo- en vrouwenemancipatie’
Het begon allemaal in New York, waar de politie regelmatig invallen deed in de homobar Stonewall Inn. In 1969 was de maat vol, en er braken rellen uit. Het was het begin van een georganiseerde strijd voor de rechten van homo’s en lesbische vrouwen, later LHBTers genoemd. (Lesbo’s, Homo’s, Biseksuelen en Transgenders) Dit initiatief, op de golven van de democratisering van de jaren 60, leidde tot een jaarlijkse roze zaterdag in een aantal westerse landen. In Nederland begon het pas in 1979 in Amsterdam, waarna elk jaar in een andere plaats de roze zaterdag werd gehouden. In 1996 was de eerste Canal Pride in Amsterdam, waar enkele boten met alleen mannen aan deel namen. Het was bedoeld als feest om de vrijheid en diversiteit te vieren. Dit is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend evenement en heeft de zichtbaarheid en acceptatie van homoseksuelen enorm vergroot. De laatste jaren varen ook enkele lesbische boten mee.
Parallellen tussen vrouwen- en homo-emancipatie. Eind jaren 60 begonnen ook vrouwen in Nederland zich te ontworstelen uit de opgelegde knellende normen en waarden voor vrouwen. Het begon voorzichtig met Man Vrouw Maatschappij, even later gevolgd door ludieke acties van Dolle mina; in beide groepen deden mannen mee. De echte doorbraak kwam met de vrouwenpraatgroepen begin 1971: vrouwen begonnen zelfstandig met het onderzoeken van hun belemmeringen en hoe ze zich daaruit konden ‘bevrijden’. In 1973 kwam dit proces in een stroomversnelling door het kraken van het vrouwenhuis in Amsterdam. Er ontstonden vrouwengroepen die zich met met allerlei aspecten van een vrouwenleven gingen bezighouden. Al gauw werden deze vrouwen door de buitenwereld getypeerd als manvijandig, terwijl zij de aanzet gaven tot nieuwe inzichten en verbeteringen van de positie van vrouwen die tot op heden doorwerken. Het emancipatieproces van homo’s in Nederland begon eind jaren 60 en werd gedomineerd door mannen. In de studentensteden begonnen jongeren zich te roeren en ze organiseerden zich in de Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit die meer openheid eisten, o.a. in studentenverenigingen. Begin jaren 70 werd vanuit de Amsterdamse afdeling het COC ‘opengebroken’, ze voerden o.a. actie via pamfletten in de dancing om het COC uit de taboesfeer te halen. In 1973 werd de strafbaarheid van homoseksualiteit uit het Wetboek van Straf geschrapt, het beruchte artikel 248bis. Lesbische vrouwen waren nauwelijks aanwezig bij deze ontwikkelingen. Begin jaren 80 werd de aandacht voor homoseks nog versterkt door het Aids virus dat vooral mannen trof en ging er veel zorg en geld naar homo’s. Het COC veranderde langzaam van karakter en begon zich eind jaren 70 als belangenbehartigingsvereniging op te stellen naar de overheid. Ze hebben een jarenlange succesvolle lobby in Den Haag gevoerd, waar lesbische vrouwen ook profijt bij hadden en waar de hedendaagse vrouwenbeweging nog veel van kan leren. B.v. door zich op één lijn op te stellen.
Grey Pride, 50+. De Canal Pride is uitgegroeid tot een 10 dagen lang festijn met allerlei activiteiten: van amusement tot belangenbehartiging onder de naam Gay Pride. Hierbij zijn sinds kort een aantal onderverdelingen gemaakt vanwege diverse doelgroepen. De meeste activiteiten zijn nog altijd gericht op homomannen, maar er is nu ook de Lesbo Pride, de Grey Pride voor 50 plussers en de Transgender Pride (dit jaar voor het eerst).
