Gereformeerde Kerk Veenendaal-Oost
OMZIEN naar gemeenteleden die kampen met psychosociale problemen ~ DRAAIBOEK
Gkv Veenendaal-Oost 2010
Visie Als Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk Veenendaal-Oost willen we ondersteuning bieden aan mensen die kampen met psychosociale1 problemen. Elk gemeentelid is voor God belangrijk. En daarmee is elk gemeentelid dus ook belangrijk voor de andere gemeenteleden. Gemeenteleden die kampen met psychosociale problemen moeten niet alleen komen te staan. De gemeente moet hen ondersteunen in hun problematiek. Al is het maar een kleine groep mensen die om hen heen staan. Ondersteuning kan op allerlei manieren: gebed, onderling contact, hulp, passende begeleiding, etcetera. Ieder gemeentelid is een schaap in de kudde van Jezus. De Heer Jezus is zelf de grote herder van zijn kudde, de gemeente. Hij heeft onderherders aangesteld om hier op aarde leiding aan die kudde te geven. Die herderlijke taak wordt vervuld door de predikanten en de ouderlingen. We spreken dan over het pastoraat, het herderschap. Tegenwoordig wordt ook veel gesproken over onderling pastoraat. Bedoeld wordt dan, dat de leden van de gemeente ook de taak hebben in geestelijk opzicht voor elkaar te zorgen door zich samen op Jezus Christus te oriënteren en daar ook samen over te praten. Vanuit predikant, ouderling en diaken kan ondersteuning concrete vorm krijgen. Vanuit predikant, ouderling en diaken kan ondersteuning bij psychosociale problemen - als pastorale taak - concrete vorm krijgen. We spreken daarom over psychopastorale zorg.
Doel Vanuit de herderlijke zorg voor de gemeenteleden ondersteuning bieden aan mensen die kampen met psychosociale problemen. Deze ondersteuning heeft als doel dat gemeenteleden niet alleen komen te staan in hun problematiek. Predikant, ouderling en diaken in hun ambtelijke taak alert maken op mogelijke psychosociale problemen en het initiëren van ondersteuning. Het inzetten van een psychopastoraal team die de ondersteuning biedt.
Aanleiding voor het draaiboek Noodkreten om hulpverlening komen meer en meer voor, ook in de christelijke gemeenten. Kerkenraden zijn al blij als men de juiste adressen heeft voor verwijzing van de hulpvraag van een gemeentelid, liefst een adres zonder wachtlijst. In onze gemeente worden door predikant, ouderling en diaken huisbezoeken gebracht, we willen ons ambt zo goed mogelijk invullen. Maar de ene ambtsdrager heeft meer oog en oor voor verdriet en pijn op psychisch en emotioneel vlak dan de ander. De één heeft ook meer tijd, kennis, vaardigheden en kwaliteiten dan de ander. We hebben dit in de gemeente gemerkt rond gevallen van echtscheiding, overlijden, eenzaamheid en psychische problemen. Vanuit "het ambt aller gelovigen" mag ieder uit de gemeente ingezet worden naar de gaven die men ontving. Zeker in het omzien naar elkaar. Psychopastoraat is een specialisme, waarvoor naast de gaven als geloof, empathie en luisteren ook kennis en vaardigheden van belang zijn.
1
Psychosociaal: het zielenleven betreffend voor zover dit door sociale factoren beïnvloed wordt; situaties waarin zowel psychische als sociale aspecten een rol spelen 2
Bijbelse grondslag De Here God roept ons in de bijbel herhaaldelijk op om naar elkaar in liefde om te zien. En als gemeente eensgezind te zijn. In voorspoed en tegenspoed. Zo dienen we ook om te zien naar broers en zussen die in nood zijn. 1 Petr. 2:5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilig priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. 1 Petr. 3:8 Tot slot vraag ik u: wees allen eensgezindheid, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te willen zijn. Fil. 2:1-5 Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. En de gezindheid van Jezus is ook dat Hij is als een herder die naar Zijn schapen omziet en er geen van verloren laat gaan (Joh 6:39). Zijn gezindheid is die van een barmhartig geneesheer die een melaatse geneest: En met barmhartigheid bewogen, strekte Hij zijn hand uit, raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil het, word rein! (Marc. 1: 41 - NBG 51) Laten wij zo ook onze Here Jezus volgen.
