geneesmiddelenontwikkeling masteropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
Farmaceutische wetenschappen binnen de Universiteit Antwerpen
5
Master in de farmaceutische zorg - apotheker
6
Master in de geneesmiddelenontwikkeling
6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden
8
Loopbaanperspectieven 8 Studieprogramma
11
Opleidingsonderdelen
15
Masterproef geneesmiddelenontwikkeling
22
Verder studeren na je masterdiploma geneesmiddelenontwikkeling
22
Nuttige info over je studietraject
23
Studiebegeleiding 25 Studeren in het buitenland
26
Infomomenten 26 Nuttige websites
27
Nuttige contactgegevens
28
|2
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Misschien is dit je eerste kennismaking met onze universiteit. Misschien heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over onze masteropleidingen. Hopelijk helpt dit boekje je een stap vooruit in je keuzeproces. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studietijd zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze open campusdagen op zaterdagen 23 maart en 27 april en op de infomarkt op woensdag 4 september. Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd. Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen. Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel. |4
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s. Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
Farmaceutische wetenschappen binnen de Universiteit Antwerpen De studierichting farmaceutische wetenschappen staat voor een brede opleiding, waarbij zowel de patiënt als het geneesmiddel centraal staan. Het doel van de opleiding is het academisch vormen van apothekers die qua competenties beantwoorden aan de vereisten van de hedendaagse samenleving en industrie. Na de drie bachelorjaren kan je kiezen tussen twee masteropleidingen van twee studiejaren: • •
master in de farmaceutische zorg – apotheker master in de geneesmiddelenontwikkeling – apotheker of biofarmaceutische wetenschappen
De masteropleidingen die leiden tot de titel van apotheker zijn inhoudelijk zo geconcipieerd en afgewogen dat je als afgestudeerde efficiënt als apotheker kan functioneren in alle beroepstakken. In beide masters komen immers een aantal gemeenschappelijke opleidingsonderdelen voor, zoals medicinale chemie, toxicologie, farmaceutische wetgeving, deontologie, galenische farmacie, biofarmacie, farmacotherapie en farmaceutische zorg. Anderzijds zijn er opleidingsonderdelen die de eigenlijke differentiatie tussen de b eide masters vormen (zie studieprogramma verder in deze brochure). Je keuze tussen deze masteropleidingen zal hoofdzakelijk bepaald worden door je interesse voor de maatschappelijk-sociale rol van de apotheker of voor een eerder exact-wetenschappelijke functie. In elke masteropleiding moet je het bewijs leveren dat je een o mvangrijk onderzoekswerk zelfstandig kan uitvoeren (de masterproef). Afhankelijk van de master opleiding waarvoor je hebt gekozen, situeert de masterproef zich in de farmaceutische zorg of in de geneesmiddelenontwikkeling. 5|
Master in de farmaceutische zorg - apotheker In de farmaceutische zorg staat de wisselwerking tussen patiënt, geneesmiddel en andere zorgverstrekkers centraal. Deze masteropleiding, die leidt tot de titel van apotheker, bereidt je zeer grondig voor op een apothekersfunctie in de openbare apotheek (officina) of in een ziekenhuisapotheek. De opleiding master in de farmaceutische zorg wordt uitvoerig toegelicht in een andere brochure.
Master in de geneesmiddelenontwikkeling Deze masteropleiding bereidt je optimaal voor op de taken en de professionele omgeving van een geneesmiddelenspecialist in o.a. de industrie, het onderzoek en de overheid. In deze opleiding wordt uitvoerig aandacht geschonken aan onder meer geneesmiddelendesign en –analyse, farmaceutische technologie, farmaceutische ontwikkeling (artsenijvormen, productie en stabiliteit), moleculaire en klinische b iologie, preklinisch en klinisch geneesmiddelenonderzoek. Werkelijk alle aspecten betreffende geneesmiddelenontwikkeling komen hier aan bod. Maar ook patiëntgerichte opleidingsonderdelen behoren tot het curriculum. In dit opzicht is deze opleiding dan ook uniek en onderscheidt ze zich van andere masteropleidingen. Ze biedt een brede waaier aan beroepsmogelijkheden, zoals verder in deze brochure wordt beschreven (zie loopbaanperspectieven). Er zijn twee afstudeerrichtingen: (1) Apotheker. Deze afstudeerrichting omvat een wettelijke apotheekstage van zes maanden (waarvan maximum drie maanden in een hospitaal) en leidt tot de titel van apotheker. Deze titel is noodzakelijk om de functie van apotheker in een openbare apotheek te kunnen uitoefenen of om het diploma ziekenhuisapotheker, industrieapotheker of klinisch bioloog te kunnen behalen. Verder in deze brochure vind je hierover meer informatie. De apotheekstage biedt tevens een unieke gelegenheid om met patiënten in contact te komen. Dit vormt een belangrijke meerwaarde, ook al zal je werkterrein later op een ander vlak gesitueerd zijn. (2) Biofarmaceutische wetenschappen. Dit is een opleiding zonder apotheekstage en leidt bijgevolg niet tot de titel van apotheker. De aan de Universiteit Antwerpen gevormde masters in de geneesmiddelenontwikkeling zijn uitstekende en competente beroepsmensen. Dit blijkt overduidelijk uit de respons van de werkgevers evenals uit de tevredenheid van de alumni. De opleiding farmaceu