2
Voor oudere LHBT-ers is speciale aandacht gekomen, omdat blijkt dat velen weer in de kast gaan zodra ze afhankelijk worden van anderen: thuiszorg, zorginstellingen, ziekenhuis. Een voorname reden hiervoor is de angst voor isolement als je je kenbaar maakt als LHBTer door zowel het personeel als door medebewoners. Voor velen, zeker voor degenen die vóór of tijdens de oorlog zijn geboren, is dit een reële angst waar ze jaren mee hebben geworsteld*. Maar ook bij veel jongeren komt dit bij het ouder worden voor. Om de bewustwording van deze problematiek te vergroten en te voorkomen is de Roze Loper opgezet. Het is een certificaat voor thuishulporganisaties en verzorgingshuizen dat er een roze-vriendelijk beleid wordt gevoerd en dat roze mensen welkom zijn. Elke verzorgingshuis met een Roze Loper heeft een roze ambassadeur die activiteiten voor roze ouderen organiseert en medebewoners en personeel vertrouwd maakt met het feit dat niet iedereen hetzelfde is. De Roze Loper is in 2007 opgezet door het Mokum Roze, een platform voor belangenbehartiging van Roze senioren. Ze geven ook een Nieuwsbrief** uit, met dit kwartaal het volledige programma van de Grey Pride. De Grey Pride wordt ingeluid met een opening waarbij o.a. de wethouder aanwezig is. Daarna en worden er allerlei activiteiten in verzorgingshuizen met een Roze Loper opgezet en is er een roze 55+ brunch. De Lesbo-Code organiseert ook enkele extra activiteiten. Gaan lesbo’s en homo’s samen? Oudere homo mannen hebben goed voor zichzelf gezorgd. Dat begint al op jonge leeftijd: ze verdienen meer en kunnen meer geld uitgeven aan uitgaan in homobars en andere uitgaansgelegenheden om contacten te leggen. Mannen hebben meer dan vrouwen de neiging hun vertier buiten de deur te zoeken en geven ook meer geld uit. Dit pakt tevens gunstig uit voor oudere mannen. Ze hebben b.v. een goed lopende Zóciëteit met veel sociale en culturele activiteiten en komen wekelijks een paar keer bij elkaar. In principe staan veel activiteiten van homo’s open voor vrouwen, maar in de praktijk gaan weinig lesbische vrouwen daar naartoe. En als je de enige vrouw bent, lokt het niet uit om nogmaals te gaan. Voor lesbische vrouwen zijn er weinig contactmogelijkheden. Wat er georganiseerd wordt is vaak één keer per maand en heeft een korte houdbaarheidsduur. Vrouwen hebben niet zo de neiging om op pad te gaan en contact te leggen met onbekenden. Jongere vrouwen kunnen meestal wel één of twee keer per maand ergens dansen, lesbische cafés leggen vaak snel het loodje. Daarnaast kun je nog af en toe wandelen en is er tijdelijk een cultureel groepje, maar dan houdt het wel op. Een georganiseerde activiteit leunt vaak op één initiatiefneemster, waarna het na verloop van tijd niet door anderen gecontinueerd wordt. In een ingezonden brief in het Parool van 1 augustus 2014 staat het volgende: ‘Integreren is bij de Gay Pride al jaren het motto, maar als homoman heb ik daar geen enkele behoefte aan. Ik heb niets met hetero’s, transgenders, lesbo’s of bi’s. Niks op tegen, maar wil ik een gezellige avond hebben, dan wil ik alleen met homomannen zijn. Ik ben niet alleen homoseksueel, maar ook homosociaal. Gesprekken tussen homomannen zijn volstrekt anders
3 dan wanneer er ook lesbo’s, transgenders of wie dan ook bij zijn.’ Uit deze ingezonden brief blijkt dat zowel homo’s als lesbo’s niet zoveel bij elkaar te zoeken hebben wat betreft gezelligheid.
