Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Gerepeteerde toneelstukjes of geïmproviseerde verkiezingsdebatten? Een onderzoek naar de onderhandelingen tussen politici en media tijdens de Nederlandse verkiezingscampagne van 2012.
Yael de Haan, Harmen Groenhart, Ad van Liempt, Niek Hietbrink, Anouk Kragtwijk, Erik Wolters, Freek Diephuis, Jimmy Leenders, Arjanne Aleman, Tijmen de Groen Januari 2013
1
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Inhoudsopgave Hoofstuk 1: Inleiding
3
Hoofdstuk 2: Lijsttrekkersdebatten
8
Hoofdstuk 3: De andere programma’s
24
Hoofdstuk 4: De dagbladen
34
Hoofdstuk 5: Conclusies
42
2
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding Weinig journalisten zullen ontkennen dat er onderhandelingen met nieuwsbronnen over de aard en voorwaarden van hun mediaoptredens tegenwoordig heel gebruikelijk zijn. Die afspraken blijven doorgaans tussen de journalist en zijn bron, maar soms krijgt het publiek daar iets van mee, zoals in het recente boek van Peter Kee (2012) over zijn werk bij Pauw & Witteman. Ook komt het wel voor dat gasten in een praatprogramma openlijk over gemaakte afspraken beginnen. Zo haalde Peter R. de Vries in het KRO-programma Oog in Oog (12-10-2011) een e-mail van de redactie uit zijn binnenzak toen hij vond dat interviewer Sven Kockelman zich niet aan de afspraken hield. Tijdens de laatste verkiezingscampagne wilde de VVD niet dat lijsttrekker Mark Rutte met Freek de Jonge aan tafel zou zitten bij 1 Voor de Verkiezingen en is De Jonge daadwerkelijk afgebeld. Nadat De Jonge dit aan ANP had verteld, pakten andere media dit nieuws op. Maar los van dit soort incidentele gevallen krijgt het publiek niets mee van dergelijke onderhandelingen. In de aanloop naar de verkiezingen bereiden zowel politici als journalisten zich voor op het schouwspel van de campagne. Politici en andere opiniemakers kunnen hun gedachtegoed onder de aandacht brengen op het journalistieke platform. Journalisten kunnen hen daarover kritisch bevragen of met elkaar in debat laten gaan. Maar critici plaatsen kanttekeningen bij de praktijk van deze voorstelling. Wetten van ‘medialogica’ leggen, volgens die critici, beperkingen op aan de openheid en de kwaliteit van het publieke debat. Sommigen veronderstellen bij die gedachte een te grote of een onwenselijke invloed van de media op de politiek. Anderen schrijven dat juist weer toe aan de politiek en de daar werkzame spindoctors. Het rapport Gevaarlijk Spel rekende voor dat journalisten getalsmatig worden overschaduwd door persvoorlichters met een factor tien: tien pr-medewerkers op één journalist (Prenger et al., 2011). De auteurs presenteren dat als een aanwijzing voor onaanvaardbare druk op de journalistieke beroepsuitoefening. Van Ruler (2012) stelde daarentegen dat het met die overmacht wel meevalt en dat beide partijen worstelen met hun onderlinge verhoudingen. We kunnen dus niet zonder meer aannemen dat een van beide partijen – journalisten of politici – de andere zou overheersen.
3
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
De relatie tussen journalisten en politici is een intrigerend fenomeen. Hoewel de strijd tussen interviewer en geïnterviewde al in 1979 door Herbert Gans is aangekaart als een complexe relatie, waarbij de bron dikwijls de macht heeft, lijkt de complexiteit alleen maar te zijn toegenomen. Dit wordt, zeker in Nederland, mede veroorzaakt door grote veranderingen in het medialandschap, zoals de ontzuiling, het toegenomen aantal media, de concurrentie en de professionalisering van zowel de media als de politiek. Mede door deze complexiteit, maar ook door de onzichtbaarheid van het proces voor het grote publiek, is er steeds meer aandacht voor onderhandelingen in de journalistiek. Zo inventariseerden Bakker et al. (2011) welke strategieën er worden gebruikt om bronnen te laten meewerken aan journalistieke producties. Dat kan variëren van inspelen op inhoudelijke argumenten, inspelen op de gevoelens of emoties van de bron tot het gebruik maken van financiële prikkels. Tijdens de afgelopen verkiezingscampagne publiceerden NRC Handelsblad en nrc.next artikelen over onderhandelingen. De Nieuwsmonitor analyseerde drie verkiezingsdebatten en ging na in hoeverre we daarbij kunnen spreken van medialogica. Voor de start van de verkiezingscampagne deden verschillende journalisten (Dersjant, Polak, Van der Linden, Rogmans, 2012) een oproep voor meer transparantie tijdens de verkiezingscampagne. En Peter Kee schreef over het onderhandelingsproces tussen het televisieprogramma en politici. De aandacht voor onderhandelingen geeft niet alleen aan dat het publiek interesse voor dit thema heeft, maar ook dat er vanuit democratisch oogpunt zorgen zijn over de kritische functie van de journalistiek. Dersjant, Polak, Van der Linden en Rogmans deden hun oproep voor het openbaar maken van de afspraken tussen media en politici juist vanuit democratisch oogpunt: het publiek heeft er belang bij van die afspraken te weten. Wat het publiek uiteindelijk ziet lijkt wel een spontaan gesprek of debat, maar critici typeren het eerder als, gerepeteerde toneelstukjes. In dit onderzoek willen we ons focussen op de relatie tussen media en politici tijdens de verkiezingen van september 2012. De verkiezingscampagne is bij uitstek een geschikte casus omdat zowel media als politici in een kort tijdsbestek proberen hun belangen zo goed mogelijk uit te spelen.
4
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
1.2 Doel onderzoek & onderzoeksvraag Dit onderzoek is uitgevoerd door docent-onderzoekers en studenten van de vier HBO journalistenopleidingen, Fontys Hogeschool, Christelijke Hogeschool Windesheim, Christelijke Hogeschool Ede en Hogeschool Utrecht. Het is de eerste keer dat de scholen optrekken in een gezamenlijk onderzoeksproject. In eerste instantie beoogt dit onderzoek inzicht te krijgen in de onderhandelingen tussen media en politici voorafgaand aan verkiezingsoptredens met als doel een bijdrage te leveren aan het journalistiekonderwijs en aan het debat over de kwaliteit van de journalistiek. Het is niet alleen belangrijk dat aankomende journalisten leren artikelen te schrijven en items te maken. Ze moeten ook weten hoe je met gasten omgaat, hoe je iemand overtuigt om mee te werken aan een onderwerp en welke eisen je kunt verwachten van de beoogde gesprekspartner. In tweede instantie doen studenten met dit onderzoek leerervaring op als onderzoekende student. Dit onderzoek heeft de volgende centrale vraag: Hoe verlopen onderhandelingen tussen media en politici voorafgaand aan de verkiezingsdebatten voor de verkiezingen van 12 september 2012? Hierbij zijn vier verschillende deelvragen aan de orde: •
Welke typen afspraken kunnen worden onderscheiden en in hoeverre komen deze voor bij onderhandelingen in verkiezingstijd?
•
Hoe komen deze afspraken tot stand?
•
Welke actoren (media of politici) zijn dominant in het bepalen en naleven van de regels?
•
Wat is de uitwerking van deze regels op journalistieke producten en processen?
1.3 Onderzoeksmethode De onderzoeksopzet is kwalitatief van aard. Om inzicht te krijgen in de onderhandelingen tussen media en politieke partijen, hoe deze tot stand komen en welke uitwerking ze hebben op journalistieke producten en processen, hebben de onderzoekers verschillende redacties geobserveerd, dagelijkse vergaderingen bijgewoond en interviews gehouden met chefs van
5
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
politieke redacties en met redacteuren. Inhoudsanalyse van de debatten, praatprogramma’s en dagbladen leverde input voor interviews met betrokken partijen. De data zijn verzameld tussen 12 augustus en 12 september 2012 door zes geselecteerde studenten van de vier scholen. Zij werden intensief begeleid door docent-onderzoekers: in een dagelijkse vergadering kwam het verloop van het onderzoek en de politieke actualiteit aan de orde. Gezien het grote aantal deelnemende media en de arbeidsintensieve dataverzameling was het, achteraf gezien, beter geweest als er meer studenten hadden deelgenomen. Een groot aantal media heeft medewerking verleend aan dit onderzoek: de Volkskrant, Reformatorisch Dagblad, Nederlands Dagblad, NOS Nieuws, RTL Nieuws, Nieuwsuur, De Wereld Draait Door, Knevel & van de Brink en BNR Nieuwsradio. Dit hield in dat studenten de redactievergaderingen konden bijwonen, aanwezig waren bij de voorbereiding van de uitzendingen en verschillende betrokken journalisten konden spreken. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met politieke chefs of adjunct-hoofdredacteuren van de GPD, Parool, NRC Handelsblad, Nederlands Dagblad, Trouw, 1Vandaag en Pauw & Witteman. Het contact tussen studentonderzoeker en de redacties varieerde van intensief (enkele weken meelopen op de redactie) tot minder intensief (eenmalig interview met betrokkenen). Bovendien waren twee dagbladen niet bereid tot medewerking (het Algemeen Dagblad en De Telegraaf). Daarom kunnen de resultaten niet zonder meer worden gegeneraliseerd naar nieuwsmedia in het algemeen. Desondanks biedt het onderzoek een betekenisvolle blik op de onderhandelingspraktijken tussen journalisten en politici over mediaoptredens. Met het oog op volledigheid en juistheid van de resultaten hebben we ook de politieke partijen benaderd. Wegens drukte, zo gaven zij aan, maar vermoedelijk ook wegens campagnebelangen wilden de partijen niet deelnemen aan het onderzoek tijdens de campagne. Wij hebben dit ondervangen door de partijen achteraf een aantal casussen van onderhandelingen voor te leggen waarbij ze tijdens de campagne betrokken waren geweest.
6
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
1.4 Opbouw onderzoeksrapport De resultaten van het onderzoek worden in de volgende hoofdstukken beschreven. Hoofdstuk 2 gaat in op de zeven lijstrekkersdebatten die tijdens deze campagne hebben plaatsgevonden en geeft per debat inzicht in de opzet en het verloop van het debat. Een aantal specifieke cases, waarbij sprake was van onderhandelingen, wordt uitgelicht en het hoofdstuk sluit af met een beschouwing op de vier deelvragen. Hoofdstuk 3 behandelt de onderhandelingen bij de nieuwsen radioprogramma’s en hoofdstuk 4 gaat in de op dagbladjournalistiek. De paragraafopbouw van deze twee hoofdstukken volgt de structuur van de deelvragen. In het laatste hoofdstuk bespreken we onze conclusies en formuleren we enkele adviezen voor de opleidingen.
7
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Hoofdstuk 2: Lijsttrekkersdebatten Zeven keer stonden de belangrijkste lijsttrekkers tijdens de campagne van 2012 tegenover elkaar in een op de landelijke televisie live uitgezonden debat. Dat was meer dan ooit tevoren. Dat heeft te maken met de concurrentie tussen zenders en omroepen, maar ook met de wetenschap dat veel zwevende kiezers hun stem uiteindelijk laten bepalen door het optreden van politici in dit soort rechtstreekse confrontaties met elkaar. Vandaar dat media én politieke partijen debatten van groot belang vinden: ze zijn het hart van de campagne geworden. We zijn in staat geweest om bij sommige van deze debatten de voorbereidingen van dichtbij te volgen. Het overzicht van de zeven debatten, mede gebaseerd op onze eigen waarnemingen, volgt hier. 2.1 Nederland Kiest, 22 augustus, Nederland 1 - NOS Voor het eerst had de NOS het plan opgevat de verkiezingscampagne niet alleen af te sluiten met een lijsttrekkersdebat (zoals al sinds jaren gebeurt, behalve in 2002 toen de campagne na de moord op Pim Fortuyn werd stilgelegd), maar ook te beginnen. Het idee was om een soort introductie-avond te houden, een start van de campagne op tv. De omroep had er op woensdag 22 augustus anderhalf uur op Nederland 1 voor ingeruimd. Na de val van het kabinet is de NOS al vrij snel begonnen met contact leggen. In mei is er al gebeld naar de campagneleiders van alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen. De vraag was of de partijen er iets in zagen om op 22 augustus en op 11 september deel te nemen aan een uitzending van de NOS. Voor het slotdebat op 11 september zegden alle partijen meteen toe. Het 'zomerprogramma', dat niet als een "echt debat" werd aangekondigd, miste drie grote spelers. De VVD, SP en PVV ontbraken om uiteenlopende redenen. De VVD heeft van begin af aan gezegd dat haar campagne nog niet begonnen zou zijn en dat de partij daarom niet zou deelnemen. De NOS heeft nog een aantal keren teruggebeld met de vraag of de VVD echt niet mee wilde doen en heeft de deur steeds op een kier laten staan. Het gerucht dat de NOS gedreigd zou hebben met het plaatsen van een lege stoel wanneer Rutte niet zou verschijnen noemt de met de uitnodiging van partijen belaste NOS-redacteur Bernice Willemsen ‘absolute flauwekul’. Chef politieke redactie Bram Schilham zei hij dat hij niet kon uitsluiten dat
8
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
een redacteur dat eventueel als grap heeft geopperd, maar dat het nooit als serieuze optie is overwogen. De campagneleider van de VVD, Henri Kruithof, geeft toe dat er voor de campagne overleg is geweest met de SP over de startdatum. Beide partijen waren het erover eens dat ze niet aan het openingsprogramma van de NOS moesten meedoen. 'Er was geen harde afspraak over, maar we stonden er hetzelfde in, we wisten van elkaar dat we toen nog niet zouden beginnen.' Maar de druk werd wel opgevoerd, van de kant van de NOS. Kruithof zegt dat hij nog nooit zoveel druk heeft ervaren als toen - de NOS zette alles op alles om de VVD te bewegen alsnog aan te schuiven, zelfs nog op de laatste dag. Op de ochtend van die 22e augustus verscheen een uitvoerig interview met Mark Rutte in De Telegraaf, terwijl zijn campagne dus nog niet begonnen was. Bij de NOS beschouwden ze dit toch als een duidelijke campagne-activiteit en daarom belde de redactie nog een keer met de VVD-campagneleiders met de vraag of ze - nu ze toch begonnen waren - niet alsnog wilden meedoen aan de uitzending van die avond. Het bleef nee. De SP twijfelde in het begin of ze zou meedoen aan die eerste NOS-avond. De campagneleiding van de partij, die toen nog heel hoog stond in de peilingen, vond namelijk dat er te veel debatten werden georganiseerd. Om de week was er, vanaf mei, contact met de SP of lijsttrekker Emile Roemer wel of niet zou deelnemen, maar de deur van de SP ging steeds verder dicht. Een week voor het debat zei de campagneleiding definitief nee. Bij de PVV was er wel enige bereidheid om deel te nemen, maar om praktische redenen kon dat niet; Geert Wilders was op die datum nog op vakantie. De mogelijkheid bestond dat hij wanneer er ‘iets gebeurde met de euro’ eerder terug moest vliegen naar Nederland; in dat geval had hij gewoon kunnen deelnemen aan het debat. Door regelmatig contact op te nemen en het programma uit te leggen, heeft de NOS nog wel geprobeerd de PVV te overtuigen. De NOS heeft geen machtsmiddelen, aldus redacteur Bernice Willemsen. “We kunnen niet zeggen ‘als je de 22e niet komt, ben je op het slotdebat ook niet welkom.” Zo kan de NOS niet werken, politieke partijen weten ‘dat de NOS ze geen pootje licht,’ aldus de politieke redactie van de NOS.