|6
tsiche wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen is immers zowel naar vorm als inhoud niet louter academisch, maar ook sterk beroepsgericht. De individuele docenten zijn zich allen goed bewust dat deze beroepsgerichtheid essentieel is voor de opleiding tot master in de geneesmiddelenontwikkeling, zowel wat betreft kennis en inzicht als wat betreft de capaciteit om zelfstandig te werken. Hoorcolleges en seminaries worden vaak vanuit de praktijk gegeven en slaan op deze wijze een brug tussen de aan de universiteit opgedane kennis en inzicht en het concrete werk in de latere beroepssituatie. De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Het directe contact tussen studenten, docenten en assistenten zorgt er voor dat studenten met hun individuele problemen op een snelle en soepele manier worden geholpen. Naast klassieke onderwijsvormen zoals hoorcolleges, wordt er binnen de masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen veel aandacht besteed aan activerende onderwijsvormen, waaronder laboratoriumoefeningen of seminaries in kleine groepen, portfolio en opdrachten via de elektronische leeromgeving Blackboard. Dit versterkt de efficiëntie van het onderwijs en verhoogt de betrokkenheid van de studenten. De directe relatie tussen de masterproef geneesmiddelenontwikkeling en het lopende wetenschappelijk onderzoek is hierbij het meest markante voorbeeld. Qua onderzoeksoutput scoort het Departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen naar internationale normen immers bijzonder goed. De opleiding farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen heeft uitstekende scores gekregen van de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO). De opleiding blinkt uit op meerdere gebieden. Zo krijgt het facet ‘Niveau en oriëntatie’ van zowel de bachelor- als beide masteropleidingen de score ‘excellent’. Volgens de commissie zijn de doelstellingen helder en transparant en geconcretiseerd in het programma. De academische en professionele gerichtheid van de opleiding, net als de goede link tussen onderwijs en onderzoek worden gewaardeerd. Volgens de NVAO zijn ook de docenten goed op de hoogte zijn van de verschillende soorten onderwijs- en werkvormen. Er is een mooie afwisseling tussen het didactische concept, de doelstellingen en de onderwijsmiddelen. Het docententeam is voldoende bevlogen, enthousiast en gedreven om kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Ook de materiële voorzieningen zijn optimaal.
7|
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Academische bachelors in de farmaceutische wetenschappen hebben rechtstreekse toegang tot de master in de geneesmiddelenontwikkeling. Academische bachelors of academische masters in één van de disciplines van de exacte wetenschappen of van de life sciences kunnen instromen mits zij slagen voor een verkorte opleiding academische bachelor in de farmaceutische wetenschappen (programma goed te keuren door de onderwijscommissie). Vereiste voorkennis De competenties van een academische bachelor in de farmaceutische wetenschappen zijn vereist om de masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling te kunnen aanvatten.
Loopbaanperspectieven Door de veelzijdigheid van de opleiding hebben masters in de geneesmiddelenontwikkeling een enorm brede waaier aan beroepsmogelijkheden. De tewerkstellingssituatie van apothekers is dan ook zeer gunstig: de werkloosheid kan als nihil beschouwd w orden. Van werk ‘zoeken’ is nauwelijks sprake: de overgrote meerderheid van farmaciestudenten heeft werk nog vóór het afstuderen. Masters in de geneesmiddelenontwikkeling bekleden belangrijke functies met eind verantwoordelijkheid, zowel in de industrie, het preklinisch en klinisch wetenschappelijk onderzoek, een klinisch laboratorium als bij de overheid. De afstudeerrichting apotheker biedt ook steeds de mogelijkheid om als apotheker te werken in een openbare apotheek of ziekenhuisapotheek, hoewel dit eerder het werkdomein vormt van de masters in de farmaceutische zorg. Ook een job in het onderwijs behoort tot de mogelijkheden. Als apotheker in een farmaceutisch bedrijf (al of niet na het volgen van een masterna-masteropleiding industriële farmacie) ben je verantwoordelijk voor onder meer de ontwikkeling van toedieningsvormen van geneesmiddelen, de productie van geneesmiddelen, de kwaliteitscontrole ervan, de registratie van geneesmiddelen, het klinisch onderzoek, de experimentele en klinische farmacologie en toxicologie, regulatory affairs, de marketing, ... Ook zijn industrieapothekers werkzaam als product- en salesmanager, clinical associate, medical writer, verantwoordelijke voor publiciteit en voorlichting, of als administratief medewerker bij de medische departementen. Industrieapothekers vind je niet alleen in de farmaceutische of medische sector; ook in de voedingsindustrie worden hun competenties uitermate gewaardeerd.