3
Opzet van het draaiboek
3 actoren In dit draaiboek zijn er 3 actoren: het gemeentelid (met psychosociale problemen); predikant, ouderling, diaken (POD); PPT (psychopastoraal team). Gemeentelid In dit draaiboek wordt telkens uitgegaan van de situatie van het gemeentelid. POD In dit draaiboek is de rol van POD tweeledig: 1. signalering en onderling overleg; 2. initiëren van ondersteuning, door volgen van het draaiboek. PPT Een team van – in eerste instantie – 3 PPB-ers (psychopastoraal begeleiders). Daarnaast wordt dit team de eerste jaren verrijkt met een coach. Ondersteuning In dit draaiboek wordt een aantal suggesties voor ondersteuning gegeven, namelijk: POD; individuele ondersteuning door een PPB-er (psychopastoraal begeleider); SONO (sociale netwerkondersteuning) opgezet door een PPB-er; professionele hulpverlening. Procesbewaker De procesbewaker is iemand die er zicht op houdt dat het psychopastorale werk ieders aandacht heeft en blijft houden. De 3 taken van deze procesbewaker zijn: het jaarlijks onder de aandacht brengen en toelichten van het draaiboek aan – met name nieuw aangestelde – POD; geregeld contact met het PPT om te peilen of de ondersteuning goed verloopt en het draaiboek goed functioneert. verantwoordelijk zijn voor het actueel houden van dit draaiboek. Procesbewaker:
Tim de Wolff
4
Ondersteuning binnen de gemeente in schema signalering
gemeentelid
POD terugkoppeling
contact onderhouden / evt. doorverwijzen (huisarts…)
P overleg
aanreiken ondersteuning
O
D
via het PPT PPT SONO
PPB
Toelichting schema en volgorde van handelen 1)
Predikant, ouderling, diaken (POD) signaleren bij een bezoek dat er psychosociale problemen zijn.
2)
POD onderhouden het contact met het gemeentelid. Als er nog geen professionele hulpverlening is brengen POD aan de orde dat de problemen met - in eerste instantie - de huisarts kunnen worden besproken.
3)
In het driehoeksoverleg POD wordt naar aanleiding van signalering besproken of voor het gemeentelid ondersteuning gewenst zou zijn. Zo ja, dan bespreken zij dit met het gemeentelid en reiken ondersteuning aan via het PPT.
4)
Eén van de PPB-ers van het PPT bespreekt samen met het gemeentelid of ondersteuning plaatsvindt door middel van 1 PPB-er of dat er ondersteuning wordt gedaan via het opzetten van SONO, begeleid door 1 PPB-er (of eventueel De Driehoek).
5)
De PPB-er doet geregeld terugkoppeling naar POD over de ondersteuning. Eén van de POD (in principe wijkdiaken) fungeert hierbij als “case manager”.
N.B.) Het gemeentelid kan ook zelf direct contact opnemen met het PPT, de stappen 1 tot en met 3 worden dan overgeslagen. 5
Rol predikant, ouderling, diaken Signalering Een belangrijke rol voor POD is signalering van mogelijke psychosociale problemen. Deze signalering kan onder andere plaatsvinden bij de bezoeken die zij doen. Daarbij is het belangrijk als er vermoeden is dat er psychosociale problemen zijn daar ook naar te vragen. Het kan bevrijdend zijn als POD vragen of het gemeentelid goed in zijn/haar vel zit. POD dienen goed te weten hoe verder te vragen en vooral goed te luisteren als het gemeentelid dit bevestigt door antwoord of gedrag. POD dienen er goed van doordrongen te zijn dat binnen de gemeente ondersteuning kan worden geboden. In bijlage I van dit draaiboek wordt een handreiking gegeven over een aantal goede signaleringsvragen. Inschatten van de problemen Vraag als POD gericht door bij het gemeentelid. „Waar bent u bang voor?‟, „waar kunt u niet van slapen?‟, „kan je er met iemand over praten?‟, enzovoort. Hoofdpijn en andere lichamelijke (somatische) klachten kunnen duiden op een psychisch probleem. Een aantal problemen zijn: somberheid, verslaving, huwelijks- en relatieproblemen, suïcidaliteit. Doorverwijzen naar huisarts en andere instanties Als bij een gemeentelid psychosociale problemen zijn gesignaleerd, dan dient de POD het gemeentelid erop te wijzen contact op te nemen met in eerste instantie de huisarts. In strikte zin kan POD niet doorverwijzen, omdat hij die bevoegdheid niet heeft. Daarnaast kan POD ook wijzen op onder andere de organisaties zoals genoemd in het Jaarboekje. In bijlage III van dit draaiboek is een aantal organisaties nader toegelicht. Ondersteuning