De Lesbo-Code, 40+. *** Om de ontmoetingsmogelijkheden voor 40+ vrouwen te vergroten, is De Lesbo-Code opgezet: goedkoop, overdag en frequent. Het is door toeval tot stand gekomen. In het najaar van 2011 kwam namelijk bij de gemeente Amsterdam een emancipatienota uit met vijf Speerpunten om achterstanden van vrouwen in te lopen. Eentje daarvan was, tot onze verrassing, 'Zichtbaarheid van Lesbische vrouwen'. De gemeente had het al gesignaleerd: lesbische vrouwen vallen tussen homobeleid en vrouwenemancipatiebeleid in. Uit onderzoek bleek dat niet alleen jongere vrouwen problemen hebben met hun lesbische identiteit, maar dat ook oudere vrouwen de nodige problemen ondervinden. Zo heeft 10 procent van Standje bij de prelude van de Tears of the Pride de oudere lesbische vrouwen een (zeer) slechte Walk, 31 juli 14, Osdorpplein. Opstelling gezondheid, tegen 4 procent van de geïmproviseerd vanwege de felle wind heterovrouwen. De wethouder was hier wel erg van geschrokken. Vanuit de Wouw (belangenbehartiging voor 50+ vrouwen) hebben we een project ingediend onder de naam De Lesbo-Code om wekelijkse koffieochtenden voor 40 plussers op te zetten met als motto: ‘gezelligheid om de hoek’. Met als belangrijke motivatie het verminderen van de vereenzaming en het isolement van veel lesbische vrouwen en het doorbreken van de zgn. 'mini' depressie: er net niet toe komen om naar een leuke activiteit te gaan vanwege het weer, de afstand, beetje verkouden, een pijntje, enz.. Vanuit de gemeente is een kleine startsubsidie toegekend en zijn we met koffieochtenden begonnen. Het blijkt een succesvolle formule te zijn, waarbij we al ruim twee jaar in twee wijken in Amsterdam wekelijkse koffieochtenden houden en maandelijks op de zondag een film, lezing of excursie met thee, borrel en eten. Recentelijk zijn we begonnen met een maandelijkse lunch op zondag. Maar ook hier loert een probleem om de hoek: wanneer namelijk de initiatiefneemster wegvalt, zijn er geen vrouwen om het over te nemen. Regelmatig nemen we deel aan ‘gemengde’ activiteiten, zoals een kranslegging op 4 mei samen met Pink Nieuw-West, deelname aan de prelude van de Tears of the Pride Walk, een demonstratie op 31 juli tegen homogeweld tijdens de Gay Pride, en aan de nieuwjaarsreceptie van het COC.
Lesbische vrouwen als minderheidsgroep. Een kenmerk van een minderheidsgroep is dat je ergens automatisch bij hoort, dat je familie hebt en dat je daar niets voor hoeft te doen. B.v. doordat je dezelfde moedertaal spreekt, tot dezelfde bevolkingsgroep hoort, vanwege je ras, huidskleur, religie en klasse. Je hebt eenzelfde achtergrond, wat maakt dat je dezelfde ‘taal’ spreekt en een aantal dingen vanzelfsprekend zijn, ook al ben je onderling kwa persoonlijkheid nog zo verschillend.