|8
Masters in de geneesmiddelenontwikkeling met interesse voor wetenschappelijk onderzoek kunnen een doctoraatsstudie starten om het diploma van doctor in de farmaceutische wetenschappen te behalen. De titel van doctor is de hoogste graad die aan de universiteit kan worden behaald. Opteren voor een doctoraat in de farma ceutische wetenschappen betekent op zijn minst dat je gepassioneerd bent door een bepaald domein van de farmaceutische wetenschappen, waarin je je grondig wil verdiepen, meer nog, hieraan zelfs een aantal jaren van je leven wijden. De doctorstitel kan immers pas verkregen worden na een intensieve periode van zelfstandige studie en wetenschappelijk onderzoek. In die periode wordt er verwacht dat de doctorandus zelfstandig doordringt tot de kern van bepaalde fundamentele of concrete vraagstukken binnen het vakgebied, met de bedoeling hieraan een originele bijdrage te leveren. Het eindresultaat van dit onderzoek wordt neergeschreven in een doctoraal proefschrift, openbaar te verdedigen voor een jury. Het diploma van doctor is vereist indien je een academische loopbaan binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert. Wie in het hoger onderwijs van twee cycli wil gaan doceren, moet eveneens een doctorsdiploma kunnen voorleggen. Ook in de industrie wordt een doctorstitel op prijs gesteld, omdat het diploma blijk geeft van ervaring in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Als apotheker – klinisch bioloog vervul je een leidinggevende functie in een laboratorium voor analyse van patiëntenstalen. Dit kan zowel in een ziekenhuis als privaat. Spreekt de overheid als werkomgeving je aan, dan kan je terecht bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Ook op Europees niveau zijn masters in de geneesmiddelenontwikkeling tewerkgesteld in overheidsinstellingen, o.a. in de European Medicines Agency (EMA), de Europese tegenhanger van de A merikaanse FDA (Food and Drug Administration). Hoewel de opleiding master in de farmaceutische zorg specifieker voorbereidt op de functie van officina-apotheker in een openbare apotheek of ziekenhuisapotheek kan je met de afstudeerrichting apotheker van de masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling ook nog steeds aan de slag als officina-apotheker. Je taak zal dan vooral bestaan uit het verschaffen van informatie over geneesmiddelen en patiëntenbegeleiding. Uiteraard blijf je ook verantwoordelijk voor de conformiteit en de kwaliteit van specialiteiten en bereidingen. Als ziekenhuisapotheker ben je verantwoordelijk voor o.a. beheer en management, distributie van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en implantaten, bereiden van steriele geneesmiddelen, sterilisatie, hygiëne, informatie naar medici en paramedici, opvolgen van klinische studies en het opstellen van formularia.
9|
Tot slot kan je met dit diploma ook een loopbaan uitbouwen in het onderwijs. De academische lerarenopleiding sluit aan bij de masteropleiding. De academische graad van ‘geaggregeerde voor het secundair onderwijs – groep 2’ geeft officiële bevoegdheid voor het secundair onderwijs, tweede en derde graad. De lerarenopleiding heeft tot doel het verwerven en trainen van leraarscompetenties met integratie van de daarbij n odige theoretische kennis. Hoewel het decreet expliciet het secundair onderwijs b eoogt, wenst de Universiteit Antwerpen de toekomstige leraars vaardigheden bij te brengen waardoor zij eveneens kunnen functioneren in vormingssituaties buiten de klassieke onderwijscontext, zoals in bedrijven en organisaties.
| 10
Studieprogramma Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting apotheker Master eerste jaar
Th.
Eerste semester Medicinale chemie Toxicologie Galenische farmacie en biofarmacie II Farmaceutische wetgeving en deontologie
75 45 45 22,5
Tweede semester Farmacotherapie en farmaceutische zorg I Farmaceutische technologie Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie Farmaceutische analyse: aanvullingen Totaal
Pr.
108
Sp. 10 6 12 3
45 30 15
12 32 12
7 6 3
15
12
3
30 22,5
4 52
6 60
11 |
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting apotheker
Master tweede jaar
Th.
Pr.
Sp.
960 480
30 24
112 15 15 15
6 3 3 3
15
3
22,5 22,5 15 30 30 30 22,5 7,5
3 3 3 6 6 6 4 4
Stage (6 maanden) met stage-examen Masterproef geneesmiddelenontwikkeling Keuzevakken: min. 6 sp. te kiezen uit: Gevorderde onderzoeksvaardigheden Antibioticabeleid Elementen bedrijfskunde en gezondheidsbeleid Farmacotherapie en farmaceutische zorg III Kritisch denken in relatie tot de officinepraktijk: capita selecta m.i.v. alternatieve therapieën Dermofarmacie Diergeneeskundige geneesmiddelen Farmacognosie II: fytotherapie Klinisch geneesmiddelenonderzoek Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Voedsel- en voedingsleer II Magistrale formulatie en kwaliteitszorg Totaal
| 12
15 15 15 12 52
60
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen
Master eerste jaar
Th.