9
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Opzet Bij het organiseren van het zomerprogramma op de 22e heeft de NOS-redactie over de inhoud contact gehad met de deelnemende politieke partijen. Dat waren er acht - de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen, minus de drie genoemde afwezige, VVD, SP en PVV. Hero Brinkman werd wel uitgenodigd, als zittend Kamerlid, hoewel hij nog als PVV'er in het parlement gekozen was. De NOS heeft voorafgaand aan deze avond bij de partijen gepolst waar de interessante punten van de verschillende politieke partijen liggen. Dit was vooral bedoeld om te voorkomen dat twee lijsttrekkers, die het geheel eens zijn, tegenover elkaar worden gezet in een debat: er moet, vindt de NOS-redactie, wel enige spanning in zo'n debatje zitten. Verloop In dit "zomerprogramma" (zoals de NOS het steeds bleef noemen) waren de debatten niet erg fel. Bovendien zorgde de opzet voor een enigszins ontspannen sfeer - er was ook aandacht voor de vakantiefoto's van de lijsttrekkers. Dat leidde bij Jolande Sap tot een pijnlijk moment. Ze liet een foto zien waarin ze poseerde voor een oud kasteel, waarop presentator Ferry Mingelen vroeg of deze ruïne symbolisch was voor de staat waarin haar partij zich bevond. Dat beeld is de partij in de rampzalig verlopen campagne lang blijven achtervolgen. Conclusie Het debat werd algemeen als niet erg geslaagd beschouwd. Voor een scherp en spannend debat waren er teveel deelnemers - dat is het centrale probleem van de NOS die als nationale omroep ("van iedereen, voor iedereen") moeilijk partijen kan uitsluiten van deelname. En omdat VVD, SP en PVV zichzelf hadden uitgesloten waren de reacties overwegend negatief. Toch keken er anderhalf uur lang gemiddeld 1.096.000 mensen naar deze aftrap van de tv-campagne. (SKO, 2012). 2.2 Het premiersdebat, 26 augustus, Rode Hoed, Amsterdam - RTL RTL had al heel vroeg besloten de lijsttrekkers van de vier partijen, die in de peilingen het grootst waren, uit te nodigen voor een 'premiersdebat'. Dat kwam de omroep weliswaar op enige kritiek te staan (Nederland kiest nu eenmaal geen regeringsleider, maar een parlement), maar RTL kon
10
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
daardoor wel volstaan met het uitnodigen van slechts vier lijsttrekkers, wat voor een spannend debat veel gunstiger is dan acht of elf deelnemers. Op 13 augustus viel de beslissing welke vier partijen zouden worden gevraagd. Dat waren VVD, SP, PvdA en PVV. Het was uiteraard uitgesproken nadelig voor de partijen die er net buiten vielen, het CDA vooral en ook D66. De campagneleider van de CDA zei hierover: “Halverwege augustus werd bekend dat we niet uitgenodigd werden voor het premiersdebat. We wisten van te voren dat ze maximaal vier partijen in het debat wilden hebben, en de peilingen gaven aan dat wij daar niet bij zaten. Daar hebben we ons bij neergelegd. Er viel niets aan te veranderen en dat hebben we dus ook niet meer geprobeerd.” De campagneleider van D66 liet het niet meteen bij zitten. “Wij vonden dat uiterst vervelend, ook omdat het weer was gebaseerd op opiniepeilingen. Ik vind het niet goed dat media zich alleen maar laten leiden door peilingen. En we hebben nu ook gezien dat ze niet representatief zijn. Wij hebben alsnog alles eraan gedaan om uitgenodigd te worden.” Maar dit was zonder succes. Op 14 augustus hield RTL een bespreking met de campagneleiders van de vier deelnemende partijen. Daar ging het over de spelregels. In een mail aan de partijen naar aanleiding van die bespreking stond onder andere dat er maatregelen werden genomen om te voorkomen dat het debat zou worden ontsierd door voortdurend geschreeuw, geklap en gejoel. RTL had vier thema’s vastgesteld, waarvoor een kwartier was uitgetrokken. Dat waren: •
Europa. Wat is de toekomst van Europa?
•
Zorg. Hoe houden we die betaalbaar?
•
Economie. Hoe maken we Nederland weer gezond?
•
Leiderschap. Wie is het meest geschikt als leider van Nederland en waarom?
Elke spreker kreeg 30 seconden om zijn visie te geven over elk thema alvorens het debat begon. De thema’s waren tevoren bekend gemaakt aan de partijen. Elk thema werd ingeleid met een filmpje. De lijsttrekkers hadden het filmpje niet van tevoren gezien, maar wel de voice-over-tekst van het filmpje gekregen.
11
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
De volgorde van spreken was door loting bepaald. Elke lijsttrekker kreeg de mogelijkheid een joker in te zetten. Daarmee konden ze een van de andere lijsttrekkers uitdagen voor een debat van vier minuten, één op één. RTL wist niet wie elkaar wanneer zou uitdagen. De eindredactie had er ruimte voor opgenomen in het draaiboek. Voor de thema’s in behandeling kwamen, was er een korte ronde met openingsvragen – die kenden de lijsttrekkers niet van tevoren. Dit waren die vragen: Vraag Rutte: Wat heeft u zichzelf verweten nadat de Catshuisonderhandelingen mislukten? Vraag Roemer: Wat maakt de oud-wethouder van Boxmeer tot de nieuwe premier? Vraag Wilders: Hoe voelt het om mogelijk de meest linkse premier ooit in het zadel te helpen? Vraag Samsom: Wie heeft u voor dit debat om advies gevraagd: Job Cohen of Wouter Bos? Daarnaast kregen de lijsttrekkers ook nog dilemma’s voorgelegd, waarvan ze de inhoud niet kenden. De thema’s en dilemma’s zijn bedacht in de achtertuin van adjunct-hoofdredacteur RTL Nieuws Pieter Klein. Behalve hij deden Marc van Vlijmen (eindredacteur RTL Nieuws), Frits Wester (politiek presentator) en Kees Berghuis (chef politiek RTL Nieuws) aan de gedachtevorming mee. Kees Berghuis schreef daarover op zijn blog: “We hebben de afgelopen weken veel tijd in de voorbereiding gestoken. Frits kent inmiddels alle verkiezingsprogramma's uit zijn hoofd. En ook al zeggen campagneleiders dat zij niet aan rollenspellen doen (wat ik betwijfel), wij deden dat wel, afgelopen donderdag. Chef economie Perry Feenstra speelde Samsom met verve, Jos Heymans zette een overtuigende Roemer neer, adjunct-hoofdredacteur (veel hoger kan bijna niet) Pieter Klein vertolkte het liberale geluid en ikzelf deed Wilders.” Verloop Algemeen is dit debat, achteraf, gezien als een beslissende wending in de campagne. Emile Roemer van de SP maakte op de meeste waarnemers geen overtuigende indruk, hij liet zich in het debat over de zorg min of meer wegbluffen door VVD-lijsttrekker Rutte. Diederik Samsom onderscheidde zich door de onafhankelijke manier waarop hij zich opstelde: hij vroeg zijn collega’s te stoppen met het oproepen van angstbeelden, en in plaats daarvan te zoeken naar oplossingen.
12
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Een snelle enquête van RTL (De Thuistribune) wees op een grote overwinning van Samsom, bijna 52 procent van de ondervraagden wees hem als winnaar aan, tegen bijna 34 procent voor Rutte. Wilders en Roemer bleven onder de tien procent. Samsom koos, door het inzetten van de joker, voor het persoonlijk debat Rutte als tegenstander met “leiderschap” als thema. Op dat moment voorzag nog niemand dat Samsom hiermee een “gamechanger” creëerde: het duel Rutte-Samsom zou vanaf dat moment de campagne gaan beheersen en niet, zoals tot dan toe iedereen aannam, het duel Rutte-Roemer. Conclusie Het Premiersdebat van RTL is van zeer grote betekenis geweest voor de campagne. Dat beaamt ook campagneleider Kruithof van VVD. Daar kwam de ommekeer tot stand. Enerzijds, zo meldt hij zelf, omdat Roemer toen de mist in ging in een tweedebat met Rutte, en anderzijds door de presidentiële houding van Samsom. Het werd ook uitstekend bekeken, 1.673.000 kijkers, gedurende vrijwel de hele zondagavond (SKO, 2012). Het was daarmee het eigenlijke startschot van de campagne. De uitzending bewees dat je met vier deelnemers een veel levendiger debat krijgt dan met veel meer. Door de creatieve opzet en de sobere leiding van Frits Wester was het een uitgesproken inhoudelijk debat. Het gaf Diederik Samsom de kans om zich te manifesteren als de sterke debater die hij is. Hij nam deze avond het momentum over van Roemer aan de linkerkant van het politieke spectrum. Een andere conclusie zou kunnen zijn dat RTL met dit debat de NOS duidelijk heeft overvleugeld, door gebruik de maken van de vrijheid dat het niet alle partijen hoeft te laten meedoen. 2.3 Het Knevel &Van den Brinkdebat, 30 augustus - EO De eerste informele contacten van de EO-redactie met de partijen vonden al in april/mei plaats. Dat ging om vier partijen; D66 werd nog niet benaderd omdat de EO wilde afwachten hoe de partij zich in de peilingen zou ontwikkelen. De PVV evenmin, omdat informeel contact daarmee volgens de EO minder eenvoudig is dan met andere partijen. In het begin was 13 augustus de voorziene datum – het zou de start van de campagne zijn – maar later bleek dat te vroeg.