via het PPT Als bij een gemeentelid psychosociale problemen zijn gesignaleerd, dan kan er overleg plaatsvinden tussen predikant, ouderling, diaken. (bij twijfel kan ook (anoniem) overleg plaatsvinden met het PPT). In dit overleg kunnen de problemen aan de orde worden gebracht, en kan worden besproken of ondersteuning via het PPT raadzaam is. Als uit dit overleg ondersteuning raadzaam lijkt, dan wordt dit aangereikt aan het gemeentelid. Deze dient dan te beslissen of deze ondersteuning gewenst is. Vervolgens kan de ondersteuning dan in gang worden gezet. Als het gemeentelid professionele hulp ontvangt wordt het gemeentelid aangeraden te melden dat hij/zij ook ondersteuning ontvangt via de gemeente. Zo kan er afstemming plaatsvinden tussen pastoraat en professionele hulpverlening. Praktische hulp Als er praktische hulp nodig is voor het gemeentelid kan gebruik worden gemaakt van de bestaande wijkstructuur. Via de diaken en wijkcoördinator kan praktische hulp worden georganiseerd.
6
Contact onderhouden / “case manager” Een andere belangrijke rol voor POD is het onderhouden van contact. Zodra een gemeentelid wordt ondersteund door een PPB-er, is het belangrijk dat één van de POD fungeert als “case manager”. Dat betekent dat één van de POD geregeld contact onderhoudt met zowel het gemeentelid als de PPB-er en daarmee dus het ondersteuningsproces vanuit de Kerkenraad bewaakt. In principe is de wijkdiaken hiervoor de eerst aangewezene, tenzij er argumenten zijn die de voorkeur geven aan de wijkouderling of predikant. Pastorale zorg In al het werk van POD is pastorale zorg een eerste belang. Breng het gemeentelid in gebed voor het aangezicht van de Here God. Bemoedig het gemeentelid met Gods Woord. Houd er rekening mee dat mensen met psychosociale problemen juist ook moeite kunnen hebben met hun geloofsleven. Heb daar oog en respect voor. Agendapunt op Kerkenraad smal en Diakonie Inzet van PPT moet op elke vergadering worden besproken.
7
PPT (psychopastoraal team) Het psychopastoraal team bestaat uit – in eerste instantie – 3 PPB-ers en een coach. Bij de ondersteuning gaan de PPB-ers individueel aan het werk. Het belang van het werken als team is het volgende: transparantie naar de gemeente welke personen behoren tot dit team; onderlinge intervisie; jaarlijks supervisie van een kerkmaatschappelijk werker van De Driehoek. Werkwijze Het PPT kan worden ingeschakeld door zowel POD als hulpbehoevende gemeenteleden. Binnen het PPT worden de hulpvragen verdeeld. Het PPT kan drie vormen van hulp bieden: 1. individuele ondersteuning;(hierbij kunnen gemeenteleden ingeschakeld worden) 2. ondersteuning middels SONO (sociale netwerkondersteuning). De keuze voor de hulpvorm wordt in overleg met het gemeentelid gemaakt. 3. advisering en gerichte verwijzing Aanspreekpunt voor gemeenteleden In het jaarboekje van de kerk wordt vermeldt welke gemeenteleden behoren tot het PPT. Gemeenteleden kunnen dan ook direct een PPB-er benaderen voor ondersteuning. De PPB-er bespreekt met het gemeentelid dat POD ingelicht worden en op welke wijze dit gebeurt als er daadwerkelijk ondersteuning wordt geboden. Intervisie De PPB-ers die het PPT vormen komen geregeld bij elkaar. Dit kan zijn om een aantal zaken te overleggen, maar zij dienen ook intervisie te doen. Bij intervisie gaat het om een bewustwordingsproces van de PPB-er die ondersteuning biedt aan gemeenteleden. De PPB-er vraagt om adviezen en inzicht in eigen handelen binnen de intervisiegroep. Dit moet de ondersteuning aan gemeenteleden nog meer ten goede komen. Supervisie KMW De PPB-ers die het PPT vormen komen onder supervisie van de kerkmaatschappelijk werker van De Driehoek. Dit gebeurt bijvoorbeeld 1x per jaar. Het kerkmaatschappelijk werk (KMW) is een initiatief vanuit de GKv en is een onderdeel van Stichting De Driehoek. Met de afdeling KMW wil De Driehoek graag kerken ondersteunen en in een zo vroeg mogelijk stadium hulp bieden waar nodig. Voor elke gemeente uit de GKv heeft het KMW een contactpersoon beschikbaar. Alle contactpersonen zijn maatschappelijk werkers of therapeut. Het PPT kan dus werken onder supervisie van de kerkmaatschappelijk werker. Daarnaast kan het KMW helpen bij het organiseren van SONO.