Eerste semester Medicinale chemie Toxicologie Galenische farmacie en biofarmacie II Farmaceutische wetgeving en deontologie
75 45 45 22,5
Tweede semester Farmacotherapie en farmaceutische zorg I Farmaceutische technologie Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie Farmaceutische analyse: aanvullingen Totaal
Pr.
108
Sp. 10 6 12 3
45 30 15
12 32 12
7 6 3
15
12
3
30 22,5
52
4 6 60
13 |
Master in de geneesmiddelenontwikkeling, afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen
Master tweede master
Th.
Pr.
Sp.
30 30
15 15 480 112
6 6 24 6
90
45
18
30 30
15 15
6 6
Financieel management en juridische aspecten
30
15
6
Cluster 2 Management van een organisatie Financieel management en juridische aspecten
30 30
15 15
6 6
30
15
6
Preclinical drug research Klinisch geneesmiddelenonderzoek Masterproef geneesmiddelenontwikkeling Gevorderde onderzoeksvaardigheden Beleid, management en ondernemerschap: te kiezen, cluster 1 of cluster 2 Cluster 1 Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie
Innovatie en entrepeneurship Totaal
Meer informatie vind je in de brochure farmaceutische wetenschappen • masteropleiding farmaceutische zorg • masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling of op www.ua.ac.be/farmacie
| 14
60
Opleidingsonderdelen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de verplichte opleidings onderdelen. Op www.ua.ac.be/farmacie vind je meer informatie over de andere opleidingsonderdelen, begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal. Medicinale chemie Medicinale chemie is een chemische discipline met aspecten van biologische, medische en farmaceutische wetenschappen. Het omvat onderzoek naar, design van, en bereiding van biologisch actieve moleculen, de studie van hun metabolisme, de interpretatie van hun werkingsmechanisme op moleculair niveau en het opstellen van een structuur- activiteitsrelatie. In deze cursus worden alle actieve farmaca besproken die verkrijgbaar zijn op de markt, alsook de nieuwste trends. Deze geneesmiddelen worden ingedeeld volgens de receptoren waarop ze inwerken. Deze indeling is scheikundig logisch en geeft ook een beter inzicht in de structuur-activiteitsrelatie en het werkingsmechanisme op moleculair niveau. Per klasse van geneesmiddelen worden ondermeer de volgende eigenschappen besproken: • Korte inleiding (herhaling) van het biochemisch systeem waar op ingewerkt wordt; • De scheikundige eigenschappen van de actieve farmaca en hun invloed op het gebruik als geneesmiddel: bv. oplosbaarheid, stabiliteit, driedimensionale structuur, elektronische eigenschappen, … ; • De ontwikkeling van het eindproduct uit een leadverbinding; • Structuur-activiteitsrelatie; • Werkingsmechanisme op het moleculaire niveau (t.h.v. de receptoren); • Inleiding tot het therapeutisch gebruik. Toxicologie Wegens de enorme toename van het aantal ‘man-made’ producten (ongeveer 16 m iljoen) komen we in contact met ongeveer 100 000 verschillende producten. Naast de acute en subacute toxiciteit dient er voldoende aandacht te gaan naar de effecten op lange t ermijn zoals teratogeniciteit, carcinogeniciteit, immunologische en neurologische effecten en invloed op de fertiliteit. Volgende aspecten worden behandeld : e volutie van de toxicologie, absorptie, distributie, metabolisatie, excretie, antidota, eerste hulp bij intoxicaties. In het partim geneesmiddelentoxiciteit wordt kort ingegaan op de toxicologische evaluatie van kandidaat geneesmiddelen. Vervolgens komt het belang van predisposerende factoren in het ontstaan van ongewenste effecten van geneesmiddelen aan bod. De meest voorkomende typen ongewenste effecten worden vanuit een o rgaan-fysiologisch standpunt besproken. In een tweede luik leren de studenten via een opdracht objectieve geneesmiddeleninformatie opzoeken, kritisch evalueren en verwerken. In het partim algemene toxicologie wordt ingegaan op de toxiciteit van solventen, gassen, m etalen, 15 |
pesticiden, drugs of abuse, persisterende organische polluenten en behandelings methoden voor acuut geïntoxiceerde patiënten. Galenische farmacie en biofarmacie II Verschillende aspecten van volgende toedieningsvormen o.a. parenteralia, colloïdale en disperse systemen, dermatica, rectalia, poeders, capsules, tabletten en toedienings vormen met gereguleerde afgifte worden besproken. Van de artsenijvormen die in de officina worden afgeleverd ofwel magistraal worden voorgeschreven zullen volgende aspecten aan bod komen: • formulatie (fysicochemische, technologische en biofarmaceutische aspecten); • bereidingstechnieken (kwaliteitsnormen; GPP); • controle (farmacopee eisen; stabiliteit); • verpakking, etikettering, bewaren (farmacopee eisen); • toediening (informatie naar de patiënt toe); • specifieke biofarmaceutische aspecten van de beschouwde artsenijvorm, nl. de invloed van de vormgeving op de vrijgave en de resorptie van het farmacon. De praktische oefeningen hebben tot doel de studenten leren zelfstandig problemen op te lossen. Tijdens het practicum zullen de studenten magistrale voorschriften k ritisch moeten ontleden en de bereidingen nauwkeurig moeten uitvoeren, rekening houdend enerzijds met de fysicochemische eigenschappen van de te verwerken