13
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Sommige partijen, zoals de VVD, hadden hun congres dan nog niet gehouden. De redactie switchte daarop naar de week van 27 augustus. Toen bekend werd dat op die 27e de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau bekend zou worden, bepaalde de redactie van Knevel & Van den Brink dat donderdag 30 augustus een goede datum zou zijn: vier dagen na het premiersdebat, en drie dagen nadat de cijfers van het CPB waren gepubliceerd. Een volgende kwestie was de hoeveelheid gasten. Voor acht partijen zou te weinig spreektijd per partij beschikbaar zijn. Met alleen de grootste vier partijen debatteren zou neerkomen op kopiëren van het premiersdebat van RTL van een paar dagen eerder. De keuze viel op zes: daarmee kreeg iedere partij nog redelijk wat spreektijd. Nadat deze knopen waren doorgehakt is er, voor de vakanties, een formeel verzoek gericht tot zes partijen: CDA, D66, PvdA, VVD, SP en PVV. Alle partijen hebben toegezegd. Het is opmerkelijk dat de EO bij dit debat de verwante ChristenUnie niet heeft uitgenodigd. De partijen hebben geen onderwerpen aangedragen, de invulling van het debat is volledig door de politieke redactie van Knevel & Van den Brink gedaan. De politici kregen wel tevoren te horen dat het debat (deels) over de CPB-cijfers zou gaan. Wie aan wie gekoppeld werd en welk thema het koppel kreeg, is bepaald door de redactie. De politieke partijen hadden hierin geen inspraak. De EO-redactie heeft ervoor gekozen om Diederik Samsom aan Mark Rutte te koppelen, omdat er voor het programma 1 voor de verkiezingen van maandag 3 september (dat ook gepresenteerd zou worden door Knevel & Van den Brink) al een één op één-debat tussen Roemer en Rutte gepland stond. Deze beslissingen kregen de partijen op vrijdag 17 augustus te horen. Verloop Centraal in het debat stond de discussie tussen Rutte en Samsom over financieel-economische kwesties. Daarbij suggereerde Samsom dat de VVD-leider het af en toe niet zo nauw neemt met de waarheid, met name als hij het over andere, en dan vooral linkse partijen heeft. “Nou doet u het weer”, zei Samsom, die daarmee probeerde met deze one-liner dit beeld vast te zetten in het hoofd van de kijkers. Dat gebeurde in het eerste debat van de avond, dat de ochtendbladen nog
14
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
konden meenemen. Het debat was heel laat, tussen elf en twaalf, waardoor het grootste deel de kranten niet meer zou halen. Conclusie Ook dit debat verliep gunstig voor Diederik Samsom. De EO bood kijkers op internet de mogelijkheid tijdens de uitzending mee te doen aan een enquête waarin allerlei vragen werden voorgelegd. De belangrijkste was uiteraard: wie won het debat? Samsom haalde procent, voor Rutte met 33 en Pechtold en Roemer met 12 en 11 procent. Er deden veel mensen mee aan dit instant-onderzoek, volgens de EO wel 25.000, maar representatief zijn deze cijfers zeker niet, omdat gebruikers van een “tweede scherm” geen aselecte steekproef van de bevolking vormen. Maar ook in de reacties bleek dat Samsom opnieuw indruk had gemaakt met zijn feitenkennis, debattechniek en opstelling. Ondanks het late uur keken er 1.297.000 mensen (SKO, 2012) naar dit derde tv-debat – het bewijs dat de belangstelling voor deze korte, intensieve campagne heel groot was. 2.4. Carrédebat, 4 september – RTL, BNR, Elsevier, FD Het roemruchte theater Carré was ook dit keer weer toneel van een van de tv-debatten tussen de lijsttrekkers. Acht dagen voor de verkiezingen, 4 september, mochten de acht grootste partijen meedoen. Vier journalistieke redacties tekenden voor de organisatie, RTL (dat presentator Rick Nieman leverde), Business News Radio (dat interviewer Petra Grijzen afvaardigde), Elsevier en het Financiële Dagblad. De acht lijsttrekkers mochten ieder aan twee debatten meedoen. Die werden gehouden op basis van deze stellingen: •
Nederland moet het uiterste doen om de Eurozone bijeen te houden.
•
Alle patiënten moeten meer betalen voor hun eigen zorg.
•
Het is eerlijk om de AOW-leeftijd nu al te verhogen.
•
Het is beter om de economie te stimuleren dan om te bezuinigen.
De stellingen waren verzonnen door Kees Berghuis (RTL), Paul van Liempt van BNR (die de nabeschouwing presenteerde), Syp Wynia (Elsevier) en Roderik van Grieken van het Nederlands
15
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Debat Instituut. De overwegingen waren daarbij: “Het iedereen zo lastig mogelijk maken op een onderwerp waarbij de kijker zich iets kan voorstellen. Geen moeilijke termen, percentages of technisch geouwehoer.” Partijen konden hun voorkeur aangeven voor twee stellingen/thema’s waar ze over wilden debatteren. Volgens Kees Berghuis hebben de SP, D66, CU, PvdA en de PVV dat gedaan. Uiteindelijk deelden de organisatoren de debat-ploegen in. De partijen hebben de stellingen een paar weken tevoren gekregen. Per stelling deden vier lijsttrekkers mee aan het debat. Ze hadden eerst 45 seconden om hun standpunt duidelijk te maken. Ze stemden ook over de stelling: voor, tegen of neutraal. Vervolgens gingen ze met elkaar in debat. Na het debat hadden de lijsttrekkers die niet meededen met het debat 30 seconden om hun standpunt duidelijk te maken. Zij mochten ook stemmen. Petra Grijzen nam elke lijsttrekker apart voor een aantal meer persoonlijke vragen. De volgorde waarin de lijsttrekkers apart werden geïnterviewd, kenden de partijen niet. RTL heeft zelf de volgorde bepaald. De vragen van Petra Grijzen kenden de partijen niet van tevoren. RTL wist niet hoe de partijen gingen stemmen bij elke stelling. Het was dus ook voor de organisatie een verrassing dat Rutte tegen de eerste stelling zou stemmen dat Nederland het uiterste zou moeten doen om de Eurozone bijeen te houden. Verloop Het debat kende volgens de nabeschouwingen geen duidelijke winnaar. PvdA-lijsttrekker Samsom kon niet, zoals de voorgaande keren, zijn stempel op het debat drukken. Hij had het moeilijk in het gedeelte over de zorg, waarin hij het verwijt kreeg dat de PvdA door haar beleid de wachtlijsten weer zal laten groeien. Premier Rutte werd van alle kanten aangevallen over Europa en Griekenland. Er was wel alom lof voor de manier waarop Rick Nieman het debat leidde. De confrontaties van Petra Grijzen met de lijsttrekkers oogstten nogal wat kritiek. Conclusie De vorm van het debat bood minder mogelijkheden tot duidelijke confrontaties dan Het Premiersdebat van RTL. Debatteren met acht deelnemers is bijna onmogelijk, zo bleek opnieuw.
16
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Carré bleek wel weer een prachtig decor voor politiek. Er keken deze avond 1.392.000 mensen naar het Carrédebat. 2.5. Het EenVandaagdebat, 6 september, Erasmus-universiteit, Ned. 1 Het was al voor de elfde keer dat het EenVandaagdebat werd gehouden in samenwerking met de Erasmus-Universiteit. Er waren zes lijsttrekkers uitgenodigd, dezelfde als bij Knevel en Van den Brink. In mei was de datum al vastgesteld, toen ook al waren de deelnemers uitgenodigd. In augustus was vastgesteld wie er tegen wie zou debatteren. Er waren drie blokken, ingeleid door een debat à deux, aan de hand van stellingen. Die waren in augustus aan de partijen bekend gemaakt. De partijen hadden wel de mogelijkheid de stellingen van commentaar te voorzien, of door betere formuleringen te vervangen, maar de eindredactie van 1Vandaag had er de beslissende stem in. De website nrc.nl publiceerde tevoren al het draaiboek van het debat dat er zo uitzag: Het draaiboek voor het debat van vanavond 18.15u: Start uitzending. Introductierondje van de lijsttrekkers. 18.25u: Het eerste thema: de crisis. Buma (CDA) en Samsom (PvdA) debatteren ongeveer zeven minuten over de stelling: ‘De rekening van de crisis moet nú betaald worden’. Ze krijgen ieder een minuut om de stelling te introduceren zonder interruptie. Daarna volgt een plenair debat over de stelling, waarbij Buma en Samsom zich ‘terughoudend opstellen’. 18.40u: Het tweede thema: Europa. Wilders (PVV) en Pechtold (D66) debatteren aan de hand van de stelling: ‘Nederland moet zo snel mogelijk uit de Europese Unie’. Daarna een plenair debat. 18.55u: Het derde thema: de verzoringsstaat. Roemer (SP) en Rutte (VVD) debatteren aan de hand van de stelling: ‘De verzorgingsstaat wordt onbetaalbaar’. Daarna gaat de discussie plenair verder. 19.12u: Afsluiting van het debat. Daarna een vragenronde vanuit de zaal van maximaal twintig minuten te volgen via www.eenvandaag.nl. De eerste drie vragen zijn door de organisatie van tevoren uitgezocht. Daarna is het aan de zaal (Bronzwaer, 2012b). De presentatie was in handen van Pieter Jan Hagens en Antoinette Hertsenberg (die de geblesseerde Bas van Werven verving).
17
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Verloop Opvallend was vooral dat aan het begin van het debat de lijsttrekkers, en vervolgens ook de duizend aanwezige studenten, Geert Wilders toezongen in verband met zijn 48e verjaardag. Het begin van het debat, het openingsrondje, was een afgeleide van het tv-programma "Dit was het nieuws"- de lijsttrekkers moesten een grappig onderschrift verzinnen bij foto's, van hun concurrenten. Het debat zelf verliep weinig verrassend en leverde weinig nieuws op, het werd vooral gekenmerkt door tevoren bedachte mantra's en oneliners. De directeur van het Nederlands Debatinstituut, Roderick van Grieken, vond het nogal rommelig van opzet. Hij riep na afloop trouwens Geert Wilders als winnaar uit, Wilders kreeg ook het meest de lachers op zijn hand. Conclusie Omdat de opzet van het debat al zo lang tevoren was vastgesteld miste 1Vandaag de kans om Samsom en Rutte met elkaar te confronteren. Rutte was nu nog aan Roemer gekoppeld, en inmiddels was Roemer in de peilingen al, verrassend genoeg, ingehaald door Diederik Samsom van de PvdA. Hoewel deze niet, zoals vorige keren, als de onbetwiste winnaar van het debat werd utigeroepen, zette hij zijn opmars voort. Na het debat begon hij in de peilingen zelfs het voorspelde zetelaantal van de VVD te benaderen. Het EenVandaagdebat trok 1.184.000 kijkers (SKO, 2012). 2.6 Jeugdjournaaldebat, 8 september, NOS Het was voor het eerst dat het Jeugdjournaal een debat hield. Bij eerdere verkiezingen waren er wel lijsttrekkers uitgenodigd om vragen van kinderen te beantwoorden. Dat was ook nu een van de onderdelen van de uitzending, maar nu waren er ook andere onderdelen, zoals een quiz én een spreekbeurt. De lijsttrekkers kregen één minuut de tijd voor die spreekbeurt, waarbij ze voor de klas moesten staan, terwijl hun collega's in de schoolbanken hadden plaatsgenomen. Het omroepblad Spreekbuis hoorde van eindredacteur Marga van Beusekom details over de voorbereiding: ‘We zoeken een balans in onderwerpen en de juiste insteek. De stellingen moeten namelijk heel concreet zijn, anders kunnen kinderen er niets mee. Het leuke van stellingen is dat we kinderen zo kunnen laten zien dat er meerdere argumenten zijn voor een stelling en we hopen dat ze daarmee ook meer begrip krijgen voor de tegenpartij. Werken met stellingen is overigens niet nieuw. Dat doen we ook in onze ochtenduitzending met de Stelling van de dag.’
18
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
De uitzending werd gepresenteerd door Roos Moggré en Milouska Meulens. Beiden hadden tevoren korte portretten van de lijsttrekkers gemaakt. Er waren er vijf uitgenodigd, Rutte, Samsom, Roemer, Wilders en Van Haersma Buma. D66 viel dit keer buiten de boot - het Jeugdjournaal is kennelijk aanzienlijk vrijer in dit soort keuzes dan de politieke redactie van de NOS in Den Haag. Het werd een vrolijke uitzending, waarin de lijsttrekkers het duidelijk naar hun zin hadden. Van Haersma Buma won de quiz en een van de aanwezige kinderen vroeg en kreeg een knuffel van Geert Wilders. De uitzending trok 506.000 kijkers, minder dan andere jaren (SKO, 2012).
2.7 NOS Slotdebat, 11 september, Nederland 1 Het debat aan de vooravond van de kamerverkiezingen is een typisch Nederlandse traditie, sinds 1994. Alleen in 2002, toen de campagne was stilgelegd na de moord op Fortuyn, werd dit debat niet gehouden. De NOS had de vorige keer het debat in tweeën gesplitst, een debat met de kleinere partijen in de vooravond en een debat op prime time met de grootste partijen. Dat was aanvankelijk weer de bedoeling. Maar toen het format doorgesproken werd met de politieke partijen, stribbelden GroenLinks en de ChristenUnie tegen. Ze wilden meedoen met ‘de grote spelers’. Beide partijen brachten als argument in dat zo’n eerste debat met kleinere partijen ‘niet zo informatief’ zou zijn. Bovendien claimden ze het recht om bij de grotere partijen aan te sluiten omdat ze immers deel uitmaakten van de ‘Kunduz-coalitie’. De verantwoordelijken bij de NOS zagen wel wat in die argumenten. Daarom hebben ze het format, na klachten van GroenLinks en de ChristenUnie, aangepast. Op 5 september waren we aanwezig bij een vergadering van ongeveer anderhalf uur waarin de NOS-redactie de vormgeving van het debat besprak. Daar kwam onder andere het rollenspel aan de orde dat enige redacteuren hadden gespeeld ter voorbereiding. De vorm van het debat stond grotendeels al vast en werd nog enigszins aangepast. De discussie daarover is uitsluitend gevoerd tussen de redactieleden van de NOS, dus niet in overleg met de lijsttrekkers. De vorm Het idee was om drie hoofd- en zes deeldebatten te houden. Er zijn elf lijsttrekkers uitgenodigd (de zittende partijen, inclusief het DPK van zittend Kamerlid Brinkman). Aan de hand van een kiezersvraag zou er gedebatteerd worden tussen twee grote partijen. Loting stelde vast wie er 19
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
eerst mocht spreken. Na een debat van ongeveer zeven minuten tussen twee grote volgde er nog discussie tussen andere partijen. De kiezersvragen moesten zo worden ingericht dat ze staan voor de vragen van zwevende kiezers, dus mensen die twijfelen tussen twee partijen en daarom willen weten wat die partijen voor opvattingen hebben over een specifiek punt. Hierdoor moesten de twee partijen gaan debatteren cq. vechten om deze ene zwevende kiezer. De koppels en onderwerpen waren voor de drie hoofdonderwerpen al gemaakt: Rutte en Wilders over Europa. Buma en Pechtold over de zorg. Samsom en Roemer over de arbeidsmarkt. In de vergadering werd duidelijk dat de indeling van de koppels niet tot grote vreugde leidde bij de partijen, maar de NOS heeft er geen wijzigingen in aangebracht, omdat ze zelf vond dat de (zwevende) kiezers met deze indeling de meeste kansen op adequate informatie zouden hebben. De NOS-redactie is zich er bewust van dat politici dit debat, waar nog zoveel op het spel staat, niet kunnen afzeggen en gaat dus haar eigen gang. Verloop Kort voor het debat maakte het NOS-journaal bekend dat er nog 40% van de kiezers twijfelde over zijn stem van de volgende dag. Dat betekende dus dat er bijzonder veel spanning op het debat stond en dat Rutte en Samsom, die in de peilingen inmiddels vlak bij elkaar stonden, vooral geen fouten mochten maken. Ze moesten de verdediging gesloten houden, en "op de nul spelen". Daarin slaagden zij. Er waren nogal wat voorgekookte statements te noteren en ingestudeerde one-liners. Wilders trok daarmee de meeste aandacht. Hij zei, tegen Rutte: "U heeft de visie van een struisvogel, de ruggegraat van een mossel en de betrouwbaarheid van Pinokkio." Arie Slob van de ChristenUnie merkte daarna op dat de oneliners van Wilders "nog nooit een maatschappelijk probleem hebben opgelost."