8
Coach In de beginfase komt er ook een coach. Deze zal waar nodig de PPB-ers begeleiden en voor hen als vraagbaak functioneren. Daarnaast zet de coach de intervisie en supervisie op. Met name de eerste 2 jaar tijdens het volgen van de cursus is de coach een belangrijke aanvulling in het PPT. Coach:
Roel van Aalderen
9
De PPB-er (psychopastorale begeleider) De PPB-er is een vrouw of man die door de kerkenraad aangesteld is voor toegespitst pastoraat, een aanvulling op de ambten. Doel PPB-ers ondersteunen gemeenteleden die worstelen met psychische, psychosociale of psychiatrische problemen. Het gaat daarbij om troost en nabijheid, om het zichtbaar maken van de problematiek, het aandragen van kennis en het laten zien welke mogelijkheden de gemeente heeft in de gaven die haar geschonken zijn. Predikant, ouderlingen en diakenen worden hierbij in hun taak ontlast. Doelgroepen zijn mensen die te maken hebben met psychische problematiek, echtscheiding, rouwverwerking, etc. Noodzaak Iedere kerk telt gemeenteleden die worstelen met psychische, psychosociale of psychiatrische problemen. Bij psychosociale problemen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan overlijden van een echtgenoot, echtscheiding, huwelijksproblemen, verslaving, werkloosheid, langdurige ziekte of moeiten met de opvoeding. De PPB-er (psychopastoraal begeleider) wordt specifiek toegerust voor de taak om deze gemeenteleden te ondersteunen dan wel een ondersteuningstraject op te zetten en te begeleiden. Omdat zij voor bovenstaand doel worden opgeleid zijn zij beter toegerust voor deze taak dan diakenen en ouderlingen. PPB-ers begeleiden deze trajecten intensief. Inpassing in beleid en organisatie De PPB-er functioneert onder verantwoordelijkheid van de Kerkenraad. De PPB-er wordt ingezet na overleg tussen predikant, ouderling, diaken en na instemming van het gemeentelid. PPB-ers koppelen hun ondersteuning terug aan kerkenraad en diakenen – zonder op de inhoud in te gaan. Voor deze terugkoppeling worden concrete afspraken gemaakt. Dit zal altijd worden afgestemd met de gemeenteleden die ondersteund worden. Aanstelling De PPB-ers worden aangezocht door de kerkenraad, de raad wint hiervoor eerst advies in bij het PPT of een deskundig gemeentelid op het gebied van psychopastorale zorg. Voordat tot aanstelling wordt overgegaan vindt eerst een gesprek plaats tussen predikant, de coach, de procesbewaker en de kerkmaatschappelijk werker. In dit gesprek wordt uitgelegd wat de taak en de verantwoordelijkheid is van de PPB-er. Daarnaast zal de PPB-er gevraagd worden naar zijn motivatie. Verder zal het functieprofiel van de PPBer worden besproken, waarbij nagegaan wordt of het profiel past. De PPB-er wordt vervolgens voor de periode van een jaar door de kerkenraad aangesteld middels een aanstellingsbrief. Jaarlijks wordt de aanstelling van de PPB-er geëvalueerd, waarna in principe de aanstelling met een jaar wordt verlengd.