4 Het is essentieel voor je welbevinden om bij een groep te horen, een groep waarvoor je niet hebt gekozen, je hebt het met je geboorte meegekregen. Later kun je ervoor kiezen om voor een deel tot een andere groep te horen, waarbij je ‘familie’ gedeeltelijk van samenstelling verandert. Dit wordt dan een essentieel deel van je leven, zoals bv. een andere godsdienst of spiritualiteit. Hiermee wordt trouwens géén hobby of sport bedoeld. Voor lesbische vrouwen is het vinden van een ‘lesbische familie’ problematisch. Wanneer ze ontdekken dat ze lesbisch zijn, staan ze over het algemeen alleen: er is geen familie waar ze zich bij kunnen aansluiten! Want er zijn maar weinig lesbische vrouwen die zich als dusdanig kenbaar maken binnen hun familie, vrienden en werk, de meerderheid is voorzichtig over hun geaardheid. Dan moet je dus opzoek naar andere lesbische vrouwen, terwijl je deze vaardigheid bij je socialisatie als vrouw in je jeugd over het algemeen niet meegekregen. Lesbische vrouwen in je omgeving vinden, waar je een gemeenschappelijk verleden mee hebt, is dan ook niet makkelijk. Het gevolg is dat er weinig 50+ vrouwen een relatie hebben, 80 procent is alleenstaand tegen 40 procent van de hetero vrouwen. Nog altijd drukken veel jonge vrouwen hun gevoelens weg of komen niet toe aan hun gevoelens en voldoen aan de verwachtingen uit hun omgeving: ze trouwen en krijgen kinderen. Na hun veertigste kiezen een aantal vrouwen alsnog voor een lesbisch leven, soms pas na hun 70ste jaar of nooit. Dit kiezen voor zichzelf heeft grote invloed op hun leven, dikwijls raken ze nog meer geïsoleerd. Veel lesbische vrouwen hebben negatieve ervaringen opgedaan, niet alleen in de buitenwereld, maar vooral ook om in contact te komen met andere lesbische vrouwen. Vandaar dat het niet eenvoudig is om deel te nemen aan zoiets eenvoudigs als een koffieochtend. ‘Wat staat me nu weer te wachten, ik wil niet wéér gekwetst worden, dan blijf ik nog liever alleen thuis!’ Alleen lesbische vrouwen zélf kunnen uit deze negatieve spiraal komen. De meeste Nederlanders staan namelijk niet meer negatief tegenover lesbische vrouwen. Maar dit met de mond zeggen is wat anders dan werkelijk accepteren. En voor hoeveel ouders maakt het écht niet uit of hun dochter lesbisch is of niet? Voor lesbische vrouwen vergt het de nodige moed om openlijk ervoor uit te komen dat ze lesbisch zijn, en niet iedereen heeft daarvoor de kracht. Onze koffieochtenden functioneren intussen als een ‘familie’: allemaal heel verschillend, maar met een gezamenlijke achtergrond, geanimeerd en met veel plezier.
De Grenzen van beleid, een lezing door Jet Bussemaker. **** De vrouwen- en LHBT-emancipatie is niet af en onderhoud is nodig!. Op één oktober 2013 hield minister Bussemaker van OCW de jaarlijkse Mosselezing over dilemma’s bij het homo-emancipatiebeleid. Ze besprak drie dilemma’s, namelijk ‘de macht van de meerderheid’, ‘het recht van de overheid om te normeren’ en ‘de plicht om emancipatieprocessen door te zetten óók als men daar niet (meer) om vraagt’. Bij het laatste dilemma betrok ze ook de vrouwenemancipatie, waarbij ze enkele interessante parallellen trok. Zowel de homo- als vrouwenemancipatie bestaan nu ongeveer 40 jaar en daarbij is volgens velen veel bereikt. Het uitgangspunt is ‘Gelijke behandeling van homo’s en vrouwen op álle fronten’. Het gevaar bestaat daarbij dat zowel roze mensen als vrouwen denken dat de emancipatie nu wel klaar is.