20
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Conclusie Opnieuw bleek dat de NOS door haar verplichting alle partijen aan bod te laten komen weinig kans heeft om een flitsend debat tot stand te laten komen. Toch leverde de opzet om vooral te mikken op de zwevende kiezer wel een informatief programma op. Omdat aan de vooravond van de verkiezingen de mensen het meest ontvankelijk zijn voor de landelijke politiek, is het slotdebat van de NOS ook altijd het best bekeken, ook nu al was het verschil met de andere debatten kleiner. Er keken op dinsdagavond 1.734.000 mensen naar het debat. 2.8 Algemene conclusies Afspraken In beginsel zijn er op vier terreinen afspraken te maken bij verkiezingsdebatten: •
over de gasten
•
over de inhoud van de debatten
•
over het format, dan wel de spelregels
•
over de logistiek
Ten aanzien van de gasten, de deelnemers aan de debatten, ontstaan over het algemeen de meeste wrijvingen. Daarbij is er per definitie spanning tussen de wens van de omroepen om de debatten zo interessant en spannend mogelijk te laten verlopen en de wens van de partijen om zoveel mogelijk aan het woord te komen. Gebleken is dat de positie van de NOS daarbij het lastigste is. De NOS moet als hart van de publieke omroep (“voor iedereen, van iedereen”) alle partijen aan bod laten komen. Het uitsluiten van de nieuwe formatie 50Plus (die niet in de Tweede Kamer zat, maar blijkens de peilingen wel op minstens een zetel mocht rekenen) heeft de omroep veel kritiek opgeleverd; temeer omdat het uit de PVV getreden Kamerlid Brinkman met zijn nieuwe partij DPK wél mocht meedoen. Lastiger nog was voor de NOS het grote aantal partijen dat ze moest laten meedoen. Bij het zomerprogramma waarmee de campagne begon werd dat probleem vanzelf iets kleiner omdat drie partijen van deelname afzagen: de VVD, de SP en de PVV. Maar in het slotdebat aan de vooravond werd de intensiteit van het debat, en daarmee de spanning, evident negatief beïnvloed door het groot aantal deelnemers.
21
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Met name RTL had daarvan geen last. De omroep trotseerde kritiek door Het premiersdebat te houden met slechts vier deelnemers, en zonder het CDA – een unicum in de tv-geschiedenis. Dat leidde tot het spannendste en meest besproken debat uit de hele campagne. Bij de andere debatten deden zes of acht partijen mee, en dat had zeker z’n weerslag op de spanning van het debat. Over de inhoud van de debatten, en dan vooral de te behandelen onderwerpen hebben we opvallend weinig discussie gezien. De grote thema’s van het moment kwamen eigenlijk overal aan bod, zij het steeds met iets andere invalshoeken. De NOS heeft voor het debat op de openingsavond de partijen wel gepolst naar hun standpunten om te voorkomen dat er te weinig discussie in de twee-debatten zou opbloeien. En EenVandaag vroeg de partijen om de voorgelegde stellingen eventueel anders en beter te formuleren. Wij zijn eigenlijk geen verrassingsacties van de programma’s tegengekomen, de onderwerpen waren lang tevoren aan de partijen meegedeeld. Wel voelden sommige partijen zich overvallen door aanvullende of spontane vragen zoals door Ferry Mingelen bij Jolande Sap op de openingsavond of door Petra Grijzen bij het Carrédebat. Over de spelregels is eveneens weinig discussie geweest. De programma’s hebben zelf de spelregels ontworpen en die zonder uitzondering in een vroeg stadium aan de partijen meegedeeld. Daartegen zijn voorzover wij hebben kunnen nagaan geen protesten van betekenis gekomen. Over de logistiek van de debatten zijn ons geen bijzonderheden gebleken. Het is duidelijk dat het om tamelijk serieuze debatten ging op min of meer geschikte lokaties, en niet om de vulling van de pauze in amusementsprogramma’s, zoals in het verleden wel eens is gebeurd. Het onderhandelingsproces Het is evident dat het initiatief steeds bij de uitnodigende media ligt. Zij zijn over het algemeen bijzonder vroeg met het polsen van de deelnemers, soms direct na het uitbreken van de kabinetscrisis. De voorstellen komen bijtijds naar de partijen toe, en daarover is vrijwel geen discussie, al krijgen de partijen soms wel de gelegenheid de plannen te amenderen. Zoals in het NOS-slotdebat, waar ChristenUnie en GroenLinks vonden dat ze als kleine partij werden
22
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
behandeld en daardoor minder aan bod kwamen, hoewel ze door deelname aan het Kunduzakkoord wel degelijk een vitale rol hadden gespeeld in de aanloop naar de verkiezingen. De NOS heeft die bezwaren gehonoreerd en de ruimte voor beide partijen vergroot. De onderhandelingsposities Het is ons gebleken dat de media het voortouw hebben gehad bij het bepalen van de spelregels en de inrichting van de debatten. Er is weinig openlijke strijd over geleverd. Dat is ook niet zo verwonderlijk. De partijen hebben als voornaamste belang dat ze airtime krijgen, dat ze, zonder dure spotjes te hoeven betalen, uitvoerig op de televisie komen. Daar hadden ze deze campagne geen klagen over. De extreme hoeveelheid tv-debatten kwam de partijen dus goed uit, en vandaar dat ze over het algemeen gewillig instemden met de wensen van de media. De uitzondering waren VVD en SP ten aanzien van het openingsprogramma van de NOS. Ze wilden niet meedoen met als argument dat het teveel werd en te vroeg begon. Omdat beide partijen toen in de peilingen ver boven de rest uitstaken konden ze zich dat ook veroorloven. Dat de PVV toen niet meedeed kwam omdat lijsttrekker en enig lid Wilders nog op vakantie was. Aan de ene kant was er bij journalisten en betrokkenen wel sprake van een zekere debatmoeheid, zeker omdat naast de zeven besproken tv-debatten ook nog volop optredens in reguliere programma’s, op de nationale radio en in de regio voorkwamen. Maar het is opmerkelijk dat van die debatmoeheid weinig is gebleken bij de doelgroep, de kijker. De kijkcijfers waren zonder uitzondering hoog, en het slotdebat trok zelfs de meeste kijkers (al was dat wel minder dan bij de laatste verkiezingen). De conclusie kan alleen maar zijn dat de Nederlandse kiezer zich graag laat informeren over de politieke keuzemogelijkheden via tv-debatten. Of die debatten ook altijd een grote informatieve waarde hebben valt te bezien. Dat kan uit dit onderzoek niet worden afgeleid. Maar gezien het gering aantal onderwerpen (zelden een woord over milieu of klimaat, veel minder over criminaliteitsbestrijding dan andere jaren en zeer weinig over buitenlands beleid of defensie) was de scope van de debatten in ieder geval niet erg breed.
23
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Hoofdstuk 3: De andere programma’s 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk werd geconcludeerd dat politici nauwelijks invloed hebben gehad op de vorm en de inhoud van de lijsttrekkersdebatten. Die debatten waren dermate belangrijk als ‘free publicity’ voor de deelnemende politici dat die niet in de positie waren om scherp te onderhandelen over hun optreden. Ze werden vooraf wel uitgebreid geïnformeerd over opzet, onderwerpen en spreektijd. Het publiek werd hiervan vaker dan voorheen op de hoogte gesteld. In deze paragraaf gaan we na in hoeverre er bij de overige televisieprogramma’s, en bij de radioprogramma’s van BNR en NOS Radio1, werd onderhandeld tussen redacties en politici en welke afspraken hierbij gemaakt werden. Ruim voordat de intensieve campagne was begonnen zette Herman Meijer van ‘1 voor de verkiezingen/Pauw &Witteman’ in NRC een transparantieoffensief in. Gasten mogen hun presentatieduo niet kiezen, maar voor Geert Wilders, die niet bij de VARA wil verschijnen wordt een uitzondering gemaakt: “Als hij komt gaat hij maar bij Knevel & Van den Brink zitten. Zijn situatie hebben we inmiddels geaccepteerd. Maar elke andere gast mag dat niet meer doen” (Bronzwaer, 2012a) Of we als kijker hiermee precies weten waar aan toe zijn, wordt in deze paragraaf voor wat betreft talkshows, actualiteitenrubrieken en dagelijkse nieuwsprogramma’s onderzocht. Het gaat in deze paragraaf naast voornoemde radiozenders om de volgende televisieprogramma’s: NOS-journaal en RTL-nieuws als nieuwsprogramma’s; Nieuwsuur en EenVandaag als actualiteitenrubrieken en vier talkshows, te weten ‘1 voor de verkiezingen’ (vanaf 3 september), Knevel en Van den Brink (van 13 augustus tot 1 september), Wat kiest Nederland? (van 27 augustus tot 12 september) en De Wereld Draait Door (vanaf 3 september). 3.2 Resultaten Hoewel de nieuwsrubrieken dagelijks nieuws omtrent de verkiezingen hebben gebracht, blijkt uit de gesprekken en de observaties op de redacties van RTL en NOS dat onderhandelingen met politici en campagneleiders bij de dagelijkse nieuwsuitzendingen geen issue zijn. Het nieuws draait vaak om eenvoudige citaten van lijsttrekkers, waar nauwelijks over te onderhandelen valt.
24
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Verder bestaat een groot deel van de items uit typisch campagnenieuws of berichten over de laatste peilingen. Naar één item bij het NOS-journaal is navraag gedaan: het vier minuten durende item met een interview met Roemer, op 29 augustus, na diens voor de SP teleurstellend verlopen premiersdebat. Roemer blijkt benaderd te zijn door het NOS-journaal en is daar ‘uiteindelijk’ mee akkoord gegaan. Er is, ook volgens de SP, niet over onderhandeld. Roemer heeft de vragen beantwoord zoals hij ze meende te moeten beantwoorden Verder valt alleen te vermelden dat ook voor het NOS-journaal de hiërarchie tussen politieke partijen ertoe doet: het nodigde alleen de lijsttrekkers van de zittende partijen beurtelings uit om live in het ochtendjournaal hun zegje te doen. Hoe belangrijk de nieuwsfunctie van beide programma’s ook is, onderhandelingen en afspraken met politici hebben bij dit type programma’s - voor zover na te gaan - geen rol gespeeld in de afgelopen campagne. 3.2.1 Type afspraken Hier wordt besproken in hoeverre er tijdens de campagne sprake was van afspraken tussen politici (en/of hun campagneteams) en redacties op het gebied van logistieke zaken, formats, gasten en inhoud van het programma. Logistiek Het belangrijkste logistieke punt zijn de agenda-technische afspraken. Het is met de vele debatten en verkiezingsprogramma’s passen en meten om de schema’s rond te krijgen. Vooral wanneer politici erg lang wachten met hun definitieve toezegging, of wanneer ze soms op het laatste moment afzeggen stelt dit hoge eisen aan vasthoudendheid, improvisatievermogen en flexibiliteit van de redacteuren. Het valt op dat politici bovenaan de hiërarchische ladders zich op dit punt veel kunnen permitteren. Politici die verlegen zitten om media-aandacht doen er goed aan om op het laatste moment ontstane gaten op te vullen. Soms benaderen ze hiertoe actief redacties.
25
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Voor wat betreft logistiek komen redacties bijvoorbeeld bij Wilders voor het punt te staan dat er beveiliging geregeld en bekostigd moet worden. De redactie van Nieuwsuur kwam wat dit betreft van een koude kermis thuis omdat Wilders vlak voor een één-op-één debat met Pechtold afzegde. De beveiliging was al geregeld en Nieuwsuur draaide voor de kosten op. Een andere opmerkelijke kwestie was de afzegging van Mark Rutte voor de reeds lang geplande eerste uitzending van DWDD. De redactie heeft zich hier behoorlijk over opgewonden omdat ze nu gedwongen werd een al lang staande afspraak met een andere politicus te verplaatsen. Na enig ´geruzie´ benadert de redactie Alexander Pechtold en die blijkt bereid te ruilen met Rutte. De NOS deed op het punt van de logistiek een interessant aanbod aan politici. Zij nodigde voor de doordeweekse dagen tussen 27 augustus en 10 september dagelijks een politicus uit die ’s ochtends op Radio 1 door Lara Rense en Marcel Oosten werd geïnterviewd en vervolgens bij Ron Fresen in de ochtenduitzending op TV kon aanschuiven. Zo sloegen de politici twee vliegen in een klap. Vanuit logistiek en agendatechnisch oogpunt een aantrekkelijk aanbod van de geïntegreerde NOS nieuwsredactie. Formats Formats worden uiteraard vastgesteld door de redacties. Zij nemen hierin ook het voortouw. Soms bediscussiëren ze de ideeën echter vooraf met politici. Zo had de redactie van Knevel &Van den Brink bedacht om in de eerste week als stevig inhoudelijk item een debat tussen de lijsttrekkers van CDA en PvdA neer te zetten. Beide partijen reageerden hier afhoudend op waarna de redactie switchte naar een interview met degene die in de uitzending de meest nieuwswaardige mededeling kon doen. In de ogen van de redactie bood de PvdA naar aanleiding hiervan het beste nieuws aan. DWDD heeft het format vooraf doorgesproken met de politici en ze stonden open voor het idee en waren nieuwsgierig naar de verdere invulling. ‘De politici’ gaven enkele punten mee ter overweging, met nadruk op een gevarieerde mix van opponenten in Meet DWDD.