10
Communicatie naar de gemeente De PPB-ers worden na aanstelling opgeleid via de cursussen van Stichting PPT. Voor de gemeente wordt na de aanstelling duidelijk wie tot de groep PPB-ers behoren. Voor de gemeente is niet bekend wie hulpvragende zijn en welke PPB-ers ondersteuning verlenen. Toerusting PPB-ers moeten geschikt zijn voor de taak en ook toegerust. Daartoe verzorgt onder andere de Stichting PPT (Psycho-Pastorale Toerusting) cursussen. Deze cursussen zijn bedoeld voor mensen met een christelijke levensvisie die als vrijwilliger actief willen zijn in de zorg voor anderen binnen een christelijke gemeente of organisatie. De meeste cursisten hebben al ervaring opgedaan op dit terrein. Wanneer mensen zich nog in een verwerkingstraject bevinden, wordt deelname ten zeerste afgeraden. Het is aan te bevelen dat cursisten stabiele vrouwen en mannen zijn. De Stichting PPT verzorgt een basiscursus en een vervolgcursus, o.a. in Veenendaal. Beide cursussen vangen aan in september en kosten ca. € 400,- per jaar. In de basiscursus (het eerste cursusjaar) krijgen de cursisten met name zicht op een gezonde ontwikkeling. Algemene psychologische kennis, pastorale kennis en sociale vaardigheden komen hier aan bod. Ook krijgen de cursisten zicht op de taak, rol en plaats van een PPB-er (psychopastoraal begeleider). Ze worden gestimuleerd om een „theologie van het lijden‟ te ontwikkelen en te verwoorden. De vervolgcursus (het tweede jaar) wil de cursisten diepgaander toerusten voor het langdurig begeleiden en ondersteunen van gemeenteleden met psychische of psychiatrische problemen. Daarom worden hier onderwerpen behandeld waarbij de PPB-er specifieke (psychologische) achtergrondinformatie nodig heeft (bijvoorbeeld bij persoonlijkheidsstoornissen). De gespreksvaardigheden worden verder ontwikkeld. Eventueel is er ook een cursus PPT+, waarbij nog aanvullende vaardigheden kunnen worden opgedaan.
11
Ondersteuning door de PPB-er Taakstelling en werkwijze PPB-ers leren op de cursus duidelijke taakstelling per problematiek en zijn ook gericht op het voldoen van vooraf gemaakte verwachtingen. De ondersteuning is dus doelmatig. PPB-ers moeten ervan doordrongen zijn dat ze geen hulpverleners zijn. 3 typen ondersteuning De PPB-er kan 3 typen ondersteuning bieden: 1. individuele ondersteuning; 2. ondersteuning middels SONO (sociale netwerkondersteuning). Eén van de PPB-ers van het PPT bespreekt samen met het gemeentelid of ondersteuning plaatsvindt door middel van 1 PPB-er of dat er ondersteuning wordt gedaan via het opzetten van SONO, begeleid door 1 PPB-er (of eventueel De Driehoek). Ook kunnen hierbij gemeenteleden worden ingezet onder begeleiding van het PPB team. 3. advisering en gerichte verwijzing 1.
Individuele ondersteuning
Deze ondersteuning vindt plaats door individuele en regelmatige bezoeken. In deze individuele bezoeken wordt het gemeentelid ondersteund op de manier zoals de PPB-ers in de cursus hebben aangereikt gekregen. 2.
Ondersteuning middels SONO
De PPB-er kan ondersteuning bieden middels SONO. Het doel van SONO is het opzetten van steunkring rondom mensen met problemen. Op deze manier kan steun vanuit de omgeving worden gerealiseerd. Steun kan worden ervaren in gesprekken over je problemen binnen deze groepen. In bijlage II van dit draaiboek is te lezen hoe SONO werkt. 3.
Advisering en gerichte verwijzing
Een PPB-er kan altijd benaderd worden door POD of gemeenteleden voor advies of gerichte verwijzingsmogelijkheden.