farmaca en anderzijds met de biofarmaceutische en farmacopee eisen gesteld aan de te bereiden toedieningsvorm. Zorg zal besteed worden aan het toepassen van de geldende goede bereidingspraktijken (GPP) en het opstellen van SOPs. De studenten zullen v erschillende magistrale bereidingen uitvoeren ter illustratie van de verschillende artsenijvormen besproken in de theoretische cursus. Om teamwerk te bevorderen zullen enkele oefeningen en rapportering in groep gebeuren. Farmaceutische wetgeving en deontologie De wettelijke definitie van het geneesmiddel en andere gezondheidsproducten wordt toegelicht, waarna het monopolie van de apotheker, de vereisten voor een officina en de spreiding van apotheken worden besproken. De aflevering van geneesmiddelen en de specifieke wettelijke bepalingen voor giftstoffen, verdovende middelen en psychotrope stoffen worden in detail overlopen. Er wordt aandacht besteed aan de conformiteit van het geneesmiddel en aan ongeoorloofde praktijken met geneesmiddelen. Ook reclame en informatie met betrekking tot geneesmiddelen komen aan bod. Farmacotherapie en farmaceutische zorg I In dit opleidingsonderdeel worden farmacotherapie en farmaceutische zorg geïntegreerd onderwezen. Farmaceutische zorg is de verantwoorde aflevering van voorgeschreven | 16
g eneesmiddelen of van geneesmiddelen die zonder voorschrift kunnen afgeleverd worden, met het oog op, in overleg met andere zorgverstrekkers en de patiënt, het bereiken van algemene gezondheidsdoelstellingen zoals het voorkomen, het identificeren, en het oplossen van problemen verbonden aan het geneesmiddelengebruik. Farmaceutische zorg is erop gericht om op een continue wijze het gebruik van geneesmiddelen te verbeteren en de levenskwaliteit van de patiënt te bewaren of verbeteren. Het interprofessioneel overleg omvat onder meer het eventuele doorverwijzen naar een arts en het informeren van de behandelende arts. Dit opleidingsonderdeel wordt zoveel mogelijk gedoceerd uitgaande van de meest voorkomende ziektebeelden. De voor de behandeling in aanmerking komende geneesmiddelen, zowel zelfzorggeneesmiddelen als voorschriftplichtige, worden grondig besproken met de nadruk op advies voor verantwoord geneesmiddelengebruik. De studenten leren zowel zelfzorgadvies als advies bij voorgeschreven geneesmiddelen tegeven. Binnen het aanbod van voorschriftvrije geneesmiddelen leren ze een wetenschappelijk verantwoorde keuze te maken. Ze verwerven inzicht in de opbouw van een therapie en de keuze van voorgeschreven geneesmiddelen. Ze leren geneesmiddeleninteracties herkennen, verklaren en hiervoor een oplossing aanbieden. Tevens leren ze medicatiefouten herkennen en oplossen. De studenten leren deskundig gezondheidsvoorlichting te geven en advies te verlenen over medisch materiaal. Ze worden voorbereid om goed samen te werken met de (huis)arts. Farmaceutische technologie In dit opleidingsonderdeel worden de technologische aspecten van de industriële preformulatie en bereiding van klassieke geneesmiddelen behandeld. Anderzijds wordt de problematiek van artsenijvormen voor het doelgericht toedienen van actieve moleculen met als voorbeeld peptiden en proteïnen besproken. De studenten verwerven inzicht in de voornaamste principes en methoden toegepast bij het op punt stellen van stabiele en actieve toedieningsvormen bereid op industriële schaal alsook experimentele artsenijvormen. Ze leren verbanden leggen tussen de verschillende opleidingsonderdelen i.v.m. geneesmiddelenontwikkeling. Ze kunnen gegevens analyseren en problemen op creatieve wijze oplossen en erover rapporteren. De studenten verwerven professioneel gedrag met betrekking tot wetenschappelijke zorg voor nauwkeurigheid en volledigheid. Chemische structuurbepaling van geneesmiddelen In dit opleidingsonderdeel wordt de theorie tot een minimum beperkt en wordt de nadruk gelegd op een gecombineerde interpretatie van de structuur van geneesmiddelen van natuurlijke of synthetische oorsprong door middel van een rationele analyse van hun ultraviolet, infrarood, kernspinresonantie en massaspectra. De studenten leren de structuur van eenvoudige organische verbindingen op basis van spectroscopische gegevens bepalen. 17 |
Klinische biologie en opzetten en evalueren van klinische studies De laboratoriumdiagnostiek is een essentiële schakel in het diagnose- en behandelingstraject van een patiënt evenals in de ondersteuning van klinische studies in verband met geneesmiddelen. Deze cursus geeft de studenten een inzicht in het gebruik en de combinatie van verschillende laboratoriumtesten en vormt hiermede de voorbereiding tot de master na masteropleiding in de klinische biologie. De belangrijkste laboratoriumtesten op het gebied van de klinische biologie (klinische chemie, hematologie, microbiologie, serologie, immunologie) worden besproken evenals de algemene princiepen voor het opzetten van geneesmiddelenstudies. Aan de hand van een reeks praktijkvoorbeelden (patiëntenresultaten) wordt het praktische gebruik van deze laboratoriumonderzoeken in de laboratoriumdiagnostiek en klinische studies geïllustreerd. Farmaceutische toepassingen van moleculaire biologie Als inleiding wordt een overzicht gegeven van de moleculair biologische principes die aan de basis liggen van courante technieken voor DNA-manipulatie, mutagenese en expressie van recombinante eiwitten. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de specifieke problemen die gepaard gaan met de productie en het gebruik van recombinante eiwitten als therapeutica. Ten slotte wordt aan de hand van voorbeelden de impact van de moleculaire biologie geïllustreerd op het onderzoek naar nieuwe therapeutische doelwitten en de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Farmaceutische analyse: aanvullingen Een eerste deel omvat de bespreking van technieken gebruikt bij de voorbereiding van stalen voor analyse zoals vaste fase en vloeistof-vloeistof extracties. De keuze van het type analytische kolom voor zowel vloeistof als gas chromatografie wordt uiteengezet. In het tweede deel wordt de toepassing van deze staalvoorbereidingstechnieken en algemene analytische technieken in verschillende vakgebieden behandeld. Typische analysen in het gebied van de bromatologie, de farmacognosie, de microbiologie en de toxicologie toegepast op de voor elk domein specifieke matrix worden geïllustreerd. In het onderdeel aangaande het registratiedossier worden de vereisten gesteld aan het analytisch deel van dit dossier besproken. Een laatste onderdeel van deze c ursus is gericht op kwaliteitszorg en validatie. De verschillende kwaliteitsnormen, hun t oepassingsgebieden en de betrokken erkenningsinstellingen worden vergeleken. M ethodevalidatie, d.w.z. de verschillende factoren, de proefopzet en de statistische verwerking van de resultaten, wordt besproken aan de hand van internationale richtlijnen. Tijdens het seminarie worden toestellen en methoden gevalideerd en de bekomen resultaten gezamenlijk statistisch verwerkt met behulp van Excel-rekenbladen. De student verwerft een bredere kennis over de bestaande staalvoorbereidingsmethoden, analytische technieken en materialen gebruikt in specifieke toepassingsgebieden. De student leert de geldende normen en richtlijnen i.v.m kwaliteitszorg, validatie en eisen gesteld aan geneesmiddelen bij het op de markt brengen (registratie). | 18
Stage (6 maanden) met stage-examen (verplicht voor afstudeerrichting apotheker) De apotheekstage kan worden omschreven als het gedeelte van de opleiding waarbij praktijkervaring wordt opgedaan als directe voorbereiding op de beroepsuitoefening. Praktijk en theorie vloeien hier in elkaar. De student zal zich in de stageplaats onder leiding van een erkende stagemeester bekwamen in de farmaciepraktijk: geneesmiddelenaflevering en grondige kennis van de specialiteiten, bereiding van geneesmiddelen en eigenschappen van de grondstoffen, kwaliteitszorg, verantwoordelijkheden van de apotheker, organisatie en inrichting van de apotheek, parafarmacie, management en administratie, leren samenwerken met collega’s en artsen. Bij de studie van de farmaceutische specialiteiten wordt teruggegrepen naar de cursussen van medicinale chemie, farmacognosie, farmacologie, toxicologie, farmacotherapie en farmaceutische zorg, fysiopathologie, medische biochemie, farmaceutische microbiologie en wetgeving. Het bereiden van magistrale en officinale preparaten steunt op de lessen galenische farmacie en biofarmacie. Aan iedere stagiair wordt bij de aanvang van de stage een stagewijzer als leidraad meegegeven. Deze wordt eveneens uitvoerig toegelicht tijdens de jaarlijkse bijeenkomst met de stagemeesters. Het stageprogramma geeft een niet-limitatieve opsomming van alle aspecten en taken die tijdens de zes maanden moeten worden bekeken of uitgevoerd. In zijn/haar portfolio verzamelt de student persoonlijke aantekeningen en bedenkingen over de diverse items waarmee hij/zij geconfronteerd wordt. Gedurende de stage zal de stagiair een aantal opdrachten krijgen. De opdrachten worden op de elektronische leeromgeving Blackboard geplaatst. Deze zijn: • het bespreken van een medicatiehistoriek van een patiënt (groepswerk) met gezamenlijke nabespreking in samenwerking met de stagemeesters, alumnivereniging (Farmant) en beroepsvereniging; • het uitvoeren van opgegeven magistrale bereidingen. Preclinical drug research (verplicht voor afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen) Het doel van deze cursus is de studenten inzicht verschaffen in de preklinische ontwikkeling van geneesmiddelen uitgevoerd door zowel farmaceutische als biotechnologische bedrijven. Zij moeten de relevantie van de preklinische gegevens vereist in een registratiedossier voor het opstellen van klinisch onderzoek kunnen herkennen. De onderzoeksstrategieën en product portfolio’s van de belangrijkste farmaceutische en biotechnologische bedrijven worden besproken. De volgende thema’s komen aan bod: •
Biotechnologische uitdagingen en toepassingen in geneesmiddelonderzoek. 19 |
•
•