26
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Op één punt, van ondergeschikt belang overigens, blijken de politici invloed te hebben gehad op het format van Wat kiest Nederland?. Er werd de lijsttrekkers (meestal overigens hun voorlichters) gevraagd om ‘te formeren doormiddelvan het gooien van ballen’. Op Ronald Plasterk na wenste echter geen lijsttrekker hieraan mee te werken zodat dit vooraf bedachte onderdeel van het format in het water viel. Een ander voorbeeld betreft de onderhandelingen tussen Edith Schippers en de redactie van Nieuwsuur. Schippers weigert een debat ‘omdat ze al bij Knevel en Van den Brink in debat zou moeten’. De redactie past het format op haar verzoek aan en staat Schippers toe alleen aan tafel te verschijnen, maar confronteert haar wel met kritiek door middel van een aantal ‘instartjes’. Gasten Er waren relatief veel voorbeelden van onderhandelingen c.q. eisen omtrent de overige gasten die bij een politicus in de uitzending zouden zitten. Opmerkelijke gevallen waren de weigering van Jan Kees de Jager (bij monde van zijn voorlichter) om samen met Bennie Jolink aan tafel te gaan zitten, omdat de laatste Wilders had geportretteerd naast Hitler; en de onwil van premier Rutte om tegenover Freek de Jonge te gaan zitten bij Pauw &Witteman in 1 voor de Verkiezingen. De werkelijke gang van zaken is in dit geval uiteindelijk minder interessant dan het feit dat de case in de openbaarheid werd besproken. In een achterafgesprek herinnert een van de campagneteamleden van de VVD zich de felle strijd met de redactie van Pauw &Witteman, en ‘dat de redactie uiteindelijk inbond en de VVD zijn zin kreeg’. Het feit dat de entourage van Rutte eerder succes had bij de redactie van DWDD toen het campagneteam van de premier niet wilde dat hij bij de combinatie Peter R. de Vries en Felix Rottenberg aan tafel wilde zitten, geeft aan dat grote partijen wel de nodige overtuigingskracht hebben. De VVD stelde zelf een econoom voor. De redactie koos voor economisch journalist Marike Stellinga, die de plaats van Rottenberg innam. Wat Kiest Nederland? besloot op eigen initiatief een al uitgenodigde gast af te zeggen omdat de redactie na een eerder incident vreesde dat de relatie met de VVD verder zou verslechteren. Het
27
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
betrof hier overigens Jan Marijnissen die tegenover Jeanine Hennis-Plasschaert zou zitten. Dat kon het programma de VVD niet ook nog eens aandoen. Bij Nieuwsuur had Wilders afgezegd voor een debat met Pechtold. Zowel Hero Brinkman als Arie Slob (die voor 3 september had afgezegd) gaven aan wel met Pechtold in debat te willen. Dit werd aan Pechtold voorgelegd, maar die gaf er de voorkeur aan om zijn argumenten tegen de PVV te ventileren en stelde voor met enkele PVV-stemmers in debat te gaan. Omdat Pechtold het afzeggen van Wilders al had moeten slikken heeft Nieuwsuur aan deze wens van zijn kant gehoor gegeven. Een ander voorbeeld bij Nieuwsuur betreft een ingewikkelde constructie: Jolande Sap zou samen met Marianne Thieme en Arie Slob aan tafel zitten. Kort tevoren zegde Arie Slob wegens een ‘agendakwestie’ af, hij bood hiervoor meermalen zijn excuses aan, aan de ontstelde redactie. Dan ontstaat de situatie dat Jolande Sap niet alleen met Marianne Thieme aan tafel wil zitten, omdat die dan uitgebreid de kans krijgt haar te bekritiseren. Onder druk van Sap weet de redactie vervolgens met enige moeite SGP-lijsttrekker Kees van der Staaij over te halen te komen. Bij DWDD geldt de regel dat politici vooraf ook verteld wordt wie er nog meer aan tafel verschijnen. “In principe heeft de politicus hier niets over te zeggen, maar uiteraard is het nooit zwart-wit. DWDD probeert er altijd in goed overleg met de politici uit te komen.” DWDD verwijst hiermee naar het eerdergenoemde voorbeeld waarbij op verzoek van de VVD de samenstelling van opponenten van Rutte werd aangepast. De SP wilde liever Jan Mulder dan Peter R. de Vries aan tafel tegenover Roemer. Hier heeft de redactie geen gehoor aan gegeven omdat “de SP toch een andere onderhandelingspositie had gekregen gedurende de verkiezingscampagne”. De SP was achteraf niet blij met de uitzending. SP en DWDD spreken af deze kwestie in de komende weken nog eens met elkaar na te bespreken. Kennelijk met het oog op een goede verstandhouding in de toekomst. Inhoud Redacties hechten eraan autonoom te zijn voor wat betreft de inhoud. Het campagneteam van de VVD noemt als terugkerend punt dat journalisten vaak zeggen: wij bepalen de inhoud van onze
28
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
uitzendingen. Het campagneteam van de VVD antwoordt dan steeds: “Ja, maar wij bepalen of we eraan meedoen.” Onderwerpen en stellingen maken de redacties vaak al vooraf bekend aan politici, om ze over te halen te komen, maar ook om ze de nodige voorbereidingstijd te gunnen, hetgeen uiteindelijk inhoudelijk betere uitzendingen oplevert. Het bijkomende voordeel voor politici is dat het optreden daardoor met minder risico gepaard gaat. Soms wordt politici gevraagd met nieuws te komen, of bieden politici zich aan met nieuws in de hand. Dit speelde bijvoorbeeld bij de keuze van Knevel &Van den Brink om Samsom te interviewen in plaats van Buma. Samsom bood het programma namelijk het bankenplan van de PvdA als exclusief nieuws aan (een nieuwtje dat overigens al om elf uur die avond op de website van de Volkskrant te vinden was). Een opmerkelijke uitzondering is het radioprogramma Lijsttrekkers 2012 van BNR. Dit programma wordt gepresenteerd door politici. Die poneren een aantal stellingen en daar mogen luisteraars dan op reageren. De redactie vraagt de politici zelf met stellingen te komen en scherpt die dan aan, om betere reacties uit te lokken. Hier wordt dus de inhoud mede bepaald door de politici. Aan de andere kant schrijft de redactie het draaiboek en de presentatieteksten voor de politici. Daar veranderen ze zelf vaak niets aan. 3.2.2 Het onderhandelingsproces Vrijwel alle redacties van talkshows en actualiteitenprogramma’s zijn de onderhandelingen gestart vlak na de val van het kabinet. Dit gebeurde om afspraken met politici tijdig vast te kunnen leggen. Nieuwsuur wilde één-op-ééndebatten tussen belangrijke lijsttrekkers organiseren (PechtoldWilders; Buma-Roemer; Rutte-Samsom). Dit is de partijen drie maanden van te voren voorgelegd. SP en PVV lieten lang op zich wachten met hun toezegging. De SP wilde pas kort voor de verkiezingen beslissen, Nieuwsuur kreeg sterk de indruk dat Roemer liever met Rutte in debat wilde. De redactie hield echter voet bij stuk en trok de SP uiteindelijk over de streep. De debatten in de uitzendingen zijn uiteindelijk niet helemaal volgens de planning verlopen. De redactie was erg verbaasd over de afzegging van Arie Slob voor de uitzending op 3 september
29
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
met Marianne Thieme en Jolande Sap. Hij probeerde volgens zeggen al jaren in de uitzending te komen en zegt nu af vanwege een boekpresentatie. Dieptepunt was echter voor Nieuwsuur de afzegging van Wilders, slechts twee dagen voor het debat met Alexander Pechtold. Wilders geeft als reden dat hij ook bij EenVandaag met Pechtold in debat moest en dat tweemaal te veel eer voor Pechtold zou zijn. Het argument dat EenVandaag later was kon de PVV niet vermurwen. Wilders wilde wel met Rutte in debat, maar daar is Nieuwsuur niet op ingegaan. Tijdens de redactiebezoeken en de interviews met de redactie van 1 Voor De Verkiezingen komt duidelijk naar voren dat de redactie ernaar streeft om de aandacht voor (belangrijke) politieke partijen zo evenwichtig mogelijk te verdelen. Omdat het door Knevel &Van den Brink op 30 augustus georganiseerde debat gehouden werd tussen de zes grootste partijen, besloot de redactie bijvoorbeeld om de dag erna de lijsttrekkers van nummer 7 en 8, te weten Groen Links en ChristenUnie, uit te nodigen. En omdat bij het debat van RTL op 26 augustus alleen de vier grote partijen zaten, nodigde Knevel en Van den Brink op de 27e de CDA-lijsttrekker en op de 28e de lijsttrekker van D66 uit. Uiteindelijk kwamen alleen 50plus, Partij voor de Dieren en Brinkmans DPK niet aan bod. Een kenmerkend voorbeeld van hoe onderhandelingen verlopen blijkt uit de ophef die SGPpoliticus Van der Staaij tijdens de campagne veroorzaakt. Op dinsdag 28 augustus dient zich onverwachts ‘nieuws’ aan. SGP-er Van der Staaij doet ’s middags een uitspraak (over zwangerschappen na verkrachting), die in de loop van de dag een hoop stof doet opwaaien. Op de redactie van 1 voor de verkiezingen staat de uitzending van RTL op, maar niemand schenkt er bijzondere aandacht aan. Totdat op Twitter een serie boze reacties verschijnt. Een redacteur belt de SGP om te vragen of Van der Staaij die avond in de uitzending wil komen, maar bij de SGP vinden ze het een non-issue. Als ook een aantal politici boos reageert op de uitspraken van Van der Staaij belt de redactie opnieuw. Omdat Knevel &Van den Brink de eersten waren die contact hadden gelegd zegt Van der Staaij toe te komen en gaat hij niet in op verzoeken van andere programma’s. Van der Staaij wordt niet van te voren ingelicht over de vragen die de presentatoren hem willen stellen.
30
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
De situatie bij de actualiteitenprogramma’s en de talkshows kenmerkt zich door uitgebreid overleg omdat er van twee kanten kennelijk grote belangen zijn, die soms parallel met elkaar lopen, maar soms ook duidelijk tegengesteld zijn. De meeste betrokkenen zien de relaties als prettig en zakelijk. Iedereen heeft er belang bij dat de onderlinge verhoudingen goed blijven. Voor een deel slagen de redacties erin de regie in eigen hand te houden. Toch moeten ze om dit te bereiken wel enige concessies doen aan de politici. Zo zegt een van de geïnterviewde eindredacteuren off the record dat “het een algemene regel is binnen de journalistiek dat je bij het uitnodigen van nieuwe gasten eerst overlegt met andere gasten die je al hebt geregeld”. Het geeft kennelijk geen pas om politici voor verassingen te stellen. Daarnaast zijn er tijdens deze campagne een aantal duidelijke cases aan het licht gekomen waarbij redacties het gevoel hadden wel aan de eisen van bepaalde politici te moeten toegeven om zichzelf niet uit de markt te prijzen. We hebben het hier over de markt van journalistieke bronnen, waar tussen redacties onderling een grote mate van concurrentie heerst. Naast Geert Wilders die niet door Pauw &Witteman geïnterviewd wilde worden1, was het met name de premier die met succes eisen kon stellen op het gebied van de gasten die tegelijk met hem aan tafel kwamen of voor wat betreft het moment waarop hij wilde of kon verschijnen. Daarnaast blijkt de informatie die de redacties vooraf geven over de onderwerpen die tijdens het programma aan bod komen, als ruilmiddel te fungeren in het onderhandelingsproces.Vooroverleg kan ook nuttig zijn: wanneer een politicus bijvoorbeeld in staat blijkt echt nieuws te presenteren in een uitzending, dan hebben beide partijen daar baat bij. Interviews met campagneteams van verschillende politieke partijen bevestigen in hoge mate de informatie die via interviews met de redacties en via observatie was verkregen. Opmerkelijk was wel dat de partij die zelf het meeste noten op zijn zang had, de VVD, achteraf stelt dat er sprake was van een ongemeen felle strijd tussen de ‘media en de partijen’. Feller dan ooit te voren. Om daarna meteen te benadrukken dat dit nooit ten koste is gegaan van de persoonlijke verhoudingen.
1
Dit punt wordt uitgebreid behandeld in Peter Kee’s boek Het Briefje van Bleker (2012).