5 Met andere woorden: als zowel vrouwen als homo’s zélf vinden dat ongelijke behandeling ‘geen issue’ meer is, dat de emancipatie nu wel klaar is, wanneer stopt dan het emancipatiebeleid? Jet Bussemaker is er niet zo optimistisch over dat de emancipatie is voltooid. ‘Het gevaar dreigt, dat als we teveel in ons eigen verhaal van vanzelfsprekendheid gaan geloven, we onverschillig en onoplettend worden.’ Want gelijke behandeling is niet altijd en overal vanzelfsprekend. Juist omdat de ontwikkelingen nog vrij vers zijn, bestaan er nog grote risico’s en valkuilen. Voor homo’s het homofobe gedrag, homogerelateerd geweld, pesterijen en het niet uit de kast komen. Het bestaat nog en het gevaar bestaat dat we het niet meer opmerken. Voor vrouwen die zich nog collectief schikken in hun gender-ongelijke situatie. Het is niet ‘toevallig’ dat overwegend vrouwen er nog altijd voor kiezen om ‘gewoon’ thuis te blijven. Beleid is niet genoeg om hieraan te werken. Sociale bewegingen zoals het COC en een aantal lidorganisaties van de NVR die zich keren tegen de heersende normen en de aandacht vestigen op onrechtvaardige omstandigheden zijn hard nodig. Positie van lesbo’s binnen vrouwenorganisaties. Hoe staat het bij vrouwenorganisaties met de aandacht voor lesbische vrouwen? Bij mijn weten is er géén vrouwengroep in Nederland waar aan lesbo’s expliciet aandacht wordt geschonken of waar een specifiek lesbische groep is. En dat terwijl lesbische vrouwen dikwijls belangrijke trekkers zijn in een vrouwengroep. Ze zijn er wel en ze worden getolereerd, maar ze moeten niet té zichtbaar worden. Een voorbeeld is wat er gebeurde bij de Wouw. In eerste instantie was het prima dat enkele lesbische vrouwen een projectaanvraag indienden bij de gemeente Amsterdam voor subsidie om De Lesbo-Code op te zetten. Toen dit ook zichtbaar werd op de website, zodat buitenstaanders konden lezen dat er binnen de Wouw een lesbische groep functioneerde, kwam hier bezwaar tegen. Want stel je voor dat iemand van buiten zou denken dat de Wouw lesbisch zou zijn. Er kwam zelf een extra ledenvergadering en na enige tijd is De Lesbo-Code zelfstandig verder gegaan. Inmiddels is er binnen de Wouw grote waardering voor De Lesbo-Code en is er een speciale middag georganiseerd over het thema lesbo-, bi- en heteroseksualiteit. Let wel! Dit is binnen de Wouw gebeurd, maar is dit ook niet de werkelijkheid bij andere vrouwenorganisaties? Veel bedrijven en overheden hebben zo langzamerhand een roze werknemers/ambtenarengroep. Want het wordt steeds duidelijker: roze mensen die in de kast zitten functioneren minder en zijn vaker ziek. Daarbij komt dat roze mensen, vooral homo’s, een koopkrachtige groep vormen.
6 In vrouwenorganisaties is impliciet heteroseksualiteit de norm en lesbische vrouwen passen zich daarbij aan. Ze zetten zich in voor heterobelangen, zijn solidair met heterovrouwen en vragen weinig tot geen aandacht voor zichzelf. Hoe vaak voelen zij zich buitengesloten? In feite lopen vrouwenorganisaties, die zich inzetten voor vrouwenbelangen, achter bij de overheid en het bedrijfsleven. En natuurlijk, lesbische vrouwen kunnen ook de aandacht op zichzelf vestigen. Wat belet hun? Het is hetzelfde verhaal als bij roze ouderen. Onzekerheid en angst dat je wordt buitengesloten omdat je de reactie van de anderen niet kent en negatieve ervaringen uit het verleden. En als je de situatie aankaart krijg je vragen als ‘wat wil je dan?’ En dan blijkt dat solidariteit van zowel lesbische vrouwen als heterovrouwen niet zo vanzelfsprekend is. En om dan je nek uit te steken vereist heel wat moed. Hierbij komen we wel bij een gemeenschappelijk belang voor hetero- en lesbische vrouwen, namelijk het onderkennen van geïnternaliseerde onderdrukking en externe onderdrukking, het eindelijk onderkennen dat we hier allemaal last van hebben, de een meer dan de ander, maar toch ……. En hoe we ons daarvan gezamenlijk van kunnen bevrijden …….. En dan nog een laatste opmerking: wanneer is de lesbische emancipatie binnen de NVR zover dat lidorganisaties gezamenlijk met een roze boot deelnemen aan de Gay Canal Pride? 21 augustus 2014 Marjan Nieuwenhuis
Noten: * Boek ‘Stormachtig stil’, levensverhalen van roze ouderen, door Eveline van de Putten, Uitgever Xanten, 2013, 21,99 euro, www.empowermentfoundation.nl ** https://www.amstelring.nl/over-amstelring/nieuwsbrieven/nieuwsbrief-oudroze *** De Lesbo-Code, www.lesbocode.nl **** Mosselezing-Jet-Bussemaker-1oct13.pdf