Algemene structuur en werking van de verschillende afdelingen van een farmaceutisch of biotechnologisch bedrijf met de nadruk op enerzijds management, onderzoek, productie en kwaliteitscontrole en anderzijds op specifieke Good Laboratory Practices (GLP) en Good Manufacturing Practices (GMP). Preklinische ontwikkeling: flowchart en proces analyse. In dit deel van de cursus wordt ingegaan op bronnen van nieuwe moleculen via chemische, natuurlijke of biotechnologische processen. De farmacologische evaluatie m.i.v. strategieën en modellen, computersimulaties, cellulaire en niet-cellulaire screening, proefdiermodellen, e.a. worden besproken. Vervolgens komen de farmacokinetiek (nl. absorptie, distributie, metabolisme en excretie (ADME)) en de toxicologische aspecten (nl: acute en chronische toxiciteit, mutagenese, carcinogenese, reproductietoxiciteit en ecotoxiciteit) aan bod. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de farmaceutische ontwikkeling (nl. doseringsvormen, stabiliteit, productie vereisten).
Klinisch geneesmiddelenonderzoek (Verplicht voor afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen) De cursus heeft tot doel de studenten inzicht te verschaffen in de klinische ontwikkeling van geneesmiddelen, vaccins en devices (medische hulpmiddelen, implantaten) door farmaceutische en biotechnologische bedrijven. Zij moeten in staat zijn om klinische gegevens in een registratiedossier correct te plaatsen en inzien hoe deze gegevens voortbouwen op de kennis uit het preklinische onderzoek. De studenten hebben een grondig inzicht in de inhoud en opbouw van een studieprotocol, en kennis over mogelijke keuzes op gebied van studieopzet, en hun consequenties. Zij kennen alle actoren die betrokken zijn bij klinisch geneesmiddelenonderzoek, en hun specifieke percepties en verwachtingen. De in dit vak verworven kennis, aangevuld met de praktische e rvaring van stage en masterproef, stelt de studenten in staat om vlot door te stromen naar een uitvoerende en/of coördinerende functie binnen het klinisch-wetenschappelijk onderzoek. Beleid, management en ondernemerschap (verplicht voor afstudeerrichting biofarmaceutische wetenschappen) Deel strategische bedrijfscommunicatie: De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten van communicatie. De student verwerft basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context, de
| 20
vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk, en de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren. Deel management van een organisatie: De cursus behandelt enerzijds de concrete betekenis van de begrippen management, manager en managementwetenschappen. Anderzijds wordt de aandacht gevestigd op de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiding geven en controleren). Per managementfunctie wordt stil gestaan bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruikte methoden en instrumenten. Ten slotte wordt er ingegaan op de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (bv. er bestaat niet een wijze/manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren). In het praktijkgericht deel passen de studenten de theoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als ‘(analyse)bril’ om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (dit is een belangrijk aspect van hun latere functie als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding én van hun later carrièreperspectief, het ‘werkveld’, voldoende interessant en vooral relevant is. Deel financieel management en juridische aspecten: De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid. Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zijn bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan de techniek van het boek houden en de inhoud van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen. Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. Oefeningen en casestudies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennis betreffende begrippen en technieken wordt geassimileerd en toegepast in reële praktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groeps opdrachten uit te werken en te presenteren. Deel innovatie en entrepreneurship: Vooreerst wordt ingegaan op de specifieke beleidsopties en maatregelen die verband houden met innovatie en entrepreneurship. Naast een theoretisch overzicht, zal de student aan de hand van praktische voorbeelden vernemen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn die uit dit beleid ontstaan. Als voorbeelden van groepen van maatregelen worden gezien: sociale maatregelen, fiscale en subsidiemaatregelen. Daarna wordt het aspect entrepreneurship benaderd vanuit een innovatiestandpunt. Innovatie geeft in vele gevallen aanleiding tot wat men noemt spin off of spin out, wanneer men beslist het geheel van innovatie onder te brengen in een 21 |
nieuwe vennootschap. Anderzijds zal ook het aspect innovatie binnen bestaande organisaties aan bod komen, dikwijls gerefereerd als ‘portfolio innovation’. Een gedeeltelijk op theorie maar vooral op praktijkvoorbeelden gebaseerde cursus geeft de studenten de inzichten nodig om tot succesvol ondernemen te komen in innovatieve gebieden. Deze inzichten worden verder uitgewerkt in specifieke hoofdstukken over teambuilding en HRM, partnerships, IPR, markt en marketing, financiering en het opstellen van een business plan. De bedoeling is om tot een geïntegreerd geheel te komen van kennis en skills die de student in staat moeten stellen innovatie te combineren met economische haalbaarheid en dit neer te schrijven in een marktwaardig Business Plan.