31
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
3.2.3 Onderhandelingsposities In algemene zin hadden de televisieprogramma’s een relatief sterke onderhandelingspositie. Politici zijn met name van de televisie afhankelijk om hun boodschap voor het voetlicht te krijgen. Volgens sommige journalisten speelt hierbij in deze campagne ook het gebrek aan geld van politieke partijen een rol: na vijf verkiezingen in 10 jaar ‘moeten ze het van de TV hebben’. Om de zeven grote debatten, die het hart van de campagne vormden, kan geen politicus heen. Partijen die niet worden uitgenodigd zijn zelfs buitengewoon teleurgesteld, getuige het feit dat 50Plus dreigde met een kort geding toen de partij niet werd uitgenodigd voor het debat. Bij de overige programma’s is er duidelijk sprake van een verschil in hiërarchie tussen de verschillende redacties. Twee voorbeelden: Wilders wil niet twee keer met Pechtold in debat en kiest ervoor om af te zeggen voor het treffen met Pechtold in Nieuwsuur, omdat afzeggen voor het EenVandaag-debat geen optie was. Aan de andere kant van het machtspectrum zitten programma’s als Oog In Oog met interviewer Sven Kockelman. Hij nodigde tijdens de campagne meerdere politici uit maar alleen Jolande Sap kwam in het heetst van de strijd (5 september) opdraven. Uit de gesprekken blijkt dat de televisieredacties gedurende de campagne allemaal een redelijk grote machtspositie hebben. Toch is deze macht relatief. Met name premier Rutte en in iets mindere mate PVV-leider Wilders zijn dermate gewild dat zij hun wil over het al dan niet verschijnen in een bepaald programma kunnen doordrukken. Dat blijkt wel uit de weigering van Wilders om door Pauw &Witteman geïnterviewd te worden en uit het afzeggen van Rutte bij DWDD en de weigerachtigheid van zijn campagneteam om hem tegenover Freek de Jonge te laten zitten bij 1 Voor De Verkiezingen. Dit geldt wat minder voor de radio, ook al merken de redacties hier dat politici ‘gewilliger’ zijn tijdens de campagne. NOS-radio staat wat sterker door de samenwerking met NOS-tv. BNR vindt achteraf te veel ruimte te hebben gegeven aan kleine of nieuwe partijen, die er in de campagne weinig toe doen. Dat ook de redactie van BNR niet alles over zijn kant laat gaan blijkt als Slob afzegt voor een uitzending. De redactie laat de voorlichting weten dat de betreffende politicus dan ook niet welkom is in de uitzending van Paul van Liempt. De voorlichter merkt op dat de stand daarmee 1-1 is.
32
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Voor het plannen van gasten moeten de redacties harder onderhandelen dan over de inhoud, waar de redacties graag het laatste woord houden. Het geven van informatie over inhoudelijke aspecten vooraf (stellingen, onderwerpen, etc.) wordt wel gebruikt als ruilmiddel in de onderhandelingen. 3.3 Conclusies De conclusie is dat onderhandelingen tussen politici er soms toe leiden dat beide beter voorbereid de uitzending ingaan hetgeen leidt tot een betere kwaliteit van de uitzending. Een en ander verloopt wel minder spontaan en het is enigszins strijdig met de onafhankelijke en kritische positie die redacties zeggen in te (willen) nemen. De meest duidelijke uitwerking van de onderhandelingen op de uitzendingen is dat politici soms met succes bepaalde gasten uit programma’s weten te weren. Een ander zichtbaar element is het nieuws dat politici soms vooraf aan de redactie gunnen, als ruilmiddel om in de uitzending te komen. Ten opzichte van de debatten blijkt hier dat politici, door de overdaad aan programma’s, tot op zekere hoogte de keuze hebben om al dan niet op de uitnodiging van een bepaalde redactie in te gaan. De belangrijkste conclusie is dat er grote verschillen zijn in hiërarchie tussen redacties onderling, en vooral ook tussen politici. Daarbij valt op dat sommige politici moeite moeten doen om in bepaalde uitzendingen te komen en mede daarom geen eisen kunnen stellen, en dat andere politici op belangrijke punten toezeggingen kunnen afdwingen. Positief punt hierbij is dat gedurende deze campagne dergelijke afspraken verschillende keren in het openbaar zijn besproken.
33
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Hoofdstuk 4: De dagbladen 4.1 Inleiding Dagbladoptredens van politici zijn doorgaans individuele optredens en hebben dus minder een strijdlustig of conflictueus karakter dan de televisieoptredens. De dagbladen hebben daarmee bij de verkiezingscampagnes eerder een beschouwende, dan een faciliterende rol zoals televisie die heeft. De dagbladoptredens passen doorgaans in een bepaald format dat door de desbetreffende krant is gekozen, waarbij meerdere politici of partijen achtereenvolgens aan de beurt komen. Slechts enkele nieuwsorganisaties zetten deze verkiezingen niet in op een uitgestippeld portrettenformat. Zo werkte het persbureau GPD niet met aanbodgestuurde interviews, maar voerde naar eigen zeggen alleen interviews ‘als er nieuws was’. In de meeste gevallen waren de individuele dagbladoptredens van politici een interview in een vraag-antwoordvorm, maar sommige dagbladtitels ontwikkelde alternatieve formats, zoals de fotoportrettenreeks van politici in het NRC Handelsblad die de kandidaten afbeeldden in het beroep dat zij vroeger ambieerden, of zoals de factcheckrubriek van nrc.next die specifieke uitspraken van politici tegen het licht hield. Die rubriek is een van de weinige elementen die door televisieprogramma’s is overgenomen uit de dagbladjournalistiek: toenmalig nrc.next-hoofdredacteur Rob Wijnberg verzorgde een gesproken versie van die rubriek in het RTL- programma Wat kiest Nederland? Onderzoek van de Nieuwsmonitor (2012) onderstreept de constatering dat in deze verkiezingen de media-aandacht in dagbladen eerder bepaald werd door televisieoptredens dan andersom. Het merendeel van de media-aandacht van de dagbladen was volgens de nieuwsmonitor gericht op het beoordelen van de debatoptredens, welke lijsttrekker daarbij had gewonnen en het effect daarvan op de peilingen. Slechts een klein deel van de dagbladaandacht ging uit naar inhoudelijke thema’s. 4.2 Resultaten Tegen de typering van de dagbladen als een relatief rustig podium waar politici vooral individueel acteren, onderzoeken we hoe dagbladjournalisten met politici onderhandelen over hun mediaoptredens en welke mogelijke uitwerking dat heeft op de berichtgeving. Daarbij zijn we met name geïnteresseerd in het type afspraak dat gemaakt wordt bij dagbladjournalistiek, de 34
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
manier waarop deze afspraken tot stand komen en welke partijen daarbij het meeste gewicht in de schaal leggen. Deze thema’s komen achtereenvolgens aan de orde in de volgende paragrafen. 4.2.1 Type afspraken Het eindproduct in dagbladen verschilt fundamenteel met televisieoptredens en er worden dan ook geen afspraken gemaakt over het eventuele optreden van andere politici. In lijn met de inventariserende studie van Bakker et al. (2011) worden met name afspraken gemaakt over de uiteindelijke afhandeling van de publicatie. Doorgaans gaat dat over de mogelijkheid om het stuk vooraf te mogen inzien en om feitelijke onjuistheden te mogen corrigeren. Journalisten respecteren deze wens van de bron over het algemeen: politici mogen feitelijke onjuistheden corrigeren, en als er in hun ogen verkeerd geparafraseerd wordt mag ook dat soms verbeterd worden. Er is weinig onderhandeling over de vorm van het optreden, omdat lijsttrekkers over het algemeen begrijpen wat dagbladjournalisten voor ogen hebben met interviews en portretten: De enige eis, dat is eigenlijk in Den Haag maar misschien ook wel breder in de journalistiek, als je als journalistiek met bedrijven of mensen te maken hebt, is dat je het conceptartikel laat lezen. Bij de interviews met lijsttrekkers is geen enkele eis met betrekking tot genre gesteld, maar zij weten wel wat wij beogen. (redacteur, NRC Handelsblad) Bij het voorleggen van conceptartikelen aan bronnen krijgen dagbladjournalisten vooral te maken met verzoeken tot kleinschalige tekstuele ingrepen in conceptartikelen. Het argument daarbij voor de journalisten zelf is dat zij ‘er ook alleen maar belang bij hebben dat het er goed in staat’. Journalisten benadrukken dat zij, ondanks het gebruik om bronnen correcties te laten aanbrengen, de inhoud van interviews grotendeels zelf bepalen. Hoewel autorisatie op feitelijke onjuistheden en ongelukkige formuleringen een alomtegenwoordige en wederzijds geaccepteerde praktijk lijkt te zijn, proberen politici ook in meer inhoudelijke zin invloed uit te oefenen. Het komt voor dat politici ergens niet over willen spreken en dan is de heersende opvatting dat een journalist voor zichzelf moeten bepalen of hij daarin mee gaat. Voormalig CDA-immigratieminister Gerd Leers gaf bij een interview met Trouw aan dat hij geen vragen wilde over de jonge uitgeprocedeerde asielzoeker Mauro.
35
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Navraag bij de campagneleider van CDA blijkt dat Leers deze onderhandelingen zelf voerde, niet zijn voorlichtingsafdeling. We hebben gisteren Leers geïnterviewd, die wilde het niet over Mauro hebben. Maar dat hebben we wel gedaan. Dat is gewoon onontkoombaar, daar moet je het gewoon over hebben. Dat snapt hij dan ook wel. (redacteur, Trouw) Een paar dagen later stond het interview paginagroot in de krant. Er werd uitgebreid aandacht besteed aan de Mauro-kwestie en Leers werd hier niet bij gespaard. Ook krijgen journalisten bij autorisatie wel eens te maken met het feit dat geïnterviewden tekst willen toevoegen aan het interview. Dit bevindt zich in een grijs gebied van beïnvloeding en journalisten weten dan ook niet altijd goed hoe zij daarmee om moeten gaan. Hoewel journalisten een aversie kenbaar maken tegen inhoudelijke bemoeienis van hun gesprekspartners, waren sommige politici tijdens deze verkiezingen daarin tot op zekere hoogte toch succesvol. Bij een groot interview met het Reformatorisch Dagblad met Arie Slob (CU) zijn passages in het interview voor publicatie inhoudelijk gewijzigd. Een redacteur kreeg op dezelfde avond nadat hij het interview had gestuurd per sms een reactie van Slob dat bepaalde passages over het homostandpunt van zijn partijfractie veranderd moesten worden, met name omdat er in het interview namen voorkwamen die niet in het gesprek waren genoemd. De volgende dag kwamen de verzoeken tot wijzigingen. Ze vonden dat het homothema een te groot deel van interview in beslag nam. Ook moesten er namen geschrapt worden (….) Ik heb nog geprobeerd het te behouden, ter verduidelijking voor de lezer, maar de CU wilde het niet hebben. Argument: als de redacteur de namen al genoemd had tijdens het interview had hij toegespitster antwoord kunnen geven. Toen heb ik de namen er uitgelaten. Het gedeelte over homostandpunt is niet ingekort. (redacteur, Reformatorisch Dagblad).
Een ander aspect dat in onderhandelingen aan de orde komt zijn elementen van gedrag tijdens het interview. Zo verzocht Wilders journalisten van de Volkskrant niet op te schrijven dat hij een sigaret opstak op een locatie waar dat verboden was. Op vragen over het opbreken van het Catshuisoverleg gaf de politicus geen antwoord. Wilders legde bij het Volkskrantinterview
36
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
vooraf verder geen inhoudelijke restricties op en had geen commentaar of aanvullingen bij het conceptinterview. Hij vond het volgens de betrokken journalist ‘een goed interview’. Wilders verlangde en kreeg inspraak in de publicatiedatum. De redactie heeft haar eigen planning gewijzigd om te voldoen aan Wilders’ verlangen om het interview vanwege zijn eigen campagneplanning op zaterdag 1 september te publiceren. Ook de PvdA had aangegeven dat ze niet wilde dat er een te lange tijd zit tussen de afspraak voor het interview en de publicatie hiervan. Een redactiechef van de Volkskrant gaf aan gevoelig te zijn voor dergelijke wensen vooraf ‘omdat wij toch dat interview moeten hebben en nu ruzie maken niet heel handig is’. 4.2.2 Het onderhandelingsproces In tegenstelling tot wat uit diverse publicaties naar voren lijkt te komen over de relatie pers politiek (e.g. Prenger et al. 2011; Bloemendaal, 2008) was er gedurende de verkiezingscampagne 2012 geen sprake van een ondoordringbaar leger van voorlichters. De partijen zochten veelal proactief contact met de redacties en de relatie tussen journalist en politicus was doorgaans goed: sommige onderhandelingen verlopen ronduit doeltreffend en efficiënt. Die wederkerigheid is uiteraard te verklaren door de wederzijdse belangen die aan een mediumoptreden kleven: de politicus heeft zijn podium, de journalist heeft zijn interview. Een voorbeeld van deze wederkerigheid in verkiezingstijd zijn de lunchbezoeken van campagneteams bij de Volkskrantredactie. Zo was onder meer Stef Blok op de Volkskrantredactie om de VVDcampagne-agenda door te nemen en eventuele mediaoptredens bij Volkskrant te bespreken. Het merendeel van de respondenten spreekt van een positieve wederkerige relatie met de politici, al is de ene politicus makkelijker te bereiken dan de andere. Met zo iemand als Wilders is het contact heel grillig, met Rutte ook wat moeilijker als premier, maar over het algemeen verlopen die contacten goed. Dat verloopt via de politici zelf, met sommige heb je ook persoonlijk een wat betere relatie dan met andere. Niets is de mens vreemd. Dat geldt ook voor de woordvoerders, maar over het algemeen is het heel zakelijk en goed en worden er niet hele rare voorwaarden gesteld. (redacteur, NRC Handelsblad)
37
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Afhankelijk van het eigen netwerk van de journalist worden sommige politici persoonlijk en dus zonder tussenkomst van voorlichters benaderd. Ook het autoriseren van de interviews geschiedt wel op persoonlijke titel, zoals het geval was bij Wilders (i.c. de Volkskrant) en Slob (i.c. Reformatorisch Dagblad). Soms geven politici zelfs interviews zonder daarbij vergezeld te zijn van een voorlichter. Een GPD-redacteur legde persoonlijk contact met Pechtold en Roemer en had voor de zomer al interviews met hen zonder aanwezigheid van voorlichters. De Volkskrant interviewde onder meer Wilders, Roemer, Thieme en Krol zonder voorlichter. Volgens een NRCrespondent is dat desondanks eerder uitzondering dan regel. Politici hebben extra onderhandelingsruimte bij dagbladen als ze beschikken over inhoudelijke nieuwtjes. De redacties worden bestookt met persberichten over wat de partijen allemaal ‘willen’, en de standaardredactie van journalisten is dat ze daar alleen iets mee doen als er volgens hen ‘nieuws in zit’. Dat klinkt heel autonoom, maar ondertussen vindt er dus wel een soort ruilhandel plaats. De politicus die als wisselgeld een nieuwtje meeneemt, krijgt gemakkelijker toegang tot het nieuwspodium. In een Volkskrantinterview vertelt Buma (CDA) dat het CDA de bezuinigingen op de kinderopvang uit het vijfpartijenakkoord wil terugdraaien. Een Volkskrantredacteur gaf aan dat dit contact vanuit het CDA was gekomen; de partij wilde graag hiermee in de krant komen. Vanuit de Volkskrant was er in eerste instantie terughoudend gereageerd, omdat de krant ‘geen reclameplek wil zijn’. Uiteindelijk is er vanwege de nieuwswaarde besloten om toch ruimte te geven aan dit interview, maar dan wel, zoals dat heet, ‘met kritische vragen erbij’. Behalve de specifieke elementen binnen een interview speelt ook de overweging van het ‘totaalbeeld’ van een krant. Zo ging Het Parool aanvankelijk niet in op het verzoek van het CDA voor een interview in die krant, maar omdat de VVD op dat moment ook nog niets had toegezegd aan de redactie, overwoog de Paroolredactie om wel het CDA te interviewen om het ontbrekende rechtse geluid een beetje te compenseren, omdat ze ‘niet als linkse krant bekend wil staan’. De journalist is op zijn beurt in de positie om de politicus over de streep te trekken met de verleiding van een prominente plek in de krant. Overigens is ook dat geen garantie tot succes: Rutte ging niet in het verzoek van de Volkskrant om te reageren op uitspraken van Roemer, ook niet nadat Rutte werd voorgespiegeld dat het die dag wel eens de ‘opening van de krant zou kunnen worden’.