12
Bijlage I
- Signalering
Een belangrijke rol voor POD is signalering van mogelijke psychosociale problemen. Deze signalering kan onder andere plaatsvinden bij de bezoeken die zij doen. In de gesprekken die plaatshebben is het belangrijk te letten op zowel de verbale als non-verbale communicatie. Als je als POD vermoed dat er psychosociale problemen zijn, dien je daar ook naar te vragen. Daarbij is van belang dat je doelgerichte vragen stelt. Een aantal mogelijke vragen is: hoe gaat het met gezondheid? hoe gaat het met slapen en eten? heeft u activiteiten die tot ontspanning leiden: welke en binnen en/of buiten de gemeente? hoe is uw relatie met God en mede broeders/zusters? hoe is uw relatie met ouders/echtnoot? hoe is uw tv en pc gebruik? voelt zich aangetrokken tot alcohol of andere verslavende middelen? voelt u zich wel eens verward/angstig? Het gaat hierbij dus om heel direct basale levensvragen die zelden in een eerste gesprek allemaal gesteld kunnen worden. Er dient een vertrouwensbasis te groeien. Naast het vragen stellen is het ook van belang hoe je jezelf tijdens een gesprek opstelt. Een aantal belangrijke vaardigheden is: het kunnen aangaan van een relatie; gericht luisteren en spreken; bieden van empathie met maximale betrokkenheid en behoud van distantie; relatie definiëren: hoe verhouden partijen zich tot elkaar; grenzen trekken; veiligheid bieden; kritiek incasseren; objectief zijn; niet aardig gevonden hoeven te worden; afstemmen en informatie delen met de ander; met betrokkene(n) bespreken wat je met de verkregen informatie gaat doen. De vaardigheden zijn noodzakelijk om tot goede signalering te komen van de situatie, inclusief de invloed van de relatie tussen POD/ PPT en gemeentelid.
13
Bijlage II - Hoe werkt SONO Na besluit tot inzetten van SONO is de procedure als volgt. Het gemeentelid wordt gevraagd welke mensen in een ondersteuningsgroep mee zouden kunnen doen. De PPB-er denkt daarin mee en zo komen ze meestal wel tot vijf of zes personen. Zij worden door het gemeentelid benaderd om mee te doen als netwerklid. Tijdens een informatieve bijeenkomst vertelt de PPB-er over de werkwijze en de doelen van de SONO. Het gemeentelid vertelt iets over de eigen problemen en de netwerkleden vertellen meestal ook op welke manier zij contact hebben met het gemeentelid. Er worden afspraken gemaakt over de tijdsduur en geheimhouding. Daarna wordt er een bezoekrooster opgesteld en een afspraak gemaakt voor het vervolg. Aan de netwerkleden wordt gevraagd of zij voor een vastgestelde periode mee willen doen (meestal een jaar). Om de beurt brengen zij eens per 1 of 2 weken een bezoek, al naar gelang de problematiek. Tijdens een bezoek kan er van alles gedaan worden. Je kunt samen dingen ondernemen zoals het bezoeken van een concert, fietsen, eten, o.i.d. In de loop van de tijd ontstaat er steeds meer vertrouwen zodat de persoonlijke dingen meer aandacht kunnen krijgen. De netwerkleden zijn allemaal anders en zullen daardoor een verschillend accent leggen. Zij nemen ieder hun eigenheid mee. Als iedereen een keer op bezoek is geweest komen het gemeentelid, de netwerkleden en de PPB-er bij elkaar om te bespreken hoe het gegaan is. Dat is het netwerkoverleg. Dit overleg is heel belangrijk voor het voortbestaan van de netwerkondersteuning. Iedereen kan vertellen hoe het bezoek ervaren is. Zaken die moeilijk waren kunnen tijdens deze bijeenkomst aan de orde komen. Door openheid kan een ieder van elkaar leren. De netwerkleden vinden zo bij elkaar en bij de PPB-er steun. Het gemeentelid brengt de eigen ervaringen naar voren. Het netwerkoverleg vindt de eerste maanden ongeveer één keer per vijf of zes weken plaats. Later