Masterproef geneesmiddelenontwikkeling De studenten leren zelfstandig en op een kritische wijze onderzoek over een probleem met betrekking tot de geneesmiddelenontwikkeling uitvoeren, hierover schriftelijk en mondeling rapporteren en zich een wetenschappelijke attitude eigen te maken. De masterproef wordt als volgt ingedeeld: • • • •
onderzoekswerk in een onderzoekslaboratorium ; literatuurstudie over het onderwerp, met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen; schriftelijke rapportering van het onderzoekswerk; mondelinge voorstelling en verdediging.
Deze invulling beoogt dat de master in de geneesmiddelenontwikkeling gevormd wordt tot een competente wetenschapper.
Verder studeren na je masterdiploma geneesmiddelen ontwikkeling De masteropleiding geneesmiddelenontwikkeling kan worden aangevuld met het v olgen van een voortgezette opleiding, waaronder: • het doctoraat en de doctoraatsopleiding; • de master-na-masteropleiding in de industriële farmacie (één jaar bijkomende opleiding); • de master-na-masteropleiding in de klinische biologie (vijf jaar opleiding na de afstudeerrichting apotheker); • de master-na-masteropleiding in de ziekenhuisfarmacie (een opleiding van drie jaar, waarbinnen een academische opleiding van ten minste 60 studiepunten noodzakelijk is na de afstudeerrichting apotheker); • de academische lerarenopleiding; • postacademische vorming. | 22
Aparte folders i.v.m. deze verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde adressen. Je vindt eveneens bijkomende informatie op www.ua.ac.be/farmacie >onderwijs. Binnen de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen kan je ook terecht bij het Instituut voor Permanente Vorming in de Life Sciences (www.ua.ac.be/IPVLS) .
Nuttige info over je studietraject Masteropleidingen binnen de bachelor-masterstructuur Om te kunnen inschrijven voor een masteropleiding, moet je in het bezit zijn van een professioneel of een academisch bachelordiploma. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je: • rechtstreeks instromen in een masteropleiding • eerst een schakelprogramma volgen (na een professionele bacheloropleiding) • eerst een voorbereidingsprogramma volgen (na een academische bacheloropleiding)
academische bachelor professionele bachelor
à
rechtstreekse instroom
à
à
voorbereidingsprogramma
à
à
schakelprogramma
à
academische master
Dankzij de bachelor-masterstructuur heb je als student vaak keuzemogelijkheden bij het invullen van je studieprogramma. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Leerkrediet Het is belangrijk dat je voldoende studievoortgang boekt in je studietraject: als je studiepunten opneemt is het de bedoeling dat je ze opnieuw verwerft door te slagen voor je examens. Om je studievoortgang te bewaken, is het leerkrediet in het leven geroepen. Alle info over het leerkrediet vind je op www.ua.ac.be/studiepunten. Als je geen studievoortgang boekt en op een negatief leerkrediet strandt, is het te laat. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangsbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van je studieprogramma hebt behaald.
23 |
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet…
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leer probleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking.
| 24
•
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst.
•
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en voor informatie over verdere studies.
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma en vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb. Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor ondersteuning bij o.a. het schrijven van een academische paper of het lezen van wetenschappelijke teksten, organiseren ze contactmomenten in kleine groep. De ondersteuning sluit aan bij je eigen werkstukken en studiemateriaal. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
25 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal-Europa. Maar we kijken verder dan Europa: op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Heb je interesse in een buitenlandse studie-ervaring? Meer info vind je op de website van de Dienst Internationale Samenwerking: www.ua.ac.be/dis.
Infomomenten Nog vragen? Kom ze ons persoonlijk stellen. Een overzicht van alle infodagen en masterbeurzen in 2013 vind je op www.ua.ac.be/infomomenten. Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studenten begeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer aan de Universiteit Antwerpen op. www.ua.ac.be/opencampusdagen Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. www.ua.ac.be/infomarkt
| 26
Nuttige websites Opleidingsaanbod Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle opleidingen die de Universiteit Antwerpen aanbiedt. Inschrijven Een (master)opleiding gekozen? Alle praktische informatie over inschrijven vind je op www.ua.ac.be/inschrijven. Blackboard Na je inschrijving krijg je toegang tot de digitale leeromgeving Blackboard. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook je webmail, de academische kalender, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs ... Inloggen kan via https://blackboard.ua.ac.be. Campussen Op www.ua.ac.be/route vind je campusplannetjes en de wegbeschrijvingen naar onze campussen.
27 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Campus Drie Eiken Gebouw S Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk (Antwerpen) Contactpersoon Guy Vermeiren T +32 3 265 23 30
[email protected] Eva Sterckx T +32 3 265 27 11
[email protected] www.ua.ac.be/farmacie Studietrajectbegeleider Jo Vandervoort T +32 3 265 29 81
[email protected]
| 28
29 |
| 30
31 |
| 32