38
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Bij de dagbladjournalistiek vindt een aanzienlijk deel van de onderhandelingen plaats tussen het interview en de uiteindelijke publicatie. Journalisten hebben baat bij een letterlijke opname van die gesprekken, natuurlijk om zo feitelijk mogelijk te kunnen berichten, maar ook om discussies achteraf te voorkomen. Ik ben van de school van dicht bij het bandje blijven. Natuurlijk selecteer je wel, maar als je gewoon opschrijft wat je op band hebt staan dan herkennen mensen zichzelf erin en gebeurt er niets geks. (redactiechef, de Volkskrant)
Juist vanwege de mogelijkheid tot autorisatie, tekstuele aanpassingen en soms zelfs aanvullingen lijken politici minder op hun hoede bij dagbladoptredens. Zoals aangegeven zijn er dan ook soms geen voorlichters aanwezig bij gesprekken, en tot verbazing van sommige journalisten maken geïnterviewde partijen vaak ook geen eigen opname maakte van de gesprekken. Ook dit contrasteert met het alom opgeroepen beeld van de oprukkende voorlichter. Voor journalisten is dit (vooralsnog) een prettige omstandigheid, omdat het de discussie achteraf of iets wel of niet zou zijn gezegd makkelijker maakt. 4.2.3 Onderhandelingsposities Ondanks de over het algemeen wederkerige relaties zijn sommige kandidaten moeilijk over te halen voor een interview. Vooral Rutte en Wilders waren bij de dagbladen in deze campagne berucht om hun onbereikbaarheid als interviewkandidaten, hetgeen er soms toe leidde dat journalisten hun toevlucht namen tot secundaire bronnen. Ook Wilders’ interview met de Volkskrant was tot ook het laatste moment onzeker; omdat Wilders de dag voor het interview ‘nog steeds niet heeft afgebeld’, aldus een redacteur, ‘zal het wel doorgaan.’ Dit herinnert eraan dat uiteindelijk politici bepalen of er wel of geen interviews worden gegeven, al moet daar onmiddellijk aan toegevoegd worden dat de meeste politici in verkiezingstijd vanwege de gratis publiciteit gewillige interviewkandidaten zijn. Dat het bij onderhandelingen vaak maar om kleinere dingen gaat betekent niet dat dagbladjournalisten alles van hun interviewkandidaat gedaan krijgen. Met name Rutte werd bijvoorbeeld op de Volkskrantredactie ingeschat als een lastige kandidaat. Vanwege Ruttes 39
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
jovialiteit begonnen de journalisten het interview meteen met de ‘lastige vragen’. Het is voor journalisten lastig dat Ruttes antwoorden soms erg ver af staan van de oorspronkelijke vraag en dat hij op nagenoeg iedere stelling ‘Nee’ antwoordt. Ook na het Volkskrantinterview met Rutte volgden slechts enkele kleine tekstuele aanpassingen. In vergelijking met televisie is er voor dagbladjournalisten meer onderhandelingsruime, omdat dagbladen als ‘langzame’ media meer tijd hebben voor overleg. Tussen het interview en de publicatie daarvan is tijd om uiteindelijke tekst te bespreken. Daarnaast lijken vraag-en-antwoord door het ontbreken van de spanning van het televisieoptreden minder kritisch over te komen. Bij een interview van Kees van der Staaij met het Reformatorisch Dagblad was de voorlichter vooraf nerveus, omdat er kritische vragen werden gesteld over Van der Staaij’s onfortuinlijke opmerking over het verbieden van abortus, ook als de zwangerschap het gevolg was van verkrachting. Achteraf viel de kritische toon mee en werd Van der Staaij in het interview ‘zacht aangepakt’ in vergelijking met het ‘doorzagen’ van Van der Staaij in televisieprogramma’s. De betrokken redacteur erkende de zachte aanpak, maar droeg als argument aan dat de Reformatorisch Dagbladlezer het toch grotendeels eens zal zijn met Van der Staaij. De SGP heeft bij het Reformatorisch Dagblad misschien meer onderhandelingsruimte dan de andere partijen, maar tegelijkertijd staat er voor die partij bij het Reformatorisch Dagblad ook weer het meest op het spel. Hoewel het Reformatorisch Dagblad ideologisch dichterbij de SGP staat dan bij andere partijen, bepleit de redactie wel haar onafhankelijkheid. Het valt de respondenten op dat andere partijen ‘minder moeilijk doen’ in de onderhandelingen. Wat kenmerkend is voor de onderhandelingspositie van dagbladjournalistiek is dat kranten minder gebonden zijn aan het werkelijke optreden van de desbetreffende politicus. Ook als een politicus niet ingaat op een verzoek voor een gesprek, dan heeft een dagblad nog mogelijkheden om een portret te maken van een politicus door diens uitspraken bij andere dagbladen, televisieof radioprogramma’s of op Twitter te gebruiken. Persbureaus hebben weer een bijzondere positie ten opzichte van de dagbladen, omdat zij minder dwang voelen tot het vullen van een krant. De GPD stellen als eis aan een interview dat het nieuwswaarde bevat. Mocht het een herhaling van het verkiezingsprogramma worden, volgt er geen publicatie. Deze luxe kunnen dagbladen zich minder makkelijk permitteren, omdat zij vaak vastzitten aan een bepaald format, zoals een
40
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
portrettenreeks, of omdat zij vanwege een neutraal imago graag alle relevante partijen aan het woord laten. 4.3 Conclusies We constateren dat de onderhandelingen tussen politici en dagbladjournalisten het best te typeren zijn als een routineuze agendering van interviews met politici die toch wel willen en moeten. Dagbladjournalisten hebben het voordeel dat zij opereren in de luwte van de onderhandelingen met televisie en radio. Het imago van de politicus is minder kwetsbaar bij de krant dan bij televisieoptredens, waardoor de eisen van politici bij dagbladoptredens minder scherp zijn. De onderhandeling gaat minder over de vraag of een politicus aanwezig is en meer over de finesses van het optreden. Journalisten voelen zich, althans dat zeggen zij, niet erg beperkt in hun bewegingsvrijheid. Ze mogen doorgaans bespreken wat ze willen en als er met de politicus onderhandeld wordt, dan is dat over feitelijke onjuistheden, bepaalde formuleringen en de publicatiedatum. Er is geen reden om aan te nemen dat de dagbladlezer belangrijke zaken zijn onthouden als gevolg van de onderhandelingen tussen politici en journalisten. Er zijn uitzonderingen op deze regel. Soms doen politici met wisselend succes een poging tot het weglaten van bepaalde gespreksonderwerpen en sommige gesprekspartners zijn berucht om hun beperkte openheid, zoals Rutte en Wilders. Bovendien hangt veel af van de vaardigheid van de journalist of hij zijn gesprekspartners tijdens het interview interessante uitspraken kan ontlokken. Maar dat laatste is iets anders dan een eisenpakket van de politicus over gewenste en ongewenste gespreksonderwerpen. De journalist moet voorbereid zijn op het type politicus die zegt dat een journalist ‘alles mag vragen’ maar uiteindelijk zelf bepaalt of hij antwoord geeft of niet. Het kan geen kwaad als een journalist vooraf weet welke deuren tijdens het gesprek gesloten blijken te zijn. Zowel bij de onderhandelingen vooraf als tijdens het gesprek moeten journalisten hun bron het vertrouwen geven dat zij hen redelijk zullen bejegenen en zullen journalisten zich moeten beroepen op argumenten om de bron te overtuigen van hun belang om juist wel over bepaalde onderwerpen te spreken.