wat minder vaak. Er wordt een afspraak gemaakt met het netwerklid dat op het rooster staat. Afhankelijk van de situatie wordt de afspraak gemaakt door het gemeentelid of de PPB-er. Het gemeentelid geeft ook aan welke invulling gewenst wordt. Het netwerkoverleg is bij voorkeur aan huis bij het gemeentelid. Het is belangrijk dat de netwerkleden zich aan de gemaakte afspraken houden. Aan de ene kant moet vertrouwelijke informatie geheim gehouden worden. Als er praatjes op straat komen wordt het onderlinge vertrouwen geschaad. Aan de andere kant is het belangrijk dat tijdens het netwerkoverleg zoveel mogelijk openheid is. Als wij belangrijke ervaringen uitspreken kunnen we meer van elkaar leren. De netwerkleden moeten ervoor oppassen dat ze niet teveel gaan doen voor het gemeentelid en ook geen verantwoordelijkheden overnemen. Het is belangrijk de eigen grenzen in acht te nemen en te voorkomen dat er een te grote afhankelijkheid ontstaat. De hulp kan namelijk niet volgehouden worden als het netwerk uitgeput raakt. Wel hopen we erop dat door het langdurige contact wederkerigheid ontstaat. De PPB-er is er allereerst voor de netwerkleden. Het is zijn taak om de netwerkleden, en het gemeentelid, bij te staan. Hij gaat na hoe de contacten en de afspraken gelopen zijn. Hij helpt de helderheid in de bespreking te bewaren. Soms komen lastige dingen aan de orde, zoals het bewaken van grenzen of het omgaan met een botsing. De PPB-er kan er dan bij helpen dat ieder netwerklid aandacht krijgt en verder komt.
14
Bijlage III - Doorverwijzing naar professionele hulpverlening Doorverwijzen naar huisarts en andere instanties Als bij een gemeentelid psychosociale problemen zijn gesignaleerd, dan dient de POD het gemeentelid erop te wijzen contact op te nemen met in eerste instantie de huisarts. In strikte zin kan POD niet doorverwijzen, omdat hij die bevoegdheid niet heeft. Daarnaast kan POD ook wijzen op onder andere de organisaties zoals genoemd in het Jaarboekje. Hieronder volgt een lijst met een aantal instanties en het soort hulp dat deze bieden. Deze lijst zal gaandeweg aangevuld worden vanuit PPT.
Instelling
Hulpverlening
telefoonnummer
Eleos
psychiatrische problematiek / jeugd en volwassenen/ klinisch en poliklinisch
033-4571717
Optiment
1e en 2e lijn ggz volwassen en jeugd
088-126 30 20
Stichting De Driehoek
Kerkelijk Maatschappelijk Werk en GGZ 1e en 2e lijn. / volwassenen/ ambulant
033-4651151
Agathos/Curadomi
Thuiszorg: verpleging, huishouding en psychosociale begeleiding aan huis
010-2640777
Vitras/CMD
schuldhulpverlening/ huisvestingsproblemen
0900-8212382
De Waag (Utrecht)
ernstige verslavingsproblematiek incl. deleqentie
033 - 465 43 00
0900-2582581
030 - 272 06 85 De Herberg
pastoraal opvangcentrum te Oosterbeek
026-3342225
De Heezenberg
pastoraal opvangcentrum te Hattem
038-4445251
Gelderse Roos
algemeen centrum ggz: psychiatrie
0318-43 34 00
Stichting De Hoop
verslavingsproblemen en ggz/ jeugd
078-6 111 111
AMK
algemeen meldpunt kindermishandeling/ advies en/of melding
0900- 1231230
SGJ
jeugdproblematiek / ambulant en opvang
033 - 4226900
Voornheze
ggz instelling/ kinder en jeugd
0318 - 55 80 85
Kairos te Apeldoorn
ggz o.a. huiselijk geweld/ ambulante forensisch psychiatrische hulp
055 - 527 02 20
Stichting Heil des Volk
organisatie voor evangelisatie en hulpverlening. O.a. homoseksualiteit
020-6246151
vrijgevestigde psycholoog praktijken
C. Roest te Woudenberg/ Wubbo Scholte te Putten
033-2860611
o.a. Ichthus college
School maatschappelijk werk/ zorgteam (alleen leerlingen ichtus college)
0318-543210
STAGG
Ggz 1e en 2e lijn/ ambulant
030-6377071
Vluchtheuvel
AMW vanuit Ger. Gem.
0113-21 30 98
0341-370538
15