41
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Hoofdstuk 5: Conclusies 5.1 Algemene resultaten Voorafgaand aan mediaoptredens van politici worden dikwijls afspraken gemaakt tussen journalist en politicus over de aard van diens optreden. Dit is een proces dat doorgaans onzichtbaar blijft voor derden. Incidentele inkijkjes doen zich voor als gasten in praatprogramma’s zelf beginnen over gemaakte afspraken met de redactie of als een journalist over zijn eigen werk publiceert. Om dit fenomeen in kaart te brengen onderzochten de vier hogescholen journalistiek het onderhandelingsproces tussen journalisten en politici tijdens de landelijke parlementaire verkiezingscampagne in 2012. De verkiezingen in 2012 waren uniek vanwege de korte duur van de campagne. 20 augustus begon de NOS met het eerste debat, drie weken voor de verkiezingen. Deze verkiezing moest snel georganiseerd worden na de val van het kabinet in mei, maar moest ook een zomerperiode overbruggen. Vanwege de kortere campagneperiode hadden politici minder tijd om op de verschillende platforms actief te zijn. Zo leken er relatief minder politici bij populaire of meer entertainmentachtige programma’s aanwezig te zijn en gaven politici de voorkeur aan de lijsttrekkersdebatten en nieuwsprogramma’s. Een campagneleider bevestigde dat: “Het ook niet de periode voor al te veel showelementen. Door de crisis was het allemaal wat soberder.” Een andere campagneleider gaf aan: “We hadden wel heel veel aanbiedingen, maar die hebben we bewust afgeslagen. De meeste partijen trouwens, dat is bij vorige campagnes toch niet zo goed bevallen. Ik hou trouwens ook niet van die zogenaamde leuke dingetjes aan het begin van een debat, die persoonlijke feitjes. Maar die waren niet dominant, het was over het algemeen behoorlijk serieus en inhoudelijk.” In de voorgaande hoofdstukken beschreven wij de onderhandelingen tussen journalist en bron die zich voordoen rondom de lijstrekkersdebatten, de optredens tijdens verschillende televisieprogramma’s en de interviews in dagbladen. Uit onze observaties trekken wij de volgende algemene conclusies:
42
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
In de eerste plaats lijkt er tijdens de verkiezingscampagne geen sprake te zijn geweest van een overmacht van ofwel de politici, ofwel de media. Het contact tussen politici en journalisten is over het algemeen wederkerig, waarbij beide partijen in overwegende mate begrip tonen voor elkaars belangen. Ondanks de recent geconstateerde personele overmacht van het voorlichtersapparaat (Prenger et al., 2011), laat dit onderzoek zien dat de campagne in 2012 en de berichtgeving daarover een wederzijds spel is dat redelijk fair wordt gespeeld. Politici en journalisten kennen de spelregels en manoeuvreren binnen de gepaste kaders. Het contact tussen journalist en politicus verloopt soms zelfs op persoonlijke titel. Dat betekent niet dat het voorlichtingsteam niet een belangrijke rol speelt. Veel media gaven vooral aan dat het er lastige onderhandelingen plaatsvonden met PVV en VVD. De campagneleider van VVD gaf achteraf ook aan dat “de lijsttrekker 95 procent van alle campagnezaken aan het campagneteam overliet. Rutte is daar heel makkelijk in.” De wederkerigheid geeft overigens ook aan dat zowel politici als journalisten de wetten van medialogica goed kennen en doorgaans ook naleven. Dat betekent niet dat beide partijen niet proberen voor hun eigen belang een gunstigere positie uit te onderhandelen. Onderhandelingen zijn een vast onderdeel in de voorbereidingen op de verkiezingscampagne. In de tweede plaats gold tijdens de campagne 2012 ook het logische principe van het recht van de sterkste. Dit gaat zowel op voor de mediapartijen als voor de politiek. Grote partijen en politici die zelf schaarste creëren, zoals Rutte en Wilders, hebben een sterkere onderhandelingspositie omdat media zich kunnen onderscheiden met een exclusief optreden van de weinig geziene politicus. Ook politici die in opspraak zijn, zijn meer gewilde gasten en hebben daardoor een relatief sterkere onderhandelingspositie. Het recht van de sterkste geldt ook bij de media. Programma’s met een breed kijkerspubliek zoals De wereld draait door of de debatten van NOS en RTL hebben doorgaans geen moeite om gasten voor de camera te krijgen, terwijl dat voor sommige dagbladen en programma’s met een specifiek kijkerspubliek juist weer moeilijker is. In de derde plaats kent het schouwspel ook een zekere toevalsfactor – in weerwil van wat campagnestrategen en programmamakers zouden willen. Vooral bij praatprogramma’s kunnen de onvoorziene absentie van een gast of een ingrijpende gebeurtenis in de actualiteit het
43
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
draaiboek volledig omgooien. Dan komt het voor zowel de journalist als de politicus alsnog aan op improvisatievermogen. Ook de tamelijke willekeur van opiniepeilingen kunnen de positie van politieke partijen sterk en onverwachts beïnvloeden. Kleine partijen die ineens een doorslaggevende rol kunnen gaan spelen in de coalitievorming of kandidaten die aan populariteit lijken te winnen hebben dientengevolge een sterkere onderhandelingspositie. Tenslotte laat het onderzoek zien dat de aard van het onderhandelingsproces sterk verschilt per mediumtype. Bij debatten wordt een volstrekt ander spel gespeeld, dan bij praatprogramma’s en bij dagbladen: 5.2 Het strakke format van de debatten Tijdens de lijsttrekkersdebatten is er veel te doen geweest rondom de gasten. Voor media is het van belang dat de debatten zo spannend mogelijk worden gemaakt en dat politici met tegengestelde ideeën tegenover elkaar worden gezet. Wie met wie in debat gaat is voor media dus van cruciaal belang. Tegelijkertijd is het voor politici zeer belangrijk om ‘gunstige’ concurrentpolitici tegenover zich te hebben. Behalve het goed verkondigen van de eigen standpunten lijkt het daarbij vooral te gaan om risicomijding en het behoud van het imago. Daarbij is niet alleen de gast met wie politici in debat gaan belangrijk, maar ook het moment van optreden. Zo willen alle politici deelnemen aan het NOS Slotdebat , maar grote partijen als VVD, SP en PVV zagen niet de urgentie in om mee te doen met het eerste debat van de NOS in augustus, Nederland Kiest. Toch blijkt dat de media uiteindelijk bepalen hoeveel en welke politici aanwezig zijn. Dat viel bijvoorbeeld ongunstig uit voor CDA en D66 die niet mee mochten doen met het Premiersdebat. De campagneleider van D66 zegt dan ook alles te hebben gedaan om toch mee te kunnen doen, maar zonder succes. Tegelijkertijd zijn de media niet te beroerd om ook te luisteren naar de argumenten van de politici in het onderhandelingsproces. En dit pakt dan soms ook goed uit voor politici. Zo hadden ChristenUnie en GroenLinks bezwaar aangetekend tegen het feit dat het NOS Slotdebat verdeeld zou worden in een debat voor de kleine partijen, gevolgd door een debat voor de grote partijen. De meeste kiezers zouden uiteraard naar het laatste debat gaan kijken. In eerste instantie hadden deze kleine partijen weinig onderhandelingsruimte, omdat het vorige NOS Slotdebat ook zo was georganiseerd. Echter, ChristenUnie en GroenLinks kwamen wel met het inhoudelijke argument
44
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
dat zij ook hebben deelgenomen aan het Kunduz-akkoord. Dat was voor de NOS genoeg reden om het debat niet op te splitsen maar alle partijen uit te nodigen voor een groot slotdebat. Deze kwestie speelt in het bijzonder voor de NOS, omdat die organisatie vanwege haar publieke functie gebonden is alle partijen aan het woord te laten. RTL heeft daarin meer keuzevrijheid, waardoor ze zich bij het Premiersdebat kon beperken tot de vier grootste partijen. Dit voorbeeld laat niet alleen onderhandelingen zien met betrekking tot gasten, maar ook over het format van een debat. Ook heeft de NOS het format van Nederland Kiest (Het Zomerprogramma) aan de politici voorgelegd, omdat het om een nieuw programma ging. Verder werd er over formats weinig onderhandeld. Over de inhoud van de debatten is minder onderhandeld. De media bepalen de onderwerpen: politici krijgen de te bespreken thema’s en stellingen vaak een paar weken voor het debat overhandigd. De overweging hierbij is niet dat de politici de onderwerpen kunnen ‘goedkeuren’, maar dat zij zich gedegen kunnen voorbereiden op het televisieoptreden. Bij een gedegen voorbereiding zijn zowel de politici als de programmamakers gebaat. Dit betekent overigens niet dat we nu kunnen stellen dat de debatten veelal ‘gerepeteerde toneelstukjes’ waren. Tijdens alle debatten was er ook ruimte voor kritische of onverwachte vragen die aan politici niet van te voren werden voorgelegd. 5.3 De hectiek bij praatprogramma’s Niet alleen bij de lijsttrekkersdebatten, maar ook bij de talkshows en actualiteitenprogramma’s hebben media doorgaans het laatste woord over het format, de gasten en thema’s die worden besproken. En ook bij deze programma’s geven media doorgaans vooraf duidelijkheid naar politici over het beoogde format en de gasten. Toch lijkt de onderhandelingspositie van media minder sterk te zijn dan bij de lijsttrekkersdebatten. Met een groot aantal debatten, talkshows en actualiteitenprogramma’s, waar politici aan konden schuiven, hadden politici meer ruimte om te kiezen waar aan deel te willen nemen. Zo besloot Wilders niet te verschijnen bij Nieuwsuur omdat hij al bij EenVandaag met Pechtold in debat ging. Door de grote concurrentiestrijd tussen de verschillende televisieprogramma’s hebben politici meer ruimte om hun eisen door te zetten. Door afzeggingen van politici ontstaat soms ook extra onderhandelingsruimte voor de andere gasten. Zo ging Pechtold bij Nieuwsuur op eigen verzoek met PVV-stemmers in gesprek, toen de
45
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
redactie hem vroeg met wie hij in debat wilde na Wilders’ afzegging. Een programma dat met een strakke planning werkt moet deze soms op het laatste moment omgooien, hetgeen soms extra ruimte creëert voor een gast en soms de gast voor een voldongen feit stelt. Zo kunnen politici in de studio nog laatste eisen stellen, wat voor de media een lastig dilemma kan opleveren als het slechts een paar minuten voor zendtijd is. Dus, hoewel in eerste instantie media lijken te bepalen hoe het programma eruit gaat zien, hebben politici meer onderhandelingsruimte bij nieuws- en actualiteitenrubrieken dan bij de lijstrekkersdebatten. 5.4 De relatieve rust van dagbladinterviews De medialogica van televisie is dominant tijdens de verkiezingen. Het televisieformat (audio, beeld, snelheid) is beduidend invloedrijker dan de diepgang die een dagblad kan aanbieden. Dagbladen speelden dus een minder prominente rol in de verkiezingscampagne in 2012. Verschillende kranten hebben wel interviews met politici gepubliceerd, maar de concurrentie tussen dagbladen was zichtbaar minder dan tussen televisieprogramma’s. Veel kleinere kranten kozen er voor om niet teveel energie te steken in het overhalen van politici, maar eerder om zelf de verkiezingsdebatten te duiden. De onderhandelingen bij dagbladen gingen vooral over autorisatie. Het meest gebruikelijk is dat interviews voor publicatie worden voorgelegd om feitelijke onjuistheden er uit te halen. Dagbladjournalisten hebben daar weinig moeite mee, omdat ook zij een duidelijk belang hebben bij een feitelijk juiste publicatie. Andere aspecten van autorisatie zijn dat politici bepaalde thema’s juist wel of niet willen bespreken, en dat politici het moment van publicatie willen bepalen. Hoewel tijdens deze campagne politici een aantal eisen hebben willen stellen, kunnen we voorzichtig concluderen dat de eisen die zijn voorgelegd maar deels gehonoreerd zijn door de schrijvende pers. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat een aantal kranten niet volledig inzicht heeft gegeven en dat De Telegraaf en het Algemeen Dagblad niet wilde deelnemen aan het onderzoek. Desalniettemin lijkt het er niet op dat de interviews in de krant “PR-stukjes” van politici zijn. Concluderend kunnen we stellen dat onderhandelingen tussen media en politici over inhoud, format en gasten een dagelijks onderdeel van deze verkiezingscampagne zijn geweest. Het spel
46
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
wordt hard maar zeker niet onplezierig gespeeld en veelal spelen inhoudelijke en journalistieke argumenten de boventoon. De sterke afhankelijkheidsrelatie tussen politieke journalisten en politieke partijen, ook na de verkiezingen, is duidelijk voelbaar. De partijen luisteren naar elkaar en hoewel elke politieke partij tegenwoordig een heel campagneteam achter zich heeft staan, verloopt het contact tussen media en politiek soms direct tussen journalist en politicus. En als betrokkenen het niet met elkaar eens worden, dan is er altijd nog ruimte ‘for an agreement to disagree’, zonder dat het de relaties per se schaadt. Uiteraard worden er ook andere onderhandelingsstrategieën toegepast die minder plezierig zijn, zoals het negeren van telefoontjes, het ontwijken van een beslissend antwoord en druk leggen op elkaar. Desalniettemin is er geen sprake geweest van een ‘gevaarlijk spel’ of ‘oorlogsstrijd’, zoals in andere contexten wel is opgetekend. 5.5 Aanbevelingen voor de opleidingen Uit deze situatieschets formuleren we een advies voor de journalistiekopleidingen. Wij achten het raadzaam om aankomende journalisten voor te bereiden op de praktijk van onderhandelingen tussen journalist en talkshowgast of interviewkandidaat. Onderhandelingen zijn niet per definitie een ongewenste, onethische praktijk, maar eerder een noodzakelijke voorbereiding op de aanstaande publicatie of productie, waarbij zowel de journalist als de bron belang heeft. Omdat die belangen uiteenlopen – de journalist wil kritisch zijn en publiceren, de politicus wil zo goed mogelijk voor de dag komen – is het raadzaam om duidelijke afspraken te maken waarop de journalist kan terugvallen. Het opnemen van gesprekken is nuttig voor achterafdiscussies of dingen wel of niet gezegd zijn en het zorgvuldig formuleren van afspraken voorkomt dat de bron teveel invloed opeist. Het is raadzaam om het woord ‘autoriseren’ niet te gebruiken voor het laten doorlezen op feitelijke onjuistheden en ongelukkige formuleringen. Dat laatste is veel minder vergaand dan wat autoriseren letterlijk impliceert: dat de bron uiteindelijk bepaalt of een stuk gepubliceerd mag worden. Gezien de professionele opdracht van de journalistiek om de bestuurlijke macht kritisch te controleren moeten journalisten voorzichtig omgaan met de verleiding om teveel in te gaan op de eisen van politici die mediaschaarste creëren. Met name op het niveau van nieuwsorganisaties zou een redactiebeleid kunnen gelden van het weigeren van interviews met politici die onacceptabele inhoudelijke eisen stellen. Ook zullen journalisten een
47
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
opvatting moeten hebben over de manier waarop zij transparant willen zijn over de beperkingen die door (potentiële) bronnen worden opgelegd.
48
Onderhandelingen tijdens verkiezingen
Bronnenlijst Bakker, P., Broertjes, P., Van Liempt, A., Smit, G. (2011, Sept. 29). Source empowerment, media diversity and the bargaining journalist. Paper gepresenteerd op congres ‘A question of power’ aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bloemendaal, F. (2008). De communicatieoorlog. Amsterdam: Ambo. Bronzwaer, S. (2012a, 4 aug.) Nieuw programma, dus nieuw decor. NRC Handelsblad. Bronzwaer, S. (2012b, 6 sept.). Die politici, die komen toch wel. NRC Next. Pg. 12. Dersjant, T., Polak, C,. Rogmans, D. & Van der Linden, F. (2012, 26 juni). Maak de politieke journalist transparant. De Nieuwe Reporter. Verkregen via: http://www.denieuwereporter.nl/2012/06/maak-de-politieke-journalistiek-transparant/ Kee, P. (2012). Het briefje van Bleker. Amsterdam: Atlas. Nieuwsmonitor (2012, 14 september). TV debatten bepalen inhoudelijke agenda van de kranten. Verkregen via: www.nieuwsmonitor.net. Prenger, M., Van der Valk, L., Van Vree, F. & Van der Wal, L. (2011). Gevaarlijk spel. De verhouding tussen pr & voorlichting en journalistiek. Diemen: AMB. Stichting Kijkonderzoek (SKO) (2012). http://www.kijkonderzoek.nl/kijkcijfers/ Van Ruler, B. (2012, 6 juni). Zowel journalisten als voorlichters moeten hoognodig professionaliseren. De Nieuwe Reporter. Verkregen via: http://www.denieuwereporter.nl/2012/06/zowel-journalisten-als-voorlichters-moeten-hoognodigprofessionaliseren/#comments
49